Logboek 2010/1 (Kreta>Fethiye)
Livádhia, Nísos Tílos
Dinsdag 01-06-2010
Gisteravond zocht ik in de Gids Middellandse Zeeflora van Uitgeverij Thieme, die ik op Malta van Gerda Bol kreeg, op hoe de plant heet die overal tussen de oude stenen van het Hospitaalridderkasteel op Chalki stond. Zie de grote foto in de tekst van het verslag van gisteren. Het is een Nicotiana glauca uit de familie van de Nachtschades, oorspronkelijk uit Zuid-Amerika afkomstig en dus pas na Columbus inheems geworden in het hele Middellandse Zeegebied.
In de ochtenduren ontvangen we per MMS een foto van een glimlachende Liam, die met heldere blik langs het hoofd van zijn moeder Kate naar de camera van zijn vader Derrick kijkt (foto hier). Dat ziet er toch weer een stuk beter uit dan toen we hem verlieten. Vandaag staat er een bokkige deining de haven in en we besluiten weg te gaan van Chalki. Om tien uur hijsen we het grootzeil in de baai. Met ZZO Bf 5 is het prima zeilweer. We zeilen tussen het eiland en zijn kleine satelliet Nisaki door en zetten de koers op het eiland Tílos. We lopen ruim 7 knopen en in windvlagen zelfs 8 (foto hierboven). We zien op een kleine 20 mijl Tílos al voor ons liggen met het onbewoonde eilandje Antitílos als een lange bleke salamander ervoor gelegen. In de verte zien we de bergachtige Turkse kust. Net als Chalki was Tílos ooit een uitkijkpost voor de Hospitaalridders op het grote Rhódos. Misschien staat hier ook nog wel een kasteelruïne. Als we uit de windschaduw van Chalki raken verwachten we dat de wind nog wat zal aantrekken, maar juist het tegenovergestelde gebeurt. De wind zakt helemaal weg en de motor moet aan. Op de VHF roept de Turkse kustwacht een jacht op om uit de buurt te blijven van een military area. Geschrokken belooft de schipper het gebied te mijden. Een halfuur later gebeurt het nog eens. Ik kijk op de kaart maar zie het nergens, uit de opgegeven coördinaten kan ik opmaken dat het in elk geval niet bij ons in de buurt is. Dat kan ook helemaal niet want we verlaten vandaag de Griekse wateren niet. Nu de druk uit het zeil is tuitelt het schip heen en weer op een warrige klotszee. We zijn blij als we tegen enen Kaap Episkopi passeren, de oostkaap van Tílos.
Een uur later laten we vlak voor het haventje van Livádhia het zeil zakken en wachten op onze beurt om binnen te varen. Twee jachten zijn voor ons, er is geen plaats om te manoeuvreren voor meer dan één jacht. De havenmeesteres is een Duitse vrouw. Zij wijst iedereen een plaats met lazy lines en met de kont naar de westelijke kade, dat is de kade aan de dorpszijde (foto hier). De havendam aan de andere kant houdt de swell redelijk goed tegen. Het is goed dat we vroeg zijn want tegen zessen is het vrijwel vol met vooral huurboten en een flottielje. We zitten duidelijk in het toeristengebied, niet ver van het bekende eiland Kos. Op de kade is drinkwater en electra, het liggeld is voor de eerste nacht 17 euro en daarna 12 euro per dag. Er zijn alleen geen onbeveiligde draadloze netwerken, zodat ik me helaas moet behelpen met mobiel internet via een tergend trage GPRS-verbinding van Wind Hellas. Terug naar boven