Logboek 2010/1 (Kreta>Fethiye)
Pigádhia, Níssos Kárpathos (3)
Donderdag 27-05-2010
Het viel allemaal erg mee, gisteravond. Geen onweer maar een aantal flinke regenbuien tot vanmorgen vroeg toe. Om half negen trekken de buien echter weg en straalt de zon over de baai en het stadje zoals het hoort. Om negen uur piept de telefoon: een SMS-bericht van Bert Kreemers, de secretaris van de Commissie Hoekstra, die meldt dat ik het rapport van de commissie om 9.30 uur per e-mail zal ontvangen. Dan is het hier 10.30 uur. Het is een winderige dag, de wind zit in de west- tot noordhoek en loopt tegen de middag op naar Bf 5 tot 6. Hij stuurt een ongemakkelijke deining de baai en de haven binnen, niet onhoudbaar maar gewoon vervelend.
Tegen half elf - Murphy leeft! - valt mijn draadloze WiFi-verbinding uit. Na installatie van de mobiele verbinding duurt het een halfuur voordat het eindeloos trage GPRS-netwerk me in mijn mailbox brengt. Het downloaden van het rapport "Angel en antenne" (voorblad hiernaast) van staatsraad Rein Jan Hoekstra duurt dan nog meer dan een uur. Ik ben op pagina 45 van het lijvige, 163 bladzijden tellende rapport als iemand belt van de Wereldomroep voor commentaar. Overigens wel grappig gelet op het feit dat wijzelf ook in het buitenland zijn. Ze zullen later terugbellen.
Tja, Ernst Jansen Steur, ik kan zijn naam eigenlijk niet meer horen. Ik neem met lange tanden het rapport tot me. Het beschrijft minutieus alle bemoeienissen van de Inspectie met de casus. Die vallen het best te karakteriseren als geblunder en gestuntel, toch een heel ander beeld dan de IGZ in zijn zelfonderzoek van maart vorig jaar opriep. Toen was hun optreden eigenlijk wel in orde, vonden ze. Van dat gestuntel heb ik tot mijn frustratie in begin 2004 zelf het nodige meegemaakt, toen regionaal inspecteur Wim Nugteren niet in beweging te krijgen was. Verbluffend is het om nu in alle details te lezen hoe dezelfde inspecteur in 2006 door JS volledig om de tuin werd geleid en hem toestemming gaf om in Duitsland weer aan het werk te gaan, zonder dat hij aan de gestelde voorwaarden voldeed. Verder heb ik weinig zin er nog veel over te zeggen, behalve een paar dingen die me opvielen. Mijn vroegere collega-bestuurder Bijker probeert niet meer om mij de verantwoordelijkheid voor het doofpotcontract met mevrouw Damink in de schoenen te schuiven, maar wentelt het nu af op de bestuurssecretaris Herman ten Vergert, zonder hem met naam en toenaam te noemen. "De heer Bijker heeft destijds drie vragen gesteld alvorens zijn handtekening te zetten onder die regeling: ´kan dit zo, is dit wat we willen en zijn we er dan ook vanaf?` (....) Het enige dat de heer Bijker in deze casus heeft gedaan, is dus het zetten van zijn handtekening onder de regeling" (p. 108) Helaas heeft Hoekstra niet met de veelgeplaagde Ten Vergert gesproken. Een omissie.
Een tweede opmerkelijk punt staat in het verslag van het gesprek met advocaat Dick Veltman, destijd lid van de raad van commissarissen. Op pagina 146 gaat het over de redenen van mijn vertrek uit het MST, namelijk de opzegging van het vertrouwen in mij door het medisch stafbestuur bij mijn collega-bestuurder Ruud Ramaker. Daar lees ik iets nieuws: "De heer Veltman bewaart een meer genuanceerde herinnering. Er was sprake van een parallelliteit van twee zaken: (i) de heer Ramaker gaf aan met de heer Zijlstra niet te kunnen bereiken hetgeen hij voor ogen had op het gebied van de organisatieverandering en (ii) het ook bij de raad van commissarissen bekende feit dat de heer Zijlstra problemen had met de medische staf" Uiterst merkwaardig! Dat eerste motief heb ik nooit geweten en Ruud heeft me ook nooit verteld. Het ziet ernaar uit dat hij me heeft geloosd terwijl hij zich verborg achter de rug van het medisch stafbestuur. Tja, zo gaan die dingen. Zelf heeft Ramaker helemaal niets weten te bereiken in het MST want binnen een jaar vloog hij zelf de laan uit.
Ramaker had veel opheldering kunnen geven over zijn eigen sussende benadering van de Inspectie, die hij niet met mij afstemde. En over zijn boeiende "Honderd Dagen Analyse" uit begin 2004 over de erfenissen van het tijdperk Bijker. Maar hij wilde niet praten, destijds niet met Lemstra en nu niet met Hoekstra. Hij volstond met een e-mail: "Na ampel beraad ben ik tot de conclusie gekomen dat ik geen behoefte heb om met de commissie-Hoekstra te spreken" Op de vraag naar zijn beweegredenen en de optie van schriftelijke antwoorden laat hij niet eens meer iets horen (p. 134)
Het gespreksverslag op pagina 120 e.v. met regionaal inspecteur Nugteren is vermakelijk: hoewel zijn blunders door Hoekstra uitgebreid worden beschreven vindt hij nog steeds dat hij het goed heeft gedaan. Als je het allemaal zelf wilt lezen, dan kun je het rapport Hoekstra met de knop onderaan dit verslag zelf downloaden.
Ach, wat moet ik er allemaal mee? De gedupeerde patiënten zullen een vorm van schadeloossteling ontvangen. Bovendien hebben ze achteraf helemaal geen Parkinson, Alzheimer of Multipele Sclerose. Hoe je het wendt of keert, ze hebben ondanks hun ellende in elk geval geen tegenvaller op dit punt. Vrienden vinden me dat ik zoiets niet mag zeggen, maar ik zou eerlijk gezegd een gat in de lucht springen als mijn uroloog tegen me zei dat ik bij nader inzien geen prostaatkanker heb. Het MST is ondertussen allang weer verder gemarcheerd. Maar ik ben er nog niet vanaf en JS natuurlijk ook niet. Er komt nog een tweede rapport van Lemstra en een rechtszaak tegen de vermaledijde ex-neuroloog. Ergens las ik dat de laatste pas in de herfst of tegen het einde van dit jaar plaats zal hebben. Je weet nu al dat het een geruchtmakende zaak zal worden.
Om kwart over vier voer ik een kort gesprekje met de Wereldomroep. De interviewer maakt een opmerking over afleidende bijgeluiden. Ik kan echter het geklots van de deining niet stilzetten en het lustig gekwinkeleer van His Lordship wil ik niet stilzetten. Gelukkig bellen er verder geen media. Wie wel belt is Derrick. Liam is nu thuis en viel daar meteen in slaap. In het ziekenhuis wilde hij van angst en stress niet slapen. Zaterdag komen de ouders van Kate over uit Tsjechië. In de vroege avond nemen wind en deining langzaam af. Ik ga eens naar de weerkaartjes voor morgen kijken. Terug naar boven