Logboek 2020/1 Naar Antarctica
Gorinchem (170)
Donderdag 06-02-2020
We vertrokken gisteren om kwart voor twaalf naar het Albert Schweitzerziekenhuis in Dordrecht, om extra tijd te hebben om te rijden vanwege de stremming van de Wantijbrug. Die wordt gerepareerd en dat duurt maanden. We moeten omrijden via de stad, vlak langs het station, om weer op de N3 uit te komen. Maar ik weet de weg nog wel in Dordrecht. Het ziekenhuis herken ik nauwelijks meer, zoveel is er veranderd. Hoe vaak kwam ik hier, meer dan twintig jaar geleden. Maar het Beatrixziekenhuis heeft dat ook.
Inschrijven bij de patiëntenadministratie. Een pasje is niet meer nodig, legt een vriendelijk meisje met sluier uit. Alles is nu digitaal. We melden ons op de afdeling Nucleaire Diagnostiek. De radioactieve injectievloeistof is er nog niet, maar ik kan vast een formulier invullen en krijg een infuusnaald in mijn rechterarm aangelegd. We zitten op een mooie bank met een ouderwetse hoge rug (foto hier). Nerveus ben ik niet. Een lotgenoot met zijn vrouw neemt naast ons plaats. Na een halfuurtje arriveert een man met de vloeistof uit Petten, in een emmer - formaat verfemmer - op een steekkar. Nu moet ik afscheid nemen van Anna voor een goede tweeëneenhalf uur.
De laborante spuit de vloeistof in en hangt er vervolgens een infuuszak met fysiologisch zout aan. Om door te spoelen, zegt ze. De radioactieve stof is de isotoop Fluor 18 met een halfwaardetijd van 110 minuten, en zit vast aan een glucosemolecuul. Ik zoek op hoe het zit: fluor 18 vervalt. Het gaat om β-verval, niet met een electron maar in een zuurstof-isotoop en een positron. Dat is merkwaardig, want dat laatste is antimaterie, het anti-deeltje van het electron. In mijn lichaam komt het al gauw een electron tegen, waarmee het annihileert. Dat gebeurt op massale schaal. Daarbij ontstaan twee fotonen van gammastraling, die elk een exact tegengestelde richting op vliegen. Dat gebeurt overal in mijn lichaam. Die fotonen worden door de PETscanner vastgelegd en zo onstaat een beeld, dat wordt gecompleteerd door de beelden van een CT-scanner die tevens aan het het toestel vastzit. Een fraaie techniek, die pas in mijn eigen ziekenhuistijd tot ontwikkeling kwam. Ik meen me te herinneren dat de eerste PET-scanner in Groningen kwam.
Maar voor de scan wordt gemaakt moet ik twee uur met het waakinfuus in een afgesloten kamer doorbrengen, met een eigen toilet. Omdat mijn lotgenoot, die Maarten heet, al snel erbij komt, ben ik niet alleen. Het wordt zelfs gezellig. Maarten en ik praten wat af, hij is ook een bootjesmens en had jarenlang een zeiljacht. De tijd vliegt. Een laborant haalt me tenslotte op en brengt me naar de scanruimte. Ik moet op een slede gaan liggen met mijn armen tegen mijn lijf gebonden door een brede klittenband. Zo schuif ik naar binnen. Eerst de CT-scan en erachter aan de PET-scan, samen een halfuur. Geen last van claustrofobie in de enge tunnel. Door het lange praten met Maarten ben ik wat moe en val haast in slaap. Daardoor is de scan zo voorbij.
Tegen half vijf rijden we weg van het ziekenhuis. Het viel me allemaal erg mee. De uitslag krijg ik komende dinsdag van mijn urologe. Omdat we geen zin hebben om weer terug door de stad te moeten, rijden we naar de Kop van 't land voor het pontveer over de Nieuwe Merwede. Uiteraard hebben veel meer mensen dat idee en staat er een file, maar niet zo'n lange. Als de pont voor de derde keer aanlegt kunnen we mee. We rijden langs de Biesbosch aan de ene kant en de Merwede aan de andere. Water, riet en vrede.
Vandaag lijkt de groei van epidemie van het Wuhan coronavirus opnieuw te vertragen. Het aantal besmettingen in China steeg met 3700 tot 28.018. Dat is een toename met 15%, dus niet meer met 20% zoals de laatste week. Het dodental steeg met 73 naar 563. De isolatie van China neemt toe. De KLM besloot om nog ruim een maand niet op China te vliegen.
We hebben een dag met redelijk wat zon. Sport en boodschappen. 's Middags, als het dek van de boot droog is, besluiten we om het in te kwasten met de algendoder Boracol. Het blijft nog een paar dagen droog voor het stormfront van 'monsterstorm' Ciara ons bereikt met veel neerslag, dus kan het spul nog goed in het teak trekken. We hadden het in het najaar willen doen, maar toen regende het te vaak. In een halfuur zijn we klaar (foto hier). Onderwijl komt onze oude vriend Herman U. langs. Thuis bij de thee praten we bij. Sinds de zomer hebben we elkaar niet meer gezien. Terug naar boven