Logboek 2008/1 (Lagos>Corsica)
Direct naar
het laatste
bericht
De opzet is hetzelfde als bij het vorige Reislogboek. Dus in chronologische volgorde. Klik op de bovenstaande link voor het laatste verslag.
Omdat we dit jaar de Middellandse Zee gaan verkennen, staat hiernaast een kaart ervan. Het is een oude wereldkaart uit de vijfde eeuw voor Christus, van de hand van de grote Griekse reiziger en historicus Herodotus. De Middellandse Zee ligt precies in het midden en vormt het centrum van de wereld. Daar komt waarschijnlijk de naam ook vandaan: de zee media terra, midden van de aarde. Voor Herodotus was de wereld plat. Hij is ook nog niet helemaal los van het concept van een symmetrische, cirkelvormige wereld, aan de randen waarvan barbaren en vreemde wezens leven. Zie bijvoorbeeld hoe de Donau en de Nijl allebei vanuit het westen afvloeien en elkaars spiegelbeeld vormen om de lengteas van de Middellandse Zee. Lees meer op de site van Livius
Lagos (72)
Dinsdag 01-01-2008
Gisteren, eind van de middag, lopen we terug naar de haven om ons aan boord netjes aan te kleden voor het feest vanavond in restaurant "O Mandarim" De eigenares had zeilster Anneke, die hier tijdelijk in een huis op de heuvel woont, gevraagd of iedereen contant wilde afrekenen. Dus proberen we onderweg ettelijke pin-automaten, maar ze zijn allemaal leeg. Geen nood, denk ik, op 1e Kerstdag kon ik ook afrekenen met mijn credit-card.
Om half acht bestijgen we met zijn allen de steile heuvel naar O Mandarim. Gelukkig is het eten ditmaal voortreffelijk, vooral het buffet met tal van oosterse gerechten. De Nederlandse tafel telt 20 personen. Aan de andere tafels zitten vooral Engelsen. De twee musici spelen uitstekende retro-pop. Vele heildronken worden uitgebracht. Uit grote wortels zijn kunstige vogels gesneden met lange, wuivende staarten. Ietwat balorig bijt ik er een de kop af. Direct na elf uur gaat iedereen bellen, in Holland is de jaarwisseling immers een uur eerder. We bellen met onze kinderen, maar het lukt niet om ieder aan de lijn te krijgen. Het laatste uur is snel om. We omarmen elkander, Ans en ik wensen onszelf een opnieuw gelukkig jaar. Alerte vrienden sturen ons SMS´jes met gelukwensen, het is bij hen al één uur geweest. Vanaf het balkon kijken we naar het vuurwerk. Omdat we bovenop een heuvel zitten is het goed te zien. In Lagos is het snel voorbij, in het oosten in Alvor hebben ze er meer werk van gemaakt. (Terzijde: al dagen verwonderen we ons erover dat niemand op straat rotjes en ander knalwerk afsteekt. Kennelijk hebben de Portugezen die gewoonte niet. Ook na het vuurwerk is het direct rustig)
Terug in de zaal breken tot onze verbazing de Engelsen al op. De eigenares maant iedereen te vertrekken. Na de jaarwisseling kennelijk geen gezellige nazit. Ook de musici, die verder wilden spelen, worden weggestuurd. We staan verbluft te kijken. Bij het afrekenen kan ik niet betalen met mijn credit-card. Waarom niet? Vorige keer kon het wel. Er staat trouwens op de toegangsdeur dat het kan. Nee, beslist de eigenares. (Het vermoeden rijst dat ze haar inkomsten van vanavond niet aan de belasting opgeeft en haar personeel zwart betaalt) Ik word nijdig, ook al pissig om het afkappen van de gezellige avond, en vertel haar dat ik nooit meer terugkom en dat ze haar geld morgen maar bij ons op de boot moet komen halen. Anneke, die alles georganiseerd heeft, zit ermee in haar maag. Ik zeg dat ze er niet haar probleem van moet maken, maar de lieverd wil het geld voorschieten. De eigenares neemt het met afgemeten gezicht van haar in ontvangst. We vertrekken, nog steeds verontwaardigd, en lopen de heuvel af. We hebben nog behoefte aan een nazit en doen de South Bar op de haven aan. Het is er niet te harden van de herrie. Jan & Baukjen bieden aan om gezellig na te borrelen bij hen op de J&B. Aldus geschiedt (zie foto) We halen wijn en en keuvelen na tot half drie. Er is ondermeer een vrolijk debat over de vraag of mannen onvermijdelijk naar de borsten van vrouwen kijken. Dus of ze willen of niet. Een curieuze jaarwisseling, al met al. Klik hier voor een zestal foto´s.
Vandaag is het zonnig. Ik schroef direct de nieuwe scheurkalender 2008 op het plankje in de kajuit, ditmaal eentje met recepten en culinaire wetenswaardigheden. Die van 2007 ging over meteorologie maar was tamelijk saai (b.v. de tien koudste decembermaanden in het verleden, e.d.) Na een laat ontbijt lopen we naar het strand. Er staat een frisse wind en geleidelijk gaan wolken uit het westen overtrekken. Voor de komende dagen worden regen met onweer en harde wind verwacht, als er een koufront overftrekt. De barometer loopt terug. Toch is het nog een aangename middag op het strand. Foto hier. Terug aan boord doen Ans en ik (bij uitzondering) een seniorendutje terwijl Wiebe en Marina twee gevulde pin-atomaten opsporen zodat we morgen Anneke kunnen terugbetalen.
Lagos (73)
02-01-2007
Gisteravond zitten we een lekkere pastaschotel van Ans te eten, als er geklopt wordt. Het zijn Anjès & Gert Reedijk van de Breeze. Ze zijn vijf weken naar Holland geweest en komen nu voor twee weken naar Lagos. Ze schuiven aan en het is heel gezellig. Dan staan ze opeens op en trekken een plechtig gezicht. Anjès haalt een geimproviseerde medaille met een lint tevoorschijn. Gert hangt hem om mijn nek en verklaart plechtig dat het maandblad Zeilen onze website heeft uitgeroepen tot "vertrekkerssite van de maand" Dat is een verrassing! Vlak voor hun vertrek lag het nieuwe nummer in de bus. Het januari-nummer, denk ik. Ze bladerden hem even snel door en zagen het berichtje. Mijn schoonzusje Marina legt de plechtigheid vast met haar mobieltje (zie bijgaande foto) Uiteraard moet erop gedronken worden.
Vannacht veel regen en een straffe zuidwestenwind. Voor het slapen check ik nog even alle landvasten. ´s Ochtends klaart het wat op maar de zuidwestenwind blijft doorstaan. Wiebe & Marina trekken de stad in. We verwachten later vandaag nog meer regen.
In de middag zoek ik op Internet naar sites over de "foute kathedraalboom" oftewel de Eriobotrya Japonica, zoals sitelezeres Marie Louïse Niemeijer een paar dagen geleden suggereerde. Ze blijkt gelijk te hebben! Ik vul het stukje in de rubriek Beschouwingen aan met een foto en de nieuwe gegevens (klik hier). Terug naar boven
Lagos (74)
03-01-2008
Gister, eind van de middag, borrelen we bij Gert & Anjès op de Breeze. Voor het afscheidsdiner van Wiebe & Marina lopen we daarna naar ons favoriete restaurantje in het centrum: O Cantinha do Mar. Gert & Anjès gaan mee. Het eten is heerlijk en de hele avond is trouwens heerlijk. Zie de foto hierbij en (groter) hier. Prachtige - en oeverloze - debatten over waarheid, wetenschap, haptonomie, psy-fenomenen, de Utrechtse parapsycholoog wijlen professor Tenhaeff, telepathie en telekinese, kwakzalverij, gewaarworden en voelen, en weet ik wat nog meer.
Tegen half twaalf lopen we door de stromende regen naar de haven. ´s Nachts begint het hevig te waaien en te regenen. Ik lig zoals gebruikelijk "te hanewaken" en ga regelmatig even kijken. De anemometer toont Zuidwest Bf 6 - 7. In de garderobekast aan bakboord heb ik doeken tussen de leidingen gestopt om eventueel lekwater uit het gangboord op te zuigen. Tegen de ochtend trekt er snel een onweer over, vergezeld van krachtige windstoten en felle hagelbuien. Wiebe & Marina maken zich ongerust of ze straks wel kunnen vliegen. Om 12 uur brengen we ze tussen twee buien door naar het station en zwaaien ze uit. We hebben fijne gasten aan ze gehad! Toch vinden we het ook wel lekker om weer samen te zijn. In de loop van de middag trekken er voortdurend buien over, het lijkt wel herfst. We ruimen binnen en buiten de kerstversiering op, maken schoon schip en doen boodschappen in de Pingo Doce.
Gisteren haalde ik bij het havenkantoor het nieuwe boek van Mark Lynas op, dat ik via Bol.com besteld had. Het heet "Six Degrees. Our future on a Hotter Planet" (London, 2007) Vanmiddag blader ik het nieuwsgierig door. In zijn eerdere boek "High Tide" uit 2004 toonde hij zich nogal een alarmist, herinner ik me. In 2006 zei hij op televisie dat klimaatontkenning "tot eenzelfde morele categorie als Holocaust-ontkenning behoort" Bovendien geniet hij bekendheid vanwege het feit dat hij bij een discussiebijeenkomst in Oxford klimaatscepticus Bjorn Lomborg een taart in het gezicht gooide. Geen sterke manier van argumenteren. Mijn eerste indruk is dat hij in zijn nieuwe boek wat gas terugneemt, bijvoorbeeld over de dreiging van hapering of stoppen van de Warme Golfstroom. Ik ben benieuwd en zal het boek binnenkort zorgvuldig lezen.
Ook ´s avonds blijft het weer onbestendig. De wind jankt in de wanten en regen roffelt op het dek. Af en toe zien we hoe weerlicht een bleek vlammend licht over alles legt. De olielampen in de kajuit verbleken volkomen op zulke momenten. Het is behaaglijk binnen. Na het eten kijken we naar de DVD van de beroemde film "Apocalypse Now (Redux)" van Francis Ford Coppola. Terug naar boven
Lagos (75)
Vrijdag 04-01-2008
Om 10 uur gisteravond ontvangen we een SMS-berichtje waarin schoonzus Marina meldt dat zij en Wiebe thuis gearriveerd zijn. (Het is daar 11 uur) We brachten ze om 12 uur ´s middags naar de trein. Ze hebben er, met een tussenstop in Palma de Mallorca, van deur tot deur 10 uur over gedaan. Wat ik gisteren nog vergat te vertellen is, dat ik hen de grootzeilkar/schootblok heb meegegeven. Wiebe zal het a.s. dinsdag naar Jachtwerf Numansdorp brengen. Daardoor heeft Lowy een week extra om te bezien of hij het probleem kan oplossen. Hetzij door alsnog de U-verbinding bij te buigen zodat het schootblok losgemaakt kan worden, hetzij door een nieuwe kar te bestellen. Ik ga zelf direct op dinsdag 15-01 naar de werf toe.
Vannacht veel wind en af en toe felle buien. Bad weather, hetgeen we vertalen in bed weer, want we blijven lekken wat langer in bed liggen. Tegen twaalven komt Gerard van de Mermaid een hele doos boeken brengen. De meeste zeilers in de haven lezen veel en lenen over en weer boeken uit.
Op het plaatje hierboven zie je een oude wereldkaart, gemaakt door de Griekse kartograaf en reiziger Hecateus van Milete, die leefde van ±550 tot ±490 voor Christus. Het westen van het huidige Turkije, waar de havenstad Milete lag, was toen veroverd door de Perzische koning Cyrus de Grote. Ik vond de kaart op www.livius.org, een prachtige website met artikelen over oude geschiedenis. Zulke kaarten vind ik prachtig! Hij toont een ronde, platte wereld, zoals men zich die toen voorstelde. Aan de randen zouden vreemde wezens, fabeldieren en gevaarlijke barbaren leven, geloofden de oude Grieken en Romeinen. Mensen met hondenhoofden, tijgers met mensenhoofden, gele mensen en zwarte mensen, centaurs, Amazones, monsters, mensen met één voet, enzovoorts. Denk ook aan Homeros´ Odysseus, met bijvoorbeeld de Cycloop. In het centrum van de wereld wonen uiteraard de beschaafde mensen, de Grieken en Romeinen zélf. Dat is het gebied van de Middellandse Zee, die op de kaart redelijk correct is weergegeven. En dat is de zee die we dit jaar met onze Dulce gaan verkennen. En vrijwel in het midden ligt het Milete van Hecateus, voor hem misschien het centrum van de wereld. Vanzelfsprekend gaan we daarnaar toe. Althans naar de ruïnes ervan. Die liggen 80 kilometer ten zuiden van de grote Turkse haven Izmir (vroeger Smyrna) op een landtong in de Golf van Milete. Het echte centrum, de navel van de wereld, lag voor de oude Grieken echter in Delphi. (Misschien is dat op de Hecateus-kaart ook zo) De oppergod Zeus had dat bewezen met een mythisch experiment. Hij liet vanaf de randen van de wereld twee arenden naar elkaar toevliegen. Ze ontmoetten elkaar bij Delphi en de Grieken plaatsten er een heiligdom met een stenen monument, de omphalos (=navel), boven een scheur waaruit zwavel- of benzeenhoudende dampen kwamen. Op de omphalos zat de zieneres, de Pythia, die de toekomst kon voorspellen. De tempel werd in de 4e eeuw verwoest door de christenen. De omphalos zou in 1913 bij opgravingen zijn teruggevonden. Hij heeft een vreemde vorm, ongeveer zoals een bijenkorf. Binnenin is een holte die breder wordt naar de basis. Over de herkomst en de betekenis van de steen bestaan tal van theorieën. Het zou een gestileerde levensboom zijn, of een baetylus, een plaats waar een godheid woont (zoals bijvoorbeeld ook de beroemde zwarte steen in Mekka), of een phallus of zelfs een clitoris. Dat laatste schijnt erg omstreden te zijn. Om de verwarring nog groter te maken: er zijn meerdere van die navelstenen rond de hele Middellandse Zee gevonden.
Waarom vertel ik dit allemaal? Nou, omdat we er dit jaar heen gaan. Het is ook een prachtig voorbeeld van hoe (gebrek aan) kennis een wereldbeeld bepaalt. Onze wereld is rond, draait om de zon in een uithoek van een Melkwegstelsel, dat op zijn beurt er één van multimiljarden sterrenstelsels is - en als je Susskind ("The Cosmic Landscape", 2006) en anderen moet geloven - bevindt dat alles zich in een universum dat ergens met multimiljard andere universa in een multiversum zit dat door een Higgs-landschap wordt gevormd. Of zoiets. Veel meer kennis en een onvergelijkbaar ander wereldbeeld dan de Grieken hadden. In 2.500 jaar. Ik zou zo graag weten hoe het wereldbeeld er over nog eens 2.500 jaar eruit ziet. En of men het dan wél begrijpt.
Enfin, ik vind het leuk om dat soort feiten bij elkaar te zoeken. Internet is daar ontzettend geschikt voor, hoewel je wél moet uitkijken, want er bestaat geen filter tegen misleiding en flauwekul. Terug naar boven
Lagos (76)
Zaterdag 05-01-2008
Een lichtgrijze dag, droog en niet koud. Zie foto hier. De barometer is gisteren snel opgelopen naar 1028 hP (was 1004 hP) en blijft nu stabiel. We gaan vanochtend naar de kapper (kapsalon "Hair International" in de Rua Vasco da Gama 12) die ons is aanbevolen door andere zeilers. Daar werkt Kelly, een vakkundige Britse kapster. Het is voor het eerst in bijna dertig jaar, schat ik, dat ik mijn haar door een ander laat knippen dan mijn vaste kapper Gerdinus Vroon in Deil. Met een kapper heb je toch een relatie met enige intimiteit, vind ik, dus ik hoop dat Gerdinus niet teleurgesteld is. Maar mijn haar is veel te lang, beslist Ans, zo kan je je niet in Holland vertonen. Zelf gaat ze ook onder het mes (zie foto). Na afloop zijn we allebei tevreden.
Het is overal uitverkoop in Lagos met kortingen tot wel 50%. We kopen een body-stocking en een zwart truitje voor Ans en voor mij overhemden, broeken, ondergoed en sokken. We zijn nu gekapt en gekleed en geheel klaar voor Holland.
In het Gastenboek lezen we verrast een bericht van mijn schoonzusje Marina. Op Schiphol kochten ze meteen het januari-nummer van Zeilen en lazen dat we niet alleen zijn uitgeroepen tot "website van de maand" maar dat we ook nog een prijs krijgen. Een mooie mobiele telefoon met een camera van 5 megapixels, van Sony, vermoedelijk de sponsor. Het is wat vreemd dat we van Zeilen nog niets gehoord hebben. En...we hadden ons ook helemaal niet eens opgegeven. Ach, we wachten het maar af.
Onze avonturen zijn momenteel weinig, of liever, niet spectaculair, besef ik als ik dit schrijf. Maar dan.... komt Ans opeens uit de achterhut. Ze heeft haar nieuwe body-stocking aan. Show time! (Het zweepje ontbreekt) Ik lig in een deuk, maar het staat haar perfect. Later vanavond hebben we een heerlijke zaterdagavond, samen in onze kajuit. We luisteren naar Brahms´1e Strijksextet (opus 18), in de beroemde historische opname van 1952 (?) op het beroemde festival in het Franse Pyrreneëndorpje Prades met Isaac Stern en (vooral) de legendarische meestercellist Pablo Casals. De opname die ik me herinner van een zwart/wit film van Louis Malle met een mooie rol voor Jeanne Moreau uit de jaren zestig. Hoe de film heette wist ik eerst niet meer, later schoot me de naam te binnen: "Les Amants"! Ik zag hem in de bioscoop Studio op de Oudegracht in Utrecht in (denk ik) 1966 of 1967. Waarom die film zo´n indruk maakte? Ik weet het niet precies. Het ging over een verwende rijke dame en een aardige geleerde in een 2CV, over overspel en romantische uitzichtloosheid. Ik was 19 of 20 en ik had geen 2CV en ook geen rijke dame. Maar dit prachtig sextet met het intense, stuwende Andante moderato is me sedertdien zó dierbaar geworden dat ik er zelfs verschillende uitvoeringen van bij me heb. Terug naar boven
Lagos (77)
Zondag 06-01-2008
Het is half drie in de nacht. We aten vanavond een lekkere vegetarische pastaschotel. Er viel wat zachte regen, maar die is nu over. De hemel is nog steeds lichtgrijs, alsof er sneeuw op komst is. Maar dat komt hier nooit voor. Ans is al uren onder zeil maar ik heb geen slaap. Een interview in het dikke kerstnummer van Elsevier houdt me wakker. De Amerikaanse psychiater Irvin Yalom zegt daarin: "Om rustig te sterven moet je uit het leven halen wat erin zit" Die uitspraak strookt met onze westerse, hedonistische levensinstelling. Toch doet het ook erg krampachtig aan: heb ik wel álles gehad? Enfin, het dreef me vannacht tot het schrijven van een Beschouwing in de gelijknamige rubriek, onder de titel "Zonder illusies ben je nog niet gek" Onder andere Piet Vroon komt erin voor, daarom staat deze oude foto hierboven (en hier) Die is genomen tijdens de kunstmanifestatie BRAIN/Internal Affairs, in de kerkzaal van het oude Beatrixziekenhuis, die stijf staat van de sigarettenrook. (Voor de beschouwing zelf, klik hier) Nu ben ik moe en drink een glas wijn. Ik krijg niet alle hyperlinks in orde. Wil me dat vergeven, het komt morgen - dat is vandaag - wel goed.
Opnieuw zo´n stille, grijze dag. Tijdens de zondagse koffiebijeenkomst van de Hollandse zeilers op J&B gaat het dit keer ondermeer over hout. Waar kun je hier goedkoop teak kopen? Ik heb zelf ook een blokje nodig (geen teak) voor de definitieve versteviging van de kajuitvloer. Verder verloopt de dag wat duf. Zondagmiddaggevoel. Dutje in de kuip. Kuiertje naar zee. Klusje aan boord: kapot slotje keukenkastje vervangen. Borreltje bij Jaap & Diana op de Kiara. Verlangend mijmeren over nieuwe bestemmingen dit jaar. Terug naar boven
Lagos (78)
Maandag 07-01-2008
Nog een grijze, windstille dag. De lucht is zacht met een toets van lente. Westelijk van ons ligt de kern van een hogedrukgebied, dat nauwelijks beweegt, er is geen wind om de grijze wolkenlaag af te voeren. Ondertussen is de klimaatsimulatie die ik op mijn computer laat lopen voor Climateprediction in de zomer van 2021 aangekomen. Ik heb er een tijd niet naar gekeken. Vanmorgen zag ik echter dat de Noordpool volledig ijsvrij was. Ik weet niet hoe lang dat al zo is. Men verwacht dat dat pas rond 2040 zal gebeuren, maar onlangs verscheen er een studie die becijferde dat we een ijsvrije Noordpool al in 2013 kunnen verwachten.
Vandaag een klusdag, want anders wordt het lijstje alleen maar langer. Ik smeer de fietskettingen, de assen en andere bewegende delen van onze vouwfietsjes. Dan fiets ik met Gerard van de Mermaid naar een houthandel op de weg naar Portimão. Gerard bestelt hout voor een nieuwe bevestiging op de hekstoel van zijn buitenboordmotor en ik een blokje van 15x10x6,5 cm voor de versteviging van de kajuitvloer. Dan fiets ik door naar een Loja Chinesa in de buurt. Dat zijn Chinese warenhuisjes, het soort Winkel van Sinkel waar van alles te koop is tegen spotprijzen. Je vindt ze hier erg veel (ook in Spanje trouwens) Voor € 1,50 koop ik een voetbalpompje, dat ik goed kan gebruiken om de stootwillen op te pompen. Eén heeft een scheurtje. Op advies van Jaap van Kiara probeer ik het dicht te branden, maar dat is geen succes. Dus rommel ik in mijn spullendozen voor een waterbestendige lijm, geschikt voor rubber, en lijm er een stukje tape op (zie foto) Moet zes uur drogen. Uit een plastic waterfles knip ik een bakje, dat ik vastklem onder het brandstoffilter. Dat lekt een piepklein beetje.
´s Middags haal ik het houtblokje op. Ze willen er niet eens geld voor. Het past precies. Bij de chandlery op de scheepswerf van Sopromar haal ik dikke schroeven en moeren. Morgen ga ik de zaak in elkaar zetten. Het lijkt alsof bij veel zeilers de lentekriebels uitbreken. Velen zijn opeens aan het klussen geslagen. De hele dag laten we het electrisch kacheltje de klammigheid uit onze hut verdrijven.
Qua maaltijd serveert Ans vanavond een Noord-Afrikaanse couscous-schotel met lamsvlees (gemengd met komijn- en korianderzaad), tenen knoflook, aubergine, rode pepertjes, gember, kikkererwten, verse peterselie en verse koriander. Natuurlijk ook harissa (soort Noord-afrikaanse sambal in een tube) Pouff...wat lekker. Een rode Dão Reserva erbij en de lieflijke muziek van Puccini´s Crisantemi voor strijkkwartet. Als toetje ook iets bijzonders: yoghurt met aloë vera! Verrukkelijk (en goed voor de huid, zegt het etiket) Geloof doet wonderen, nietwaar? Terug naar boven
Lagos (79)
Dinsdag 08-01-2008
De vierde roerloze, grijze dag op een rij. We blijven knus wat langer in bed. Maar de klussen wachten! We staan tegen tienen op. Ans gaat de kuip eens goed schoonmaken. Ik pomp met het Chinese voetbalpompje de lekke stootwil langzaam op. Het stukje op het lek gelijmde tape lijkt te houden, langzaam pompend voer ik de druk op tot het stomme pompje het begeeft. Zoveel tegendruk kan het niet aan. Ik probeer het te demonteren, maar het is allemaal gelijmd dus maak je het alleen maar verder stuk. Goedkoop is duurkoop, in de vullisbak ermee. Ik zal een andere oplossing moeten zoeken.
De grote klus van vanmorgen is het steviger vastmaken van het frame van het voorste vloerluik in de kajuitvloer. Dat frame is een week of wat geleden geleidelijk gaan verzakken. Ik vermoed dat Jeanneau het na de reparatie van het kielvlak, in maart 2007, niet goed heeft vastgemaakt. Ik had het provisorisch vastgemaakt met een meubelhoekje, maar erg sterk is die verbinding niet. Gister haalde ik een blok hout, dat ik vandaag met drie stevige bouten wil vastmaken tussen het frame en een houten schot, dat op een spant steunt. Dat moet afdoende zijn. Eerst smeer ik er toch maar een beschermingsmiddel op, per slot zit het in de bilge (zij het bovenin) waar het vochtig kan zijn. Ans houdt het blok op zijn plaats. Dan boor ik drie kleine gaten in het schot en gedeeltelijk in het blok erachter. Ik steek er boutjes in, zodat de zaak niet kan schuiven. (Want dat is het risico: als het blok schuift, vindt dan die gaatjes maar eens terug!) Dan maak ik met steeds grotere boren de gaten in het schot groter, neem de zaak uit elkaar, noteer op het blok hout wat boven- en voorkant is en ga op de steiger de gaten in het blok hout groter boren. Zie foto hier. Dan pas ik het weer in elkaar en boor ik via de gaten in schot en blok, de gaten in het frame. (Kan iemand het nog volgen? Alleen Lowy, Fons en Raymond van de werf in Numansdorp, vrees ik. Die vinden zoiets een klusje, maar voor mij is het heel wat) Daarna volgt de triomfantelijke slotfase: de bouten (voorzien van ringen) sla ik voorzichtig door de hele constructie heen, zet aan de framekant de moeren - ook met ringen - erop en schroef ze stevig (niet té stevig) aan (zie foto boven) Ik ga op het vloerluik staan en ga dan voorzichtig op en neer springen en tenslotte voer ik een olifantendans uit. Het zit als een huis. Wat een kick! Zeer tevreden ruim ik de hele boel op. Buiten is het intussen gaan regenen, toch spoed ik mij over de steiger naar de riante sanitaire ruimtes van de haven om uitgebreid te gaan douchen. Pech! Er is geen water, men is bezig het trottoir op te breken om de waterleiding te repareren die stuk is wegens grondverzakkingen door de hevige regen van onlangs. Stand van zaken klussenlijst: 32 klussen, 15 gereed.
Vanavond belt mijn broer Wiebe. Hij heeft zojuist de Amiot grootzeilkar en het kapotte Harken dubbelblok bij Jachtwerf Numansdorp afgeleverd. Mooi zo, ik ben benieuwd wat ze ervan denken. Morgen even bellen. Terug naar boven
Lagos (80)
Woensdag 09-01-2008
De vijfde grijze dag op rij. Op de fiets breng ik de bimini naar de zeilmaker vlakbij, Fofovelas Sailmakers. Ik toon de gaatjes en vraag of ze een versteviging kunnen aanbrengen. De chef is er echter niet, ik moet morgen terugkomen. In de Hollandse supermarkt haal ik SenSeo padjes. Geleidelijk wordt het lichter en warmer. Als het dek droog is maak ik een foto van de plek, waar ik vermoed dat het teakdek lekt en de nattigheid in de garderobekast veroorzaakt (zie foto) De eerste gevolgen van de uitzinnige hogedrukspuit-acties van Jeanneau, vorig voorjaar. Ik moet napluizen wat je eraan kunt doen. Dan bel ik Lowy, die bevestigd dat hij de grootzeilkar + dubbelschootblok ontvangen heeft. Hij denkt dat het malheur veroorzaakt is doordat er tussen kar en blok geen harpsluiting zat. Ja natuurlijk, dan was het geheel veel beweeglijker geweest en niet door corrosie vast gaan zitten. (Met dank aan de medewerkers van de veelgeplaagde importeur Rob Krijgsman, die het zo hebben afgeleverd. Wist ik veel)
Op het havenkantoor zijn twee bestelde boeken voor me aangekomen, nieuwe studies over global warming: Fred Pearce - "With Speed and Violence. Why scientists fear tipping points in Climate Change" (Beacon Press, 2007) Ik wil me beter verdiepen in plotselinge klimaatomslagen, een door klimaatscepticus Bjorn Lomborg mogelijk ten onrechte gebagatelliseerd onderwerp. Het tweede is het nieuwe boek van Peter Ward - "Under A Green Sky. Global warming, the Mass Extinctions of the Past and What They Can Tell Us About Our Future" (Smithsonian Books, 2007) Van Ward las ik een tijd geleden het leuke boek "Life As We Don´t Know It" (Penguin Books, 2005) over de speurtocht van NASA in het heelal naar alien life. Uiteraard kom ik er te zijner tijd op terug. Eerst lees ik met voorrang "Six Degrees" van Mark Lynas uit, dat ook net verschenen is. (Ik legde er zelfs Susskind voor terzijde) Toch wel verontrustende lectuur, waarbij het me voorkomt dat hij nu niet meer de fouten en overdrijvingen lijkt te maken, die Lomborg aan de kaak stelde. Bijvoorbeeld dat malaria in een warmere wereld naar Europa zou oprukken - wat door onze goede gezondheidszorg en sanitaire infrastructuur niet erg waarschijnlijk is. Zo zijn er meer aspecten waar hij schatplichtig is. Het is overigens flauw dat hij Lomborg helemaal niet noemt en volstaat met zinnen als "many sceptics rightly pointed out that..." (p. 165)
Wat is een condensator? Ik kom op die vraag omdat Lowy en Fons denken dat misschien de condensator van onze generator stuk is. Ze hebben die vraag voorgelegd aan Mastervolt. Ik zit wat te studeren in "Elektronica voor dummies", maar het wordt er niet veel duidelijker op. Een condensator kan lading opslaan en afvlakken. Ik krijg de indruk dat het bij onze generator om het laatste gaat. De generator produceert wisselstroom en de generator zorgt ervoor dat die niet een te hoge spanning krijgt. In ons geval hoger dan 245 Volt. Ergo: condensator stuk, spanning te hoog, generator alarmeert. Klinkt logisch. Hij is natuurlijk wel erg snel stuk gegaan. De rest van de middag zitten we lekker te lezen onder de kuiptent. De regen tikt zachtjes op het tentdoek, het is nog steeds windstil. Vreedzaam weer, het is wat vreemd om ondertussen bij Mark Lynas over al die toekomstige klimaatrampen te lezen.
Om 8 uur ´s avonds kijken we graag naar het nieuws op de Portugese TV. Hier is nog gewoon analoge televisie (net als in Frankrijk en Spanje) We zien een verslag van het bezoek van president Bush aan het Midden-Oosten. Maar die Portugese correspondent? Dat is toch Conny Mus! Met een pruik op! Niet te geloven! Ans serveert een heerlijke roerbakschotel met kip, veel groenten en hoi-sin saus. Ik brendg de vuilniszak en de lege wijnfles weg en loop langs de haven. Veel restaurants zijn deze maand dicht. Uit de Lazy Jacks Bar klinkt muziek. De kloon van mijn vroeger opstapper Freek is weer terug. Hij zingt een oude Dylan-song: "A pawn in the game" Ik loop door. In de Pizza Hut zit alleen een eenzame maaltijdbezorger te eten. Bij de Chinees zit het personeel te kaarten. Voor de South Bar staan mensen buiten te roken, binnen mag het niet meer. Misschien staat daarom de muziek zo hard. Over de deinende steiger loop ik terug. Wat is het hier stil! Het is eb maar het water stijgt alweer en ruikt hevig naar de zee. Boven me is de hemel helder. Orion schittert met zijn riem van drie sterren. Bij de boot draal ik nog, maar de geur van verse koffie lokt me naar binnen. Terug naar boven
Lagos (81)
Donderdag 10-01-2008
Een stralende zon maakt vandaag een eind aan de reeks grijze dagen. We gaan aan het werk. Ans wast het beddengoed en ik trek onze oude dinghy uit het water, maak hem schoon en lijm een aantal loslatende rubbers weer vast (zie foto) Onder andere de rubbers met de dollen, waar de peddels aan bevestigd worden. Een geduldwerkje. Het is echter de bedoeling dat hij nog zeker een paar jaar meegaat. Dan ga ik op de fiets naar de zeilmaker. Onze bimini is al klaar. Ze hebben hem verstevigd op de plaatsen waar de twee gaatjes zitten. Kosten: slechts twintig euro. Het is natuurlijk niet zo´n mooi gezicht, maar vooruit. Alles door de nonchalance van Abos Zeilmakerij in Oud-Beijerland (tegenwoordig heten ze KPE Zeilmakerij) Wij kunnen dat bedrijf niet aanbevelen!
We zitten genoeglijk in het zonnetje in de kuip en vermaken ons met de aanblik van een tiental meeuwen, die krijsend een grote reiger de haven uitjagen. De reiger krast verontwaardigd en maakt allerlei kapriolen. Zeker een kwartier zitten ze achter hem aan. Vanavond komen Gert & Anjès van de Breeze bij ons eten, waarvoor Ans haar beroemde Oekraïnse stoofpot aan het bereiden is. Het recept knipte ik jaren gelden uit NRC/Handelsblad, we hebben er op eigen gezag paddestoelen aan toegevoegd. Belangstellenden kunnen het hieronder downloaden. Terug naar boven
Lagos (82)
Vrijdag 11-01-2008
De avond met Gert & Anjès was een topavond. Het soort avond die je graag nog eens zou willen beleven. Veel gelachen, muziek gedraaid, verhalen verteld en discussies gevoerd. Ze houden ondermeer van chanson en van Bob Dylan (zie foto) Ans´ Oekraïnse stoofpot oogste de hoogste roem (foto hier). Tot slot namen Anjès en ik een glas Genièvre pur malt uit de Distillerie de Wambrechies, een voortreffelijke Franse jenever met een alkoholpercentage van 49%, waar ik nog een fles van bij me heb. Ans en Gert lieten deze beker wijselijk aan zich voorbijgaan. Zo werd het ongemerkt half twee.
Vandaag staan we laat op. Eerst is er nog zon, later valt er overdadig regen. Het waait stevig uit het westen. Geen weer om erop uit te gaan en ook niet voor klussen. We recupereren op ons gemak in de warme kajuit. Ik verdiep me opnieuw in externe WiFi-antennes. Ik heb dat al een keer in september vorig jaar in La Coruña gedaan, zonder resultaat. We vangen hier in Lagos met de interne intenne van de laptop moeiteloos het draadloos netwerk van het hotel, dat vlakbij ligt. Maar straks, als we verder varen, kunnen we er niet op rekenen dat het overal zo gemakkelijk gaat. Het is dan plezierig om sterkere antenne te hebben, die meer netwerken "vangt" Gert heeft er gisteren één op de Breeze geinstalleerd. Bij de installatie de software voor zo´n externe antenne is er kans op een conflict met je interne antenne. Het is niet voldoende om die uit te zetten, vertelde Gert, je moet ook de software ervan uitzetten. Ik maak voor volgende week een afspraak met de Wlan-shop in Hilversum, waar ze die spullen verkopen en er veel verstand van hebben. Later vanmiddag mailt sitelezer Peter Lehr (die ik in de zomer van 2006 in het Noordspaanse Camariñas leerde kennen) dat ik ook eens moet kijken op www.wifishop.nl van een bedrijf dat ik De Meern zit. Op die site vind ik een Senao Long Range Hotspot Client bundel voor € 271,81, die het ook zou moeten doen. Per e-mail stel ik ze de vraag hoe een eventueel "conflict" met de interne antenne op te lossen.
Met een enkel zonnig interval ertussen vallen er de hele middag buien. Het Portugese TV-Journaal meldt ´s avonds dat er hier vandaag weer een kleine aardbeving is geweest. Om 12.21 uur, het epicentrum lag 85 kilometer WestZuidWest van Kaap São Vicente, de kracht bedroeg 4,7 op de Schaal van Richter. Er is geen schade gemeld. We hebben niets gevoeld. Terug naar boven
Lagos (83)
Zaterdag 12-01-2008
Twee dagen voor ons vertrek naar Holland. Het is uitbundig zonnig. We kuieren naar de stad en drinken koffie op een zonnig terrasje in het centrum. Koesteren ons daarna aan boord in de zon (zie foto) met de regionale kranten. Er is altijd een artikel over Madeleine McCann, het kleine meisje dat in mei vorig jaar hier vlakbij, in Praia da Luz, verdween uit het appartement waar ze met haar ouders op vakantie was. Echt nieuws is er echter nooit, ze is nog steeds spoorloos. Toch willen de kranten erover schrijven en dus brengen ze secundair nieuws, in dit geval dat de McCanns de filmrechten over de verdwijning zouden hebben verkocht voor 3 miljoen euro, bedoeld om verdere opsporingsactiviteiten te betalen. De McCanns ontkennen dit categorisch. Verder klaagt de bond van horeca-ondernemers dat door het rookverbod de omzet in café´s en bars in de eerste week van januari met 30 - 70% is gedaald. Volgens mij is die omzet kort na de feestdagen altijd zo laag. In elk geval vinden wij dat het vertoeven in horeca-ondernemingen een stuk aangenamer is geworden!
De middag lees ik verder in Mark Lynas´ nieuwe boek over klimaatverandering "Six Degrees" (London, 2007) Lynas laat zien wat de gevolgen zijn van iedere graad van opwarming in deze eeuw, dus van 1° t/m 6°. Alles gebaseerd op peer reviewed wetenschappelijk onderzoek. Het laatste (4e) Assesment Report van het IPCC was nog niet uit toen Lynas zijn boek schreef. Dat verwacht voor het jaar 2100, ten opzichte van 1990, een globale temperatuurstijging tussen 1,1° - 6,4° Celsius. Dus eigenlijk dezelfde range. Ter vergelijking: het KNMI´06-scenario verwacht een range van 2° - 4° temperatuurstijging tot 2100.
Ik moet zeggen dat ik het boek indrukwekkend én alarmerend vind. Ik heb het nog niet helemaal uit, maar ik vind wel steeds meer grond voor mijn twijfels en ongerustheid over global warming. Het klimaat wordt nog slecht begrepen, de modellen schieten nog altijd te kort hoewel ze wél steeds beter worden. De risico´s van gevaarlijke, acute klimaatveranderingen worden geleidelijk duidelijker. Ik vrees dat klimaatsceptici de zaak toch onderschatten. Natuurlijk probeer ik zoveel mogelijk op Internet feiten te zoeken en kritische commentaren op Lynas´nieuwe boek. Die ik vond bleken tot dusver verrassend positief (Een goede site is bijvoorbeeld Realclimate.org) "Alarmerend maar niet alarmistisch", was zo´n commentaar. Via Realclimate.org vond ik ook een zeer boeiend, recent rapport van twee vooraanstaande Amerikaanse denktanks, getiteld "The Age of Consequences. The Foreign Policy and National Security of Global Climate Change" (november 2007), Centre for Strategic & International Studies en het Centre for American Security. Dit rapport komt op grote lijnen overeen met het boek van Mark Lynas. Het laat zien hoe men zich ook in Amerikaanse overheidskringen toenemend ongerust maakt over de ingrijpende sociale, economische, demografische en politieke gevolgen van klimaatverandering, zelfs al zou die beperkt blijven tot 1 à 2 graden Celsius (Quod non, vrees ik) Er staan verbijsterende feiten in. Wist je bijvoorbeeld dat de regering van India al bezig is een muur te bouwen langs de grens van Bangladesh, om toekomstige klimaatvluchtelingen te weren? Ik niet. Ik beveel het rapport zeer aan. Als ik Lynas uit heb en dit rapport nog een keer grondig heb gelezen wil ik er een Beschouwing over schrijven. Dat wil zeggen, als we terug zijn uit Holland, tot die tijd is het te druk. Het voelt overigens wat displaced om dergelijke alarmerende lectuur lekker in het zonnetje te zitten lezen. En vanavond gaan we ook gewoon naar een concert van het Orquestra do Algarve in de Igreja da Santa Maria, alsof er niets aan de hand is. Terug naar boven
Lagos (84)
Zondag 13-01-2008
Het is een fraai concert in de Igreja de Santa Maria, gisteravond. Het Orquestra do Algarve heeft een behoorlijk niveau en hun geluid past goed in de akoestiek van deze mooie kerk. Het hoogtepunt was de Praagse Symfonie, nr. 38, KV 504 van Mozart. Geschreven in D-groot, zijn favoriete toonsoort, met de langzame inleiding en de sombere paukenslagen. Het Andante wordt ronduit ontroerend mooi, dansant gespeeld. Drie keer komt het broze thema in de blazers op een eigenlijk volmaakte manier terug, vooral bij de fluit. Verder valt op dat de gastdirigent (Josep Caballé-Domenech) en de 1e celliste iets met elkaar lijken te hebben, zo hemels zijn de blikken die ze elkander soms toewerpen. Of zou ze zo hemels spelen? Aan het eind krijgt hij een grote bos witte lelies. De meeste geeft hij aan haar. Haar reactie lijkt erop te duiden dat hij daarmee te ver ging, ze legt ze met afgewend hoofd op de grond (zie foto) Na afloop blijkt buiten een gure wind te staan. We drinken in de haven nog een glas met Anneke & Ben en Gert & Anjès in de South Bar, waar - heel ongebruikelijk - verder niemand is, zelfs geen enkele Engelsman.
Vandaag is het guur met wind en regen. Zo is het niet erg om morgen naar Holland te gaan (dat was het natuurlijk toch al niet) Ik maak het filter van douche-afvoer schoon. De koffiebijeenkomst van de Hollandse zeilers is bij J&B in de kajuit. Eén van de onderwerpen is de aankondiging die de laptop- en e-mailbezitters deze week van het havenkantoor op hun scherm ontvingen. Het gaat om een nieuwe belasting voor 2008, de Single Circulation Tax geheten, voor eigenaren van gemotoriseerde voertuigen. Dus ook voor boten. Hij bedraagt € 2,05 per kW; voor ons schip is dat € 115. Niemand is geneigd meteen te betalen. Wij willen trouwens al in februari weg uit Portugal als het weer het toelaat, we zijn dus in 2008 nauwelijks in het land. Enfin, we gaan eerst maar eens naar Holland.
Verder telt deze dag enige kleine overwinningen. Vanmorgen haal ik op de fiets vers brood in de Pingo Doce supermarkt. Daar krijg ik het kettingslot niet los, dus foeterend loop ik helemaal naar de boot, keer terug met WD40, een priempje om te peuteren en - voor het slechtste geval - een ijzerzaag. Jaap van Kiara komt erbij. Met de WD40 en wat gejutter krijgen we het slot rap open. Als we terug uit Holland zijn, zal ik er vaseline in doen. Dat droogt ander dan WD40 niet op. In de zoute zeelucht hier gaat alles snel vastzitten. Vanmiddag vul ik het formulier voor de aanvraag bij de ANWB van een nieuw ICP (International Certificate of Propriety), een document waar de havenautoriteiten hier dol op zijn. In Holland doe ik het op de bus, de oude verloopt in februari. De regen stopt overigens en ik slaag erin om mijn computer de SSB-radio/Pactormodem weer te laten aansturen. Een maand of wat terug kreeg ik dat niet voor elkaar, maar nu ging ik er eens rustig voor zitten. En zie: het is heel simpel! In het programma MeteoScan van Navacom zit een apart Configuratieschermpje. Dat bekijk ik voor het eerst grondig en op het tabblad Receiver blijkt de foute ontvanger te staan. Hoe dat kan, snap ik niet, misschien per ongeluk verzet? Hup de goede ingevoerd (ICOM other Cl-V) en het werkt prompt. Dit verhoogt het geluksgevoel. Nu ga ik - ook voor het eerst - Sailmail eens proberen. Dat is e-mail zenden en ontvangen via de SSB-radio. Nog nooit gebruikt want we hebben eigenlijk steeds nog Internet. Daarom kan ik de Sailmail-software (Airmail3) aanvankelijk niet eens op de laptop vinden. Toch weet ik zeker dat ik het twee jaar terug geinstalleerd heb. Onder Program Files vind ik het. Ik maak een snelkoppeling naar mijn Bureaublad, schakel in en word snel en stoorloos met het dichtstbijzijnde walstation (in België) verbonden. Alweer een kick! Het is nu leuk om uit te zoeken hoe je precies e-mail moet versturen, maar dat moet wachten. We gaan namelijk zo eten op de Kiara. Diana wil de laatste avond voor vertrek voor ons koken. Terug naar boven
Lagos (85)
Maandag 14-01-2008
Diana serveert gisteravond een - wat zij noemt - "Tsjetsjeense preischotel". Dat is in reactie op de Oekraïnse stoofpot van Ans. Het is een erg lekkere ovenschotel met onder andere aardappels, prei, gehakt, salami, met een saus van geraspte kaas en Boursin en een heleboel lekkere kruiden. Zie foto hier. Vooraf pompen we met de fietspomp van Jaap mijn geplakte stootwil op, en verdraaid, hij lekt niet meer. Het is half twaalf als we in de stromende regen onder onze paraplu naar Dulce lopen. Ook s´nachts valt er veel regen.
Vandaag schtijnt de zon. We pakken in. Toch doe ik nog wat klussen. Ondermeer download ik op de website van Sailmail een update voor mijn sailmail-programma (versie 3.3.081) die o.m. een Internet-knop heeft om e-mail direct van de sailmail-webserver te halen als je op een plek ligt met een Internetverbinding. Dan hoef je niet de SSB-radio te gebruiken. Ondertussen gaat de telefoon. Het is Fons van Jachtwerf Numansdorp. Of ik nog aan boord ben? Kan ik dan de kap van de Mastervolt-generator eraf halen en een plaatje losschroeven, waaronder de condensator(en) zit(ten)? Hij moet weten of het er 1 of 3 zijn. Ik heb het plaatje er snel af, eronder zitten inderdaad condensatoren, ingepakt in een lap van zwarte kunststof. Ik knip de tie-rips los en zie er godbetert 2, een grote (25 microF) en een kleine (2 microF) Ik zie er niks vreemds aan, maak een foto (zie hiernaast) en mail hem naar de werf. Een halfuur later belt Fons: op basis van de foto adviseert hij om de kleine condensator af te koppelen en alleen de grote in het circuit op te nemen. Dat voer ik uit. Dan moet ik de generator een kwartier laten draaien. Ik start hem en na een minuut valt hij stil. Verdorie! Het display meldt "Fout oliedruk" Ik bel terug en denk ondertussen dat ik misschien een verbinding heb losgetrokken toen ik de kap van de generator haalde. Dat blijkt het geval, ik herstel het snel, start de motor weer. Nu loopt hij een kwartier prima en de geleverde spanning blijft tussen 239 - 241V, terwijl alle laders en de boiler aan staan. De maximumbelasting wordt niet hoger dan 41%. Ik haal op aangeven van Lowy de kleine condensator er helemaal uit en zet alles weer in elkaar. Wat nou precies de oorzaak van het probleem is en waarom er oorspronkelijk twee condensatoren in serie in zaten, is me niet duidelijk. Morgen ben ik in Numansdorp op de werf (vanwege de grootzeilkar) en zal ik Fons eens vragen.
We pakken verder in en gaan het schip afsluiten. Gerard & Jos van de Mermaid komen even goedendag zeggen. Gerard worstelt ook al met een externe WiFi-antenne die hij niet aan de gang krijgt. Waarom zitten er nooit heldere instructies bij dit soort appatuur? Ze denken zeker dat we allemaal whizz-kids zijn. Deze week ga ik mét de laptop bij zo´n winkel langs en laat ze het helemaal installeren totdat alles werkt.
Ik ga nu de computer inpakken. Straks om half vijf brengen Ben & Anneke ons met de auto naar het vliegveld in Faro. Terug naar boven
Gorinchem (1)
Dinsdag 15-01-2008
In krap drie uur vliegen we van Faro naar Schiphol. De Boeiing 737-800 van Transavia is mudvol en er is veel turbulentie. Ans houdt niet van vliegen, maar ze heeft een gezellige buurvrouw waardoor de tijd (ook) vliegt. Onderweg zet ik de klok een uur vooruit. Tegen kwart voor één ´s nachts lopen we naar de informatiebalie van Schiphol, waar we volgens afspraak de sleutel van onze huurauto kunnen afhalen. De balie van Avis en de andere car-rentals zijn namelijk vanaf half twaalf gesloten. De dame achter de balie heeft inderdaad een enveloppe voor ons, maar er zit géén sleutel in! Wel een briefje. Daarin staat dat ze geen autorisatie op onze credit-card kregen en dus: geen autorisatie, geen auto. Ze hebben wel gebeld, maar kregen geen gehoor (ja, logisch, toen zaten we met uitgeschakelde telefoon in het vliegtuig) En het vluchtnummer dat we hadden opgegeven zou ook niet kloppen. Volgt het obligate zinnetje "Excuus voor het ongemak" We snappen er niets van! We hebben begin december telefonisch geboekt, hadden ze niet wat eerder kunnen reageren? Dan had een eventueel misverstand recht gezet kunnen worden. Het is trouwens toch eigenlijk raar dat je op een wereldluchthaven als Schiphol ´s nachts geen auto kunt huren. Enfin, gelukkig woont mijn broer Wiebe vlakbij Schiphol. We bellen hem en de goeierd komt uit bed en met zijn vrouw Marina ons afhalen. Na een korte nacht staan we ´s ochtends weer bij de Avis-balie. Nogal boos, uiteraard. Ze checken de telefonisch gemaakte reservering: er staat inderdaad een verkeerd vluchtnummer op, een verkeerde huurperiode en deels foute informatie over onze credit-card. Telefonisch reserven is kennelijk kwetsbaar. De baliemedewerker verontschuldigt zich voor de fout en geeft ons een aardige korting.
Zo rijden we dan het land in, richting Gorcum. Het weer is guur en onstuimig. Het landschap is troosteloos, de bomen zijn naakt en grijs. Alles druipt van het vocht. Op de A2 belanden we in een file. Wat een contrast met het rustige, warme en kleurrijke Portugal!
We verblijven nu voor een week bij Ans´jongste dochter Tessa en haar vriend Jeffrey. De tweede week zijn we bij de oudste dochter Barbara en haar gezin. ´s Middags breng ik Ans bij haar moeder in het verzorgingshuis. Ik doe de aanvraag bij de ANWB voor een nieuw ICP op de bus. Dan rijd ik naar Jachtwerf Numansdorp. Lowy en Fons ontvangen me hartelijk. Ze hebben een nieuwe grootzeilkar en dubbelschootblok voor me, met een degelijke harpsluiting ertussen. Zo zit het veel flexibeler. De kar is op een railtje bevestigd en de witte kogellagertjes zitten erin. Ik hoef straks alleen maar dat railtje tegen mijn eigen rail te drukken en de kar er voorzichtig op te rijden en Klaar is Kees. Geen moeizaam gedoe met vaseline om de lagertjes te fixeren als je de kar op de rail schuift. We nemen wat andere items door. Het belangrijkste punt is de spanningsregelaar van de dynamo van onze Yanmar- dieselmotor. Die lijkt niet goed te werken. Toen ik laatst de motor liet lopen, liep de spanning op het 12V-net op tot even boven 15 Volt. Te hoog. Daar moet ik in Portugal een monteur naar laten kijken. Ook het teakdek-probleem moet in de komende tijd aandacht krijgen. Voor het overige heeft het schip zich prima gehouden. Terug naar boven
Gorinchem (2)
Woensdag 16-01-2008
Gisteravond, op de verjaardag van Barbara´s man Michel, zien we al bijna iedereen. De drie kleinkinderen zijn verguld met de cadeautjes (hier 2 foto´s) Michel en de andere grote kinderen trouwens ook.
Vanochtend doen we boodschappen bij Albert Heijn in het nabijgelegen Piazza Center (zie foto) Ans kan niet door Gorcum lopen zonder bekenden tegen te komen. Ze woonde er vrijwel haar hele leven. Ik regel bank- en belastingzaken en we maken nog meer afspraken om familie en vrienden in de komende dagen te treffen. We hebben bijna geen avond meer vrij. Dan breng ik Ans naar haar moeder en ga lopend (lichaamsbeweging!) naar de stad om op zoek te gaan naar een degelijk voetbalpompje voor onze stootwillen. Het is droog en af en toe schijnt de zon, het oude stadscentrum is vanouds mooi en gezellig druk. Ook ik loop bekenden tegen het lijf. Bij de Lingehaven is een watersportwinkel. Hebben jullie een pompje voor stootwillen?, vraag ik. Je kunt beter perslucht bij een benzinepomp gebruiken, zegt het meisje achter de toonbank. Ja, maar ik wil zo´n hand- of voetpompje, zeg ik. Die fenderpompjes zijn waardeloos, zegt ze. Ik vraag of ik er één mag zien. We hebben ze niet meer, zegt het meisje. Sterke verkoopster. In een sportzaak op de Langendijk vind ik tenslotte een degelijk ogend voetbalpompje met verloopstukjes. In Boekhandel De Mandarijn ligt de nieuwe biografie van Koen Hilberink over Hans Lodeizen (uitgekomen in november jl., al de 2e druk in één maand!), een dichter die ik in het begin van de jaren zestig als ontvankelijk scholier erg bewonderde. Ik had Ans half en half beloofd dat ik geen boeken mee terug zou nemen, we hebben er al zoveel aan boord. Na enige aarzeling en een licht schuldgevoel koop ik het boek toch. Ik moet ook niet in boekhandels komen!
Vanavond gaat Ans uit eten met haar beide vriendinnen Jannie en Rita, die ze al haar hele leven kent. Ik blijf "thuis" bij Tessa & Jeffrey die een verrukkelijke tonijnschotel op tafel zetten. Terug naar boven
Gorinchem (3)
Donderdag 17-01-2008
Een grijze dag. Het is een graad of acht. De eerste twee weken van januari 2008 waren bovengemiddeld warm. Ans heeft afgesproken met drie vroegere schoolgenoten in Café/restaurant De Hoofdwacht op de Grote Markt. Ik ga ook de stad in en koop in de Westwagenstraat eindelijk een keer een externe harde schijf van 500 GB. Eindelijk, want tot op heden maakte ik nooit back-ups en dat is hachelijk. Als je PC crasht loop je het risico dat je alles kwijt bent. Vanmorgen leek dat even het geval. Ik had de PC opgeschoond met het programma Window Washer en daarna kreeg ik aanvankelijk - hoewel ik wél verbonden was met een draadloos netwerk - geen websites meer op mijn scherm. Na een uur wanhoop en twijfel was het opeens in orde, vraag me niet waarom, waardoor of hoe.
Ik slenter door de binnenstad naar één van mijn meest dierbare plekjes in dit oude Gorcum, het stuk land tussen de Merwede en de stadswal dat Buiten de Waterpoort heet. In de jaren negentig had ik als toenmalig directievoorzitter van de Rivas Zorggroep hier vlakbij, op het Nonnenveld, mijn kantoor op de zesde verdieping van de vroegere personeelsflat naast het Rivasverpleeghuis ´t Nieuwe Gasthuis. Een plek met een adembenemend mooi uitzicht ver over de rivier, tot aan Woudrichem en Slot Loevestijn. Tussen de middag kuierde ik vaak over het sluisje van de Lingehaven naar Buiten de Waterpoort. Op de punt, dicht bij de snelstromende rivier, staat een baken met ernaast twee grote, platte stenen. Er staat een mooi gedicht in gebeiteld van de dichteres Ida Gerhardt, die ooit in Gorcum is geboren:
Tekst op een rivierbaken
God weet, ik heb mijn verzen uitgestort
voor wie ik nimmer zag noch ooit zal zien.
Opdracht vol raadselen. Het uur is kort.
Misschien is het een erfgenaam: nadien,
wanneer ik zelf tot stof zal zijn verdord,
een kind dat in dit land geboren wordt.
Ida G.M. Gerhardt (Gorcum, 1905, overleden 1997)
De lucht hangt zwaar en grijs boven de rivier, met toch een lichte schittering achter de wolken. De Gorcumse watertaxi vaart juist voorbij. Ik maak een foto (zie boven) van deze plek, waar ik toen vaak stond te dromen van vertrekken en de wereld in te zeilen. Hiervoorlangs de rivier af te varen naar de zee! Het is er eindelijk van gekomen.
Straks rijden we naar Amsterdam, waar we vanavond met Henk & Yvonne Bezemer gaan eten. Terug naar boven
Gorinchem (4)
Vrijdag 18-01-2008
Ondanks de avondspits rijden we binnen anderhalf uur in de stromende regen naar Amsterdam-Noord. Henk & Yvonne ontvangen ons hartelijk en tonen vol trots hun splinternieuwe woonboot. Woonboot, wat zeg ik? Bootvilla kun je beter zeggen over deze riante behuizing in het water van een zijkanaal van het IJ, met drie verdiepingen en verschillende terrassen. We borrelen gezellig en Henk vertelt over de recente wisseling in de hoofdredactie van Zeilen, waardoor er even wat minder sturing en afstemming was. Dat was de reden dat ik per abuis nog geen bericht had gekregen over de uitroeping van onze site tot Website van de Maand (waar Henk overigens niet bij betrokken was) en de bijbehorende prijs. En evenmin over het artikel De Randen Van Biscaje, dat ik deze herfst opstuurde. Het wordt waarschijnlijk geplaatst in het April-nummer, of ik vast de foto´s wil mailen en het tweede deel wil schrijven? Daarna rijden we naar het kleine maar o zo voortreffelijke Indisch restaurantje Puspita op het Purmerplein in Amsterdam-Noord (zie foto hierboven) voor een verrukkelijke rijsttafel.
In het AD lees ik vanochtend dat tegen alle verwachtingen in het aantal sterfgevallen in Nederland in 2007 sterk is gedaald, volgens de cijfers van het CBS. Dat had voorspeld dat er vanwege de vergrijzing juist méér mensen zouden overlijden. Demograaf Jan Latten noemt de opwarming van de aarde als oorzaak. Door de zachtere winters sterven er minder mensen van de kou. Want warmte is een veel minder grote killer dan kou. Daarmee krijgt klimaatscepticus Bjorn Lomborg gelijk. Hij voorspelde dit effect al in 2001. De krant meldt ook dat de zeespiegel zorgwekkend snel stijgt bij Sjanghai en andere Chinese kuststeden; op sommige plaatsen in dertig jaar liefst 11,5 tot 20 centimeter. Volgens mij - ik zal het binnenkort nog verifiëren - is de jaarlijkse globale gemiddelde zeespiegelstijging ongeveer 3 mm. Dus in dertig jaar circa 9 cm. Maar in die Chinese kuststeden klinkt ook de bodem nog in, door het oppompen van grondwater om er drinkwater van te maken.
Vanmorgen heb ik een afspraak voor een interview met een journalist van VOZMagazine, een blad voor "ondernemers in de zorg" Ze beginnen een nieuwe rubriek onder de titel "Dokter Anders" over de andere kant van medici, hun passies en bevlogenheden. Tja, de dokter is ook een mens. We zitten in het koffiehuis op Buiten de Waterpoort, bij de aanlegplaats voor de watertaxi´s, en hebben er een leuk gesprek.
Ans gaat ´s middags met haar dochters Barbara en Tessa winkelen in Dordrecht. Ik rijd naar de Wlan-shop in Hilversum en schaf een externe WiFi-antenne aan. Voor geinteresseerden:
1. Canopii 2,4 Ghz Panel Antenna 18 dBi (Canopii - CA241812), speciaal gebruik op zout water
2. Senao High Power (100mW) 11 g USB adapter + ext ant (Senao - SUB362EXT)
3. WiFi Cable kit 6 meter HDF400
Om teleurstellingen straks in Lagos te voorkomen, vraag ik ze om de software ter plekke meteen te installeren. Dat levert helemaal geen probleem op, zodat ik er zeker van ben dat het werkt. Het resultaat is overigens erg goed: de externe antenne pakt beduidend meer netwerken én hij pakt ze beter - d.w.z. netwerken die je ook met de interne antenne kunt ontvangen, geven met de externe antenne een sterker signaal. Dat moet ik hebben! In de miezerige middag rijd ik, nét voor de files, terug naar Gorcum. Daar ga ik het natuurlijk meteen uitproberen, alléén met de kleine Senao adapter ad 2 in het lijstje boven, dus niet met de grote Canopii buitenantenne ad 1. Het resultaat is overtuigend: met de interne antenne krijg ik 5 netwerken en met de (kleine) externe antenne 8. En geen conflict tussen beide. De interne antenne hoef ik alleen maar uit te zetten met het schuifknopje op de voorkant van mijn VAIO-laptop. Zeer bevredigend! Jeffrey gaat vanavond soto voor ons bereiden. Terug naar boven
Gorinchem (5)
Zaterdag 19-01-2008
Zeer smakelijke soto, gisteravond, bereid door Jeff. Daarna doen we een soort Playstation Quiz-spel. Gisteren beloofde ik te zoeken naar betrouwbare cijfers over de stijging van de zeespiegel. Op Internet vind ik laat vannacht een actuele weergave van de globaal gemiddelde stijging (zie plaatje hiernaast) Het bevat waarnemingen die gedaan zijn met behulp van satellieten vanaf 1992 tot nu. Die zijn zeer precies en betrouwbaar, in tegenstelling tot bijvoorbeeld waarnemingen in kustgebieden. Die kunnen immers zélf ook bewegen, omhoog of omlaag, en het beeld vertekenen. Je ziet inderdaad dat de zeespiegel gemiddeld 3,4 mm ( 0,4 mm) per jaar stijgt, vanaf 1992. De grafiek staat op de website van de Universiteit van Colorado en wordt steeds actueel bijgehouden. In de Chinese havensteden, waar het AD gisteren over berichtte, gaat het dus twee keer zo hard door inklinking van de aardbodem.
De gemeten jaarlijkse stijging lijkt tamelijk constant en niet erg verontrustend: in honderd jaar 0,34 meter, daaraan kunnen we ons wel aanpassen. Maar de metingen beslaan een periode van slechts 15 jaar. Dat is veel te kort om er conclusies aan te verbinden. Men veronderstelt dat de oceanen vertraagd reageren op de opwarming van de aarde. Toekomstige stijgingen kunnen sneller of langzamer zijn. Cruciaal is het gedrag van de continentale ijskappen van Groenland en Antarctica. Als die versneld smelten - en daar zijn recente aanwijzingen voor - dan stijgt de zeespiegel veel sneller. Aan het eind van de laatste IJstijd bedroeg de stijging 1 tot 2 meter per eeuw. Daarom gaat het eerder genoemde rapport "Age of Consequences" (november 2007) in het derde, als rampzalig betitelde, scenario uit van een stijging van 2 meter in 2100. Je kunt het rapport - waarover ik op 12-01-2008 schreef - downloaden met behulp van de knop onderaan.
Het is vandaag stormachtig met voortdurende regen. Jaap & Diana melden via het Gastenboek uit Lagos zon en temperaturen van 24°. Onze Dulce ligt er rustig bij. We slapen ruim uit tot bijna elf uur. Ans en Tessa gaan daarna naar Oma Steers en ik ga aan de gang met het maken van back-ups van onze foto-bestanden en de belangrijkste programma´s op de externe harde schijf, die ik gisteren kocht. Daar ben ik wel even mee bezig! Ondertussen komt er een e-mail van Marina de Lagos langs, waarin uitgelegd wordt dat de nieuwe belasting - de Single Circulation Tax - vanaf 1 januari 2008 inderdaad ook voor buitenlandse boten geldt, maar alleen na 183 dagen. Ben je dus na 12 juli a.s. nog in Portugal, dan moet je die belasting betalen (in ons geval € 115) Maar dan zijn we allang weg. Vanavond gaan we in het onzalige Papendrecht bij zwager Cees en schoonzus Mieke op bezoek en uit eten in Restaurant Bellevue aan de Merwede in Sliedrecht. Terug naar boven
Gorinchem (6)
Zondag 20-01-2008
Bij zwager Cees en schoonzus Mieke (in het onzalige Papendrecht) ligt een stapel post. Het meeste kan meteen weg, maar het nieuwe ICP voor onze boot is er ook al. Daar is de ANWB snel mee geweest! Er is ook een exemplaar van het boek "Kamper Kogge, van OZ36 naar OLV04" (2007) van de Stichting Kamper Kogge. Die zond het boek aan ons toe. Het boek vertelt over de bouw en de uiteindelijk tragisch verlopende Ommelandvaart naar de Oostzee in 2004 van een gereconstrueerd koggeschip uit de Middeleeuwen. Tijdens die reis overleden twee bemanningsleden aan een hartstilstand. Onze Dulce komt in het boek voor, op pagina 79. Eind juli 2004 bracht ik met zeilvriend Erik de Haan ons schip naar Kiel. In de Duitse Bocht kregen we bij windstil weer een touw in de schroef. Stuurloos dobberend werden we in de nacht van 1 augustus 2004 per marifoon opgeroepen door de Kogge, die met een beperkt VHF-bereik kampte. Konden we contact leggen met hun begeleidingsschip Carlot om erachter te komen hoe het afliep met het ongelukkige bemanningslid? Helaas moesten we, na contact met de Carlot, melden dat ook het tweede bemanningslid was overleden. Onze kant van die treurige ontmoeting vind je hier.
Met Cees en Mieke dineren we gisteravond in Restaurant Bellevue in Sliedrecht. Zie foto hier. Het restaurant ligt aan de oever van de Beneden Merwede. We zitten aan het venster, regen druipt langs de ramen en soms schuiven de betraande lichten van grote rivierschepen voorbij. Het is lang geleden dat ik hier was, in dit traditionele, knusse restaurant. Ik schat zeker 18 jaar geleden, in de tijd dat ik directeur was van het Beatrixziekenhuis in Gorcum. Lang vóór alle transmurale fusieprocessen in de jaren negentig. Toen aten collega Wouter Beekman en ik hier met Leen Vleggeert (toen burgemeester van Gorcum) en piekerden over een mogelijke fusie met één van de toenmalige ziekenhuizen in Dordrecht. Het is er niet van gekomen. Ik kan vele verhalen vertellen over die tijd. Het viel niet mee om als klein ziekenhuis te overleven, totdat we de koers ontdekten - tastenderwijs en intuïtief - naar de ontwikkeling van het latere transmurale keten-concept van de Rivas Zorggroep. Hebben we daar goed aan gedaan? Dat geloof ik wel. Het concept leek een tijdlang toonaangevend in Nederland. Men sprak toen - eind jaren negentig - van "het Gorcumse model". Het werd op een aantal plaatsen gevolgd, bijvoorbeeld in Boxmeer en in Leeuwarden, maar niet op grote schaal. Het strookte allengs niet meer met de nieuwe mode van marktwerking en privatisering, dacht men, er zou teveel regulering en planning zijn en te weinig concurrentie. Ik herinner me dat bijvoorbeeld Rob Scheerder van het toenmalige COZ of COTG (of hoe dat Orgaan toch ook al weer heette?) in discussies altijd sprak van "het Oost-Europese model". Ik mocht Rob graag maar ik deel die kritiek nog steeds niet.
Vanochtend lees ik de oude nummers van Zeilen bij, die bij zwager Cees lagen, en mail een achttal foto´s naar de redactie om af te drukken bij het artikel (deel 1) over de randen van Biscaje. Straks, aan het eind van de middag, treffen we de meeste van onze kinderen en kleinkinderen bij Restaurant Timeless in de binnenstad van Gorcum, waar we een grote tafel hebben gereserveerd voor een uitgebreid familiediner. Terug naar boven
Gorinchem (7)
Maandag 21-01-2008
Het is een gezellig familiediner, gisteravond in Restaurant Timeless in de Molenstraat. Fijn om mijn zonen Rommert (en zijn vriendin Esther) en Bas terug te zien. Het gaat goed met ze, en niet alleen met hun opleidingen, dat kun je merken. Ze zijn ontspannen en vrolijk. Het diner was prima verzorgd. Alleen was kleinkind Nikita koortsig, dus Barbara en Michel gingen wat eerder naar huis. Hier staan 3 foto´s ervan.
Vanmorgen zet ik een misverstand bij de ANWB recht. Tenminste, dat hoop ik. In juni vorig jaar hadden we bij de vestiging in Utrecht onze lidmaatschappen van de Wegenwacht opgezegd; we hebben immers geen auto´s meer. Alleen mijn kale lidmaatschap hielden we aan in verband met wat verzekeringen. Het meisje achter de balie kon het meteen én tussentijds on-line regelen, bij wijze van uitzondering omdat we het land zouden verlaten. In november werd echter tot de totale contributie, dus inclusief Wegenwacht, van onze bankrekening afgeschreven. Ik stuurde ze uit Lagos een e-mail en bij zwager Cees kwamen vervolgens twee brieven (gedateerd 05-01-2008) dat - als we onze lidmaatschapskaarten vóór 01-01-2008 op zouden sturen - het gehele lidmaatschap voor ons beiden beëindigd zou worden. Dus niet alleen de Wegenwacht. Een week later arriveerden er twee nieuwe lidmaatschapskaarten. Enfin, de dame aan de telefoon zei dat ze alles snapte, dat ik mijn kale lidmaatschap zou houden en dat de contributie gedeeltelijk teruggestort zou worden. Wij wachten af.
Vandaag gaan we naar Artis in Amsterdam. Daar is de televisiestudio waar het VARA-programma "De Wereld draait door" life wordt uitgezonden. Mijn dochter Floor is er vanaf 1 januari jl. weer redacteur en ze heeft ons uitgenodigd de uitzending bij te wonen. Allemaal kijken!
Terug naar boven
Gorinchem (8)
Dinsdag 22-01-2008
Voor we gister rond half vijf naar Amsterdam vertrekken worden we gebeld door Mendel Stecher van Zeilen over de uitverkiezing van onze website tot Website van de Maand. De eraan verbonden prijs, een camara-telefoon, zal hij meteen opsturen, zodat we die nog kunnen meenemen naar Portugal.
In de VARA-studio in Artis zien we Floor terug. Voorafgaand aan de uitzending van "De wereld draait door" drinken we wat in een stijlbewust café aan de overkant (zie foto hier) Tijdens de uitzending van DWDD zitten we op de voorste rij, maar op ons verzoek toch maar niet op een plaats waar we constant in beeld zijn (zie foto hierbij) Dan hoef je je niet de hele tijd af te vragen of je haar wel goed zit. Na afloop praten we met Floor verder aan de bar. Ze heeft het razend druk maar het gaat prima met haar. Vandaag horen we dat zij en haar Engelse vriend Luke nu ook een huurwoning vlakbij de studio hebben gevonden.
Vandaag schijnt na alle regen eindelijk de zon. Overal in de tuintjes staan sneeuwklokjes. Ik zie de eerste crocussen en de narcisbollen sturen hun groene uitlopers al een eind boven de grond. Het KNMI meldt dat het waarschijnlijk niets meer wordt met de winter. Hun prognosemodel toont dat de zachte en natte winter tot medio februari aanhoudt. Dat past in het klimatologisch patroon van de laatste dertig jaar, waarbij de opwarming vooral in de maanden januari en februari plaatsvindt.
In het AD van gisteren staat een merkwaardig bericht onder de kop "Zeepeil bij costa´s stijgt extreem" Het viel me op omdat we daar straks langs varen. Het peil van de Middellandse Zee zou bij de Spaanse costa´s in vijftig jaar tijd met 8 cm zijn gestegen. Als die tendens zich voortzet, meldt de krant, dan kan het tot 2050 nog eens 25 tot 30 cm stijgen. Wat een raar bericht! De gemiddelde zeespiegelstijging in de wereld momenteel (in de periode 1993 - 2005) bedraagt 0,34 cm per jaar. Eerder was dat (periode 1961 - 2003) 0,18 cm per jaar. (Bron: KNMI) Volgens Bartjens berekend zou dat voor de Middellandse Zee in vijftig jaar een stijging van ± 10 cm inhouden. Als het echter niet meer dan 8 cm is, dan is dat allesbehalve extreem! Vreemd. Het bericht is afkomstig van het IEO, het Spaanse Instituut voor Oceanografie, zegt het AD, maar op de site van dit Instituut kon ik het bericht gisteren niet vinden en ook niet elders op Internet. Vandaag echter wel! Het heet "El cambio climático en el Mediterráneo Español", een PDF-file waarvan ik helaas maar 7 pagina´s binnenkrijg. Maar wél met heel andere cijfers. Tot medio jaren ´90 steeg het niveau van de Med niet, maar vanaf die tijd juist erg snel: 0,25 tot 1,0 cm per jaar! Ik kom er nog op terug, tenminste, als ik het hele rapport op het scherm kan krijgen.
Ook vanavond gaan we oude vrienden weerzien, Paul & Tine Andela, in Nieuwegein. Terug naar boven
Gorinchem (9)
Woensdag 23-01-2008
Voortreffelijke avond bij Paul & Tine Andela gisteravond, met een voortreffelijke maaltijd. Tafelspitz, ooit van gehoord? Het is een gerecht uit de Weense keuken, met mals rundvlees dat langdurig wordt gekookt in een soep en gegeten wordt met aardappelen en appelmoes, gemengd met mierikwortelsaus. Heel bijzonder! We praten lang na, tot in de kleine uurtjes. Voor een foto klik hier.
Ik zoek verder naar het volledige rapport van het Spaanse Instituut voor Oceanologie; het PDF-file op hun website blijkt als samenvatting te zijn bedoeld, maar het zijn de eerste 7 bladzijden. Het volledige rapport staat helaas niet op Internet, het is als boek uitgegeven (zie foto) Opvallend hoeveel media, kranten en Internetsites, kritiekloos en zonder commentaar het bericht overnemen, inclusief de suggestie dat 8 centimeter stijging van het niveau van de Middellandse Zee in vijftig jaar heel veel is. Quod non. Wat wel veel is, de plotselinge stijging vanaf 1995 - en dat lees je nergens in de berichtgeving. Een voorbeeld van hoezeer nieuws verdraaid tot ons komt.
Ans en Tessa zijn de stad in. Ze gaan twee stukjes wollige vloerbedekking zoeken. Die willen we om de spruit van ons achetrstag wikkelen om de (gerepareerde) bimini voortaan mee te beschermen als hij in opgevouwen toestand ertegenaan leunt. Vandaag veranderen we van logeeradres. Van Tessa´s huis verkassen we naar dat van Barbara. Daarna gaan we naar onze vroegere woonplaats Deil, om in Gasterij de Os en het Paard te gaan eten met Ad en Inge Hogerdijk en Inge´s vriendin. Ad en Inge ken ik al vanaf 1979, toen ik naast hen op de Deilsedijk kwam wonen. Een goede buur is beter dan een verre vriend, zeker als die buur ook nog een wijnhandel heeft! Het Deilse Wijnhuis. Ik heb ruim 25 jaar in Deil gewoond, eerst aan de dijk en later in de Bulckesteynstraat. In 1994 was "Gasterij De Os en het Paard" de lokatie waar we de zogenaamde Deilgroep oprichtten met de huisartsen en de zorginstellingen uit de regio Gorinchem/Leerdam, de groep die de stoot gaf tot de transmurale ketenfusies van enige jaren later en dat uiteindelijk in 1999 tot de formatie van de Rivas Zorggroep leidde. Eigenlijk vormt die tijd het hoogtepunt van mijn loopbaan. Een groot deel van die ontwikkelingen werd door Lucy Boonekamp en Robbert Huijsman boeiend beschreven (vind ik) en geanalyseerd in hun boek "Bouwen aan een transmuraal zorgconcern" (1998, Elsevier/De Tijdstroom) Terug naar boven
Gorinchem (10)
Gisteravond rijden we naar Deil. We maken een kleine omweg langs ons vroegere huis in de Bulckesteynstraat. De huidige eigenaars hebben het nogal rigoreus verbouwd. Het is het meest luxueuze huis waar we ooit in woonden, met zijn enorme tuin met tal van vruchtbomen, bijna een park, een binnenzwembad, vier open haarden, een grote bibliotheek, een serre, veel kamers en zéér, zéér bewerkelijk. In september 2005 verhuisden we naar ons tijdelijk flatje in Andel. Het huis in Deil hebben we nooit gemist. Opvallend, eigenlijk. Het was het soort huis waarvan je denkt: dit is het huis van onze dromen, mooier en gerieflijker zullen we nooit meer vinden. Klaarblijkelijk werkt dat toch anders.
Het is ouderwets gezellig in Deil met Ad en Inge Hogerdijk en Jacqueline, Inge´s vriendin. Veel herinneringen worden opgehaald. We zitten in de serre van Gasterij De Os en het Paard (zie foto hier), een plek waar ik ontelbare aangename uren heb gekend. De maaltijd is voortreffelijk en het is al erg laat als we vertrekken.
Vandaag doen we kalm aan. Het is trouwens hondenweer. In de stad kopen we een nieuwe tas voor de laptop en een molton overtrek voor een strijkplank. Niet voor een strijkplank maar om er stukken uit te knippen om op de spruit van ons achterstag te bevestigen, ter bescherming van de bimini als hij er opgevouwen tegenaan zit. Ans heeft daarna een afspraak met een vroegere collega van de Opname, Corina - die er inmiddels ook weg is - in Café/restaurant De Hoofdwacht (zie hier voor een foto) Ik koop ondertussen twee fleurige overhemden bij V&D en rijd terug naar ons logeeradres. Het regent niet meer en langzaam trekt vanuit het westen de hemel open en er ontstaat zo´n onwaarschijnlijk mooie zonsondergang, dat het lijkt alsof er in het westen een enorme brand woedt. Ik moest wel stoppen om er een foto van te maken (zie boven) Terug naar boven
Gorinchem (10)
Vrijdag 25-01-2008
Een schrale dag. De bleke zon en de frisse zuidwestenwind maken het niet warmer. Het zijn onze laatste dagen in Gorcum. Ik maak een lange wandeling naar de binnenstad. Tussen het riet onder de rand van de sloot langs het spoor naar Leerdam en, verderop, Geldermalsen zie ik vangkisten, waarschijnlijk voor bisamratten. Ik kom langs een school, scholieren zitten achter de ramen, sommige klassen zijn rustig aan het werk, uit andere komt rumoer en zelfs gejoel. Ik denk aan mijn eigen lagere schooltijd en de lange uren voordat de schoolbel ons bevrijdde. Afgunstig keek ik naar mensen die buiten voorbij liepen, die niet naar school hoefden. Nu loop ik zelf voorbij. Het gevoel dat er een cirkel rond is. Dat gevoel wordt nog sterker als ik voorbij de brug over het Merwedekanaal, bij de bushalte op de Concordiaweg langs een groep schoolmeisjes loop. Ze zijn 13 of 14 jaar, denk ik. Ze giechelen. Eéntje roept: "Meneer, uw voeten lopen!" Nog meer gegiechel. Ik haal mijn schouders op en loop door. Heb ik zoiets vroeger ook geroepen? Vast wel. Er lijkt niets nieuws onder de zon.
Over de Lingebrug en de Spijksedijk loop ik de binnenstad in. Op de Korenbrug maak ik een foto van de oude trekschuiten, die afgemeerd liggen bij de Ondervloed, onder het Molenbolwerk met de molen Nooit Volmaakt erop (zie boven) Eén van de vele bevallige plekjes in dit oude stadje. Ooit is het 1000 jaar geleden ontstaan op deze plek. Waar de Maas, de Waal en de Linge samenvloeien, groeide een kleine nederzetting rond de versterkte hoeve van ene Gorik, lees ik op een informatiebord. Verderop aan de Havendijk staat een smal huis te koop. Ik loop verder, over de gedempte Kalkhaven richting Dalempoort. Op de Altenawal kijk ik uit over buitendijks land en waterlopen naar de Merwede, met Woudrichem en de spitsen van kasteel Loevestijn in de verte aan de overkant. Hier ligt ook het gebouw van het voormalige verpleeghuis´t Nieuwe Gasthuis, op de mooiste plek van de stadswal. De begane grond is nog in gebruik en heet tegenwoordig ´t Kleine Gasthuis. Bewoners en ziekenverzorgsters zitten in een zaaltje te eten. De rest van het gebouw staat leeg. Hebben we er destijds goed aan gedaan om elders een nieuw verpleeghuis te bouwen, zonder zo´n prachtig uitzicht? Ze kijken er toch niet naar, zeiden velen. Nu twijfel ik eraan. Als ik ooit in een verpleeghuis zou komen, zou ik toch graag dit soort uitzicht hebben. In de Lingehaven zijn ze bezig nieuwe meerpalen te plaatsen. Ik loop terug via de Appeldijk en de Havendijk. Sommige schepen tonen tekenen van bewoning en ook van dat merkwaardige hamstergedrag dat je vaak op oude schepen ziet: stapels oud hout, touw, emmers en ander materiaal dat de bewoner verzamelde in de hoop het ooit te kunnen gebruiken voor het nooit eindigende, feitelijk uitzichtloze project zijn scheepje op te knappen en ermee uit te varen. Ik blijf opnieuw staan bij het smalle huis dat te koop is. Zou ik hier willen wonen als we uitgezeild zijn? Ik zeg altijd dat ik dan op de Azoren wil gaan wonen, maar Ans ziet dat niet zitten, dus het zal er waarschijnlijk niet van komen. Ik hoop dat we nog heel lang zullen varen. Waarom heb ik die voortdurende behoefte te willen ontsnappen? En waaraan? Als je niet meer beweegt, ligt er niets meer vóór je. Dan heb je geen perspectief en geen uitzicht meer op verandering, niets nieuws meer te verwachten dan alleen je allerlaatste reis te moeten aanvaarden. Dus toch - Isfahan?
Enfin, er is wel uitzicht op een vrolijke avond. Straks, aan het eind van de middag, rijden we naar Wijk bij Duurstede, waar vanavond een vergadering van de Watersportvereniging Deil gaat plaatsvinden. Die werd jaren geleden in Gasterij De Os en het Paard opgericht door de vaste deelnemers aan de voorjaarstochten (zie hier in de rubriek Zeilverhalen): Erik de Haan, vroegere buurman in Deil, en Pieter de Kort, schipper van Matjas en mijn opvolger in Gorcum en ik. Van hen heb ik veel geleerd en door hen werd ik - hoewel ik op zeilgebied een groentje was - tot voorzitter voor het leven benoemd. Later mochten er ook vrouwen mee op de voorjaarstochten, maar eigenlijk weet ik niet eens of ze ook lid geworden zijn. Vanavond toch eens vragen. Bij de rondvraag, uiteraard. Terug naar boven
Gorinchem (11)
Vrijdag 26-01-2008
De vergadering van de Watersportvereniging Deil is succesvol en vrolijk. Maar eerst ontmoeten we elkaar voor een borrel in de fraai verbouwde boerderij van Pieter en Esther. We hebben elkaar lang niet gezien. Pieter en Esther zagen we deze zomer, toen we nog in Willemstad lagen en Erik en Thea zagen we vorig voorjaar voor het laatst, toen we voor de vorige vergadering van de vereniging allemaal waren samengekomen in hun huis in Zuid-Frankrijk.
De vergadering is dit keer in een aardig restaurant in het oude centrum van Wijk bij Duurstede. De naam ervan weet ik niet meer, maar op de Markt moet je achter de kerk door een poortje en dan op een binnenplaatsje linksaf. We beginnen meteen met de rondvraag want iedereen voelt wel dat de vergadering wat in de lucht komt te hangen, als het probleem rond het lidmaatschap van de dames niet eerst wordt opgehelderd. Helaas zijn er geen besluitenlijsten van vorige vergaderingen. Op een gegeven moment lijkt er een patstelling te ontstaan: als de dames vinden dat ze altijd al lid waren, dan moeten ze nog met terugwerkende kracht contributie betalen, stellen de mannelijke leden. De achterstallige contributie wordt door penningmeester Erik becijferd op exact het kostenbeslag van het diner van vanavond. De dames wijzen dit voorstel verontwaardigd van de hand. Toch zijn ze aan het eind van de avond lid geworden (of gebleven), hoe dit is gegaan weet ik niet meer. We besluiten dat secretaris Pieter een besluitenlijst zal opstellen, maar dat doet hij niet. Eigenlijk heeft hij dat nooit gedaan. Ik probeer als voorzitter af te treden, maar dat kan niet als je voor het leven benoemd bent, zegt iedereen. Enfin, we lachen ons krom en zijn misschien een wat te luidruchtig gezelschap in dit stijlvol restaurantje. We krassen dus ook als laatsten op. Voor een foto, klik hier.
Vandaag vlot het niet erg. Van Jaap & Diana komt bericht dat ze uit Lagos vertrokken zijn en via Vilamoura nu in het Spaanse Ayamonte zijn aangekomen. Dat geeft ons ook kriebels. Bij de Indische Toko in de buurt slaat Ans gedroogde garnalen, citroengras, tamarinde, gemalen koenjit, soto en komijnzaad in, om mee te nemen als we overmorgen terugvliegen. Met Barbara, Michel en de kleinkinderen gaan we ´s middags naar de kinderboerderij in het Gijsbert van Andelpark, naast het ziekenhuis. Hier 2 foto´s en hierboven nog een. Er zijn vannacht drie geitjes geboren. Buiten staat een gure wind. Vanavond gaan Ans en ik samen uit: we hebben gereserveerd in het Perzisch restaurantje Abbas in de Haarstraat in de binnenstad. Terug naar boven
Gorinchem (12)
Zondag 27-01-2008
De Perzische keuken is een openbaring! Er wordt veel gewerkt met kardamon en kaneel en het eten is aan de zoete kant. Erg lekker. Perzisch Eethuis Abbas is knus en klein. Langs de wand staan boeken met kwatrijnen van Omar Khayam en fotoalbums over Iran. Jammer dat dat land onder de ayatollahs zo geisoleerd is geraakt. Je zou het met de boot willen bezoeken maar de Perzische Golf kun je momenteel beter mijden. Er schijnen overigens wel goede mogelijkheden te zijn om Oman aan te doen. (Mocht je in "Abbas" willen eten dan doe je er in het weekend verstandig aan te reserveren) Voor het eerst zijn we na alle drukke dagen weer eens samen en we genieten ervan. We besluiten het diner nu eens niet met een calvados of iets dergelijks, maar met....thee! Krachtige Perzische thee, gloeiend heet, in kleine glaasjes, waaruit je voorzichtig proevend kleine teugjes neemt, theepotje ernaast om af en toe bij te vullen, verrukkelijk! Wij bevelen dit restaurant echt aan! De website is (of wordt) www.chefabbas.nl
Vanmiddag gaan we langs bij Oma Steers en daarna naar het Land van Heusden en Altena, naar Herman & Marian Ursinus in Wijk en Aalburg. Daar doen we morgen verslag van. Om 17.00 uur vliegen we terug naar Faro, Portugal. Terug naar boven
Gorinchem (13)
Maandag 28-01-2008
Gistermiddag vind ik bij Oma Steers de nieuwe pilots (Ionian Sea en één over de kusten van Bulgarije en Roemenië), die ik bij Vrolijk Watersport had besteld. Zwager Cees heeft ze hier afgeleverd. Dan gaan we op weg naar Wijk en Aalburg. We rijden even om over Andel, langs De Oude Silo. Daar hebben we de ruim anderhalf jaar overbrugd tot ons vertrek afgelopen zomer, in een aangenaam huurappartementje met een majestueus uitzicht over de Andelse ofwel de Afgedamde Maas. Het weerzien met Herman & Marian Ursinus in Wijk en Aalburg is hartverwarmend. Herman is degeen die me in de zomer van 1996 ongeneeslijk besmette met het zeilvirus (zie hier) Het is dus allemaal zijn schuld. Uiteraard bekijken we de "foute kathedraalboom", die een Japanse (wol)mispel bleek te zijn (voor wie het verhaal niet kent, zie hier) Het boompje overwintert bij een raam in de verwarmde schuur van Herman & Marian en blijkt alweer aardig gegroeid sinds we hem in juni vorig jaar bij hen afleverden (zie foto hier). Marian heeft hem bijgesnoeid en alle bladeren met bruine verkleuringen afgeknipt. Bovendien praat ze vaak tegen het boompje. Ik moet eerlijk zeggen dat hij er beter uitziet; mijn studeerkamer in ons Andels´ flatje was kennelijk niet zo´n goede plek voor hem.
Na een gezellige middag keren we terug naar Gorcum. Daar printen we onze boarding passes uit, zodat we morgen op Schiphol niet in de rij voor de incheck-balie hoeven staan én zelf onze stoelen kunnen uitkiezen. Een handige service van Transavia. Tessa & Jeffrey komen mee eten en afscheid nemen. Ans heeft tussen de bedrijven door een lekkere rijsttafel bereid.
Vanmorgen pakken we alles in. Het is goed dat we nog een extra reistas hebben gekocht! Ans gaat met Barbara nog een keer kleindochter Esri van de peuterspeelzaal ophalen. Dan komen ook Jordin en Nikita uit school en drinken we nog even koffie. Zometeen komt het onvermijdelijke afscheid. We zullen nog even langs Oma Steers rijden en dan zijn we op weg. Om 17.00 uur vertrekken we voor een vlucht van bijna drie uur. De klok moet een uur vooruit - ho! - fout! - een uur achteruit. Anneke & Ben komen ons in Faro met de auto ophalen. Naar verwachting zijn we tegen 21.00 uur Portugese tijd terug op de boot in Lagos. Terug naar boven
Lagos (86)
Dinsdag 29-01-2008
De afhandeling op Schiphol is vlot, als je niet meer hoeft in te checken. Je hoeft alleen maar je ruimbagage af te geven. We hebben een grote reistas extra gekocht, want er gaat nogal wat mee terug aan spullen, waaronder de nieuwe grootzeilkar en de externe WiFi-antenne. Daar staat tegenover dat we onze winterjacks bij Barbara konden achterlaten. In de vertrekhal strijken we neer op een terrasje, ik koop nog snel een NRC/Handelsblad en het februari-nummer van Zeilen voor onderweg. Ans snuift, ze is bezig snipverkouden te worden (foto hier) Exact om 17.00 uur stijgen we op, even zie ik een flits van de Nieuwe Meer. Dat is een onderdeel van de Vaste Mastenroute door Nederland. Hier voer ik in 1998 met Fairview, mijn eerste schip, op weg naar het noorden. Op zee zeilen was er nog niet bij, het IJsselmeer leek me al heel wat. Dan schieten we de wolken in. Een minuut of wat later vliegen we in het licht van de ondergaande zon naar het zuiden (zie foto)
De vlucht is rustig, drie uur later landen we op Faro. Daar is het pas zeven uur. Anneke & Ben rijden ons terug. Het lijkt donkerder in Portugal dan in Nederland, waar meer licht en lichtverstrooiing is en de meestal aanwezige bewolking het licht ook nog voor een deel terugkaatst. Hier zien we meteen het sterrenbeeld Orion met zijn riem. Ondanks haar verkoudheid meent Ans een kruidige geur te ruiken, alsof er planten in bloei staan. Dat is het geval, meldt Ben, overal in de Algarve beginnen de amandelbomen te bloeien en die ruik je. We zijn ontroerd als we onze Dulce terugzien en alles dik in orde blijkt.
In een uur hebben we alle spullen ingeruimd en het schip op orde: de hoofdschakelaars aangezet, het electrisch kacheltje aan om de klammigheid te verdrijven, de afsluiters allemaal open gezet, het stinkende stilstaande water uit de toiletafvoeren gespoeld, de koelkast schoon, de olielampen gevuld en aangestoken en een fles rode Dão Reserva ontkurkt. Samen genieten we weer aan boord te zijn van ons scheepje. We hebben een fijn bezoek aan Holland achter de rug, maar het is ook fijn weer aan boord te zijn. ´s Nachts moeten we wennen aan de stilte en ook aan de kou. We sliepen immers veertien dagen in centraal verwarmde huizen. Bovendien zakt de temperatuur buiten flink, door de heldere sterrenhemel is de warmteuitstraling van de aarde groot. Ans slaapt onrustig, haar neus zit vol, ze heeft een zeurende pijn in bijholtes en gebit en haar keel is rauw. De medicatie (paracetamol en trachetol) verlicht enigszins.
Vanochtend haal ik de fietsjes tevoorschijn. We halen een kar vol boodschappen bij de Pingo Doce (foto hierboven) Waaronder natuurlijk verse broodjes. Dan begint een zalige klusdag (ja, zo voelt dat echt!) Ans draait talloze wassen en sluimert later in het zonnetje in de kuip. Tegen de middag is het al ruim 20° De ooievaars om ons heen klepperen er lustig op los. Ook ik ben niet te houden: ik bevestig de Canopii externe WiFi-antenne aan de mast van de windgenerator. Hij moet goed kunnen draaien, want je moet hem richten. De kabel blijkt nét lang genoeg om de laptop te bereiken, via het kastje van de USB-adapter. Ik schakel de interne antenne uit en de nieuwe externe aan en na wat gerommel zie ik een lijst van liefst tien tot twaalf draadloze netwerken, die ik nu opeens ontvangen kan. Minder bevredigend is dat het nog niet lukt om goed verbinding te maken met mijn voorkeursnetwerk, maar dat ga ik later deze week wel uitzoeken. Ondertussen komen diverse medezeilers langs om ons welkom te heten. Dan ga ik met de nieuwe grootzeilkar aan de slag. Dit is de klus waar ik het meest tegenop zie, want als je het niet goed doet vliegen de piepkleine witte kogellagertjes alle kanten op en krijg het dan maar eens weer allemaal op orde! Maar het is een fluitje van een cent: de kar zit al op een meegeleverd stukje rail, dat druk je zorgvuldig tegen je eigen rail en - hup - schuif je de kar erop. Dat stukje rail zal ik goed bewaren! Moet de kar er ooit weer af, dan schuif ik hem gewoon weer op dat stukje en wikkel tape aan het eind zodat hij er niet af kan. Daarna volgt het betere spaghetti-vlechten, dat wil zeggen, dat je weer helemaal moet ontdekken hoe en via welke katrollen de grootschoot en de stellijntjes van de kar lopen. Maar dat is leuk werk dat dan ook fluitend verricht wordt. Ans maakt foto´s van de klussen (klik hier voor 2 foto´s) Morgen komt de motor aan de beurt. Terug naar boven
Lagos (87)
Woensdag 30-01-2008
Gisteren werd Kees Klein in Deil begraven. Hij richtte met zijn vrouw Lyda in de jaren tachtig Gasterij De Os en het Paard op. Tegenwoordig drijft hun zoon Wouter het restaurant. Kees overleed op dezelfde avond dat Ans en ik er dineerden met de Hogerdijken. We wisten niet dat in het pand ernaast Kees stervende was. Vreemd gevoel. Ik schreef gisteravond een In Memoriam voor Kees in de rubriek Beschouwingen, klik hier.
Het leven gaat verder. Een stralende zon begroet ons als we opstaan. Ans is nog kwakkelig en vleit zich in de kuip neder. Buiten op het voordek hangt de was te drogen (zie foto) Tegen de middag wordt het gemakkelijk weer 20° Ik fiets naar de Hollandse supermarkt voor koffiepadjes, aromat en een rookworst. Zaken die in de Portugese winkels niet voorhanden zijn. Daarna lees ik het scheepsjournaal van Leonard van Veldhoven "Van Bruinisse naar de Costa del Sol" (2005) Het is deel 1 van een vierdelige serie over een zeilreis door de Middellandse Zee en de Zwarte Zee van enige jaren geleden. En ik ben al zo in de stemming te vertrekken!
Hoe is het met de kluslijst? Die telt nu 35 items, waarvan er 21 zijn uitgevoerd.´s Middags plaats ik een nieuwe papierrol in de barograaf. Dan begin ik aan het probleem met de dynamo. Ans posteert zich bij de Mastervolt accubewaker. Ik start de motor. Als die draait roept ze meteen dat de spanning in het 12V-circuit snel oploopt. Hij is al 15,34Volt, meldt ze. Veel te hoog! Snel zet ik de motor uit. Hollanders in de haven adviseerden me John Holloway in te schakelen, die op alles raad zou weten. Ik tref hem op de steiger en beschrijf mijn probleem. "Oh, the regulator" luidt zijn prompte diagnose. Hij komt morgen om half elf langs. Terug naar boven
Lagos (88)
Donderdag 31-01-2008
Ans is gelukkig aan de beterende hand. Ook anderszins is het een belangwekkende dag! Niet omdat de zon weer schijnt, maar omdat ik erg veel opsteek van John Holloway, de electrotechnicus die komt uitzoeken waarom de dynamo van de motor de accu´s niet oplaadt. John zoekt kalm en systematisch naar de oorzaak en neemt rustig de tijd om me van alles uit te leggen. Hij zou een goede dokter kunnen zijn, denk ik bij mezelf. John woont al negen jaar in de Algarve en hij is met een Portugese vrouw getrouwd. Vóór die tijd woonde hij in het midden van Engeland en deed veel deliveries (= schepen - vaak erg dure - in opdracht van de eigenaar van A naar B varen, dus b.v. van Europa naar de Caribean of de Med)
Op de foto hierboven zie je de achterkant van de dynamo. De pijl wijst naar een rood draadje, met de vraag erbij: waar gaat dat rode draadje heen? Ik mailde de foto met die vraag naar Lowy en Fons van Jachtwerf Numansdorp. Zij wisten wel waar het voor diende maar niet waar het heen liep. Het bleek niet door hen aangelegd ten tijde van de revisie van het electrisch systeem, bijna twee jaar geleden, maar origineel door Jeanneau of de veelgeplaagde importeur Rob Krijgsman.
Maar laat ik bij het begin beginnen. John begint met zijn multimeter diverse spanningen te meten, terwijl ik de motor inschakel. De spanning in het 12V-systeem loopt, net als gisteren, snel op naar 15,57V. Op dat moment zette ik toen de motor wijselijk maar uit. Nu doen we dat niet en we zien hoe opeens de spanning helemaal wegvalt, dan weer begint op te lopen tot 15,57V, dan weer 0 wordt, enzovoorts. Dat is raar, zegt John. Ik herinner me opeens dat ik al veel eerder, toen we afgelopen najaar langs de Portugese kust voeren, het analoge spanningswijzertje op het dashboard in de navigatiehoek alsmaar van links naar rechts en terug zag zwaaien. Ik besteedde er toen geen aandacht aan. Aha, zegt John, dan had je het al eerder. Hij meet aan de dynamo en stelt vast dat die helemaal geen laadstroom produceert! Daarna gaat zijn aandacht uit naar de Mastervolt laadstroomverdeler. Die is twee jaar geleden door Fons ingebouwd en dient om de drie accugroepen die we aan boord hebben gelijktijdig en verliesarm te laden en voorkomt dat de accugroepen elkaar kunnen ontladen (dat lees ik in de handleiding) De drie groepen zijn: serviceaccu´s, startaccu en boegschroefaccu. Als John dit apparaat uit het circuit brengt, dus als het ware "buiten spel zet", en ik vervolgens de motor weer aanzet, laadt de accu wél. De spaning is ongeveer 13,4V en de laadstroom 28 Ampère. Nu komt het rode draadje in het spel! Het is een zogenaamd sensordraadje, het "informeert" de interne regulator van de dynamo over de spanningstoestand van de accu´s. Zijn die ontladen, dan regelt de regulator een hoge laadstroom, zijn ze vol, dan regelt hij een lage tot nul laadstroom. Als het sensordraadje stuk is of los zit, dan krijgt de dynamo die informatie niet, laat de spanning oplopen (hoe hij dat kan, snap ik overigens niet) tot een beveiliging de spanning afbreekt en alles weer van voren af aan begint.
(Blijf even bij de les, we zijn er bijna!)
Waardoor werkt het systeem wél als je Mastervolt laadstroomverdeler eruit gooit? Die zit vol diodes, die de stroom maar in één richting kan passeren. Ligt hij eruit, dan is tweerichtingverkeer mogelijk en krijgt de dynamo rechtstreeks via de laadkabel informatie over de ladingstoestand van de accu´s. Dan heeft hij het sensordraadje niet nodig te bepalen wat hij aan laadstroom moet leveren.
Ergo:
= Mastervolt aan, sensordraadje nodig > géén laadstroom
= Mastervolt eruit, sensordraadje niet nodig > wél laadstroom
Conclusio: Mastervolt stuk of sensordraadje stuk.
Zo, dat schiet op. Nu gaan nieuwe Mastervolt laadstroomverdelers niet zo gauw stuk, dus de dader is waarschijnlijk het sensordraadje. Daarom willen we van Lowy en Fons weten waar het heen loopt. Die weten dat dus niet. We zien bij de accu´s niet zo´n draadje zitten. We pellen het draadje uit een bundel draden vrij en komen een nogal klungelig in-getapede, kleine diode tegen. Dokter John neemt hem mee om te testen. Het is al tegen vijven, morgen komt hij terug om sowieso een nieuwe sensordraad direct vanaf de serviceaccu´s aan te leggen. Dat is geen groot karwei. Laadt de dynamo dan wel (met de Mastervolt in het circuit), dan is het probleem opgelost! Werkt het niet, ja, dan is toch de Mastervolt stuk. (Ik vind het knap als je het tot nu helemaal kon volgen) Terug naar boven
Lagos (89)
Vrijdag 01-02-2008
Gisteren dacht ik dat ik het snapte, maar vanmorgen blijkt alles toch heel anders te liggen. Je went eraan. Dokter John komt om half elf langs. Hij heeft de kleine diode uit het sensordraadje getest: hij is goed, maar....hij zit andersom!? Dus: hij leidt stroom vanuit de dynamo in plaats van ernaartoe. Het is dus geen sensordraadje. Ik ga op zoek naar de tekeningen van het electrisch systeem in het Jeanneau-instructieboek. Dat had ik eerder kunnen doen: na enig zoeken op de tekeningen blijkt het een functie te hebben in het circuit van de electrische ankerlier. Alleen als de motor loopt, kun je die gebruiken en het draadje "informeert" de ankerlier of de motor wel/niet loopt.
Een verkeerd spoor, dus. John herstelt het zaakje en als ik vraag hoe de dynamo dan wel wordt "geinformeerd" over de status van de accu´s als er geen sensordraadje is, legt hij uit dat er twee systemen zijn: battery-sensing (met draadje) en machine-sensing. Hoe dat laatste werkt snap ik eigenlijk niet, maar in elk geval heeft onze dynamo het. John gaat nu een nieuwe test doen. We draaien de motor mét en zonder de Mastervolt ladingverdeler in het circuit, terwijl John met een zeer geavanceerde Multimeter de maximum- en minimumwaarden van de door de dynamo geleverde spanning en stroom meet. Dan blijkt:
= Mastervolt in: spanning varieert snel tussen 0 en 15V, stroom varieert snel tussen 0 en 14 A
= Mastervolt uit: spanning blijft vrijwel constant op 14V, stroom varieert opnieuw tussen 0 en 14A
Conclusio (van John): de interne regulator van de dynamo is stuk. Oh. Met Mastervolt uit, dus geen diodes tussen accu´s en motor, "duwen" de accu´s spanning naar de motor en heffen de variaties daardoor op. Maar de stroom blijft wel fluctueren, dus de regulator functioneert niet goed. Vaak komt dat, zegt John, door een inwendige diode in de regulator, die losgeraakt is maar toch tussen "los" en "vast" trilt. Oh.
Enfin, John haalt de hele dynamo los en opent hem (zie foto) Op het oog is er niks te zien, maar hij neemt het hele geval mee om de regulator te laten testen. Dan weten we meer.
Het is vandaag een gesluierde dag, de zon schijnt met enige moeite door een lichtgrijs waas. Het wordt vandaag niet warmer dan een graad of 17. Ans is weer helemaal opgeknapt en doet de boodschappen. We ontvangen een droevig bericht per e-mail uit mijn vroegere directiewerkgroep Medi I: oud-lid en oud-collega Willem van der Pompe is overleden. De rest van de dag ben ik van slag. Ik fiets een eind langs het strand. Magere Hein is wel actief momenteel! Ach, onzin, Hein is altijd actief maar niet steeds in jouw buurt. Willem was ruim twintig jaar de zeer succesvolle leider van het Franciscus Ziekenhuis in Roosendaal. Eind jaren ´80 ontmoetten we elkaar regelmatig in het bestuur van het Integraal Kankercentrum Rotterdam. Later werd hij lid van Medi I en leerden we elkaar veel beter kennen en waarderen. Hij was echt een goede directeur en een aangename kameraad. Willem was een nuchter mens, maar hij bezat juist dat vleugje ironie dat verried dat er meer in hem leefde dan je op het eerste gezicht dacht. We waren allebei geboren in 1947, één van de allerbeste Franse wijnjaren, vonden we. Net iets meer dan een jaar geleden was ik bij zijn afscheid in Roosendaal aanwezig. Hij was moeizaam opgekrabbeld na een langdurige, zware ziekteperiode. Er was een enorme opkomst en Willem kreeg een Koninklijke onderscheiding, waar hij trots op was. Twee weken daarna haalde ik hem af van het station in Dordrecht en reden we samen genoeglijk koutend naar het afscheid in Hoorn van een andere collega en Medi I-lid, Louis Timmer van het Westfries Gasthuis. Onze terugreis was al even genoeglijk, ik zette hem in Roosendaal voor de deur van zijn huis af. Willem hoopte dat hij er weer helemaal bovenop zou komen. Het heeft toch niet langer dan een jaar mogen duren. Op Internet vond ik een vrolijke foto van Willem. Ter nagedachtenis plaats ik die hieronder. Zó moeten we ons hem herinneren. Dat hij ruste in vrede. Terug naar boven
Dr. Willem van der Pompe
1947 - 2008
Lagos (90)
Zaterdag 02-02-2008
Het regent. Vannacht vielen de eerste buien. Toch is het niet koud: 20° en geen wind. Vanwege de regen gaan we maar niet naar de wekelijkse boerenmarkt aan de overkant, maar doen we boodschappen in de Pingo Doce supermarkt. Pingo Doce betekent overigens zoiets als: "Zoete Druppel" volgens mijn woordenboekje. Daar kun je lang over nadenken.
Het is weer om te lezen in de kajuit. Ik lees deel 2 van het reisverslag van de Existence, de boot van Leonard van Veldhoven, een Dehler 41 DS: "Van Andalusië naar Anatolië" (2005) Het is veel beter dan deel 1, dat ik nogal oubollig en weinig informatief vond. Dat is hier wel anders! Van Veldhoven is architect en hij heeft een grote kennis van de rijke historie van het Middellandse Zeegebied, dat hij van west naar oost doorkruiste in 2000 - 2002. Dat maakt dit deel veel interessanter en leerzamer. Ik ontleen er tal van toekomstige bestemmingen aan voor onze eigen tocht door de Med.
Bij het KNMI lees ik dat de afgelopen maand januari de op één na warmste januari was in Nederland sinds het begin van de metingen in 1706. In 2007 was januari nóg warmer. Voor de hele maand februari voorspelt de experimentele weersverwachting van het KNMI geen winterse temperaturen.
Na de middag wordt het droog. Ondertussen is aan de overkant de boulevard over de hele lengte afgezet. Keiharde muziek schettert op ons af, afgewisseld met het typische hysterisch schreeuwen van een sportverslaggever. De herrie dwingt ons de kuip uit, we zoeken onze toevlucht in de kajuit. Later ga ik toch eens kijken. Er blijken Europese skate-kampioenschappen plaats te vinden (zie foto boven) en dat moet de hele wereld kennelijk weten. Het is trouwens wel spannend door de voortdurende tussensprints, waar punten te verdienen zijn. De atleten scheuren voorbij, zonder beschermers voor knie en elleboog. Maar niemand valt. Een Belgische atlete uit Zandvoort wint, toetert de opgewonden commentator. Heeft hij het fout of heeft België ook een Zandvoort? Het is zaterdagavond, vanavond gaan we samen lekker uit eten in ons favoriete restaurantje in het oude centrum van Lagos: O Cantinha do Mar. Terug naar boven
Lagos (91)
Zondag 03-02-2008
Helaas vinden we O Cantinha do Mar gesloten. Niet getreurd, er zijn tal van alternatieven. We kiezen voor Restaurante Fernando in de Rua Portas de Portugal bij de boulevard. "Home of superb steak" zegt het uithangbord. Ans kan dat beamen, maar ik heb meer zin in vis (gegrilde tong) Zie de foto hiernaast. Vooraf smullen we van een schaal Ameijoas "Bulhão Pato", de kleine schelpdiertjes die in hun schelp heel even worden ondergedompeld in hete witte wijn, olijfolie, koriander, heel veel knoflook, peper en zout. Dat is wel zó enorm lekker! Buiten zien we de kleine steentjes van het trottoir glinsteren in de regen, het waait tamelijk hard.
Ook vandaag is het winderig, maar droog. De wekelijkse koffiebijeenkomst van de Hollanders kan dus gewoon in de kuip van J&B plaatsvinden. De gedachtenwisseling betreft ondermeer dynamo´s, regulatoren en accu´s. Nuttig. Gerard van Mermaid weet op een heldere manier uit te leggen wat machine-sensing is, dus hoe de (inwendige regulator van) de dynamo "weet" hoeveel laadstroom hij naar de accu´s moet sturen. Eergisteren snapte ik daar niks van. Het werkt als volgt: een deels ontladen accu heeft een lage laadweerstand ("er kan veel bij"), een volle accu een hoge ("er kan weinig meer bij"). Volgens de bekende Wet van Ohm:
V = spanning (Volt)
V = I x R I = stroom (Ampére)
R = weerstand (Ohm)
moet - als de spanning gelijk blijft - een hogere weerstand R gepaard gaan met een lagere (laad)stroom I. Dat snap ik! Zou het zó eenvoudig zijn? Het is me nog niet duidelijk hoe de dynamo "weet" welke spanning hij moet leveren en hoe hij die dan constant gelijk weet te houden. De hele middag zit ik te studeren in "Stroom aan boord" (1999) van Jimmy Lengkeek en Roel Buis. Ik heb een stapel gebruiksaanwijzingen bij de hand van de motor, de accu´s en de opladers. De zuidwestenwind giert om het schip, dat rukt aan de touwen, af en toe valt er een bui. Het is knus aan boord. De studie levert wel iets onverwachts op, zoals de ontdekking dat ik helemaal geen gel-accu´s heb, wat ik altijd dacht, maar zogenaamde AGM-accu´s. Dat zijn vloeistofaccu´s met glasfibertechnologie (Absorbed Glass Material), die hogere laadstromen aan kunnen, langer meegaan en onderhoudsvrij zijn. Het zuur zit in glazen buisjes in een gesloten systeem en als er onverhoopt toch knalgas mocht ontstaan, dan wordt het aan de min-pool weer in water omgezet. Klinkt geruststellend. Toch vermeerderen ook de vragen zich. Bijvoorbeeld: de dynamo produceert een laadstroom, die door de Mastervolt ladingverdeler (zit vol met diodes) over de 3 accugroepen verdeeld wordt. Maar...die hebben ieder hun eigen capaciteit en ladingstatus. Krijgen ze desondanks wél dezelfde laadstroom of wordt er ergens onderscheid naar ladingbehoefte gemaakt? Zo niet, dan kan de startaccu die - anders dan de service-accu´s - zelden ontladen wordt, wel eens overladen raken (en dus korter meegaan) Of zit er daarvoor een zogenaamde compensatiediode in of bij de dynamo, die zorgt voor een soort compromis-laadstroom tussen de verschillende accugroepen? Dat moet ik Dokter John vragen. Het lijkt wel of ik er steeds meer verstand van krijg en er toch minder van snap. Het snapverstand schiet tekort. Denk ook aan de aloude woorden van de Prediker in het Oude Testament:
"Vermeerdering van kennis
geeft vermeerdering van smart"
Je zult zelf moeten opzoeken waar dat staat, want de Bijbel hebben we niet meegenomen. Terug naar boven
Lagos (92)
Maandag 04-02-2008
We worden wakker met een stralend zonnetje op het dek. Om half elf komt Dokter John vertellen dat ze hebben vastgesteld dat de interne regulator van de dynamo inderdaad stuk is. Er is een nieuwe besteld die over een dag of twee verwacht wordt. Ik leg hem mijn vraag van gisteren voor betreffende de Mastervolt ladingverdeler: stuurt die dezelfde laadstroom naar de drie accugroepen, ongeacht hun ladingstoestand? Nee, zegt John, de sterkte van de laadstroom wordt in elk van de drie (streng van elkaar geisoleerde) laadcircuits bepaald door de Wet van Ohm. Dus: accugroep leeg > hoge laadstroom, accugroep vol > weinig tot geen laadstroom. Dat had ik zelf kunnen bedenken... Het betekent overigens ook, mijns inziens, dat als alle accugroepen vol zijn en de dynamo weinig tot geen laadstroom maakt, er dus méér vermogen naar de motor gaat. Interessant.
Het is een prachtdag, vandaag. De lucht is lentezacht en vol geuren, het is 24° We slenteren langs de boulevard naar het fort bij de haveningang. Er vaart een sliert versierde jachten voorbij vanwege Carnaval. Overigens merk je in Lagos weinig van carnaval. Het is wel wat drukker in de stad, veel Portugezen hebben kennelijk vrij. We klimmen langzaam door de straatjes omhoog in een gedeelte waar nog niet eerder waren. Toeristen zie je hier niet meer. We stuiten opeens op een propvolle, gemeentelijke begraafplaats. Er zijn nissen waar je achter een ruitje, vaak met een deels opengeschoven gordijntje, de kist van de overledene kunt zien. Foto ervoor, soms met een sieraad, een halsketting of een armband erbij. Er is ook een lange straat met ter weerszijden mausolea (zie 2 foto´s hier), die een verlaten, lugubere aanblik biedt. Het schelle namiddaglicht werpt messcherpe schaduwen over de sarcofagen en de grafhuisjes, alsof het een schilderij van Giorgio De Chirico is. Ook hier zie je achter gedeeltelijk openhangende vitrage de opgestapelde kisten staan, drie- tot vierhoog, met gehaakte doodskleden erover. Zou een hier kort tevoren begraven lichaam, pas in ontbinding, niet erg stinken? We ruiken niks. Of worden ze eerst gebalsemd? Aan de oude vrouw bij de ingang durven we die vraag niet te stellen. De graven liggen dicht op elkaar, zonder wandelpaden ertussen. Ik zie een graf uit 1984 van een Engelsman "who died whilst on holiday, aged 64 years" (foto hierboven) Wilde hij persé niet in Engeland begraven worden? We klimmen verder door de straatjes tot we bij de Franse mega-supermarkt komen, de Intermarché. Daar worden we door een hevige vlaag van koopzucht overvallen, mogelijk veroorzaakt door het idee dat we - als de dynamo deze week gerepareerd is - waarschijnlijk al snel zullen vertrekken. We kopen heerlijkheden die je elders niet vaak zult tegenkomen, zoals rauwmelkse Franse kazen, ingeblikte aloë vera (verrukkelijk is dat!), potjes rode curry, garlic + chili pickle, mierikswortel, kokosmelk, zakjes met hoi sin + garlicsaus, zwarte bonensaus, chow meinsaus, en pakken lycheesap en sour cherry nectar. En niet te vergeten: een zak met twee kilo ameijoas, de schelpjes met de overheerlijke kleine mosseltjes erin die we eergisteren in Restaurante Fernando aten. Die gaat Ans morgen proberen klaar te maken. Het is voorwaar niet direct een overlevingspakket dat we heuvelafwaarts naar de boot sjouwen.... Terug naar boven
Lagos (93)
Dinsdag 05-02-2008
Vandaag lijkt de zomer te zijn uitgebroken! Het is 25° in de kuip en de hele dag vrijwel wolkenloos. Alleen in het noorden hangen boven de bergen wat wolken. Volgens de weerkaartjes blijft het de rest van de week zo. De fronten die met de Atlantische depressies samenhangen, passeren allemaal noordelijk van het Iberisch schiereiland. Iedereen om ons heen begint aan de boot te klussen en te poetsen. Het inspireert ons ook. We maken de voorhut helemaal schoon. Onder de vloer, in de ruimte vóór de boegschroeven, staat wat vuilgeel water. Het smaakt zout. Mogelijk binnengedrongen bij het draaien van de schroeven. Het is niet veel. De voorhut is trouwens altijd de meest vochtige hut, terwijl het kleine hutje en onze eigen hut dat nauwelijks zijn. In de matrassen zit wat "weer" aan de zijkanten, we leggen ze de hele dag in de zon, evenals de kussens. Ans wast de slopen in de wasmachine. Daarna breken we de kuiptent af en slaan hem op tot de volgende winter in het bergvak onder ons bed. In plaats daarvan zetten we de bimini op, maar eerst knip ik nog twee "wolletjes" uit de molton strijkplankovertrek, die we hiertoe uit Holland hebben meegenomen, en bevestig ze met tape netjes aan de spruit van het achterstag. We ritsen de bimini aan de buizen en spannen hem op. De Canopii WiFi-antenne moet verplaatst, maar dat is zo gebeurd. In opgevouwen toestand en met de hoes erom, rust de bimini precies tegen de beschermende "wolletjes" Mooi.
´s Middags genieten we in de kuip van de zon. Goed dat die kuiptent weg is! De boot is zo meer een zeilschip en minder een wooncaravan met voortent of comfortcontainer, zoals mijn oude vriend Henk Bezemer het in Zeilen pleegt te noemen. (We wonen er wél op! Laat Henk maar lullen in die supercomfortcontainer waar hij zelf op woont, denk ik maar) Ik ga op de fiets witte wijn halen voor de ameijoas van vanavond, maar de Pingo Doce blijkt gesloten. Dus fiets ik door naar een supermarkt op de boulevard en maak een ommetje door het stadscentrum. Altijd gezellig. Een aantal straatjes is opgebroken voor het verrichten van archeologisch onderzoek in deze toeristenluwe maand. Zo probeert men het Middeleeuwse straten- en bebouwingspatroon in kaart te brengen. Kennelijk toch anders geweest dan nu, want ik zie dat men midden in een oud straatje een dikke muur heeft blootgelegd (zie foto hierboven)
Deze dagen ben ik verslingerd geraakt aan de pianomuziek van Brahms en dan vooral die latere werken van opus 116 t/m opus 119, Fantasieën, Intermezzi of simpel Klavierstücke genaamd. Hij schreef ze aan het eind van de 19e eeuw. Stormachtige, emotievolle muziek en dan soms - en dat zijn de mooiste - zó verstild, teder en verlaten, zó verbazingwekkend mooi dat je niets meer te zeggen weet. Ik kan niet eens zeggen welke ik de mooiste vind. Ze worden prachtig gespeeld door de Noorse pianist Hakon Austbo in een opname in maart 2002 in de kerk van de Remonstrantse Doopsgezinde Gemeente in Deventer (6 CD box, Brilliant Classics, dus voor een prik te koop bij drogisterijketen Het Kruidvat!) Terug naar boven
Lagos (94)
Woensdag 06-02-2008
De ameijoas zijn niet onmiddelijk succesvol. Ze smaken flauw, lang niet zo smakelijk en pittig als in het restaurant. Toch zit er bijna een halve liter witte wijn, voldoende koriander en een hele bol knoflook in. Ans voegt extra olijfolie. citroen en zout toe. Dat helpt. Toch missen we iets. Ans ontdekt het: saffraan! We strooien er een halve eetlepel (Afrikaanse) saffraanpoeder bij. Dat is het! Het voegt een bitter smaakje toe dat er echt bij hoort. We smullen van de kleine mosseltjes. Zouden ze venusschelpen heten bij ons? (In het Italiaans vongole) Enfin, ze zijn heerlijk maar de les is - denken we - om alvast een dag eerder de gaarvloeistof klaar te maken en te laten inkoken. Na een dag doe je ´s ochtends de schelpjes erbij, zodat het vocht er goed intrekt. Voor het eten hoef je het alleen maar een paar minuten op te warmen. Wij denken dat je onze vaderlandse mosselen overigens op dezelfde manier smakelijk bereiden kunt. Ons recept staat onderaan dit verslagje, klik daar op de knop. Ik peuter na het eten wat met een tandenstoker tussen mijn kiezen, er zitten wat restjes tussen. Ineens schiet er een stukje vulling los. Verdraaid! Het gebruik van tandenstokers wordt vaak ontraden, je kunt het beter met een flosdraadje doen. Ja, nu is het te laat.
De volgende dag is weer zonnig. Ik vraag Ab van de Schoonheyt hoe zijn tandarts is. Ab laat namelijk ongeveer heel zijn bovenkaak hier verbouwen. Ik bel naar het vlakbij gelegen Orallagos, Centro Dentário Especializado en kan meteen ´s middags langskomen. Ik heb overigens geen pijn, maar neem liever het zekere voor het onzekere. Eerst maken we in een aantal uren de boot bovendeks helemaal schoon, schrobben en afspuiten. Er komt heel wat vuil los. Om drie uur wordt ik geholpen door een alleraardigste vrouwelijke tandarts, Joana Reis, die secuur en pijnloos het gaatje weer vult. Na een kwartier sta ik weer buiten, het kostte slechts 60 €.
Inmiddels heb ik ook het derde scheepsjournaal van Leonard van Veldhoven uit: "De Hellespont voorbij" (2007), dat vooral de tocht langs Bulgarije en Roemenië naar Odessa en de Krim beschrijft en dat behalve gloedvolle vertellingen ook informatie biedt waar we veel aan kunnen hebben. Hij voer met zijn schip Existence bijvoorbeeld een fors eind de indrukwekkende delta van de Donau in, iets wat ook voor ons een optie kan zijn. Wat hem niet lukte door tijdgebrek - je moet liefst voor de herfst de Zwarte Zee weer uit zijn in verband met koud en slecht weer - is het aandoen van Georgië. Dat lijkt me ook een boeiende bestemming. Enfin, we zien tegen die tijd wel. Het wachten is nu op de nieuwe regulator van de dynamo, daarna kunnen we eigenlijk weg. Zometeen gaan we op de borrel bij Gerard & Jos van de Mermaid. Terug naar boven
Lagos (95)
Donderdag 07-02-2008
De borrel bij Gerard & Jos op de Mermaid is bijzonder gezellig, hij duurt dan ook vier uur! Eén van de vele onderwerpen waarover we van gedachten wisselden is het fenomeen, dat je als "zeezwerver" vaak medezeilers snel en intensief leert kennen en waarderen en al gauw over en weer gevoelens van vriendschap en verbondenheid ontwikkelt. Dat is natuurlijk prima, maar - vroeg of laat - bijna altijd moet je ook weer afscheid nemen en maar al te vaak zie je zulke vrienden nooit meer terug. Iedere zeilzwerver kent het. Iemand zei onderweg een keer dat zeilen gepaard gaat met voortdurend afscheid nemen. Je kunt het niet onder het begrip "vluchtige contacten" rangschikken, want het gaat soms behoorlijk diep. Zo ook vanavond. De avond is spiritueel én vrolijk, misschien komt het hele fenomeen wel mede door het besef dat je "in hetzelfde schuitje zit" en dat het zo weer voorbij kan zijn en je er dus uit probeert te halen wat er in zit. Rond negen uur lopen we nog nalachend over de steigers terug naar onze boot.
Vanmorgen is het tegen de voorspelling in halfbewolkt, winderig en een stuk frisser dan gisteren. Gerard mailt een grappige foto die hij afgelopen oudejaarsavond in het onzalige restaurant O Mandarim van me maakte, juist op het moment dat ik op mijn camara een foto van Ans toon. Ze houdt twee glazen champagne voor haar borsten. Een foto van een foto, dus (zie boven of klik hier voor een grotere versie) In de middag trekt de hemel open maar de zuidoostelijke wind waait stevig door. Die stuwt het water voor de haveningang van Lagos op waardoor daar een vervelende, zelfs gevaarlijke branding ontstaat en uitvaren afgeraden wordt. We horen later dat de haven zelfs afgesloten is. De komende dagen blijft het zo, maar we wachten toch nog op de nieuwe regulator voor onze dynamo, die uit Lissabon moet komen. Ik handel wat correspondentie af en loop daarna over de haven. In de boetiekjes zijn de overhemden nu tot liefst 70% afgeprijsd, snel koop ik er twee zeer fleurige voor slechts € 8,97 per stuk. Let de komende tijd op de foto´s!
Ik herneem de lectuur van "The Cosmic Landscape" van Leonard Susskind op het punt waar ik gebleven was voor we naar Holland gingen. Het kost moeite om er weer in te komen, regelmatig moet ik hele stukken teruglezen om te weten hoe het ook weer zat. Mijn "harde schijf" onthoudt duidelijk lang niet alles. Vanavond gaat Ans de twee moten tonijn grillen, die ik vanochtend haalde. Terug naar boven
Branding in de haveningang van Lagos
Lagos (96)
Vrijdag 08-02-2008
Mooie, zonnige dag. Nog steeds staat de harde zuidoostenwind door. Ik fiets naar de haveningang om eens te zien of het echt zo link is om in- of uit te varen. Nou, dat klopt wel. Voor de haveningang is het niet erg diep; dat geeft een risico op grondzeeën. Die is zijn vermengd met veel zand, een helse situatie waarin het water je schip niet meer draagt. De kiel kan met een dreun tegen de harde zandbodem kleunen en volledig ontzet raken, als het al daarbij blijft.
Je kunt de branding in de ingang, tussen de havenhoofden, op de foto hierboven goed zien (even omhoog scrollen) Vandaag lukt het me om op de website een nieuwe techniek toe te passen, waardoor je binnen de tekstpagina´s foto´s groter kan neerzetten. Binnen het Maakum-concept is vaak meer mogelijk dan je denkt, maar je moet het wel even uitzoeken. (Maakum is het bedrijfje waar de server staat waarop onze website draait. Ik heb ook de home-pagina, waar je binnenkomt, wat "beeldrijker" gemaakt. Benieuwd of je het een verbetering vind.
Op de terugweg fiets ik langs het opvangcentrum c.q. hangplek voor zwerfkatten, dat door een Engelse lady is opgezet. De katten krijgen iedere dag ruim visafval en ander voer; ze zijn weldoorvoed en allerminst schuw. Ans vraagt al weken of ik een foto ervan op de site wil zetten (zie boven) Als ik van de fiets stap en de camera hef komen ze overal vandaan aanlopen om te poseren. Ans is een kattenliefhebster en ze zou het liefst er één aan boord houden. Een ander huisdier is ook goed. We hebben het niet gedaan omdat het zo lastig is. Met name als we voor een week of wat naar Holland zijn, zit je ermee. Toch, een enkele keer bekruipt ook mij wel die behoefte, maar ik denk dan eerder aan een papegaai (maakt erg veel rotzooi, maar zegt tenminste wat) of - ik durf het haast niet te zeggen - een kanarie. Ja! Een scheepskanarie die mooi kan fluiten, dat lijkt me wel wat. Dat komt door Leonard van Veldhoven, die er erg veel plezier van had, zo schrijft hij in deel 3 van zijn scheepsjournaal. We zullen zien. Van Ans´dochter Tessa vernemen we dat de camera-telefoon, die we met onze website bij het blad Zeilen gewonnen hebben, bij haar is gearriveerd. Die pikken we over een aantal maanden wel op. (Dokter) John Holloway komt ook vandaag niet langs met de nieuwe regulator voor de dynamo. Het is niet erg want we willen nu toch niet uitvaren, maar ik zou het nu toch wel graag in orde willen hebben om te kunnen vertrekken zodra dat kan. Terug naar boven
Lagos (97)
Zaterdag 09-02-2008
Ans experimenteerde gisteravond met grote garnalen en een ons onbekende groente, die hier Quiabos heet. Een andere naam is Okra. Het zijn groene peulen van ongeveer 10 cm (zie foto) Het zijn de onrijpe vruchten van de Okra-plant, die in de (sub)tropen wordt gekweekt. Mogelijk vind je ze ook wel bij ons, maar wij zagen ze niet eerder. Ans heeft ze één keer in de lengte doorgesneden en samen met gepelde tomaten en uien, met cayennepeper, ongeveer 30 minuten laten pruttelen. Daarna deed ze er gepelde, gekookte grote garnalen en uitgebakken spekjes bij. Overheerlijk! De Okra´s zelf deden wat aan zoetige sperziebonen denken.
Vandaag de hele dag weer zoveel wind uit zuidoost. Zelfs in de luwte die het appartementengebouw naast ons geeft, zien we af en toe Bf 6 op de windmeter. Het is ook niet echt warm. Uit de wind, in de luwte van de buiskap, lezen we in het zonnetje. Ik worstel uur in uur uit met "The Cosmic Landscape" van Susskind. Allemachtig, wat een breinkraker! Maar je moet wel aan één stuk doorlezen, anders raak je de draad volledig kwijt. Het is wél de tot dusver beste uiteenzetting van de snaartheorie, die ik tegenkwam. Als ik wil (wat ik soms wil) dat Ans me meewarig aankijkt en nadrukkelijk naar haar voorhoofd wijst, dan hoef ik maar een stukje voor te lezen. Dit bijvoorbeeld:
"The compactification scale in Kaluza´s theory fixes the magnitude of the electric charge of a particle like the electron. It also fixes the masses of the particles. In other words: the scale of compactification determines various constants that appear in the ordinary Laws of Physics. Vary the size of compactification, and the Laws of Physics change" (p. 237)
Dat had je zelf al bedacht, zeker. Toch is het allemaal bloedserieus en geweldig interessant. Vanvond kunnen we ons echter ontspannen. Het Engelse zeilerspaar van Forty Love, drie boten verderop, heeft de hele steiger (4 boten, alle verder Engels) op het eten genodigd. Dat kan wel gezellig worden. Terug naar boven
Lagos (98)
Zondag 10-02-2008
Trevor en Julie van Forty Love, een mooie Bowman 40 die vier boten verder aan onze steiger ligt, serveren gisteravond een grote pan uitstekende paella voor ons en de bemanningen van de andere Engelse schepen van onze steiger: Rain again (van de zeer Scottish intonerende Marc & Frances) en Anne & David van Alyssa, een Dufour. Alleen onze directe buren Richard & Eilene van de Mirabelle zijn verhinderd, Richard moet studeren voor zijn yacht-master examen. Zij zijn wel de enigen die - net als wij - helemaal geen huis meer hebben en altijd aan boord wonen. De anderen zijn net terug van een maandenlang verblijf in hun woningen in Engeland. Het is een bont gezelschap dat zich opperbest vermaakt. Hun achtergronden zijn zeer divers, één is fysicus (dat is Marc) die nog bij de wereldberoemde Nobelprijswinnaar (in 1979) Abdus Salam heeft gewerkt, de anderen zijn ondermeer farmacoloog, HR-manager en antiekhandelaar. (Tussen haakjes: Salam was Pakistaan en één van de weinige Nobelprijswinnaars in de islamitische wereld) Ze houden allemaal van zeilen en ze hebben al heel wat grote oversteken gemaakt. We genieten van de Engelse humor en de aanstekelijke manier waarop ze de talloze verhalen vertellen. Ik herinner me er één die nogal wat indruk op ons maakte van Marc. Hoe ze tijdens een Atlantische oversteek door een lek een groot deel van hun drinkwater verloren. Hoe ze hun resterende voorraad rantsoeneerden. Hoe een vlakbij varende collega-zeiler, die om hulp was gevraagd,´s nachts stiekem verdween. Hoe Frances een keer haar haar waste in het bilgewater. En, het moet gezegd, die Engelsen zuipen erop los - zowel de mannen als de vrouwen - in een tempo dat zelfs ik niet kan bijhouden. Vol verbazing zie ik hoe Julie na de maaltijd achteloos drie volle glazen witte port achterover slaat en normaal door blijft praten. Zie foto boven en hier.
Vandaag heb ik een nogal "dom hoofd", overgehouden van gisteravond. Op de wekelijkse koffiebijeenkomst in de kuip van J&B ben ik dus tamelijk stil. Ook de rest van de dag dient om te recupereren. Het waait nog steeds stevig uit het zuidoosten en de komende dagen wordt regen en onweer verwacht.
In mijn slome toestand surf ik wat rond op het net. Op de website van Elsevier staat dat men in Frankrijk een actie is begonnen om Ayaan Hirsi Ali de Franse nationaliteit te geven en derhalve ook de beveiliging die onze eigen regering haar onthoudt. Vol afgrijzen lees ik de soms stuitende reacties van nogal wat lezers van het artikel. Vaak ook nog onder een schuilnaam. Wat een helden! Hirsi Ali is in Nederland een spraakmakend lid van het parlement geweest. Ze heeft een aantal zeer leesbare boeken geschreven. Daarin heeft ze nooit gelogen over haar afkomst en over de manier waarop ze politiek asiel heeft gekregen. Ze heeft op niet mis te verstane wijze gebruik gemaakt van de vrijheid van meningsuiting in ons land en belangrijke problemen aan de orde gesteld zoals de verhouding tussen religie en staat en de problemen van integratie en vrouwenonderdrukking in de Islam. Ze is zwaar de dupe geworden van haar moed en haar eerlijkheid. Je hoeft het niet in alles met haar eens te zijn om te vinden dat Nederland er trots op zou moeten zijn dat iemand van haar kaliber in ons midden wilde wonen. Het getuigt van een beschamende bekrompenheid dat noch onze regering noch ons parlement bereid waren haar bescherming te blijven bieden tegen de gewelddadige krachten van fundamentalisme en geloofshysterie. Nederland had hier een grens moeten trekken en dat had veel meer betekenis en uitstraling gehad dan de schijnvertoning van dit moment rond het boerkaverbod. Ik maak me kwaad en - wat ik anders nooit doe - plaats een reactie van deze strekking tussen al het kwalijke gekrakeel. Jawel, natuurlijk gewoon onder mijn eigen naam.
Na een uur of vijf wordt het, zoals nog iedere avond, gauw kouder. Ans zet het electrisch kacheltje aan en het wordt snel warm. Ineens - poef - geeft het kacheltje de geest. Een klusje! Ik haal het helemaal uit elkaar en ontdek een loszittend draadje, daar waar het kacheltje om een asje kan draaien met behulp van een klein electromotortje zodat de warmte verspreid wordt. Losgetrild, dus. Ik maak het met enig gepier weer vast en, ja hoor, hij doet het weer. Welk een succes op deze verder nogal verloren dag! Terug naar boven
Lagos (99)
Maandag 11-02-2008
Weer een winderige dag, met toch redelijk wat zon. Na de boodschappen laat ik de dinghy op het voordek leeglopen en bevestig hem zee- en stormvast aan dek voor de buiskap. In de loop van de dag komt John Holloway langs met de gerepareerde dynamo. De reparatie van de interne regulator is knap duur, waarschijnlijk ruim € 300! Daar zitten nog niet eens de uren van John zelf in. John zegt dat de Hitachi-regulators zelden stuk gaan. Hij heeft wel een idee over de oorzaak. Heb ik ooit het waarschuwingslampje "charge" op het control panel van de motor zien branden? Nee, zeg ik, want ik let namelijk altijd scherp op die drie lampjes (oliedruk, motortemperatuur en "charge") Charge brandde nooit. Ik heb daar verder nooit aandacht aan besteed. John knikt. We bestuderen de oorspronkelijke bedradingsschema´s van Jeanneau en van de dieselmotor. Op de D+aansluiting van de dynamo zitten volgens hem connecties die daar niet horen, die horen op de B+. Op D+ hoort alleen het charge-lampje. Oh. Hij zoekt verder en uiteindelijk is de diagnose, dat er een diode blijkt te zijn geplaatst die voor de Mastervolt ladingverdeler als een soort compensatiediode zou moeten functioneren. Dat is echter helemaal niet nodig want de Mastervolt splitter is voltage drop free, dat wil zeggen dat er geen spanning in verloren gaat zodat de dynamo (Wet van Ohm) exact kan "voelen" hoeveel laadstroom iedere accugroep nodig heeft. De pseudo-compensatiediode geeft echter steeds een soort "compromisspanning" door, die constant lager is en stimuleert de dynamo daardoor méér laadstroom te leveren dan nodig is. Mogelijk is de regulator daardoor stuk gegaan. Hij haalt die diode ertussenuit en sluit wat andere draden kort, waardoor nu ook het charge-lampje even kort brandt - zoals het hoort - als we de motor starten. De multimeter meet een constante laadspanning in het circuit van 14,20 Volt en ongeveer 11 Ampère, eveneens zoals het hoort. Ik vraag me trouwens sterk af of ik er sowieso iets van snap en ik ben erg benieuwd wat Lowy en Fons van het hele verhaal denken!
Nu is alles verder in orde en kunnen we weg zodra het weer opknapt. De weerkaartjes tonen echter dat het nog de hele week stevig blijft waaien uit het zuidoosten. Dat is precies op de kop en produceert een zware zeegang langs de kust. In de Straat van Gibraltar waait het door het beruchte "tunneleffect" nog een keer zo hard uit het oosten, zie ik, daar kun je beter niet aan beginnen. Daarom gaan we morgen een uitstapje maken naar Sevilla in Spanje, ongeveer 300 kilometer met de bus. Terug naar boven
Lagos (100)
Dinsdag 12-02-2008
Op de foto hiernaast (en hier) staat Ans naast de tombe van Christophorus Columbus in de immense Kathedraal van Sevilla. De in Genua geboren Italiaan, die in dienst van de Spaanse kroon een westelijke weg naar India zocht en in plaats daarvan in 1492 een nieuw continent "ontdekte". Tussen aanhalingstekens, want er woonden immers al vele duizenden jaren mensen, die het continent via een toen nog aanwezige landbrug over de Beringzee bevolkten. Toch, voor welhaast iedere zeilzwerver, is deze tombe een plek om langs te gaan als je in de buurt bent, om er even met je hand over het donker glanzende marmer te strijken van het graf van een buitengewoon moedig mens, en zijn durf te gedenken om met drie piepkleine bootjes de onbekende westelijke oceaan op te sturen en alsmaar door te blijven varen in de richting van de ondergaande zon.
Dat Sevilla zo´n prachtige stad is, daar was ik me werkelijk niet van bewust! Maar laat ik bij het begin beginnen...
Om kwart voor zes gaat vanochtend de wekker. De harde zuidoostenwind waait nog altijd en rukt aan de boot. In het donker lopen we naar de plek waar de bus naar Sevilla vertrekt. Een 40-tal mensen gaat met de excursie mee, onder wie wat bekende Hollandse zeilvrienden uit de haven. Geleidelijk wordt het lichter. Het is ruim 300 kilometer, dus gelukkig is er na twee uur, na het passeren van de Guadiana, de grensrivier met Spanje bij Ayamonte, een sanitaire stop bij een wegrestaurant. Meteen slaat de egoïstische lompheid weer toe die ik altijd met Spanjeaarden associeer (ik ben niet zo´n liefhebber van de Spaanse mens. Ik vind ze doorgaans bot, platvloers en luidruchtig. Heel anders dan de Portugezen!) Natuurlijk stroomt de bus snel leeg en ontstaat er een rij bij de koffiecounter en even later bij de toiletten. Je wordt op zulke momenten er wel met je neus opgedrukt dat wij stofwisselende en uitscheidende machines zijn, die doorgaans allen tegelijk die behoeften gevoelen als wij groepsgewijs reizen. Daarom breng ik gezwind eerst een bezoek aan de "natte ruimten" (zoals die in de bouw worden genoemd) Voor het herentoilet staat een een bord halfslachtig in de weg. Het beduidt dat er wordt schoongemaakt, maar waar? Er is helemaal niemand te zien en - op mijn leeftijd moet je nogal eens nodig - we hebben maar een kwartier voor de bus verder rijdt. Ik neem dus noodgedwongen plaats en even later komt de schoonmakende dame met groot misbaar langs en begint - ik geloof mijn oren niet - op mijn deur te beuken! Wat wil ze van me? Ik reageer met in beschaafd Engels te veronderstellen dat ze gek is geworden, wat leidt tot een rauw ronkende scheldkannonade. Kijk, zó zijn nou Spanjaarden! Je moet je gewoon niets van ze aantrekken.
Om tien uur worden we afgezet in het centrum van Sevilla. Maar eerst rijdt de bus ons langs de oever van de bruine regenrivier waar de stad aan ligt. De Quadalquivir, die je vanaf de kust met tij mee mee kunt opvaren om na 54 mijl en een sluis de stad te bereiken. Aan de oever ligt - direct naast het oude centrum! - een schitterend park, het Parque María Luíza. Zij was geloof ik een ongewoon mooie danseres in het begin van de 20e eeuw. Het park werd aangelegd in 1929 ter gelegenheid van de Expositíon Hispano-Américana, een soort wereldtentoonstelling van de Spaans/Portugeestalige wereld. In dat park kun je op zichzelf al dagen rondkijken. Er zijn tal van bomen en planten uit de Latijnstalige wereld (ook Ficussen, maar geen kathedraalbomen voorzover we konden zien) en beeldschone paviljoens uit de landen die toen aan de expositie deelnamen. Sevilla heeft er een uitgestrekt en beeldschoon stadspark aan overgehouden. De twee mooiste paviljoens zijn klein, die van Guatemala en van Portugal. Maar het enorme Spaanse paviljoen op het Plaza da España verslaat alles. Dat is zó mooi! Kijk maar hier. Je mag er alleen niet in, een militair in een dwaas camouflagepak houd je tegen, want nu huist de autonome regering van de regio Andalusië in het gebouw. Die mag zeker niet gestoord worden.
We slenteren door de stad. Overal staan sinaasappelbomen, nog vol met vruchten. Het is 24° en lenteachtig zoel. Alle terrassen zijn bezet. Sevilla is een universiteitsstad met 10.000 studenten. Je kunt aan de talloze verbluffend mooie gebouwen zien hoe rijk deze stad altijd al geweest is. In de Torre del Oro, de Gouden Toren aan de rivieroever, werd een groot deel van alle goud- en zilverschatten uit het koloniale wereldrijk van Karel de Vijfde verzameld. Het summum van rijkdom is de enorme Kathedraal van Sevilla, de grootste Gothische kathedraal op de wereld, gebouwd op de plaats waar ooit een wonderschone moskee stond. Sevilla was immers van de 8e eeuw tot de 15e eeuw Moors bezit. Dat was overigens een heel andere Islam dan die van de hedendaagse islamo-fundamentalisten! De Islam van toen was levendig en nieuwsgierig en bedreef - anders dan nu - intensief wetenschap, bouwkunst en techniek. Men was toleranter tegenover andere geloofsrichtingen (Of dat ook voor christenen, ongelovigen en afvalligen gold, weet ik niet) Er woonde in elk geval een grote joodse gemeenschap in het islamitische Sevilla. Van de unieke moskee werd later, op gezag van de Spaanse koning alleen de beelschone minaret van de slopershamer gered, thans de sierlijke Torre Giralda met nog de uivormige, Moorse vensters. Van bovenaf de transen, onder de grote bronzen klokken, heb je een geweldig uitzicht over de stad en de rivier. Ook de kathedraal zelf is zó uitbundig van schoonheid dat we er verdwaasd en overweldigd rondlopen en er niet in slagen ons ergens toe te bepalen, behalve dan tot de graftombe van Columbus. Hier een foto, waar de kathedraal nauwelijks op staat (wel koetsjes ernaast). Ik kan hem niet goed fotograferen, zó groot is hij.
We voelen ons later wat meer op ons gemak in de smalle kronkelstraatjes van de oude Joodse wijk, met zijn 2e-handsboekenzaakjes, waar ik me liefst helemaal in zou willen terugtrekken. Daar vinden we ook een plekje in nauw straatje langs de gevel van Casa Roma, een restaurantje bij het voormalige Hospital de los Venerables. We koesteren ons in de zon, eten geroosterde chorizo en een lekkere salade met tomaten en ansjovis, en drinken bier (Ans) en rode wijn. Foto hier. In het nauwe straatje naast het vroeger ziekenhuis is een smalle kerk, waaruit hemelse orgelmuziek klinkt van Bach. Iemand is op het orgel aan het studeren. Helaas is het kerkje afgesloten. Ik moet me al sterk vergissen als het het allegro uit de prachtige triosonate uit BWV529 niet is, met die voortdurend prachtige, zilverachtige omspelingen. Even schieten me de tranen in de ogen. Méér genade op één dag is haast niet mogelijk. Ik besluit ter plekke dat we ooit in ons leven hier, in deze stad en bij dit kerkje, zullen terugkeren.
Eind van de middag maken we nog een korte rondvaart op de Quiadalquivir. Onder de bruggen door komen we iets naar het zuiden langs de jachthaven van de Club Náutico de Sevilla, die we graag even willen zien voor het geval dat we de komende weken inderdaad de rivier op varen. De jachthaven valt ons tegen: tamelijk ongezellig en kaal en verder van de stad dan we dachten. Het zit er dus niet in dat we daar nog heen gaan. We rijden om vijf uur met de bus terug naar Lagos. Lange tijd rijden we door uitgebreide glooiende velden vol eindeloze rijen olijfbomen. Het voelt alsof we naar huis gaan, zegt Ans. In Lagos waait het nog steeds hard zuidoost. Die wind waren we in de luwte van de stad op het Iberisch hoogland helemaal vergeten. Om half negen zijn we op onze boot. Knap vermoeid maar wel thuis, dus. Terug naar boven
Lagos (101)
Woensdag 13-02-2008
Dag met veel wind, meer nog dan de vorige dagen en nog steeds zuidoost. Af en toe staat er Bf 6 op de meter, terwijl we toch in de luwte van een appartementengebouw liggen. Op zee waait het Bf 8 of 9 en er staat een zware zeegang. Enfin, we wachten het maar rustig af. Ans draait een hoop was die door de krachtige wind supersnel droog waait. Ik schaf bij de chandlery op de werf van Sopromar een extra zinkanode aan, een lange staaf zink aan een draad van gevlochten staal (zie foto) Een zinkanode is bedoeld ter voorkoming van electrolyse, een electrisch-chemisch proces in het water dat onstaat door potentiaalverschillen tussen verschillende ondergedompelde metalen. Als er bijvoorbeeld een of meerdere stalen schepen in je buurt liggen, kan dat proces je schroefbladen en je schroefas aanvreten. Een zinkanode voorkomt dat, door zich "op te offeren" aangezien zink gemakkelijker electrolyseert dan andere metalen. Uiteraard heb ik al zinkanodes op de schroefas en de schroef zitten (en op de boegschroeven), maar je kunt niet zien in hoeverre die al zijn aangevreten. Daarvoor zou het schip op de wal moeten, of jijzelf onder water, om de toestand van de anodes te beoordelen en ze eventueel te vervangen. De nieuwe zinkanode dient als "verklikker", je kunt hem zo uit het water trekken en zien in hoeverre hij al aangevreten is. Je moet hem wel aan een geaarde plek vastmaken, in ons geval een dekputting van het zijwant, omdat dat is doorverbonden met de kiel (als beveiliging tegen blikseminslag) En je moet niet vergeten hem weg te halen als je gaat varen! Anders kan hij de scheepshuid beschadigen.
Verder bel ik Lowy van Jachtwerf Numansdorp en praat hem bij over de activiteiten van John Holloway (die trouwens vanmiddag een gepeperde rekening komt brengen) Lowy is het niet erg eens met de diagnose van John: de regulator kan niet stuk gaan door te hoge spanning, want die reguleert hij nu juist. Tja, wat moet je ervan denken? Lowy adviseert me er tijdens het motoren goed op te letten of de batterijspanning niet onder 14 Volt zakt. Dat zou de levensduur van mijn AGM-accu´s kunnen verkorten. Okay, zal ik doen.
De rest van de dag ben ik verloren in de spannende misdaadroman "The dogs of Riga" van Henning Mankell, die ik op de book swap plank in de laundry van de marina vond. Straks komen Jan & Baukjen van J&B een borrel drinken. Terug naar boven
Lagos (102)
Donderdag 14-02-2008
De borrel met Jan & Baukjen van J&B loopt - zacht gezegd - nogal uit. Gelukkig heeft Ans voldoende in huis, dus ze eten met ons mee van de hachee die ze om 10 uur opdient. Een vrolijke avond die tot in de late uurtjes duurt (zie foto)
Vandaag is het Valentijnsdag en Ans ontvangt een niet-gefrankeerde kaart van een anonieme aanbidder. Wat een held! En niet eens een postzegel gekocht! Dus ook nog een krent.
Het weer is wat rustiger, maar de zee nog niet! Helaas zijn de vooruitzichten ook niet goed: in het weekend nadert ons een zich uitdiepende depressie met heel veel regen en wind. Tot 40 knopen, volgens de weerkaartjes. Bijna Bf 9 (storm) en opnieuw uit zuidelijke richting. De depressie blijft wat in de buurt hangen, dus ook na het weekend is het onbestendig. We stellen ons erop in dat we hier nog wel een week moeten blijven liggen. Terug naar boven
Lagos (103)
Vrijdag 15-02-2008
De dag vangt grijs aan, het is bewolkt en het waait nog, zij het minder. Buurman Richard zou vandaag zijn praktijkexamen Yacht Master doen, maar de examinator heeft het uitgesteld, de zeegang is nog te wild. Het is overigens helemaal niet koud, vermoedelijk vanwege de warme lucht die de voortdurende zuidelijke wind aanvoert. We berusten erin dat we voorlopig niet weg kunnen en tonen ons weinig actief. Ik slenter wat door het stadje. Op veel plaatsen zie ik hoe de Japanse mispelboompjes (de "foute" kathedraalboom", zie hier) vrucht beginnen te dragen. De loquats, vaak nog groenblauw maar soms al oranjegeel verkleurend (zie foto hiernaast)
Een aantal uren ben ik bezig met een inventarisatie van het electrisch systeem aan boord, zowel het 12V als het 230V systeem. De geschiedenis rond de kapotte dynamo heeft me er weer met de neus opgedrukt dat ik er veel te weinig van weet. En dan is er ook nog zwager Cees, die wat kritische kanttekeningen mailt bij de extra opofferingsanode, die ik eergisteren in het water hing. Cees werkt in de olieindustrie en hij heeft vaak met corrosie te maken. Hij zal er dus wel verstand van hebben. Alles echter op zijn tijd, ik begin eerst maar eens met de accu´s. Zo ontdek ik dat mijn startaccu niet - wat ik altijd dacht - een AGM-accu van 135Ah is als de andere, maar een gelaccu van 110Ah. Oh. Dan maak ik een lijstje van de acculaders, het zijn er drie, en noteer de verschillende types en kwalificaties. Ik verbeter de lijstjes op de site in de rubriek Boot. Ik eindig met de inspectie van situatie bij de aansluiting van de walstroom. Zit daar een goede aardlekschakelaar? Jazeker! De lezer zal van dit alles niet verrukt van zijn, ik houd er nu ook maar mee op, maar het levert gegevens op die van belang zijn om dezer dagen de opmerkingen van zwager Cees te kunnen pareren. Overigens zou ik wel eens willen weten hoe zeilers die, na een oceaanoversteek, in de Caribean of de USA te maken krijgen met walstroom van 110V, dat oplossen. Is daar een omvormer voor of liggen ze nooit aan walstroom?
In de middag komt toch nog de zon door. We zitten lekker uit de wind achter de buiskap in de zon te lezen. Ik heb Susskind even terzijde gelegd. Ik slaag er niet in om enig benul te ontwikkelen van de braantheorie, de manier waarop elementaire deeltjes als quarks, electronen en fotonen bestaan in 9 of 10 dimensies. Het is daardoor nogal saai. Je krijgt er op den duur een "droog hoofd" van, zoals ik dat noem: een hoofd zó droog dat de raderen er moeizaam ronddraaien en hoorbaar knarsen. Nee, veel boeiender is het nieuwe boek over abrupte klimaatomslagen van wetenschapsjournalist Fred Pearce "With Speed and Violence. Why scientists fear tipping points in climate change" (Beacon Press, 2007) Dus morgen verder over galvanische corrosie én over klimaatomslagen. De site van NRC/Handelsblad meldt een studie die vandaag verscheen in het weekblad Science. Veertig procent van de oceanen en de zeeën op de aarde zijn zwaar verstoord door de mens, stellen onderzoekers van de University of California. Op die wateren zeilen we. Into a dying world? Er is een wereldkaart bij, waarop de verstoringen te zien zijn. Ik plaatste hem hier op onze website. Terug naar boven
Lagos (104)
Zaterdag 16-02-2008
We slapen wat uit, het waait toch hard. Gisteravond keken we naar de DVD-film "The Time Machine" (2002), de fraaie remake van een eerdere film uit 1960 naar de gelijknamige, klassieke SF-roman van H.G. Wells. Grappig is dat deze remake werd geregisseerd door een achterkleinzoon van Wells, Simon Wells. Het is de geschiedenis van een jonge natuurkundige, die bij een roofoverval in 1900 zijn aanstaande bruid verliest. Hij bouwt een tijdmachine om terug te keren naar een tijdstip vlak vóór de overval, om de noodlottige loop der dingen te veranderen. Dat lukt niet en de verslagen wetenschapper laat zich dan maar 800.000 jaar de toekomst in slingeren. De film zit vol prachtige tijdparadoxen (de holografische bibliothecaris!) en mooie beelden.
Vandaag doe ik een klus die ik al maanden voor me uitschoof. Op mijn oude laptopje uit 1999 staat nog een grote hoeveelheid foto´s waar ik nooit een back-up van heb gemaakt. Gelet op de staat en vooral de traagheid van het toestelletje, nog met Windows 98, is dat niet verstandig, maar het is een heel werk. De externe harde schijf blijkt er namelijk niet op te functioneren. Met een oude Pen Drive USB-stick van 256 Mb lukt het de zaak via de harde schijf van mijn VAIO-laptop over te zetten, maar het is een nogal tijdrovend karwei.
Hieronder staat een mooi plaatje van electrolyse en galvanische corrosie tussen schepen onderling (of onderdelen, zoals bronzen schroeven en afsluiters en RVS-schroefassen) in een jachthaven. In dit geval gaat het om een bronzen schroef bij het voorste schip en een aluminium outdrive bij het achterste.
Metalen zijn - afhankelijk van hun atoomstructuur? - in verschillende mate electrisch actief. Het ene metaal reageert gretiger dan het andere. Het is als het ware lichtzinniger of losbolliger en gaat gemakkelijker relaties aan dan het andere. Hoe minder lichtzinnig het metaal is, hoe edeler het genoemd wordt. IJzer is bijvoorbeeld lang niet zo "promiscu" als aluminium of zink en dus veel edeler. Als je twee verschillende metalen in water dompelt ontstaat er een electrisch spanningsverschil tussen beide. Als ze boven water ook nog aan elkaar verbonden zijn, zoals bijvoorbeeld bij twee boten die in een haven allebei aan de walstroom liggen, dan gaat er zelfs een electrische stroom lopen. Die loopt ook door het water en zeker door zout zeewater! Het metaal dat electrisch het meest actief is, dus het meest onedele, staat atomen af. Die lossen op in het zoute water. Het raakt daardoor aangevreten en verzwakt op den duur. In het bovenstaande plaatje wordt de aluminium outdrive van het achterste schip aangevreten en niet de bronzen schroef van het voorste. Maar een bronzen schroef wordt wél aangevreten als er een nóg edeler metaal vlakbij in het water is, bijvoorbeeld een schip of een damwand van staal.
Je kunt je boot beschermen door het aanbrengen van zinkanodes. Zink is een zeer onedel metaal, nog onedeler dan aluminium, en laat zich gemakkelijk aanvreten. Het offert zich eigenlijk op (zinkanodes worden ook opofferingsanodes genoemd) en beschermt daardoor de edeler metalen aan je boot. Natuurlijk moet je ieder jaar als de boot even op de wal staat voor het aanbrengen van nieuwe antifouling, even kijken hoe het met die zinkanodes is en of ze niet vervangen moeten worden. Je kunt natuurlijk zelf ook een keer onderwater gaan kijken.
Wat mailt zwager Cees nou, toen ik een paar dagen geleden een extra zinkanode kocht en die (geaard op het schip) in het water hing? Allereerst moeten de opofferingsanodes bij voorkeur precies dezelfde samenstelling hebben, anders is er toch verschil in snelheid van aanvreten. Dat is op zich juist. In de tweede plaats moeten de opofferingsanodes allemaal even lang aan het hetzelfde medium zijn blootgesteld. Als ik die extra anode er steeds uit trek als we gaan varen, dan is dat niet zo. Dat klopt, maar is dat erg? Nee, lijkt me niet. Cees bedoelt dat de mate van aanvreten op de extra anode niet persé een goede maat is voor de conditie van je vaste zinkanodes - en dat ziet hij goed. Die kunnen er intussen best al veel erger aan toe zijn. Je hebt dus niet meer dan een grove indicatie en je moet absoluut de vaste zinkanodes van je boot jaarlijks checken en zonodig vervangen. De extra anode vertraagt echter wel het aanvreten van de vaste anodes.
Nu schijnt er nog een andere bescherming tegen electrolyse te bestaan, namelijk een electrolyse-isolator. Die wordt ook in het bovenstaande plaatje genoemd. Hoe dat werkt weet ik niet, maar ik zal het proberen uit te zoeken. Ondertussen begint de avond te vallen. De wind trekt flink aan. Vannacht en vooral morgenochtend wordt storm verwacht met zware buien. De landvasten kraken door het trekken van de wind aan het schip. Ik heb ze nagelopen en eentje wat vaster gezet. Niet te vast, de boot moet wel kunnen bewegen. Terug naar boven
Lagos (105)
Zondag 17-02-2008
Een alerte lezer van de website mailt gisteravond dat het stukje van gisteren over galvanische corrosie niet helemaal klopt, waar het stelt dat een bronzen schroef galvanisch kan worden aangevreten door een stalen schip of damwand in de buurt. Brons is "edeler" dan ijzer, dus dat zou juist andersom moeten zijn. Nee, toch niet. Brons is een legering van koper en 10-30% tin. Het koper is inderdaad "edeler" dan ijzer maar het tin niet. Dus gaan tin-atomen in oplossing en vallen er op de duur allemaal putjes en gaatjes in je schroef, die rood gekleurd zijn door het achterblijvende koper. Het schematische plaatje hierboven laat het wel aardig zien.
Er is echter een veronderstelling die aan het verschijnsel ten grondslag ligt, die me doet peinzen. Wil er een complete stroomkring kunnen lopen, dus:
Boot 1 > (zee)water > boot 2 > walaarde > boot 1
dan veronderstelt dat walaarde en scheepsaarde aan elkaar verbonden zijn en dus hetzelfde. Je ziet dat ook op het plaatje. Als je die beide "aardes" nu eens op jouw schip volledig van elkaar scheidt door er een isolator tussen te plaatsen, dan is er geen stroomkring meer en zou voor jouw boot het electrolyse-probleem niet bestaan. Is dat zo? Het is net als in wetenschap: er blijft altijd weer iets over dat je nog moet uitzoeken. Ik kom erop terug.
Vannacht waait het hard, de storm trekt over. Ik slaap onrustig. Lig te "hanewaken" en hoor van alles, geluiden die je niet kunt thuisbrengen en die je nopen om toch maar even te gaan kijken. De verbinding van de grootschoot met de nieuwe kar, die rammelt. Ik trek de schoot strakker en het is weg. Het kraken van de landvasten, stootwillen die met een dof plofje tegen de scheepswand stoten. Om vier uur striemt een stortbui het dek. De wind fluit en loeit naargeestig door masten, stagen en touwen. Een grijze ochtendschemer aarzelt om aan de dag te beginnen. Even is het droog, daarna vallen er steeds nieuwe buien. Tegen elf uur is het hoog water, hoger dan gebruikelijk. De zuidoostenwind perst het water al bijna een week tegen de kust van de Algarve aan. We mogen van geluk spreken dat we halverwege de maancyclus zijn en er geen springvloed is. Het zou me niet verbazen als de kades anders onderliepen.
De zondagse koffiebijeenkomst van de Hollandse zeilers op J&B is niet in de kuip maar binnen in de kajuit. De boot van Jan & Baukjen beweegt onrustig. Hij ligt meer in de wind, wij profiteren van de luwte achter een appartementengebouw. Het weer wordt vanzelfsprekend besproken. Ieder haalt zijn prognose weer ergens anders, maar alle voorspellingen voor de komende week zijn slecht. De rest van de dag brengen we lezend door. Het enige karweitje voor mij is het rechtknippen van de lonten van de beide olielampen. Ik lees vooral verder in Fred Pearce. Het valt me op dat hij in elk geval ook klimaatsceptici aan het woord laat, hoewel hij de naam Lomborg niet noemt. Onder de donkergrijze regenluchten valt de avond vroeg. De olielampen branden na de knipbeurt heel gelijkmatig en warmen de kajuit lekker op. We draaien een oude, aanstekelijke live-CD van John Prine en ik ga voor de verandering maar weer een flesje rode Dão Reserva opentrekken.
In de echte wereld riep ondertussen het parlement van Kosovo vanmiddag de onafhankelijkheid uit, de zoveelste stap in de ontmanteling van Joegoslavië en na Montenegro waarschijnlijk de zoveelste failed state in de regio, die zich moeizaam voortsleept in grote afhankelijkheid van geldstromen uit de EU en USA. Hoewel ik de gevoelens van de Albaneessprekende meerderheid begrijp, na alle ellende die ze van Milosevic´Servië ondervonden, heb ik er gemengde gevoelens over. De afscheiding is in strijd met het internationale volkenrecht. Je kunt verwachten dat de Serviërs in Bosnië-Herzegowina nu ook hun Republica Sirpska zullen afscheiden en dat Basken, Abchaziërs, Zuid-Ossetiërs, Transjnistriërs, Taiwanezen en Tsjetsjenen en welke nationale minderheden dan ook er een krachtige legitimering aan ontlenen. De geschiedenis laat zich niet indammen door de Verenigde Naties en het volkenrecht. De geschiedenis strompelt en struikelt als altijd verder, van de ene eeuw in de andere, als een blinde, lallende en door goden en mensen verlaten dronkaard in een wanhopige, waggelende slingerkoers. Met enig geluk komt hij ergens terecht maar het kan net zo goed misgaan. Terug naar boven
Lagos (106)
Maandag 18-02-2008
Hoewel het niet zo´n onrustige nacht is als gisteren - het regent veel en vaak maar waait niet meer zo hard - worden we pas om 10 uur vanochtend wakker. Wat een luxe kunnen we ons toch permitteren! Tussen twee buien in haal ik verse broodjes en daarna maken we de boot van binnen maar eens goed schoon. Het lekt weinig in de bakboord garderobekast, de doek die we er neerlegden zuigt het beetje lekwater gemakkelijk op. De rest van de dag lezen we tot het om drie uur even droog is. Samen doen we boodschappen voor de komende dagen in de EcoMarché aan de overkant. Die heeft een goede slager. Op de terugweg over de boulevard zien we in de haveningang nog steeds hoge brekende golven staan. In het noorden bouwt een onweer op, de rolwolk komt snel onze richting op (zie foto) We haasten ons terug. Bij het haven kantoor pikken we een boek en twee CD´s op. Het boek is van Sebastian Smith: "Southern Winds. Escaping to the heart of the Mediterranian" (Penguin, 2004) en beschrijft de reis met zijn jacht Shamaal door de Med. Het zou een goede analyse bevatten van de vele grillige winden in dit gebied, die je op zonovergoten, rustige dagen opeens een loer kunnen draaien. De CD´s? "Nachtmuziek" (2007), de nieuwe CD van Acda & De Munnik en "Mano Suave" (2007) van de Ladino-zangeres Yasmin Levy. Besteld bij Amazon.com (het boek) en bij Bol.com (de CD´s) op 15/02 en nu al hier! Super. We lopen op de kade als de rolwolk snel over ons heen trekt, de wind draait in één minuut 180° en waait ineens snoeihard uit het noorden. We haasten ons naar de boot terwijl grote druppels om ons heen in het water tjoempen. Nét als we binnen zijn breekt de bui los. Felle bliksemschichten, direct gevolgd door knetterende donderslagen, het onweer zit vlakbij. De radio - afgestemd op de klassieke zender Antenna 2 - geeft opeens alleen maar gekraak. Ik zet hem uit. Het regent bakken water. Als ik begin aan het schrijven van dit verslag, valt ook opeens de Internetverbinding uit. Die komt na de bui wel terug, maar het uploaden van de foto bij dit stukje lukt nog steeds niet. Na een uur is het voorbij. De bui schuift naar het zuidoosten weg, de zon komt er nog even onderdoor.
Zwager Cees mengt zich nu ook in het corrosie-debat. Hij mailt dat het niet waarschijnlijk is dat er tin in de bronslegering van mijn schroef zit. Dat zou nooit gebruikt worden in bronzen scheepsschroeven. Men gebruikt dan legeringen met namen als naval brass of admiralty brass, dat een legeringen zijn van koper met nikkel, aluminium, mangaan en staal. Dat heet mangaanbrons. Soms zit er ook zink in, maar zeker geen tin. Als je roodgekleurde putjes in je schroef krijgt, dan kan dat duiden op ontzinking door electrolyse. De bronslegering moet dan wel meer dan 15% zink bevatten. Ik moet dus eerst weten, zegt Cees, hoe de legering van mijn schroef is samengesteld. Juist! Ik scharrel de handleiding van mijn mooie, dure, bronzen Maxprop vaanstandschroef op. Helaas staat er helemaal niks in over de bronslegering. Op de website vind je ook niets. Ja, dan houdt het op maar - hoe dan ook - is het in mijn ogen verstandig een extra opofferingsanode in het water te hangen om eventuele corrosie in elk geval te vertragen.
Wat is Ladino-muziek? Zoals zo vaak kwam ik het per toeval tegen (dit keer in een oud nummer van Elsevier) Het is van oorsprong afkomstig uit één van de vele vertakkingen in de Joodse diaspora. In dit geval van de sefardische joden die uit Spanje vluchten toen Ferdinand van Aragon en zijn fanatieke gade Isabella van Castilië hen in 1492 dwongen te kiezen tussen bekering of ballingschap. Velen vestigden zich in het Ottomaanse Rijk dat, hoewel Islamitisch, destijds tolerant stond tegenover andere geloofsrichtingen. De Ladino´s bleven Spaans in taal en muziek, ook al woonden ze in landen als Roemenië en het hedendaagse Turkije en kent hun muziek veel oosterse invloeden. Die waren er misschien deels toch al, uit de eeuwen dat de Moren over het Iberisch schiereiland heersten en de Joden onderdak boden. Latere invloeden hoor je in de instrumentatie met fluiten en andere blaasinstrumenten. In het Turkse Izmir groeide de zangeres Yasmin Levy op (ze heeft nu de Israelische nationaliteit) Zij zingt de vurige en weemoedige liederen van het Ladino-volk. Haar stem heeft de klank en het timbre van een andere favoriet van me: Maria del Mar Bonet, de Catalaanse zangeres die ook zoveel Moorse invloeden in haar muziek verwerkt. Alles afkomstig uit de smeltkroes van tragiek en leed die Europa al die eeuwen geweest is, met zijn volksverhuizingen, asielzoekers, etnic cleansing en economische gelukzoekers tot op de dag van vandaag. Aanbevolen, dus die CD! Terug naar boven
Lagos (107)
Dinsdag 19-02-2008
Vandaag wolken maar ook zon. Zodra de wolken even aan de kant schuiven laten we ons in de kuip koesteren door het zonnetje. Ik word er echter onrustig van en fiets maar weer eens naar zee. Die is al aardig wat rustiger aan het worden. Maar in de komende dagen wordt het alweer slechter. Dat zie je op dit weerkaartje voor a.s. vrijdag: er zwaait rond een op zichzelf niet zo diepe depressie (1018 hP) een front met regen en wind over ons heen (zie plaatje) Dergelijke kaartjes haalt het programma Meteomanager dagelijks voor me op. Ze worden gemaakt door de US Air Force op de Amerikaanse luchtmachtbasis Sembach bij Ramstein in Duitsland. Als het uit publieke fondsen betaald is, is bij de Amerikanen alles gratis, net als GPS. Meteomanager werkt vooral met de bekende no-nonsense kaarten van Bracknell, maar op die van Sembach kun je ook de buien zien.
Dus: lezen. Uiteraard verder in Fred Pearce, maar ik kan het niet laten om ook stukken te lezen in Sebastian Smith´ "Southern Winds", het boek dat gisteren arriveerde. Hij en zijn Franse vrouw Adèle zeilden de Med rond in een jachtje (model Nordic) van slechts 26 voet (8 meter) Hoewel ze nog helemaal niet lang zeilen, moeten ze niks van moderne electronica hebben. Ze hebben wel een handheld GPSje aan boord, maar die gebruiken ze nauwelijks want de benodigde AA-batterijen zijn meestal leeg.
"GPS will blind many sailors", zegt Smith streng op pagina 30. Hij gebruikt zijn kompas, zijn log en een gegist bestek, want met de sextant, die hij wél bij zich heeft, kan hij nog niet zo goed overweg. Tja. Mijn oude vriend Henk Bezemer zweert er ook nog steeds bij, maar ik heb liever zekerheid over mijn positie. Natuurlijk zet ik bij een oversteek keurig ieder uur de positie in de kaart zodat, mocht de electronica uitvallen, ik altijd verder op gegist bestek kan met de meest recente positie. En natuurlijk kijk ik ook altijd uit naar de lichtkarakters van vuurtorens en bakens. Maar ík zie niet in waarom je geen gebruik zou maken van de veilige zekerheden die moderne apparatuur biedt, behalve misschien uit nostalgie of een vreemde neiging tot quasi-romantische zelfkwellerij.
Gisteravond met veel geduld de grote, design olielamp gerepareerd, die boven de kajuittafel hangt. Na het rechtknippen van de lont brandde hij wel beter, maar het opdraaimechanisme ging al weken moeilijk en gisteravond liep het vast. Verdorie, dat ding was peperduur! Ik heb hem helemaal uit elkaar gehaald en toen viel er een plat palletje uit, dat vast was gaan zitten in de kous, tenslotte afbrak en de zaak blokkeerde. Heel voorzichtig de kous verwijderd en langzaam er terug in opgevoerd, onderwijl draaiend aan het wieltje. Nu draait hij - zonder dat palletje - perfect omhoog en omlaag en brandt (en verwarmt!) hij weer prima. Daar ben ik niet weinig trots op.
Er is trouwens vandaag weer een boek gearriveerd en dezer dagen komen er nog meer. Heerlijk! Iedere dag voel je je jarig. Dit keer is het het nieuwe boek "The Shock Doctrine. The Rise of Disaster Capitalism" (Metropolitan Books, 2007) van Naomi Klein. Met haar eerdere boek, de bestseller "No Logo", werd ze de guru van de anti-globalisten, een luidruchtige stroming waar ik nooit affiniteit mee voelde. Maar...ik heb het nooit gelezen. Nu ik alle tijd heb neem ik meer dan vroeger de gelegenheid te baat om ook kennis te nemen van omstreden standpunten en analyses, zoals dat van klimaatscepticus Lomborg. Over Kleins´nieuwe boek las ik overigens wel een aantal waarderende recensies, ook van economen. Ik ben benieuwd.
De kwaliteit van het draadloos WiFi-netwerk in de haven is sinds kort erg beroerd. Ik ben zelfs overgestapt van het gebruik van de interne antenne op mijn nieuwe externe Senao Long Range USB-adapter. Dat geeft inderdaad een betere ontvangst maar niet méér snelheid. Misschien komt het omdat door het slechte weer veel zeilers binnen blijven en allemaal in de kajuit zitten te internetten. Terug naar boven
Lagos (108)
Woensdag 20-02-2008
Af en toe worden we vannacht wakker van regenbuien, die boven ons hoofd op de kuipvloer roffelen. In de ochtend wisselen regen en zon elkaar af. Er is nauwelijks wind. Tegen het middaguur wordt het droog. We besluiten om lekker op een terrasje in het stadje koffie te gaan drinken, maar eerst lopen we de boulevard af naar de haveningang. Er staat een rustige zee met een lange, slome zeegang. We kijken elkaar aan: we zouden nog kunnen uitvaren vandaag! We aarzelen en hakken dan de knoop door: we gaan niet! Er komen immers dezer dagen nog twee boeken over de post en het is natuurlijk te gek om die op te geven. Bovendien wordt het weer de volgende dagen slechter. Aldus besloten hebbend slenteren we naar het Centro Cultural waar we kaartjes kopen voor zaterdagavond. Dan is het 8e Festival de Música Al-Mutamid, met muziek van de drie culturen in het Middeleeuwse Al-Andaluz, zoals dit deel van het Iberisch schiereiland in de Moorse periode heette: christelijk, joods-sefardisch en islamitisch. Verderop in het CD-winkeltje in de Rua Marreiros Neto koop ik een dubbel-cd met live-optredens van Carlos do Carmo, één van Portugals beste fado-zangers. Op een van de terrasjes in de Rua Portas de Portugal drinken we koffie. De dienster is zo vriendelijk ons op de foto te zetten (zie boven) Het voelt aangenaam warm, de bomen lopen allemaal uit en de zon schijnt zacht door een vaag filter van hoge sluierwolkjes. De Portugese kranten berichten dat deze winter de droogste was in 91 jaar; betrouwbare metingen begonnen hier pas in 1917. Ondanks alle regen en wateroverlast van begin januari en de afgelopen dagen. Het past bij de voorspellingen van het IPCC dat het Middellandse Zeegebied in een opwarmende wereld betrekkelijk snel verdrogen zal, ondanks interupties van regenstormen en plotselinge overstromingen, en zelfs met woestijnvorming te maken krijgt.
Terug aan boord nestelen we ons behaaglijk in de kuip. We lezen als gewoonlijk en ik maak - vind ik - een mooie foto van mijn geliefde (klik hier) Ik lees in "Stroom aan boord" (Hollandia, 1999) van Jimmy Lengkeek en Roel Buis dat je galvanische corrosie door electrolyse kunt voorkomen door de walaarde en de scheepsaarde te scheiden door er een isolator tussen te plaatsen. Die isoleert bij spanningen onder 1,5V, dus bij grotere lekstromen is er wel dezelfde aarding en kan de aardlekschakelaar de spanning uitschakelen. Zij bevelen dat aan voor o.m. polyester schepen, die geen massavrije installatie hebben. Heb je wél een massavrije installatie, dan is een isolator niet nodig. Wat is massavrij? Als ik het goed begrijp, zijn dan alle 230V-apparaten en 230V-stopcontacten voorzien van randaarde, die is verbonden met de walaarde. De scheepsaarde geldt voor het 12V-systeem is ervan gescheiden. Walaarde en scheepsaarde zijn dus al gescheiden bij een massavrij polyester schip en je zou dus geen last van electrolyse moeten hebben.
Dit lijkt logisch. Toch begrijp ik drie dingen niet:
1. Mijn ervaring met opofferingsanodes op schroefas, schroef en boegschroeven is, dat ze wél aangevreten worden. Ik vervang ze ieder jaar. Is mijn boot misschien niet massavrij?
2. Komt dat misschien door de aardplaat, die onderwater op de scheepshuid zit en die nodig is voor de antennetuner van mijn HF-zender? Daardoor kunnen scheepsaarde en walaarde onder water toch contact hebben. Maar....ik had ook al aanvreting op de zinkanodes in de jaren dat ik geen HF-zender aan boord had.
3. Speelt de aardplaat niet mee, als de HF-radio uit staat? (Wat meestal het geval is)
Deze vragen zal ik eens mailen aan Lowy en Fons. Misschien zie ik het helemaal verkeerd. En nu gaan we een glas wijn inschenken en de nieuwe CD van Carlos do Carmo draaien. Terug naar boven
Lagos (109)
Donderdag 21-02-2008
Er is mist vannacht dus van de maansverduistering is niets te zien geweest. We waren het trouwens vergeten. Na negen uur verdrijft de zon de mist snel en wordt het een mooie dag. Een dag voor klusjes! Allereerst maak ik met wat restmateriaal, katrolletjes en een touwtje, een mooi takeltje op het uiteinde van de giek, waarmee je in de kuip de kraanlijn kan stellen. Daarvoor hoef je niet meer naar de mast. (Een foto laat ik morgen zien) Het is al gauw zo warm, dat we de korte broeken aantrekken. Daarna halen we de grootzeilhuik van de giek. De letters "DULCE" aan de stuurboordkant, waar de zon niet komt, zijn groen gekeurd van alg. De zon en wat "Spurt" maken ze weer wit. Dan hijsen we voorzichtig het grootzeil (zie foto) Niet met de electrische lier maar met het kleine liertje op de mast. Alles is nogal stroef en stug omdat het maanden opgedoekt heeft gelegen en met het geweld van de electrische lier maak je dan gauw brokken. Ik spuit wat teflonspray onder de leuvers, zodat ze soepeler in de mastgleuf lopen. "Teflonizeuren" noemden we dat destijds in de Deilse Watersportvereniging. Ook loop ik alle bewegende delen en bevestigingen na van want en lijnen. Alles is in orde. Ik ruim de drooglijnen voor het wasgoed op het voordek op. Tot slot schroei ik alle rafelende eindjes van lijnen en landvasten weg met de electrische touwsnijder. Het is heerlijk om al die zeilkarweitjes te doen, het hart klopt er sneller door, de zee trekt, het is tijd om te vertrekken! Nog even een paar dagen... In de middag komt er meer wind, een echte zeilwind nota bene. In de bovenlucht staan windveren. Verdorie, waarom zijn we niet weggegaan? Waar is dat slechte weer? Tja, achteraf kijk je een koe in zijn kont, zei een vroegere collega van me altijd.
Gelukkig is er weer een boek voor me gearriveerd in het havenkantoor. Het is een SF-klassieker uit 1953 die ik altijd al een keer wilde lezen, "The Kraken Wakes" van de Britse auteur John Wyndham, overleden in 1969. "Something is about to show itself, something terrible and alien, a force capable of causing global catastrophe" luidt de opwekkende flaptekst. Zijn beroemdste boek is natuurlijk "The Day of the Triffids" uit 1951.
De klussenlijst is vrijwel afgewerkt. Het wachten is nu nog op de pakjes die zwager Cees doorstuurde. Ik kijk nog even naar de Sembach weerkaartjes. Die blijven bij de prognose dat er dit weekend een regengebied overtrekt. Daarna lijkt het Azoren-Hoog eindelijk eens wat steviger greep op de situatie hier te krijgen. We zijn voor het eten uitgenodigd op J&B. Terug naar boven
Lagos (110)
Vrijdag 22-02-2008
Hiernaast het plaatje van het takeltje voor de kraanlijn, dat ik gisteren maakte, toen de zon nog volop scheen. Het slechte weer arriveert vannacht, of beter, in de vroege ochtend met regen en een harde oostenwind die aan het schip schudt. De ondiepe depessie is zuidelijk van ons, de kern is overigens maar 1018 hP. Dat zou je nauwelijks een depressie noemen, ware het niet dat de luchtdruk bij ons al 1026 hP is. Een gering verschil en niet over een superkorte afstand, maar kennelijk voldoende voor harde wind. Geen weer om naar buiten te gaan, afgezien van een snelle boodschap. Het is maar 16° midden op de dag. Somber, regenachtig en winderig.
We installeren ons lui in de kajuit. Het electrisch kacheltje houdt het behaaglijk. Typisch weer voor een spannend boek. In dit geval "The Kraken Awakes" van Wyndham, dat gisteren met de post arriveerde. Ik ben er de hele dag zalig in verdiept. Opmerkelijk is dat het boek - uit 1953! - een forse zeespiegelstijging beschrijft die een groot deel van de wereld onder water zet, door het smelten van de ijskappen boven Groenland en het vasteland van Antarctica. Ditmaal niet tengevolge van door de mens teweeggebrachte global warming, maar veroorzaakt door een invasie van kwaadaardige extraterrestials die zich schuil houden in de diepe troggen van de oceanen en die de wereld onder water zetten om de mensheid te verzuipen. Het boek speelt in de tijd dat de Koude Oorlog begon. Vanzelfsprekend - ben je geneigd te zeggen - bestookt men de aliens met atoombommen en maakt het er alleen maar erger door. Raak geschetst en zeer vermakelijk is de manier waarop de leidende politici voortdurend achter de feiten aanlopen. De dwarse wetenschapper Bocker (zou een dankbare filmrol zijn!) geeft op zeker moment de hoofdpersonen het persoonlijke advies:
"Find a nice, self-sufficient hilltop, and fortify it"
Uiteraard zal ik niet verklappen wat er allemaal verder gebeurt, maar ik kan je het boek zeker aanbevelen!
De Portugese pers meldt dat men tijdens de storm van afgelopen zondag/maandag voor de kust van de Algarve golven van zes meter heeft gemeten. Op de Sembach-weerkaartjes zie ik dat het dit weekeinde slecht blijft, maandag opklaart en vanaf dinsdag mooi, zonnig weer zal zijn. Tegen de avond trekt de zuidoostenwind fors aan. Af en toe zien we Bf 6 op de windmeter, ondanks de luwte die het appartementengebouw ons geeft. Het Portugese TV-nieuws toont beelden van strandafslag in Alvor, een paar kilometer naar het oosten. Strandpaviljoens zijn ondermijnd en dreigen te kapseizen en voorover in zee te schuiven. Daarna kijken we met ingehouden adem naar een live (!) uitgezonden opname van de, gelukkig geslaagde, noodlanding van een vliegtuig met 138 passagiers van American Airlines in Miami. Terug naar boven
Lagos (111)
Zaterdag 23-02-2008
Heel de nacht regen en harde zuidoostenwind. De barometer loopt tamelijk snel terug naar 1016 hP en in de loop van de ochtend loopt hij geleidelijk weer op. De depressiekern lijkt dus voorbij te zijn getrokken. Maar de Navtex meldt vanmorgen opnieuw een waarschuwing: "Gale in progress or expected" en specifiek voor São Vicente (ons gebied) "SE gale expected soon until saturday 23th at 18 UTC" De zeegang is "moderate to rough"
Weer een dag die we grotendeels in de kajuit doorbrengen. Ik heb me de afgelopen dagen wat verder verdiept in de vraag of nu eigenlijk bewezen is, dat de huidige opwarming van de aarde door de mensheid zélf veroorzaakt wordt. Het leidt vandaag tot het schrijven van een nieuwe Beschouwing in de gelijknamige rubriek. Je kunt hem hier lezen. Bovendien heb ik daarbij wat geëxperimenteerd met technieken om meerdere afbeeldingen in één tekstblok te krijgen. Het Maakum-systeem is daar niet gemakkelijk in, maar over het resultaat ben ik wel tevreden.
Eind van de middag is het droger en neemt de wind inderdaad wat af om later toch weer fors aan te halen. Het lijkt wel of de depressie op zijn schreden terugkeert, want ook de barometer daalt weer. Helaas geen pakjes op het havenkantoor. Vanavond gaan we naar het Festival van Middeleeuwse Muziek uit Al-Andaluz in het Centro Cultural. Terug naar boven
Lagos (112)
Zondag 24-02-2008
In de Algarve vindt dezer dagen een festival van middeleeuwse muziek plaats. Helaas is er in Lagos maar één concert, maar dat is wel een succes. Het ensemble Mediterranea speelt gisteravond gedreven en aanstekelijk joods-sefardische, christelijke en mohamedaanse muziek uit het Al Andaluz in de tijd van de Moorse bezetting van het Iberisch schiereiland. Maar ook oude muziek van elders uit het Middellandse Zeegebied. Ik zie tal van oude instrumenten zoals vedels, luiten, guitaras, fluiten, bellen, trommels, een doedelzak en zelfs een diep gonzend snaarinstrument dat aan een Indiase sitar doet denken. Ik heb totaal geen verstand van deze muziek en kan er dus niets anders over vertellen dat ze welluidend is en aangenaam om naar te luisteren. Na afloop kopen we een CD. Je kunt de muziek ook zelf horen op hun website.
Vannacht regent het af en toe fors, maar in de ochtend klaart het op. Zon en wolken wisselen elkaar af en er valt een enkele bui. Typisch een overgangsdag. De koffiebijeenkomst van de Hollandse zeilers is niet op J&B, maar in het huis op de heuvel hierachter waar zeilster Anneke en haar vriend Ben tijdelijk wonen als een soort "kraakwacht-housekeepers" Het huis staat nl. te koop. Anneke is jarig. We waren hier al een keer in december om met zijn allen Sinterklaas te vieren. Na een tijdje verlaat ik de bijeenkomst en loop door de uitgestrekte tuin. Omdat het huis bovenop een heuvel ligt, kun je ver kijken. De tuin is erg verwilderd en desondanks (of juist daarom?) een idylle. Verschillende bomen lopen uit, de mimosa begint te bloeien, er zijn veel bloeiende struiken en planten, onder andere lavendel, ijsbloemetjes, amandelbomen (alweer uitgebloeid) en twee Japanse mispels met nog groene loquatvruchten. Er is een verwaarloosd zwembad met een apart overkapte plek om te barbecuen. Over de hoge hagen rondom hoor ik de rustgevende geluiden van scharrelende kippen, een haan, ergens in een boom hoor ik een uiltje roepen, insecten zoemen langs, en natuurlijk bekruipt me het verlangen in deze tijdeloze idylle te wonen - maar niet lang. Het kost een enorme hoeveelheid tijd en geld om de zaak op te knappen, zeg ik tegen mezelf, en daarna ook nog bij te houden. Je bent gek als hier aan zou beginnen. Trouwens, ergens wonen op een idyllische plek als deze kan je altijd nog doen, als je echt oud begint te worden!
´s Middags schrijf ik mijn Beschouwing van gisteren af en lees het boek van Fred Pearce uit. Ik vind het een redelijk genuanceerd boek. Via telefoon en e-mail vernemen we van wat zorgelijke ziektegevallen in mijn familie en in onze vriendenkring. Dan zit je toch een eind van ze vandaan. Ook zeilvriend Erik de Haan belt (die van v.h. de Deilse Watersportvereniging). Hij zeilt een week met vrienden mee bij het Griekse eiland Levkas en zegt dat we daar absoluut ook heen moeten varen. Om zes uur doe ik mee aan het HF-radionetje van J&B en Kiara (nu in het Spaanse Cádiz), maar Kiara meldt zich niet en alleen Jan en ik hebben contact. We liggen nota bene 100 meter van elkaar vandaan. De weerkaartjes bevestigen de gunstige ontwikkeling van komende week. Hoewel het vanavond alweer regent, zullen we morgen onze voorraden aanvullen in de hoop dat we dinsdag of woensdag vertrekken kunnen.
We spelen de CD van Mediterrenea af en daarna graaf ik een oude CD uit mijn verzamelingen op, waar ik aan moest denken. Het is "Alchemy" van de Third Ear Band, een opname uit 1969. Kent iemand dat nog? Altijd mooie muziek gevonden en mijn hele leven met me mee gesleept. Later maken we op een domme manier ruzie (mijn schuld), leggen het bij en hebben elkaar verschrikkelijk lief. We moeten samen verder door de wereld en er is niets wat we liever zouden willen dan dat. Terug naar boven
Lagos (113)
Maandag 25-02-2008
De hele avond en nacht blijft het nu en dan regenen. Ans is al naar bed en ik lees blij verrast het bericht van mijn vriend en leeftijdgenoot Gert Reedijk in het Gastenboek. Hij plaatst er een mooi gedicht bij, getiteld "Alsdan" Het behelst een intrigerende gedachte, want hoe zou het zijn om al vier eeuwen te zeilen? Eindelijk terug te keren en te zien dat je land niet meer is waar het was? Doet denken aan de paradoxen van de relativiteit, de astronauten die een maand met de lichtsnelheid gereisd hebben en terugkeren op een aarde die duizenden jaren verder in de toekomst ligt. Niemand, die zich hen nog herinnert, zelfs niet dat ze ooit vertrokken zijn. Ander onderwerp: Gert denkt dat je schip niet in grondzeeën kan zakken, omdat de golf is geladen met zand en dus zwaarder is en - voeg ik toe - dus een veel hoger soortelijk gewicht (s.g.) heeft. Dat is gedeeltelijk juist. Grondzeeën zijn golven die breken op een ondiepe, zanderige kust. Voorzover ze vooral zand omhoog slaan, zijn ze veel zwaarder en kunnen door hun zwaarte je schip in stukken slaan. Maar vaak vangt de brekende golf behalve zand ook een grote hoeveelheid lucht in. Dat kleurt ze wit. De grondzeeën hebben door die luchtbellen een veel lager s.g. en kunnen je schip opeens niet dragen. Het kan dan met een rotklap met zijn kiel tegen de harde zandbodem slaan.
Ook in de ochtend vallen er nog buien, maar tegen de middag wordt het droog en zonnig. Het wordt zelfs geleidelijk zomers! We fietsen een aantal keren zwaarbeladen op en neer naar de Pingo Doce en de Lidl om de voorraden aan te vullen: aardappelen, rijst, spaghetti, allerlei blikken, gedroogde kikkererwten, bonen, maïs, gedroogde worsten, waspoeder, biscuits en crackers, kaas en kaasjes, vruchtensappen, waxinelichtjes, thee, sauzen en nogal wat wijn (Dão Reserva) Allemaal zaken die we kunnen gebruiken als we ergens liggen zonder een winkel in de buurt. We stouwen alles aan boord. Daarna poets ik de roestvlekjes op onze Di Blasi RVS-vouwfietsjes weg (ik dacht dat die dingen niet konden roesten) en dan komt het mooiste klusje van deze dag. Bij de Casa in het stadscentrum, een soort kruising tussen onze Blokker en Xenos, koop ik voor € 3,99 een snoezig, langwerpig, hardhouten Oosters bakje, bedoeld om wierook- en andere reukstaafjes in op te bergen. Op de zijkant staan halve manen en sterren. Ik sloop het tussenbodempje er voorzichtig uit en maak een haakje op het fijn besneden deksel, om het open te kunnen trekken. En dan - de apotheose! - schroef ik het aan de binnenkant van het deurtje van ons toiletkastje. Het is gewoon jammer dat je het niet ziet, want het deurtje is meestal dicht. Morgen zal ik er een foto van tonen. Wat is de functie ervan? Ik berg er mijn scheergerei in op, dat altijd door ons toiletkastje zwerft. Ik ben dol op zulke bakjes. Bij de reguliere watersporthandel zou je hier tien keer zoveel voor betalen. Misschien haal ik er morgen nog wel een paar. Een schip kan niet genoeg bakjes hebben! Op het havenkantoor vertelt men op het eind van de middag dat er helaas op maandag geen postbestelling is. We besluiten nog één dag te blijven in de hoop dat de beide pakjes met boeken er morgen zijn. Buitengaats zag ik vanmiddag trouwens nog een forse zeegang. Woensdag gaan we weg. De Sembach-kaartjes bevestigen een bestendige mooiweer-situatie voor de hele rest van de week. Terug naar boven
Lagos (114)
Dinsdag 26-02-2008
Hiernaast de beloofde foto van het Oosterse bakje, gemonteeerd aan de binnenkant van het deurtje van ons kastje voor toiletartikelen. Vandaag zet mijn bakjes-ziekte zich voort. Ik koop er nog twee voor € 3,99 per stuk. Eén monteer ik als snuisterijenbakje op de kaptafel van Ans, die opeens de bakjes óók heel nuttig vindt. Het andere bakje schroef ik aan de wand in onze gastenhut, want ook gasten hebben immers snuisterijen. Tot slot verf ik de binnenkanten netjes met houtbeschermer. In de loop van de middag weet ik ook Jos van de Mermaid, die even langs komt, te besmetten met de bakjes-ziekte. Hun schip komt ook vol te hangen met Oosterse bakjes.
Het is een stralende dag. met in de middag een zeewindje. Boven land bouwen zich in de opstijgende warme lucht hoge cumuluswolken op, als de zon ondergaat verdwijnen ze weer snel. Op het havenkantoor kijken ze me meewarig aan: alweer geen pakjes voor Dulce. We besluiten desondanks morgen te vertrekken, maar we zullen de postbestelling van 12 uur afwachten aan de meldsteiger. Met Jos van Mermaid, die over een week of twee achter ons aan komt, spreken we af dat zij de beide pakjes voor ons meeneemt. We ontmoeten elkaar vast nog wel. Ik vouw het fietsje van Ans vast op en berg het in een bakskist op. Ans leest ondertussen vol ergernis de drie boeken over de zwerftocht door de Med van Leonard van Veldhoven. Ergernis, omdat hij zich kennelijk altijd afgezet en bedonderd voelt en vooral geërgerd omdat hij zijn vrouw/partner voortdurend als "crew" betitelt.
Onze advocaat in de beroepszaak tegen de Gemeente Papendrecht inzake de weigering van een briefadres (iedereen, wij incluis, was het al vergeten) mailt dat er een verweerschrift van de gemeente werd ontvangen. Ze blijven bij hun afwijzing. Ik had niks anders verwacht. Wat is de argumentatie? Dezelfde als eerder. Personen die aan boord van een schip wonen en om de wereld zeilen moeten zich uitschrijven. Dan zijn ze geen ingezetene. Echter, alleen ingezetenen kunnen de gemeente om een briefadres verzoeken. Een onzinnige cirkelredenering. Er is nog geen datum voor de zitting van de beroepsrechter bekend.
In het Gastenboek vraagt Chris Braad, sitelezer en vroegere schoolgenoot van Ans, zich af of je reizend met de snelheid van het licht niet juist teruggaat in de tijd. Nee, dat is niet zo. Hoe meer je de lichtsnelheid benadert, hoe meer jouw tijd uitrekt (waar je overigens niks van merkt) ten opzichte van degenen die op aarde achterblijven. Maar de tijd wordt nooit negatief. Als je na korte "tijd" terugkeert, is iedereen al vele tienduizenden jaren dood. Het is overigens volgens de moderne fysica onmogelijk om naar het verleden te reizen. Op zich is dat vreemd, een eigenschap van ons universum, misschien net zo vreemd als wanneer het wél had gekund. In de ruimtelijke dimensies kun je op je schreden terugkeren, in de tijd kan dat niet. De Arrow of Time wijst maar in één richting. Een tijdje dachten de theoretisch fysici dat elementaire deeltjes wél terug in de tijd konden bewegen, want die deeltjes kunnen de gekste dingen doen, zoals plotseling uit "niks" ontstaan. Maar teruggaan in de tijd, dat is - geloof ik - er niet meer bij. Bij Lisa Randall (die op dit punt zéér bij de tijd is) las ik in "De verborgen dimensies van ons heelal" (2005):
"Maar voor zover wij weten kunnen noch deeltjes, noch al het andere waar we ons van bewust zijn, zich achterwaarts in de tijd verplaatsen. Wat er in plaats daarvan gebeurt, is dat de omgekeerd in de tijd bewegende deeltjes worden vervangen door tegengesteld geladen antideeltjes" (p. 174)
Begrijp je, Chris? Nee, ik ook niet. Het is merkwaardig dat de tijd zo hardnekkig in één en dezelfde richting vloeit. Enfin, morgen bewegen wij ook en we zien er geweldig naar uit. Houd er rekening mee dat het eerstkomende verslag misschien een paar dagen op zich laat wachten, want ik moet eerst weer ergens een goed contact met een draadloos netwerk leggen, of een Internet-café vinden. De luxe van Internet aan boord zullen we niet in iedere haven vanzelfsprekend aantreffen. Terug naar boven
Albufeira
Woensdag 27-02-2008
Opnieuw als voorspeld een stralende dag! Een prima dag om uit te varen. Ik fiets snel naar de Pingo Doce voor wat laatste boodschappen, vouw mijn fiets op en berg hem met wat moeite in een bakskist. Diverse mensen komen afscheid nemen. Zeilers weten: misschien zien we elkaar nooit meer of misschien gewoon volgende week, ergens verderop. Bij de jachtwerf van Sopromar haal ik nog een reserve zinkanode en wat motorolie. De extra anode die ik al een paar weken had hangen, blijkt - als ik hem ophaal - inderdaad al wat te zijn aangevreten. Om half twaalf roepen we het havenkantoor op voor een brugopening. We meren af aan de meldsteiger en lopen naar het kantoor. Ze zwaaien al met een pakje! Er is er in elk geval één gearriveerd. We rekenen af en spreken af dat de crew van Mermaid het andere pakje mee zal nemen. En dan varen we het havenkanaal uit. Het is een geweldig, verruimend gevoel om weer zee te kiezen. Het waait nauwelijks, 3 knopen uit Zuidoost, dus ook nog tegen. Geeft niets, we hijsen het grootzeil voor een stabiele vaart want er staat nog een trage zeegang. Zo motorzeilen we in vier uurtjes langs de kust naar Albufeira. Op zeker moment gaat de wind iets meer het zuiden en kan de genua erbij, scheelt een halve knoop extra. We kijken vergenoegd over zee uit, zeggen weinig tegen elkaar en genieten. Geleidelijk komt weer die stemming van mijmeren op, die onderweg op zee me zo dierbaar is.
In Albufeira is in het voormalige vissershaventje met dynamiet een doorgang door de rotsen gemaakt. In de vallei erachter is een splinternieuwe marina uitgegraven. Goed beschut en met veel plaats. Het marinacomplex met restaurants, bars, winkels en gekleurde huisjes heet hier in de volksmond "Legoland" Het is een typische droom van projectontwikkelaars en vastgoedjongens. Nog deprimerend leeg en kunstmatig. De winkels zijn geen van alle open. Overal staan een soort groene tabouretjes, waaruit boenk-boenk muziek komt. Er liggen voornamelijk motorboten. In elk geval lukt het wel om een (duur betaald) draadloos netwerk te krijgen met de Senao-adapter. Ik vind ee email van Ernst Steinmeier van Zeilen, die bezig is mijn artikel te redigeren over De Randen van Biscaje. Er moeten nog meer foto´s komen en of ik al ver ben met deel 2? Ik zal mijn best doen. Om zes uur luister ik uit op de SSB-radio, maar Jan van J&B meldt zich niet (als ik me goed herinner waren ze vandaag wandelen) Terug naar boven
Vilamoura
Donderdag 28-02-2008
We zijn vroeg wakker. Het is bewolkt en het miezert een beetje. Om negen uur is het droog. We fietsen naar het centrum van Albufeira en dat is een aardige inspanning want we moeten een bergrug over. Het stadje is een stuk groter en veel toeristischer dan Lagos. Straatjes, pleintjes, steegjes, loggia´s, terrassen boven zee, een mooi zandstrand - alles helemaal ingesteld op toeristen. Alle neringdoenden zijn druk in de weer met voorbereidingen voor het nieuwe seizoen. Er wordt druk geschrobd, verbouwd en stratengemaakt dat het een aard heeft. Ertussendoor slenteren toeristen, meestal paren op leeftijd, die onwennig rondkijken, camera´s, gidsjes en plattegronden in de hand. Het is hier toch wel leuk, de huisjes zijn wit, deurposten en raamkozijnen meestal donkerblauw geschilderd, met trapjes, balkonnetjes en doorkijkjes naar zee. Maar wat zal het hier druk zijn in de zomer! Het is ondertussen behoorlijk warm en zonnig geworden. In winkelstraatje vind ik eindelijk Crocs, de prettige sandalen van verende kunstof waarvan iedereen beweert dat ze zo lekker zitten. De verkoopster proest het uit als ik vraag naar de grotere jongensmaten, tja, ik leef nu eenmaal op kleine voet en blijk dezelfde maat te hebben als zijzelf (en Ans), maat 39. Hier drie foto´s van Albufeira.
We varen om 12 uur de haven uit voor de krap 7 mijl naar Vilamoura. Het weer is als gisteren, een zwak zuidenwindje en wat zuidwestelijke swell. We zetten niet eens zeil want na een uurtje varen we de grote haven van Vilamoura al binnen. Bij de receptioniste kunnen we niet meer stuk, want ze heet net als ons schip "Dulce". Even later zien we dat ze een foto van de boot komt maken, "Dulce" staat immers levensgroot op de zeilhuik. We denken hier een paar dagen te blijven. Ik kan dan mooi deel II van het Zeilen-artikel over De Randen van Biscaje schrijven.
In de middag lopen we de haven rond. Anders dan in Albufeira is het hier hardstikke druk. Ook hier is het een vastgoedontwikkelingsproject geweest, maar aanzienlijk leuker én succesvoller. Het lijkt wel het Saint-Tropez van de Algarve. De Marina van Albufeira ligt misschien te ver van het drukke stadscentrum? Deze haven heeft trouwens ook al meer motorboten ("strijkijzers") dan zeiljachten. Toch is het leuk. We belanden op een verhoogd terras genaamd Old Navy, waar we mooi naar alle langsslenterende mensen kunnen kijken. Toch altijd een leuke bezigheid. We nemen twee keer een rode port (Ans) en een Famous Grouse met ijs (ik) Ik maak prachtige, mondaine foto´s van Ans. (Helaas blijken die later mislukt, omdat de knop op "video" stond) Schuin voor ons stopt een vrachtwagentje, er worden uitgeladen: een mottige grijsblauwe tweezitsbank, een oude koelkast, een kapotte TV en een magnetron waarvan het deurtje scheefhangt. Twee artistieke jongelingen plaatsen alles op elkaar tegen de achtergrond van dure motorjachten. Een kritische fotosessie? Er komen allemaal lampen bij te pas en een kleine generator voor de stroom. Een mager meisje in een oranje T-shirt regelt het verkeer. We zitten eerste rang. Mijn blik dwaalt naar boven. Daar zijn kleine appartementen met havenzicht. Ik heb een groot vakantiegevoel. Zou ik hier kunnen wonen? Opnieuw die gedachte. Ja, denk ik, natuurlijk wel, je kunt overal wonen maar dan hier alleen als ik in die tijd minstens één ontzettend goed gedicht zou maken. Nou, zegt Ans, ik woon dan toch liever daar aan de overkant, waar ze bij hun appartementen een dakterras hebben. Om zes uur luister ik uit op de SSB-radio, maar J&B meldt zich niet. Alweer aan de wandel? Of geen goede verbinding? Electronica blijft intrigeren. Terug naar boven
Vilamoura (2)
Vrijdag 29-02-2008
Het is zonnig en warm in Vilamoura. De zon drijft snel het vocht uit de boot. Dat vocht is vooral afkomstig van het koken aan boord, want als we dat een keer niet doen en uit eten gaan, heb je het niet. Vlakbij, direct achter de rij restaurants en café´s langs de kade, vind ik een supermarktje, voor vers brood, een fles wijn, eieren en waspoeder. Terwijl Ans de was doet en de boot schoonmaakt en later van het zonnetje geniet, schrijf ik in één ruk van bijna zes uur het tweede deel van het artikel voor Zeilen over De Randen van Biscaje. Ieder zijn vak. Ik ben opgelucht als het af is en het aan Ernst Steinmeier kan mailen. Er is wel een probleem met de foto´s voor deel 1, mailt hij. Ze zijn te klein en/of hebben een te geringe resolutie. Na enig nadenken gaat me een lichtje op. Wat ben ik een stommeling! Veel foto´s heb ik ge-delete omdat ik de beste ervan in de Fotoboeken op onze website had geplaatst. Ik dacht: daar kan je ze altijd weer van downloaden. Jazeker kan dat, maar de resolutie wordt bij plaatsing helaas automatisch verkleind van bijvoorbeeld 1800x1200 naar 600x400. En daar heeft Ernst moeite mee. Heb ik me nooit gerealiseerd. Ik mail hem het weinige originele fotomateriaal dat ik nog wel heb en hoop er maar het beste van. Als ik daarmee klaar ben, is de dag bijna voorbij. We drinken een borrel in "Old Navy" aan het opengeschoven raam. Er staat een rode Ferrari tegenover geparkeerd. Mannen drommen eromheen om foto´s te nemen. Hier staat ook nog een leuke foto. Vanavond gaan we lekker samen uit eten in een Thais Restaurant op de kade, dat voor de verandering "Tai-Tai" heet. Terug naar boven
Ayamonte (Spanje)
Zaterdag 01-03-2008
Voor het avondeten kopen we voor Ans ook Crocs, een andere kleur maar exact dezelfde maat als die van mij. We kunnen dus af en toe ruilen. Bij het Chinese Restaurant "Tai-Tai" smullen we van een Dim Sum schotel: kroepoek met gebakken algen, in olie gebakken tonijn met sesamzaad, spare-ribs, gebakken garnalen met bacon eromheen in vissaus met sesamzaadjes en veel knoflook, eendeborst met bleekselderij en komkommer in pannekoekjes gerold met zwarte bonensaus, salade met taugé.... En wat drink je daar bij? Juist: jasmijn-thee! Thee past er het best bij Met alkohol verknal je al die delicate smaakervaringen. Je whiskey drink je dus vooraf en achteraf kun je een Irish Coffee nemen. Later kuieren we langs de kades. Het valt ons op hoeveel gezelschappen van middelbare mannen overal zitten te eten. Golfclubs? Hebben ze hun vrouwen allemaal thuis gelaten? We slenteren naar het imposante Tivoli Marinotel, dat tussen de jachthaven en het strand ligt, want we willen ons even vergapen aan de luxe. Dat valt wel mee. Er is al dagenlang een een groot congres over diabetes aan de gang - dat verklaart al die mannengezelschappen, vast allemaal medisch-specialisten. De gigantische lobby staat vol met reclamemateriaal van alle bekende farmaceutische industrieën. Diabetes is vanwege de groeiende zwaarlijvigheid en vergijzing van de bevolking een volksgezondheidsprobleem van de eerste orde. Daar valt veel aan te verdienen.
Vandaag vertrekken we om kwart voor tien uit Vilamoura. Zie foto hier. Een stralende, wolkenloze dag. De meteo van Portugal voorspelt via de Navtex een noordenwind van Bf 3 - 5. Perfecte, aflandige zeilwind. Helaas, buiten waait het amper 2 knopen (= Bf 1) uit Oost-Zuidoost. We motoren in de richting van het grote lagunegebied bij Faro. Over ons heen zien we voortdurend vliegtuigen af en aan vliegen naar het internationale vliegveld, dat westelijk in de lagune ligt. Het is zaterdag, ze voeren toeristen aan en af. De lagunes worden afgesloten door langgerekte zandige eilanden. Bij het Ilha da Barreta neemt de wind toe tot Oost 4, pal op de kop. We hijsen het zeil en gaan op kruiskoers. Er liggen overal veel vissersnetten en we kijken allebei scherp uit. Je ziet ze nauwelijks en als er al een vlaggetje op staat, is het een zwarte die niet opvalt. Eén keer horen we een zachte doffe "bonk" en duikt een visnetboeitje dompelend in ons kielzog op. Pff...die bleef gelukkig niet haken achter de schroef! Na het middaguur passeren we Cabo de Santa Maria met de 49 meter hoge, witte vuurtoren. Tussen de eilanden Barreta en Culatra is tussen twee stenen golfbrekers de toegang tot de lagune en de kreken naar Faro en Olhão. Voor de kaap staat nu een forse zeegang en Bf 5 uit het oosten, het bekende "kaapeffect" Ik had het niet zo sterk verwacht, omdat het een zeer laagliggende kust is. Drie mijl voorbij de kaap hebben we een zuidoostenwind en de monding van de Guadiana, de grensrivier tussen Portugal en Spanje, precies bezeild. Het scheepje zeilt ijverig en vlot, wat een genoegen! (zie foto boven en hier) Halverwege dit niet erg bekende, nogal saaie kustdeel van de Algarve zien we voor ons allemaal knalgele boeitjes op een rij. Het is een tonijnnet van minstens anderhalve mijl lengte. Op de zeekaart stonden er al waarschuwingen voor. We zeilen eromheen en hervatten onze koers. We hebben zelfs 1,5 knoop stroom mee waardoor we al rond vier uur bij de rode en groene tonnen van de monding van de Guadiana zijn. We strijken de zeilen. De rivier voert troebel, voedselrijk water aan. Veel vis, visnetten en vissers dus. Op de drempel van de invaart hebben we maar één meter water onder de kiel, daarna wordt het snel dieper tot circa vier meter. We houden de Portugese kant van de rivier, langs de golfbreker, daar is het het diepst volgens kaart en pilot.
Aan stuurboord liggen de lage duinen van de eilanden Canela (kaneel-eiland) en daarachter Cristina. Hier worden grote hotels gebouwd. Er zijn twee jachthaventjes waar je bij vloed naar toe kunt. Aan bakboord varen we langs de Portugese grensplaats Vila Real de Santo António. Het is zaterdagmiddag en hele families zitten langs de boulevard. Schuin aan de overkant ligt het Spaanse Ayamonte. Foto hier. Daar meren we om vijf uur af in de kleine Puerto Deportivo. De havenmeester blijkt een bureaucraat van de eerste orde. Hij ziet meteen dat mijn ICP, het eigendomsbewijs voor de boot, een week geleden verliep. Dat vindt hij nog niet zó erg, maar dat onze verzekeringspolis dateert van 2006, dat kan hij niet accepteren. Het helpt niet dat ik uitleg dat die polis ieder jaar automatisch geprolongeerd wordt en dat geen enkele andere havenmeester er moeite mee had. Hij wil er één voor 2008. Natuurlijk, hij heeft de klassieke bureucratensmoes dat het hemzelf niks kan schelen, maar zijn chefe.... Wat wil hij eigenlijk? Een bankbiljet onder tafel? Ik zeg dat ik nu niks kan, het is weekend, maandag zal ik de verzekering bellen of ze hem een fax willen sturen. Monkelend gaat hij accoord.
We zetten de klok een uur vooruit en eten aan boord, moe van een dag zeilen. Het lukt me niet contact te maken met een draadloos WiFi-netwerk.´s Avonds loop ik door het stadje. Het heeft maar 20.000 inwoners. Overal zitten mensen buiten voor de talrijke tapas-bars in de straatjes. In een piepklein kroegje, een kloof tussen hoge huizen, stampvol druk pratende mensen, drink ik een glas wijn. Ik hoef met niemand te praten en voel me volkomen op mijn gemak. De sfeer is volledig anders dan in Portugal, wat smoezeliger maar zeker niet minder gezellig. Terug naar boven
Ayamonte (2)
Zondag 02-03-2008
Een zonovergoten dag na een slechte nacht. We worden tot half vijf uit de slaap gehouden door het woeste kabaal van een disco en een feest op de wal van wat een Hells´Angels motorclub lijkt te zijn. Anders dan in Portugal zijn in Spanje de supermarkten en de meeste winkels op zondag gesloten. Bij een zaakje voor rookwaren en tijdschriften op de kade verkopen ze echter ook verse broodjes. We spuiten het zeezout van de boot en stropen de fenderhoezen, die Ans gewassen heeft, over de stootwillen. Daarna probeer ik opnieuw vergeefs een werkend draadloos netwerk op te pikken. Er is wel een (betaald) netwerk, maar de functie "betalen per Credit-Card" is helaas nog niet beschikbaar, meldt de home-page. Dus gaan we het stadje in. Het is al gauw warm, meer dan 25° C! Ayamonte blijkt een erg mooi, oud stadje met fraaie, intieme pleintjes en een paar barokke kerken. Tegenover de haven ontdekken we een winkeltje waar ze kanaries verkopen. Dat treft! Al een aantal weken overwegen we - in navolging van zeiler Leonard van Veldhoven - om een scheepskanarie aan te schaffen. Jawel, voor de zang en de gezelligheid. Vroeger vond ik een kanarie of een parkiet het toppunt van truttigheid, maar ach, je wordt wat ouder, nietwaar? Maandag is het winkeltje open en gaan we ´ns kijken. Ans heeft het nodige verstand van kanaries, want ze had er één als kind. Ze zegt dat je beslist in de winkel moet wachten tot hij zingt, voordat je er één koopt. Alleen mannetjes zingen. Winkeliers beweren steevast dat elk vogeltje zingt, maar dan blijkt soms later dat je - hoe zeg je dat - een kat in de zak hebt gekocht. Op het Plaza de la Coronacíon (foto hierbij) drinken we koffie. De ober vertelt ons waar een Internet-café is, dat echter op zondag dicht is. We slenteren verder. Langs de boulevard staan verrukkelijk geurende jasmijnboompjes. Direct aan de oostkant eindigt het grote zandduin waar het stadje op gebouwd is en begint het uitgestrekte lagunen- en waddengebied dat ligt te zinderen onder de zon met het Kaneel-eiland en zijn nieuwe strandhotels in de wazige verte. Op de terugweg komen we langs een kleine dierentuin die gratis is opengesteld voor het publiek. In de schaduwrijke tuin direct naast de jachthaven staan prachtige bomen en planten, o.a. bloeiende aäronskelken. Er zijn leeuwen, panters, apen, zebra´s, papegaaien en een beer die staat te urineren. Hij heeft er zeik aan.
´s Middags zetten we de bimini op boven de kuip omdat de zon brandt. Ik lees geboeid in het nieuwe boek van Peter D. Ward "Under a green sky" (Smithsonian Books, 2007), waarin hij de hypothese ontvouwt dat alle grote mass extinctions (massale uitstervingen) in de lange geschiedenis van onze planeet via ingewikkelde mechanismen het gevolg waren van hoge concentraties van broeikasgassen in de atmosfeer (behalve die ene keer, 65 miljoen jaar geleden toen o.a. de dinosaurussen uitstierven. Die kwam door de inslag van een grote meteoor in Yucatan, Mexico) Ik kom er nog een keer op terug. Opnieuw probeer ik een verbinding met een draadloos netwerk op te zetten en nu lukt het zowaar, met behulp van het nauwkeurig richten van de grote Canopii-buitenantenne, om op één in te loggen. Het heet algarvedigital en zit misschien wel aan de overkant van de rivier in Portugal. Ik werk e-mail en website bij en heb nu wel een borrel verdiend. Terug naar boven
Ayamonte (3)
Maandag 03-03-2008
We houden weer een keer vioolconcertenavond, gisteravond. Daar zijn we allebei verzot op. Dit keer is de toonsoort d-mineur. Van het Vioolconcert opus 47 van Jean Sibelius heb ik een flonkerende uitvoering uit 1982 van Gidon Kremer met het Philharmonia Orchestra onder leiding van Riccardo Muti (EMI Classics) Merkwaardige levensloop had Sibelius. Hij stierf op hoge leeftijd nadat hij 30 jaar lang, vanaf zijn vijftigste, niets meer gecomponeerd had. Ik geloof niet dat bekend is hoe dat kwam.
Daarna komt één van mijn favorieten, in dezelfde bezetting. Misschien wel het mooiste vioolconcert dat ooit geschreven werd: het Vioolconcert in d van Robert Schumann. Dat komt door de eerste twee delen. Het eerste deel ("In kräftigem, nicht zu schnellem Tempo") kent drie sublieme momenten waarin de muziek lijkt stil te staan en volledig in zichzelf te keren. Het is bijna niet te verdragen dat zulke momenten weer voorbij moeten gaan. Het langzame tweede deel is van een onsterfelijke, onthechte schoonheid en gaat op een gegeven moment zonder pauze - helaas, helaas - over in het snelle derde deel, waarin voor mijn gevoel niet zoveel meer gezegd wordt. Het concert wordt nog steeds weinig gespeeld. Schumann schreef het niet lang voor zijn dood, een bittere periode waarin hij geplaagd werd door depressies en zelfmoordneigingen. Zijn vrouw en grote liefde Clara zou het op advies van huisvriend en meesterviolist Joseph Joachim verborgen hebben. Joachim vond het een onevenwichtig en onspeelbaar werk en misschien had Clara pijnlijke herinneringen aan die tijd, waarin ze zich zeer toegenegen voelde aan die andere huisvriend en bewonderaar, Johannes Brahms. Het werd pas weer ontdekt in het Duitsland van de jaren ´30 van de vorige eeuw tijdens het Nazi-bewind. Daar beleefde het een verlate wereldpremière als meesterwerk van een rasechte arische componist. Onder de doem van deze treurige geschiedenis staat het nog steeds. Maar het is een prachtig vioolconcert, in de traditie van de meesterconcerten van Mendelsohn en Brahms, waar het prachtig tussenin past. Het is helemaal niet onevenwichtig - nou ja, dat derde deel, okay, maar daar gaat zoveel moois aan vooraf. Joseph Joachim moet bewust gelogen hebben.
Vanmorgen gaan we naar het winkeltje aan de overkant, waar ze zangvogels verkopen. Maar helaas, de verkoopster zegt dat ze geen kanaries meer heeft. Die komen pas weer na de zomer, als de nieuwe generatie uit de eieren is gekropen en opgekweekt. We kijken teleurgesteld. Misschien willen we anders een mooie parkiet? We kijken rond, er zijn prachtige exemplaren - maar parkieten zingen niet en we willen persé een zangvogel, want een scheepsvogel moet per slot kunnen zingen of desnoods praten. We dwalen door de stad in de ijdele hoop dat we nog een ander kanariewinkeltje tegenkomen. Tenslotte kopen we maar een nieuw boodschappenkarretje (het oude is maanden geleden door zijn as gezakt) en een schepnet, voor als er iets over boord valt. Terug aan boord vallen er inderdaad meteen dingen overboord, knijpers bij het ophangen van de was, die met het schepnet gered worden. De rest van de dag lezen we en ik schroef een nieuwe haak op het instrumentenpaneel om de microfoon van de SSB-radio aan op te hangen. Onze verzekering mailt onze nieuwe polis voor 2008, waarmee ik de havenmeester tevreden kan stellen. In de loop van de middag maken opkomende bewolking en een kille noordenwind het minder behaaglijk, de barometer daalt licht. Er komt misschien ander weer. Terug naar boven
Ayamonte (4)
Dinsdag 04-03-2008
De zon gaat rood onder tussen de wolkenbanden (zie foto) Avondrood, mooi weer aan boord, luidt het gezegde. Toch laten de weerkaartjes een ander beeld zien. Ernst Steinmeier, de eindredacteur van Zeilen, meldt gisteravond per e-mail dat hij een oplossing heeft gevonden voor de foto´s met te kleine resolutie. Hij maakt er een soort "prentenboek" van samen met twee grote foto´s van Île de Groix en Concarneau van een Franse fotograaf. Prima oplossing.
Het is bewolkt en warm vandaag. Vanmorgen geeft de Navtex voor ons een "Near gale warning" en "rough, high seas". We wachten het af in de haven, conform een oud zeilers-adagium:
Een geduldige zeiler
heeft altijd mooi weer
Verder is er weinig te vertellen. Ik besteed de dag aan het begin van een stuk voor de rubriek Beschouwingen, waarin ik probeer op zo overzichtelijk mogelijke wijze betrouwbare feiten over klimaatontwikkelingen in verleden, heden en toekomst te groeperen. Daarmee hoop ik een antwoord te kunnen geven op de vraag wat ons te wachten staat, waarbij ik ondermeer gebruik zal maken van al mijn lectuur in het achterliggende jaar. Het is een lastig en tijdrovend karwei, dus in de komende periode zal ik het stuk verder opbouwen. Het duurt dus wel even. Je kunt het hier volgen. Morgen of overmorgen hopen we weer verder naar het zuidoosten te varen. Terug naar boven
Ayamonte (5)
Woensdag 05-03-2008
Gisteravond kijken we geboeid naar de DVD-fim "De Aanslag" uit 1986 van Fons Rademakers, met Derek de Lint, Monique van der Ven en Johnny Kraaikamp (mooie rol!), naar het gelijknamige boek van Harry Mulisch. De nacht is helder en koud, met veel wind. De kou komt niet alleen door nachtelijke uitstraling maar ook door het immens koude water van de Guadiana-rivier, die in de bergen van midden-Portugal ontspringt. Vanmorgen opnieuw een stormwaarschuwing op de Navtex voor de gebieden São Vicente en Cádiz. We liggen precies op de grens tussen beide. Het is een vreemde combinatie: stralend zonnig weer en snoeiharde wind, zoals die ook veel in de Med voorkomt.
Ik maak een grote wandeling van vier uur over het Isla Canela, het kaneeleiland, naar de uiterste oostpunt. Tussen het eiland en de kust ligt een beschermd natuurgebied van met kreken en slikken, het Parque Nacional de Marismas de Isla Canela. Waarom het eiland "kaneeleiland" heet, weet ik niet. In elk geval groeien er geen kaneelstruiken. Het zanderige eiland is bezaaid met bloeiende brem, wit en soms geel. Ook zijn er veel cactussen met donkerpaarse cactusvijgen eraan (zie foto hier) en een enkele eucalyptusboom of een fijnspar. Onderweg stuit ik op een oude toren; de Torre Canela meldt een bordje (foto hierbij) In de 16e eeuw werd deze kust zwaar geteisterd door invallen van berber-zeerovers uit wat tegenwoordig Marokko heet. Toen was het onderdeel van het Osmaanse Rijk. De berbers ontvoerden veel kustbewoners als slaven, met het gevolg dat de bevolking wegvluchtte en de kust enige eeuwen niet bewoond werd, totdat nieuwe bewoners in de 18e eeuw een gordel van uitkijktorens bouwden zoals deze. Op 3 kilometer van Portugal is het de meest westelijke van tien van dergelijke torens tussen de rivieren Guadiana en Guadalquivir. Bij onraad staken de wachtposten grote brandstapels op de torens aan, het teken voor de mobilisatie van alle weerbare mannen en de vlucht van vrouwen, kinderen en ouderen.
Nu worden langs de stranden van Isla Canela ketens van appartementenflats en grote hotels gebouwd. Ik loop er tussendoor en bereik het strand: een forse branding met erachter een hoge, witgekuifde zee. Ook op de Punta´s de la Mojarra en El Moral, de oostelijke punt van het eiland, wordt druk gebouwd. Aan de overkant van een met vloed bevaarbare invaart, de Ría de la Higuerita, ligt Isla Cristina, ook al vol hotels. Aan beide kanten zijn kleine jachthavens. Ik bekijk die aan mijn kant, er liggen geen grotere jachten. Het havenfront en de gebouwen eromheen zijn nagenoeg verlaten, alles is splinternieuw, de restaurants, de winkels en de kroegen. Toch ziet het er niet ongezellig uit, in een Engelse pub drink ik koffie. De appartementengebouwen hebben een sierlijke, fantasievolle architectuur en de enorme hotels zijn veelal in Moorse sprookjesstijl uitgevoerd en zouden op De Efteling niet misstaan. Op een rotonde vind ik een bushalte en voor 95 cent brengt een bus me in twintig minuten terug naar Ayamonte. Het waait nog steeds hard. We wachten de berichten en de weerkaarten af om te zien of we morgen verder kunnen. Terug naar boven
Ayamonte (6)
Donderdag 06-03-2008
We hebben ons vertrek een dag opgeschoven, want we zouden vandaag de hele dag de wind precies van voor gehad hebben. We hebben geen zin om de hele dag te kruisen. Morgen waait hij uit het noorden en dan hebben we het traject verderop langs de kust mooi bezeild. Vanmorgen waait het nog stevig maar na de middag neemt de wind af. We maken het vrijboord aan stuurboord schoon. Daarna lezen (zie foto hiernaast en hier) Ik lees "Under a green sky" (2007) van Peter D. Ward uit. De laatste hoofdstukken vallen me tegen, net of hij het in grote haast afgeraffeld heeft. Er staan nogal wat onjuistheden en overdrijvingen in. Het gaat dan om de huidige opwarming van de aarde en de gevolgen daarvan nu en in de nabije toekomst. Bijvoorbeeld zijn eenzijdige benadrukking van de toenemende sterfte door frequentere hittegolven, zonder dat hij de (veel grotere) vermindering van doden door afnemende winterkoude verdisconteerd. Bijvoorbeeld ook zijn gebruik van achterhaalde cijfers over de omvang van het huidige uitsterven van soorten, waarvan de onjuistheid al omstandig werd aangetoond. Het is duidelijk zijn terrein niet. Afgezien daarvan vind ik het toch een bijzonder goed boek, met de stoutmoedige en toch zorgvuldig onderbouwde hypothese dat bijna alle massale uitstervingsgolven (massa-extincties) in de laatste 600 miljoen jaar werden veroorzaakt door abrupte klimaatomslagen. Behalve die ene massa-extinctie waarbij ook de dinosaurussen uitstierven, 65 miljoen jaar geleden, als gevolg van de inslag van een meteoor in Yucatan, Mexico. Het voert te ver om hier het mechanisme uiteen te zetten, dat volgens Ward de plotselinge, dodelijke klimaatomslagen veroorzaakt. Het is de moeite waard het boek zélf te lezen alsmede de waarschuwing, dat de ongewoon snelle opwarming van heden een soortgelijk onheil kan triggeren.
Ik herlees een boek dat ik veertig jaar geleden las. Ik had (en heb) de gewoonte om altijd mijn boeken te signeren en te dateren, daarom weet ik precies dat ik "Niemand is onsterfelijk" van Simone de Beauvoir (1946, Ned. vertaling 1967) in 1968 las. Het boek gaat over het lot van een man die, in het door oorlogen tussen stadstaten verscheurde Italië van de 13e eeuw, door een geheim elixir onsterfelijkheid verwerft. Hij probeert het middel eerst uit op een muis. Het boek maakte destijds een diepe indruk op me. Het doet dat nu opnieuw. De dood maakt ons allen gelijk, luidt een zegswijze. De onsterfelijke man overleeft ieder ander, iedere geliefde, ieder kind dat hij verwekt, iedere zaak waar hij zich voor inzet. Het maakt hem een verachte outsider en zijn onsterfelijkheid een vloek:
"Een man, nergens vandaan, zonder verleden, zonder toekomst en zonder heden. Ik wilde niets; ik was niemand. (....) Een vreemdeling, een dode. Zij waren mensen, zij leefden. Ik was niet een der hunnen. Ik had niets meer te hopen"
zegt hij over zichzelf aan het eind van het boek. Onsterfelijkheid, het is een vreemde droom. Een groot deel van de medische wetenschap is een poging de dood ooit op de knieën te dwingen. Tegenwoordig beginnen we door te dringen in het fenomeen van apoptose, de genetisch geprogrammeerde dood van cellen. Ook het afsterven van onze eigen lichaamscellen. Het is denkbaar dat we dat proces leren te vertragen of zelfs uit te schakelen. We zullen er niet voor altijd onsterfelijk door worden, denk ik, maar er mogelijk wel in slagen onze levens met eeuwen te verlengen. Worden we daar gelukkiger van? Misschien. Het was immers altijd een hartewens van mij om zó lang als maar kan de ontwikkelingen van wetenschap en techniek te blijven volgen. Maar dat is niet het allerbelangrijkste meer, zou ik nu zeggen. Een paar eeuwen meer maakt op de leeftijd van het universum niet veel verschil. Wat dan wel? Dit: het onafwendbare afscheid moeten nemen, hoeveel langer je ook leven mag, van de ander:
"Life is a dream that we are lulled into,
but do leave from separately"
Deze regels - ik heb ze al eens eerder aangehaald - zijn van de Engelse dichter Philip Larkin (geloof ik). De jaren dat we samen leven duren altijd te kort en we kunnen ze niet vaker dan één keer uitgeven. Hoewel onsterfelijk, is het ook de vloek van Raymond Fosca uit het boek van Simone de Beauvoir, die in al die eeuwen dat zijn leven al duurt alleen maar afscheid moest nemen van de paar vrouwen die hij liefhad. Waar is hij bang voor? Uiteraard niet voor de dood, zoals wij stervelingen. Hij heeft nachtmerries:
"Ik droom dat er geen mensen meer zijn. Ze zijn allemaal dood. De aarde is wit en blank. Er staat alleen nog een maan aan de hemel die een witte en blanke aarde verlicht. Ik ben alleen, met de muis"
Terug naar boven
Chipiona
Vrijdag 07-03-2008
Vandaag willen we rechtstreeks de Bocht van Huelva oversteken, de haven van Mazagón overslaan (weinig te beleven, aldus de pilot) en overnachten in Chipiona. Ruim vijftig mijl. Als ik bij de havenmeester afreken, adviseert hij om pas na elf uur te vertrekken. Er is dan voldoende diepgang boven de drempel van de Guadiana. Het is een uitbundig zonnige dag met NNW-wind Bf 4. Beter kan het niet! We motoren voorzichtig de rivier af langs de Portugese oever, daar is het het diepst. Bij het eind van de lange, westelijke strekdam kolkt en rafelt het water. De grenzen tussen het vuilbruine rivierwater en het helderblauwe zeewater zijn haarscherp. Tussen de groene en rode tonnen hebben toch maar 80 cm onder de kiel. In de verte op de Spaanse oever zien we de Torre Canela, waar ik op mijn tocht van eergisteren langs kwam.
We stellen de koers in op Chipiona. De wind neemt verdorie af naar NW Bf 3. We zeilen met een aangenaam bakstagwindje verder, maar vanwege het "4-knopen-beginsel" moet na een uurtje de motor erbij. Om half twee is de wind gaan liggen ("Nu de vrouwen nog!", plegen de leden van de Watersportvereniging Deil te roepen, als je die zin uitspreekt. Stelletje seksisten) Gelukkig hebben we de hele tijd 0,5 - 1,0 knoop stroom mee. In de middag passeert achter ons een tanker, de Vasabourg, op weg naar de olieterminals bij Mazagón. Langzaamaan komt er weer wind, WZW 2 - 3, later zelfs toenemend naar Bf 4. Zeilen dus!
Op de Navtex staat een waarschuwing voor schietoefeningen van 10 - 14 maart ten zuiden van Cádiz. Ik noteer de coördinaten en zet ze in de kaart, want in die week zullen we waarschijnlijk dat gebied passeren.
De avond begint te vallen (zie foto boven) Drie mijl voor Chipiona valt opeens de electronische kaartplotter/radar van Raymarine uit. Omdat hij de stuurautomaat aanstuurt, begint er een alarm te piepen ("No data") maar hij houdt wel de koers aan. Ik herinner me dat hij voor de Portugese westkust ook al eens uitviel, ik geloof bij de aanloop van Sines. Toen kon je hem na een paar minuten weer gewoon aanzetten. Dat lukt nu niet. Op zeker moment toont hij een raar, verwrongen startvenster alsof hij migraine heeft. Met moeite kan ik hem weer uitschakelen, omdat hij een paar minuten lang helemaal nergens meer op reageert. Daarna doet hij het weer als vanouds. Vreemd, het wijst je er toch op niet alleen en uitsluitend op dit mooie instrument te vertrouwen. Gelukkig is de haven in zicht en bovendien had ik het reserve handheld-GPSje aanstaan. We ronden het westelijk havenhoofd van Chipiona misschien iets te kortbij, want opeens is er nog maar 10 cm water onder de kiel, en een moment later 0,0. Dan neemt de diepte weer toe. Morgen bij het uitvaren zal ik er ruimer omheen gaan! We leggen aan de wachtsteiger onder het havenkantoor aan. Er is geen plaats vrij, zegt de dienstdoende dame, maar we mogen vannacht aan de wachtsteiger blijven liggen. Ze doet uitvoerig alle papierwerk en maakt, zoals gebruikelijk in Spaanse havens, kopieën van onze paspoorten, het eigendomsbewijs, de verzekeringspolis en nu - voor het eerst - ook van onze CreditCard. We hebben een onrustige nacht, de boot gaat nu en dan erg te keer vanwege de langs ons in- en uitvarende vissers die zich geen moer aantrekken van de snelheidsbeperking in de haven. Terug naar boven
Cádiz
Zaterdag 08-03-2008
We vinden Chipiona geen plek om langer te blijven. Het ligt niet gerieflijk aan de wachtsteiger, die ook geen walstroom en water heeft, er is geen draadloos WiFi-netwerk en de steiger ligt een groot deel van de dag in de kille schaduw van het havenkantoor (zie foto hier) Naar de stad - die overigens wél mooi is - is een heel eind lopen. Dat laatste merk ik als ik ´s ochtends drie kwartier naar een bakker zoek voor verse broodjes. Het is maar ongeveer 20 mijl naar de baai van Cádiz, dus gaan we toch eerst de stad bekijken. Het oude gedeelte bij de oude vuurtoren Punta del Ferro ligt schilderachtig aan de droogvallende zandplaten van de baai (zie deze foto) Aan een bevallig pleintje staan grote, middeleeuwse panden uit te kijken over zee, zoals ze dat al vele eeuwen doen. Aan de kant van het pleintje hebben ze kleine, besloten tuinen met ranken van rozen en druiven. Bordjes melden dat je hier appartementjes kunt huren. Het plekje is zó mooi dat ik dat haast zou doen, om daarna maanden gezeten voor een open venster met het geluid van de zee eronder een hele dikke, overgetelijk mooie roman te schrijven over....ja, waarover eigenlijk? Dat moet je wel eerst weten.
Om 12 uur kiezen we zee. We ronden het westelijk havenhoofd ruim. Eerst moeten we aan de wind optornen tegen NW Bf 4 - 5 en een holle zeegang uit het westen (foto hier) Waar komt die vandaan? Recht uit de Atlantische Oceaan, waar het mogelijk honderden mijlen verder hard gewaaid heeft. Na veertig minuten ronden we het grote baken op de rotsen van Bajo Salmedina en dan zeilt het rustiger met een bakstagwind, 10 mijlen lang naar de rode ton bij de rotsen van de Bajo El Quemado, die de ingang van de grote baai van Cádiz markeert. Ik neem de genua iets in, want dan vangt hij achter het grootzeil beter wind. Zoveel holle zeegang hadden we trouwens niet verwacht. We worden aardig door elkaar geschud. Ans wordt zeeziek, want ze had op basis van het gematigde weerbericht geen pilletje ingenomen. Opnieuw valt de Raymarine plotter uit. Verdorie! De rode ton is nog niet in zicht en het geheugenloze reserve-GPSje is nog steeds bezig te bepalen waar hij is. Een goed moment om terug te vallen op ouderwets navigeren. Ik maak met de kijker wat kruispeilingen van objecten op de wal. Dat lukt aardig. Ans krijgt als eerste de rode ton in het vizier. Mooi zo, ik bepaal met passer en plotterlineaal koers en afstand tot de volgende rode ton, twee mijl de baai in. Om de rode ton maak ik een stormrondje om een klapgijp in de harde wind te voorkomen. Zo navigeren we ons verder in de richting van de Puerta de Santa Maria, op zeker moment dwars door het veld van een zeilwedstrijd heen. Zorgvuldig probeer ik niemand in de weg te zitten. Het is bepaald een spannende dag.
We ronden de lange golfbreker van de haven, die achter die van Puerto Sherry ligt (alleen die naam al!) In de luwte strijken we de zeilen en Ans roept de havenmeester en vraagt om een ligplaats. Of wij een Spaans schip zijn?, vraagt hij. Nee. zegt Ans, waarna het onverbiddelijk oordeel luidt: completo!. Ans is woest - terecht - maar blijft als altijd beschaafd behalve op het moment dat ze deze haven omdoopt in Puerta Cogno. Enfin, we raadplegen de pilot en kiezen koers naar de stad Cádiz zelf. De wind is verder aangewakkerd en we krijgen veel buiswater over. In de grote haven van de oude stad Cádiz vinden we een mooie plek in de jachthaven van Puerto América. De havenmeester helpt ons met aanleggen aan een vingersteiger, uit de wind en met ruim uitzicht over het havenbekken. We puffen uit in de kuip met een kopje thee. Flatgebouwhoge veerponten draaien zich voor ons om, om in- of uit te varen. Ze onderhouden de verbinding met de Canarische Eilanden. De zaak is helemaal in orde als ik na zorgvuldig richten van mijn onvolprezen Canopii-WiFi-antenne gratis het draadloos netwerk van de naastgelegen jachthaven Royal Club Nautico de Cádiz kan oppikken. We zijn nu nog maar 70 mijl van Gibraltar, twee dagtochten met als tussenstop de haven van Barbate. Maar we blijven hier een aantal dagen omdat Lord Byron ooit beweerde dat dit de mooiste stad was die hij ooit had bezocht. En Byron heeft véél steden bezocht! Misschien, trouwens, hebben ze hier ook nog wel kanaries te koop. Terug naar boven
Cádiz (2)
Zondag 09-03-2008
Gisteravond is er een e-mail van Gerard & Jos van de Mermaid. Ze zijn uit Lagos vertrokken richting Ayamonte. Helaas was ons tweede pakje nog niet aangekomen, melden ze. Jammer, we hebben geen idee wat er in zit. Misschien stuurt men het terug naar zwager Cees. Om 18.00 uur UTC heb ik over de SSB-radio contact met Jan van de J&B. Zij zijn ook uit Lagos vertrokken om het anker uit te gooien in de luwte van het Ilha Culatra bij Faro.
Het waait stevig door, vannacht. Een tegen de mast klapperende val van de tweemaster naast ons houdt ons uit de slaap. Ik klim uit bed en maakt de val met een lijn vast. Het schip biedt een troosteloze aanblik. De huiken zijn gescheurd, de (Spaanse) vlag bestaat uit louter rafels, lijnen liggen her en der door elkaar. Zo te zien is er al minstens een jaar niemand aan boord geweest, zo niet langer. Waarschijnlijk is het een drugsboot, die werd geconfisceerd. Niemand mag hem weghalen van Justitie, niemand betaalt het havengeld en niemand interesseert zich ervoor. We zijn al diverse van die boten tegengekomen. Zonde.
Ook vandaag staat de fikse noordenwind door: Bf 5 - 6. De Navtex geeft een aantal posities door, waar men in de komende week tussen Cádiz en Gibraltar lange tonijnnetten gaat uitzetten. Ik zet ze zorgvuldig in de kaart, want je kunt er niet tussendoor varen, je moet er helemaal omheen. Daarna zet ik de vouwfietsjes in elkaar en gaan we de stad verkennen. Lord Byron had gelijk, het is een prachtige stad, gelegen op een lang schiereiland dat met een smalle strook is verbonden met het vasteland. Van bovenaf gezien lijkt het op een gesteelde poliep, om het eens in medische termen uit te drukken. Een goed verdedigbare plek die in de Oudheid al bewoond werd door ondermeer de Phoeniciërs. Op het grote Plaza España is het statige gemeentehuis open; er zijn vandaag landelijke verkiezingen in Spanje en we zien velen hier of elders in de stad hun stem uitbrengen. Een paar dagen geleden blijken de verkiezingscampagnes te zijn opgeschort vanwege een laffe moord op een socialistisch gemeenteraadslid in Baskenland, vermoedelijk door de ETA. We vonden het al zo on-Spaans rustig toegaan. De socialistische regering van premier Zapatero heeft een kleine voorsprong in de peilingen.
Het stratenpatroon van het oude Cádiz, tussen de enorme stadsmuren vormt vierkanten en rechthoeken. Sommige ervan zijn niet bebouwd en vormen prachtige pleinen, vol met bomen in bloei waaronder heerlijk geurende sinaasappelbomen. Overal staan mensen in groepjes te praten, ze hebben misschien net gestemd. Op het Plaza San António met alweer een mooie barokkerk, is het plaatselijk kantoor van regeringspartij PSOE (de Spaanse Socialistische Partij) vol gehangen met leuzen (klik hier voor foto) Er staan balonnenverkoopsters en jongleurs, die proberen een drom kinderen te vermaken. De huizen in de straten zijn erg hoog en de straten smal; als je met je hoofd in je nek omhoog kijkt langs de talloze lagen van ramen en balkons zie je nog net een streepje van de blauwe hemel. In één van die straatjes zien we - verdraaid - een dierenwinkel. Hij is gesloten vanwege de zondag maar we zien door de ramen een aantal kooien met papegaaien en parkieten. Morgen komen we terug! Op het intieme Plaza Menditora strijken we neer op een terrasje in de zon, eten een soort kibbeling en drinken er een glas witte wijn bij. Met de fietsen aan de hand slenteren we het Parque Genovés, een weelderig park langs de zeekust waar veel bijzondere bomen en planten zijn. Verwilderde parkieten nestelen druk kwetterend in de hoge bomen. Langs de westkant van de stad fietsen we over een lange boulevard en ontwaren in de verte de goudkleurige koepel van een enorme kathedraal (zie foto boven en hier), de Nueva Catedral, gebouwd in de 18e eeuw. Aan het eind van de middag peddelen we vermoeid langs de containerhaven terug naar de Puerto América. Dat is het enige nadeel: de jachthaven ligt bijna twee kilometer van de stad. Ach, wat geeft het, we hebben alle tijd - straks peddelen we gewoon nog een keer terug en gaan we lekker ergens in die straatjes of op een pleintje uit eten. Terug naar boven
Cádiz (3)
Maandag 10-03-2008
In de oude stad, niet ver van El Nuevo Catedral, belanden we gisteravond in een piepkleine bar met een naam die méér suggereert: de Bar del Almirante. Het is niet meer dan een lage grotachtige ruimte, waar toch een nóg kleiner verdiepinkje in zit. Vanaf daar maak ik een foto naar beneden (klik hier) Het is een gezellig studentenkroegje. Cádiz heeft een oude, gerenommeerde universiteit. We wanen ons terug in de jaren ´60. Al eerder kwamen langs een paar echte blow-cafeetjes, compleet met kussens op de grond, Indiase sitarmuziek en wierookgeur (als het al niet weed was), waar wat mensen languit met ogen dicht op de banken liggen. De langharige, zachtaardige jongen achter de bar is 27 jaar en studeert scheepswerktuigbouwkunde. Hij is wat droevig gestemd, want zijn partij - de Unie van Links - heeft vandaag verloren. De socialistische PSOE van premier Zapatero heeft overigens gewonnen en mag verder regeren met een van de kleine partijen. De jonge barkeeper adviseert ons voor de maaltijd een tapasbar in de Calle Mesón, twee straatjes verder. Het heet Sevlon, een modern gestileerd etablissementje met wat boekenkasten en witgesausde muren. De suggestieve tekeningen op de muren en de outfit van de ober duiden erop dat het een homobar is. Daar is uiteraard niets op tegen en we smullen er van: witlof met noten en roquefortsaus, tomaten en parmezaanse kaas met een zoete uiensaus, daarna garnalen gewikkeld in inktvis met knoflooksaus en salade met zalm en een zoute saus. Aanbevolen, dit tentje! Een taxi brengt ons voor 5 euro helemaal terug naar de Puerto América.
Vanmorgen hangt er sluierbewolking.Tevergeefs probeert de zon erdoorheen te komen. Het waait niet zo hard meer en even verkeer ik in tweestrijd. De weerkaartjes tonen namelijk dat de huidige westelijke stroming nog hooguit twee dagen duurt. Daarna komt er een harde oostenwind in de Straat van Gibraltar te staan, de beruchte levanter, die meestal dagenlang aanhoudt. Je krijgt dan in de Straat een hele nare zeegang. Wat moeten we doen? Als we nu vertrekken zijn we nét op tijd in Gibraltar. Ans kijkt me meewarig aan: we hadden toch geen haast meer? Ze heeft gelijk. Er zit trouwens een soort heiïgheid in de lucht, die ik niet vertrouw. Men zegt dat die altijd de spoedige komst van de levanter beduidt. Trouwens, we zouden vandaag toch een kanarie kopen? We fietsen naar de stad, naar het winkeltje bij het Plaza de San Antonio. Het is open! (Klik voor een foto hier) Je kunt je er nauwelijks wenden of keren, het is propvol met tropische vissen, konijnen, schildpadjes, hamsters, een fraaie papegaai, parkieten en.....drie kanaries! Ze zitten in kleine kooitjes naast de deur. De bovenste is een goede zangkanarie, zegt de man van de winkel. Het vogeltje is donkergroen met een geelgroene buik (foto hier) Het is de enige van de drie die geluid maakt, althans wat gepruttel en getwetter. Bepaald geen zingen. We zeggen dat we graag willen wachten tot hij gaat zingen. Ondertussen kijken we rond naar een geschikt kooitje, niet te klein en niet te groot. Op zeker moment steekt de winkelier zijn vinger op: hij zingt, zegt hij. Ans hoort het ook maar ik hoor niks. Enfin, de man maakt een betrouwbare indruk dus na een kwartier staan we buiten met de kanarie in de kooi en een plastic tas met zangzaad, schelpenzand en vitamines ("estimulante del canto") Voorzichtig fietsen we terug. Af en toe kijken we even in de kooi. De kanarie zit stil op de bodem en kijkt naar ons omhoog. Aan boord hang ik tussen de kombuis en zithoek de kooi cardanisch op met twee meubelhoekjes, die ik in het plafond schroef (klik hier voor een foto) Zo kan hij maar in één richting zwaaien. Als hij op zee toch nog erg blijkt te slingeren, kunnen we hem altijd nog met een touwtje vastzetten. Het vogeltje blijft tamelijk rustig en verkent zijn nieuwe, ruimere kooi. Al snel eet en drinkt hij, kijkt rond, schijt wat en luistert verbaasd naar het krijsen van de meeuwen. Ans stelt voor dat we hem Lord Byron noemen, vanwege diens lofprijzingen op de stad Cádiz. Hoewel ik niet weet of deze romantische dichter/vrouwenversierder kon zingen, vind ik het een goede naam. Bij kanaries zingen alleen de mannetjes. Om het vogeltje te stimuleren zet ik de CD "Der Fluyten Lust-Hof" op van de 17e-eeuwse Nederlandse componist Jacob van Eyck op, door blokfluitiste Marion Verbruggen. Lord Byron lijkt er geen boodschap aan te hebben.
In de loop van de middag nemen bewolking en wind snel toe. Ik ben blij dat we vanmorgen niet zijn uitgevaren. In de kuip fatsoeneert Ans het haar bij mijn oren en slapen weg en scheert met de tondeuse mijn nekhaar weg. Lord Byron voelt zich bij ons wel thuis, geloven we, hij is actief en wast zijn verenkleedje en veegt zijn snavel af aan een zitstokje. Hij volgt nieuwsgierig wat we doen. Zijn repertoire beperkt hij echter tot gepruttel en verbaasde twiet-geluiden. Terug naar boven
Barbate
Dinsdag 11-03-2008
Bij het vallen van de avondschemer doen we - als altijd - wat lampjes en waxinelichtjes aan. Lord Byron geraakt hierdoor in grote opwinding. Hij spring op en neer in zijn kooi. Ans legt er een doek over en hij zit meteen stil. Af en toe gluren we stiekem onder de doek: his lordship zit stil te slapen op het bovenste stokje met zijn kop tussen de veren.
´s Ochtends bekijken we de kaartjes en verwachtingen: men verwacht rustig weer met NW 3 - 4. We hakken de knoop door en vertrekken. Direct buiten de haven zetten we zeil. Er staat een forse, tuitelige zee. De Raymarine radar/plotter weigert dienst, dus de navigatie geschiedt met het reserve-GPSje, de zeekaart en op zicht. De groene en rode boeien van het Canal Principal, dat ons om de verraderlijke rotsbanken ten noorden van Cádiz moeten leiden, zijn goed te zien. We ronden aan de wind varend het bankengebied. Er komt veel buiswater over. Bij de westkardinale boei voor het Castillo de San Sebastián (zie foto boven en hier) kunnen we bijna voor de wind naar het zuiden zeilen. Helaas, zoals zo vaak laat de wind het na een halfuurtje alweer afweten dus de motor moet erbij. De zee blijft tuitelig aan ons scheepje schudden. Ans voelt zich katterig. Het kooitje van Lord Byron zwaait rustig heen en weer, maar his lordship verblijft al twee uur ineengedoken op de bodem. Dan is hij kennelijk gewend: hij wordt opeens actief, gaat eten en drinken en zijn veren opdoffen. Fluiten of zingen? Niets daarvan.
We passeren het haventje van Sancti Petri. Bij de ondiepten van Bajo Los Marrajos liggen inderdaad de tunny-nets (tonijnennetten) die de Navtex dezer dagen meldde. Er ligt zelfs een wachtschip bij. Achter Cabo Roche zien we een memorabele kaap tevoorschijn schuiven. Cabo Trafalgar, waar van één van de beroemdste zeeslagen in de geschiedenis van het Britse Rijk plaats had. Hier versloeg admiraal Nelson in 1805 de vloten van Frankrijk en Spanje, waardoor hij een einde maakte aan de ambities van Napoleon voor een invasie van Engeland. Het beeld van de admiraal prijkt op het bekende Trafalgar Square in London. De vuurtoren van de kaap staat onder de rots en een eind ervandaan. Hij lijkt op een eilandje te liggen, maar dat is schijn. Er liggen grote riffen voor deze kaap, die de zee nogal woest maken. Ik vaar voorzichtig navigerend op GPS en dieptemeter langs de Placer de Meja en vervolgens de nog ondiepere Bajo Aceitera (slechts 1,6 meter bij LLWS) Het water kolkt en bruist, golven breken boven de banken. Ik slaak een zucht van verlichting als de dieptemeter weer dieptes van 15 meter en meer laat zien. Voorbij de kaap is het meteen rustiger en om vier uur leggen we aan in de rustige, afgelegen haven van Barbate. Als we liggen zet Ans de motor uit - maar dat lukt niet! Het indrukken van de rode stopknop heeft geen enkel effect, de motor blijft gewoon lopen. Wat zullen we nu hebben? Ik sla de handleiding erop na, maar een dergelijk probleem staat er niet in. Ik besluit Lowy te bellen, met zijn collega Fons de spreekwoordelijke rotsen in de branding van Jachtwerf Numansdorp. Op zijn aanwijzingen vind ik een levertje onder de brandstofpomp, waarmee je de motor kunt uitzetten. Pfff....ik wis mij het zweet van het gelaat. Dat hendeltje had ik wel eerder willen kennen! Op advies van Lowy starten we opnieuw en dan blijkt dat we de motor gewoon met de rode stopknop kunnen uitzetten. Zijn diagnose: te snel na het indrukken van de knop het contact uitgezet, terwijl de motor nog niet geheel tot stilstand was gekomen. Nuttig lesje!
We doen uitvoerig boodschappen in de grote SuperSol supermercado twee kilometer verderop. Goed dat we weer een boodschappenkarretje hebben. Ans maakt een lekkere pastaschotel klaar en ook Lord Byron, die nog steeds alleen wat pruttelgeluidjes en een enkele twiet produceert, ontpopt zich als een kieskeurige gastronoom. Hij laat zich stukjes banaan en appel goed smaken en is vooral verzot op de schuimen octopuspen, die ik voor hem uit het water heb gevist. Maar een brokje walnoot gooit hij resoluut uit zijn kooi. Voor het slapen maak ik een avondwandeling. Het is stil en verlaten op het haventerrein. Een paar betonskeletten moeten in de toekomst huisvesting bieden aan winkels, bars, restaurants en dergelijke. Ik zie het nog geen succes worden in deze doorgangshaven naar de Straat van Gibraltar. Er is ook geen draadloos netwerk. Achter een raam van het havenkantoor is een weersverwachting opgehangen, ziet er goed uit voor morgen, als we de sprong naar Gibraltar willen doen. Peinzend sta ik een tijdje naar een oud, houten tweemastertje te kijken, misschien wel een eeuw oud of langer. Het is ooit een mooi, sierlijk scheepje geweest, de huidige eigenaar heeft het - misschien noodgedwongen - laten verkommeren. "Hoffnung" staat op de spiegel, daaronder "Bremen" (Voor een foto ervan, klik hier) Verderop stopt een camper. Je ziet nogal eens campers op haventerreinen overnachten, vanwege de aanwezigheid van sanitaire voorzieningen en (vaak) bewaking. Een man stapt uit en laat een zwart poesje uit. Hij heeft stevig ingenomen, naar zijn adem te oordelen. Hij is Italiaan en zegt langs de havens in de Med te zwerven. Soms werkt hij wat op visserschepen of doet klusjes in de bouw. Zo´n typische nomade, nergens thuis, altijd onderweg. Terug naar boven
Gibraltar
Woensdag 12-03-2008
Meestal lees ik nog wat voor het slapen. De laatste dagen is dat in een geweldig goed en prikkelend boek: "Challenging Nature. The Clash Between Biotechnology And Spirituality" (Harper Perennial, 2006) van de biochemicus Lee M. Silver. Dat is het boek dat nog juist op de dag van ons vertrek uit Lagos arriveerde. Eindelijk weer eens zo´n boek dat zó vol boeiende gedachten en dan ook nog goed geschreven is, dat je elke dag wel een paar pagina´s wilt lezen, maar niet meer, want dan vergeet je het meeste snel. Silver confronteert indringend het wetenschappelijk wereldbeeld met het "spirituele", zeg maar dat van "geloven", zoals overigens de laatste jaren ook auteurs zoals Richard Dawkins en bij ons Herman Philipse deden. Op zeker tijdstip moet hij het Onzekerheidsbeginsel van Heisenberg bespreken. Ik las - en nu moet je even je best doen:
"Nevertheless, on interaction with other objects, quantum particles do become localized to our single reality with noncontradictory attributes" (noot 7, p. 363)
Toen ging ik slapen, want dit was wel weer even genoeg. Ik herinner me dat ik droomde dat ik zwom in vloeistoffen die niet meer een scherpe grens hadden met de lucht erboven. Het ene moment zwom ik in de vloeistof (groen en vol zuurstof, je kon gewoon ademen) met andere lichamen om me heen. Dat waren atomen en moleculen, maar ook vrienden en bekenden. Omdat die naakt waren, zal ik niet vertellen wie. Het andere moment waren er bellen of vlokken vloeistof om ons heen, waaromheen er behalve groene vloeistof ook gewone lucht was en even later zwom je in de lucht zelf alsof het vloeistof was. Bij het ontwaken wist ik opeens dat ik iets begrepen had. Ik zal mijn best doen om het goed te formuleren. Zet even al onze paradigmawisselingen eens op een rij: de aarde is niet plat, de zon draait niet om de aarde, de zon staat in een uithoek van het Melkwegstelsel, het Melkwegstelsel is een uithoek van het heelal, het heelal bestaat voor slechts een klein deel uit de ons bekende materie (het overgrote deel zijn donkere materie en donkere energie -whatever they may be), er zijn meer dimensies dan de 3+1 van ons universum en er zijn - tenslotte? - ontelbaar meer universa dan het onze. Dit is allemaal onderhand bekende kost. Voor elementaire deeltjes zoals bijvoorbeeld fotonen (lichtdeeltjes), electronen en quarks (bouwstenen van nucleaire deeltjes) is echter alle mogelijk. Dat is hun elementaire onzekerheid die maakt dat ze in en uit universa kunnen flitsen. Ze worden door een waarneming of een interactie in één van de mogelijke universa geroepen. Daarom hebben ze ook zoveel méér dimensies dan wij kennen. Op het moment dat wij een elementair deeltje waarnemen, roepen wij het tot de realiteit in ons eigen universum. Tja - nou ja, dat bedacht ik allemaal vanmorgen door die droom en ik had het stellige gevoel dat ik het snapte. Nu ik dit schrijf is het alweer wat minder.
Vanmorgen speelt de Spaanse klassieke zender een strijkkwartet van Beethoven. Het Rasumovsky-kwartet opus 59, waarvan eigenlijk alle delen mooi zijn. Lord Byron begint ervan te pruttelen. Hij heeft in elk geval verstand van muziek, denk ik. Afwachten dus. De dag begint zonnig maar om half negen schuift er een dikke laag bewolking over. Ik kijk nog eens op het havenkantoor naar de weerberichten: niks aan de hand, gaan met die banaan. Ik start de motor en acuut begint his lordship lustig te kwinkeleren: trillers, toonladders, vragende uitroepen, het borstje trilt en het kleine tongetje trilt en intoneert, je gelooft het niet. Doordat ik de motor aanzet! Belachelijk! We varen uit. In de haveningang hijsen we het zeil, dat vooral al steunzeil dient want de wind is nul komma nul en variabel. De koers is zuidoost. Om half elf lost de bewolking op en schijnt de zon uitbundig. Lagen kleren gaan uit. In het zuiden - veel dichterbij en hoger dan ik verwachtte - zien we de bergen van Marokko, de Sierra Bullones volgens de kaart. De overkant van Straat van Gibraltar, een ander continent. We varen langs groen beboste bergruggen en rotsige kapen. Voor de navigatie heb ik mijn oude laptopje ingezet. Daarop draait een CD met digitale C-Map kaarten uit 1997, die het alleen op Windows 98 doet. Hij is echter veel gedetailleerder dan de papieren zeekaart die ik gebruik, nu de Raymarine radar/plotter helemaal niets meer doet. De voet van het Marokkaans gebergte gaat schuil in nevel. Even vrees ik dat er mist hangt in de Strait en dat is lullig varen zonder radar! Gelukkig valt het mee. Voor ons schuiven zeeschepen voorbij. We hebben het tij goed gekozen en krijgen steeds 1 tot 2 knopen stroom mee. Zo naderen we Tarifa, het schiereilandje met zijn vuurtoren dat aan de Spaanse kant de ingang van de Strait markeert (klik hier voor twee foto´s) Aan de overkant is Kaap Espartel. De Zuilen van Hercules. Het is een machtig moment als we om 12.20 uur Tarifa ronden en op eigen kiel de wereldberoemde Straat invaren. Voor dit soort ervaringen zijn we weggegaan! In het kleine haventje van Tarifa keert een ferry moeizaam zijn kont en vaart uit (klik hier voor een foto), het is de lijnboot Tarifa-Tanger en hij doet er 35 minuten over, staat op de zijkant. We varen pal oost langs stijle heuvels van geelbruin gesteente, begroeid met gras, bloeiende bremstruiken en lage bosschages. Er staan weinig huizen (hier wonen!) of gebouwen, behoudens wat militaire installaties en de uitkijkpost van Tarifa Traffic Control. Erachter rijzen hogere bergen op, veelal kaal met tientallen windmolens erop. Hier proberen veel mensen uit Afrika en elders over te steken om een illegaal bestaan te kunnen leiden in de Europese Unie. Over de marifoon geeft een zeeschip zuidelijk van ons een securité-melding: de motor is uitgevallen en hij is onbestuurbaar. Tien minuten later meldt hij dat alles weer in orde is. Opeens krijgt Lord Byron de geest en geeft een kwinkelerend fluitconcert uit de kajuit. We grijnzen: mooi dat we toch een echte zangvogel hebben! En dan komt het grote moment: om 12.20 uur schuift achter de Punta Carnera, de laatste Spaanse kaap en het einde van de Straat, de wereldberoemde Rots van Gibraltar in het zicht. Een restant van een voorbij wereldrijk, het British Empire. De invaart in de grote baai is ronduit spectaculair (foto hier) Tientallen zeeschepen liggen er op de rede en zwaar ronkende ferry´s stormen af en aan. Halverwege wissel ik het Spaanse gastenvlaggetje voor de Union Jack. In de luwte van een geankerd zeeschip laten we het grootzeil vallen en varen naar de Queensway Quay Marina, waar we ons zusterschip zien liggen, de Seawalk van Sergej & Isabelle Berendsen en hun kinderen. We ontmoetten hen maanden geleden in het Noordspaanse Viveiro. Ze brachten hier maanden door voor de reparatie van hun doorgezakte mastvoet, een euvel waaraan meerdere 43Ds´en leden (en dat bij ons voorkomen werd door tijdige reparatie door de werf van Jeanneau, een jaar geleden) Sergej begroet ons maar helaas meldt de havenmeester over de VHF dat er geen plaats is. Die vinden we wel even verderop in de Marina Bay jachthaven, die vlakbij de runway van het vlliegveldje ligt. Hier meren we voor de eerste keer af op de wijze die voor de Med gangbaar is: met een ankerlijn die met een klein lijntje aan de steiger vastzit en die je naar voor- of achterplecht moet brengen, net hoe je aanmeert. Wij kiezen voor met de kont tegen de steiger. De havenmeester is ons behulpzaam. Het is een leuke, levendige haven. We woelig bij harde wind. Alleen het betaalde draadloos WiFi-netwerk is zó belachelijk duur, dat ik de onvolprezen Canopii-externe antenne inzet en overal vandaan gratis netwerken kan vangen. Terug naar boven
Gibraltar (2)
Donderdag 13-03-2008
Het eerste dat ik vanmorgen doe is het openschroeven van de frontplaten van het instrumentenpaneel. Ik haal het paneel met de defecte Raymarine RL70C radar/plotter los en - op advies van de handleiding - behandel ik alle aansluitingen eerst maar eens met contactspray. Helaas, het helpt niet. Het euvel moet dus in het instrument zelf zitten. In de dealerlijst staat dat M.Sheppard & Co in Gibraltar de lokale vertegenwoordiger van Raymarine is. Ik loop de halve stad door omdat ik verkeerd loop. Maar tenslotte vind ik ze op de kop van Coaling Island. Ze zullen vanmiddag een electrotechnicus sturen. Ik loop terug door de drukke Main Street. Gibraltar is heerlijk Brits, het lijkt op St. Peter Port op Guernsey. Er wordt hier enorm gebouwd, nog veel meer dan in alle Spaanse of Portugese toeristenplaatsen langs de kust. Wie zijn de mensen die hier moeten komen wonen? Naast onze jachthaven Marina Bay stampt men een giga-complex van torenflats en een nieuwe jachthaven uit de grond, genaamd Ocean Village. Maar ook elders wordt zoveel gebouwd dat horen en zien je vergaat en de lucht permanent stoffig is. De bouwvakkers zijn allen Spaans zoals ook de dames in de supermarkt waar ik vanmorgen verse broodjes haal. Je kunt hier gelukkig zowel in ponden als in euro´s betalen, alleen de koers is niet erg gunstig. Je kunt beter direct wat ponden pinnen. Onze ligplaats is overigens tamelijk onrustig, we bewegen voortdurend voor- en achteruit. Kritisch bekijk ik de lijnen. Het waait niet eens hard! Dat we naast de start- en landingsbaan van het vliegveld liggen vinden we overigens helemaal niet erg. Er is weinig verkeer en de luttele keren dat er een vliegtuig landt of opstijgt, nog geen honderd meter van ons af, vinden we het wel spectaculair (klik hier voor een foto) Onze zangkanarie Lord Byron laat zich vandaag van zijn beste kant zien - pardon, horen. Hij zingt de sterren van de hemel. We hebben ontdekt dat er drie geluiden zijn die hem daartoe triggeren: van de scheepsmotor, de stofzuiger en de centrifuge van de wasmachine. Maar één keer begon hij uit zichzelf te kwinkeleren. Hij kan er wat van! Loopjes, trillers, smekende lokroepen, we staan er paf van dat zoveel geluid uit zo´n klein keeltje kan komen.
´s Middags loopt Ans vast naar de Queensway Quay Marina, waar we op de borrel zijn gevraagd door Sergej & Isabelle Berendsen van zusterschip Seawalk. Ik wacht op de technicus van Sheppard´s en leg ondertussen een beweegbare (ophaalbare) loopplank aan, zodat we wat gemakkelijker naar de wal kunnen. Om vijf uur belt ene Jeremy van Sheppard´s dat het vandaag niet lukt en dat hij morgenochtend om een uur of tien langskomt. In reactie op mijn beschrijving van het euvel denkt hij dat het motherboard stuk is. Hij vraagt precies na welk toestel ik heb, met serienummer en al. Klinkt betrouwbaar. Ik zet een van de vouwfietsjes in elkaar en fiets snel naar Queensway. Sergej & Isabelle varen met hun kinderen Alec en Katie. Ze zijn van onze Vertrekkersgeneratie 2007. Zie verder hier, of op hun website www.seawalk.nl en de foto´s hierboven en hier. We hebben een gezellige uitwisseling van ervaringen en leerzame dingen, zoals zeilers die meestal met elkaar hebben. Terug aan boord eten we een snelle pasta. Daarna kijk ik in de kuip naar de gesluierde avondhemel. Het is windstil. Een wazig maansikkeltje blikt terug. Vlakbij, naar het noorden voorbij de runway van het vliegveldje, ligt het Spaanse plaatsje La Linea. Vele bewoners gaan dagelijks met scooters en auto´s naar Gibraltar, waar ze werken. Ik zie in La Linea het felle licht van een immens congres- en conferentiecentrum. Het is jaren geleden gebouwd met subsidie van de Spaanse regering in een vergeefse poging om de lokale bevolking tevreden te stellen en werk te bieden. Een poging, bij voorbaat gedoemd te verliezen van de magnetische aantrekkingskracht van het Britse Gibraltar. Terug naar boven
Gibraltar (3)
Vrijdag 14-03-2008
Bij het opstaan worden we verrast door een onverwachte, zeer vrolijke aria van Lord Byron. Zomaar, uit zichzelf! Toch raken we in mineurstemming, vandaag. Om 11 uur komt Jeremy, de technicus van Sheppard´s. Al gauw concludeert hij dat de Raymarine RL70C radar/plotter inderdaad kapot is. Waarschijnlijk een gebroken printplaat of i.d. Erger is, dat er geen onderdelen van deze serie meer te krijgen zijn. Raymarine is hele nieuwe series gaan produceren en ondersteunt de oude niet meer. Wat een belachelijke strategie! Ons toestel is pas zes jaar oud en kostte veel geld - en nu is het al outdated! We zullen dus een peperdure nieuwe unit moeten aanschaffen, maar....tot overmaat van ramp moeten we dan ook een nieuwe radarscanner kopen, want onze huidige scanner (die het prima doet) is niet compatibel met de nieuwe series. Ons oordeel over de firma Raymarine is kort: wat een hufters en profiteurs! Alle electronica moet steeds vlugger werken en het rendement van de firma moet steeds hoger. Jeremy leeft mee. Hij zegt dat het loodswezen van Gibraltar, dat recent geprivatiseerd is, bezig is hun pilot-boten van nieuwe apparatuur te voorzien. Ze hadden ook RL70C´s op hun boten en misschien kunnen we daar eentje van overnemen. ´s Middags belt hij terug: ze zijn helaas al verkocht.
Ondertussen maken we een lange wandeling door de stad. Niet ver van ons is Casemat´s Square (Kazemattenplein, foto hier) Eigenlijk is er één maar belangrijke straat, Main Street, waar drommen Spanjaarden en overige toeristen belastingvrije drank, sigaretten, parfums en electronica inslaan. We lunchen op een pleintje in de zon, maar de stemming wil niet zo komen. Het geintje gaat ons duizenden euro´s kosten, want zonder radar varen willen we niet. Het is trouwens ook nog waarschijnlijk dat alle peperdure electronische C-mapkaartjes van de hele Middelandse Zee, de Zwarte Zee, de Noordzee, Denemarken, Zweden, Noorwegen en de Atlantische kusten van Frankrijk, Spanje en Portugal, onbruikbaar zijn, want de nieuwe Raymarine-series werken met Navionics-kaarten. Opnieuw verwensen we de roof-kapitalisten van Raymarine. Ik bel Lowy van Jachtwerf Numansdorp op om even tegen hem aan te praten. Hij deelt de diagnose van Jeremy dat onze unit irreparabel is en dat we niet anders kunnen doen dan het systeem inclusief scanner vervangen. Tenzij er een tweedehands RL70C op de kop getikt kan worden! Hij is zo vriendelijk om a.s. maandag daarnaar te zullen gaan zoeken bij een adres dat hij kent. Wie weet! Ik fiets naar de winkel van Sheppard´s en haal er een catalogus van de verwenste firma Raymarine om in het weekend te bestuderen. Nog later - het maakt me allemaal rusteloos - fiets ik naar de grens met Spanje. Die is eigenlijk vlakbij, ik ben er in een paar minuten. Hoe ziet het er daar eigenlijk uit? Eerst moet je de runway van het vliegveld oversteken. Er staan grote stoplichten en slagbomen. Mensen rijden, brommen, fietsen en lopen in grote getale van en naar de grens. Er staat een file auto´s voor de douaneslagboom. Ik keer met mijn fietsje. Aan de andere kant van de weg staan bustaxi´s te wachten om toeristen over de Rots te voeren langs de grotten, de uitzichten, de kanonnen en de apen. Weer later horen we, ik ben terug aan boord, op de Spaanse klassieke zender een live-uitvoering van de Vier Letzte Lieder van Richard Strauss. De zangeres en het orkest zijn zó beroerd dat we ter genezing de CD draaien van de absolute top-uitvoering die ervan bestaat: die uit 1966 met Elisabeth Schwarzkopf en het Radio-Symphonie Orchester Berlin met George Szell als dirigent (EMI, 1985) Ik had overigens verwacht dat je in Gibraltar de fameuze klassieke zender BBC 4 kon ontvangen, maar dat is niet het geval. Terug naar boven
Gibraltar (4)
Zaterdag 15-03-2008
De wind is vandaag plotseling in de ochtend hard West en dus 180° gedraaid ("Nu de vrouwen nog", roepen de leden van de Deilse Watersportvereniging traditioneel in koor, als je zoiets zegt) Hier betekent het dat er een aardige swell binnenloopt en we met de kont tegen de betonnen steiger dreigen te knallen. We hebben het op tijd door en met behulp van de electrische lier weten we de mooringlijn op de boeg - er staat heel veel spanning op! - op te trekken zodat we voldoende ver van de kant liggen. De boten dansen en springen aan de lijnen. Geen situatie om weg te gaan, we blijven dus aan boord om de zaak in de gaten te houden en af en toe, afhankelijk van het tij, spannen we de mooringlijn nog wat meer. De havens in Gibraltar staan bekend om deze onaangename swell, zeker in Marina Bay, maar we denken dat we het nu goed kunnen hebben. Hier een foto van onze ligplaats. Onze Lord Byron ondertussen is helemaal zijn verlegenheid kwijt. Hij zingt niet alleen bij het landen van een vliegtuig of bij het geluid van de waterkoker, maar ook gewoon onverwacht uit zichzelf. Kijk je hem dan verrast aan, dan lijkt hijzelf ook verbaasd over zijn zingen te zijn. Hij zingt godzijdank niet snerpend luid (dat komt voor bij kanaries) maar levert een beschaafd volume. Maar wat zijn zijn trillers en uitroepen leuk! Nooit gedacht dat deze aanvankelijk zo zwijgzame vogel tot zo´n getalenteerde artiest zou uitgroeien. En zo snel!
In de e-mailbox zitten twee tips van site-lezers over waar je tweedehands Raymarine RL70C radar/plotters op E-Bay kunt kopen. Dat is hartverwarmend! De eerste betreft exact dezelfde unit voor slechts 108 dollar, maar het is in de USA met helaas de restrictie "No international shipping" (De inzenders, Fons & Rita Verpoorten van het jacht Sunshine kon ik geen reply sturen. Die kwam onbestelbaar terug. Vandaar meld ik het hier) De andere tip ga ik verder uitzoeken. Ondertussen voel ik me wat assertiever dan gisteren. Het is te gek dat je al zes jaar na aanschaf geen spare parts voor onze unit bij Raymarine kunt krijgen! Ik ga daar a.s. maandag over bellen met (de veelgeplaagde) Jeanneau-importeur Rob Krijgsman, die me die instrumenten leverde, met Holland Nautic waar ze vandaan kwamen en met mijn verzekering, want Europese wetgeving stelt dat er sprake is van leveranciersverantwoordelijkheid tot minstens zes jaar na aankoop. Tenslotte besluit ik het apparaat maar eens uit elkaar te halen, nu de garantie toch verlopen is. Je weet nooit. Het kost me uren van zorgvuldig demonteren (zie foto boven) Ondertussen komen Sergej Berendsen en zijn zoontje Alec (van zusterschip Seawalk) langs om afscheid te nemen. Ze gaan morgen verder de Med in. Ik sleutel daarna rustig verder. Ik tref geen loszittende verbindingen of schroeiplekken aan, de printplaten zien er allemaal ongeschonden uit. Het valt me op hoe weinig robuust de zaak er eigenlijk van binnen uitziet. Licht materiaal en weinig degelijk voor mijn gevoel. Na een aantal uren zet ik alles weer in elkaar en als ik het toestel inschakel is er niks veranderd. Het scherm heeft dezelfde storing als voordien. In elk geval heb ik dus niks verknald. Maar ik ben ook niks opgeschoten, behalve dat ik een zekere strijdvaardigheid heb ontwikkeld om het niet te pikken dat peperdure apparatuur - die in glossy bladen en folders van Raymarine de hemel in wordt geprezen - bij volstrekt normaal gebruik zo snel kapot kan gaan.
Aan het eind van de middag komt buurvrouw Petra Benning van de Aquamarijn op de borrel. Een Tukkerse uit Enschede! Zij en haar man Ton en hun jonge kinderen Marijn , Senne en Marjolein horen ook tot onze Vertrekkersgeneratie 2007. Op de bijeenkomst van het blad Zeilen in Enkhuizen van eind maart 2007 was alleen Petra aanwezig, maar we hebben haar toen niet ontmoet. Ton werkt als internationaal sleepbootkapitein en keert morgen terug van een karwei. Dan gaan ze verder de Med in. In elk geval is het ineens een vrolijke warboel aan boord als alle drie kinderen vol nieuwsgierigheid ons scheepje verkennen. Terug naar boven
Gibraltar (5)
Zondag 16-03-2008
De verjaardag van mijn liefste. Vannacht heb ik het schip gepavoiseerd, dat wil zeggen een vlaggetjeslijn gehesen (klik hier voor een foto) Vanochtend wek ik haar met thee op bed en met chansons van Charles Aznavour, waar ze veel van houdt. Wie daar ook van blijkt te houden? Lord Byron, je gelooft het niet! Hij kwinkeleert en tureluurt erop los, zodanig dat Aznavour het onderspit delft. Van zo´n verjaardagsaubade heeft Ans niet terug. Als dan ook nog de zon uitbundig schijnt, de ontbijttafel gedekt is met verse broodjes en er een cadeautje op haar bord ligt, is de verjaardag goed begonnen. Het cadeautje? Een mooie, kleurige halsketting en een sleutelhanger met haar naam, uit hout gesneden door de kleine Braziliaan die in Lagos altijd op de boulevard naast de voetgangersbrug bij het havenkantoor zat.
Op de kade wordt Ans gefeliciteerd door Petra en de kinderen van Aquamarijn. Ze hebben alle drie een tekening voor haar gemaakt. De rest van de dag brengen we door op de 430 meter hoge rots van Gibraltar. We lopen door het stadje naar de kabelbaan. Boven staan we meteen tussen de apen. Er leven vijf groepen op de rots. Het zijn Barbarijse Makaken, een soort die afkomstig is van de zuidelijke kusten van de Middelandse Zee, dus van Marokko, Algerije, Tunesië en Libië. Men veronderstelt dat ze door de Moren tijdens de bezetting van het Iberisch schiereiland zijn meegenomen als huisdieren. De kolonies hebben in de Tweede Wereldoorlog zwaar te lijden gehad, maar nu leven er honderden, die bijvoeding krijgen van de overheid. Toeristen mogen ze niet voeren op straffe van zware boetes. Het zijn speelse en zeer brutale diertjes; ééntje had het gemunt op de nieuwe ketting van Ans (zie foto hierbij) De uitzichten van de Rots zijn schitterend. We kunnen er niet genoeg van krijgen. Aan beide kanten liggen tientallen zeeschepen geankerd in het azuurblauwe water. Aan de richting waarin ze achter hun anker liggen kun je fraai het patroon van de wind zien, die aan beide zijden om de Rots heen uiteenwijkt en dan weer samenkomt (zie hier voor een foto) Genietend van de steeds wisselende uitzichten lopen we op ons gemak de slingerende weg terug naar de stad. We kijken over de Straat naar de hoge bergen van Marokko.
Er zijn zoveel in het wild bloeiende planten! Lelies, bougainville (tot onze verbazing), agapanthus, brem, witte irissen en hoge, zeer oude cactussen met een volledig houten stam. Hier samen te lopen is als een droom die uitkomt, voor dit soort ervaringen gingen we op reis. Halverwege de afdaling passeren we nog een groep aapjes. Ook deze tonen belangstelling voor de jarige Jet (zie foto hier) Af en toe komt er een busje vol toeristen langs. We hebben gekozen om dat niet te doen, want voor 25 pond pp word je in anderhalf uur langs alle bezienswaardigheden op de Rots gejaagd. Wij hebben immers alle tijd om het in de komende week op ons gemak te doen. Toch hebben we - eenmaal weer beneden - behoorlijk gevoelige kuiten van de afdaling. We smikkelen van chocoladeijs op een terrasje bij onze jachthaven. In de loop van de dag ontvangt Ans felicitaties van kinderen en vrienden per telefoon, SMS en e-mail (ook een e-card van Piet & Carla van zusterschip Everjoy) Vanavond gaan we lekker uit eten aan de wal, vlakbij in een Mexicaans restaurantje. Terug naar boven
Gibraltar (6)
Maandag 17-03-2008
Lekker en gezellig dineetje, gisteravond, in het Mexicaanse restaurantje op de kade van Marina Bay. Voor het eerst in ons leven eten we Fajitas, pannekoekjes waarin je gegrillde repen kip en/of vlees rolt met saus (sourcream, kaas of salsa) en uien.
Vanmorgen bel ik Holland Nautic in Apeldoorn. Bij de technische dienst doet men nogal nuchter. Het verbaast ze niks dat Sheppard´s hier in Gibraltar zegt dat ze mijn toestel niet kunnen repareren. "De meeste dealers kunnen dat niet, maar wij vaak wel", zegt ene Peter, "omdat we nog veel oude onderdelen hebben liggen" Ik moet het toestel maar opsturen, dan zullen ze er met voorrang naar kijken. Okay! Had ik dat maar eerder geweten. Ik fiets naar het postkantoor, maar daar verkopen ze geen verzendboxen zoals bij ons. Bij een electronicawinkel in de buurt scoor ik een geschikte doos, die we aan boord bekleden met uitgeknipte stukken molton van de strijkplankovertrek (die ik nog over had van de stagbescherming voor de bimini) en uitvoerig intapen. Voor 14 pond gaat het pakje op de post, express mail bestaat hier helaas niet voor pakjes, zegt de dame achter het loket.
We nemen afscheid van de crew van Aquamarijn. Schipper Ton is gisteren gearriveerd en vandaag gaan ze naar Estepona aan de Costa del Sol. Ook Sheer Fantasy vertrekt, een Britse Sun Odyssey 35 van Robert & Diane White, die we eerder ontmoetten in Lissabon en Lagos. Zij gaan naar de Spaanse enclave Ceuta in Marokko. Het wordt stil aan de steiger. In de loop van de middag wakkert de NW-wind behoorlijk aan. Ik ontvang bericht van mijn advocaat dat de zitting van de bestuursrechter van Dordrecht in mijn beroepszaak tegen de Gemeente Papendrecht (inzake het niet-verlenen van een briefadres) is bepaald op 28 april. Voor de achtergronden, klik hier. Van Zeilen krijg ik de lay-out van mijn eerste artikel over De Randen van Biscaje gemaild, met het verzoek de nog ontbrekende fotobijschriften op te sturen. Het ziet er mooi uit, ondanks de weinig foto´s die ik nog kon vinden. De moeder van mijn jongste zoon Bas stuurt foto´s op van zijn optreden als componist/musicus van het schooltheaterstuk "Haat en Liefde" (zie 1 foto hier) Het is jammer dat ik niet bij die gelegenheden kan zijn. Dit jaar doet hij eindexamen HAVO en op 20 maart gaat hij op voor het toelatingsexamen voor de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht om er "Composition for the Media" te gaan studeren. Mijn oudste zoon Rommert studeert daar al een paar jaar. Zijn werk kun je zien op zijn website www.refract.nl. Eind van de maand gaat hij in Utrecht op kamers wonen. Beiden bezig hun weg in het leven te banen. Mijn dochter Floor is ondertussen weer terug als redacteur bij "De Wereld Draait Door" van de VARA. Grappig eigenlijk, dat ze alle drie een creatieve richting gekozen hebben. Terug naar boven
Gibraltar (7)
Dinsdag 18-03-2008
Gisteravond luisteren we, weliswaar een dag na Palmzondag - maar wat geeft dat? - naar de Matthäus Passion van Bach. In de mooie uitvoering op CD van De Nederlandse Bachvereniging met The Amsterdan Baroque Orchestra en het Sacramentskoor Breda onder leiding van Ton Koopman, met Christoph Prégardien en andere topsolisten, een Erato opname uit 1993. De vele emotionele momenten en de wonderschone muziek ontroeren ons opnieuw, feilloos en onontkoombaar. Ik moet denken aan de boeiende lezing die mijn oude schoolvriend Wim Thijs ongeveer een jaar geleden in Delft hield over de verborgen structuur van deze passiemuziek (zie hier) Ooit vroeg iemand waarom een overtuigd atheïst als ik zoveel kon houden van de oerchristelijke muziek van Johann Sebastian Bach. Ik heb zelfs wel eens iemand anders horen beweren dat ongelovigen de muziek van Bach nooit zó diep konden begrijpen als christenen. Tja, dat maken we zelf wel uit, denk ik. Al luisterend komen herinneringen boven. Het is misschien al wel twintig jaar geleden dat ik - nog niet zo lang directeur van het Beatrixziekenhuis in Gorinchem - een lezing hield in de zogenaamde Kerkzaal van het oude ziekenhuis voor de leden van de nogal rechtzinnige Christelijke Stichting, één van de oprichters van het voormalige Streekziekenhuis Prinses Beatrix (zoals het ziekenhuis toen nog voluit heette) Ik sprak gloedvol - herinner ik me - over allerlei wetenschappelijke ontwikkelingen en na mijn verhaal zei de toenmalige voorzitter, een overigens aardige burgemeester uit de Alblasserwaard, tot mijn verwondering: "Durven we hierover te praten?" Eén van de aanwezige dominees keek op en sprak met een haast verontschuldigende glimlach: "Ik mis God in het verhaal" Ik weet niet meer wat ik antwoordde. In elk geval niet zo snedig als de wiskundige Laplace op een gelijkluidende vraag van Napoléon: "Sire, ik heb die hypothese niet nodig" Per slot waren ze in die tijd - we hadden het ziekenhuis nog niet geprivatiseerd - nog mijn broodheren. Geloof en wetenschap zijn niet verenigbaar, dat is mijn stellige overtuiging. Het komt allemaal uitvoerig aan de orde in "Challenging Nature. The Clash Between Biotechnology and Spirituality" (2006) van Lee M. Silver, dat ik met kleine beetjes tot me neem.
Vandaag is er een waarschuwing voor harde wind, Bf 7 uit het westen, voor Alboran. Dat is het uiterste westen van de Middellandse Zee, het gebied waar we nu mee te maken hebben. Er staat een forse swell in de haven, maar door de lengte van ons schip (ruim 13 meter) valt het wel mee. We liggen met de achterkant naar de betonnen steiger, dus het is zaak om voldoende afstand te bewaren. We lezen het grootste deel van de dag. In de Navtex voer ik de nieuwe stations in voor het westelijk deel van de Med. En ik bel met Visa Card in Holland om een maf probleem op te lossen. Hier is het, stap voor stap. Daarbij moet je weten dat we al jaren via de ANWB een credit-card van Visa hebben.
1. In de zomer van 2007 zeg ik bij de ANWB ons lidmaatschap van de Wegenwacht (dus niet het ANWB-lidmaatschap)
2. In december 2007 wordt het volledig bedrag van het ANWB-lidmaatschap van onze bankrekening afgeschreven, dus inclusief de Wegenwacht.
3. Nadat ik de ANWB daarover heb gebeld (uit Lagos) krijgen we bericht dat ons lidmaatschap geheel beëindigd is.
4. Nadat ik opnieuw heb gebeld (uit Lagos) krijgen we bericht dat ze een fout hebben gemaakt en dat we voor 2008 gewoon het kale lidmaatschap hebben (zoals we bedoelden) De teveel betaalde contributie wordt teruggestort.
5. Begin maart 2008 bericht Visa ons dat onze Visa Card eind maart komt te vervallen, omdat we geen lid meer zijn van de ANWB.
6. Ik schrijf meteen - begin maart - aan Visa in een brief dat het niet klopt en dat we nog steeds lid zijn van de ANWB en dat ze onze kaart niet moeten afsluiten.
7. Vandaag - 18 maart - bel ik maar eens met Visa omdat we niks meer gehoord hebben. De aardige jongeman aan de telefoon meldt dat ze van niks weten maar dat onze Visa-card inderdaad eind van de maand wordt afgesloten. Hij zegt dat hij het probleem begrijpt en dat hij alles zal laten nakijken door de afdeling Card-Acceptance. We worden nog teruggebeld. Het hele gezeur toont aan dat automatisering niet goed overweg kan met mutaties. Die moeten door mensen worden aangebracht en die falen veel te vaak. Wordt vervolgd, vandaag zijn we niet teruggebeld.
De rest van de dag. Ik fiets naar de oostkant van de Rots, een gebied waar geen toeristen komen. Meteen om de hoek ben ik uit de wind. Hier is een smalle strook tussen de steile rotshelling en de zee, Catalan Bay genaamd, met een klein en erg schilderachtig vissersdorpje en het enige strandje van Gibraltar. Het schijnt een vestiging te zijn van voormalige Catalaanse huurlingen, die mede de Rots verdedigden tegen de vele Spaanse pogingen om hem terug te veroveren. Er is pas één niet al te groot hotel. Ik fiets verder en kom bij het eind van de weg. Daar is een clubgebouw van een motorclub, een soort Hell´s Angels maar ze heten niet zo. Erachter is een belt voor bouwafval, stof waait hoog op door de af- en aanrijdende vrachtwagens. Je bent hier bijna bij de steile, ontoegankelijke zuidpunt van Gibraltar. Tot mijn verbazing huist hier ook een groep apen, Barbarijse Makaken, rond het bikershome. Misschien worden ze door de leden bijgevoed. Ik fiets terug om de Rots, het laatste stuk tegen de hevige wind in. Nog op tijd om samen een lekkere namiddagborrel op een terras in de zon op de kade van Marina Bay te drinken. Ondertussen kreeg ik nog een foto van het optreden van mijn jongste zoon Bas in het schooltheaterstuk "Haat & Liefde", kijk maar eens hier. Terug naar boven
Ceuta
Woensdag 19-03-2008
Om 11 uur vertrekken we naar Ceuta, de Spaanse enclave in Marokko aan de zuidkant van de Straat van Gibraltar. Het is de andere Zuil van Hercules, een strategische plek veroverd door de Spanjaarden om de Straat te kunnen beheersen. Het is echter nooit zo belangrijk geworden als Gibraltar. Het weer is bewolkt. Eerst vullen we nog belastingvrij onze dieseltank bij. We zeilen met een rustige aan-de-windse koers naar de overkant op ZW 3 - 4. Het is redelijk druk met scheepvaart. Eén keer moeten we overstag om uit te wijken voor een enorm, wanstaltig containerschip. Af en toe scheurt er een ferry voorbij. Onze kanarie Lord Byron is al aardig zeevast geworden en concerteert nu en dan vol overgave. Een paar mijl voor Ceuta draait de wind naar ZO en zwakt af. We strijken de zeilen onder de rots van Punta Almina, wachten op nog een ferry en een zeeschip dat door twee sleepboten de haven in wordt gesleept en varen binnen. De Marina de Hércules ligt achterin, langs de binnenstad. Het ziet er allemaal aardig en levendig uit. De havenmeester komt langs op een scooter en wijst ons een plek naast een Canadees jacht en een roestig jacht van onbestemde herkomst. We meren aan met de boeg naar de kant; het aanbrengen van de mooringlijn vanaf de kade naar achteren levert geen problemen op. We leren het nog wel. Met het oog op de roestbak naast ons hang ik een extra zinkanode aan die kant. De zon schijnt inmiddels weer uitbundig. We zijn erg benieuwd naar dit curieuze stukje Europa in Afrika, en naar het hoge hek dat de enclave omsluit en dat een paar jaar geleden massaal bestormd werd door Afrikanen op zoek naar werk en een bestaan als illegalen in Europa. We willen hier een paar dagen blijven, misschien tot en met het Paasweekeinde. Klik hier voor een foto. Terug naar boven
Ceuta (2)
Donderdag 20-03-2008
Veel regenbuien kletteren over het dek, gisteravond en vannacht. Een enkele keer weerlicht het. Boven de Straat kruipt een lagedrukgebied langzaam naar het oosten. Het brengt de komende dagen slecht weer. We liggen in Ceuta in elk geval heel wat rustiger dan in de swell, die in Gibraltar doorgaans in de haven staat. We kijken knus in de kajuit naar de King Lear verfilming van Brian Blessed uit 1999, waarin hijzelf de hoofdrol speelt. Niet onomstreden want hij trekt alle aandacht naar zichzelf toe, terwijl er ook nog wel andere tragische rollen in het stuk voorkomen (Edmund, Gloucester, Kent, Cordelia, enz.) Tot onze schande moeten we bekennen dat we op zeker ogenblik de ogen niet meer open konden houden.
Vanmorgen is het droog. Ik klim op de fiets om vers brood te halen, maar tot mijn verbazing zijn de supermercado´s allemaal gesloten. La Semana Santa!, verklaart de dame van een benzinestation, waar ik tenslotte een vers stokbrood kan kopen. Morgen, Goede Vrijdag, is alles ook nog dicht. In de stad lopen veel moslims en moslima´s rond, die deze feestdagen niet huldigen. Die hebben weer andere. Allemaal voorbeelden van religieuze dwingelandij. We trekken erop uit. De zon breekt door en al gauw is het warm. Uitgebreid bekijken we de enorme vestingwallen op de isthmus, het smalle stuk land dat Ceuta van het vasteland scheidt. Er loopt een ondiepe kreek tussendoor, de Fossa (zie bijgaande foto) Hier is vreselijk veel gevochten. Ceuta kent door zijn strategische ligging, net overigens als Tanger en Gibraltar, een lange geschiedenis. Het is in bezit geweest van de Phoeniciërs, de Vandalen, de Romeinen en van Byzantium, tot het in de achtste eeuw werd veroverd tijdens de Arabische-islamitische expansie naar het westen. In het begin van de veertiende eeuw werd het veroverd door de Portugezen. Het werd de eerste van hun Afrikaanse koloniën. Later ging het over in Spaans bezit. Veelvuldig probeerden de Arabieren en de Berbervorsten Ceuta terug te krijgen. De berberkoning Muley Ismaïl sloeg van 1694 tot zijn dood in 1724 een 33-jarig bloedig beleg voor de stad. De rotsgrond waar deze muren op staan is dooraderd door gangen, die de belegeraars eronder groeven om met vaten kruit de wallen op te blazen, en door gangen van de Spaanse belegerden, die erin patrouilleerden om dat te verhinderen. De ravelijnen hebben aan de achterkant lage muren. Mocht de vijand ze in handen krijgen, dan kon hij gemakkelijk bestookt worden vanaf de vestingwerken verder naar binnen. Op de de zonbestookte ruimtes tussen de opeenvolgende verdedigingslinies staan reuzengrote amforen, die Ans in gedachten al vol met geraniums in de tuintjes van haar dochters ziet staan (klik hier voor 3 foto´s)
We lopen langs de zuidelijke rotskust van Ceuta. Beneden is een keurig, geëgaliseerd strand waar de eerste aarzelende badgasten plaatsnemen bij een strandtentje of bijna bloot op een handdoek liggen te zonnen, vanaf de boulevard (misprijzend?) waargenomen door mannen en vrouwen gehuld in lange djellaba´s. Aan de overkant ligt de hoge Marokkaanse kust met daarachter de toppen van het Rifgebergte. We zien hoe er regenbuien vallen. Even verderop langs de boulevard is een Chinese Winkel-van-Sinkel open, Commercial Peng Shen geheten. Die viert tenminste geen Witte Donderdag. Dit soort winkel zie je overal in Portugal en Spanje. Ans koopt er een soort doorzichtige kaftan en een rond droogmolentje en ik...alweer een bakje! Ja! Een mooi donkerrood-bruin Chinees bakje met een deksel, dat ik op mijn garderobekast wil vastmaken om er allemaal losse snoeren en 12V-adapters (van de oude laptop en de opladers van de camera, de baardtrimmer, e.d.) in op te bergen. Die liggen daar maar te slingeren. En ja, ik heb nu eenmaal de bakjesziekte.
We keren terug langs de noordkant van Ceuta. De stad heeft duidelijk slechte tijden gekend, zien we aan de halve krotten en bouwvallen, waar toch mensen in wonen. Anderzijds wordt ook hier veel gebouwd en geïnvesteerd met geld uit de regiofondsen van de EU. Ik vraag me wel af waar deze stad eigenlijk verder van leeft. Ondertussen verslechtert het weer. We hebben een spectaculair uitzicht op de Straat van Gibraltar. Bij de Rots van Gibraltar hangen zware buienwolken. We vinden langs de boulevard een kruidenierszaakje, dat open is en slaan wat boodschappen in voor de rest van de Semana Sancta. Er beginnen grote regendruppels te vallen. Ternauwernood bereiken we op tijd de boot. Er breekt een fors onweer los. Lord Byron, die eerst blij kwinkeleert bij onze thuiskomst, krimpt van angst in elkaar op de vloer van zijn kooi. In de rest van de middag verdiep ik me in een aantal eigenaardigheden van de Straat van Gibraltar en de Middellandse Zee. Dezer dagen zal ik er wat meer over vertellen. Terug naar boven
Ceuta (3)
Vrijdag 21-03-2008
De Straat van Gibraltar is de enige verbinding van de Middellandse Zee (en daarachter de Zwarte Zee) met de rest van de wereldzeeën. Omdat de Med in een droge, subtropische klimaatzône ligt, ontvangt hij veel energie van de zon en is het water gemiddeld warmer (ongeveer 15°) dan dat van de Atlantische Oceaan (± 13°) De verdamping is daarom sterk en het zeewater is zouter dan oceaanwater. De Middellandse Zee en de omringende bergketens ontstonden door botsingen en schuring tussen de continentale platen van Europa en Afrika in de achterliggende 44 miljoen jaar. Vijf miljoen jaar geleden ging de Straat van Gibraltar open en werden de zoute bekkens erachter met vers zeewater aangevuld. Dat ging mogelijk met veel geweld gepaard. Door de verdamping raakt de Med veel water kwijt. Regen en rivieren vullen dat slechts voor een derde deel bij, de rest stroomt via de Straat van Gibraltar naar binnen. De meeste tijd is er dan ook een overheersende oostgaande stroom in de Straat, maar niet altijd: wind (de Levanter) en tij veroorzaken ook wel westelijke stromen. Maar de hoofdrichting van de stromen van het oppervlaktewater in de Med is oostelijk, helemaal tot aan het levantijnse bekken bij Cyprus. Voortdurende verdamping heeft het zeewater in dit bekken erg zout en zwaar gemaakt, het zinkt naar de diepte en keer als westgaande onderstroom terug. Zo is er toch uitwisseling met de Atlantische Oceaan. Want over de drempel bij Tarifa, slechts 280 meter diep, keert de zoute onderstroom in de Atlantische Oceaan terug.
Hierboven staat een plaatje van de alg Caulerpa taxifolia, ook wel "Killer-alg" genoemd. Hij wordt wereldwijd gebruikt als decoratieve plant in aquaria. In 1984 zou er per ongeluk een koudebestendige stam bij het lozen van afvalwater ontsnapt zijn uit het Oceanografisch Museum van Monaco. Het museum ontkent dat nog steeds maar de vroegere directeur Cousteau acht het heel waarschijnlijk (zie o.m. hier) Hij vormt dichte monoculturen die de groei van zeewier en zeegras verstikken. Die zijn het belangrijkste voedsel voor bijna alle levensvormen in de Middellandse Zee. Het gevolg is dat de lokale visserij aanzienlijke schade lijdt. De plant blijft vastzitten aan schroeven, netten en de ankers van schepen, dus ook van jachten, en verspreidde zich eerst langs de Côte d´Azur en vervolgens alle noordelijke kusten van de Med. Hij kan zelfs tien dagen overleven in een ankerbun. Caulerpa scheidt ook toxinen (gifstoffen) uit. Vissen die de alg kunnen eten, zoals de Middellandse Zeebrasem(Sarpa salpa), hopen die gifstoffen in hun lichaamsvet op en zijn voor menselijke consumptie niet meer geschikt. Inmiddels zijn er ook elders uitbraken van de Killeralg geconstateerd, zoals in zuidelijk Californië en bij Sidney in Australië. Of die nu door versleping door schepen of door de aquariumhandel zijn veroorzaakt, is niet duidelijk. Overigens is de alg een gangbare plant in tropische wateren, maar die zou niet in kouder water gedijen. Een studie uit 2005 (Nyberg en Wallentinus) stelt dat Caulerpa bij de top vijf hoort van risicovolle invasieve planten in Europa. Overigens was er in 2001 een studie waarin men concludeerde dat het allemaal wel meeviel, maar die kon ik later niet terugvinden. (Bronnen: Atlas van de Oceanen, Tirion, 2000 en Internet)
Gisteravond keken en luisterden we naar de aansprekelijke DVD "Nights from the Alhambra" van Loreena McKennit. Als Ans naar bed gaat, maak ik een gedicht af dat ik een tijdje eerder was begonnen (klik hier) In de nacht vallen er zware regenbuien. Vanmorgen geeft de Navtex een stormwaarschuwing voor ons zeegebied en de districten oostelijk ervan. We liggen nog lekker wat na te doezelen als een bonk ons uit bed doet springen. Het schip beweegt nogal door de harde wind en stootte met het anker tegen de kade. Gelukkig zit het anker goed vast op de boeg en is er geen schade. Ik haal de mooringlijn met de genualier een stuk verder aan. VisaCard meldt dat het probleem rond mijn ANWB-lidmaatschap is opgelost. De ochtend is verder droog en ik fiets de drie kilometer langs de zuidoostelijke kustlijn naar de grens met Marokko. Het is lang gelden dat ik bij een echte grens was in de verder zo aangenaam (binnen)grenzenloze Europese Unie. Inderdaad, hoge hekken met rollen prikkeldraad erop, autoritair gebarende douaniers en politieagenten, opgewonden mensen met koffers, openstaande kofferbakken en de hele zenuwachtige bedoening van het fenomeen "grens" Ik wou dat ze en masse wereldwijd werden opgeheven! De rest van de dag is heerlijk zonnig en van storm is geen sprake. In de kuip horen we rond het middaguur de zangerige gebedsoproepen van enige muezzins vanaf de minaretten van hun moskeeën: Allahu Akbar! (Allah is groot) De vergelijking met de beierende kerklokken bij ons dringt zich op, en ook de vraag waarom religies toch zo graag luidruchtig blijk willen geven van hun bestaan, maar toch is het mooi en exotisch in dit geval en het stoort ons helemaal niet. Terug naar boven
Ceuta (4)
Zaterdag 22-03-2008
We eten gisteravond om tien uur, zoals we de laatste weken gewoon zijn. We hebben ons weer aangepast aan het Spaanse patroon. Het voortdurend geluid van trommels lokt ons na het eten de stad in. Het is alsof we opeens in de Middeleeuwen zijn beland. Langs de Alcalde Sánchez Prados, de hoofstraat van de oude vestingstad, staan rijen toeschouwers te kijken naar een lange processie voor de Semana Santa. Groepen gemaskerde personen met puntige hoofddeksels, die aan de Ku Klux Klan doen denken, schrijden met fakkels en flambouwen langzaam door de straat (zie foto hiernaast en klik hier) Belletjes rinkelen, sommigen zwaaien met rokende wierookvaten. Het sombere geluid van slaande trommels en pauken klinkt voortdurend en kaatst tegen de hoge gevels terug, afgewisseld met ernstige blaasmuziek. Muziekkorpsen van het leger, de marine, de lokale politie en de Guardia Civil trekken langs, afgewisseld door hoge, van goud en zilverbeslag schitterende reliekenschrijnen met kleden die tot bijna op de grond hangen en waaronder de schuifelende voeten van de tientallen dragers juist zichtbaar zijn. Achter iedere schrijn loopt een groepje deemoedige lieden met neergeslagen ogen, kennelijke zondaars die openbaar boete doen door mee te lopen. Ontelbare malen houdt de processie halt, het duurt uren en er lijkt geen eind aan te komen. Er lopen ook veel gemaskerde kinderen mee, die vol vertedering begroet worden door familieleden en bekenden langs de kant. Lollieverkopers bieden hun zoete waar, rechtop gestoken in vierkante platformpjes, aan op lange stokken. Op een verhoging zitten kerkelijke en civiele magistraten toe te kijken. De scheiding van kerk en staat is even opgeheven. Naast één van de loodzware reliekenschrijnen loopt de Guardia Civil zelfs nog met de dwaze, door de regering afgeschafte lakhoeden op het hoofd uit de tijd van de Franco-dictatuur (zie foto hier) Het valt ons op hoe serieus, in tegenstelling tot het vrolijke publiek, de deelnemers aan de processie zijn. Militairen marcheren met grote precisie in een malle, trage pas waarbij ze afwisselend hun ene en hun andere been omhoog gooien. Officials lopen in hun beste kostuum ernstig en druk aanwijzingen te geven, slaan op de grote reliekschrijnen als er gestopt moet worden, en regelen minutieus ieders positie in de stoet. Een hoge prelaat loopt eenzaam en ongenaakbaar voor één van de schrijnen, zich duidelijk bewust van zijn hoge, unieke waardigheid (klik hier) In onze ogen is het allemaal erg aandoenlijk en lachwekkend en ook wel intimiderend en wat beangstigend, als je beseft hoeveel macht een irrationeel instituut als de kerk hier nog heeft. De tijd van de gevreesde Inquisitie lijkt opeens nog erg dichtbij. Urenlang kijken we onze ogen uit.
Vannacht waarschuwt de Navtex opnieuw: storm Bf 9 uit het westen. Die komt dan ook, in de vroege ochtend zien we Bf 7 op de windmeter, hoewel we tamelijk beschut in de luwte van de stad liggen. De boot ligt goed vast, dus we slapen gerust. ´s Ochtends slaan we voorraden in in de Mercado Central, een overkapte markt bij de haven waar in vele tientallen kramen verse groenten, zuivel en vlees te koop is. Zo´n mercado vind je op veel plaatsen op het Iberisch schiereiland (In Lagos was er ook één) Verder schaffen we kaartjes aan voor een bustrip naar de Marokkaanse steden Tetouan en Tanger, die we morgen gaan maken. ´s Middags blijven we vanwege de storm liever aan boord, het waait de hele dag snoeihard en het schip rukt fors aan de lijnen.
Ceuta is een autonome stad met een eigen regering, net als Melilla, een Spaanse enclave verder naar het oosten. Verder bezit Spanje nog wat rotseilandjes voor de kust, waar niemand woont. De regering van Marokko claimt de souvereiniteit over al die Spaanse restjes, onder verwijzing naar Spanje´s eigen claim op Gibraltar. De autonome regeringen van Ceuta en Melilla en de bevolking verwerpen de claim en willen bij Spanje blijven. Begrijpelijk, ze hebben van Marokko weinig te verwachten. Beide enclaves horen bij de Europese Unie, maar kennen een eigen, zeer vriendelijk belastingregiem. Daar leeft men hier van (plus aanzienlijke EU-subsidies voor achtergebleven gebieden) De winkelstraten bestaan vooral uit zaken met drank, sigaretten, parfums en dure electronica. Net als Gibraltar overigens. Gister bij de grens zag ik nogal wat Marokkaanse automobilisten, die goedkoop kwamen tanken. De enclaves produceren zelf helemaal niets en kosten Spanje en de EU dus alleen maar geld. En dan is er dus dat hek, dat gelukzoekende Afrikanen en anderen moet weren. Een paar jaar geleden was er een stormloop. Nu is er een dubbele rij hoge hekken gekomen, met grote rollen prikkeldraad erop, een weg en een kaal stuk niemandsland ertussen en wachttorens, waar intensief gepatrouilleerd wordt. Er is trouwens ook opvallend veel politie in de stad. Terug naar boven
Ceuta (5)
Zondag 23-03-2008, 1e Paasdag
Gisteren, eind van de middag, wakkert de wind aan tot stormkracht, zelfs hier in de haven. Eén keer zien we zelfs 48,7 knopen op de windmeter. Dat is Bf 10! Ik zet wat extra lijnen op de wal, voor het geval een landvast mocht breken. Aan een steiger tegenover ons breekt een fok los en begint hevig te klapperen. De schipper van het Franse buurjacht weet hem in te tomen. Elders waait een kuiptent los. Een affiche zo groot als het scherm in een bioscoop - er waren immers laatst verkiezingen in Spanje - scheurt los van het hek langs de haven en waait als een soort vliegend tapijt over de gebouwen aan de boulevard. Het is ook nog eens een koude wind, al gauw vergezeld van ferme slagregens. Het brengt ons zelfs ertoe om voor het eerst sinds ons vertrek uit Lagos de kachel aan te zetten. Vannacht slapen we desondanks als rozen. Vanochtend is het weer rustig, zonnig - en nog steeds koud.
Vandaag dus naar Marokko. Een overweldigende ervaring! Het komt niet vaak voor dat je je in één klap in een volkomen andere wereld verplaatst voelt. Een wereld die ons bevalt. De bus brengt ons naar de grens. We zijn een gezelschap van ongeveer twintig toeristen, allen Spanjaarden behalve wij en vier keurige jongemannen uit of all places Litauwen. Een oudere dame uit Spanje, weduwe van een Zwitser en thans woonachtig in Marbella, maakt leuk contact met Ans in het Duits. De reisleider heet Achmed, een fors gebouwde Marokkaanse veertiger. De passage van de enige grensovergang, die waar ik eergisteren naartoe fietste, kost ongeveer een halfuur. We rijden Marokko binnen langs een kust waar enorm gebouwd wordt: hotels, resorts, boulevards, een vierbaans autoweg, het houdt niet op. Aan de rechterkant liggen de hobbelige, tamelijk kale bergen van de Rif. De bus stopt op een parkeerplaats bij een klein moerasgebied. Je kunt er voor een euro op een dromedaris rijden (doen we niet) Wat we wel doen is huiveren, zó koud is het ondanks de stralende zon in een strak blauwe hemel. Een klein uur later arriveren we in de oude stad Tetouan en bezoeken de Medina, het oude ommuurde centrum. Hier begint de andere wereld. Het is een onoverzichtelijk labyrinth van steegjes en straatjes, overvol met mannen en vrouwen in djellaba, de traditionele lange gewaden van katoen, druk pratend en gebarend. Het is er overvol met handel, met zaakjes, winkeltjes, uitstallinkjes, doorkijkjes, alles over en door elkaar gebouwd (zie foto hierboven en 2 foto´s hier) Druk, druk, druk! En toch ontspannen. Anders dan we verwachtten dringt niemand zich op met koopwaar. Een wezensvreemde wereld, maar op één of andere manier voelen we ons hier volkomen op ons gemak. We bezoeken een traditionele drogisterij - en je weet dat ik niets van al die traditionele kruiderij moet hebben - en kopen voor een prikje muntthee, Ras El Hanout-kruidenmengsel (met bijna 50 bestanddelen, zoals kruidnagel, kaneel, zwarte peper, rozeknoppen, Spaanse vlieg, paradijskorrels en nigella) en een klein flesje jasmijnolie omdat Ans vindt dat het zo lekker ruikt en tegen een kater zou helpen (die ik eigenlijk nooit heb) Rond half drie eten we een traditionele maaltijd met harrira (bonen/groentesoep), spiezen geroosterd lamsvlees met harissa, couscous met kip en groenten en mierzoete muntthee met een dadelkoek toe. Het restaurant heeft muren en plafonds met ingewikkelde patronen in tegels en houtsnijwerk. In de Islam is door het verbod op het afbeelden van personen e.d. een cultuur onstaan van abstracte vormen, die ongelooflijk ingewikkeld en zinrijk is en doet denken aan de oneindig repeterende vormen van wat we tegenwoordig fractals noemen. Een klein deel van de Medina is volgens Ahmed joods, maar we zien het nergens aan. Nee, ze willen niet opvallen, zegt Ahmed, maar ze leven hier in vrede met de moslims. Enfin, we willen hier wel de hele dag doorbrengen maar we moeten weer in de bus die ons over een bergpas door het Rifgebergte naar Tanger brengt. Ook hier bezoeken we de (kleinere) Medina. Tanger is anders dan Tetouan:
internationaler, mondainer en vooral Franser. Via het grote plein van de 9e april, waar de grootvader van de huidige koning Mohammed VI in 1947 de onafhankelijkheid van Frankrijk uitriep, lopen we door een botanische tuin waar - o toeval - een prachtige kathedraalboom staat (Ficus Macrophylla, klik hier voor de foto, klik hier voor onze geschiedenis met wat we kathedraalboom noemen) De talloze verkopers zijn er veel opdringeriger. In een mooie zaak kopen we allebei een djellaba, Ans een korte met wijde broek en ik een traditionele lange met een mooie rode fez (niet zoals Tommy Cooper) Even later - ik heb namelijk niet alleen een bakjesziekte maar ook een petjesziekte - koop ik voor 5 euro ook nog een mooi wit-blauw, rond hoofddekseltje (klik hier voor foto) We zien dat de haven hier nog geen echte marina heeft. Dat is wel het plan, want de zeescheepvaart wordt verplaatst van Tanger naar de grote, nieuwe containerhaven TangerMed in het oosten van de Straat van Gibraltar. Later rijdt de bus er langs. De uitzichten over de Straat zijn spectaculair. We zien de hele Spaanse kant tot en met de Rots van Gibraltar, alsof het een nabije en volledig andere wereld is - en dat is het ook. Niettemin, ook aan deze kust wordt enorm geinvesteerd in nieuwe resorts, wooncomplexen en hotels, door investeerders in Saudie-Arabië, Engeland en Spanje. We rijden over een gedeeltelijk voltooide vierbaans-autoweg, die zich als een achtbaan plooit over het robuuste kustgebergte. De mensen moeten duidelijk nog wennen aan dit wegtype. Men rijdt veel te snel. De bus wurmt zich twee keer langs grote verkeersongevallen. De doden liggen nauwelijks toegedekt langs de weg. Een andere keer lopen er plotseling drie koeien over het brede asfalt. De bus weet ze ternauwernood te ontwijken. Rond kwart voor negen zijn we vanavond aan boord terug. Lord Byron is allang in slaap. Ik moet bekennen dat Marokko grote indruk heeft gemaakt. De indrukken zijn vers, we hebben tijd nodig om ze te verwerken, maar we zijn enthousiast over Marokko en wat we gezien hebben.
Op Internet lees ik op de site van NRC/Handelsblad dat Eckart Wintzen is overleden, slechts 68 jaar oud. De grondvester van het automatiseringsbedrijf BSO en een man die zich nooit bij de arrivé´s heeft willen voegen. Hij was iemand met wie ik wel eens had willen praten, ondanks dat hij er altijd zo blij, zeg maar eufoor uitzag. Of was hij dat echt alsmaar? De ziel sterft tegelijk met het lichaam af, hoe blij hij ook leefde. Toch meen ik vrijwel zeker te weten dat Wintzen graag nog wat langer had willen leven om te kunnen zien of er wat terecht kwam van zijn vondsten. Terug naar boven
Ceuta (6)
Maandag 24-03-2008, 2e Paasdag
We brengen de dag luierend en lezend door (zie foto) Het is rustig en warm weer. In Nederland valt sneeuw, lezen we. Mijn enige activiteiten bestaan uit het doen van boodschappen bij de Lidl verderop, het aanbrengen van een stukje slang op de spuitmond van de waterslang, zodat je hem beter vast kunt zetten in de vulopeningen van de watertanks, en het plaatsen van ons neustrapje op de boeg, zodat we gemakkelijker het schip op en af kunnen. Ans doet vandaag de was. Dat is alles voor vandaag.
In "Southern Winds. Escaping to the heart of the Mediterranean" (Penguin, 2004) vertelt Sebastian Smith over de Straat van Gibraltar dat er iedere seconde een miljoen kubieke meter water doorstroomt van de Atlantische Oceaan naar de Med. Het zeeniveau in Tanger, net ten westen van de Straat, is 2 tot 3 meter hoger dan zo´n 25 mijl verder naar het oosten, als gevolg van de enorme verdamping in het Middellandse Zeebekken. Ook Graham Hutt noemt dit feit in de gereviseerde, derde editie van zijn pilot "North Africa" (Imray, 2005) Ongelooflijk, je kunt je dan wel iets voorstellen bij de hevigheid van de stroming in de Straat. Maar daarna houdt het op. Net als de Oostzee kent de Middellandse Zee door zijn beslotenheid en nauwe toegang geen tijverschillen en tijstromen.
Ik heb in beginsel overeenstemming met de aanbieder van een tweedehandse RL70C radar/plotter over de prijs. Het toestel wordt aangeboden door een zeiler die komend seizoen ook naar de Med wil en een nieuw, geavanceerdere radar/plotter heeft gekocht. Het toestel zal worden opgehaald door mijn zwager Cees of diens zoon Bob. Wel moeten ze eerst kunnen zien dat hij goed functioneert. Waarschijnlijk varen we morgen naar Smir, een haven vlakbij in Marokko. Er schijnt niet veel te beleven te zijn, dus mogelijk steken we een dag later de Straat van Gibraltar weer over om richting Costa del Sol te gaan. Terug naar boven
Smir (Marokko)
Dinsdag 25-03-2008
Het is even na elf uur als we de haven van Ceuta uitvaren. Buiten staat Bf 5 uit het westen. We zetten alleen de genua en ronden met ruim 6 knopen en stroom mee vlot de Monte Hacho, de zuidelijke Zuil van Hercules (voor foto klik hier) De zon schijnt stralend. Achter de rots had ik gerekend op luwte, maar dat is niet het geval. Ik leg de boot op een koers van 205° en wissel het Spaanse voor het Marokkaanse gastenvlaggetje. In twee uur zeilen we naar Smir, waar een nieuwe jachthaven is. Een mijl of vijf van Smir trekt de wind opeens hard aan en hebben we zomaar 30 knopen op de windmeter staan. We spuiten vooruit. Bij de haveningang liggen zes kleine rode tonnetjes, die niet in de pilot genoemd worden. Kennelijk is de ingang bezig te verzanden. Ik houd ze voorzichtig aan bakboord. Er is maar een smalle strook tussen de tonnetjes en het oostelijk (groene) havenhoofd. De dieptemeter toont even 1,0 meter, maar dan zijn we de drempel over. Met enige moeite vanwege de harde wind leggen we bij het havenkantoor aan. De formaliteiten vallen mee, het is niet erger dan in Spanje of Portugal, men spreekt Frans en Engels en is erg vriendelijk. We zijn het enige jacht in de haven en mogen gaan liggen waar we willen. Ik moet wel apart langs de politie, maar ook daar is men vriendelijk.
We willen netjes op de Med-manier aanleggen (boeg naar de kant, mooringlijn achter), maar een man op de wal gebaart dat we gewoon langszij mogen. Opeens zien we dat er inderdaad helemaal geen mooringlijnen liggen. Juist. Klik hier voor foto. Even later wandelen we door het complex. Het is het gebruikelijke geheel van appartementen, restaurantjes, vastgoedbureautjes en winkeltjes, als elders. Grotendeels leeg en gesloten en overigens ook al wat verwaarloosd, maar wel in een aardige, Moorse stijl opgetrokken. Tuinlieden zijn aan het werk in de uitbundige tuinen rond en tussen de gebouwen van het complex. Ans wil hier niet wonen maar wel hangen (klik hier) Het seizoen is duidelijk nog niet begonnen. Er is een kleine supermarkt, die eveneens gesloten is, maar die schijnt ´s avonds open te zijn. Enfin, we zijn toch maar in Marokko met onze Dulce! Ik vind zelfs liefst drie onbeschermde draadloze netwerken. Het is, nu we achter de bebouwing uit de wind liggen, behoorlijk warm: liefst 26°, zie ik op de thermometer. Daar moet Lord Byron ook van profiteren! Kanaries houden van zon, zegt Ans, dus plaatsen we de kooi op de kuiptafel (zie foto hier) Het eerste halfuur wipt hij wat nerveus heen en weer, kijkt verbaasd hoe een windvlaagje zijn veertjes opwaait, gaat wat eten en kijkt daarna aandachtig naar de vele tsjilpende mussen en zwaluwtjes, die aan de wal ijverig in de weer zijn. Ze inspireren hem tot lange, virtuoze fluitconcerten, waarin hij smeltende lokroepen verwerkt. Niet te geloven, die vogel kan er wat van!
We besluiten om hier niet te blijven. Er is hier weinig te beleven en we hebben ook niet veel zin om nog een keer naar Tetouan of een andere stad te gaan. Het wordt onderhand tijd om uit te zoeken vanaf waar Ans over een maand het beste even naar Holland kan vliegen. We hebben namelijk besloten dat ik aan boord blijf, vanwege de kosten en om op Lord Byron te passen. Morgen zullen we opnieuw de Straat van Gibraltar oversteken en naar de Costa del Sol zeilen. Terug naar boven
Smir (2)
Woensdag 26-03-2008
Later. gisteravond in Smir, blijkt de kleine supermarkt inderdaad open. Iedere avond tot elf uur, vertelt de eigenaar in vloeiend Frans. Ik koop er spaghetti en macaroni, gister vergeten te kopen in Ceuta, en twee flessen kruidige Marokkaanse wijn. Na het eten aan boord draaien we muziek van een vroege telg uit de rijk getalenteerde Bach-familie. Ondermeer de cantate "Herr, wende dich und sei mir gnädig" van Johann Christoph Bach, een voorzaat van de grote Johann Sebastian Bach. Het is een wonderschone uitvoering door de fameuze Rheinische Kantorei en Musica Antiqua Köln onder leiding van de welhaast onsterfelijke Reinhard Goebel (Archiv Produktion, 1986) Met ingehouden adem luister ik naar een prachtige bariton:
"O Gott, nimm mich doch nicht weg"
Dit is de oergrond, de reden voor het bestaan van religie. Vreemd en aandoenlijk, al dat smeken, flemen en prijzen van de almachtige maar immer zwijgende God. Walgelijk eigenlijk en tegelijk zulke prachtige muziek! Een beter doel waardig, zou je haast zeggen...pardon, zeg ik eigenlijk.
Ik lees - weer later - het slot van Sebastian Smith´ boek "Southern Winds" Hij kan goed schrijven, vind ik. Lange tijd doorkruist hij met zijn Franse vrouw Adèle de hele Middellandse Zee. Tenslotte keert hij terug naar de Straat van Gibraltar in het spoor van de eerste zeevaarders uit de Middellandse Zee:
"Already this was the sole opening from the inland sea, edge of terra incognita, border of the Ocean Stream and the location, some say, of Hades"
Eeuwen later zeilen de eerste schepen tóch verder, de Straat uit en de enorme, onbekende Oceaan op. In de woorden van Euripides "de zee achter de Zuilen van Hercules, nooit overgestoken, het einde van alle reizen, waar de Heer van de Oceanen niet toestaat dat zeelieden verder zeilen over de paarsblauwe oceaan" Toch gebeurt dat, zoals ook in de toekomst vrijwel alles zal gebeuren wat we nu niet voor mogelijk houden. Ne plus ultra, was het oude motto, "verderop is er niets meer" Nee, zegt Sebastian Smith als hij na een lange omzwerving de Straat nadert, zo is het niet. A lesson of travel and life:
"That each sea only leads to the next"
Nog weer later loop ik een ommetje over de kade. Er is hier niet veel licht, dus een prachtig oplichtende sterrenhemel. Ik zie ze allemaal, de sterrenbeelden, voorzover ik ze ken. Als de mensheid erin slaagt te overleven, zullen die misschien ooit bereisd worden. En dan? Geen idee, maar wat zou ik toch allemachtig graag meegaan!
Vannacht geeft de Spaanse Meteo op de Navtex een stormwaarschuwing voor de Zee van Alboran (waar wij liggen) en andere districten. Een check van de weerkaartjes wijst uit dat het klopt: vandaag en morgen storm uit het westen in de Straat en het hele westelijke bekken van de Middellandse Zee. We blijven wijselijk in Smir, waarschijnlijk tot vrijdag. In de loop van de ochtend gaat het steeds harder waaien. Hoewel we mooi achter de bebouwing in de luwte liggen, kunnen we net voorkomen dat de kuipkussens overboord waaien. De zon schijnt overigens stralend. Deze wind staat bekend als de Poniente. Duurt meestal een paar dagen, vooral in het najaar en de vroege lente, als er een depressie over Spanje en Zuid-Frankrijk trekt, aldus de pilot "Costas del Sol and Blanca" (Imray, 5th ed, 2005) van John Marchment. In de Straat zweept de harde wind de westgaande stroom extra op tot 4 of meer knopen. We gaan maar eens wat nuttige dingen doen. Ans draait de witte was en ik poets beginnende corrosie van de metalen deurknoppen. Dan bel ik Holland Nautic in Apeldoorn met de vraag of mijn RL70C radar/plotter al is gearriveerd (verzonden uit Gibraltar op 17 maart) Nee, helaas, ze zullen het in de gaten houden. Zwager Cees meldt dat zijn zoon Bob morgenavond de via Ebay aangeschafte extra RL70C bij de verkoper en zeiler Wim van den Berg gaat ophalen. Wim en zijn vrouw Margriet vertrekken eind april uit Lelystad voor een tocht naar de Middellandse Zee (zie hun website www.zeiljachtursus.nl)
Daarna maak ik een lange fietstocht in zuidelijke richting langs de drukke kustweg naar Kabila en M´Diq, plaatsjes met allebei een haven. Het fietsen langs deze weg is niet erg aangenaam. Een fietspad of -strook is er niet (zie foto hier) Zoals ik eerder zei: Marokkanen rijden veel te hard, de auto´s suizen soms rakelings langs je heen. Vrachtwagens veroorzaken een enge zuiging. Vaak stap ik maar gauw af en wacht in de berm tot het weer rustig is. Bovendien wordt er riolering langs de weg aangelegd, dus de berm is modderig en afgegraven. De harde wind waait bruine zandwolken de weg over, die je gezicht striemen. Tja, andere wegen zijn er niet. Aan beide kanten verrijzen grote hotelcomplexen en gated communities, terreinen met appartementenflats en bungalows achter hoge muren met bewaakte toegangspoorten. Dit moet de apotheose van het leven zijn: altijd hard gewerkt en nu kun je je ver van de armoede en de strijd om het bestaan eindelijk opsluiten met andere, gelijkgezinde pensionado´s in een kunstmatig dorp met groene, versgemaaide grasvelden en iedere avond een barbecue. De vastgoed-investeerders maken trouwens ook wel eens vergissingen: de ingang van Marina Kabila is na een paar jaar volledig verzand. Het nieuwe complex is verlaten, de rustieke toren voor het havenkantoor en politie en douane staat leeg, de ramen zijn afgeplakt, deuren staan open, zand hoopt zich op achter de drempels. Naast onze eigen haven is ook zo´n vergissing: een groot zwembadcomplex met glijbanen, afgesloten en totaal overgroeid met verwilderde plantengroei alsof het een overwoekerd Inca-stad in het oerwoud is. Failliet gegaan, waarschijnlijk. Onderweg loop ik voorzichtig, fiets aan de hand, over een smalle brug. Het verkeer dendert langs. Een bruine stroom gorgelt onder de brug door naar zee. Het stroompje is afkomstig van een verbazend grote lagune aan de westkant van de brug, een stille bruine binnenzee omgeven door donkere moerassen. Het is de Oued Smir en het is - zo vlak naast het razende verkeer en de talloze bouwplaatsen - volkomen misplaatst. Nota bene een beschermd vogelreservaat, meldt een bordje. Er leven zeldzame vogels. Hoe houden die het hier uit? Om de absurditeit nog wat aan te dikken, staat een eenzame dromedaris aan de oever peinzend te herkauwen alsof het hem allemaal niet aangaat (zie foto hierboven en hier)
Vandaag is het overigens onze 4e trouwdag. We trouwden vanuit ons huis in Deil op het gemeentehuis van Geldermalsen. (Een foto staat hier) We gaan echter pas morgen samen uit eten om het te vieren, want we hebben nog zoveel pasta over van gisteren. Terug naar boven
Smir (3)
Donderdag 27-03-2008
Een zinderende, zonnige dag. Er is minder wind dan gisteren. Achteraf hadden we vandaag wel weg kunnen gaan, maar ach, we hebben immers helemaal geen haast. Ik vul alvast de watertanks en spuit de laag zand die de wind heeft aangevoerd, van de boot. Naast de marina liggen, ter weerszijden, twee fraaie zandstranden. Maagdelijk, met lekker zacht zand en helemaal leeg en verlaten (zie foto hiernaast) Het maakt een wat surrealistische indruk. Via Internet boeken we bij Transavia voor Ans een goedkope vlucht naar Holland. Alicante - Rotterdam v.v. op 28 april en retour op 5 mei. Een maand is ruim genoeg om in de buurt van Alicante te komen. De rest van de dag vlijen we ons neder. Lord Byron zetten we met kooi en al op de kuiptafel. In de kooi hebben we een schelp gevuld met water gezet. His lordship neemt een uitvoerig bad, sprenkelt water over zich heen, schudt zijn verenkleedje en vindt alles heel erg aangenaam. Hij fluit en jubelt er lustig op los. Ik lees deel 1 uit de serie "The Hitchhikers Guide to the Galaxy", alweer uit 1979, van de in 2001 plotseling overleden Douglas Adams. Geestige, op en top Engelse humor, doet aan Monthy Pyton denken. Soms met een nogal "lach-of-ik-schiet" karakter, maar vooruit. Aardige vraagstellingen, zoals:
"Why are people born? Why do they die? Why do they spend so much of the intervening time wearing digital watches?" (p. 170)
NRC/Handelsblad komt op zijn site www.nrc.nl met "onthullingen" over zogenaamd illegale BTW-constructies bij ziekenhuizen die (ver)bouwen of dure apparatuur aanschaffen. Daarmee besparen ze de BTW en dat is slim in tijden van een chronisch tekort aan middelen om de zorgverlening op peil te houden. Die constructies bestaan al 25 jaar, er is niets nieuws onder ze zon. Ik heb ze zelf in het verleden ook in elkaar gezet. Gewoon slim gebruik maken van de mogelijkheden en van de mazen in de wet. In 2001 is het tot mijn ergernis officieel verboden. Het resultaat is een dwaas en duur geschuif tussen de ene publieke geldpot en de andere, tussen premies en belastingen. In plaats daarvan had men beter voor ziekenhuizen de BTW-afdracht kunnen laten vervallen. Veel gemakkelijker. Ik laat me verleiden tot het plaatsen van een commentaar op de website van de NRC. Ik leer het maar niet af.
Later zie ik dat de anti-Koranfilm "Fitna" van Geert Wilders net op een Internetsite is gezet. Samen bekijken we de film. Tja... Er is geen enkele reden om die film te verbieden. Hij bevat verder niets nieuws, wat ons betreft. Alleen is hij ontzettend eenzijdig. Een aantal bijeengeraapte beelden, citaten en filmfragmenten, de gemakzuchtige analyse van een volksmenner, niet die van een verantwoordelijk politicus. Natuurlijk is iedere religie die pretendeert de absolute waarheid te bezitten, in laatste consequentie intolerant. Dat gold én geldt echter voor alle fundamentalistische stromingen binnen de Islam, het Christendom en het Joodse geloof. Niet toevallig allemaal monotheïstische godsdiensten. "Want de Here uw God is een naijverig God", staat in de Bijbel. In de Bijbel kun je net zulke onverdraagzame teksten vinden als in de Koran, die Wilders in zijn film citeert. Om er meer van te weten heb ik veel in de Koran gelezen, toen we nog in Andel woonden. De intolerantie stelt Wilders terecht aan de kaak, maar ik moet verder niks van hem hebben. Het overgrote deel van de moslims is - gelukkig - niet fundamentalistisch, net als het overgrote deel van de mensen die andere geloofsrichtingen aanhangen. Die willen vooral een goed leven leiden in het hier-en-nu. Vreemd overigens, om vanavond deze film in een Islamitisch land als Marokko te bekijken. Moeten we nu bang zijn? "Het kabinet bekijkt momenteel de film", zegt de site van de NRC. Zo? Het kabinet? De Nederlandse ministers kijken met zijn allen naar de film? Zeker met een knabbeltje erbij, een sapje of een kelkje jenever? De regering is waakzaam. We gaan toch maar lekker uit eten, hier op de wal.
Terug naar boven
Ceuta
Vrijdag 28-03-2008
Ons diner in het restaurant op de kade in Smir is erg romantisch. We worden bediend door donkere, omfloerst sprekende obers met bruine ogen, die alsmaar diepe buigingen maken. We eten zoals vaak ieder een andere schotel, zodat we van elkaar kunnen proeven. Ans heeft een schotel met zeevis in bladerdeeg en ik eet lamsvlees, gekruid met veel munt. Zeer smakelijk!
Vanmorgen maken we ons op om naar de Costa del Sol over te steken. De weersverwachting luidt W Bf 3 - 4, na de middag afnemend en ruimend naar Oost. Ik reken af bij het havenkantoor. Toch duurder dan ik dacht: 33 euro per nacht. Spaanse prijzen! Daarna loop ik naar de politie/douane om uit te checken. "Ou est vôtre bateau?", vraagt de beambte. Ik wijs de haven in, maar zo werkt het niet. U moet hiervoor aanleggen, zegt hij. Waarom? Zodat ik kan zien dat u vertrekt, zegt hij. Oh. Ik besluit geen zinloze discussie aan te gaan. Even later leggen we bij de wachtsteiger aan en ik loop met de paspoorten en het uitklaringsbewijs naar het kantoortje van de beambte, die mijn ironische blik ziet en nogmaals omstandig uitlegt waarom...enzovoorts. "Geduld, geduld!", houd ik mijzelf voor. We varen uit. Buiten waait het harder dan verwacht, tussen 18 en 24 knopen maar wel uit het westen. Ik vertrouw het op een of andere manier niet en besluit om het grootzeil op de giek te laten en de genua grotendeels uit te draaien. We lopen snel, ruim 7 knopen. De zon schijnt volop. Achter ons hangen er wolken om de toppen van het Rifgebergte. Vor ons hebben we een spectaculair uitzicht op de Monte Hacho met de stad Ceuta aan zijn voet. Dan schuift geleidelijk de Rots van Gibraltar in het zicht. Het beeld van de Straat ontvouwt zich met de vele zeeschepen, varend in beide richtingen. In de luwte van Hacho valt de wind vrijwel weg en gaat de motor erbij. In de verte zien we een front van schuimende golven. Wat is dat? We interpreteren het als kielzog van een overstekende ferry en dat blijkt even later een forse vergissing. Uit de luwte van de zuidelijke Zuil van Hercules varend vangt de genua opeens een massa wind, trekt het schip om en laat het scherp oploeven. Beneden horen we van alles omdonderen. Plotseling staan er enorme golven met grote schuimende koppen. Helemaal geen kielzog! Op de windmeter zie ik zomaar 35 tot 40 knopen! Ik zet de stuurautomaat uit en laat de boot op de hand afvallen. Snel rollen we de genua een eind in. Wat ben ik blij dat we het grootzeil niet gehesen hebben! Dat was een worsteling geweest om het te reven! We stampen door de golven en er komen grote zeeën buiswater over. In een mum van tijd ben ik kletsnat. Ans verwenst de weervoorspellers. Toch maken we wel voortgang maar we worden enorm door elkaar geschud. Soms weet je niet meer wat boven en onder is. Zo voel je je, denk ik, als je in een wasmachine zit (de hoofdwas) Bezorgd zie ik door de kajuitingang dat het oude laptopje op de vloer gedonderd is. Daar draait - ietwat overdone - mijn electronische kaart op. Maar nu niet meer. Ik laat me naar onder zakken. De CD-lade is kennelijk opengeschoten en heeft de C-map CD gelanceerd en is daarna terug geslagen en zit nu muurvast. Ik raap de CD van de vloer en zeker de laptop op een kajuitbank for the moment en ga terug naar boven. De golven zijn kort en worden alsmaar hoger. We worden alle kanten opgegooid. De windmeter staat constant boven 40 knopen (Bf 9) Ik besluit dat we teruggaan, we draaien de genua snel helemaal weg en weten het schip snel te keren. Op de hand sturend lukt het om in een uur door de zware zeeën de luwte van Monte Hacho te bereiken. Pfff... Daar laten we de boot op de stroom placeren en rusten uit en bekijken onze opties. Er zijn er vier: terug naar Smir onder de beschutting van de hoge wal, tegen de zeegang en de stroom in naar Ceuta, doorzetten naar Gibraltar (waar je niet lekker ligt met harde westenwinden) of doorzetten naar de luwte van Gibraltar en verder naar de Costa del Sol. De laatste twee of eigenlijk drie opties tellen pas als de wind afneemt. Het ziet er nog niet naar uit. We besluiten een uur te wachten om te zien of dat, zoals vanmorgen nog voorspeld, gebeurt. Na een uur lijkt het wat te minderen en ik besluit het tunneleffect van de Straat te omzeilen, door eerst een tijd naar het oosten te varen en dan naar het noorden. Na een halfuur is het weer helemaal mis. We worden door elkaar geschud als in een kermisattractie. Als dan ook nog de Navtex piept en een stormwaarschuwing afgeeft voor ons zeegebied, motoren we met moeite tegen de wind in terug naar de luwte van Hacho en leggen ons er bij neer terug te varen naar Smir. Let wel, we hebben geen angst, het schip houdt zich prima maar het is bepaald geen lolletje. Bij de nadering van de kaap merken we dat de wind iets ruimt naar NW, waardoor de zeeën wat rustiger worden. Toch maar naar Ceuta, luidt de beslissing. We knokken ons rond de kaap, die je vrij ruim moet nemen vanwege de rotsen die ervoor liggen. Dwars op de zeegang varen we daarna richting haven. Hoge zeeën pareer ik door erin op te sturen. Ans ziet opeens een enorme schildpad op een breker surfen. Surreeël! Opgelucht varen we een halfuur later achter een ferry de haveningang van Ceuta binnen. We hebben ruim 20 mijl afgelegd op een traject van 12. Opeens keert de rust weer en is het alsof er niks aan de hand is. Ans roept de havenmeester op en we krijgen dezelfde ligplaats, nummer 13, die we vier dagen geleden verlieten. We zijn echter niet bijgelovig. In Andel was ons huisnummer destijds ook 13 en we waren er heel gelukkig.
Allemachtig! Wat zijn we blij dat we hier liggen! Lord Byron breekt eveneens uit in klaterend dankgezang. We ruimen de zooi in de kajuit op. Het oude laptopje kan ik gewoon weer weer opstarten, maar de CD-lade zit muurvast. Na een uur sleutelen en pulken schiet hij opeens open en is daarna - wonder boven wonder - gewoon weer functioneel en toont de C-map kaarten alsof er niks aan de hand is geweest. Toch zal ik hem voortaan beter zeevast installeren, zelfs al wordt er Bf 0 voorspeld. In de avondzon evalueren we de dag. Ans heeft een biertje en ik een glas wijn. Een onverwacht spannende dag! We zijn niet in paniek geraakt. We zijn rustig gebleven en hebben de goede beslissingen genomen. Wat lijkt het leed dan alweer veraf, als je zo lekker rustig in de kuip zit met voor je ogen de bedrijvigheid van de boulevard van Ceuta, een stadje dat ons een gevoel van dankbaar thuiskomen gaf toen we er binnenvoeren. Op de e-mail van zwager Cees lezen we dat neef Bob de overgenomen RL70C-radar/plotter heeft opgehaald. Hij staat nu bij hen thuis. Terug naar boven
Ceuta (2)
Zaterdag 29-03-2008
Het weer is vandaag nog niet rustig. De wind is wel gedraaid en waait nu stevig uit het oosten. Als altijd schijnt de zon. We doen uitvoerig boodschappen in de grote SuperSol-supermarkt aan de andere kant van de haven. Op de terugweg zien we een platgetrapte kakkerlak op de kade liggen. Gatver! We nemen ons voor voortaan goed op te letten, de schoenen uit te doen voor we aan boord gaan, boodschappentassen niet meer op de grond te zetten en kartonnen verpakkingen te verwijderen.
Onze heetwater-boiler werkt niet meer. Zeer vervelend! Ik schroef de kajuitbank open waar de boiler onder zit en controleer of er losgeraakte verbindingen zijn, maar helaas, dat is niet het geval. Er staat wel spanning op de draden. Dan zit het dus binnenin de boiler en daar heb ik niet van terug. Op het havenkantoor vraag ik naar een technicus. Toevallig is er een aan het werk op een ander schip. Het is een Marokkaan, Redouan. Hij woont in Tetouan en werkt al zestien jaar in Ceuta. Helaas spreekt hij slecht Spaans en lijkt analfabeet, want hij kan zijn telefoonnummer niet opschrijven. Hij onderzoekt de boiler en maakt duidelijk dat hij hem kan repareren. Maandagochtend komt hij langs.
Ik vermaak me in de kuip met deel 2 van Douglas Adams´ vijfdelige serie. Dit deel is van 1980 en heet "The Restaurant at the End of the Universe" Het restaurant ligt niet zozeer aan de ruimtelijke rand, maar aan de rand van de tijd. Speciale "tijdbubbels" beschermen het tegen de vernietiging en doen het iedere avond over het einde van de tijd in het niets van de vergetelheid schuiven - en weer terug. Het biedt een geweldig schouwspel, dat geloof ik graag:
"When all questions of space, time matter and the nature of being have been resolved, only one question remains - "Where shall we have dinner?" The Restaurant at the End of the Universe provides the ultimate gastronomic experience, and for once there is no morning after to worry about"
Op de site van NRC/Handelsblad staat nieuws over een rapport van een visserijbioloog, de Canadees Daniel Pauly. Zijn onderzoek wijst uit dat de vis in de oceanen veel sneller verdwijnt dan tot dusver wordt aangenomen. "Als er niet snel drastische maatregelen worden genomen, zwemmen er binnenkort alleen nog maar kwallen en plankton in zee" In de wereldwijde cijfers over visvangsten van de FAO ontdekte hij een verborgen daling. De gecorrigeerde cijfers laten zien dat, ondanks toenemende visserij-inspanningen, de wereldwijde vangstcijfers vanaf de jaren ´80 jaarlijks met 0,4 miljoen ton dalen. "Niet omdat er minder gevist wordt, maar omdat vis steeds schaarser wordt" Het zijn de voortekenen van het instorten van de visserij op wereldschaal, voorspelt Pauly. Ik huiver altijd als ik dergelijke berichten lees. Pauly is een vooraanstaand wetenschapper. Eerder deze maand ontving hij een eredoctoraat van de Universiteit Wageningen. Je kunt hem maar beter serieus nemen, dunkt me. Maar of dat zal gebeuren? Terug naar boven
Puerto de la Duquesa
Zondag 30-03-2008
Gisteravond bel ik mijn oudste zoon Rommert, die vandaag onder moeders vleugels uit is gegaan en de eerste nacht in Utrecht op zijn nieuwe studentenkamer gaat doorbrengen. Hij is opgetogen en dat kan ik me voorstellen. Een dergelijke stap neem je eens in je leven. Ik kan me die van mij nog goed herinneren. Het was in augustus 1965 toen ik op de Croeselaan - ook in Utrecht - mijn eerste studentenkamer betrok.
Goed geslapen. Als we wakker worden is het al bijna 9 uur. Wat? Het is al bijna tien uur, de zomertijd is vannacht ingegaan! Ik pak het fietsje en haal een eind verder op de boulevard bij het kleine levensmiddelenzaakje, dat altijd open is, verse broodjes. Onderweg kijk ik naar de zee: ziet er rustig uit. Het waait een weinig uit het westen. Ik word onrustig en haal aan boord de laatste weerkaartjes en grib-files. Tja, in de tweede helft van de middag krijgen we West Bf 5 - 7, maar als we nu vertrekken, dan zijn we tegen die tijd allang het trekgat van de Straat van Gibraltar over. We hakken de knoop door, het wordt de komende dagen ook niet beter dus we gokken dat we - als we nu gaan - zonder nieuwe problemen de Straat kunnen oversteken.
Even na elf uur varen we de haven uit. Eenmaal buiten zeilen we tamelijk snel, tussen 6,5 en 7,5 knopen, op een halve wind van 18 - 20 knopen uit het westen naar het zuiden. Het is heiïg, de Rots van Gibraltar - op 12 mijl afstand - is niet te zien. De zee is redelijk rustig. Er staat een oude deining uit het oosten en de westenwind heeft nog nauwelijks een nieuwe zeegang veroorzaakt. We kruisen na drie kwartier de oostgaande shipping-lane zonder moeilijkheden. De rij zeeschepen passeert voor ons en even later achter ons. We zien een aantal Britse oorlogsschepen ertussen. De wind trekt aan tot 25 - 30knopen, we zetten een rif en rollen de genua een stuk op. Weer drie kwartier later komt de oostgaande scheepvaart in beeld. Het lijken net olifanten die staart-aan-slurf achter elkaar aan sjokken. Tweemaal maken ze een gat voor ons, een Sonatrach-tanker wijkt zelf een heel eind uit om ons ruimte te geven (zie foto hierbij) Het is een goed gevoel: ze zien ons en houden met dat nietige zeilbootje terdege rekening. In de windschaduw van de Rots nemen wind en zeegang zo sterk af dat de motor erbij moet. Ondertussen speur ik al de hele trip naar schildpadden - Ans zag eergisteren een hele grote - maar vergeefs. Voorbij de Rots trekt de wind weer fel aan maar de zee blijft kalm, we zitten lekker onder de hoge wal. De beloofde Bf 7 is inderdaad gekomen. Even later zeg ik dat de wind alweer afneemt. Ik heb het nog niet gezegd of een woeste vlaag waait Ans´petje van SportService Noord-Holland (gekregen van schoonzusje Marina, die daar werkt) reddeloos de zee in. Nou ja, toch bijna vier jaar meegegaan.
Zo leggen we om 15.00 uur aan aan de meldsteiger van Puerto de la Duquesa. Die blijkt aardig aan de prijs: liefst 45 euro per nacht. Op de aangegeven ligplaats, met zijwind, hebben we het even lastig. Niet in de laatste plaats omdat de mooringlijn zo te zien de laatste 10 jaar niet gebruikt is: ik zit van boven tot onder onder de modder als ik hem achterop heb belegd. Tja, lang sloeg ik niet zo´n modderfiguur. Vervolgens blijkt de walstroom het nergens te doen en als we het zeezout en de modder van de mooringlijn van de boot willen spuiten, blijkt de tapwaterkraan een volledig onbekend formaat te hebben, waarvoor geen aansluitstuk in ons rijkgevulde doosje zit. De havenmeester komt ons even later op beide punten te hulp. Dat mag ook wel voor 45 euro, vind ik. We wachten hier maar eerst eens de weersontwikkelingen van de komende dagen af. Maar we zijn wel weer terug op het Europese continent. We proberen Redouan, de mecánico, voor morgenochtend af te bellen maar hij neemt niet op. Nou ja, hij ziet vanzelf dat we er niet meer zijn. En wat nou zo vreemd is? Het laatste traject hebben we de motor bij gehad en het water van de boiler is heet! Dus op de walstroom wordt het water niet heet en op de motor wél. Daar ga ik eens diep over nadenken. We gaan echter eerst een borrel aan de wal drinken. Het haventje is een volledig kunstmatig geheel van terrasjes, en - jawel - restaurantjes, boetiekjes, een supermarktje en niet al te oude hoge, maar wel mediterrane ingetogenheid suggererende pensionadoappartementengebouwen (als je dit uitlegt, win je elk partijtje Scrabble) Het is van iets ouder datum dan in Smir en redelijk druk bevolkt. Ik zeg tegen Ans te vrezen dat het hele westelijk bekken van de Med er zo uitziet. Niets aan te doen. De Campari Soda (Ans) en de whiskey (ik) is in elk geval lekker. Later op de avond gaat de vermoeiende, almaar doorwaaiende wind eindelijk liggen, maar er trekken donkergrijze wolken binnen. Ik vind een prima onbeveiligd draadloos netwerk m.b.v. mijn onvolprezen Canopii externe WiFi-antenne. We kijken ademloos naar You Tube, waar onder de naam "Green Cathedral" een live-optreden staat van mijn jongste zoon Bas op zijn school in Culemborg. Ik voel mij heel trots op hem en wil het optreden rippen, op de harde schijf zetten dus, maar helaas blijkt de laptop te zijn vastgelopen. Als ik daar weer uit ben, zie ik maar af van een tweede poging. Maar je kunt natuurlijk zelf ook even op You Tube kijken. Die lange jongen met donkerblond haar en de basgitaar (later een akoestische gitaar), die in het midden staat, dat is Bas. Terug naar boven
Puerto de la Duquesa (2)
Maandag 31-03-2008
Een echte Middellandse Zee dag: stralend zonnig, nauwelijks wind en een grote luiheid die onherroepelijk bezit van je neemt. Een groot filosofisch besef van relativiteit, het gevoel voor de futiliteit van ieder menselijk streven, zeg maar voor de vraag: waarom zou je vandaag iets doen als dat bijvoorbeeld morgen ook kan? We gaan daarom vandaag geen mijl, geen meter en zelfs geen millimeter verder. Ans belichaamt dit levensgevoel veel beter dan ik. Desondanks doet ze de was en vult ze de drinkwatertanks bij. We zetten de bimini op vanwege de zon, die al snel behoorlijk begint te branden. Lord Byron hangen we in zijn kooi eronder, een geste die hij zózeer waardeert dat hij uitbarst in een lang en dankbaar concert met vertolkingen van een aantal nieuwe noten (op zijn zang) Er is telefoon van Holland Nautic in Apeldoorn: de twee weken geleden uit Gibraltar opgestuurde RL70C radar/plotter is aangekomen. Ik verzoek ze hem, als ze hem kunnen repareren, op te sturen naar het adres van zwager Cees in Papendrecht, zodat Ans hem over een maand mee terug kan nemen (samen met de tweede die ik van Wim van den Berg kocht)
Verder is er weinig te vertellen. We lopen langs het strand naar het stadje verderop om boodschappen te doen. Tussen de kiezels en de schelpen vinden we op de waterlijn veel kleine en wat grotere steentjes en stenen, mooi rond geslepen en diep zeegroen van kleur. We denken dat het stukjes flessenglas zijn, die door de voortdurende inwerking van de branding zijn bewerkt en afgerond. Natuurlijk kunnen het ook diamanten of stukjes jade zijn, maar daar gaan we maar niet van uit. We verzamelen er een hoop, want Ans wil er een halsketting van maken.
Aan het eind van de middag schroef ik het 230V-paneel op het instrumentebord eens los en kijk erachter: zitten er bij de zekeringautomaat van de boiler draden los? Nee, dat is niet het geval. Ik bel Lowy voor advies. Hij leert me dat de boiler twee aparte manieren heeft om heet water te maken, die volledig los van elkaar staan:
1. Via het 230V gelijkstroom-circuit dat, gevoed door de walstroom of stroom van de dieselgenerator, een verwarmingselement in de boiler heet maakt (als bij een wasmachine)
2. Via het koelwatercircuit van de motor, dat in pijpjes door de boiler circuleert en zijn warmte aan het water in de boiler afgeeft.
Mooi! Ondertussen is mijn multimeter stuk: de soldeer van de rode en zwarte pennen heeft losgelaten en de bedrading is los. Ik kan niet solderen (vast niet moeilijk maar nooit geleerd) dus kan ik niet bepalen of er echt spanning is bij de boiler (Een halfhartige poging met de draadjes gelast ik af, lijkt te gevaarlijk) Enfin, het meest waarschijnlijke euvel is dat het verwarmingselement kapot is en vervangen moet worden. Dat regelen we verderop dan wel een keer.
Na al deze inspannende werkzaamheden drinken we in de kuip, in de lengende zonnestralen van een dankzij de zomertijd langdurige avond, een heerlijke, koude Retsina (witte Griekse wijn met harssmaak), die ik nog in Gibraltar kocht. Dit in verwachtingsvolle anticipatie op alle heerlijkheden die ons nog in de Med staan te wachten. Op de SSB-radio heb ik even contact met Jaap & Diana van Kiara, die al op Ibiza zijn. Voor ons hoeft het allemaal niet zo snel - zie het begin van dit verslag. In het Gastenboek lees ik wat beschaamd de reactie van mijn schoonzusje Marina hoe ik inzake Ans´ gisteren weggewaaid petje, de naam SportService Noord-Holland verbasterde tot ZorgService Noord-Holland. Oef... Excuus! Ik heb het natuurlijk meteen verbeterd. Zo zie je maar: je eigen achtergrond verraadt zich altijd! Morgen gaan we weer een stukje verder langs de Costa del Sol, we zien wel waar we belanden. Terug naar boven
Benalmádena
Dinsdag 01-04-2008
Een zonovergoten dag begroet ons bij het opstaan. Ik reken af op het havenkantoor en neem op de terugweg verse broodjes mee. Om 9.45 uur steken we van wal, zonder ook maar enig zuchtje wind. Vanwege de blakerende zon laten we de bimini boven de kuip staan. De zee is een vlakke, blakke spiegel waar ons bootje een scherpe vore door trekt. De koers is pal oost. De mijltjes tikken weg terwijl we af en toe achterom kijken. Daar zien we de ingang van Straat Gibraltar op ongeveer 15 mijl afstand, schuin vanuit het noordoosten. De kustgebergten van Marrokko en Spanje buigen naar elkaar toe. Aan de ene kant de Monte Hacho, aan de andere de Rots van Gibraltar. Het is een uitzicht met een groot, mythisch gehalte. De Zuilen van Hercules, we zien ze voorlopig voor de laatste maal. Daar was in Oude Tijden het einde van de wereld. Tussen deze rotsen stroomde de zee van de zeevaarders uit de antieke wereld naar de Hades, naar de hel en de ondergang. Toch herinner ik me gelezen te hebben dat oude zeevaarders, de Phoeniciërs bijvoorbeeld, na de Straat de kusten van Afrika langsvoeren naar Mauretanië en Guinee en langs die van Europa naar Cádiz en Engeland. Ik zit over die oude wereld te peinzen. Hoe het geweest zou zijn als ikzelf in die tijd leefde en deze kust langsvoer, die veel minder bebouwd geweest zal zijn dan nu. Een enkele nederzetting, misschien een kleine stad. Dezelfde kale bergen voor me, dezelfde zon over mijn hoofd. Een zwerver, een zeevaarder, angstig misschien voor het onbekende bij die hellepoort, die nu wel erg dichtbij is. Ondertussen piept de Navtex (we zijn meteen weer in het heden) een stormwaarschuwing voor de Estrecho (de Straat) van Bf 8 - 9 uit het oosten in de loop van de middag. Bij ons is niks mis, hoe verder we van de Straat afvaren. Natuurlijk zijn er in die oude tijden zeevaarders door zulke plotselinge oostelijke stormen ver de Atlantische Oceaan op geblazen, niet in staat om ooit nog terug te keren. Velen zullen zijn vergaan of zijn omgekomen van honger ven dorst. Misschien hebben enkele schepen ooit Amerika bereikt, voortgeblazen door de passaatwinden, maar hoe hadden ze dat moeten communiceren? Misschien hebben ze zich vermengd met de lokale bevolking of werden ze gedood.
Opeens wekt plotselinge beroering in het water me uit die dromen. Dolfijnen! Een groepje van 7 kleine, donkere dolfijnen trekt een halve mijl ten zuiden van ons naar het westen. Even lijkt het of ze onze kant opkomen, dan zwenken ze en gaan weer verder. Vermoedelijk achter een school vis aan.
De kust is als die van België: een aaneengesloten rij van stranden, flatgebouwen, strandtenten en marina´s. Plaatsen met namen uit de brochures van populaire vakantiebestemmingen trekken voorbij, zoals Marbella en later Fuengirola. Dan hebben we Cabo Pino en - een half uur later - de Punta Ladrones al gerond (is ladrones niet dieven?) We schieten snel op want we hebben de hele tijd 2 - 2,5 knopen stroom mee. In dit gebied moet het zeeniveau, als ik het goed heb, ongeveer 2 tot 3 meter lager zijn dan in de Straat. Het zal nog niet meevallen hiertegenin te varen als je weer naar het westen wilt. In het oosten doemen hoge bergen op met witte toppen. Ligt daar sneeuw? Kan best, zo vroeg in het voorjaar. Achter ons zakken Monte Hacho en de Rots van Gibraltar, zo´n 30 mijl verwijderd, samen eindelijk langzaam achter de horizon. Om half vier leggen we bij de oficina aan van de Puerto Deportivo de Benalmádena, niet ver van Málaga. We tanken diesel en krijgen een ligplaats in de grote marina, die vooral bevolkt is door motorjachten. We wurmen ons tussen twee van die hoge plastic dozen in. ´s Avonds slenteren we door een waar Disneyland, dat Harbour Village heet. Een volledig toeristisch paradijs van futuristische Duizend-en-één-Nacht achitectectuur, grachtjes, binnenhaventjes, wooncomplexen, wandelpromenades, steigertjes, terrassen, shops, toerboten (in de vorm van piratenschepen, een chinese jonk en een raderboot) die gegarandeerd Dolphin-watching beloven (zie foto bovenaan en hier) We drinken op een loggia-terrasje een kruik sangria en we worden daar heel vrolijk van. Niettemin slaagt de liefste erin om aan boord een heerlijke maaltijd te serveren. We zakken erna lekker onderuit en beloven niks, helemaal niks, voor morgen. Terug naar boven
Benalmádena (2)
Woensdag 02-04-2008
Ik ben méér onder de indruk van de beelden van gisteren, het langzaam achter de horizon zinken van de beide kapen van Straat Gibraltar, de Zuilen van Hercules, dan ik verwachtte. Het varen op zo´n historische plaats stemt tot veel nadenken en brengt me vandaag tot het schrijven van een Beschouwing die je hier kunt lezen.
De rest van de dag lezen en luieren we onder de bimini. Ans verorbert tot mijn afgrijzen een enorme negerzoen, die ze gisteren in de lokale supermarkt kocht. Zie de foto hierbij. De Navtex geeft vandaag opnieuw een stormwaarschuwing voor Estrecho, voor Straat Gibraltar dus. Curieus, we zijn er nu een goede 35 mijl vanaf en hier is alles aangenaam warm en rustig. In het Gastenboek worden we verrast door een berichtje van Gary & Adèle Parker, die vertellen dat ze "Tychè" hebben gekocht, mijn tweede schip uit 2000. Een Dufour 39 CC. Ze zeilen ermee op de Solent bij het eiland Wight aan de Engelse zuidkust. Grappig. Ik was daar met Tychè op een voorjaarstocht in 2001. Ik wens Gary & Adèle per email veel plezier met hun schip.
Tja, verder...tik na scherp afdingen bij een winkeltje met rariteiten een opgezette haaienkop op de kop. Ik bedoel dat ik hem voor de helft van de prijs mag menemen. Na een uurtje knutselen prijkt de nieuwe mascotte aan de wand in onze kajuit. Morgen toon ik er een foto van. Beetje vreemd? Inconsequent, zelfs? Kritisch noteren dat oceanen en zeeën worden leeggevist en dan toch een dooie haaienkop aan de wand hangen? Nou ja, hij was al dood. Ja hoor, die slappe en niet terzakedoende uitvlucht hebben we vaker gehoord.
´s Avonds eten we lekker uit in een Grieks restaurantje ("El Greco") dat we tussen de tientallen eettentjes ontdekten. Heerlijk vlees en vis van de grill, zaziki en natuurlijk ouzo en olijven vooraf en een fles Retsina bij de hoofdschotel. De jonge ober is een aardige Argentijn. Terug naar boven
Puerto Caleta de Velez
Donderdag 03-04-2008
Zoals gisteren beloofd staat hiernaast een foto van de opgezette haaienkop, die ik gisteren in een rariteitenwinkeltje in Benalmádena op de kop tikte. Toch mooi? Er direct onder zie je aan de muur een apart beeldje. Het is uit zeehondenbot gesneden door een eskimo. Ik kocht het in 1990, toen ik de oostkust van Groenland bezocht. Het is een putilak, is me verteld. Er huist een kwade geest in. Als je hem verkoopt of weggeeft, dan neemt hij wraak en loopt het slecht met je af. Hoe het met die eskimo is afgelopen, weet ik niet. Toen we de boot inrichtten, vorig jaar, heb ik hem maar op de wand geschroefd. Nu waakt de geest van de haai dus over de geest van de putilak, zou je haast zeggen, en houdt hem in bedwang. Zo brengen wij veel betekenisloze onzin in de wereld. Op Internet heb ik overigens nooit iets gevonden over de putilak. Nadere informatie is welkom.
Vandaag varen we verder langs de Costa del Sol naar het oosten. De eerste twee uur zeilen we een mooi aan-de-winds koersje, daarna valt de wind dood neer (putilak?) en motoren we verder. We zitten uren te kijken naar de voorbijschuivende kust, naar Torremolinos en later naar Málaga. Daar landt iedere minuut een vliegtuig, ze komen laag over de baai aanvliegen. De zon schijnt stralend, ieder mijmert voor zich heen. Lord Byron is eveneens in zijn sas. Hij kwinkeleert en tureluurt vaak en langdurig, kennelijk vaart hij ook graag. De sneeuwbedekte bergtoppen, die ik eergisteren meende te zien, blijken toch uit louter kaalbleke rotsgesteenten te bestaan. De hoogste is de Santo Pitar, 1024 meter hoog. Om 15.00 uur leggen we aan aan de muelle de espero (wachtsteiger) van het visserhaventje Puerto de Calete de Velez. De steiger is bedekt met een dikke, wit uitgeslagen en stinkende laag uitwerpselen van meeuwen (zie foto hier) Dat heb je in vissershavens nu eenmaal. Een smerig, bedorven stuk vis bedekt met vliegen, schuif ik het water in. Na een uur is de oficina open, na het middagslaapje. Er is geen plaats voor ons maar we mogen aan de wachtsteiger overnachten. We kijken wat bedenkelijk, de stank is een mengeling van beschimmelde, ongewassen babyluiers en uilenzeik. Maar voor slechts 17 euro voor een overnachting moet je niet mopperen. (Benalmádena was met 28 euro overigens ook niet echt duur) Nu pas valt op dat op veel van de vissersbootjes om ons heen een dikke, plastic kerkuil is bevestigd om de meeuwen weg te jagen. We besluiten de boot in elk geval goed af te spuiten en onze schoenen op de steiger te laten. Met zorgvuldig richten van mijn onvolprezen Canopii-externe WiFi-antenne krijg ik zelfs hier een onbeveiligd draadloos netwerk en tik dit verslagje. We nemen een douche aan boord en gaan zo eens op de wal kijken. Terug naar boven
Puerto de Motril
Vrijdag 04-04-2008
Vanmorgen, bij het ophalen van de weerkaartjes, zit er een goed bericht in mijn e-mailbox. Mijn jongste zoon Bas is geslaagd voor de test en toegelaten tot de basisopleiding Compositie van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (HKU)! Weliswaar nipt, maar toch! Je wordt er niet zomaar toegelaten, als ze niks in je zien. Nu moet hij er natuurlijk wel voor zorgen dat hij in mei slaagt voor zijn eindexamen HAVO, want anders verknalt hij het.
We motoren verder langs de kust naar het oosten over een spiegelgladde zee (zie foto hier) Er is nul-komma-nul wind. Voor vanmiddag waarschuwt de Spaanse Meteo op de Navtex echter voor Oost Bf 6, recht op de kop. Maar we hoeven niet zó ver, een kleine 30 mijl. We varen langs een steil kustgebergte. Op de hellingen worden gewassen verbouwd onder enorme lappen plastic. Die waaien regelmatig in zee. Je komt fiks vast te zitten als je erin vaart. De zee is hier trouwens tamelijk vuil: slierten bruingeel slijmerig schuim, flessen, plastic zakken, e.d. Achter het kustgebergte zien we de hoge toppen van de Sierra Nevada, nu écht met sneeuw (zie foto hier) De hoogste toppen zijn bijna 3500 meter. Daarachter ligt de oude stad Granada met het wonderschone Alhambra. Mogelijk komen we ertoe het te bezoeken.
Als we tegen 15.00 uur de grote industriehaven van Motril binnenvaren, begint de wind net aan te halen. We kunnen langszij vastmaken op de kop van een steiger en hangen alle beschikbare stootwillen tussen schip en kade, want de boot danst een poolse polka tegen het beton. De oostenwind en de ermee gepaard gaande swell staat recht de haven binnen, maar als het hierbij blijft (inderdaad Bf 6) dan houden we het wel. Zie ook deze foto. Verderop ligt een groot, zeilend cruiseschip afgemeerd. Als je goed kijkt op de foto, zie je het liggen.
Een paar site-lezers vroegen om een foto van de putilak. Die staat hierboven. Maar de herkomst wordt ontraadseld door mijn vroegere schoolgenote Carla Bagchus in het Gastenboek. Het is geen putilak, schrijft ze, maar een tupilak. Ze komen inderdaad uit Groenland maar hebben geen magisch doel (meer?) en worden verkocht aan toeristen. Voor de achtergronden kun je hier kijken: https://www.museumkennis.nl/lp.rmv/museumkennis/i002403.html Ik heb het destijds gewoon verkeerd verstaan of onthouden. Mooi zo. bedankt, Carla! Ik kan dus in elk geval, als ik dat wil, zonder gevaar het ding weggeven. Terug naar boven
Almerimar
Zaterdag 05-04-2008
Het is inderdaad ontzettend onrustig op deze plek. Ik heb een extra lijn op de wal gezet. De oostenwind blijft doorstaan en de swell in de haven neemt verder toe. De boot stampt op en neer. Om de paar minuten geeft hij een grote ruk aan de lijnen. In bed worden we heen en weer geschud. We doen geen oog dicht en om half drie ga ik er maar weer eens uit. Dat blijkt nodig: één landvast is losgegaan en een stootwil is verdwenen. Ik herstel de lijn en herschik de stootwillen. Tot vijf uur houd ik wacht op de steiger. In het donker steigeren de boten om me heen wild op en neer. De masten slingeren als dronkemannen, het is een wonder dat ze niet in elkaar haken. Soms een dreun, als een schip tegen een ander wordt geworpen. Dulce houdt zich goed, de lijnen staan niet te strak zodat de boot zijn wilde bewegingen kwijt kan. Toch wordt ze af en toe fors tegen de betonnen kade gesmeten, maar de stootwillen vangen het goed op. De ballen krijgen het voor het hun kiezen, om zo te zeggen. Om vijf uur maak ik een praatje met de nachtwaker van de haven. Ze zijn deze swell wel gewend, zegt hij, en ze kunnen helaas geen extra zeewering maken want dan kunnen de zeeschepen er niet meer in. Tegen half zes wordt de zeegang rustiger en duik ik mijn bed in. Maar hier blijven we geen nacht langer!
We vertrekken vroeg, om negen uur zijn we al op zee. Er is helemaal geen wind meer, dus varen we op de motor. Als we Cabo Sacritif ronden krijgen we echter wind, Oost Bf 4 - 6 maar liefst, precies op de kop. We motoren er tegenin langs de bruingele, bergachtige kust. Een nieuwe vierbaans autoweg overspant met spectaculaire bruggen de ravijnen en de diepe kloven, lange tunnels zijn door bergruggen ertussen geboord. Het moet een feest zijn om over die weg te rijden, maar het landschapsbeeld is er niet mooier door. Achter en boven het kustgebergte duiken opnieuw de besneeuwde hellingen van de Sierra Nevada op. De indrukwekkende top van de Mulhacén, de hoogste top met 3484 meter, rijst boven alles uit (zie foto hierboven of hier) Op de noordelijker hellingen van deze bergen ligt veel meer sneeuw en kan nog steeds geskied worden! Allengs verlaten we de Costa del Sol en varen de Costa de la Luz binnen, de Kust van het Licht. Mooie naam. De zeegang was al behoorlijk door de wind van gisteren, maar neemt door de harde oostenwind fors toe. Lord Byron is de hele dag al stil en dat is ongebruikelijk voor hem. Hij zit ineengedoken op de bodem van zijn (cardanisch opgehangen) kooi. We zwoegen voor bij de haven van Adra. Geen alternatief, want eveneens open naar het oosten en dus net zo onrustig als Motril.
Na Adra wordt het minder diep. Het kustgebergte maakt plaats voor een vlak landschap, dat volledig bedekt is met enorme - werkelijk gigantische - lappen plasticfolie. Het is de Spaanse variant van het kassengebied van ons Westland. Hier komt een groot deel van de wintergroente vandaan, die we in noordelijker streken van Europa eten. We knokken ons langzaam in de richting van de kaap, Punta de los Baños, die de zuidelijke punt vormt van de kustvlakte. Er is geen schip op zee. Brekers stromen af en toe over het voordek, schuim vliegt ons om de oren. Na de kaap is er een vervelend gebied met ondiepe banken. Met de blik voortdurend gevestigd op de dieptemeter navigeer ik er voorzichtig omheen. Op zeker moment loopt hij op tot 3,4 meter. Ik maak me snel uit de voeten en stuur verder zuidelijk totdat we eroverheen kunnen, richting Almerimar. Om 16.00 uur leggen we tegen de wind in aan bij de oficina, dankbaar dat een marinero onze lijntjes aanneemt. We krijgen een mooi, luw plekje in de eerste van drie darséna´s, haventjes omzoomt met - jawel - terrasjes, winkeltjes, restaurantjes, vastgoedkantoortjes en appartementengebouwen. Tot onze verbazing is het liggeld spotgoedkoop! Er is een grote supermercado waar we de voorraden aanvullen. Lord Byron, zijn kooi in lekker in het zonnetje gehangen in de kuip, haalt de verloren zangtijd in met blije, virtuoos tierelierende aria´s. Je kunt hem tot ver in de haven horen. Spanjaarden houden van kanaries en we zien overal mensen even stilstaan om te luisteren en tegen elkaar te zeggen: hoor, een kanarie! Om tien uur houden we het voor gezien en nokken af voor een goede lange nacht slapen. Terug naar boven
Almerimar (2)
Zondag 06-04-2008
We slapen allebei als een blok, deze nacht, en ontwaken geheel verkwikt - zoals het heet - en met enorme zin om deze nieuwe haven eens lekker te gaan verkennen. Bij het havenkantoor schaf ik de code aan voor het draadloze netwerk, 20 euro voor een week Internet. Met de externe Canopii-antenne kreeg ik wel tal van andere netwerken, maar zonder uitzondering allemaal beveiligd. Dat komt niet vaak voor! Het zou me niet verbazen indien de eigenaren van het pay-for netwerk alle particuliere WiFi-netwerken in de buurt hebben gestimuleerd en geholpen om hun netwerken te beschermen tegen snode zeilers, die stiekem gratis willen meeliften. We verrichten huishoudelijke taken, zoals de was, het degelijk installeren van het neustrapje (zie bijgaande foto), schoon schip maken en dergelijke. Lord Byron krijgt een bakje water water in zijn kooi, hij gaat er midden in staan en baddert naar hartelust. Komt er een keer een druppel op zijn borst, dan verwijdert hij die zorgvuldig, maar wat bovenop hem valt deert hem niet. Aan het eind ziet hij er nogal verzopen uit. De computerhygiëne vraagt aandacht: updaten van basisprogramma´s en virusscanners, fotobestanden op de externe harde schijf plaatsen en de e-mail bijwerken. Ik schrijf op verzoek van Ernst Steinmeier van Zeilen teksten voor kadertjes bij het tweede artikel over De Randen van Biscaje, dat in het meinummer moet komen te staan.
De weerkaartjes en prognoses laten zien dat er slecht weer op komst is: regen en wind voor de komende vier tot vijf dagen. Aan de hemel staan in de blauwe lucht het soort rare, bolle wolkjes waarvan ik op de meteocursus van Henk Huizinga heb geleerd dat ze een weeromslag beduiden. Nou ja, we liggen hier niet slecht. Dezer dagen willen we een auto huren om in Granada het Alhambra te gaan bezoeken. In de middag slenteren we rond de drie havenbekkens, darsena´s geheten. Er liggen erg veel boten van overwinteraars en ook nogal wat verslonsde boten met roest, stukgewaaide kuiptenten en bedekking, trieste getuigen van de teloor gegane ambities van hun eigenaren. Er is - zoals elders - veel verborgen leed in havens. In een bar nemen we bier (Ans) en een whiskey (ik). Er zijn twee gitaristen en een man die nogal lukraak op twee bongo´s slaat. Ze spelen wat aanloopjes, zingen verschrikkelijk vals iets van Bob Marley en klungelen verder. De whiskey smaakt er goed bij - zijn wij niet allen in zekere zin amateurs in het leven? Ik bedoel: daar hebben we toch ook nooit eerder voor geoefend?
"Thuis" aan boord lees ik met veel genoegen het bericht in het Gastenboek van mijn kameraad/zeiler Gert Reedijk, waarin hij zich zorgen maakt over mijn gezond verstand. Het valt me weer op dat psychologen en psychotherapeuten in hun opleiding niet worden getraind in het begrijpen van ironie en zelfspot. Je mag nog nét een kanarie hebben maar veel gekker moet je het niet maken. Ik zie nu al uit naar een levendige gedachtenwisseling in een établissement met een goede keuken. Wat zou ik graag weer uren met hem OH´en, kritisch en meewarig gadegeslagen door zijn Anjès en mijn Ans. De wind - dit terzijde - wakkert overigens behoorlijk aan. Op de windmeter zien we, hier in de haven, dat het maar liefst Zuidwest Bf 7 - 8 waait. Het geluid van loeiende wanten, klapperende vallen en klotsende deining is niet van de lucht. Ik hang alle stootwillen nog wat beter. We hadden nu wel andersom willen liggen (gisteren was de wind Oost) maar zo doorstaan we het ook wel. Terug naar boven
Almerimar (3)
Maandag 07-04-2008
Op deze bewolkte, winderige dag huren we een auto en bezoeken het Alhambra in Granada. We rijden de - inderdaad - spectaculaire kustweg af naar Motril. Vandaar nemen we een brede autoweg naar het noorden door de westelijke uitlopers van de Sierra Nevada. Op de noordelijke hellingen van het hooggebergte ligt veel meer sneeuw dan op de zuidelijke hellingen, die we vanuit zee zagen. Borden leiden ons direct over een rondweg langs Granada naar de parkeerplaatsen bij het Alhambra. Er staat een lange rij bezoekers voor de kassa´s. Hier maken we voor het eerst kennis met het "toegangs-doseringssysteem" dat de Spaanse autoriteiten hanteren. De stroom toeristen - vandaag gelukkig niet zo groot - wordt zorgvuldig geleid en aantallen bezoekers aan de onderdelen van het Alhambra-complex worden nauwkeurig gerantsoeneerd met behulp van barcodes op de tickets. Ons ticket schrijft voor dat we pas om half vijf naar de paleizen van de Nasridische sultans mogen. We bezoeken daarom eerst het oudste deel in het noordwesten, dat vanaf de 11e eeuw werd gebouwd, toen Granada werd beheerst door de dynastie van de Zirids, één van de talrijke, steeds elkaar bestrijdende fracties (taifa) na de val van het westelijke kalifaat van Cordoba. Door de Poorten van Rechtvaardigheid en de Wijnpoort (Wijnpoort?)bereiken we de Alcazaba, een soort versterkte mini-stad binnen een ring van hoge wallen en torens (zie foto hier) Daarna bezoeken we het enorme paleis dat Keizer Karel V middenin het complex liet bouwen "alsof er een meteoor was ingeslagen", aldus critici, omdat het met zijn Spaanse renaissancestijl, zijn formaat en zijn lokatie de overige paleizen wegdrukt en volledig detoneert met zijn omgeving. Tja, de gemeentelijke welstandscommissie, daaraan liet Karel zich niets gelegen liggen. Eerlijk gezegd valt het ons eigenlijk allemaal wat tegen: de bebouwing is kaal, het is guur weer en je mag nergens naar binnen. Oostelijk van Karels´paleis ligt een beeldschoon tuinengebied, waarin alleen nog de grondvesten liggen van verwoeste moorse paleizen, zoals dat van Yoessoef III, met vlakbij het Patio van de Waterlelies, een rechthoekig bassin met sinaasappelbomen eromheen. Er staan geen waterlelies in het bassin. Op de achtergrond staan de resten van het bevallige Pórtico Paleis, ofwel het Paleis van de Galerij (zie foto hier) met een apart paviljoentje ernaast, een gebedshuisje georienteerd op de heilige stad Mekka. Vanaf de borstweringen hebben we - als eerder vanaf de verdedigingstorens van het Alcazaba - schitterende vergezichten over de stad Granada, die aan onze voeten ligt, midden in een wijde vlakte met bergen omzoomd. Op een berghelling tegenover ons ontdekken we een aantal grotwoningen, die nog bewoond worden! Ze hebben voordeuren met ingemetselde deurposten en naar boven geboorde schoorstenen voor ventilatie in de donkere ruimtes, die in de rots zijn uitgehakt. Vreemd, in deze tijd in dit Europa. We lopen verder. Overal in de tuinen zijn gootjes, ook langs de trappen, waardoor water gorgelt voor de bevloeiing van de bomen- en plantenrijkdom. Hier kun je gerust uren zitten peinzen over die merkwaardige, verdwenen Iberische moslimwereld. Ondanks al deze schoonheid en harmonie een hachelijke mengelmoes van factiestrijd, intriges en vorstenmoorden, waar eenieder voortdurend op zijn hoede moest zijn. Ons gevoel van teleurstelling ebt geleidelijk weg en verdwijnt volledig als we dan eindelijk de paleizen van de Nasridische heersers mogen betreden. Die zijn onbeschrijflijk mooi, woorden en foto´s schieten te kort (zie toch maar de foto boven en klik toch maar hier voor een drietal foto´s) De verbijsterend mooie, harmonische verhoudingen, de eindeloze details waarmee koran-teksten en poëzie zijn afgebeeld op de wanden, de abstracte en haast fractale vormenrijkdom - en temidden van al die schoonheid voltrokken zich de meest lafhartige, gemene drama´s en stond men elkaar naar het leven terwijl tegelijkertijd wetenschap en kunst een bloeiperiode doormaakten als zelden tevoren vertoond in de Islamitische wereld. We blijven een tijdje in het Leeuwenpaleis, gebouwd in de tweede helft van de 14e eeuw voor de Nasridische sultan Mohammed V ter gelegenheid van de Moorse herovering van Algeciras, tegenover Gibraltar. Het paleis ontleent zijn naam aan de wereldberoemde, ontelbare malen geschilderde, getekende en gefotografeerde Leeuwenfontein. Maar helaas, de Hof van de Leeuwen is leeg, want de fontein is weg voor reparatie. Weinig is hier trouwens nog origineel. De ruimtes zijn voortdurend verbouwd, verbonden en weer van elkaar gescheiden door de Moorse en latere christelijke heersers. Ook Karel V heeft in deze ruimtes gewoond tijdens de bouw van zijn eigen enorme paleis. Wonderschoon is een area die Aixa´s huis en (binnen)tuin heet. Wie was Aixa? Eén van de vrouwen van de sultan? Een concubine? Zie 2 foto´s hier.
Het is al 18.00 uur voor we er erg in hebben. We moeten nog terug. Anderhalf uur lang zoeken we naar een andere weg terug, die ons door de Sierra Madre naar Almerimar moet voeren. Tenslotte lukt het. De weg stijgt in haarspeldbochten en kurketrekkers naar grote hoogten. Om ons heen is het grijs, mistig en regenachtig, de machtige toppen krijgen we niet te zien (klik voor foto hier) Het lijkt soms of we zelf over de toppen rijden. Flarden wolken trekken onder ons door de diepe dalen. Toch wonen hier mensen. In de vallende donkerte zien we op de steile hellingen aan de overzijde de lichten van geïsoleerde dorpen, als arendsnesten spectaculair gebouwd op de randen van peilloos diepe ravijnen en kliffen. De mensen leven er van olijven- en schapenteelt. Op ongeplaveide weggetjes moet je halsbrekende toeren uitvoeren om er te komen. Ondertussen wordt het steeds donkerder. Het is koud, maar 8°. Regen vlaagt tegen de autoruit, het zicht wordt slechter. Al een paar uur geen ander verkeer gezien. Je moet hier verdorie geen autopech krijgen! Op sommige stukken zijn er omleidingen, omdat de weg nog niet klaar is. Eindelijk vinden we, opgelucht, een zijweg die met spectaculaire bochten over een traject van 30 kilometer naar de kust voert. Het is al tien uur als we in Almerimar arriveren. Dankzij de Spaanse gewoonte om laat te tafelen vinden we vlakbij op de haven, ondanks het laagseizoen, toch nog een visrestaurant dat open is en ons een smakelijke paella serveert. Terug naar boven
Almerimar (4)
Dinsdag 08-04-2008
De foto hiernaast maakte ik gisteren in het Alhambra. Het is een tegeltableau op de muur van een ruimte in één van de Nasridische paleizen in het Alhambra. Het is het paleisgedeelte dat gebruikt werd door Keizer Karel V, in de tijd dat men het grote renaissance-paleis ernaast voor hem bouwde. De tekst "Plus Ultre" werd door Karel zélf gekozen als wapenspreuk in het officiële Wapen van Spanje. Een gulzige tekst. Zijn keizerrijk had door erfopvolging, slimme allianties, omkoperij en koloniale veroveringen een enorme omvang gekregen: het Rijk waarin de zon nooit onder gaat. Het betekent zoiets als: "nóg meer", of "nóg verder" en zou door Karel zijn ontleend aan de tekst "Nec Plus Ultra" of "Non Plus Ultra", die volgens de Romeinse mythologie de held Hercules op de Zuilen van Hercules heeft gebeiteld, om aan te duiden dat de wereld erachter ophield. Overbodig te zeggen dat er noch op de Rots van Gibraltar noch op de Monte Hacho ooit zo´n tekst is gevonden. De wereld hield hier dan ook niet op.
Omdat we de huurauto nog tot half elf kunnen gebruiken, haal ik er vanmorgen een heleboel boodschappen mee bij de supermarkt. In de schappen vind ik een potje met "Nisperos", oftewel loquats, de vruchten van de Japanse Wolmispel, bij Ans en mij beter bekend als De Foute Kathedraalboom (wie de achtergrond niet kent, klikke hier) Die zullen we dezer dagen eens proeven.
De rest van de dag besteden we aan schoon schip maken, het bijwerken van de website en de e-mail en lezen. De barometer is verder gezakt. Het weer is beroerd: harde zuidwestenwind, grijze bewolking en af en toe regen. Dat blijft de komende dagen zo. Sommige stations voorspellen voor a.s. vrijdag zelfs een storm Bf 9.
Vraag: Op de muur van het entree-gebouw van het Alhambra zag ik de tekst staan van een gedicht in twee strophen van de Argentijnse schrijver/dichter Jorge Luis Borges, getiteld "Alhambra":
"Grata la voz del agua
a quien abrumaron negras arenas,"
luiden de eerste regels. Borges is al tientallen jaren één van mijn favorieten, maar dit gedicht ken ik niet. Ik vond de Spaanse tekst op Internet (www.poema-de-amor.com.ar/mostrar-poema.php?poema=364) Kent iemand er een Nederlandse of Engelse vertaling van?
Terug naar boven
Almerimar (5)
Woensdag 09-04-2008
Verrassing! De uitstekende Spaanse klassieke zender zendt een uitvoering uit van "Rendering", de compositie die de Italiaanse componist Luciano Berio schreef op basis van de paar resterende fragmenten van een 10e Symfonie, waaraan Frans Schubert de laatste weken voor zijn dood werkte. Die schetsen bestaan alleen in een piano-notatie. Berio heeft niet geprobeerd Schubert te zijn, maar heeft de schetsen georkestreerd op basis van de instrumentatie van de 8e Symfonie (De Onvoltooide) en de "lege" tussenliggende gedeelten opgevuld met "teder muzikaal cement", alsof je oude fresco´s voorzichtig restaureert. Lees er meer over op https://www.cs.vu.nl/~rutger/vuko/nl/program-notes/schubert-berio-rendering.html. Ik ben erg gehecht aan "Rendering", ik heb er zelfs een uitvoering van meegenomen, het is zó ontroerend mooi en respectvol gerestaureerd door Berio dat je inderdaad af en toe Schubert tot leven hoort komen.
De wind trekt gisteravond opnieuw fors aan tot ZW Bf 6 in de haven. Op de Navtex zien we SAR-berichten (SAR = Search And Rescue) over een twee zoekgeraakte schepen: een motorzeiljacht en een grote RIB in de Alboran Zee (RIB = Rigid Inflatable Boat) Alle schepen wordt gevraagd "to keep a sharp look-out and report any sighting"
Door een toeval (grasduinen op de magnifieke wetenschapsite www.edge.org) ontdek ik een recent artikel van de overwegend sombere filosoof John Gray in The Guardian van 15 maart jl. onder de titel "The Atheist Delusion" In de afgelopen jaren las ik met veel waardering zijn boeken, zoals "False Dawn. The Delusions of Global Capitalism" (1998) en "Straw Dogs. Thoughts on humans and other animals" (2002) Zijn nieuwe boek "Black Mass. Apocalyptic Religion and the Death of Utopia" uit 2007 heb ik bij me, maar nog niet gelezen. Volgens Gray is er in het algemeen weinig tot geen nieuws onder de zon. Oude en nieuwe ideologieën zijn niets anders dan irrationele geloofsovertuigingen, opnieuw opgetuigd en gehuld in een nieuw jasje. Zo kunnen bijvoorbeeld islamo-fascisme, nazisme, marxisme-leninisme en christendom op elkaar lijken. Het komt allemaal door de onuitroeibare behoefte van mensen aan een doel in het leven:
"Andere dieren hebben geen doel in het leven nodig. Het menselijk dier, een tegenspraak met zichzelf, kan echter niet zonder"
zegt hij aan het eind van "Strawdogs". Maar: "Geestelijk leven is niet een zoeken naar betekenis maar een bevrijding ervan" Tja, dat klinkt wel mooi... De bevrijding van het zoeken naar betekenis. Maar ik ben het er niet erg mee eens.
In het bovengenoemde artikel in The Guardian signaleert Gray, onder de titel "The Atheist Delusion" dat er de laatste jaren een golf van religie-kritiek is losgebarsten in bestsellers als Richard Dawkins´ "The God Delusion" of - bij ons - "Het Atheïstisch Manifest" van Herman Philipse. De Anti-God-brigade domineert de verkooplijsten. Ik ga het artikel hier niet samenvatten; je kunt het vinden op https://books.guardian.co.uk en dan moet je in het zoekvenstertje "the atheist delusion" intikken.
Waar het me om gaat is dat Gray het zogenaamde wetenschappelijk wereldbeeld, dat je veel aantreft bij atheisten, aanvalt als een vorm van geloven in de vooruitgang van de mensheid: "Though they suppress their religious content, secular humanists continue to cling to similar beliefs. (...)It is obvious that the idea of progress in history is a myth created by the need for meaning" Het probleem van Gray met het seculiere verhaal is niet dat het aanneemt dat vooruitgang onvermijdelijk is. In veel versies is dat ook niet zo. Het probleem zit hem in het geloof dat wat in de wetenschap bereikt is, kan worden doorgetrokken naar ethiek en politiek. Dat ziet Gray niet gebeuren. "People live longer and kill one another in larger numbers. Knowledge grows, but human beings remain much the same" Het vooruitgangsgeloof is een overblijfsel van de Christelijke opvatting van geschiedenis als universeel verhaal "and an intellectually rigorous atheism would start by questioning it" Ik denk dat veel wetenschappelijke atheisten dat ook doen. Ik kwam de twijfel over vooruitgang in de toekomst de laatste tijd herhaaldelijk tegen bij de auteurs die ik las, laatst nog bij Lee M. Silver. (Ik heb niet zo gauw citaten bij de hand, maar kom ze nog wel tegen) Wat een ongelooflijk sombere man is die Gray! Het wordt helemaal mal, als hij ook nog de liberale waarden van veel atheisten aanvalt, zoals de noodzaak van een rigoreuze scheiding van kerk en staat. Niet omdat hij het er niet mee eens is, maar omdat liberale waarden een offspring zouden zijn van het Christendom (John Locke, Spinoza) Nou, en? Wat geeft dat? We nemen toch ook geen afstand van de erfelijkheidswetten van Mendel, omdat ze ontdekt werden door een diepgelovige monnik? Op één of andere manier lijkt John Gray behept met een opvallende behoefte om vooral de gedachtengang veilig te stellen dat de wereld volkomen betekenisloos is, stuurloos en zonder richting. Die behoefte komt bij hem voort uit het indringende besef van de enorme rampen die in de geschiedenis werden aangericht, iedere keer als mensen met behulp van ideologieën de wereld wilden sturen. Dat kan ik begrijpen. Maar niet sturen....dat gaat toch ook niet? Niet proberen maatregelen te nemen tegen oorlog, opwarming, honger, ziekte en wat dies meer zij, zonder enige illusie te koesteren over de vooruitgang van de mensheid, maar gewoon omdat het goed en verstandig lijkt? Ik bedoel, je hebt toch geen vooruitgangsgeloof nodig om iets te willen doen? Een wetenschappelijk wereldbeeld en vooruitgangsgeloof zijn gewoon twee heel verschillende dingen. John Gray draaft gewoon een beetje door, denk ik.
Het waait de hele dag fors door maar omdat het droog is, maken we ´s middags een grote wandeling langs het strand van Las Entinas (zie foto boven) We lopen terug door het beschermde natuurgebied dat ernaast ligt, een moerassig gebied met duinen waar - naar verluidt - waterplassen met flamingo´s te vinden zijn. Het gebied is zanderig met veel kiezels en stoppelig begroeid. Er hangt een krachtige geur die aan Maggi doet denken. We zien konijnensporen en -keutels, hagedisjes en gemeen stekende muggen, maar geen flamingo´s. Eind van de middag, terug aan boord, waait het alweer permanent Zuidwest Bf 7 in de haven. Ik controleer nog eens lijnen en stootwilllen, repareer de waterslang en het electrisch kookplaatje (draadje los), de wind huilt en loeit om de boot, regen stroomt over de ramen en we voelen ons heel tevreden. Terug naar boven
Almerimar (6)
Donderdag 10-04-2008
Vandaag trekt een nieuwe Zuidwesterstorm over ons hoofd. In de middag waait het vrijwel permanent Bf 8 - 9. Tegelijkertijd schijnt de zon, koud is het niet. Op de site van Meteoalarm (www.meteoalarm.eu) staat Spanje oranjegekleurd: de op één na ernstigste alarmfase. "The weather is dangerous", zegt de toelichting, "Unusual meteorological phenomena have been forecast. Damage and casualties are likely to happen. Be very vigilant..." Bij inzoemen betreft het vooral het kustgebied bij Cádiz. Almería, ons kustgebied, heeft alarmfase "geel". Ik loop maar eens de haven rond. In elke haven liggen wel een paar van die erbarmelijke boten, die zo verwaarloosd zijn dat ze er waarschijnlijk nooit meer bovenop komen. In de deze typische overwinteraars-haven liggen er heel wat. Zie bijvoorbeeld bijgaande foto. Een aantal is bewoond, zonder uitzondering door een eenzame man, nooit een vrouw, mogelijk een weduwnaar of een gescheiden man, die in al zijn ellende de moed niet meer kan vinden om de boot (en zijn leven) op orde te houden. Je ziet ze vaak rondscharrelen, meestal ongewassen en altijd bezig met een onbetekend klusje aan boord. Soms ruik je ze van een afstand. Ik kan het wel begrijpen, eigenlijk.
Holland Nautic mailt dat het probleem van onze Raymarine RL70C-radar/plotter wordt veroorzaakt door een kapot processorboard. Vervanging kost inclusief arbeidsloon en BTW ongeveer duizend euro. Pats! Dat is even slikken. Hoewel we een paar weken terug een tweedehandsunit kochten, die bij zwager Cees staat, besluiten we hem toch maar te laten repareren. Met name de radar-functie is belangrijk genoeg om een werkend reserve-toestel aan boord te hebben.
De weerkaartjes tonen dat er vanuit de Azoren een hogedrukgebied in ontwikkeling geleidelijk deze kant op beweegt. We hopen dat we in of na het weekend verder kunnen varen. Het is eigenlijk maar een saaie dag. Het enige dat ik doe, is het downloaden van een gratis try-out programma om af en toe een back-up van je website te kunnen maken: SurfOffline Professional 2.0 van https://www.surfoffline.com. Een tijdje geleden las ik over iemand, wiens site-provider failliet ging; de servers gingen uit de lucht en de website was voorgoed verloren. Dan ben je toch blij dat je er een back-up van gemaakt hebt!
Daarna is er niks meer te doen. Lekker in de zon in de kuip zitten gaat niet, je waait er gewoon uit. Lezen heb ik ook geen zin in. Klusjes ook niet. Ik slenter nog een paar keer doelloos door de haven. Om 18.00 uur waait het nog net zo hard als vanmorgen. Meestal B 7. Je gaat op den duur ongelooflijk de pest krijgen aan die voortdurende wind. Zal ik het maar bekennen? Ik verveel me. Dat overkomt me niet vaak. Terug naar boven
Almerimar (7)
Vrijdag 11-04-2008
Het waait vannacht hard en het waait vandaag overdag nog harder. In de middag is het permanent Zuidwest Bf 9. De windmeter komt een paar uur lang nauwelijks onder de 40 knopen. We slaan nieuwe voorraden in bij de Mercadona-supermarkt (zie foto hier) voor als we overmorgen verder kunnen varen (hopen we) We worden doodmoe van het onafgebroken uithalen van de wind. Het is alsmaar onrustig om je heen: de boot schommelt, de wind loeit, water klotst tegen het achterschip, touwen klapperen, plastic zwerfzakken waaien in het want, en dat duurt al dagen! Niettemin prijzen we ons gelukkig dat we in deze beschutte haven liggen.
´s Middags trek ik erop uit. Ik wil proberen tóch de flamingo´s in het natuurgebied van Las Entinas te vinden. Er is bijna niemand op straat. Eerst loop ik de buitenste golfbreker van de haven op. De zee is ontzettend wild, de branding slaat er regelmatig overheen, schuimwolken vliegen de haven in. Hier zie je een foto. Verderop zijn de echt grote brekers, maar daar schuilde ik toch maar schielijk achter de muur. Daarna loop ik langs de appartementencomplexen in aanbouw (foto´s hier en hier) naar het zuidelijke strand. Een deel is opgeleverd maar staat leeg, een ander deel wordt kennelijk niet afgebouwd. Failliete boedel? Verkeerde investeringen? Teveel complexen gebouwd? De rollers van de branding donderen over het smalle strand heen vrijwel tegen de boulevard aan. Het strandtentje aan het eind staat er verloren bij, de potsierlijke tropische zonnedakjes roffelen een eenzame, rauwe roemba in de felle wind. Er is niemand (foto hier) Verderop langs het strand loop ik het natuurgebied van Las Entinas binnen. Ik vind een aantal sepia-schelpen, waar Lord Byron dol op is. Sepia-schelpen, ook wel zeeschuim genoemd, zijn de witte, inwendige skeletschijven van inktvisjes, ongeveer 10 - 20 centimeter lang. Ook in Nederland vind je ze langs het Noordzeestrand of de oevers van de Oosterschelde. De branding dondert met groot geweld op het strand, dat bestaat uit kleine kiezels en grijs zand. Ik heb de wind lekker schuin in de rug. Op veel van de plaatsen waar we eergisteren liepen, links van me in het natuurgebied, staat nu water tussen de stoppelige bosjes. De zee is hier vannacht over het strand heen geslagen. Een kaal boompje heeft het overleefd en houdt moeizaam stand, de uitlopers van de golven spoelen er tot vlakbij uit (zie foto hier) Ik buig af naar links en loop het gebied van kleine duinen en watervlakten binnen. Steekmuggen zijn er vandaag niet, mogelijk vanwege de storm. Allengs kom ik in de luwte, achter de duintjes en de stoppelige bosjes. Hier en daar staan kleine, donkergele bloemetjes (foto hier) De geur van Maggi is minder dan eergisteren; verwaaid misschien? In het noordoosten ontdek ik een lange lagune. Daar zal het zijn! Het kost me moeite er dichterbij te komen, watertjes en dichte, stekelige bosschages dwingen tot lange omwegen. Er staan ook dichte, witgrijze kluwens van dode struiken en bomen in de weg. Het lijkt of ze in brand hebben gestaan. Geleidelijk nader ik de lagune en dan zie ik ze: verschillende groepen flamingo´s staan op zo´n honderd meter afstand in ondiepe gedeelten van de lagune. Wat zijn ze mooi! Stom dat ik de kijker niet heb meegenomen. Ze zijn kleiner dan ik dacht. De poten zijn oranjerose, het lichaam is witrose en daarboven de sierlijke hals, gekromd in de vorm van een vraagteken. Ik maak wat foto´s (zie foto boven en hier en voor een uitvergroting hier) Dan vliegt er één traag op en tot mijn verbazing lijkt het wel of de onderkant van zijn vleugels zwart is. Dichterbij kan ik niet komen, beneden me is de grond moerrassig en bovendien wil ik ze niet verstoren. Ik installeer me op een duintje en zit stil een tijd te kijken en te genieten. Ik heb iets dergelijks ooit eerder gezien, bijna twintig jaar geleden, in een natuurgebied aan de Duitse grens bij Winterswijk. Daar in de vennen huisde destijds een grote groep flamingo´s die, naar werd gezegd, uit dierentuinen in Europa waren ontsnapt. Zouden die er nog zijn? Met enige tegenzin aanvaard ik de terugtocht. Na een uur ben ik weer terug op de geheel verlaten boulevard. De wind lijkt nóg harder geworden en af en toe houd ik me met moeite op de been.
´s Avonds toont het Spaanse TV-nieuws beelden van de storm uit het nabije Almería: woedende golven die op de boulevard breken. De verslaggevers spreken van een "tornado" met windsnelheden van meer dan 90 km/uur. Er zijn gewonden gevallen en er is hier in de buurt veel schade aangericht, er zijn daken afgewaaid, muren ingestort en ondermeer 2000 olijfbomen omgewaaid. In het binnenland waren er wolkbreuken die 24 uur duurden. We zien beelden van overstromingen en gezwollen rivieren. Tegelijkertijd bericht men dat de stuwmeren, die voor drinkwater worden gebruikt, maar op 44% van hun capaciteit zijn. Zoveel water in één keer tegelijk kan men kennelijk niet vasthouden. Op de Navtex vraagt men nog steeds uit te kijken naar de RIB, die met een aantal mensen aan boord op drift is in de Alboran Zee. Dat kan na zoveel dagen storm niet goed aflopen. In het dagelijks SSB-radionetje hebben we contact met J&B (in Alvor) en Schoonheyt (in Lagos) Ook daar slecht weer geweest. Terug naar boven
Almerimar (8)
Zaterdag 12-04-2008
Eergisteren schreef ik over verwaarloosde boten in havens. Hiernaast een bijzondere. Een compleet galjoen met twee masten, dat op het eind van een steiger ligt. Het houtwerk is verweerd, de wanten zijn incompleet en lang niet gebruikt. Op de wal ligt een aftandse, halflege dinghy. Erachter een satellietantenne, op de kade geschroefd. Achter op het hoge achterkasteel hangt een rafelige Poolse vlag. Achter de vuile raampjes zie je de bekende rotzooi, zoals verfblikken, jerrycans, gereedschap en dergelijke, in een staat die duidelijk maakt dat het er al lang ligt en nog zal blijven liggen. Hoe lang ligt dit galjoen hier al? Wiens droom zakte allengs in elkaar? Er is niemand te zien. Toch lijkt er nog iemand op te wonen.
Vandaag is er een einde gekomen aan het dagenlange loeien, rukken en trekken van de wind. Het is een stralende dag. Iedereen komt aan dek om in het zonnetje te zitten, een karweitje te doen of over de kade te slenteren. Een enkele Spanjaard vaart met zijn hele familie voorzichtig uit, want buitengaats staat nog een aardige zeegang en voor je het weet zijn ze straks allemaal zeeziek. Lord Byron draagt zingend en kwinkelerend uit volle borst aan de feestelijke stemming bij vanuit zijn kooi, nadat we hem buiten in de kuip hangen.
Aan het eind van de middag ga ik vast betalen op het havenkantoor. Dit is de goedkoopste haven die we tot dusver hebben gehad: 14 euro per overnachting. Hoe lang ligt dat Poolse galjoen hier al?, vraag ik. Al jaren, het lag er al al toen ik hier kwam werken, zegt het meisje van de balie. Ze zoekt de naam op: Wodnik S uit Gdánsk. Via Google word ik niet veel wijzer. Tijdens de Pools-Zweedse oorlog nam een galjoen onder dezelfde naam deel aan de Slag bij Gdánsk in 1672 en deed een heroïsche aanval op een veel groter Zweeds schip. Het werd gecommandeerd door een Nederlander, Herman Witte. De naam betekent "Acqarius". Mogelijk is het schip een replica? Wie heeft die dan gemaakt? In het voorjaar van 2007 wordt het schip vermeld op de website van de Poolse catamaran Mission die, voor een delivery onderweg van Gdánsk naar Vilanova, een tijdje in Almerimar verwaaid lag. De crew staat op de foto met een tengere jongeman, ene Mirek Dragun, die genoemd wordt als kapitein van de Wodnik. Dat is alles wat ik weet te vinden en daar moet het maar bij blijven. Het is vast geen leuke geschiedenis. Enfin, de weerkaartjes zien er voor ons goed uit. Morgen gaan we verder. Terug naar boven
Garrucha
Zondag 13-04-2008
Het is kwart voor tien als we uit Almerimar vertrekken. De zon staat stralend aan de hemel, de wind is minimaal en vrijwel op de kop: OostZuidOost Bf 2. We varen op de motor met het grootzeil als steunzeil, want de oude swell van de storm van eergister staat nog aardig. Het beetje druk in het zeil maakt alles wat comfortabeler. Op de toppen van de Sierra Nevada is tijdens de storm heel wat verse sneeuw gevallen, zien we. Tot mijn ergernis zie ik dat het log vastzit. Nul komma nul voortgang op het display. Ik herinner me de lessen van Fons van Jachtwerf Numansdorp, dat je hem eruit kan trekken zonder dat het schip zinkt. Ik deed het al eerder. Maar...kan je hem er ook uitttrekken tijdens het varen? In de gebruiksaanwijzing staat daarover niks. Ik wik en weeg: de druk is waarschijnlijk wel hoger, maar als je snel bent met de stop, kan het niet mis gaan. Okay, ik neem de gok en trek hem eruit. Het water spuit binnen maar de stop heb ik er meteen op en de rest is even dweilen. Het logwieltje zit inderdaad vast door wat aangroei en een wit draadje. Ik verwijder het ongerief en plaats het log terug en zie: we maken weer voortgang! We steken de Golf van Almería recht over naar Cabo de Gata, de uiterste zuidoostpunt van het Iberisch schiereiland. In het noorden zien we van grote afstand het enorme Moorse kasteel, de Alcazaba, boven de stad Almería uittorenen. We schieten lekker op want we hebben 2 knopen stroom mee én de wind ruimt wat meer naar het Zuiden en trekt aan. Er kan gezeild worden! En er wordt gezeild. Hoe heerlijk legt het scheepje zich schuin op haar kant op zo´n aan-de-winds koersje en hoe smeuïg klieft ze de baren, achterop gezeten door de oude deining uit het westen. Zó was alles bedoeld, te culmineren in een zalige zeildag als deze! Ach, hier een gedicht over maken...
Om 14.00 uur ronden we na 32 mijl de gevreesde Cabo de Gata (zie foto boven) Er is wel meer wind door het Kaap-effect, maar niet dramatisch. Een stuk van de onderkant van de rots is witgekalkt voor de herkenbaarheid tijdens mist en slecht zicht. Je ziet het op de foto. Na de kaap ruimt de wind nog meer. We naderen onze bestemming, de kleine jachthaven Puerto de San José. Klein en vaak vol, dus voor alle zekerheid bel ik de havenmeester. Hij overlegt en meldt terug dat er geen plek is. We moeten nog een 30 mijl door voor de volgende haven, want de ankerplaatsen aan deze kust zijn allemaal ongeschikt. We zeilen bijna pal voor de wind met de fok te loevert (de zeilstand die ook "Zeeuws meisje" wordt genoemd) langs een dor berglandschap zonder veel tekenen van bewoning. Zo jakkert het scheepje lekker door, maar de stuurautomaat heeft er wat moeite mee. Om een klapgijp te vermijden neem ik het roer over en bovendien zet ik onze Walder giekremmer preventief goed vast. De wind ruimt verder en neemt nog toe. We surfen op de oude deining af en toe met grondsnelheden boven de 9,5 knopen, want we hebben nog steeds een forse stroom mee. Het is heerlijk om het scheepje op de hand te sturen terwijl de rollers het optillen, even voortstuwen en eronderdoor golven. Opeens zien we een groep dolfijnen aan bakboord. Ze springen en zijn meteen weer weg. Geen interesse voor ons. Het waait steeds harder, ruim 25 knopen, maar omdat de wind van achteren komt merk je er weinig van. Tot de boot oploeft. Vandaar dat ik liever zelf stuur. Ondertussen zoeken we met de kijker naar de ingang van de haven van Garrucha. Een haven met weinig voorzieningen, die bij de huidige wind en swell niet de meest comfortabele is. We hopen er aan de dieselsteiger te mogen overnachten. Een mijl voor de ingang rollen we de genua in om snelheid te minderen. Volgens het kaartje in de pilot is er binnen genoeg ruimte en diepte om achter de golfbreker het grootzeil te strijken. We varen binnen langs een paar aangemeerde zeeschepen en achterin valt de wind opeens anders in en vat het zeil en wil het naar de andere kant kiepen. We bukken voor de klapgijp maar...de Walder giekremmer staat strak genoeg en langzaam en geleidelijk komt het zeil naar de ander kant. Dan stuur ik in de wind en Ans klauwt het zeil snel naar beneden.
De haven is een geweldige klotsbak. Op de dieselsteiger staat een man die roept dat de haven vol is - "Completo!" - en dat we ook niet aan de dieselsteiger kunnen liggen. Dat zien we zelf ook wel, de ervaringen in Motril nog vers in het geheugen. Maar dit is erger. En er is veertig mijl in de omtrek geen andere haven. "Pescadores!", roept hij en wijst de vissershaven in, waar meer luwte is. "Barco verde!" We zien inderdaad een groene trawler en na een paar mislukte aanlegpogingen lukt het Ans om met een lijn erop te springen en vast te maken. (Klik hier voor twee foto´s) De Guardia Civil komt met een busje kijken, maar ze tonen geen interesse in ons. Per slot liggen we aan zeven vissersboten en je hebt geen zin om daaroverheen te klimmen en je uniform vuil te maken. We liggen dus vannacht gratis en ongeregistreerd. Voelt dat fijn om niet geregistreerd te zijn! Maar laten we eerlijk zijn, we zijn erg blij dat we veilig liggen, ook al gaan ze misschien morgenochtend om vier uur vissen. Ans braadt verrukkelijke kippenpoten in de oven en we vallen daarna als een blok in slaap. Terug naar boven
Cartagena
Maandag 14-04-2008
Natuurlijk lig ik te hanewaken of die vissersboten gaan uitvaren. Om drie uur kijk ik en om vier uur, niks. Ik slaap daarna door tot zeven uur zonder dat er iets gebeurt. Misschien hebben ze hun quota wel opgevist; ze varen in elk geval niet uit. Om kwart over acht varen we uit met zonnig weer en een variabele windje van niks. Motor aan, steunzeil hijsen. We varen in noordoostelijke richting rechtsstreeks richting Cartagena. Deze kust is de Costa Blanca, maar het donkergrijze, kale kustgebergte doet daar niet aan denken. Na een uur is er helemaal geen wind meer. We zitten allebei lekker te mijmeren terwijl het scheepje zich nijver voortspoedt over een volledig blakke zee. Weer een uur later is de wind gedraaid, nestelt zich in het zuidoosten en trekt wat meer aan. Al motorzeilend maken we - met een knoop stroom mee - toch 7,5 knoop SOG (Speed Over Ground) Het kustgebergte wijkt ver van ons af. Ik zit te peinzen over vroeger. Daar heb je nu alle tijd voor. Delven in je herinnering. Denken over dingen die ik anders had kunnen doen, of anders had moeten doen. Zijn het er veel? Ik geloof van niet, maar in een aantal gevallen had ik verstandiger, schranderder en wijzer kunnen handelen. Welke? Ja, ik ga je niet alles vertellen. Er zijn ook zaken waar ik tevreden over ben, ook al verloor ik ze.
Wat meldt de Navtex zoal? Een (goed) weerbericht voor ons gebied, een stormwaarschuwing voor de Golf van Leon en rond Corsica (natuurlijk ook voor Straat Bonifácio, de beruchte windtunnel tussen Corsica en Sardinië), opnieuw een SAR-bericht voor de al vele dagen geleden op drift geraakte RIB en een waarschuwing voor twee op drift geraakte, grote metalen boeien van liefst drie meter doorsnee, niet direct bij ons in de buurt.
Tegen twee uur zien we in de verte de koperkleurige rotsen van Cabo Tiñoso naderen. Daarachter ligt de baai van Cartagena. Al een tijd zeilen we voortreffelijk op een mooie aan-de-windse koers. Een groep dolfijnen zwemt op een afstand met ons mee, even cirkelen ze om de boot. We zien in een flits de zandloperfiguur op hun lijven, het zijn common dolphins. Dan zwemmen ze snel voor ons uit verder, we gaan te langzaam voor ze. Boven land hangt wat lage cumulusbewolking en daarboven zijn hoge wolkensluiers (zie foto bovenaan) Die kunnen duiden op een weeromslag in de komende dagen. Op grote afstand staat voor de boeg een ontzettend hoge schoorsteen met een zwarte top en een witte rand eronder. Het is het baken voor de invaart tussen de rotsen van de haven van Cartagena, die zo gemakkelijk te vinden is. Rechts ervan is een grote olieraffinaderij. Voor we binnenvaren strijken we de zeilen. De invaart is aan alle kanten omringd door vestingwerken, bunkers en forten uit alle tijden, uitgehakt in de steile rotsen. Cartagena is al vanaf ver vóór de jaartelling een strategische, natuurlijke haven geweest, trots bezit van Carthago - waaraan de naam is ontleend. We leggen aan in de oude jachthaven, langs een drukke promenade aan de noordkant. Niet erg veilig en met een vervelende swell. Een paar uur later verkassen we toch maar naar de nieuwe Yacht Port ernaast, met splinternieuwe vingersteigers en Internet. We blijven hier een aantal dagen om deze oude stad te verkennen. Terug naar boven
Cartagena (2)
Dinsdag 15-04-2008
Wat vinden we het toch iedere keer weer leuk: samen voor het eerst een nieuwe stad inlopen. Cartagena is de moeite waard. Toch is niet alles fraai. Het mooie havenfront wordt voor een groot deel geblokkeerd door de bouw van een groot, modern museum voor archeologie, tussen stad en haven gelegen. Jammer! Ernaast bouwt men aan een nieuw theater, dat deels in de grond wordt ingegraven. Al die projecten worden gefinancierd door de EU. Cartagena is trouwens een stad van theaters. We stuiten op een oude arena voor stierengevechten, dichtgetimmerd en kennelijk al jarenlang in onbruik (zie foto hier) De bovenste gaanderijen maken met hun afgeronde boogvensters een Moorse indruk. Door een kier tussen de schotten die de ingang afsluiten, zien we dat de basis ervan een oude Romeinse arena is. Ervoor staan de planken schotten om de stieren tegen te houden, de bovenste gaanderijen zijn op de antieke resten opgetrokken (zie foto hier) Alles in staat van ernstig verval. Eromheen wordt de stad opgeknapt, maar hier moet nog aan begonnen worden. We bestijgen met een lift de steile heuvel waarop het Castillo de la Concepcíon ligt, midden in een complex van prachtige tuinen. In nóg een kasteel hebben we geen zin, maar in de tuinen wel. We horen een rauwe schreeuw van een vogel. Een pauw? Er blijkt aan de westkant een beboste helling te zijn, onder de kasteelmuren, waar tientallen pauwen vrij rondlopen. Ze zitten in de bomen (veel enorme ficussen) en de mannen vechten schreeuwend met elkaar en zetten dreigend hun verentooien omhoog. Er is een groot terras waar je prachtige uitzichten hebt op de haven en de stad (zie foto hier) Aan de westkant ligt onder de muren een stuk theatergeschiedenis: een modern openluchttheater en erachter een oud Romeins amfitheater, dat gelukkig wel gerestaureerd wordt (zie foto hier en foto bovenaan)
We keren terug naar het niet-geblokkeerde deel van het havenfront. Op één van de terrassen nemen we een pizza als lunch. Er zijn affiches en borden, die melden dat er een balletfestival aan de gang is. De 7e editie van het Festival Mudanzas (zie www.festivalmudanzas.com) We zullen eens zien of we er iets van kunnen bijwonen.
De rest van de middag brengen we door aan boord. Ik heb een probleem met de Canopii-externe WiFi-antenne, die jl. januari kocht. Hij doet het niet! De kleine Senao externe antenne doet het wel, dus het ligt niet aan de adapter. Het kan in de coax-kabel zitten of in de antenne zélf. Ik bel met Marco, de technische man van de Wlan-Shop in Hilversum, waar ik de spullen kocht (www.wlan-shop.nl) Hij kan zich niet voorstellen dat de antenne kapot kan gaan, dat heeft hij in zeven jaar nog niet meegemaakt. Zit er misschien vocht in de coax-kabel? Ik haal de aansluitbus uit elkaar: geen vocht. Voor alle zekerheid demonteer ik ook de bus aan de andere kant: idem geen probleem. Met behulp van de multimeter stel ik vast dat er geen breuk in de kabel zit. Dus het moet tóch de antenne zijn. Ik zie geen corrosie op de aansluitbus. Tja, Marco snapt het niet. Hij bezweert me het ding niet uit elkaar te halen ("Dan gaat hij zeker stuk") en we spreken af dat Ans hem meeneemt naar Holland, dan zullen ze hem testen. Ondertussen laten de weerkaartjes en de barometer zien dat er voor de komende dagen inderdaad slecht weer op komst is ("Inderdaad", vanwege de hoge sluierbewolking van gisteren en ook vandaag, die vaak aan een weeromslag voorafgaat) Vanavond gaan we opnieuw de stad in om ergens lekker te gaan eten. Terug naar boven
Cartagena (3)
Woensdag 16-04-2008
Heerlijke gambas a la plancha gegeten, gisteravond in de stad. Cartagena is een universiteitsstad, dus er zijn veel leuke en goedkope restaurantjes. Vandaag wordt er gepoetst. De RVS-buizen van de scepters, preek- en hekstoelen en van het windmolentje moeten nodig gepoetst (zie bijgaande foto) Dat is op zich dankbaar werk, want je ziet ze meteen glimmen. Lord Byron houdt ons in zijn kooi gezelschap en verzorgt de "arbeidsvitaminen" Het is bewolkt, dus goed poetsweer. Verder verwijder ik de aangroei op het pijpje, waar je het roer van de windvaanstuurinrichting op moet schuiven. Daarna mesten we ons kleine (derde) hutje uit en bergen een heleboel zaken beter en overzichtelijker op. Het lijkt de voorjaarsschoonmaak wel.
Hoe is het toch gesteld met de Large Hadron Collider (LHC) van CERN in Zwitserland? Dat is de superdeeltjesversneller die in 2007 klaar had moeten zijn en die zware deeltjes, zoals protonen en anti-protonen, met snelheden van bijna het licht (99,999% van de lichtsnelheid) tegen elkaar laat botsen. Daarmee ontstaan energieën die corresponderen met de toestand van het universum op een honderd-triljoenste seconde na de Oerknal, toen de temperatuur van het heelal ongeveer biljoen-biljoen graden was. Ik kijk eens op de website van CERN: https://www.cern.ch/ en lees dat men bijna klaar is met het koelen van de gigantische magneten, die de deeltjes doen versnellen, tot 1,9° Kelvin om ze supergeleidend te maken. Dat is lager dan de temperatuur van het heelal. Kennelijk heeft dat veel tijd gekost. "Soon the first protons will be smashed together and the secrets of our universe will begin to unravel" zegt een persbericht van 22 februari 2008 hoopvol. Er wordt inderdaad veel verwacht van de botsingsexperimenten. Ondermeer is er kans dat er mini zwarte gaten worden gemaakt. De zwaartekracht, veruit de zwakste van de vier elementaire natuurkrachten, kan op het botsingsmoment zó sterk worden dat dat kan. Daarmee wordt dan experimenteel een belangrijk aspect van de snaartheorieën bewezen, namelijk dat er méér dimensies bestaan dan de ons bekende 4 ruimtetijd-dimensies, te weten 10. Die andere dimensies zijn superklein en spelen op onze schaal geen rol, maar door de botsingsenergie worden de protonen zó dicht op elkaar gedrongen dat ze wél invloed hebben. Volgens snaartheoretici is de zwaartekracht in onze wereld zo zwak, omdat hij is uitgesmeerd over alle 10 dimensies. Op het botsingsmoment kan de veel sterkere zwaartekracht de ruimtetijd zó vervormen dat er gedurende heel korte tijd een mini zwart gat onstaat. En dan? Of het "verdampt" óf de vervorming van de ruimtetijd is zo sterk, dat het zich als het ware afsnoert van onze ruimtetijd en onzichtbaar verdwijnt als een mini-universumpje "buiten" het onze.
Bizar, allemaal. het doet me denken aan een onderzoek uit 2000, het zogenaamde Brookhaven-rapport. Daarin wordt onderzocht of er gevaar bestaat dat experimenten met deeltjesversnellers een allesvernietigende ramp kunnen veroorzaken, zoals de creatie van een zwart gat dat alles om zich heen opslorpt. Of dat er een vreemd, nieuw deeltje ontstaat, een strangelet, dat alle materie die het aanraakt omzet in vreemde, nieuwe materie. Of het ontstaan van een vacuüm dat de ruimte zelf opslokt met de snelheid van het licht, zo snel dat we er helemaal niets van merken dat we ophouden te bestaan. Ons laatste experiment... Het rapport concludeerde dat het risico onmeetbaar klein is. Een beetje merkwaardig eigenlijk, want op dit fundamentele niveau is onze kennis veel te onvolledig om überhaupt conclusies toe te laten. Houdt ze dus goed in de gaten bij CERN! En als je niks merkt, dan ben je er al niet meer.
Op Internet ontstaat vanavond een plotselinge hype rond de Apophis asteroïde, die in in 2029 (op 13 april) en 2036 vlak langs de aarde scheert, op een afstand van 32.500 kilometer. In astronomische termen a near miss. NASA heeft altijd gezegd dat er een kans is van 1 op 45.000 dat Apophis op aarde inslaat. Dat zou een geweldige catastrophe zijn, want de asteroïde schijnt ondanks zijn diameter van 320 meter erg zwaar te zijn. Hij bestaat uit ijzer en iridium en zou 200 miljard ton wegen. Dat is wel erg veel, lijkt me. Het nieuws is dat een 13-jarige Duitse scholier, Nico Marquard, in een schoolwerkstuk becijferd heeft dat NASA´s calculaties niet kloppen, waardoor de kans op een inslag in 2036 slechts 1 op 450 is. Anders dan NASA zou de jongen de kans meeberekend hebben, dat Apophis bij zijn passage in 2029 op één van de talrijke aardse satellieten botst, waardoor zijn baan verandert en hij in 2036 veel dichter langs de Aarde vliegt met mogelijk een inslag. NASA zou zijn eigen "fout" hebben erkend maar inmiddels vliegen de ontkenningen van NASA ook al over het Internet. We wachten ook dit maar even af.
Tegen die tijd - 13 april 2029 - zou ik nog nét geen 82 zijn. Er is enige kans dat ik het meemaak. Tegen die tijd kan het aantal satellieten at risk ook al behoorlijk toegenomen kunnen zijn. De mogelijke inslag in 2036 ligt wat verder weg, ik zou 89 zijn. Niet persé onhaalbaar. Weer die behoefte. Willen weten hoe het afloopt. Maar het loopt niet af. Als een simpele satelliet Apophis´baan kan veranderen, kunnen één of meerdere goed gerichte raketinslagen vanaf de aarde de baan van de asteroïde tijdig afbuigen. Tja, hierbij een plaatje van Apophis en zijn baan in 2029. Terug naar boven
Cartagena (4)
Donderdag 17-04-2008
Het waait hard, vannacht. Af en toe valt er wat regen. De barometer is snel gezakt. Ook overdag waait het hard, ZuidWest Bf 6 in de haven. Het geeft een tamelijk vervelende swell, die ik met extra lijnen probeer in te tomen. We zijn het voortdurend loeien van de wind en het onrustig bewegen van de boot onderhand ontzettend zat. In de stad slaan we voorraden in voor de komende dagen. En we gaan naar de kapper (zie foto hiernaast) Het was hard nodig. Op een terras zit ik maar liefst anderhalf uur te wachten, tot Ans klaar is. Ze wilde haar door zon en zee vergeelde haar laten bijkleuren. Als er een vrouw met koperkleurig haar naar buiten komt, herken ik haar niet tot ze me aanspreekt. Enfin, alles went en niemand kent haar in Spanje, zegt ze.
Wat betreft de hype rond de Apophis Asteroïde: de NASA ziet geen reden om het risico op een inslag op aarde aan te passen op grond van het verhaal van de Duitse schooljongen. Wie is erin gestonken? In ieder geval de Potsdamer Neueste Nachrichten, die met het verhaal kwam zonder het te checken.
Het electrisch kookplaatje is weer stuk. Vorige week had ik het nog gerepareerd! We worden er onderhand een beetje chagrijnig van; iedere week gaat er wel iets stuk. Ik haal het ding maar weer uit elkaar maar vind nergens een losse verbinding. De zekering misschien? Er zit een 10A zekering in en met de multimeter stel ik vast dat hij stuk is. Dus moeten we zien dat we er eentje ergens vinden. Geen idee of ze courant zijn. Enfin, onze sudderlapjes voor vanavond staan nu te pruttelen op het gas. Ik probeer de Canopii externe WiFi-antenne nog een keer, zonder resultaat. Ik maak hem los en vlij hem binnen op een handdoek op de kajuittafel. Het moet toch mogelijk zijn om dat ding voorzichtig uit elkaar te halen? Ik maak alle schroefjes van het achterpaneel los maar dan zie ik dat het paneel ook nog vastgesealed is. Ho, dat is andere koek, dat kan ik beter niet openbreken.
Dat zijn de wederwaardigheden van een verwaaide dag. Tot troost strekt het Pianoconcert opus 38 van Samuel Barber uit 1962. Een mooi, lyrisch werk, tonaal van aard, gecomponeerd in een tijd dat atonaliteit hoogtij vierde. Men beschouwde Barber als een achterhaalde sukkelaar. Niets is minder waar! Het moderato, het middendeel in cis-klein, is een verstilde, peinzende meditatie die wat mij betreft niet lang genoeg kan duren. Het herinnert aan Rachmaninov, die dat ook zo mooi kon. Het verhaal gaat dat Barber het oorspronkelijk schreef voor fluit, onder de indruk van een jonge fluitist met wie hij een relatie had. Fluit en piano omspelen elkander dan ook liefderijk. Barber kon het stuk daarna twee jaar lang niet afmaken tot hij - veertien dagen voor de première - wel moest en tegen de deadline het derde deel (allegro molto) schreef. Terug naar boven
Cartagena (5)
Vrijdag 18-04-2008
We dachten van de harde wind af te zijn, maar niets is minder waar. Het waait fors door, vannacht. In de ochtend haal ik vers brood in de stad. Op de terugweg over het Plaza del Ayuntamento, waar het nieuwe, protserige stadhuis staat en een nieuw museum in aanbouw is, stel ik weer eens vast dat Spanjaarden en Portugezen de subsidies van de EU voor een aanzienlijk deel steken in de verfraaiing van hun steden. We zagen het in alle havens die we aandeden. Zo ook hier: een splinternieuw theater- en congrescentrum, drie musea, een nieuwe boulevard, twee jachthavens, parken en pleinen, enzovoorts. Wel mooi, zeker, maar zijn het de beste investeringen om de economie te stimuleren? IJdelheid der ijdelheden, op al die werken zitten fraaie plaquetttes van brons of natuursteen ter ere van de stads- en regiobestuurders die ze mochten openen. Vervuld van dergelijke lichtvoetige gedachten loop ik langs een aantal tenten, die deze week opgetrokken zijn voor een culturele manifestatie op het plein bij de boulevard. Ik merk niet dat de wind enorm aanhaalt, tot naast me opeens zo´n tent met veel geraas helemaal in elkaar waait. Zeildoek flappert en scheurt, buizen knakken en slaan wild heen en weer. Goeie genade! Ik zie dat de terrassen in elkaar waaien, stoelen over elkaar buitelen, tafels tegen de grond slaan en vlaggen aan flarden wapperen. Ik haast me terug naar de haven. De wind loeit over het water en slaat rook van de golven. Het moet wel ontzettend hard waaien! De boten steigeren aan hun lijnen, de masten slaan wild heen en weer als op hol geslagen metronomen. Overal is consternatie en is men bezig met houden en keren. Ook onze boot stampt heen en weer. Gelukkig ligt hij aan de hoge kant van de vingersteiger, dus hij waait er van af. De buurman aan de andere kant waait zó scheef dat het lijkt of de wind hem over de steiger zal slingeren. Ans meldt ongerust dat het af en toe Bf 10 en 11 waait. Inderdaad zie ik even later liefst 53 knopen op de windmeter. Ik zet nog een extra voortros aan de windkant en bind de vlag op. De splinternieuwe Jeanneau 42 twee steigers verder beukt tegen de steiger. De eigenaar is eergisteren naar Engeland vertrokken. Ik loop erheen en zie dat er slechts drie kleine fenders tussen de boot en de steiger hangen, een vierde is al weg. De stootwillen slaan onder de steiger, iedere keer als de wind het schip er tegenaan werpt. De scheepshuid heeft al talloze lelijke krassen in de gelcoat. Zo snel ik kan hang ik de stootwillen hoger en haal van de andere kant er drie bij. Zo gaat het iets beter. Dan komen de marinero´s van de jachthaven en met zijn allen trekken we het schip met lijnen naar de tegenoverliggende vingersteiger. Het waait nog een paar uur snoeihard door. Af en toe regent het. Om half twaalf lijkt het opeens vrijwel over. De barograaf toont een scherpe kuil van de depressie die zojuist overtrok. We hebben geluk gehad dat we op zo´n veilig plekje liggen.
Het lijkt over, inderdaad, want in de loop van de middag trekt de wind opnieuw aan tot Bf 7 en 8, nog steeds uit zuidwest. De wind heeft de hemel schoongeveegd van wolken en de zon staat te stralen. We blijven toch maar aan boord om op te passen. De marinero´s in de haven komen af en toe kijken. Ze zeggen dat het niet normaal is dat het hier zó lang zó hard waait. Het waait immers al weken hard. De rest van de dag is nogal saai en dufmakend. We lezen. Om het uur kijk ik even alle lijnen na. Ik ben met de tweede aanval begonnen op het erg pittige boek "The Goldilocks Enigma. Why is the Universe Just Right For Life?" (Penguin Books, 2006) van Paul Davies. Deze keer schop ik het een stuk verder dan een aantal maanden terug. Eergisteren schreef ik over CERN en de kans op een catastrophale afloop van het inschakelen van de grootste botsingsmachine ooit gebouwd, de Large Hadron Collider (LHR) Dat gaat deze zomer eindelijk gebeuren. Het blijkt dat twee mensen (fysici, geloof ik) een rechtszaak tegen CERN hebben aangespannen op Hawaii (waar één van hen woont) Ze willen de rechter laten verbieden de LHR in te schakelen. Eén van de twee is Walter R. Wagner; zijn argumentatie staat op zijn website https://www.lhcdefense.org. Daar kun je ook je steun betuigen, zo je dat mocht willen. CERN vindt het allemaal onzin op https://press.web.cern.ch/public/en/LHC/Safety-en.html Natuurlijk gaat die rechter in Hawaii zeggen dat hij/zij niet bevoegd is inzake de Europese Unie en dan is zijne/hare edelachtbare er mooi vanaf, want hij/zij snapt er vanzelfsprekend ook niks van. En ik? Ik kan er ook niet over oordelen, maar ik zou de experimenten met de LHR toch niet graag willen verbieden. Eerlijk gezegd ben ik zó razend nieuwsgierig naar wat er gebeuren gaat, dat het (onbekende) risico maar genomen moet worden. Het zou zonde zijn als het na 14 jaar voorbereiding niet door ging. Ook als de wereld erdoor vergaat? Ja, ook dan, maar ik geloof (geloof!) er niks van. Terug naar boven
Cartagena (6)
Zaterdag 19-04-2008
Met een gevoel van misnoegen constateren we vanmorgen dat de Navtex de zoveelste stormwaarschuwing produceert. Ditmaal voor vanmiddag en morgen de hele dag: Zuidwest Bf 7 - 8. Nu het nog kalm en zonnig is, gaan we lekker de stad in. Ik scharrel wat rond in nautische winkels terwijl Ans met een geheimzinnig gezicht in een winkelstraat verdwijnt. Als we elkaar een paar uur later ontmoeten op het Plaza Héroes de Cavita is ze beladen met tassen en tasjes (zie foto hier) Voor je verjaardag, beweert ze. De wind is intussen al weer aangewakkerd. In de havenmond zien we forse brekers staan. Volgens de berichten staan er buitengaats golven van 2,5 tot 3,5 meter. Op een terrasje aan de boulevard drinken we café con leche (zie foto hiernaast) Af en toe waaien de borden met menu´s met veel misbaar om. We gaan terug naar de boot en lummelen de middag door. De wind komt bij herhaling ver boven de 30 knopen. Het schip kleunt weer heen en weer. We worden er zelfs een beetje katterig van. Verder valt er niks te melden. Onze hoop is op komende week gevestigd, als het Azoren-Hoog eindelijk weer een uitloper in onze richting krijgt. De weerkaartjes van vanavond bevestigen dat beeld. Naar schatting kunnen we maandag of dinsdag, als de zee voldoende gekalmeerd is, verder richting Alicante. Terug naar boven
Cartagena (7)
Zondag 20-04-2008
Wind en wat regen, vannacht. We blijven lekker lang in bed en ontbijten vervolgens ook nog eens heel lang en lekker. Een groot deel van de dag is al voorbij als, heel geleidelijk, de wind wat minder wordt en de wolken wegtrekken.
Vol verbazing lees ik in Davies´ "The Goldilocks Dilemma" de hoofdstukken over multiversa en de mogelijkheid dat er simulatie-universa bestaan. De vorige keer haakte ik op dit punt af omdat ik het niet zo interessant vond. Veel te speculatief. Ten onrechte, vind ik nu. Wat wordt bedoeld is dat een multiversum zóveel universa bevat, dat er logischerwijs minstens één universum moet zijn met een wetenschappelijke super-beschaving die super-computers heeft ontwikkeld, die in staat zijn om zélf universa te maken. Simulatie-universa!
"It is clear that one super-civilization inhabiting a real universe could at relatively little cost simulate an almost limitless number of fake universes (p. 207) "It will then spawn a vast number of fakes, so that in the mix of real and fake universes, fake ones will overwhelmingly predominate. Therefore our universe is very, very likely to be a fake" (pp. 208 - 209)
Dat hadden we niet gedacht! Het aardige is dat je er helemaal niks van zou merken. Op de aanname van simulatie-universa is bijvoorbeeld de filmserie "The Matrix" gebaseerd. Dat deze ogenschijnlijke nonsens echt serieus genomen moet worden, kun je bijvoorbeeld zien op deze website: www.simulation-argument.com van Nick Bostrom, die er veel over heeft geschreven. Vervolgens gaat Davies diep in op de vraag wat nu eigenlijk bepaalt wat er is. "What is it that determines what exists?" Zéér fascinerend! Helaas kan ik de slotsom nog niet melden, want ik ben nog niet zover. Ik kwam wél een leuk plaatje tegen (zie hierboven) dat een oneindige regres laat zien, waarin de fysieke wereld van onze ervaring verklaard wordt door een diepere werkelijkheid, die op zijn beurt weer wordt verklaard door een nóg diepere werkelijkheid, welke....enzovoorts. Het voorbeeld zou afkomstig zijn van een anecdote over een lezing door Bertrand Russell of door William James. Er zat een dame in de zaal die zei: je bent misschien heel knap, jongeman, maar ons universum wordt gedragen door een enorme schildpad. Gevraagd wie of wat dan de schildpad droeg, antwoordde de dame beslist: "You can´t fool me, it´s turtles all the way down....!
De hele rest van de dag blijft de wind doorstaan op Zuidwest Bf 6. We worden er werkelijk doodziek van, van dat voortdurende, onrustige geloei en geschud. We hopen dat het vanavond of vannacht eindelijk rustiger wordt. Aan het eind van de middag trekt er bewolking binnen. In Holland is de lente zelden zó laat begonnen, lezen we op de website van het KNMI. Terug naar boven
Cartagena (8)
Maandag 21-04-2008
Het bijgaande plaatje is de logische compagnon van dat van gisteren. Er zijn immers maar een paar mogelijkheden: óf het universum c.q. het multiversum heeft geen veroorzaker (Turtles all the way down..) óf het heeft wel een veroorzaker (bijvoorbeeld een god of Super-turtle of nog iets anders) Die kun je "de eerste veroorzaker" noemen. In beide gevallen is dat problematisch. In het eerste geval heb je te maken met oneindige regressie en in het tweede geval met de vraag: wie of wat veroorzaakte de eerste veroorzaker? Beide mogelijkheden leiden tot niets. Dat is altijd zo geweest, maar zou het altijd zo blijven? Let er overigens even op dat het plaatje van vandaag niet alleen schildpadden toont, maar ook een olifant. Die draagt de wereld. Waarom? Ik had hier wel meer over willen schrijven maar dringender zaken riepen, zoals de bevoorrading, schoonmaak en een reparatie.
Vannacht is het eindelijk een stuk rustiger. We slapen in vrijwel één stuk de klok rond. We vullen uitvoerig onze voorraden aan in een enorme Carrefour-supermarkt, een paar kilometer van de haven. Een genot, zulke zaken. We vinden ondermeer oude Hollandse kaas. Het goeie van de grote supermarkets hier in Spanje is, dat ze dagelijks grote hoeveelheden verse vis hebben. We zoeken een perca uit, een zeebaars. Voorzover we weten wordt zeebaars in de Middellandse Zee gekweekt en het lijkt dus verantwoord om hem te eten. Als we alles aan boord hebben storten we ons op schoonmaken. Het is lekker, zonnig weer met af en toe grote wolken. De wind is beduidend afgenomen. Toch staat er in de middag weer even Zuidwest Bf 7, maar niet lang. Ik rijd op de fiets naar een grote electronicazaak aan de rand van de stad. Het is vier uur maar ze zijn dicht, siësta, tot vijf uur. Dat is voortdurend irritant, die siësta. Als het nu voor iedereen op dezelfde tijd was, kon je ermee leren omgaan, maar de één is dicht van 13.00 tot 16.00 uur, de ander van 13.30 tot 17.00 uur en de derde sluit om 14.00 uur en gaat ´s middags helemaal niet meer open. Enfin, ik ga een uurtje op een bankje op het nabije Plaza de Espagna zitten en denk na over de zin van de wereld. Tegenover me staan drie enorme kathedraalbomen, maar ik ben gestopt met foto´s ervan te maken. Om 17.00 uur gaan de rolluiken van de winkel open en voor € 3,71 koop ik twee 10A, 250V zekeringetjes. Vol verwachting peddel ik terug naar de haven en aan boord zet ik er één in het kapotte electrische kookplaatje. Hij doet het! Ik oogst het genoegen van de bewondering van Ans en het komt er daarna niet meer van om over de oorzaak en zin van het universum verder te denken. We hopen dat morgen de zeegang voldoende gekalmeerd is om verder richting Alicante te varen. Terug naar boven
Cartagena (9)
Dinsdag 22-04-2008
Weinig wind, vanmorgen. Toch vertrekken we vandaag niet, want volgens de berichten op de Navtex staat er nog een forse zeegang buitengaats. Zonder steun van de wind in het zeil word je dan door elkaar gegooid als aardappelen in een zak. Dan wachten we liever nog een dag. We ontbijten in de zon in de kuip. Lord Byron hangen we buiten en hij waardeert dat op zeer welluidende wijze. Hij gaat ook in bad in een bakje water, gooit het over zich heen en kijkt ieder keer verbaasd naar de druppels die op zijn buikje belanden.
Op de website van Imray (www.imray.com) bestel ik twee nieuwe edities van pilots, die we straks nodig hebben. Ze komen net op tijd uit: "Mediterranean France & Corsica Pilot" van Rod Heikell en "Corsica & North Sardinia" van John Marchment. Ze worden naar zwager Cees gestuurd, zodat Ans ze over twee weken mee kan nemen. Ik had verwacht om hier ter plaatse meer pilots te vinden, maar dat valt erg tegen. Verder lees ik vandaag het boek van Davies uit. Hij zet aan het eind een aantal mogelijke wereld-opvattingen op een rij. Eén ervan is The Absurd Universe, dat naar alle waarschijnlijkheid op dit moment van de meeste wetenschappers de voorkeur krijgt: het universum is een raadsel en bij toeval bevat het leven. "Life in general and human beings in particular, are an irrelevant embellishment in a vast and meaningless cosmos, the existence of which is an unfathomable mysterie" Wat de wetenschap doet is niet meer dan "to uncover a reasonless existing order beneath the surface of things"
Dit zijn volgens Davies de mogelijke wereldmodellen:
1. Het absurde universum (zie boven)
2. Het unieke universum, met een diepe, onderliggende eenheid, die uitgedrukt kan worden in een wiskundige theorie die "ergens" verborgen klaar ligt om door ons ontdekt te worden als we nog véél knapper zijn geworden.
3. Het multiversum, een structuur met een overdaad aan universa van allerlei aard,waaronder die waarin leven kan ontstaan, met verschillende soorten natuurwetten en voorzien van een mechanisme dat steeds nieuwe universa maakt.
4. Intelligent Design, waarin de wereld is geschapen of in gang gezet door een god of door Super-Turtle. Dit model "suffers the obvious disadvantage of being a conversation-stopper"
5. The Life Principle, een universum of multiversum dat een natuurwet bevat die condities schept waaronder leven moet ontstaan.
6. The Self-Explaining Universe, eigenlijk een vervolg op het vorige model, mét toegevoegd een gesloten cirkelgang van verklaring en oorzakelijkheid.
8. Het fake-universum, bijvoorbeeld een simulatie door een hoogtechnologische beschaving in een ander (echt) universum. In feite een variant op 4, opgewaardeerd naar het informatie-tijdperk.
9. Iets totaal anders, waar niemand nog aan gedacht heeft of kon denken.
Op overigens bescheiden manier geeft Davies zijn voorkeur aan een combinatie van model 5 en 6, waarin het universum een zichzelf ontwikkelend en verklarend systeem is: the self-explaining universe, waarin biovriendelijkheid heerst en leven gemakkelijk ontstaat. Hij geeft toe dat zijn voorkeur iets is dat "I feel more in my heart than in my head" Ik geloof niet dat ik zijn voorkeur-model goed begrijp (de andere natuurlijk ook niet) Er valt verschrikkelijk veel over al die modellen te zeggen. Mijn eigen voorkeur (van het hart of het hoofd?) ligt meer in de richting van een combinatie van 1 en 3, hoewel 9 natuurlijk ook heel aantrekkelijk is. Over een jaar of zo zal ik het boek van Davies voor de derde keer lezen en zien wat ik er dan van denk. We gaan zometeen lekker op een terras aan de boulevard een grote karaf sangria opdrinken. Terug naar boven
Puerto de Santa Pola
Woensdag 23-04-2008
Gisteravond hebben we in het Hollandse SSB-netje, ieder keer om 18.00 uur UTC, ondermeer contact met Ab van De Schoonheyt in Lagos. Hij heeft voor ons op het havenkantoor gevraagd of dat onbekende pakketje, dat we niet missen maar er toch scheen te zijn, gearriveerd was. Nee, niets ontvangen. Okay, een raadsel minder.
Om half acht ben ik wakker. Buiten schijnt de zon uitbundig. De weerkaartjes tonen een rustig beeld. Een uurtje later toppen we de dieseltank af. In de haven hijsen we het grootzeil en varen uit, tegelijk met een Spaans marineschip dat keurig achter ons blijft varen door de slalom rond de golfbrekers van de haveningang. De wind is ZuidZuidWest Bf 1, er staat nog wat weinig oude swell uit het zuidwesten. We varen langs de zeehaven naar het oosten. Niets is heerlijker dan uitvaren! (Misschien met uitzondering van aankomen) Er volgt een ruig landschap van steile, rotsige kapen en
kloven. Voor de donkergrijze piek van Cabo Negrete passeren we een grote viskwekerij. De wind varieert tussen niks en Bf 1 uit het westen. We tuffen lekker door en nog voor 12.00 uur ronden we na ongeveer 15 mijl de tweede zuidoostpunt van het Iberisch schiereiland, Cabo de Palos. Ertegenover liggen ondiepe kliffen met wat rotseilandjes, de Islas Hormigas ofwel de Miereneilanden. waarom ze zo heten weet ik niet. Kijk in elk geval naar de foto hier. Tussen de kaap en de eilanden door komen we langs de lage landtong, die de ondiepe binnenzee Mar Menor afsluit van zee. Het is een gruwel om aan te zien, want de landtong is tientallen mijlen lang volgebouwd met flats en hotels. Het lijkt de Belgische kust wel. Middenin is een doorgang met een jachthaven, die Thomas Maestre heet. Eerst wilden we er binnenlopen maar de wind trekt gelukkig wat aan. Typisch een zeewindje in de middag. We kiezen ervoor om al motorzeilend door te gaan. Een tijdje is de wind pal Zuid en proberen we "de melkmeid op te tuigen", zoals het zetten van de genua te loevert officieel heet. Een terechte bemerking van site-lezeres Noke in het Gastenboek. De genua blijft echter niet staan. We moeten ver in zee om een drietal enorme tonijnnetten te omzeilen. Ans maakt ondertussen een perfecte lunch en geniet die zelf met verve, zoals je op de foto hierboven ziet en hier. Om vier uur meren we aan aan een vingersteiger in de spiksplinternieuwe, gastvrije en goed georganiseerde Marina Miramar in Puerto de Santa Pola. Met alles erop en eraan en een (niet-gratis) draadloos netwerk. Morgen gaan we met de bus eens in Alicante kijken, een half uur verderop, of dat misschien een leukere plaats is voor mij om de eenzame week zonder Ans door te brengen. Terug naar boven
Santa Pola (2)
Donderdag 24-04-2008
Een adembenemend warme dag, vandaag. We zijn opeens midden in de zomer terechtgekomen. Het is ruim 25° Celsius en dat is lang geleden voor ons. Voor het laatst toen we nog in Lagos lagen, maanden geleden. We ontbijten in de kuip en daarna gaan we met de bus naar Alicante. Een ritje van 30 minuten door een dor landschap, afgewisseld met concentraties van wooncomplexen voor pensionado´s. Voornamelijk Britten. Wonderlijke complexen, soms met dichte rijen woninkjes in nauwe, lange straten met kleine, ommuurde voortuintjes - volledig alsof je je In Liverpool of elders in Good Old England bent. Wachten tot je dood gaat. Alsof het zo moest zijn, komen we langs een rotonde waar ambulance-personeel op straat juist bezig is om een blote, zwaarlijvige man te reanimeren.
In Alicante is het heet. Van het busstation lopen we naar de enorme Marina langs een uiterst levendig havenfront. De oude stad ligt er vlak naast met nauwe straatjes, pittoresque pleintjes, restaurantjes, theatertjes, bars, een mooie oude kerk en wat dies meer zij. Ik zie affiches van concerten en voorstellingen en verheug me er al op hier een week door te brengen, maar op het havenkantoor slaan we achterover van de prijs van een ligdag. Ruim 60 euro, tweemaal zoveel als in Santa Pola! En nog exclusief de hoge prijs van het draadloos WiFi-netwerk! Kom nou, dan blijf ik net zo lief in Santa Pola en neem af en toe de bus om Alicante te bezoeken. Bovendien wil ik ook nog een dag naar het voormalige pirateneilandje voor de kust, Isla Tabarca. Dus ik kom die eenzame week zonder Ans ook hier in Santa Pola wel door. We slenteren door de stad en eten een enorme ijscoupe op een terrasje. Op een klein pleintje, dat ligt op de plaats van een voormalige stadspoort, staan twee erg mooie kathedraalbomen. De stutten, die vanaf de enorme hoofdtakken naar de grond gegroeid zijn, kan je hier goed zien. Vandaar de naam die ik ooit aan de Ficus Macrophylla gaf: "kathedraalboom" Ik maakte er toch maar een foto van (zie hier). Regelmatig zagen we onderweg kathedraalbomen, waarvan men de stutten had afgehakt. Misschien omdat er anders teveel ruimte om de boom verloren ging? Hier was dat gelukkig niet gedbeurd. Eind van de middag nemen we de bus terug. Lord Byron is blij dat we er weer zijn. Of is het dat hij weer naar buiten mag? (In de kooi, dan) Terug naar boven
Santa Pola (3)
Vrijdag 25-04-2008
Mijn 61e verjaardag. Al vroeg komen de eerste felicitaties per telefoon of SMS. Ook in de mail vind ik al een paar electronische gelukwensen. Gisteravond hebben we de boot nog gepavoiseerd. (Het resultaat zie je hier) Daarna hebben we mijn verjaardagscadeau in gebruik genomen: een mooie Magma stainless-steel boot-barbecue (hiernaast en hier zie je me de eerste moot vis erop grillen) Dat deden we - met groot succes! - gisteravond al, want vanavond gaan we natuurlijk samen lekker uit eten. Alsof dat niet genoeg was verrast Ans me ook nog met een degelijke en lekker zittende rugleuning op de zitplek achter de stuurstand (zie foto hier) en een leuk overhemd. De rest van de dag heeft door de koesterende warmte van de zon een weelderig en langoureus karakter. Al gauw wordt het té warm en zetten we de bimini over de kuip op. Lord Byron vindt het ook aangenaam onder de zonnetent en kwinkeleert er lustig op los. Voorzichtig probeert hij wat nieuwe frases en loopjes op het moment dat er een doodeenvoudige mus passeert. Hij schrikt er zelf van. Ik fiets wat door de stad en bekijk het oude kasteel in het centrum, het Castillo Fortaleza uit de 16e eeuw. Er is een cultureel centrum in gehuisvest, waar af en toe concerten schijnen plaats te vinden. Aan het eind van mijn fietstocht koop ik wat sangria voor een aangenaam middageinde.
Op de website van Zeilen zie ik tot mijn verbazing, of eigenlijk bevreemding, dat het tweede deel van mijn artikel over "De Randen van Biskaje" is geplaatst in het mei-nummer. De afspraak was dat ze het zouden inkorten en eerst nog aan me voorleggen. Dat is niet gebeurd. Enfin, ik ben benieuwd wat er nu in staat. Nog een nalatigheid: a.s. maandag komt mijn beroep tegen de Gemeente Papendrecht, tegen het niet-verlenen van een briefadres, voor bij de bestuursrechter in Dordrecht. Mijn advokaat zou de concept-tekst van zijn verweer eerst per e-mail aan me voorleggen. Heeft-ie niet gedaan en niets van zich laten horen. (Voor de reden en achtergronden van die zaak moet je hier zijn) Ik stuur hem een boos mailbericht. Advokaten! Ik had er zelden een hoge pet van op.
In de lome middag begin ik aan een relatief nieuw boek van Frans de Waal: "Primates and Philosophers. How morality evolves" (Princeton, 2006) De Waal lees ik altijd graag. Zijn stelling is dat de mens in wezen sociaal en "goed" is, in tegenstelling tot het vaak gebezigde, oud-Romeinse gezegde "Homo homini lupus" ofwel De Mens is de Mens een Wolf. Een belediging voor de wolf en voor de mens, vindt De Waal. Zo begin ik mijn 62e levensjaar in een positieve stemming. Terug naar boven
Santa Pola (4)
Zaterdag 26-04-2008
Het is een prachtige avond, gisteravond. In de warme avondlucht kuieren we langs de haven, de boulevard en het strand. Net als honderden anderen, Spanjaarden en toeristen, van de avond komen genieten. Een simpel genoegen en toch zo aangenaam, op een terrasje te zitten of op een muurtje aan de haven en naar de mensen te kijken. Die ook komen om naar mensen te kijken en van de avond te genieten. Om half tien vinden we wat achteraf, niet ver van de haven een typisch Andalusisch restaurantje, "Narcea" geheten, naar een landstreek in het noorden van de provincie. Om tien uur zit het helemaal vol met Spanjaarden, de toeristen zijn bij de boulevard gebleven. We hebben een goede keus gemaakt en smullen van: verse asperges met mayonnaise en een buitengewoon sappig, mals stuk vlees van de grill, met een mooie oude Rioja erbij. Sorry, maar wat kan een goed stuk vlees met een klein randje vet en goed klaargemaakt, toch lekker zijn! (Foto bijgaand en hier)
Vandaag is het opnieuw zo´n lekkere warme dag. We doen vrijwel niks, behalve wat langs het strand slenteren en boodschappen doen voor het weekend. De Telegraaf maar weer eens gekocht, de Krant van de Verongelijkten. Zoals gewoonlijk staat er vrijwel niks in en zin om me in de problemen van het huwelijk van Frans Bauer te verdiepen, heb ik niet. Liever een tukje in de kuip. Het was gisteravond natuurlijk aardig laat geworden. De gave van het onbekommerd niksdoen begint echter bij ons duidelijk tot ontwikkeling te komen. Alleen zie ik er wat tegenop dat Ans overmorgen vertrekt, ook al is het maar voor een week. Terug naar boven
Santa Pola (5)
Zondag 27-04-2008
We proberen de barbecue gisteravond opnieuw, nu met vleespiesjes. Het werkt prima en de spiesjes zijn lekker, dus we zijn uiterst tevreden over onze nieuwe aanwinst. De dagen krijgen een zekere regelmaat: lekker lang slapen, op de fiets een vers stokbrood halen, uitgebreid ontbijten, beetje poetsen, koffie en lezen in de kuip, een wandeling door de stad en langs het strand, een late lunch op een terrasje, enzovoorts. Vandaag lopen we door het Castillo Fortaleza, in de 16e eeuw gebouwd om het hoofd te bieden aan de voortdurende invallen van Berbers uit Noord-Afrika. Santa Pola werd er weer een stad door, na eeuwenlang onbewoond te zijn geweest. Het is ooit door de Romeinen gesticht en heette toen Portus Ilicitanus, Haven van Elche, een grotere stad ten noorden. Verder is er weinig te zien. De zon stooft de grote binnenplaats van het fort heet als in een oven (zie foto hier) We slenteren verder en eten aan de haven Pescaditos, met kop en staart gefrituurde visjes, met een glas witte wijn erbij (zie foto hiernaast)
Het is een genoegen "Primates and Philosophers. How morality evolved" (Princeton, 2006) van Frans de Waal te lezen. Helaas is het niet een dik boek. Hij zet zich af tegen het soort Darwinisten die menen dat de moraal niet meer is dan een dun laagje vernis over een van nature asociale, gewelddadige instelling van mensen en mensapen. Ietwat spottend noemt hij dat de "Vernis Theorie" Integendeel, het baanbrekend onderzoek dat hij in de afgelopen decennia deed laat zien dat "evolution produced species that follow genuinely coöperative impulses" Het is juist de ontwikkeling van emoties als inleving in anderen, in soortgenoten, (empathy) die maakte dat er een evolutionair voordeel ontstond voor diersoorten die door samenwerking en altruïsme sterker stonden. Altijd meteen kiezen voor individueel eigenbelang, of voor samenwerking uitsluitend uit berekening, was kennelijk niet de beste optie:
"If human morality could truly be reduced to calculations and reasoning, we would come close to being psychopaths, who indeed do not mean to be kind when they act kindly" (p. 52)
In de neurowetenschappen vindt De Waal veel steun voor zijn stelling dat de instinctieve menselijke moraliteit evolutionair sterk is verankerd in de sociabiliteit die voorkomt in de zoogdierwereld. Menselijk altruïsme is een verbazingwekkend fenomeen. Iets voor ander doen zonder iets terug te verlangen, zonder er beter van te worden en zonder dat het calculerend gedrag is in de hoop op voordeel in de toekomst. Onbaatzuchtige onderlinge hulp. Een chimpansee maakt een deur open voor een andere chimp, zodat die voedsel kan pakken en zonder dat hijzelf iets krijgt. Dit soort experimenten is onlangs (een jaar geleden) gedaan met groepen chimpansees en mensenkinderen, in Duitsland als ik het me goed herinner, met als uitkomst dat er geen verschil was tussen beide groepen. Een bewijs voor de diepe evolutionaire wortels voor altruïstisch gedrag. Ik lees de rest van de middag verder, als ik niet indommel. Vanavond gaan we gamba´s op de barbecue leggen. Terug naar boven
Santa Pola (6)
Maandag 28-04-2008
Vandaag vertrekt Ans voor een week naar Nederland. Dat is geen reden om vroeg op te staan, want we moeten pas om 15.20 uur op het vliegveld van Alicante zijn. Het is winderig en de hemel is gesluierd. De wind, hoewel zuidelijk, is fris want het nog koude zeewater (14°) heeft hem afgekoeld. In de e-mailbox zit een bericht met verontschuldigingen van mijn raadsman in het beroep tegen de Gemeente Papendrecht, dat vandaag voorkomt bij de bestuursrechter in Dordrecht. Er zit een pleitnota bij (zie hier) en morgen zal hij me berichten hoe de zitting verliep en wanneer de uitspraak is. In een oud nummer van Zeilen (jaargang 2000, nr. 9) lees ik iets interessants over offeranodes, een onderwerp dat me maanden terug in Lagos nogal bezighield (zie hier) Een lezer schrijft:
"Indien er een zinkanode is gemonteerd en deze is verbonden met bijvoorbeeld een aluminium mast, dan gaat die mast oxyderen en de zinkanode blijft onaangetast. Hierop ontstaat dan een soort kalklaag. In zo´n geval is er maar één oplossing om het oxyderen van de aluminium mast te voorkomen of te stoppen, montage van een magnesiumanode"
Aha! Er gaat me een licht op. Onze extra zinken offeranode, gekocht in Lagos, maak ik in een haven altijd aan het zijwant vast en dat is uiteraard weer met onze alumimium mast verbonden. De anode vertoont inderdaad wat kalkachtige aanslag! Ik ben dus nog niet van het probleem verlost. In elk geval maak ik terstond de extra offeranode los en hang hem voorlopig aan de hekstoel. Die is nergens met de mast verbonden. Of de anode nu enige zin heeft, weet ik niet.
We pakken de koffer van Ans in. Vooraf heeft ze nog gestofzuigd en schoongemaakt, de lieverd zal me niet op een vuile boot achterlaten maar verwacht wél dat hij er over een week nog steeds schoon is. Terecht. Veel spullen neemt ze niet mee, maar natuurlijk wel de kapotte Canopii externe WiFi-antenne en de coaxkabel. Morgen zal ze beiden laten testen bij de Wlan-Shop in Hilversum. Ik bel Holland Nautic in Amersfoort om te vragen of de reparatie van de Raymarine RL70C radar/plotter al klaar is. Helaas, ze hebben de onderdelen nog niet ontvangen. Ik ben nu wel blij dat ik een tweedehands toestel kon kopen, dat al bij zwager Cees ligt.
We inventariseren wat Ans allemaal mee terug moet nemen, volgende week. Behalve de (weer functionele) Canopii en de radar/plotter zijn dat onder andere twee nieuwe pilots van de Franse kust, Corsica en Sardinië, een vijftal boeken die ik besteld had, de cameratelefoon die we gewonnen hebben vanwege de "website van de maand januari" van Zeilen, de twee Zeilen-nummers met de artikelen over De Randen van Biskaje, een DVD-film ("De Vuurpaarden" van Sergej Paradjanov) en een CD met o.a. het Concert voor mondharmonica en orkest van de Braziliaanse componist Heitor Villa-Lobos, een prachtig concert. En dan neemt ze uiteraard ook nog nieuwe boeken voor zichzelf mee. Gelukkig is er veel ruimte in de koffer en op het laatste moment stop ik er nog een lege schoudertas bij, die ze op de retourvlucht als handbagage mee de cabine in kan nemen.
Om kwart voor drie brengt een taxi ons in een kwartier naar het vliegveld. Bij de incheckbalie blijkt dat het vliegtuig anderhalf uur later zal vertrekken vanwege technische problemen. We nemen een lichte lunch en nemen afscheid. Ik zie haar langs veiligheidscontrôle gaan, we zwaaien een paar keer en dan verdwijnt ze in de drukte van de vertrekhal. Zie foto boven en hier. Tja. We zijn niet zo dramatisch, maar leuk is anders. Per slot zijn we al die jaren haast nooit zonder elkaar geweest. Bij de uitgang probeert een taxichauffeur me af te zetten door 40 euro te vragen voor de terugrit. Ik lach hem uit en wijs op een bord met tarieven, dat aan een lantaarnpaal is bevestigd: Santa Pola - 19 euro, staat erop. Hij haalt zijn schouders op en zijn maten grijnzen. Onderweg verzint hij een smoes, hij had me niet goed verstaan en dacht dat....enzovoorts. Terug aan boord maak ik dit verslag. Het is bijna 18.25 uur, het tijdstip dat het vliegtuig van Ans vertrekt. Ik ga maar eens een glas wijn inschenken en bedenken wat ik eens zal doen. Om 19.00 piept de telefoon, een SMS-berichtje: "Stap nu in. 19.00 uur. Love you!" "Love you!", SMS ik terug zonder te weten of ze dat nog kan ontvangen. Over een kleine drie uur kan ze in Rotterdam zijn. Terug naar boven
Santa Pola (7)
Dinsdag 29-04-2008
Ik heb geluk en vind gisteravond rond half tien op een pleintje bij de Mercado Abastos een leuk restaurantje, dat me een voortreffelijke paella mixta serveert. Met wijn en brood erbij tezamen voor slechts 12 euro. Daarvoor hoef je niet zelf te koken! Om kwart voor tien piept mijn telefoon, een SMS´je van Ans: "Ben aangekomen. Kus!" Ik bel haar even; ze zit al in de auto met dochter Tessa en schoonzoon Jeff.
Het weer is vandaag opgeknapt. De zon schijnt stralend en ik ben vroeg op en maak een lijstje van klussen die ik deze week wil doen, zoals: de boiler laten repareren en de boot poetsen en in de was zetten. Dat laatste is belangrijk nu de zon feller wordt en het polyester een beschermend waslaagje nodig heeft tegen de invloed van het ultraviolette licht. Verder moet ik eens uitzoeken hoe het zit met de geringe lekkage van de flexibele drinkwaterzak en moet de generator weer eens een uurtje draaien. Er is een e-mail van site-lezer Fons Verpoorten met een artikel over electrolyse (moet ik nog lezen) Hij denkt dat de kalkachtige aanslag op mijn extra offeranode inderdaad aluminiumoxide kan zijn. Omdat een aan hem gericht reply steeds onbestelbaar terugkomt, antwoord ik dus (met dank) maar hier. Ik fiets langs een aantal loodgieters in de stad, die allen dicht zijn. Zeker op karwei. Tenslotte vind ik er één die om 14 uur zal komen kijken. Tegen de middag heb ik Ans aan de lijn. Marco van de Wlan-Shop in Hilversum heeft de Canopii externe WiFi-antenne getest en er is niks mis mee! ook niet met de coaxkabel! Ik snap er niets van en zal hem dezer dagen bellen om te vragen of hij er een verklaring voor heeft. De loodgieter die langskomt zegt dat hij van dit soort boiler geen verstand heeft en stuurt me verder naar Electronaval Maciá, vlakbij in het stadscentrum. Ik fiets erheen en maak een afspraak. Om 16 uur komt een Pedro, een blijmoedige jongen met een schrandere kop, die helaas geen Engels spreekt. Ik had vanmorgen de kajuitbank (waar de boiler onder zit) al uitgebouwd, zodat hij er goed bij kan. Hij test de aansluiting met zijn multimeter en met enige moeite begrijp ik dat volgens hem de verwarmingsspiraal inderdaad stuk is. Het probleem is dat hij moet weten wat de diameter en de weerstand precies zijn. Anders kan hij er niet een nieuwe in aanbrengen. Ik heb van alles papieren, behalve van die stomme boiler, maar gelukkig ontdekken we op het sluitkapje van de aansluiting een merk en telefoon- en faxnummers in Engeland. Gelukkig spreekt zijn baas Engels, zegt Pedro, dus ze gaan erachteraan. Ik zet de bank weer in elkaar en daarna zet ik een de helft van de achterplecht in de was. Je moet het niet overdrijven.
Via de e-mail bericht mijn raadsman over de zitting van de bestuursrechter in Dordrecht, gisteren. Er was een meervoudige kamer. Het is moeilijk te voorspellen welke kant het uit zal gaan. Ze neigden naar de opvatting dat artikel 49 van de Wet GBA (Gemeentelijke Basis Administratie) inderdaad een briefadres voor wereldzeilers uitsluit, maar neigden tevens tot de opvatting dat het nooit de bedoeling van de wetgever geweest kan zijn om wereldzeilers géén briefadres toe te staan. Gewoon een omissie in de wet, dus. Er zou een uitzondering gevonden moeten worden binnen de Wet GBA, bijvoorbeeld voor personen die varen op een schip. Dat staat in artikel 58, maar volgens de Memorie van Toelichting bij de Wet GBA betreft het hier alleen de beroepsvaart. Zou dit echter ook voor wereldzeilers kunnen gelden? Met die vraag worstelt de rechtbank, aldus mijn raadsman. Wie weet schrijven we nuttige wetsgeschiedenis met onze zaak, voor wereldzeilers niet onbelangrijk! Probleem is wél, dat artikel 58 een maximumtermijn voor buitenlands verblijf voor zeevarenden stelt van 2 jaar. Waarom dat ooit is bedacht, weet ik niet. Nogal wat wereldzeilers blijven langer weg en hebben het briefadres dus ook langer dan 2 jaar nodig, vooral om hun Nederlandse ziektekostenverzekering/AWBZ te kunnen houden. Enfin, op 5 juni is de uitspraak. Nu ga ik douchen (het zweet van het poetsen afspoelen), een glas wijn inschenken en vanavond ga ik weer eten in het restaurantje van gisteravond. Terug naar boven
Santa Pola (8)
Woensdag 30-04-2008
Helaas, het restaurantje bij de Mercado blijkt vanavond gesloten. Op dinsdagen om het personeel rust te geven, zegt een papiertje op de deur. Ik slenter naar een restaurant bij de visserhaven. Als ik besteld heb, heb ik meteen al spijt. De aanwezige Spanjaarden hebben het eten op en beginnen massaal te roken. Snel eet ik mijn in olie en knoflook gebakken sepia´s op en verdwijn.
Het is vandaag Koninginnedag inNederland, maar als rechtgeaard republikein besteed ik daar geen aandacht aan. Bij de supermercado zeg ik verstrooid "obrigado" tegen de cassiére in plaats van "gracias" Verrast vraagt ze of ik Portugees of Braziliaan ben. Legt dat nou maar eens uit. Aan boord verschoon ik de kooi van Lord Byron, die vandaag eenzaam aan boord moet blijven. Want ik ga met een kleine veerpont naar het eilandje Tabarca. Of beter: Nueva Tabarca. Daar zit een geschiedenis aan vast. Het eilandje ligt ongeveer 3 mijl van Kaap Santa Pola en is sedert de oudheid bekend onder de naam Planesia of Isla Plana. Het is zelden bewoond geweest maar door zijn ligging voor de kust bij Alicante had het wel strategische betekenis. De Moren bouwden er wat versterkingen. Later was het een beruchte uitvalsbasis voor berber-piraten, die erachter schuilden voor ze hun rooftochten in de kuststrook begonnen. Voor de Noord-Afrikaanse kust, bij het huidige Tunesië, ligt een eilandje genaamd Tabarka, dat in Genuees bezit was. De bevolking leefde van de visserij en van parelduiken. In de tweede helft van de 18e eeuw namen de Arabieren het in bezit en voerden de Genuese bevolking gevankelijk weg. De Spaanse koning Carlos III zag een kans om zijn eigen strategische eilandje te bevolken en kocht ze vrij onder het beding dat ze er gingen wonen. Sedertdien heet het Nueva Tabarca. ´s Konings militaire architecten bouwden er een vesting met wallen en poorten, een nederzetting volgens een rechthoekig stratenplan bij de smalle isthmus tussen het westelijk deel en het grotere oostelijk deel, een barokkerk (de Iglesia de San Pedro y San Pablo) en een fort op oude vestingruïnes in het oostelijk deel, de Torre de San José. Het was geen succes. Pogingen om landbouw te bedrijven op het oostelijk deel mislukten door de schrale grond en de vaak harde wind. De fortificaties kwamen nooit af door de snelle verwering van de gebruikte kalkzandsteen. Het eiiland verkommerde opnieuw. Totdat het toerisme kwam. Er wordt zelfs een hotel gebouwd. In de zomer is het hier geweldig druk. Op Internet vond ik een mooie luchtfoto, die staat hier.
Maar nu is niet druk. De boot legt tegen 12 uur aan in het piepkleine haventje. Het biedt nauwelijks bescherming tegen de zeegang. Maar het eilandje is prachtig. Het is 1800 meter lang en maar een paar honderd meter breed. Ik loop er helemaal omheen. Dit is één van die plaatsen die je bijblijven. Waar de geschiedenis is gestold. De zon- en windverweerde stenen wallen, de ongeplaveide straatjes, het besloten pleintje (foto hier), de kleine huisjes, de brokkelige poorten. Op één ervan, de Poort van San Gabriel aan de westkant (zie foto hierboven en hier), staat nog een inscriptie om de koning te eren. "Carolus III Hispaniarum Rex, Fecit Edificavit" lees ik met enige moeite. De grote Petrus en Pauluskerk domineert de nederzetting (zie foto hier) Hij wordt gerestaureerd, dankzij geld van de EU. Ik steek de isthmus over naar het grotere oostelijke deel en loop er helemaal omheen langs de ruwe rotskust. Er groeien alleen wat dor gras en veel distels. In de kloven zie ik gele zee-aster en onbekende bleekpaarse bloemetjes (zie foto hier) Prachtige, wilde en verlaten schoonheid. Bij de oostpunt liggen nog wat rotseilandjes en dan houdt het op (foto hier). Ik loop langs een nieuw gebouwd en volledig alleenliggend kerkhof en steek het binnenland in. Langs de grote vuurtoren kom ik bij een groot cactusveld. Erachter rijst de Torre de San José op (zie foto hier), een verwaarloosde vesting van drie verdiepingen. Hij is afgesloten. In gedachten keer ik terug naar het dorpje en bij een barretje in de open lucht neem ik een glas witte wijn en eet lekkere garnalen, gebakken in olie met veel knoflook. Een aardig echtpaar bedient me. Zijn ze van hier? Jawel, maar in de winter is het hier stil, koud en winderig. Zijn ze eigenaar van dit terras? Nee, haasten ze me te vertellen, de eigenaar, die zit in Brazilië. Met mijn tweede glas wijn zit ik aan de bar te peinzen en te genieten. Ik ben de enige hier. Als ik hier zou wonen, dan zat ik elke dag aan deze bar. Tegen vijf uur vaar ik echter gewoon weer terug naar Santa Pola. De kleine ferry schommelt nogal, want wind en zeegang zijn fors toegenomen. Terug naar boven
Santa Pola (9)
Donderdag 01-05-2008
Het restaurantje bij de mercado is gisteravond gelukkig wel open. Het heet Montañes en is naar eigen zeggen gespecialiseerd in tapas variadas, mariscos, paellas, pescados y carnes. Wat blijft er nog over? Ik eet twee gebakken tongetjes. Aan de muur hangt een enorme, zwarte stierenkop. De stier is in 1985 in de arena van Valencia opgetreden, meldt een schildje. En gestorven, maar dat staat er niet bij.
Gisteren had de MasyMas supermarkt verse Nispero´s. Ik kocht voor 1,5 euro ruim een pond (zie foto hierbij) het zijn de vruchten van de Japanse (wol)mispel oftewel - voor kenners - de foute kathedraalboom. De smaak is aangenaam en houdt het midden tussen die van abrikozen en peren.
Het is vandaag warm en winderig. Lord Byron zit buiten onder de bimini in zijn kooi te kwinkeleren. Hij ging vandaag in bad. Omdat het de Dag van de Arbeid is wil ik niet teveel arbeid verrichten, dus beperk ik me tot het schoonmaken en in de was zetten van de andere helft van de achterspiegel. De rest van de dag lees ik geboeid de biografie die Jan van der Vegt schreef over de dichter Hans Andreus (De Bezige Bij, 2e herziene druk, 2006) Een uitstekende biografie van de in 1977 overleden dichter. Het is indrukwekkend te ervaren, ja als het ware mee te maken hoe hij na allerlei probeersels en imitaties opeens, rond 1950, prachtige gedichten weet te schrijven. Zoals dit fragment:
"Zonder mij uit tot dit
uitzonderlijk wonderlijk wit
van oogappels en van huid
zonder mij zonder mij uit"
Terug naar boven
Santa Pola (10)
Vrijdag 02-05-2008
Ans. Er is geen enkel voordeel verbonden aan haar afwezigheid. Ik mis haar elke dag meer. Behalve dit: ik kan onbelemmerd en ongelimiteerd orgelmuziek afspelen, want daar houdt ze niet van. Het complete orgelwerk van Bach komt deze week langs. Heerlijk!
Gisteravond eet ik vissoep en paella in Montañes (foto hierboven). Er hangt een opgezette stierenkop aan de wand. Een metalen schildje vermeldt dat zijn naam "Cacharero" was en dat hij op 7 september 1985 werd gedood in de arena van Valencia. De naam van de toreador staat er ook bij, die vermeld ik uit ergernis niet. Het was de 124e stier die hij doodde. Een andere ergernis is de televisie, die in alle Spaanse en Portugese horeca altijd knoerthard staat te schetteren. Er valt niet aan te ontkomen. Meestal is er ook nog een voetbalwedstrijd op. Voetbal is voor de dommen. Er zijn trouwens nogal wat lompe Spanjaarden. Een man een een vrouw komen het restaurant binnen. Beiden zijn in de vijftig. Hij loopt voorop en draagt een rose trui. Zijn haar is zorgvuldig gekapt met grijze krulletjes in de nek. Hij bestelt bij de bar een glas bier. Voor zichzelf, haar wordt niets gevraagd. Dan lopen ze door en nemen plaats aan het tafeltje schuin naast me. Hij krabt zijn kloten, geeuwt langdurig en drinkt zijn bier. Zij kijkt langs hem heen, haar mondhoeken hangen smalend omlaag. Ze zegt niks. Ze krijgt nog steeds niks te drinken. Hij kijkt lang op de kaart en geeuwt nog een keer, nog langer dan de eerste keer. Er wordt niets gezegd. Hij bestelt eten. Enzovoorts, maar eidelijk lukt me de blik af te wenden.
Later slenter ik terug via het plein bij het Castillo. Er is een uitheemse markt. Ik drink mierzoete thee in een Tunesische kraam en port bij een Portugees stalletje, waar ze fadozangeres Mariza hebben opstaan. Beter dan voetbal. Tot slot laat ik me een lekkere cocktail klaarmaken bij een Cubaans barretje, van rum, limoensap, suiker, spuitwater en ijsschilfers. Een mojito, de favoriete cocktail van Ernest Hemingway, beweert men.
Vandaag laat ik de generator een uurtje draaien. Had ik al maanden niet meer gedaan. Hij draait gelukkig prima en produceert een vrijwel constante spanning tussen 237 en 240 Volt. Het is opnieuw warm met een krachtige oostenwind. Ik lees verder in de biografie over Hans Andreus. Zijn beste bundel vond ik altijd "De sonnetten van de kleine waanzin" uit 1957. Zo klein was die waanzin niet, lees ik nu. Andreus leed aan een manisch-depressief syndroom en biograaf Jan van der Vegt laat zien hoezeer leven en werk van de dichter erdoor bepaald werden. Ik wist dat niet. Wat had een onderhoudskuur met lithium, het medicijn bij dergelijke stoornissen, hier kunnen uitrichten! Maar zou al die poëzie dan wel zijn ontstaan? Andreus vertrouwde zich echter toe aan de Haagse psychiater Maarten Lietaert Peerbolte en nam diens merkwaardige, zotte opvattingen over prénatale psychoanalyse kritiekloos over, ook in zijn eigen gedichten. Ooit, begin jaren ´70 schat ik, kocht ik het boek "Psychocybernetica" van dezelfde Lietaert Peerbolte. Wat een oeverloos gezwam! Niet om door te komen. Dat de psychiatrie toen nog een gebrekkige wetenschappelijke fundering had, bracht met zich mee dat dergelijke fantasten te serieus genomen werden. Enfin, ik kende die achtergronden bij Andreus´ werk niet. Terecht merkt biograaf Van der Vegt op dat de lezer die duiding ook helemaal niet nodig heeft: "Het is de kracht van De sonnetten van de kleine waanzin dat de poëzie zich - op een enkele passage na - weet los te zingen van de biografische aanleiding en de psychoanalytische theorieën" (p. 309) Terug naar boven
Santa Pola (11)
Zaterdag 03-05-2008
In Montañes eet ik Spaghetti bolognese en salada mixta. Ik ontmoet er een Frans voorbeeldgezinnetje, Stephan & Marion met hun dochtertje Mathilde. Aardige, welopgevoede mensen uit Parijs. Hoe zal het hen vergaan in het leven? Na afloop slenter ik weer terug via de uitheemse markt. Er is een uitstalling van een twintigtal roofvogels. Ze zitten vastgeketend op krukjes. Sommige zijn erg groot, ze hebben gemene, felle koppen, zoals de uilen en de arenden. Ik fotografeer er één (ze hiernaast), het lijkt me een Amerikaanse zeearend. Eigenlijk is het een treurigmakend gezicht. Ik drink een mojito in het Cubaanse barretje en een whiskey ergens onderweg naar de boot, in een ook al treurigmakende kroeg.
Het is weekend en in het weekend wordt niet gewerkt, dus werk ik niet. Ik maak een grote fietstocht door de omgeving. Na een forse klim bereik ik langs een ongeplaveid weggetje een hoge rots boven de stad met een oude, ronde wachttoren er op. Op de muur zijn graffiti gespoten. Er is een vernield bordje, waarop de Duitse tekst nog net leesbaar is. Het is de Torre Escaletes, één uit een serie wachttorens die Koning Filips II in 1557 langs de kust liet bouwen om tijdig te waarschuwen voor vijandelijke schepen, met name van berberpiraten. Er staan grote agaven met ertussen gele distelachtige bloemkolven (zie foto hier) In de verte zie ik het Isla Tabarca liggen in de diepblauwe zee. Er komen hier weinig mensen, geloof ik. Weer terug beneden volg ik de rondweg rond de stad en stuit opeens op de resten van een oud Moors badhuis, zoals je er ook een in Ceuta hebt. Op mijn kaart staat alleen de naam Aljibes del Massapà. Het is dicht en er is geen verklarend bordje. Ik fiets door. In het park El Palmeral bij het stadscentrum liggen de resten van een Romeinse patriciërswoning uit de 4e eeuw: een grote patio, een ruime gang eromheen met een mozaïkvloer en zeven kamers. Een blok verder liggen wat verloren tussen flatgebouwen de onaanzienlijke resten van de oude Romeinse haven, de Portus Ilicitanus. Ik zoek de rondweg weer op en rijd naar het westen. Daar voert hij langs een stuk moeras en verderop zoutpannen. Tot mijn stomme verbazing staan er in het moerasdeel tientallen witrose flamingo´s. Daar moest ik godbetert in Almerimar uren besteden aan een omzichtige benadering en hier staan ze doodgemoedereerd langs de rondweg om de stad! (zie foto hier) Ik fiets verder langs de uitgestrekte, vlakke zoutpannen, de salinas. Langs een klooster, het Ermita das Salinas, en daarna weer langs eentonige, kilometerslange zoutpannen. Tot ik bij een andere wachttoren kom, de Torre Tamarit, een toren met zoutgebleekte muren die middenin de zoutpannen ligt (zie foto hier) Er nestelen meeuwen op en naast, die me schreeuwend proberen weg te jagen. Langs een omweg keer ik terug naar de zee. Langs het strand fiets ik terug. Eind van de middag betrekt de lucht, er lijkt onweer op komst, maar het gaat niet door. Overmorgen is er Ans er weer. Terug naar boven
Santa Pola (12)
Zondag 04-05-2008
In Montañes eet ik een tamelijk vette entrecôte. Daarna drink ik een mojito in het Cubaanse barretje op de uitheemse markt. Je ontwikkelt zo je vaste patronen. Men is al bezig met "inpakken" van de roofvogels. Ze gaan in bakken die men opstapelt in een kampeerbus. De vrouw die mijn cocktail klaarmaakt is een jaar of vijftig, schat ik. Ze heet Marylin, als Marylin Monroe, verduidelijkt ze. Op haar tiende heeft ze Cuba verlaten en ze is nooit meer teruggeweest. Wil ze dat graag? Als "de baard" dood is, dan pas. Ze trekt samen met haar oudere zus met hun barretje al jaren met de uitheemse markt mee door Spanje. Van de laatste week van februari tot de eerste week van december. Iedere week in een andere stad, volgende week in Murcia, de week daarna in Sevilla, en zo verder. Ik vertel dat we zeilen en misschien ook een keer in Cuba komen. O, dat moeten we beslist doen, westelijk van Guantánamo is een mooie haven (naam vergeten) "Tot in Cuba", zegt ze als ik mijn glas leeg heb en verder loop. "Tot in Cuba"
Vandaag maak ik de kooi van Lord Byron schoon, geef hem nieuw zand, schoon water, nieuw voer, een stukje peer (daar is hij gek op) en hang hem buiten. De hele dag kwinkeleert hij. Gelukkig doet hij dat niet keihard, zoals wel voor kan komen bij zangvogels. Nee, hij is welluidend én bescheiden.
In één ruk lees ik vandaag "Duizend schitterende zonnen" (2007) van Khaled Hosseini uit. Een aangrijpend boek. Ik was destijds na aarzeling toch voorstander van het internationale ingrijpen tegen het Talibaan-bewind in Afghanistan. Dit boek laat zien hoe terecht dat ingrijpen was - ook al vraag je je af hoeveel ellende er nog mee gepaard zal gaan. Zo´n hele dag lezen geeft me wat koppijn. Ik heb niet veel zin weer een keer in de stad te gaan eten, dus ik maak hier aan boord wat klaar. Morgen komt Ans terug. Terug naar boven
Santa Pola (13)
Maandag 05-05-2008
Niet lullen maar poetsen, is vandaag het devies. Want Ans komt terug. Ik maak schoon schip, stofzuig, was af, maak de kuip schoon en zet een groot deel in de was. Tussendoor lees ik een uurtje in "Putin´s Russia. Life in a failing democracy" (Metropolitan Books, 2004) van Anna Politkovskaya, de dappere, onafhankelijke Russische journaliste die in oktober 2006 lafhartig werd doodgeschoten in de lift van haar flat in Moskou. Zij is het soort mens voor wie ik enorm respect en ontzag heb. Steeds weer brengt Rusland dit soort moedige, strijdbare critici voort. Dat was zo onder het tsaristisch regime, daarna onder het communisme en nu onder de maffiose samenleving die onder het bewind van Vladimir Poetin onstaat.
Afwisselend lezend en poetsend is het al snel vier uur. Ik neem een taxi naar het vliegveld van Alicante. Om kwart over vijf sluit ik mijn liefste in de armen. Terug aan boord zijn er taloze verhalen uit te wisselen en wordt de koffer uitgepakt (6,5 kilo overgewicht zag men door de vingers) Ze heeft Maggi, navulzakjes Aromat en Senseo-padjes bij zich, de overgenomen Raymarine RL70C, de 2 nummers van Zeilen, een stapel bestelde boeken, een DVD-film en een CD, de Canopii externe WiFi-antenne (die niet stuk was) en wat niet al. Ik zag het al gebeuren dus heb ik ook voor een cadeautje voor haar gezorgd. Een mooie halsketting van de uitheemse markt. Het schip wordt schoon bevonden. We drinken Sangria in de avondzon terwijl Lord Byron reeksen blije trillers ten beste geeft en straks gaan we - dit keer samen - eten in Restaurant Montañes (dat kent ze nog niet eens) Nu doet ze even een dutje. Wat ben ik blij dat ze er weer is! De mens is niet voor eenzaamheid gemaakt. Vroeger in mijn existentialistische, later neomarxistische, later nihilistische, later individualistische, later ik-val-nergens-meer-onder-periode, dacht ik daar anders over. Nu Ans slaapt pak ik de 2e hands RL70C uit, schroef de panelen in de navigatiehoek los en probeer hem uit. Met veel genoegen stel ik vast dat zowel de radar als de plotter prima werken. Mooi! Ik stuur een bedankje naar de crew van zeiljacht Ursus (die overigens op 30 april jl. zijn vertrokken richting Med en nu op Wight zijn aangekomen. Zie www.zeiljachtursus.nl) Van hen heb ik het toestel overgenomen. Terug naar boven
Santa Pola (14)
Dinsdag 06-05-2008
Lekker samen gegeten in Montañes. Het wordt tijd voor een foto van dit etablissement, zie hier. Ans slaapt vannacht prima aan boord. Vanochtend fiets ik naar de loodgieter. Hij meldt dat het niet lukt om aan een nieuw verwarmingselement voor de boiler te komen. Ik bel Berna van (de veelgeplaagde) Rob Krijgsman Watersport in Drimmelen, de importeur van Jeanneau in Nederland. Berna meldt dat er nog een paar op de plank heeft liggen en vraagt of ik een foto van het element wil mailen, dan kan ze kijken of ze de goeie heeft liggen. Aldus gedaan.
De hele dag draait de wasmachine. Aan het eind van de dag is hij kapot. Ans roept me naar binnen. Ik zie alleen maar gaten op de plaats van de drukknoppen. Allemachtig! Hoe kan dat nou weer? De machine is nog geen jaar oud! Nadere bestudering leert dat het blok met de bedieningsknoppen naar achteren is geschoten. Kennelijk is het losgeraakt van het frontpaneel. Ik heb ondertussen terdege geleerd dat je nooit boos en opgefokt aan een kluis moet beginnen. Ik zoek dus eerst het mogelijk benodigde gereedschap bij elkaar en een krukje, zodat ik er ontspannen voor zit. Toch gaat er al gauw iets mis. Ik schroef de bovenplaat met enige moeite los en plaats er een een houten blokje tussen om hem omhoog te houden. Met mijn hand kan ik nu bij het blok met de knoppen, dat los achterover ligt, maar daardoor schiet het houten blokje naar binnen en verdwijnt ergens in de diepte onder de trommel Welverdorie! Nu wordt het serieus! De machine zal van zijn plek moeten. Ik schroef in onze slaaphut het achterpaneel los en verwijder de dekplaat voor de motor. Aan de voorkant schroef ik de paneeldeurtjes los en leg ze aan de kant. Samen met Ans trek ik met veel moeite en gekreun de machine een stuk naar voren. Het levert me ettelijke bloedende wonden aan mijn polsen en handrug op. Nu vooral NIET KWAAD WORDEN! Enfin, we drinken eerst maar eens een kopje thee en dan - om een lang verhaal kort te maken - lukt het niet om dat verduivelde blokje terug te vinden. Zet ik wél met twee schroefjes voorzichtig het knoppenblokje weer op zijn plek vast. Krijgen we de machine weer terug op zijn trilvaste blokken en de deurtjes weer op hun plek en de panelen ook. Pfff...het werkt gelukkig. Misschien krijgen we ooit een storing door dat houten blokje onder de trommel in het natte compartiment. Voor het moment kan het ons na deze operatie van drie uren even niets schelen. Wat ik eerder vandaag nog las en dat de weersituatie slechter wordt, laat ik ook maar even zitten. Want een goede wasmachine.........is héél wat waard! Maar hoe kan zo´n knoppenblok nou al binnen een jaar los schieten? Terug naar boven
Santa Pola (15)
Woensdag 07-05-2008
Gisteravond kondigden de weerkaartjes al een weersverslechtering aan. Vanmorgen kijk ik in alle vroegte nog een keer, want het liefst gaan we vandaag verder richting Balearen. Helaas, er wordt Bf 6 - 7 verwacht in de komende dagen, pal op de kop, en ook regen. Dus kruip ik weer in bed en slapen we eens lekker uit. Later doet Ans toch nog een was in de wasmachine. Die draait tot onze opluchting prima zonder enige obstructie door het houten blokje dat er gisteren in gevallen is.
Ik lees mijn door de redactie van Zeilen ingekorte 2e deel over "De Randen van Biskaje" nummer 5, mei 2008) Dit keer ben ik er niet erg over te spreken. Ze hebben de havens van Bilbao en Santander door elkaar gehaald, zodat de beschrijving van Bilbao in werkelijkheid over Santander gaat. Stom. Ook het treurige lot van zeiler Marc Fontaine met het zeiljacht Grinfolet, de rode draad in het verhaal, is er grotendeels uit gelaten. Zeilers houden van lezen en van goede verhalen, mijns inziens, maar de lijn van de huidige redactie is helaas anders: veel beeld, weinig tekst. Tja, je kunt dus beter de volledige versie van mijn stuk lezen. Die vind je hier.
Josje & Gerard van de Mermaid, met wie we deze winter in Lagos bevriend werden, berichten per e-mail dat ze verwaaid liggen in Cartagena. Daar wachten ze ook al op een gunstige wind om in één ruk naar de Balearen te zeilen. De hele dag is het zonnig maar het waait inderdaad - zelfs in de haven - Bf 6 uit noordoost. Gelukkig heeft Ans van de week stapels nieuwe boeken meegebracht. Ik ben ononderbroken geheel verdiept in een prachtige SF-roman: "Time" uit 1999 van Stephen Baxter (zie omslagfoto boven) Ik kwam zijn naam tegen - meen ik - in het boek dat ik laatst las van Paul Davies. Baxter (1957) is het soort SF-auteur waar ik van houd: goed op de hoogte van de laatste ontwikkelingen in de wetenschap en erg spannend. Hij is Engelsman en van origine wiskundige. In 1991 probeerde hij als kosmonaut een plek te krijgen in de Russische Mir, maar dat ging niet door. Baxter blijkt zeer productief, hij schreef ongeveer 40 boeken. Kijk ook eens op zijn website www.stephen-baxter.com. Ik begrijp nu ook wel waarom Davies dit boek met waardering noemt, want Baxter verwerkt veel van de nieuwe ideeën over multiversa, tijdparadoxen, e.d. op een aansprekende manier in zijn boek. Terug naar boven
Santa Pola (16)
Woensdag 08-05-2008
Het waait gisteravond nog behoorlijk door. Ans blijkt ook nog een mapje met 20 James Bond-films te hebben meegenomen! We kijken naar Dr No, nog met Sean Connery. Om half vijf vannacht begint er een langdurig onweer met veel regen en vandaag vallen er ook geregeld buien. Er zijn near-gale waarschuwingen voor dit deel van de Middellandse Zee. De sterk gekrompen drinkwaterbekkens van de Spanjaarden lijken een welkome aanvulling te krijgen. Ondanks al die regen staan tot mijn stomme verbazing vanmorgen toch nog allerlei lieden hun boot af te spuiten. In de regen! De omgang van de Spanjaarden met hun boten is merkwaardig. De meeste eigenaars hebben trouwens mensen in dienst die vrijwel iedere dag langskomen om de boot af te spuiten (ook als het regent, dus) De eigenaars zelf komen met de familie in het weekend langs. De boothulp heeft de boot al klaar gemaakt, de motor vast aangezet en het schip afgespoten. Eerst gaan ze uitgebreid van alles bespreken en wat drinken. Na een uur of anderhalf - de motor draait al die tijd - gaat de eigenaar naar de stuurstand en geeft allerlei commando´s aan vrouw en kinderen. Dat geeft veel verwarring. Met veel geraas en gepuls van de boegschroef varen ze met een tergende slakkengang weg. Na een kleine twee uur zijn ze weer terug, leggen met veel misbaar en gewoef van de boegschroef en hulp van de toegeschoten marinero´s van de jachthaven de boot op zijn plaats en gaan weer anderhalf uur napraten. Tot slot spuiten ze boot nog eens uitvoerig af, vanzelfsprekend met drinkwater, en vertrekken. Op zondag herhaalt zich dit alles. Op maandagochtend komt de boothulp de boot weer afspuiten, enzovoorts. Dat er ieder jaar grote drinkwatertekorten in Spanje dreigen, mag geen verbazing wekken.
De hele dag door vallen buien. Pas nu realiseren we ons hoelang we geen regen hadden. Het is weer een dag van lezen. Ik ga verder in Stephen Baxter. Je kunt merken aan de emoties van de hoofdpersoon van het boek dat Baxter het er moeilijk mee heeft gehad dat hijzelf destijds geen astronaut kon worden. "All my life I dreamed of this", zegt die hoofdpersoon bij de lift-of van de raket die hem en zijn crew naar de asteroïde Cruithne moet brengen. Af en toe kom je een opvallend snedige zin tegen, zoals: "It seems to me that age, growing old, is a war between wisdom and bitterness. I´m not sure how I´ll come out of that war" (p. 216) In de ruim 450 bladzijden gebeurt een hoop. Zo maken we de hittedood van het universum mee - van Oerknal tot Hittedood - en zwerven we door opeenvolgende generaties van honderden onvruchtbare universa (die geen materie bevatten), alle deel uitmakend van het multiversum (the Manifold) en beleven we tenslotte het einde van ons eigen universum nog eens, maar ditmaal door vacuümverval. Ik vind het prachtig, want een groot deel van die fenomenen is gebaseerd op échte serieuze theorieën die de laatste vijftien jaar in de fysica en de kosmologie ontwikkeld worden. Maar uiteindelijk blijft alles gevat binnen een systeem - een multiversum, zo je wilt - dat geen oorzaak kent (of waarvan we de oorzaak niet kennen) en waarvan niet duidelijk is hoe het eindigt (en óf het eindigt), laat staan waarom wij er zijn en waarom er überhaupt "bestaan" is.
En alsmaar regent het. Door het voortdurend binnenzitten gaan we ons, ondanks de grote ramen van onze decksaloon, geleidelijk holbewoners voelen. Lord Byron vindt er ook niets aan. Hij zingt weinig en uit af en toe klaaglijkje piepjes. Soms is het zo donker dat hij op zijn slaapstokje gaat zitten, denkend dat het al avond is. Helaas, het wordt er de komende dagen niet beter op. Vanavond maar weer een James Bond-film. Terug naar boven
Calpe
Vrijdag 09-05-2008
Er is bericht van zwager Cees dat de nieuwe pilotboeken van Frankrijk en Corsica/Sardinië de dag na Ans´vertrek zijn aangekomen. Enfin, als we straks ergens op de Balearen voor wat langer tijd liggen, kan hij ze misschien opsturen. Op de weerkaartjes van gisteravond ziet het ernaar uit dat er morgen een weather-window is. Het is redelijk rustig en pas morgenavond trekt een front met veel wind over. Er cirkelt een lagedrukgebied in het westelijk bekken van de Middellandse Zee rond. Vanmorgen ben ik vroeg op check de laatste voorspellingen en kaartjes. Die bevestigen het beeld. Afrekenen en weg, dus! Als we aan dek komen blijkt dat we eerst de boot moeten schoonspuiten. De regen van gister en vannacht hebben kennelijk een hoop Sahara-stof uit de atmosfeer gewaterd. de boot is bedekt onder een met een laag rood zand. Ik krijg hierdoor weer wat meer begrip voor de voortdurend afspuitende Spaanse boot-eigenaren.
Om half tien gooien we los. Het "waait" noordwest Bf 2. In de haven hijsen we het grootzeil. We varen tussen de Cabo de Santa Pola en het eiland Tabarca door. De wind is voortdurend variabel. Later trekt hij wat aan tot Bf 3 - 4 en kunnen we zeilen. Er staat een trage, holle zeegang uit het oosten, rest van alle harde oostenwind afgelopen week. We steken de Baai van Alicante over naar Cabo de la Huerta. In de verte zien we boven de stad de oude Moorse burcht uitrijzen. Om 12 uur ronden we de kaap en zet ik voor het eerst met de "nieuwe", 2e-hands radar/plotter een koers uit op de autopilot. Naar een plek even oostelijk van het Islote de Benidorm. Na de kaap is de wind opeens zuidelijk en valt vrijwel weg. Motoren dus. Gelukkig hebben we weer een knoop stroom mee. De zon schijnt lekker, maar de hemel is wat gesluierd en in de verte zien we boven Benidorm zware, donkere regenwolken hangen (zie foto hier) Een uur later is de wind OZO 1, weer een uur later NO 1. Ondertussen geeft de Navtex een near-gale warning voor het eind van de middag van NO 7, op de kop dus. We overleggen: Morayra - onze bestemming voor vandaag - is misschien net te ver. Calpe is dichterbij en biedt goede beschutting tegen NO-winden. We passeren even na twee uur Benidorm met zijn hoge torenflats en het kleine pukkeltje ervoor, het Islote de Benidorm (zie foto hier) In de valleien achter de stad hangen donkergrijze sluiers, het regent er fors. Een uur later ronden we de ruige, kale Puenta del Albir en passeren we de grote haven van Altea, een mogelijke uitwijkhaven als de harde wind ons eerder overvalt. In de verte zien we de Peñón de Ifach, de grote rotskaap van 328 meter hoog bij Calpe, als een enorme rotte kies uit zee oprijzen (zie foto hierboven) We naderen het punt waar we voor het eerst dit jaar weer van het westelijk naar het oostelijk halfrond overgaan, de nulmeridiaan van Greenwich. De wind is nu ZZW 1 maar nog geen kwartier later betrekt de lucht snel. Snel strijken we het zeil en een minuut of wat later krijgen we inderdaad NO 5 - 6 precies op de kop. De laatste tweeëneenhalve mijl motoren we tussen vissers en rondvaartboten naar de haven. Iedereen wil nu snel binnen zijn.
De haven van Calpe is klein en vaak vol maar we worden zeer gastvrij ontvangen in de RCN de Calpe en krijgen een mooi, luw plekje vlakbij de kade aan het begin van steiger C. De haven staat als "duur" genoteerd in onze pilot, maar hij blijkt helemaal niet duur. Goedkoper zelfs dan Santa Pola. Alleen ligt het WiFi-netwerk plat en tot mijn frustratie vang ik met de Canopii externe antenne nog steeds niks. Daar ga ik morgen eens goed over nadenken, want vorige week in Holland (Ans had hem meegenomen) was er niks mis mee. Terug naar boven
Calpe (2)
Zaterdag 10-05-2008
In een (duur) Internet-café werk ik de website bij. Het is stralend, zonnig weer. Zie foto hier. Calpe is een aardig plaatsje. We blijven hier een paar dagen liggen wachten op een goede gelegenheid om de oversteek naar Formentera te maken, het eerste eiland van de Balearen dat we willen aanlopen.
In de loop van de middag trekt de hemel dicht. Het wordt steeds donkerder en kouder. In de kuip is het niet aangenaam meer. Tijdens het installeren van de loopplank breekt het rechterframe van mijn bril; het glas valt gelukkig op de kuiptafel. Ik snor de reservebril op en Ans weet met veel geduld en plakband een provisorische reparatie uit te voeren. Na een paar uur begint het te regenen en te onweren en waait het hard uit het zuidwesten. Ondertussen installeer ik het stuurprogramma voor de externe WiFi-antennes (de Senao en de grote Canopii) opnieuw, in de hoop dat het helpt. Misschien herkent het alleen de Senao en niet de Canopii? Helaas, de Canopii ontvangt nog steeds nauwelijks, de Senao doet het prima. Dat levert gedurende de onrustige nacht veel gepeins op. Onrustig, want de zuidwestenwind veroorzaakt een aardige swell in de haven, die de boot af en toe heftig heen en weer rukt. Terug naar boven
Calpe (3)
Zondag 11-05-2008
Het regent veel vannacht, maar in de ochtend klaart het weer wat op. Ik heb vannacht nog drie opties voor de Canopii-antenne bedacht. Eén: misschien levert de extra offeranode, die aan de hekstoel hangt, wel een storend stroompje op. Dus haal ik hem eraf. Geen verbetering. Twee: misschien stoort de Navtex, die voortdurend aanstaat, wel op de antenne. Navtex uit, geen verbetering. Drie: als ik de antenne nou eens op een hele andere plek zet? Ik maak hem los van de paal van de windgenerator en plaats hem voorzichtig bovenop de giek, dat wil zeggen bovenop het opgedoekte grootzeil en de huik. Geen verbetering. Ik koppel hem weer af en maak de kleine Senao weer vast: prima ontvangst (zoals steeds) Nou weet ik het echt even niet meer, dus ik berg de Canopii maar op in de voorhut. Na de Pinksteren zal ik nog een keer Marco van de Wlan-Shop in Hilversum bellen.
We wandelen in de middag langs het strand naar het centrum van Calpe. Om de top van de Peñón de Ifach, de 328 meter hoge rots boven de stad, cirkelen altijd meeuwen. ze zullen daar wel nesten hebben. er zijn veel toeristen. De wandelboulevard komt langs een plaats die Baños de la Reina heet, de baden van de koningin. Het is een braak gebied tussen de hoge flats waar men bezig is met het opgraven van een grote villa uit de laat-Romeinse tijd, circa 4e - 5e eeuw. Later zou hier een badpaleisje zijn geweest voor een Moorse vorstin. in de rotsen aan zee zijn bekkens uitgehouwen, waar men de gevangen vis in liet zwemmen. Altijd verse vis op tafel, dus. In het centrum vinden we een enorme supermarkt, waar we snel - hij sluit om twee uur op zondagen - onder andere koffiepadjes, oude kaas (Old Amsterdam), brie au lait cru, Zaanse mayonnaise en Fries roggebrood inslaan. In een Internet-café werken we de e-mail en de website bij en halen we de weerkaartjes op. Het weer wordt de komende dagen rustiger. We verwachten a.s. dinsdag naar Formentera over te kunnen steken. Terug naar boven
Calpe (4)
Maandag 12-05-2008
Gisteravond, we zitten in de kuip, staat er opeens een man bij de boot. Hij wijst naar het molentje en vraagt in het Nederlands of dat een windgenerator is. We raken in gesorek en even later zitten we met hem en zijn vrouw rosé te drinken op het haventerras, niet ver van ons schip. Zo leren we Ron & Anne-Margré Vink kennen. Ze hebben net in Kroatië een Jeanneau 36.2 van 10 jaar oud gekocht en door vrienden naar hier laten brengen. Ze hebben in een plaatsje in de buurt een appartement. Anne-Margré is arts/acupuncturist en dat levert met mijn sceptische geest een aardig, maar beleefd debat op. We bekijken hun aanwinst, geven wat advies, tafelen genoeglijk in een visrestaurant verderop en nemen nog een afzakker bij ons aan boord. Daar heb ik vandaag wel wat last van (dom hoofd)
De weerkaarten en voorspellingen tonen een rustig beeld voor de oversteek naar Formentera, morgen. Terug naar boven
Formentera
Dinsdag 13-05-2008
We beginnen vroeg aan onze oversteek naar de Balearen. Om 7.00 uur varen we de haven van Calpe uit. De zon is net op, het is nog kil. Wind is er niet: NNW Bf 1. Omdat er een trage, lange zeegang staat, hijsen we het grootzeil als steunzeil. We motoren in de richting van de opgaande zon (zie foto hier), achter ons de Peñon de Ifach (zie foto hier) We zullen hem nog lang zien. Ten noorden van ons zien we de oostelijkste punt van het Iberisch schiereiland, de Cabo de la Nao. Om acht uur komt er zowaar wat meer wind en kunnen we de genua erbij zetten. Al motorzeilend schieten we, met ook nog een knoop stroom mee, toch aardig op: we doen 7 knopen over de grond. Overigens is het wel zo dat je kunt merken dat er, na bijna een jaar, toch aardig wat aangroei op het onderwaterschip moet zitten. Dat scheelt zeker een knoop in de snelheid, schat ik. Binnenkort zullen we een keer de wal op moeten.
Om negen uur zijn we bij de shipping lanes rond Cabo de la Nao, het verkeersscheidingsstelsel voor de zeescheepvaart. Eerst krijgen we de zuidgaande vaart: een containerschip en een ferry passeren voor ons langs, het daarop volgende vrachtschip wendt beleefd iets zijn koers en vaart achterlangs. Na een halfuur zijn we in "de middenberm" en daarna komt de noordgaande vaart: eerst vaart een containerschip nog voor ons langs en het cruiseschip dat volgt - een groot wit drijvend paleis - wendt ook al iets de steven en vaart achter ons langs. Dat was dat. We motorzeilen prinsheerlijk onder de zon, die steeds meer warmte geeft, verder naar het westen over een diepblauwe zee (zie foto hier) Het weerbericht op de Navtex meldt dat de wind straks helemaal gaat liggen en dat gebeurt ook. De zee blakt helemaal af. De uren verstrijken. Rond het middaguur begint de Spaanse kust te vervagen in heiigheid. We zien nog wel de hoge Monte Mongo (735 meter) bij Kaap de la Nao. We zijn nu 32 mijl van het vasteland. Een kwartier later ziet Ans als eerste de bergen van Ibiza opdoemen. Er hangt een hoge cumuluswolk boven (zie foto boven en een andere hier) Opeens horen we motorgeluid; een sportvliegtuigje scheert op masthoogte vlak langs ons. Hij is al weg voor we van de schrik bekomen.
Om kwart voor twee zin we ook de lage kust van Formentera, eveneens met een cumuluswolk erboven. maar het duurt nog uren voordat we in het zicht van de haven komen. het wordt steeds heter. Nu blijkt goed hoe slecht teak als dekbedekking is: het wordt in de blakerende zon zó gloeiend heet, dat je er met blote voeten niet op kunt lopen. Omdat de zee afgeblakt is besluiten we het grootzeil te strijken en de bimini boven de kuip op te zetten. Bij die werkzaamheden stoot Ans geweldig haar hoofd. Ze heeft een tijdje weinig te vertellen. We deppen de buil met water. Om half vijf varen de Puerto de Sabina binnen, de enige haven van Formentera. In de kom zijn twee kleine jachtclubs, die meestal vol zijn maar nu, hors saison, is er genoeg plaats. We kiezen de kleinste, Marina Formentera Mar, die wat rustiger gelegen is en leggen met de achterplecht naar de kade aan. Een marinero geeft me de boegtros aan, die zoals altijd behoorlijk smerig is. Mijn t-shirt moet in de was. Maar we zijn in de Balearen! Terug naar boven
Formentera (2)
Woensdag 14-05-2008
Formentera geeft ons allebei een groot "eilandgevoel" Het was er gisteren meteen. Wat dat is precies is, is moeilijk te zeggen. Alles ziet er op een eiland zondermeer zonniger uit en de dingen lijken simpeler, voorlopiger en meer geimproviseerd, als het ware. Het is duidelijk dat er aan alle kanten water is, ook al zie je het niet. Vanmorgen ontdek ik een supermarktje, vlakbij, waar ze eigenlijk alles hebben dat nodig is. Dat komt ook omdat het eilandgevoel met zich meebrengt, dat je niet zoveel nodig blijkt te hebben: brood, groente, fruit en wijn. En wasmiddel. Het is ook wel prettig dat het toeristenvolk nu een stuk jonger is dan aan de Spaanse costa´s. Hoe we hier liggen zie je hiernaast en hier.
Het weer is excellent. Een iets gesluierde hemel verhinderd dat het smoorheet wordt. Weer om te fietsen dus. Omdat Formentera vrijwel helemaal vlak is, is het een prima eiland om te fietsen. We maken een flinke tocht over het eiland. Fietsen eerst naar het hoofdstadje Sant Francesc Xavier (in het Catalaans) Daar is niet veel te zien, maar er is een oud kerkje aan een pleintje (alles is op een eiland immers kleiner) en winkeltjes met veel leukere kleding en dingen die je niet nodig hebt, dan op het vasteland. De kerk is eigenlijk een klein fort. Bij invallen van Berber-piraten vluchtte de bevolking de kerk in. Voor kerkje en pleintje zie hier. Vandaar fietsen we over binnenweggetjes door een dor landschap met allemaal stenen muurtjes naar het oosten, naar Ses Roques, waar een druipsteengrot zou zijn. Die is er ook, maar hij is dicht. Een roestige deur sluit de toegang af. We fietsen terug langs het grote zoutmeer Estany Pudent, dat nauwelijks enkeldiep is en verschrikkelijk zout smaakt (foto hier) We komen via het dorpje Es Pujols langs duinen waar wilde jeneverbes en een zeldzame lavendelsoort groeien. Daarna zijn aan beide kanten van de weg zoutpannen. We komen bij de westelijke stranden waar naakt gerecreëerd wordt. Helaas is niet ieders lichaam het aanzien waard. Het zeewater tovert kleuren tussen licht- en donkerblauw (zie foto hier) Er is een strandtent met de naam Tiburon, waar we een karaf sangria drinken in de zon. We doen er uren over en wanen ons in Caribisch gebied (zie foto´s hier en hier) Of ik nog wel eens wat lees? Weinig. Ik ben begonnen in een boek dat heet "The View from the Centre of the Universe" (Harper Collins, 2006) van het echtpaar Joel Primack en Nancy Ellen Abrams. Hij is natuurwetenschapper en zij is wetenschapsfilosoof. Leuke combinatie! De titel is eigenaardig. Het universum heeft namelijk helemaal geen centrum (of iedere plek is het centrum) Hoe ze die titel verklaren weet ik nog niet. Op dit heerlijke eiland schiet ik niet erg op in hun boek. Dat geeft niks. Terug naar boven
Puerto de Ibiza
Donderdag 15-05-2008
De weerkaartjes laten gisteravond zien dat er in de komende dagen wat slechter weer deze kant op lijkt te komen. waarschijnlijk niet erg veel wind maar wel regen. Het trekt ons niet erg aan om met regen in Formentera te liggen, waar weinig vertier is. Daarom vertrekken we vanmorgen, overigens nog met zonnig weer, naar Ibiza-stad. Een afstand van slechts 10 mijl. Er loopt een onderzeese rug tussen Ibiza en Formentera, met een paar rotseilandjes waar de rug boven water komt. Er zijn drie doorgangen, freus geheten. We kiezen de grootste, die niet verrassend Freu Grande heet, tussen het privé-eiland Isla Espalmador en het veel kleinere Isla Ahorcados. Middenin de passage ligt een zwartgele, noordkardinale boei bij een scherpe rotspunt, nog geen meter onder water. Uitkijken, dus. We proberen te zeilen, de wind is een onnozele ZW Bf 2, maar we hebben geen haast en hoeven immers niet erg ver. Alleen staat er een vervelende, schuin achter inkomende golfslag, die de boot doet schommelen waardoor voortdurend de genua laat inslaat. We krijgen er genoeg van en motoren door de freu. Het landschap rond ons is schitterend, overal liggen eilanden, onder andere verder in het oosten het Isla Espardel, een beschermd natuurgebied. Er zijn rotskapen, bergtoppen en valleien op het bergachtige Ibiza, elders rotsen en kleinere eilandjes in een azuurblauwe zee. Achter ons ligt het vlakke Formentera. Zo moeten de eerste zeelieden uit Carthago het gezien hebben, toen ze voor het eerst deze zeeën doorkruisten en de Balearen in bezit namen - om er later door de Romeinen weer afgejaagd te worden. Op zeker moment is er maar 6 meter diep, glashelder water. We kunnen we de bodem goed zien: rotsen en helderwit zand. Ferry´s varen af en aan door de passage. Voor het baken langs op Isla Ahorcados passeert een mooie tweemast-bark op tegenkoers (zie foto hierboven en hier) Een uur later varen we tussen wat rotseilandjes door de grote haven van Ibiza-stad in. Er zijn drie jachthavens, die in het seizoen vrijwel altijd vol zijn. Voor de zekerheid kiezen we de grootste, de Marina Botafoch, aan de oostkant tegenover de oude stad. Gelukkig is er een plek, knap duur maar wél met een gratis WiFi-netwerk.
Er is ieder halfuur een watertaxi, die je goedkoop in een kwartier in het centrum van Ibiza brengt (zie foto hier) Even later lopen we, verbaasd en gelukkig, hand-in-hand door het labyrinth van straatjes, pleintjes en steegjes. Ibiza! Het kunstenaarseiland, in de jaren ´60 het hippie-paradijs vol flower-power en happy people. En natuurlijk het eiland van de homo´s en de rijken, de internationale jet-set. Er zijn weinig pensionados, de meerderheid van de mensen die rondslenteren of op de terrasjes zit te eten en te drinken, is jong of denkt dat nog te zijn. Ans is opgetogen over de originaliteit van de kleding in de talloze boetiekjes. Ze koopt een mooie, witte pareo met hagedissen erop. Tegen vijf uur nemen we de watertaxi terug. We gaan eens bedenken hoe we dit prachtige eiland in de komende dagen beter kunnen leren kennen. Terug naar boven
Puerto de Ibiza (2)
Vrijdag 16-05-2008
Vannacht valt inderdaad de voorspelde regen en het regent de hele ochtend door. De lucht is grijs van wolken maar het is niet koud. We slapen lekker lang uit en doen wat klusjes als de boot van binnen stofzuigen. Ik reinig meteen de ruimte onder de motor. Ook de computerhygïene moet gedaan: het downloaden van updates van de virusscanner en van Windows XP. Voor Windows is een nieuw servicepack (nr. 3) beschikbaar. Lord Byron staat buiten in zijn kooi op de kuiptafel en heeft sjans met een mannetjesmus. Niet zo vreemd op dit homo-eiland. De mus komt steeds terug en zit op de kuiprand aandoenlijk te tsjilpen. Lord Byron is duidelijk geimponeerd en zit met zijn rug naar de mus toe zacht te pruttelen. Maar als de mus wegvliegt, dan moet je his lordship eens horen! Lange fluittonen, trillers en hartstochtelijke lokroepen ontsnappen aan het kleine keeltje met een rijkdom en een volume dat we zelden horen. Je zou haast de kooi openzetten en hem vrijlaten. Maar het schijnt dat kanaries, die in gevangenschap zijn geboren, dat niet overleven. Trouwens, die mus is helemaal geen goede partij.
Tegen de middag trekt de regen weg. De zon breekt door en we nemen de watertaxi naar de stad. Aan de kade lunchen we: gegrillde sardientjes, tonijnsalade en brood met aïoli (knoflooksaus) en een glas witte wijn. Opnieuw zijn we blij dat het gehalte pensionado´s hier ver in de minderheid is, anders dfan aan de Spaanse costa´s. Er is niks mis met bejaarden, alleen deprimeert het als je niks anders ziet. Deze keer verkennen we Dalt Vila, de oude stad binnen de vestingmuren. Die vesting is verschrikkelijk oud. De Phoeniciërs bestigden zich al in de 7e eeuw voor Christus. Aan de westzijde van de huidige vesting is nog een begraafplaats uit die periode. Later verloor Carthago het eiland aan Rome in de 2e Punische Oorlog. Na de val van Rome was het korte tijd in bezit van de Vandalen en van Byzantium, tot het eeuwenlang Moors gebied was. De oudste vestingresten dateren uit de Islamitische tijd, evenals het alleroudste deel van de ommuurde stad, een labyrinth van straatjes dat aan de (eveneens Moorse) Alfama-wijk in Lissabon doet denken. In de 13e eeuw wist de Koning van Aragon het eiland te veroveren. Zijn troepen stonden onder leiding van Guillem de Montgri, die aartsbisschop van Taragona was. Zijn stoffelijk overschot werd begraven in een stille tuin op de wal, die op het zuiden uitziet. De sarcophaag staat naast een ingetogen klooster met witte muren. Op de deksel is de ligt in steen gehouwen de gestalte van Mongri. Het is een beeld dat me enorm doet denken aan de stad Miras Tirith ("The White City") uit de boeken van Tolkien. Hier vind je een foto van die plek. Aragon verschilt trouwens maar één letter met Aragorn. Onder Filips II werd de vesting enorm uitgebouwd. Het staat nu officieel op de werelderfgoed lijst. We zwerven er uren in rond. Hier vind je nog wat foto´s. De foto boven dit verslag is vanaf de enorme zuidwal gemaakt. Al die muren, bastion en kazematten doorstonden verschillende belegeringen en getuigen van de grote inventiviteit van de mens. En evenzo van zijn stupiditeit. De vesting werd ooit, enige tientallen jaren voordat de Aragonese koning hem innam, op de Moren veroverd door een onbesuisde christelijke ridder, die verzuimd had genoeg troepen mee te nemen om er een permanente bezettingsmacht te legeren. Hij moest weer vertrekken en Ibiza weer aan de Moren laten.
Na een aantal uren strijken we moe neer op een terrasje bij de grote oostelijke stadspoort, die voorzien is van een heuse ophaalbrug. Een koude mojito smaakt dan voortreffelijk. Aan boord merk ik bij het maken van dit verslag dat Maakum, mijn sitebeheerder, de aangekondigde nieuwe versie van hun programmatuur ook voor mijn website heeft ingevoerd. Dat geeft een hoop nieuwe mogelijkheden, die ik nog onder de knie moet krijgen. Wat in elk geval wél meteen kan is het realiseren van een oude wens, namelijk om het Logboek vooraf ook in één keer oplopend in tijd te maken. Dat heb ik inmiddels gedaan. Dat kun je dus nu gewoon in chronologische volgorde lezen. In de avond betrekt de hemel weer. Morgen willen we met een huurauto het eiland verkennen. Terug naar boven
Puerto de Ibiza (3)
Zaterdag 17-05-2008
Dit is een dag met een gouden randje. In stralende zonneschijn rijden we in onze huurauto, uiteraard een Seat Ibiza, naar het noorden door een fraai, groen en glooiend landschap met dennenbossen, olijfplantages en graanvelden. De wegen zijn prima. Sommige kleinere, de zogenaamde Camis Verds, leiden via schilderachtige omwegen naar de bestemmingen. Eerst bezoeken we Santa Eulària des Riu, een haven iets verderop aan de oostkust, waar we na het weekend heen willen. Het ziet er vriendelijk uit. Op het kantoor van de havenmeester vragen we of er komende maandag plaats is, maar het meisje achter de balie kan dat nog niet zeggen. Of we ´s ochtends op willen bellen? Natuurlijk. En anders blijven we nog een dag in Ibiza-stad. We rijden door een lieflijk dal over een slingerend weggetje naar Sant Llorenc de Balàfia in het binnenland (zie foto boven en hier) De bergen om ons heen zijn ongeveer 400 meter hoog. In Sant Llorenc zouden resten van de Moorse versterking Balàfia moeten zijn en verder een grot - Es Cuyeram - waarin vroeger een Carthageens heiligdom voor de godin Tanit was. Nergens vinden we wegwijzers of borden. We rijden talloze weggetjes en paadjes in, maar behalve een waterput uit de Middeleeuwen vinden we niets. Geleidelijk aan verdwalen we naar het noorden. We besluiten door de te rijden naar een andere grot, de Cova de Can Marca, aan de noordkust boven een fraaie ankerplaats (zie foto hier), een diepe inham van de zee, de Puerto de San Miguel. De grot is 100.000 jaar oud, legt de gids uit. Die leeftijd leidt men af uit de lengte van de stalactieten. Die groeien iedere honderd jaar één centimeter aan. De grot voert van 10 meter boven zee schuin naar boven en is niet erg groot. Er zijn wel mooie druipstenen en bekkens (zie foto hier) Tijdens de Spaanse burgeroorlog (1936 - 1939) werd hij gebruikt voor het smokkelen van vooral drank en sigaretten. In het donker! Want de electrische verlichting van nu was toen nog niet aangebracht. Op sommige wanden staan nog rode en zwarte tekens, die de smokkelaars gebruikten om de weg te vinden. In de bovenste delen van de grot verdrogen de stalctieten en stalagmieten, doordat het de laatste tientallen jaren veel minder regent, vertelt de gids. Allemaal door de klimaatverandering. De druipsteenkegels breken af en vallen op de bodem uiteen tot het kalkstof, waaruit ze ooit zijn opgebouwd.
We rijden verder en een halfuur later zitten we aan de lunch in een restaurantje aan het kleine strandje van de Cala Beniràs, een volgende ankerbaai. Vaak vol jachten, aldus de pilot, maar vandaag ankert er niemand. De lunch is simpel (een groente-omelet, tonijnsalade, brood met ali-oli en een glas witte wijn, maar simpel kan erg lekker zijn (zie foto hier) Via smalle weggetjes komen we weer in de buurt van San Llorenc en zoeken nog eens vergeefs naar de Moorse resten en het grotheiligdom van Tanit. We vinden wel een oud, hagelwit klooster, zoals veel kloosters en kerken op de Balearen met versterkte muren tegen de invallen van Barbarijse piraten uit Noord-Afrika. Er heerst een diepe, indrukwekkende stilte rondom. Over de witte muren hangen dieppaarse en donkerblauwe guirlandes van bougainvillea. Er is niemand aan wie iets kunnen vragen. We schuilen in het voorportaal voor een plotselinge regenbui, zonder dat we het merkten is de hemel dichtgetrokken met donkergrijze wolkenmassa´s. Er is een curieus, ommuurd kerkhof bij het klooster (zie foto hier) Het is helemaal vol graven, die alle rijk getooid zijn met grote, verdroogde bloemenkransen. Allen de nissen voor urnen aan de buitenmuur zijn nog leeg. Nieuw? Je kunt hier misschien alleen nog bij als je je laat cremeren.
We rijden naar het zuidwesten, opnieuw door een glooiend landschap met boerenhoeves (fincas), landerijen en bossen. De stad Sant Antoni de Portmany, een haven aan de westkust, is druk en vol lawaaierige toeristen, disco´s en bars. Ook het kustgebied eromheen hebben de autoriteiten helaas volledig vergeven aan de projectontwikkelaars, iets wat de rest van het eiland gelukkig grotendeels bespaard is gebleven. Het landschap is reddeloos verknald door de hoge wooncomplexen (urbanisaties, in het jargon van de onroerend goed-boeren), hotels en villa´s. Tja, maar toeristen en pensionados moet je ergens onderbrengen. Mijd dit gebied! We vluchten er weg en bereiken een rotsachtige streek ten zuiden ervan. In de buurt van Cala d´Hort zien we opeens ons doel voor vanmiddag: de Ses Païsses de Cala d´Hort. Onaangekondigd en nauwelijks bewegwijzerd leidt een karrepad een eindje van de weg af naar de resten van een grote Phoenicisch-Romeinse villa (zie foto hier) De zon is teruggekeerd en het is hier ook al zo aangenaam stil als bij die kloosterkerk vanmiddag. Het enige dat je hoort zijn vogels en krekels. We lopen over de brokkelige muren, de gangen en de grote binnenplaats die ooit vol leven en bedrijf geweest moet zijn. Waarom hier? In de verte kijk je uit op de hoge eilandrots van Es Vedra. Dit is hun uitzicht geweest. Er is een diepe cisterne waar je beslist niet in moet vallen, je komt er zonder hulp niet meer uit (zie foto hier) Was hij bedoeld voor drinkwater? Hoe kwam dat erin? Was er een bron vlakbij? Allemaal vragen, waar de summiere plaquette, die aan de rand staat, geen antwoord op geeft. Een halve kilometer verderop vinden we de resten van een vroegere Phoenicische necropolis, een grafveld, met tientallen grafkelders, vaak dubbele (zie foto hier) Het is wel een grafdag, vandaag. Er staat een spiksplinternieuw gebouwtje bij, een dependance van het etnografisch museum van Ibiza. Een Engelse bulldog rent uit het gebouwtje blaffend op ons af, een meisje roept hem vergeefs terug. Geschrokken staan we stokstijf stil ("blaffende honden bijten niet"), inderdaad snuffelt het beest alleen maar aan onze voeten. We kijken wat rond in de kleine ruimtes, die een nagebouwde middeleeuwse boerderij vormen voor het persen van olijfolie. Het mooist is de vrijwel volledige stilte die ook hier heerst. We kijken nog eens rond op het grafveld. De graven zijn klein, de overledenen moeten er opgevouwen in gelegen hebben. Of waren de mensen toen zoveel kleiner? Er ligt niets meer in de graven. Nu wonen hier konijnen, overal zien we holletjes en keuteltjes. We zitten een tijdje te kijken. Een enkel insect zoemt voorbij. Verder gebeurt er niets. Het verleden blijft ontoegankelijk, voor altijd. Met tegenzin lopen we weer naar de auto, vinden de autoweg na wat zoeken en rijden terug naar Ibiza-stad. Vanavond gaan we in de stad eten, het is per slot zaterdagavond. Terug naar boven
Puerto de Ibiza (4)
Zondag 18-05-2008
Gisteravond vernemen we via het Hollandse netje op de SSB-radio dat Jan & Baukjen van de J&B met een mooie NNO-wind onderweg zijn naar Madeira en nog 400 mijl voor de boeg hebben. Van Ab van de Schoonheyt, die nog in Lagos ligt en morgen naar Madeira zal vertrekken, horen we goed nieuws over Bert & Mieke Mansholt van de Torum. Hun mastverzakking werd in Sines gerepareerd en Ab ontmoette hen dezer dagen in Lagos. Nu zijn ze naar de lagune van Alvor (zie verder www.torum.nl) Het is een klein, maar hartelijk wereldje, dat van de zeilers. We nemen we de watertaxi naar de stad en slenteren naar de poort van Dalt Vila. Het is gezellig druk. We vinden een mooi tafeltje tegen de muur op het terras van Restaurante Dalt Vila op het Plaza de Vila, een pleintje direct binnen de stadspoort. Ze hebben een kok met talent, blijkt uit de smaak en de opmaak van de schotels. We smullen van meloen met ham, met twee verrukkelijke sausjes, een zoete (van aardbei!) en een zure van ingedikte balsamico-azijn, en als hoofdgerecht lamskoteletjes met knoflook en rozemarijn. Daarbij een kruidige rode wijn uit Mallorca, die we niet kenden. Op een terras bij de Galetà Soller drinken we koffie en kijken naar al die vreemde mensen, die voorbijlopen.
Vandaag hebben we een rustdag, wat niet wil zeggen dat we de boot niet schoonmaken. Dat is nodig want er ligt weer rood Sahara-stof aan dek, dat door de buien van de laatste dagen is uitgeregend. De wasmachine draait vlijtig (en zonder storingen) en ik werk de verslagen voor de website bij. We vullen de watertanks bij en nu blijkt bij een nadere inspectie pas dat de grote tank onder de kajuitvloer met een slang is verbonden met de waterzak. Dus als de grote tank vol is, wordt via die overloop ook de waterzak gevuld. Terwijl die een eigen vulslang met opening aan dek heeft. Hebben we dit een jaar geleden zo aangelegd? En waarom? En zijn we dat weer vergeten? Misschien weet Fons het nog. Enfin, de waterzak lekt een beetje en we vulden hem eigenlijk niet vaak - dachten we - maar we vulden hem tóch zonder het te weten. Wat ik met deze situatie moet doen, dat weet ik nog niet.
Op Internet lees ik het nieuws dat het Portugese parlement tóch voor de omstreden taalhervorming heeft gestemd, die ook is aanvaard in de rest van de Portugeestalige wereld, dus in Brazilië, Angola, Mozambique, São Tomé e Principe en in Oost-Timor. De brazilialisering van het Portugees, zoals critici zeggen. Maar de grote meerderheid van Portugeessprekenden woont nu eenmaal in Brazilië. Vorig jaar schreef ik er al over (zie hier) Het is een moedig besluit van het parlement. Je moet afwachten of het werkt. Terug naar boven
Puerto de Ibiza (5)
Maandag 19-05-2008
Gisteravond hebben we via de SSB-radio weer even contact met de J&B, die op weg is naar Porto Santo, het kleine eilandje met de grote haven bij Madeira. Jan meldt dat ze nog 200 mijl te gaan hebben en overmorgen tegen de avond hopen aan te komen. De wind is gunstig maar lijkt af te zwakken en in het noorden te gaan zitten. Ook spreek ik Ab van de Schoonheyt even, die achter hen aan vaart maar ik kan niet verstaan hoever ze zijn.
Vannacht vallen er fikse buien. In de verte onweert het. Vanmorgen ziet het er eerst beter uit en hopen we nog te kunnen vertrekken naar Santa Eulària. Maar er komen al snel donkere wolken uit het zuidwesten aanrollen (zie foto hierbij) De hele dag vallen er flinke buien met forse windstoten. Ik wijd mij aan een mega-klus, namelijk het ombouwen van een deel van de website. In casu: het omkeren van het Logboek vooraf, zodat het in chronologische volgorde staat, en vooral het in de tekst verwerken van nieuwe hyperlinks naar de albumfoto´s die erbij horen. Typisch een klus voor een regenachtige dag. Ik ben er de hele dag mee bezig, maar over het resultaat ben ik wel tevreden. Het is nu veel leesbaarder geworden. Ik ontdek overigens dat een aantal andere hyperlinks niet meer werken na de conversie van Maakum naar de nieuwe versie van het sitebeheer-programma. Een aantal weet ik op te sporen, maar er zullen nog wel meer zijn dus als iemand die tegenkomt, wil ze dan even aan me doorgeven. Het zijn kinderziektes; ik ben wel content met de nieuwe versie (7.02) en de nieuwe mogelijkheden. Later ontdek ik dat de links naar foto´s in de Reislogboeken 2007 en 2008 ook niet meer werken. Het herstellen daarvan kost wat meer tijd en kan wel even duren. (Je kunt natuurlijk altijd gewoon via het linkermenu bovenaan deze pagina naar de Fotoboeken)
Het ziet er niet naar uit dat het weer morgen veel beter is. In het westelijk bekken van de Middellandse Zee cirkelen twee lagedrukgebieden hardnekkig rond. Op zich zijn ze niet erg diep, maar er zitten wel veel buien en windstoten bij. We wachten maar af. Terug naar boven
Santa Eulària
Dinsdag 20-05-2008
In de avond bel ik mijn jongste zoon Bas. Hij doet nu eindexamen HAVO. Vandaag Nederlands. Hoe is het gegaan? Goed, is het nuchtere antwoord. Morgen wiskunde. Via de SSB-radio vernemen we gisteravond dat J&B nog 118 mijl te gaan heeft naar Porto Santo bij Madeira en dat de Schoonheyt, die een dag achter hen voer, wegens zware wind en zeegang is teruggekeerd en nu in het Portugese Portimão ligt. Die hebben het niet leuk gehad! Vanmorgen horen we dat J&B nog maar 39 mijl moet en verwacht in de loop van de middag te arriveren. Berna van Rob Krijgsman Watersport meldt dat ze het type verwarmingselement voor onze boiler inderdaad nog hebben liggen. Ze zal het voor ons reserveren.
Ook wij zijn vertrokken, zoals je ziet. Vanmorgen zagen weer en wind er prima uit: zonnig en ZW Bf 3 - 4. We bellen het havenkantoor in Santa Eulària, 10 mijl verderop, of er plaats is. Dat weten ze nog niet, willen we om 13.00 uur nog eens bellen? We hebben geen zin om langer te wachten, we willen varen (Navigare necesse est) en vertrekken even voor elf uur. Relaxed zeilen we met ruime wind op de genua langs de kust van Ibiza naar het noorden. Zó relaxed dat ik een paar uur later me vergis in de kapen. Het is wat harder gaan waaien en we lopen lekker, ronden een kaap en zien opeens open zee erachter! Ik spurt naar de kaartentafel: we zijn al bij Cabo Roig en varen tussen die kaap en het eiland Tagomago door! In plaats van tussen Punto Arabi en het eiland Isla de Santa Eulària! Al soezend zijn we de haven voorbij gevaren. Het lijkt ook wel wat op elkaar. Enfin, tegen de wind in motoren we terug en ik bel het havenkantoor. Ze hebben een plek voor ons, wel van 15 meter dus wat duurder. Dat is trouwens schering en inslag, ze hebben nooit plekken voor onze maat (13 meter), die zijn altijd bezet. Het zij zo. De haven is overigens nog duurder dan die in Ibiza-stad. En dan moet je nog extra betalen voor het WiFi-netwerk. We komen terecht tussen twee strijkbouten, hoge motorboten )zie foto boven) Geeft wel lekker luwte. We doen boodschappen, slaan voor een paar dagen in en drinken een karaf sangria op een terras. Morgen hopen we over te steken naar Mallorca. Terug naar boven
Palma de Mallorca
Woensdag 21-05-2008
De zon is net op als ik even na zes uur wakker wordt. Ik controleer het oliepeil van de motor en vul wat koelwater bij. Om 7 uur varen we uit voor de oversteek naar Mallorca. De weinige wind is NNW Bf 1 - 2. We motoren door een passage tussen de kleine rotseilandjes door, die ik gisteren verkende. Het scheelt een mijltje of wat. De koers is voor de rest van de dag 60°. Bij het Isla Tagomago trekt de wind aan tot 14 - 18 knopen. Perst zich tussen de nauwe doorgang met de wal. We hijsen het grootzeil en rollen de genua uit en het scheepje legt zich verrukkelijk op een oor en zeilt vlijtig langs de oostzijde van Tagomago. De hoge zuidwestwand, nog in de schaduw, heeft donker gapende grotten. We laten Ibiza en het kleine Tagomago achter ons (zie foto hier) Na anderhalf uur is het over met de wind.. De zee blakt af. Uren verstrijken. Om kwart voor tien ziet Ans al eerste de bergen van Mallorca in de wazige verte. De wind trekt weer wat aan en de genua kan erbij. Zo motorzeilen we uren over de traag deinende, diepblauwe zee. Ans leest, ik peins voor me uit. Zelden heb ik zin om te lezen tijdens het varen, in peinzen des te meer. "The view from the centre of the universe", ik weet inmiddels wat Primack en Abrams bedoelen. Het universum heeft immers geen centrum, maar ze bedoelen het centrum van het zichtbare universum. Dat zijn wij zelf, maar voor iedere andere waarnemer is dat een ander centrum. Het universum heeft geen centrum en de oerknal was geen puntexplosie in de leegte voor het ontstaan van ruimte en tijd, zoals ik vroeger dacht. Ik las het al eerder in andere boeken, maar het dringt kennelijk langzaam tot me door hoe enorm de revolutie is die in natuurwetenschap en kosmologie gaande is: de oerknal was overal! Daar kun je wel een tijdje over peinzen. Om over de raadselen van donkere materie en donkere energie nog maar te zwijgen.
Enfin, verder gebeurt er niet veel. We vertoeven deze reis graag op het voordek (zie foto hier) Zeeleven zien we niet. Rond half vijf ronden we Punta de Cala Figuera en varen de grote baai van Palma binnen. Er staan wat warrige kruiszeeën. Palma heeft maar liefst 10 jachthavens. Wij kiezen die van de Real Club Náutico uit, omdat die het verst achterin en het dichtst bij het oude stadscentrum ligt. Gedienstige marinero´s helpen ons aanleggen aan de wachtsteiger. Gelukkig is er een mooie plaats aan een nieuwe drijvende steiger aan de westkant. Er liggen alleen maar zeiljachten en geen strijkbouten. We hebben een mooi vrij uitzicht over de haven en genieten een welverdiend glas wijn. De haven lang niet zo duur als die van gister en heeft ook nog een gratis draadloos WiFi-netwerk.
Er zijn berichten van mijn dochter Floor en van site-lezer Kees Oskam, dat na de invoering van versie 7.02 onze website gedeeltelijk zwart wordt weergegeven. Zwager Cees, die ik bel, meldt dat dat alleen bij de browser van Firefox is. Bij Windows Explorer 6 en 7 is er geen probleem. Ik zal het wel aan Maakum doorgeven. Mijn jongste zoon Bas heeft zijn HAVO-examens in Wiskunde (gisteren) en Engels (vandaag) voor zijn gevoel goed gemaakt. Morgen heeft hij vrij, vrijdag volgt Natuurkunde. Wij - op onze beurt - gaan op tijd naar bed. Terug naar boven
Palma de Mallorca (2)
Donderdag 22-05-2008
Ook gisteravond is J&B, inmiddels in Porto Santo aangekomen, niet te verstaan. Een hoop ruis waarin de stem van Jan vaag hoorbaar maar onverstaanbaar is. Ans zet een zelfbedacht recept op tafel, waarover we beiden erg enthousiast zijn: een kip-lychee schotel. Binnenkort zullen we het recept op de website zetten.
Het is vanmorgen bewolkt en rond negen uur valt er zelfs een regenbui. Het is al gauw weer droog en later trekt alle bewolking weg en is de hemel volledig blauw. Ik ga eens bij de Audax Shipyard informeren wat het kost om de boot op de kant te zetten en het onderwaterschip een beurt te geven (afspuiten, nieuwe laag antifouling, anodes vervangen en de Max-Prop schroef servicen) het bedrag valt me niet tegen maar het kan pas in de laatste week van juni. Vooralsnog vinden we het niks om zó lang op en om Mallorca te blijven hangen. En het hoeft ook niet persé nu al. Bij de chandlery vind ik een mooie, inklapbare loopplank voor een redelijke prijs. Een handige loopplank is een must in de Med, waar je doorgaans met de achterzijde op een meter afstand tegen een kade ligt. Onze houten plank voldoet niet echt, want hij schuift te gemakkelijk weg en is doorgaans iets te kort. Ik orienteer me bij een hoop andere boten over hoe ze hun loopplanken aan de spiegel hebben vastgemaakt. Bij een zusterschip (er liggen hier een vijftal 43DS´en) zie ik het Ei van Columbus. Die heeft de plank met een opzetstuk, waar de draaipen invalt, vastgemaakt aan de verstelbare klepzitting van de doorgang naar het zwemplatform. Het klinkt wat ingewikkeld, maar als ik het af heb laat ik er wel een foto van zien. Alleen dat opzetstuk, dat moeten ze bestelllen. Ze denken dat het er maandag of dinsdag is.
We verkennen de rest van de dag een deel van de oude binnenstad van Palma. Behalve de vele straatjes en steegjes (foto hier), vol met donkere restaurants en bars, zijn er brede avenues en winkelstraten, een schitterende kathedraal en vooral het Plaza Major. Een schitterend plein, omzoomd door strenge hoge gevels en vol met mensen en terrassen. Zeer gezellig. We lunchen er met tapas variadas en een glas witte wijn (zie foto boven en hier) en brengen er uren door onder een luifel die de nodige schaduw geeft, kijkend naar de potsenmakers en de toeristen en luisterend naar de straatmuzikanten. De stad heeft vele indrukwekkende gebouwen, onder andere dat van het regioparlement dat juist zijn 25e verjaardag viert, en tal van prachtige panden in Jugendstil en Art Déco-stijl. Zie foto hier. Op de terugweg ontdekken we dat er in de zuidwestelijke stadswal, vlak bij onze haven, een museum voor moderne kunst is. Daar gaan we deze dagen eens kijken.
Terug in de haven merken dat het knap hard waait. Onze steiger ligt nogal in de deining, die de haven inloopt. Gelukkig liggen we aan de luwe kant, maar Dulce spring aardig op en neer. We leggen een extra verende lijn aan de windkant en trkken de mooringlijn met een lijn op de electrische lier wat verder aan. Een Zweeds jacht moet aan de winkant afmeren. Dat is een moeilijke manoeuvre. De wind grijpt de kop van het schip en jaagt hem nét niet met zijn anker in de flank van een buurman. Met zijn allen krijgen we het schip op zijn plaats, maar de schipper moppert dat hij al jaren in de Med vaart en nog nooit zo´n moeilijke plek heeft gekregen. In de e-mailbox is een bericht van Fons (van Jachtwerf Numansdorp) dat de waterzak inderdaad via de overloopleiding naar de ankerbun is verbonden met die van de grote tank in de bilge. Juist! We moeten dus gewoon opletten bij het vullen. De lekkage van de waterzak kan ik misschien tot staan brengen door de aansluitringen wat verder aan te draaien" met het witte tangentje, dat op een schaartje lijkt met twee puntjes" Opnieuw: juist! Ik herinner me dat tangetje en we hebben het zeker bij ons, maar waar? Enfin, tijd genoeg om te zoeken. Ook ontvangen we per e-mail een prachtige foto van Ans´ jongste kleinkind Liam. Die moet je zien! Klik hier. Een kwartier later krijg ik mijn oud-collega Joep van den Blink onverwacht en per abuis aan de telefoon. Hij is net zo verbaasd als ik, want hij lag te slapen met zijn mobieltje in zijn zak en toen ging hij erop liggen enzovoorts. Leuk om elkaar na bijna een jaar weer eens te spreken! Terug naar boven
Palma de Mallorca (3)
Vrijdag 23-05-2008
Gisteravond heb ik redelijk SSB-contact met J&B op Porto Santo bij Madeira. Toch een respectabele afstand om te overbruggen. Ongeveer 800 mijl hemelsbreed,schat ik. Radiocommunicatie wordt niettemin snel ingehaald. Internet, e-mail en satelliettelefoon hebben de toekomst, ook op open zee.
Op de site van NRC/Handelsblad lees ik dat twee Nederlandse wetenschappers (Rob de Meijer en Wim van Westrenen) een opzienbarende en gedurfde hypothese hebben ontwikkeld, dat aan de buitenkant van de aardkern op 3000 meter diepte een natuurlijke kernreactor verscholen ligt, die duizend keer krachtiger is dan de grootste kerncentrale (lees hier). Dat zie je op het plaatje hiernaast. Ze denken dat een explosieve kernreactie in zo´n natuurlijke reactor 4,5 miljard jaar geleden heeft geleid tot het ontstaan van de maan. (Tot dusver was de meest gangbare hypothese dat de inslag van een grote asteroïde op aarde de maan deed onstaan) Zoals het betaamt in de wetenschap hebben de beide wetenschappers aangegeven hoe het bestaan van een natuurlijke kernreactor op de rand van aardkern en aardmantel bewezen kan worden, namelijk al door een speciale detector de anti-neutrino´s gemeten kunnen worden die bij de inwendige kernreactie vrijkomen. En wij ons maar druk maken over de opslag van radio-actief afval van kerncentrales diep onder de grond! Maar je mag zaken niet door elkaar halen.
Vandaag blijven we op de boot. ´s Ochtends repareer ik het lampje in de navigatiehoek en ben ik bezig met het herstellen op de website van tientallen hyperlinks in de logboeken naar foto´s in de albums. Een saai werkje. Na twee uur heb ik er genoeg van. Het is mooi weer, soms met wat hoge sluierbewolking die kan duiden op een weeromslag. Volgens de kaartjes zou het weekend een koufront passeren met wat regen. We vouwen de bimini op en nestelen ons in de kuip in de zon met boeken. In de haven is het erg druk met af- en aanvarende jachten, vooral Spaanse en Duitse. Misschien is er een wedstrijd dit weekend, want ze groeperen zich allemaal bijeen in een hoek van de marina. Mijn zoon Bas had vandaag natuurkunde-examen; hij denkt dat hij het er goed van afbracht. Terug naar boven
Palma de Mallorca (4)
Zaterdag 24-05-2008
De plannen om er vandaag weer op uit te trekken gaan niet door. Het regent al de hele dag. De regering van Spanje is er blij mee want de spaarbekkens voor drinkwater zijn ver onder het noodzakelijke niveau gezakt. Vooral in Catalonië werd gevreesd voor grote problemen. Het gaat vier dagen regenen, juichen de kranten. Die vreugde begrijpen we best, maar het wordt dus een weekend binnenzitten. En klussen! De laatste dagen ben ik niet tevreden over de kwaliteit van de radioontvangst. Zou de actieve antenne van Renaud weer het probleem zijn? De vorige keer - we waren pas in Boulogne-sur-Mer - lag het aan een slechte verbinding in de coaxkabel bij de mastdoorvoer. Op de midden- en lange golf is er nauwelijks tot geen ontvangst. Zou de Furuno weerkaartenontvanger iets ontvangen? Een tijdlang probeer ik hem, maar nop. Ook de TV-ontvangst is slecht. Maar de Navtex doet het wel... Al die toestellen zitten vast aan een antenneversterker achter het instrumentenpaneel. Vandaar loopt de coaxkabel naar de mastvoet en dan door de mast naar de antenne bovenop. Eerst controleer ik de verbinding achter het plafond bij de mastvoet: niks aan de hand. Dan gaat het hele instrumentenpaneel los. Het lampje dat ik gisteren repareerde dondert naar beneden. Er is echter niks dat losligt en het rode verklikkerlampje brandt. Pauze voor reflectie. Ik blader wat door internetsites over actieve antennes, tot ik ergens lees dat ze gemakkelijk last hebben van storing door bronnen in de omgeving. Dat kan in een haven met meer dan duizend boten al gauw het geval zijn! Dus dit probleem laat ik rusten tot we ergens liggen met minder storingsbronnen. (Toch raar dat de Navtex het hier wél doet) Tot slot bevestig ik het lampje opnieuw en veel steviger dan gisteren.
Er is behoefte aan succes. Daarom besluit ik nu eens serieus aan het werk te gaan met de SSB-radio om via SailMail grib-files (kaartjes met gedetailleerde windprognoses) te ontvangen en e-mail te versturen en te krijgen. Dat heb ik tot dusver laten liggen, omdat er eigenlijk overal wel Internet is. Niettemin, op volle zee wil je het ook kunnen. De SailMail-organisatie heeft walstations over de hele wereld (zie kaartje hierboven) waar je over de SSB-radio je e-mail en je aanvragen voor grib-files heen kunt sturen. En ontvangen. Het dichtstbijzijnde station voor ons is in België, in Brugge. Uren ben ik er genoeglijk mee bezig. De regent dreint de hele dag op het dak van de kajuit en loopt in stralen langs de ramen. Buiten is het grijs en grauw, maar binnen worden ontdekkingen gedaan. Op zeker moment kom ik erachter dat je je geografische positie in moet voeren om een handig overzicht te krijgen van de effectiviteit van de propagatie, dat is de voortplanting van de radiogolven in de aardatmosfeer, voor de diverse frequenties van het walstation. Zo kun je de meest geschikte frequentie kiezen. Daarna gaat het van een leien dakje. Ik verstuur en ontvang wat testberichten en laat vol trots Ans het eerste grib-file zien.
Lord Byron kent ook een kunstje. Hij is de hele dag al bedrukt en timide. Hij is liever buiten in de zon, maar die is er niet. Daarom krijgt hij een koekje. Hij pikt er een stukje af en hipt ermee naar zijn waterbakje, sopt het erin en slaat het achterover! Waar zou hij dat geleerd hebben? Of is het aangeboren?
Op Internet zie ik dat de Corot-satelliet, die aardachtige planeten moet opsporen, na ruim 500 dagen er pas vier heeft gevonden. Ik werk het stukje over Corot in de rubriek Beschouwingen even bij (klik hier)
We zouden vanavond samen uit eten gaan, maar dat is nu ook minder aanttrekkelijk. Dus stellen we het uit tot morgen en eten straks aan boord. Terug naar boven
Palma de Mallorca (5)
Zondag 25-05-2008
Gisteravond kijken we naar een prachtige film uit 1965 (op DVD): "De Vuurpaarden" van Sergej Paradzjanov (1924 - 1990) In het Engels heet hij "In the shadow of forgotten ancestors". Het is de film waarmee hij internationaal doorbrak. Daar heeft hij helaas weinig plezier van gehad. Zoals zoveel kunstenaars in die tijd werd hij gehinderd en gemaltraiteerd door het Sovjet-bewind. De film strookte niet met het door de overheid voorgeschreven socialistisch-realisme, integendeel, het is een wilde film vol angst, religie en bijgeloof. In de jaren zeventig werd Paradzjanov voor vier jaar in een werkkamp gestopt en daarna mocht hij geen films meer maken. Paradzjanov is daar niet meer bovenop gekomen. Tijdens de dooi in de jaren ´80 kon hij nog één film maken, "De legende van het fort Soeram", die meermaals bekroond werd. De film "Sayat Nova" van eind jaren ´60 wordt als zijn meesterwerk beschouwd. Die werd door de sovjet-autoriteiten verboden en later in een herziene montage uitgebracht. Ik weet niet of het origineel ergens verkrijgbaar is.
"De vuurpaarden" zag ik ooit in 1966 in Utrecht, tijdens een Russisch filmfestival in de Studio-bioscoop op de Oudegracht. De film maakte een grote indruk op me en ik ben hem nooit vergeten. Toen hij vorig jaar te koop was bij Moskwood Video heb ik hem meteen besteld. Men omschrijft de film wel als de Romeo & Julia van de Karpaten. Het verhaal speelt zich af bij het Hutsul-volk, dat ergens ver weg in de Oekraïne leeft. De beelden zitten vol dreiging en heftige symboliek, als je die eens gezien hebt dan vergeet je ze niet meer. Aanbevolen!
Vandaag lijkt het wel herfst. Eerst nog niet, vanochtend regent het weliswaar, maar als het na een paar uur wat opklaart lopen we door de oude stad naar het Plaza Espanya, waar we koffie drinken op een overdekt terras (foto hier) Op dit plein is het treinstation van een wereldberoemd spoortraject: de Ferrocarril de Sóller uit het begin van de 20e eeuw (1912) De lijn loopt van Palma door het ruige, spectaculaire gebergte van de Serra de Tramuntana naar de oude stad Sóller aan noordwestkant van Mallorca. We vragen een dienstregeling. Eén dezer dagen, als de zon weer schijnt, willen we dat treinreisje graag eens maken. Daarna zwerven we een paar uur door de oude stad. Er heerst de stilte van een zondagmiddag, als je wat uit de buurt van de grote kathedraal bent. Helaas, het gaat steeds harder regenen en waaien. Het voorspelde koufront trekt over en daarna waait er een koude noordenwind. Over de stadswallen lopen we in de regen naar de enorme kathedraal (zie foto boven), drinken een High Tea op een terras bij één van de vele musea (die overigens vandaag allemaal gesloten zijn) om weer warm te worden. Als we bij de boot komen, zien we dat de harde noordenwind hem bijna met de kont tegen de steiger waait. Met moeite lukt het om - met de motor bij! - de mooringlijn verder in te korten en de boot verder van de steiger te trekken. Voor de zekerheid bevestig ik de lijn op de voorplecht aan twee bolders. Die hebben veel te verduren en zo verdeel je de krachten. En stel dat er één losschiet, dan heb je altijd nog de andere. Vanavond willen we toch maar ergens in de oude stad uit eten gaan.
Aan onze steiger ligt een groot zeiljacht te koop uit Amsterdam. Een futuristisch ogend schip van bijna twintig meter met de intrigerende naam "Prana". Mijn geheugen zegt me dat het de boot is van Eckart Wintzen, de Nederlandse guru-ondernemer en oprichter van succesvolle bedrijven zoals BSO/Origin, die een paar maanden geleden plotseling overleed op 68-jarige leeftijd. We lagen toen in Ceuta, de Spaanse enclave in Marokko en ik wijdde nog een paar woorden aan hem in dit logboek. Op de website van de dure makelaar Merrill Stevens zie ik dat de vraagprijs € 1.395.000 is. Ik kan echter nergens een bevestiging ervan vinden dat deze boot van Wintzen was, dus ik weet het niet zeker. Terug naar boven
Palma de Mallorca (6)
Maandag 26-05-2008
Gisteravond hadden we zó´n gouden avond met zijn tweeën. Lekker gegeten in een gezellig Italiaans restaurant in de oude stad van Palma. We besluiten geen last te hebben van een groep luidruchtige, dronken Engelse vrouwen iets onder middelbare leeftijd. We nemen samen een afzakker met koffie in een kleine bar (zie foto hiernaast) Om de een of de andere reden raken we nooit uitgepraat. Zijn er ook rare freaks en nachtbrakers in de kroeg? Jazeker, maar we zijn zo lekker aan de praat dat we er geen oog voor hebben en zij niet voor ons. Daarom beleven we niks. Met een lichte slingergang lopen we naar de haven. Overal om ons heen zien we bliksemschichten, voornamelijk horizontale, dus tussen wolkengroepen. Halverwege vallen de eerste vette druppels. We zijn net op tijd binnen voor de hoosbui.
Vandaag is het een wisselende dag, veelal bewolkt maar geen regen. De weerkaartjes tonen ook voor de komende dagen weinig verbetering. Normaal gesproken ontstaat er een hogedrukgebied boven het westelijk bekken van de Middellandse Zee, maar dat is nog steeds niet het geval. Voortdurend heersen er relatief lage drukken, waardoor oceaandepressies steeds opnieuw tot het bekken kunnen doordringen. Dus klussen we. Allereerst moet de boot schoongespoten en geborsteld. De regen van de laatste dagen heeft opnieuw een dikke, hardnekkige laag rood Sahara-zand achtergelaten. Die moet je tijdig verwijderen anders koekt het vast. Daarna ontdek ik bij een check dat de knop van de pomp tussen de dieseldagtank en de dieselhoofdtank op "uit" staat. Waarschijnlijk per ongeluk omgezet. Als ik de Bep-niveaumeter aanzet klinkt gelijk het waarschuwingssignaal en blijkt dat de dagtank geheel leeg is! Dat was een leuke verrassing geweest bij het uitvaren. Ik zet hem op "manual" en pomp urenlang de dagtank vol uit de hoofdtank. Voor we uitvaren moeten we die dus voltanken. Enfin, hierdoor geïnspireerd repareer ik eindelijk het tweede lampje in de kombuis. Ik verleng vervolgens het abonnement op mijn virusscanner voor een jaar en daarna dut ik wat weg op een kuipbank tot er naast ons een motor-catamaran gaat aanmeren en erin slaagt de mooringlijn in de schroef te krijgen. Wakker geschrokken constateer ik dat er genoeg hulp is en dat ik niks hoef te doen. Het loopt tegen vijf en ik fiets naar de watersportwinkel waar mijn bestelde bevestingsklamp voor de nieuwe loopplank is aangekomen. Mooi zo! Met de hele handel op het fietsje gehesen - dubbele inklapbare aluminium plank van 2 meter lengte, reling, stelklamp voor het achterschip, lijnen, schroeven, moeren, plaatjes en hijsdriehoek - loop ik terug. Wat een heerlijke klus! Om zeven uur is alles klaar en vraag ik Ans om de loopplank officieel te openen. Morgen zal ik een foto van de plank laten zien. We eten Nassi aan boord. Terug naar boven
Palma de Mallorca (7)
Dinsdag 27-05-2008
Gisteravond een flink onweer. Vannacht vallen er vette buien. Dat betekent vanmorgen opnieuw een laag rood Sahara-zand van de boot spuiten. Het is een wisselvallige dag, perioden met zon en dan weer enorme, donkere wolkengevaarten. We doen op de fiets boodschappen in een overdekte mercado in de volksbuurt westelijk van de oude stad. We hebben weinig lust de stad in te gaan of iets anders te ondernemen en blijven aan boord om te lezen.
Hiernaast een foto van de nieuwe loopplank. Hier vind je nog een foto. Hij zit met een stevige, ronde pen vast in een buis, die je in verschillende standen kunt vastzetten al naar gelang de hoogte van de steiger. De buis zit op een RVS-plaat die ik heb vastgeschroefd aan de verstelbare doorstap/zitplek (op de foto boven is dat rechts), die twee standen heeft. Op de bodem als vloertje van de doorstapopening naar de kuip, in de hoogte als zitplek om de doorstapopening af te sluiten. Zo heb ik ook daarmee twee niveaus aan de bootzijde, die je kunt gebruiken afhankelijk van de steigerhoogte. De fixatie is in beide situaties nog een punt. In de lage stand gebruik ik twee wigjes om de doorstap goed te fixeren en dat werkt prima. Voor de hoge stand moet ik nog iets bedenken. Waarom heb ik de plank niet elders aan de achterplecht vastgemaakt? Ik vond dit mooier en praktischer, je loopt zo de kuip in en uit zonder te hoeven klauteren en je kunt je aan iedere steigerhoogte aanpassen.
Met genoegen lees ik het nieuws over de succesvolle landing van NASA´s marssonde Phoenix aan de rand van de noordelijke ijskap op de planeet Mars. Mars is één van de lokaties in ons zonnestelsel waar een substantiële kans op het vinden van buitenaards microbieel (vroeger) leven bestaat. De andere beloftevolle lokaties zijn de manen Europa (van Jupiter) en Titan (van Saturnus) Mars is nu een waarschijnlijk volledig steriele wereld, zonder enige vorm van leven. Maar enige miljarden jaren geleden was dat anders. Mars had een rijke atmosfeer en grote hoeveelheden water in de vorm van meren en oceanen. De planeet leek toen sterk op de aarde en sommigen beweren dat Mars méér kans bood aan het ontstaan van primitief leven dan de aarde in dezelfde periode. Veel geleerden denken dat leven overal in het universum ontstaat, als de voorwaarden aanwezig zijn (lees hier) Het is zelfs denkbaar dat het aardse leven van Mars is gekomen via meteorieten, losgeslagen door inslagen van kometen op Mars, die op aarde terechtkwamen. Het is bewezen dat bacterieën een ruimtereis kunnen overleven. Door zijn veel kleinere massa heeft Mars zijn rijke atmosfeer niet kunnen vasthouden en is het een levenloze woestenij van stof en gesteente geworden. Maar in die gesteenten kunnen fossielen van vroeger leven bewaard zijn gebleven. Met behulp van eerdere satellieten is vastgesteld dat er een wereldwijde ijslaag onder de bodem van Mars zit. De polen zijn bedekt met ijskappen van water- en kooldioxide-ijs. De Phoenix staat nu aan de rand van zo´n kap, die ieder jaar in de Marslente smelt. Verdampt het smeltwater meteen of vormt het meertjes, waar mogelijk bacterieën in leven? Als na een aantal maanden de Marswinter invalt, zal de sonde onder het ijs begraven worden en voorgoed stilvallen. De zonnepanelen vangen geen licht meer en de instrumenten vriezen stuk bij temperaturen van meer dan honderd graden onder nul. Zullen we dan bewijzen van leven op Mars gevonden hebben? In elk geval zullen NASA en de Europese ESA in de komende jaren meer missies naar Mars sturen. Terug naar boven
Palma de Mallorca (8)
Woensdag 28-05-2008
Vannacht liggen we erg te schommelen op een zuidwestelijke golfslag, die de haven inloopt. We slapen daardoor slecht. Vandaag is het opnieuw bewolkt met een enkele regenspat. Om negen uur lopen we door de oude stad naar het station. Onderweg vragen we bij een opticien of hij mijn brilmontuur kan maken. Na enig onderzoek zegt hij dat hij het niet aandurft. We vragen een andere opticien verderop. Die durft het ook niet maar hij heeft wel een montuur waar mijn glazen in passen. Opgelost. Net op tijd halen we om tien voor elf het smalspoortreintje naar Sóller, dwars door de Serra de Tramuntana, de hoge bergrug langs de hele westkant van Mallorca. Dat is wel een mooie belevenis met een hoog Märklin-gehalte. De opbouw van de simpele wagons is volledig van hout (foto hier) Ze zijn gebouwd in 1929, hetzelfde jaar waarin de firma Siemens het spoortje heeft geëlectrificeerd. De rugleuningen kunnen eenvoudig worden omgeklapt, zodat iedereen altijd vooruit kan reizen. Het spoor leidt eerst door de straten van Palma en door de onaanzienlijke buitenwijken van de stad. Wat een rommel en wat een rotzooi aan de rand van deze prachtige stad! Na een paar kilometer wordt het beeld beheerst door de olijfboomgaarden van de kustvlakte. De trein schommelt in een aangename cadans, begeleid door het soort slaapverwekkend rhytmisch bonken, dat tot de oergeluiden van onze generatie hoort (die nog in de zogenaamde Groene Engel van de vroegere NS heeft gereisd) Na de halte Bunyola begint het traject te stijgen. De snelheid neemt af. Links en rechts drommen hoge rotskliffen op het spoortje toe. Opeens is het donker: een nauwe tunnel van liefst drie kilometer. De aandoenlijke plafonières zetten de coupé in een zachtrood licht, dat je doet wegmijmeren naar vervlogen tijden, toen het electrisch licht nog een nieuwigheid was in een trein. Bijna een reis terug in de tijd. Dan is het opeens weer licht en rechts van ons ligt in de diepte, in een prachtig beschut komdal, de oude stad Sóller. Zó mooi, dat je niet aandurft er een foto van te maken. Dat wordt toch niks. Neem zelf maar een keer die trein. We dalen in grote bochten en door veel korte en lange tunnels af. Overal op de rotsplateautjes langs de lijn staan citroenen-, sinaasappel- en mandarijnenboompjes.
Het stationnetje in Sóller is ook al mooi, met hier en daar elementen uit de Jugendstil. We drinken koffie op een terrasje. Dit is een omgeving waar veel kunstenaars woonden. Niet ver hiervandaan, in het dorpje Deià. heeft de Engelse dichter Robert Graves gewoond, de schepper van ondermeer "I, Claudius", stof voor de gelijknamige TV-serie in de jaren ´80 met Derek Jacobi in de onvergetelijke hoofdrol. Zonder enige twijfel heeft Graves meerdere malen met het smalspoortreintje gereisd. In een dorp iets verderop, Valldemossa, brachten George Sand en Fréderic Chopin, geteisterd door een chronische longkwaal, een ongelukkige winter door in 1838/39. Toch schreef Chopin hier een aantal van zijn mooiste werken, zoals vooral het derde Scherzo met de gekwelde proporties van een roman van Dostojevski. Helaas is er geen tijd om naar dat dorpje toe te gaan, misschien later als we weer een keer een auto huren. Wel bezoeken we de permanente tentoonstelling van schilderijen van Joan Miró, direct naast het stationnetje. Hij woonde op Mallorca van 1956 tot zijn dood in 1983. Er is veel werk uit 1981, onder andere een prachtige serie met de naam Archipelago Sauvage. Ik zou er absoluut één van willen hebben, maar ja, onbetaalbaar, niet eens te koop en we hebben trouwens geen plek aan boord om het op te hangen. Verder dus, met een fraai trammetje door het centrumpje van Sóller naar beneden, piepend en kreunend in de bochten, naar de mooie, beschutte havenkom: Porto de Sóller. Er liggen twee jachten voor anker. We lopen naar de kleine haven en vragen bij de havenmeester of het druk is. Nee, er is plek genoeg. Dit is de enige haven aan de westkust, de meeste boten varen langs de oostkust van Mallorca, waar meer havens en ankerbaaien zijn. Hij geeft ons een kaartje en de URL van een website, waarop je on-line kunt reserveren. Langs de knusse havenkom is het gebruikelijke areaal van winkeltjes en restauranten. Ans koopt een zonnehoedje en een fraaie sjaal (foto boven en hier) en later elegante sandaaltjes. Om drie uur gaan we met het trammetje terug omhoog naar Sóller. Op het pleintje voor de kerk van San Bartolomeo genieten we een late lunch van gebakken inktvisringetjes (Ans) en een paella van zwarte rijst (ik) met een, nee twee glazen witte wijn (foto hier) Om half zes blijkt er een extra treintje te zijn ingezet terug naar Palma. Daardoor kunnen we bijna meteen weg. Onderweg maak ik nog een foto, zie hier. Om half zeven zijn we terug in Palma, een taxi brengt ons naar de haven. Bij de receptie van de RCNP vraag ik of de pilots al zijn aangekomen, die zwager Cees heeft opgestuurd. Helaas, nog niets. Bij onze terugkeer aan boord zwijgt Lord Byron in alle toonaarden. Vermoedelijk met de smoor in omdat hij de hele dag alleen was. Terug naar boven
Palma de Mallorca (9)
Donderdag 29-05-2008
Vannacht weer regen maar niet erg lang. Vanmorgen schijnt de zon. We strekken ons na het ontbijt uit in de kuip en hangen Lord Byron in zijn kooi lekker buiten. Vindt hij leuk, hij fluit heel zijn repertoire vol overtuiging. Anderhalf uur uur later waaien we zowat uit onze minimale kledij. Zuidwest 5 tot 6 in de haven. Bij het havenkantoor vertellen ze met spijt dat onze pilots voor Corsica en Sardinië nog niet zijn aangekomen (op vrijdag 23 mei door zwager Cees gepost) Na de middag helpen we een mooie Puffin 42 naast ons aanleggen. Hollanders. Nout Goverse en Jolanda Reinink uit Middelburg met hun Atlantis. Vertrekkers sedert 2001. Vergeleken met hen zijn wij groentjes. Later komen ze bij ons op de borrel (zie foto boven) Vol ontzag horen we hun verhalen. Al bijna 7 jaar onderweg. Net als wij geen huis meer. Via Schotland en de westkust van Ierland, Spanje, Portugal, Madeira, de Canarische eilanden naar de Kaapverdische eilanden. De Atlantic overgestoken met enige tegenslag (laatste week storm en 2 kapotte accu´s) en jaren doorgebracht in de Caribean. Waar zijn ze niet geweest? Ze voeren de Intercoastal Waterway omhoog langs de Amerikaanse Oostkust naar Maine en Canada, waren op het barre Newfoundland, voeren de Hudson op en bezochten de Grote Binnenmeren, zakten weer af en waren op Cuba, op Haïti (Nout herstelde van malaria), in de Dominicaanse Republiek, in Venezuela en wat nog meer. Daar kunnen ze uren over vertellen. We hangen aan hun lippen. Toch is niet alles leuk. Ze zijn alle gedonder met onveilige havens, met corrupte ambtenaren, met opdringerige boat-boys zat en zagen op tegen nóg een Atlantische oversteek naar Europa. Ze zetten hun schip in Fort Lauderdale op een vrachtschip dat gisteren hier arriveerde en hun boot weer in het water liet zakken. Ze waren hier al drie weken eerder en leefden in een goedkoop hotel. Nu gaan ze op hun gemak verder toeren in de Middellandse Zee. Wat wij deden valt erbij in het niet. Al bijna zeven jaar zwervers. Maar ja, wij beginnen net. Pas bijna een jaar weg. Maar - zeggen we tegen elkaar - wat vliegt de tijd snel voorbij.
Om elf uur breng ik de lege flessen weg, keurig naar de glasbak. Het is helder en bijna windstil. Een steiger verder naar rechts ligt een groot motorjacht, een uit zijn vormen gegroeid strijkijzer, met de naam "Heaven can wait III". Een bord vermeldt dat het te koop staat. Met zo´n naam...? Terug naar boven
Palma de Mallorca (10)
Vrijdag 30-05-2008
Een zonnige dag. In de middag bezoeken we het Es Baluard, het museum voor moderne en hedendaagse kunst, dat vlakbij de haven is gebouwd op de oude stadsmuren. Op het pleintje voor het museum is een parkeerplaats bezet door een sculptuur van een kerk, die op zijn kop met de torenspits in het plaveisel steekt. In de schaduw ervan heeft iemand zijn scooter geparkeerd (zie foto hier) Het museum zelf staat op een indrukwekkende plek met schitterende uitzichten over de haven (foto hier) Het is pas vier jaar geleden geopend. De hypermoderne architectuur is indrukwekkend. Lange zichtlijnen en rechte en schuine vlakken contrasteren fraai met de oude, zandstenen wallen. Zie foto hier. Op sommige plaatsen zijn openeningen in de museummuren waardoor je opeens heel dichtbij de eeuwenoude muren ziet. De collectie is duidelijk nog in opbouw. Er is ouder werk uit het einde van de 19e eeuw, veelal van Mallorcaanse kunstenaars en heel recent werk. Ik zie een schilderij van René Magritte dat ik niet kende, "La séduction" uit 1942. Natuurlijk is er een hele zaal gewijd aan Joan Miró en een andere zaal aan keramiek van Pablo Picasso. We zijn vooral geboeid door een tijdelijke expositie in de kelders. Onder de titel "Light Messages" toont men een aantal kunstenaars die met lichteffecten werken. We zijn onder de indruk van het werk van Bernardí Roig, een kunstenaar uit Mallorca (geboren in 1965) die geobsedeerd is door thema´s rond dood en onsterfelijkheid. Een mooie installatie is die op de foto hierbij, met de titel "Reflexion Excercises" Een in smetteloos wit geklede figuur hangt aan twee vleeshaken, een kubus om zijn schedel, boven een beeldscherm, waar je in spiegelbeeld twee voetzolen ziet - alsof er aan de andere kant, de beeldkant, ook iemand hangt. Er klinkt vage, klaaglijke koormuziek. Zie ook de foto hier.
Voldaan keren we eind van de middag terug aan boord. De pilots zijn nog niet aangekomen op het havenkantoor. Aan boord liggen we wat te dommelen (foto hier) Opeens word ik weggeroepen door een marinero, die me vraagt naar het kantoor van de havenmeester te komen. Zouden de pilots zijn aangekomen? Nee, helaas, maar toch een leuk bericht: Jaap & Diana van Kiara zijn er en hebben gevraagd waar we liggen. Ze leggen juist even verderop aan onze steiger aan. Dus gaan we uitvoerig bijpraten bij de borrel. Terug naar boven
Palma de Mallorca (11)
Zaterdag 31-05-2008
We hebben een onrustige nacht. Twee plaatsen verderop ligt een motorjacht met luidruchtige Duitsers. Ze maken herrie, muziek en gelach, tot diep in de nacht. Om drie uur is het eindelijk stil tot er opeens weer kabaal is. De motor wordt gestart, een zwaar bonkende diesel. Ik ga aan dek en vraag of ze niet stil kunnen zijn, maar krijg een grote bek. Ze hebben lekkage in het schip en ik moet me er niet mee bemoeien. Fuck you!, wordt me nog toegevoegd. Een uur later draait de zware diesel nog altijd. Er komen twee marinero´s van de haven bij met een slang en een electrische pomp. Die wordt ingezet, er komt een straaltje water uit en de diesel gaat uit. Waar hadden ze die voor nodig? Stroom draaien voor hun eigen pomp? Ze hebben walstroom. Of gebruikten ze de koelwaterpomp van de motor om de bilge droog te pompen? Enfin, niemand aan de steiger heeft een oog dichtgedaan.
Vanmorgen vallen aarzelend een paar regenbuitjes. Daarna is het droog en klaart het op, maar de zon blijft gehuld in sluiers. Het is broeierig warm, mogelijk komt er nog onweer. Tot ieders genoegen vertrekt het Duitse motorjacht om een uur of elf. We luiereren en lezen in de kuip, ik bevestig de Canopii-WiFi-antenne weer aan dek. Dezer dagen zal ik hem weer eens proberen.
Ik ben begonnen aan de pil van Albert Vigoleis Thelen, "Het eiland van het tweede gezicht. Uit de toegepaste herinneringen van Vigoleis" uit 1981 (Nederlandse vertaling, 2004) Bijna 1000 bladzijden. Ans heeft het dapper helemaal uitgelezen en was tamelijk positief over het boek. Het eiland van het tweede gezicht is Mallorca, waar Thelen vanaf 1931 tot het uitbreken van de Spaanse Burgeroorlog in 1936 heeft gewoond. In die periode speelt ook zijn boek. Maarten ´t Hart prijst het aan als "het mooiste boek uit de twintigste eeuw" Vanavond gaan we in de stad eten met Jaap & Diana van de Kiara. Terug naar boven
Palma de Mallorca (12)
Zondag 01-06-2008
Met Jaap & Diana komen we gisteravond terecht in een kelderrestaurantje in de oude stad van Palma, Restaurante Bruselas (foto hiernaast) We hebben een vrolijke avond en drinken nog een mojito op een van de terrassen op de terugweg.
Juni begint met een regendag. We hangen rond in de kajuit en vervelen ons. Je wordt lamlendig van zo´n hele dag regen. Hoe lang is het weer al slecht op en rond het Iberisch schiereiland? De lectuur van Thelen kan me ook al niet bekoren. Het omslachtige, barokke taalgebruik, de vele uitweidingen, het boeit me vandaag niet. Ergert me zelfs. Als je een verhaal te vertellen hebt, doe dat dan gewoon rechttoe, rechtaan, zonder al die omhaal. Ik neus wat rond op Internet en in een boek van Jonathan Renshon over het concept van de preventieve oorlog, "Why Leaders Choose War" (Praeger, 2006) daarin analyseert hij een aantal voorbeelden, zoals de Suez-crisis in 1956, de Israëlische vernietiging van de Iraakse kernreactor in 1981, Amerikaanse preventieve oorlogsplanning in 1946 - 1954 en die van India tegen Pakistan in 1982 - 2002, plus uiteraard hét recente voorbeeld van de preventieve oorlog in 2003 tegen Irak. Boeiend genoeg, eigenlijk, maar deze dag wil niet slagen. Om vijf uur wordt het eindelijk droog en begint de zon door te breken. Ik ga opnieuw dat verdomde, rode Sahara-zand van de boot spuiten. Hopelijk zijn de pilots er morgen, dan gaan we maar eens verder langs de oostkust van Mallorca. Terug naar boven
Palma de Mallorca (13)
Maandag 02-06-2008
Na negen uur trekt vanmorgen de resterende bewolking helemaal weg. Het wordt een warme dag! We zwaaien Jaap & Diana uit, die richting Ibiza vertrekken waar ze met hun dochter en schoonzoon hebben afgesproken. Diana had gisteravond onze rafelige, nationale vlag nog op haar naaimachine hersteld.
Met ons boodschappenkarretje lopen we naar het Plaza Mayor. Onder het plein is een grote Eroski-supermarkt, waar we onze voorraden aanvullen. Daarna drinken we koffie op het Plaza en genieten van de capriolen van de acrobaten en potsenmakers. Wat is de wereld toch een stuk aangenamer als de zon weer schijnt! We slenteren door de oude binnenstad terug. Dwalen door die wirwar van smalle straten, haast kloven, de huizen zijn zo hoog dat ze elkaar bovenin bijna raken. Opnieuw zien we fraaie panden in Art-Deco en Jugendstil. Het directe zonlicht bereikt nooit de bodem van deze kronkelige kloven. Het is er waarschijnlijk zelfs ´s zomers nog redelijk koel. Op de boot bergen we onze leeftocht op. Ik fiets naar de receptie van de Club Náutico. De man achter de balie overhandigt me verheugd een briefje van de Correos, de Spaanse posterijen dat meldt dat de pilots uit Nederland zijn aangekomen en dat ik ze op het postkantoor kan afhalen. Geweldig! Zonder na te denken spurt ik op de fiets naar het centrale postkantoor in de binnenstad, waar ik een nummertje moet trekken om op mijn beurt te wachten en om vervolgens door de dame aan het loket te laten vertellen dat ik de boeken pas morgen kan ophalen. Tja, als ik het briefje even beter had gelezen... Per slot gaat het bij ons net zo, een pakje kan je pas de dag na de bestelronde ophalen. Niet getreurd, morgen kunnen we daarna in elk geval weg. Het inspireert me om meteen nog maar een klusje te doen: de olie verversen van de generator. Die heeft pas 13 uur gelopen, maar de handleiding zegt dat je het elk geval één keer per jaar moet doen. Het gaat vlot (zie foto boven)
Aan het eind van hun schitterende boek "The View from the Centre of the Universe" (London, 2006) getuigen de auteurs Joel Primack en Nancy Ellen Abrams van hun geloof in God (met een hoofdletter) Dat is uiteraard hun goed recht, maar ik had het niet verwacht en eigenlijk valt het me wat tegen van ze. Het boek zet op bewonderingswaardige wijze in een consistente lijn de hedendaagse stand van kosmologische inzichten uiteen, moeilijke concepten als "eeuwigdurende inflatie", een toestand die aan ons universum en aan talloze andere ten grondslag ligt en er altijd was, is en zijn zal, en dan komen er nogal plotseling - als een konijn uit de hoge hoed - zinnen als: "The more that people discover about the universe, the faster God keeps expanding" (p. 277) Neem me niet kwalijk, maar daar haak ik af. Niet omdat het onmogelijk zou zijn, maar omdat er geen aanwijzingen voor zijn. De beide auteurs hanteren zelf in hun boek keurig criteria van waarschijnlijkheid en "er zijn aanwijzingen voor", maar hier houden ze daar zomaar ineens mee op. Raar. Nogmaals, ik had het niet verwacht. Er zit in mijn ogen een volledige contradictio in terminis in: een serieuze wetenschapper kan niet tegelijk een gelovig christen zijn. En omgekeerd. Geloof en wetenschap zijn in mijn ogen volledig gescheiden werelden, die elkaar wederzijds uitsluiten. Bij gelegenheid kom ik hier nog zeker op terug. Terug naar boven
Porto Petro
Dinsdag 03-06-2008
Gisteravond krijg ik op de SSB-radio heel vaag nieuws over de Hexe, die op weg naar Madeira, worstelt met een visnet in de schroef. Schoonheyt is ongeveer 120 mijl van Porto Santo af en J&B is op weg naar de Azoren - als ik het goed versta - en is nog maar 65 mijl van Santa María. Voor ons vertrek vanmorgen uit Palma spring ik op de fiets en peddel met mijn briefje naar het postkantoor. Ik trek een volgnummertje en als ik aan de beurt ben, zegt de loketbeambte dat ik niet op het goede postkantoor ben. Ik moet naar het bureau op het Plaza do Progresso, en hij wijst op mijn briefje waarop dit kantoor onderstreept is. Enfin, mijn eigen stommiteit, gelukkig is het plein met het goede kantoor vlak bij de supermarkt, waar ik vers brood moet halen. De dame achter het loket overhandigt het pakket met de pilots alsof het een gift uit de hemel is.
Om tien uur nemen we afscheid van Nout & Jolanda van de Atlantis. We zien ze vast nog wel een keer. Buiten de havenhoofden zetten we zeil en daarna is het een kwestie van uren gerieflijk motorzeilen in het zonnetje op Zuid tot Zuidwest Bf 3 tot 4. We steken de grote baai van Palma over, ronden met wat meer wind Cabo Blanco en dan volgt de oversteek van de volgende grote baai, de Ensenada de la Rápita. In het noorden, boven het eiland, zien we een groot. dreigend onweercomplex. Bliksemschichten schieten horizontaal van de ene naar de andere donderwolk. Wij varen echter nog in de volle zon. In het zuidoosten zien we de donkergrijze, grillige vormen van Isla de Cabrera, een beschermd natuurgebied van rotseilanden aan de zuidoostpunt van Mallorca. Als je het wil bezoeken, moet je tevoren toestemming vragen bij het Spaanse ministerie van milieu. We hebben gedacht dat te doen, maar zagen ervan af omdat we al zolang in Palma moesten blijven en we graag voor begin Juli op Corsica willen zijn. De zon schijnt nog fel uit het zuiden als we de zuidoostpunt van Mallorca ronden, Punta Salinas, een schriele vuurtoren op een lage kaap (zie foto hier) Opeens is het niet meer meer dan dertig meter diep, de dieptemeter loopt op naar slechts 6 tot 7 meter. Voorzichtig rond ik de kaap toch maar wat ruimer. Het water is hier ongewoon lichtblauw. Je kunt de zandige bodem zien. Na de kaap varen langs steeds steilere kusten. Het onweer komt nu duidelijk onze kant op (zie foto´s boven en hier) De grote rolwolk torent allengs boven ons uit, maar nog steeds zitten we in de zon. Merkwaardig contrast. We nemen preventief de zeilen weg en al snel komt de zaak op ons af: enige horizontale bliksems, opeens veel wind van voor en dan enorme druppels en dan een hoosbui die de zee plat slaat (zie foto hier) Vlak voor ons uitzicht niet meer dan een meter of dertig is kijk ik nog snel rond, geen schip in de buurt, ik stuur voor de zekerheid schuin van de kust weg en zet de radar aan. Door de regenclutter is er weinig te zien. Maar het is allemaal na een minuut of tien voorbij. De bui trekt over zee weg en na een halfuur varen we weer in de volle zon alsof er niks gebeurd is. Zo naderen we de diepe, vertakte inham in de rotskust van Porto Petro. Op de rotsen aan bakboord bij de nauwe invaart staan een rood baken en een oude wachttoren. Daarachter liggen wat baaitjes met veel vrije meerboeien en een schilderachtig haventje waar nog net aan de kade één plek voor ons vrij is. We hangen Lord Byron in zijn kooi buiten, die overal om zich heen bedrijvige musjes rond ziet scharrelen en in een blij en hunkerend zingen uitbreekt. De mensen die langs lopen kijken verrast op. We blijven hier een dagje liggen hoewel het peperduur is. Terug naar boven
Porto Petro (2)
Woensdag 04-06-2008
Gisteravond wandelen we langs de kade het dorpje in. Het is er overal nog rustig. Op de terrassen zit - hoewel het acht uur geweest is - vrijwel niemand. het seizoen lijkt nog niet te zijn begonnen. Wat een contrast met de indruk die Leonard van Veldhoven hier een aantal jaren eerder opdeed! In deel 2 van zijn Scheepsjournaal van de Existence, "Van Andalusië naar Anatolië" (Elmar, 2005) noemt hij Porto Petro: "....deze luidruchtige, toeristische enclave...." (p. 39) Het was toen medio mei! We strijken neer op een terrasje aan de haven en proberen wat cocktails uit, een caipirinha en een daiquiri, want een mojito - onze favoriet - kunnen ze niet maken omdat ze geen muntblaadjes hebben. Het wordt een vrolijke proeverij.
Ook vandaag ademt alles rust in Porto Petro. De zon straalt de hele dag in de intens blauwe hemel. ´s Ochtends is het nog niet zo warm. Ik besluit het onderwaterschip eens aan een inspectie te onderwerpen. De watertemperatuur is nog geen 16°, dus ik trek mijn duikpak aan (zie bijgaande foto) Het zicht is goed. De schroef heeft aardig wat aangroei, de beide anodes zijn aangevreten maar onmiddelijke vervanging is nog niet nodig. De scheepshuid ziet er nog tamelijk glad uit. Verder zie ik dat er onder het roer maar een centimeter of vijftien ruimte is. Op de bodem liggen wat stenen. Eenmaal aan wal trek ik het achterschip een meter naar rechts, van de stenen weg naar dieper water, en fixeer het met een extra landvast.
De rest van de dag bestaat uit lezen en luieren in de schaduw van de bimini. Af en toe loopt er iemand langs, die we kunnen bekijken. Het is volledig windstil. Klik hier voor 2 foto´s. We ontwikkelen hier snel het echte Middellandse Zee-gevoel, dat bestaat uit een vaag verwonderd nietsdoen afgewisseld met periodes van vergetelheid in korte, maar o zo heerlijke dutjes. Enige aandrang tot het verrichten van iets verdwijnt. Ik had een beschouwing willen schrijven over kosmologie en religie (ahum), maar waarom zou ik eigenlijk? Terug naar boven
Porto Christo
Donderdag 05-06-2008
Gisteravond heb ik via de SSB-radio contact met J&B (ligt inderdaad op Santa Maria in de Azoren) en met Hexe. Allerd & Margot hebben het probleem met het visnet opgelost met de hulp van twee visserschepen en zijn op weg naar Porto Santo, waar ze vrijdag hopen aan te komen. Ook hoorde ik de Schoonheyt heel vaag in de ruis, die vandaag in Porto Santo moet aankomen. Ans heeft contact met haar jongste dochter Tessa, die proberen zal om volgende week met een vriendin naar Menorca te vliegen om een weekje met ons mee te varen.
Het is opnieuw een zonnige dag met wind en wolken. Op de weerkaartjes zie ik dat we tegen de avond en vannacht waarschijnlijk regen krijgen. We zeilen gerieflijk met een zuidenwind Bf 3 - 4 op de genua langs de kust van Mallorca naar het noordoosten (zie foto hier) Ruige rotswanden met donkere grotten erin wisselen af met mooie inhammen, cala´s geheten. Aan het eind is meestal een goudgeel zandstrand met bars en restaurantjes. Ze bieden doorgaans goed beschermde ankerplaatsen. In een aantal van die grotten hebben pre-historische mensen geleefd. Maar ook hier rukt de toeristen-industrie op. De hoge kustlijn en de intieme cala´s worden verpest door steeds meer hotels en wooncomplexen. Maar wat is er tegen te doen? Ergens moeten de massa´s uit noordelijker landen zich toch kunnen verpozen. De economie van deze eilanden is er volledig van afhankelijk. Het is geen nieuws dat de wereld overbevolkt en verre van ideaal is. Laatst las ik dat men veronderstelt dat er 50.000 jaar geleden maar 2000 mensen van onze soort leefden. Onvoorstelbaar dat we evolutionair gezien nog maar zo´n jonge soort zijn en er toch in geslaagd zijn het aanzien van de aarde in zo korte tijd volledig te veranderen.
Onderweg krijgt Ans via SMS bericht dat het Tessa gelukt is vliegtickets voor Menorca te bemachtigen. Volgende week woensdag arriveert ze met haar vriendin Annelies. We kunnen het samen prima met elkaar vinden aan boord, maar we zien er naar uit weer eens gezelschap te hebben. Na een mijl of zes varen we door een nauwe doorgang het ruime bassin van Porto Colom binnen. Eens zien hoe het daar is. De pilot van Graham Hutt zegt immers dat het "one of the most pleasant places is to visit in Mallorca" Het valt ons tegen. Port Colom is kaal, winderig en vol. We varen weer naar buiten en vervolgen onze tocht langs de kust tot we na twee uurtjes rustig zeilen de ook al nauwe, slingerende ingang van Porto Christo bereiken. Om de bocht ligt een charmant stadje langs de oevers van een riviertje, de Cap d´Estoy genaamd. Het is intussen geheel bewolkt geworden maar er valt (nog) geen regen. In het seizoen is het hier altijd vol, maar nu heeft de Club Náutico vrije plaatsen. Erg duur weliswaar (70 euro) maar met goede voorzieningen. Zelfs een zwembad. De publieke kade aan de overkant is goedkoper, maar daarvoor moet je tevoren reserveren en er is geen bewaking noch een hek. Terug naar boven
Porto Christo (2)
Vrijdag 06-06-2008
Inderdaad regent het vannacht. Ik lig in bed te luisteren en denk hoe gelukkig we eigenlijk samen zijn. Onderweg kwamen we nogal eens eenzame zeilers tegen, meestal mannen en een enkele keer een vrouw, hun partner overleden of thuisgebleven omdat de passie niet werd gedeeld door de wederhelft. Die dan toch hardnekkig proberen, op hun eentje of met tijdelijke opstappers, zoveel mogelijk van de oorspronkelijke droom te redden. Of die de moed opgaven, niet meer weggaan en soms jaren als zonderling in een haven blijven liggen. Het lijkt niet zonder risico om hardop te zeggen dat je gelukkig bent, mensen schromen vaak om zoiets openlijk te bekennen alsof je het lot tart en onheil over je kan afroepen. (Snel afkloppen op ongeverfd hout) Onzin, natuurlijk. Maar je moet er niet aan denken hoe ongelooflijk kwetsbaar geluk is. Er schijnen mensen te zijn die zich daarom liever ongelukkig voelen, zelfs al zijn ze het niet. Zo lag ik in bed te denken, de regen tikte rythmisch op het doek van de bimini boven mijn hoofd en zoete slaap nam alle bekommernissen weg.
In de grijze ochtend lopen we, paraplu onder de arm, langs de rivierkade naar de brug. Het is nog vroeg, we doen wat boodschappen en drinken koffie op een terras langs het water. Geleidelijk breekt de zon door. Het is aardig druk op straat, mensen kuieren net als wij door het stadje. Op het strandje nemen de eerste badgasten plaats onder de rieten parasollen, een badmeester klimt de trap op naar zijn uitkijkpost, bussen parkeren langs de aanlegplaats van de vier submarine vision toeristenboten, die gretig de passagierstroom overnemen om ze langs de rotskust naar de grotten te vervoeren (zie foto boven en 2 foto´s hier) Ans meent een bekende uit het Gorcums ziekenhuis te zien, die juist met haar man in een bus stapt en wegrijdt. Later zitten we onder de zonnetent, in de zon is het veel te warm. Opeens loopt er een klein schattig hondje brutaal over onze loopplank en nestelt zch bij Ans op de kussens (zie foto hier) Een nieuwe passagier? Nee, even later komt de schipper van een boot verderop hem ophalen. Waren we toch bijna bezweken...
Van mijn dochter Floor komt bericht dat ze op 29 juni via Marseille naar Ajaccio zou willen komen om een weekje mee te varen. Dat valt goed in te passen. Dezer dagen, mogelijk morgen, steken we over naar Menorca en als Tessa en haar vriendin op 18 juni naar Holland terugkeren, hebben we een dag of tien om een goede gelegenheid af te wachten voor de 240 mijl naar Corsica. Terug naar boven
Ciudadela (Menorca)
Zaterdag 07-06-2008
Het is geen gerieflijke rit, onze oversteek naar Menorca. Maar dat weten we nog niet als we om negen uur met halve wind van Porto Christo wegzeilen. Onze nieuwe loopplank hebben we in de doorstapopening opgeklapt vastgebonden (zie foto hier) Op de Navtex waarschuwt de AEMET, de Spaanse meteo, voor Noordoost Bf 7 in de regio´s Menorca, Léon en Provenza. Het is trouwens al een week stormachtig in die gebieden. Maar bij Menorca gaat het om het noordelijk deel, niet waar wij varen. De zon schijnt en het scheepje zeilt langs de kust van Mallorca naar de noordoostelijke punt, Cabo de Pera. Verderop zien we hoe het water een andere kleur heeft en volledig vlak is. Exact op die plek is er opeens een windshift. Van het ene op het andere moment is de wind NoordOost Bf 1. Het zeilen is afgelopen. We ronden op de motor de kaap, en als steeds trekt de wind daarna snel aan. Het fameuze kaapeffect. In het 20 mijl brede Canal de Menorca staat een hoge, vervelende zee met kuilen van goed twee meter. Die zeegang is natuurlijk afkomstig van Léon en Provenza en wordt hier met kracht tussen Mallorca en Menorca door geperst. Buiswater slaat over het dek. We zetten een rif in het zeil, de windmeter toont 20 - 25 knopen wind, nét niet op de kop zodat het gereefde grootzeil steun biedt. De hemel is intussen helemaal betrokken en het is kil. We voelen ons allebei katterig en hebben geen zin om op deze zee te gaan kruisen. Ik sta in dubio Natuurlijk, we kunnen afvallen en onder Menorca door naar de hoofdstad Mahón varen. Maar dat is wel dertig mijl extra. We besluiten recht over te steken om zo onder de luwte van de westkant van Menorca te komen om volgens plan in het oude, historische havenstadje Ciudadela te overnachten. Morgen zien we dan wel weer.
Een paar mijl voor het stadje is de zee rustiger geworden. We herademen. Geen van ons praat tijdens moeilijke oversteken. Geen behoefte aan. We zwijgen. Gewoon de zaak uitzitten. Maar als het dan weer rustig is, praten we elkaar de oren van het hoofd! Langzaam en vol verwachting varen we de lange cala binnen, die de natuurlijke haven van deze stad vormt. Al een haven lang voor de komst van de Romeinen, zelfs voor de komst van de Phoeniciërs. Ooit de hoofdstad van Menorca, tot de Britten - die het eiland in de 18e eeuw bezaten - Mahón tot hoofdstad maakten omdat daar de haven groter was. Eerder, in 1558, werd Ciudadela veroverd door de beruchte Turkse piraat Barbarossa en zijn mannen, die de bewoners afslachtte of als slaven wegvoerde, de vrouwen verkrachtte en de stad in brand stak. Volgens de pilot van Graham Hutt kun je langszij aanleggen bij de Visitors Quay van de Club Náutico of het verderop proberen bij de Visitors Berths naast de historische binnenstad. Maar we krijgen overal nul op het rekest. In Ciudadela mag je niet meer overnachten, maakt een nukkige dame in uniform ons duidelijk. Dat komt door de ferry´s, die hier aanleggen. Teleurgesteld motoren we terug en zien opeens een drijvende steiger in een kommetje rechts opzij van de vaarweg, de Cala d´en Busquets volgens de pilot. Er ligt niemand en er is geen bordje dat je niet mag aanmeren. Met enige moeite, want er is geen assistentie voor de lazy line die aan de steven moet, leggen we Dulce aan met de kont aan de steiger. Maar ook daar moeten we weg, zo legt een overigens begripvolle man van de havenpolitie ons een halfuur later uit. De steiger is niet goed verankerd en door de enorme zuiging van de veerboten gaat hij wild tekeer. Niet verantwoord. Sedert drie jaar mag je om veiligheidsredenen eigenlijk nergens meer aanleggen en overnachten in Ciudadela. Dat zal ze heel wat inkomsten van bezoekende jachten kosten! Maar zegt de beambte - de man moet de Spaanse versie van de Cursus Klantvriendelijkheid met succes hebben gevolgd - gaat u verderop de haven uit en dan is er linksaf een kleine cala waar je rustig kunt ankeren met deze wind. Ankeren! Daar hebben we nauwelijks ervaring mee. We schrokken er altijd voor terug. Liever een haven, dan ben je zeker. Natuurlijk beseffen we dat het een keer moet gebeuren - en dat is dus nu. We zijn er klaar voor maar de cala ligt helaas al vol. We zien echter bij de haveningang een andere cala, de Cala d´es Frares, waar wel plaats is. Er liggen maar twee jachten. We nemen de ankermanoeuvre samen door, Ans neemt het roer en ik sta voorop. Rustig volgens het boekje laten we het anker zakken in zes meter water, steken vier keer zoveel ketting en wachten af of het houdt. Ja! Ik steek nog wat ketting extra en we zetten de motor in de achteruit om het anker te laten ingraven. Als een huis! Een halfuur later moeten we het een stukje verder in de cala over doen, want we zwaaien nogal dicht bij de messcherpe rotsen aan de achterkant, waar de branding zompend en klotsend in diepe holen rondklotst. Maar ook dat lukt meteen. We zijn geweldig trots. Tegenover ons, op de andere oever van de haveninvaart, ligt een oude kasteeltoren, de Torre de San Nicolás. Zie foto hier.
´s Nachts heb ik het ankerlicht in de masttop aan en het ankeralarm op de GPS geactiveerd. Ik slaap hazeslaapjes op een kajuitbank met het kookwekkertje bij de hand. Want er staat swell in de cala en de zwakke, variabele wind doet ons om het anker draaien. Zal het wel houden, ook als je 180° draait? In de avond schuift een geelgroene ferry de haven uit (zie foto boven en hier) en om tien uur, als het donker is, komt er een hele grote langs. Een enorm, helverlicht flatgebouw van Balearas. De haven politie assisteert met een grote RIB met zwaailicht. Daarna wordt het stil. Vrijwel boven ons zendt de vuurtoren van Sa Farola zijn onophoudelijk rondzwaaiende lichtbundels over ons heen. Dat ik weinig slaap kan me niet schelen. Onze eerste nacht voor anker is een succes dat naar meer smaakt! Terug naar boven
Mahón
Zondag 08-06-2008
Een wat kukelige nacht achter het anker. Om acht uur lichten we het. Er zit een pluk zeegras aan. Even schudden en het valt eraf. We hebben nauwelijks wind (ZuidWest Bf 1) en motoren in het zonnetje naar Cabo D´Artrutx en van daar naar het zuidoosten langs een lage kust met een aantal mooie inhammen (cala´s) waar je kunt ankeren tussen rotsen, meestal met een zandig strandje aan het eind. Sommige zijn bezet door hotels en appartementen, sommige zijn nog geheel maagdelijk. Het laatste traject voert langs een machtige kliffenkust met talrijke donkere grotten. Bij Cabo Gros zien we prehistorische grotwoningen in de rotswallen. Menorca is al heel lang bewoond geweest. Prehistorische volken hebben hier, lang voor de komst van de Phoeniciërs, tal van curieuze heiligdommen opgericht, de zogenaamde taula´s, T-vormige monumenten en talayots, torens. Er is nauwelijks iets over bekend. We hopen ze nog te zien. Daarna varen we voorzichtig tussen Punta Marbres, de zuidoostpunt van Menorca, en het Isla del Aire met een vuurtoren door. Voorzichtig want het is er ondiep en anderhalve mijl ervoor liggen gemene rotspunten vlak onder water. Gelukkig staat er een baken bij. Opnieuw het "kaapeffect", de wind volgt de kaap en trekt gemeen aan, direct op de kop. De zeegang na de kaap is ruw, dat is nog steeds de swell uit de regio´s Léon en Provenza, waar we gisteren mee kampten. Onder de zuidkust hadden we er vandaag geen last van. De hemel is opnieuw bewolkt geraakt en er vallen enkele druppels. het ziet er opeens onprettig uit. Gelukkig is het niet ver naar de invaart van de lange, diepe haven van Mahón. Achter een veerboot varen we binnen (zie foto boven en hier) en na wat speuren vinden we de kade van de firma Sunseeker (van de plastic motordozen - pardon, -boten), waar je stern-to kunt aanleggen. Er is een plek langs een gezellige promenade met restaurants en boetieks en slenterende mensen. We hangen in zijn kooi Lord Byron buiten, die meteen ieders aandacht trekt met een uitbundig concert vol virtuoze loopjes. Sommige voorbijgangers gaan zelf ook fluiten. Het weer is inmiddels helemaal opgeknapt. Iets verderop ontdekken we zowaar een Grieks restaurant, waar we heerlijk eten en Ouzo en Retsina drinken. We blijven hier tot de komst van Ans´jongste dochter Tessa en haar vriendin, komende woensdag. Terug naar boven
Mahón (2)
Maandag 09-06-2008
Na de kukelige nacht achter het anker bij Ciudadela slapen we vannacht uitstekend. Het grootste deel van de dag zijn we bezig met een grote schoonmaak, binnen en buiten. De gastenhut en het toilet in de voorpunt krijgen een extra beurt voor onze gasten. ´s Middags klimmen we de rots op naar het centrum van Mahón. Deze stad is volledig anders dan het oude Palma met zijn hoge, smalle straten. Het stratenpatroon in het centrum van Mahón is warrig en de huizen zijn lang zo hoog niet. Het doet inderdaad wat Brits aan, zoals de (Engelse) pilot van Graham Hutt zegt, wat kneuteriger als het ware, het doet ons in de verte denken aan St Peter Port op Guernsey. De Britten hebben in de 18e eeuw, toen ze Menorca bezaten, deze haven fors uitgebouwd en van versterkingen voorzien, net als Gibraltar. Ze vestigden aan de haven zelfs een gin-stokerij, die er nog steeds is (Gin Xoriguer) De Britten stonden Menorca, anders dan het nóg strategischer Gibraltar, in 1802 af. De eerdergenoemde Graham Hutt heeft daar kennelijk nog altijd spijt van. Vol ontzag schrijft hij dat Lord Collingwood (whoever that was) hier heeft gewoond en dat zelfs Lord Nelson hier een aantal dagen heeft gelogeerd "at the Golden Farm on the north side of the harbour. Local tradition declares (without evidence) that Lady Hamilton was a guest in the house at the same time" Dat is natuurlijk uiterst verdacht.
Een fraai 17e eeuws, enorm groot pand is volledig verknald door de inbouw van een modern koopcentrum. Eronder is een uitgebreide Spar-supermarkt. We vullen onze voorraden aan, maar we vinden tegen verwachting geen koffiepadjes voor onze Senseo. Maar Tessa zal overmorgen nieuwe meebrengen. Op de terugweg lopen we langs een van de vele Italiaanse restaurants aan de kade. Een groot bord kondigt aan dat je hier vanavond om 20.45 uur kunt kijken hoe de Azzuri de Hollanders gaan verslaan. De Italiaanse eigenaar ziet dat we Nederlander zijn en heet ons hartelijk welkom. Het EK-voetbal is begonnen! Ik heb zo´n hekel aan de gekte daaromheen ("Voetbal is voor de dommen") dat ik altijd hoop dat ons land er snel uitgegooid wordt.´s Avonds kijken we op een sneeuwig beeldscherm aan boord hoe Nederland de eerste EK-wedstrijd tegen het favoriete Italië verrassend wint. Dat kan nog wat worden de komende tijd. Voor te gaan slapen kijk ik nog even de e-mail na. Er is bericht van onze advokaat dat de Rechtbank in Dordrecht de beslissing over ons beroep in de zaak tegen de Gemeente Papendrecht (inzake de weigering ons een briefadres te geven), voorzien op 5 juni jl, met maximaal zes weken heeft uitgesteld. Klik hier voor de achtergronden van die kwestie, die nu al anderhalf jaar duurt. Terug naar boven
Mahón (3)
Dinsdag 10-06-2008
Een winderige dag. geschikt weer voor een tocht. Met ons huurautootje voor drie dagen, een Peugeot 107, bezoeken we de resten van twee indrukwekkende prehistorische nederzettingen. De eerste is Trepucó, even ten zuiden van Mahón dat van 1500 voor Christus dateert en vanaf 1300 zijn volle omvang bereikte. Men veronderstelt dat er enige honderden mensen woonden. Op Menorca en ook op Mallorca vind je tientallen van dergelijke nederzettingen, die allemaal ongeveer dezelfde structuur hebben met een dubbele ommuring, diverse ronde huizen met ieder een centrale patio, een aantal natuurlijke grotten of uitgegraven kelders voor de opslag van water en voorraden, een hoefijzervormig heiligdom met in het centrum een hoge, brede steen en daarop een platte horizontale steen (de T-vormige Taula) en één of meerdere hoge, brede uitkijk- en verdedigingstorens, de zogenaamde Talayots. Veel indruk maakt op ons het feit dat de nederzettingen meer dan duizend jaar bewoond zijn geweest, dus ook nog lang na de verovering van de Balearen door de Romeinen en nog tot ver in onze jaartelling. Verder is vrijwel niets bekend over het volk dat de dorpen bouwde en voor welke goden of bovennatuurlijke machten ze hun heiligdommen oprichtten.
We zijn de enige bezoekers in Trepucó. Overal in het landschap zijn stenen muurtjes. We hebben geen idee welke ervan tot de nederzetting horen en welke niet. Overal staan ook olijfbomen, gebogen en gebocheld als oude, knokige mannen. Aan het eind van een pad staat de massieve, hoge wachttoren, veel hoger dan we verwacht hadden. Sommige talayots hadden bovenin inwendige kamers, deze ook, die men langs een smalle ladder en een klein deurtje op tien meter hoogte kon bereiken. Een doordachte opzet, moeilijk aan te vallen. Toch hebben de Romeinen tijdens de 2e Punische oorlog in 123 vC Trepucó veroverd en grotendeels verwoest. Opmerkelijk is dat het daarna weer opgebouwd werd en nog eeuwen bewoond is. Waar zijn de oorspronkelijke bewoners van al die oude dorpen gebleven? Sommigen bleven en stierven hier maar de meesten trokken waarschijnlijk naar de nieuwe, groeiende stad vlakbij, Mahón, en zijn in al die eeuwen vermengd geraakt met de opeenvolgende veroveraars van de eilanden, de Phoeniciërs, Carthago, Rome, de Vandalen, de Visigothen, de Byzantijnen, de Moren, de Spanjaarden, de Engelsen.... We lopen door de ruïnes, omgroeid lang geelkleurig gras. Een enkele vijgeboom. Opmerkelijk, die taula, een hoge monoliet met een grote platte steen erop. Niemand weet welke riten hier uitgevoerd werden, welke offers gebracht en aan wie. Een zachte wind waait door het gras en door de spleten tussen de oude stenen. Gelukkig heerst hier de serene rust die je vaak op archeologische sites vindt. Krekels. Een vogel kwinkeleert een opvallend lied, ergens hoog in de lucht. We zien hem niet, is het een leeuwerik? Geluiden die hier 3000 jaar geleden al gehoord werden. Je zou hier wel de hele dag willen blijven. Hier vind je twee foto´s van Trepucó.
Een uur later rijden we naar een andere prehistorische lokatie, de Talatí de Dalt, vier kilometer westelijk van Mahón aan de weg naar Ciudadela aan de westkust. Deze lokatie is groter, ongeveer een halve kilometer lang en breed. Ook hier heerst stilte en zijn we de enige bezoekers. Ondanks de bewolking is het warm en benauwd. De eerste bewoners, herders en boeren, vestigden zich hier bijna 5500 jaar geleden. Het dorp is middelgroot, er woonden doorgaans ongeveer honderd mensen, eveneens tot aan de Romeinse verovering in 123 vC "even though there are still some villagers remaining until the end of Islamic domination in the 13th century" zegt het gidsje dat we krijgen. We zien diverse natuurlijke grotten, cisternen voor drinkwater en voorraadopslag, verdedigingsmuren, woningen, een merkwaardige taula waar een tweede, afgebroken pilaar tegen leunt, en een hoge wachttoren/talayot. Deze plek is zo mogelijk nog mooier en stiller dan de vorige. Het doet ons denken aan de prehistorische nederzetting Skara Brae die we in de zomer van 2003 bezochten op één van de Orkney-eilanden boven Schotland. We dwalen er anderhalf uur lang rond en ik kan haast niet stoppen met het maken van foto´s. Hier vind je er drie.
We rijden de resterende 40 kilometer over het eiland naar Ciudadela, de voormalige hoofdstad. Het stadje met de haven waar we een paar dagen geleden niet mochten overnachten. Het is een prachtig oud stadje met fraaie middeleeuwse en klassieke huizen, schilderachtige straatjes met arcaden, en mooie kerken en kloosters. In de kerken Santa Maria en Socors zijn afwisselend iedere ochtend om 11.30 uur orgelconcerten, lees ik op een affiche. Verdraaid, als ik er nu donderdagochtend eens heen rijd... Hoeveel bloed heeft de Turk Barbarossa in deze straatjes doen vloeien toen hij de bewoners en masse afslachtte? Op de plek aan de haven waar een nonchalante dame van de havendienst ons bot wegstuurde eten we op een terras, vissoep en viscroquetten met een glas witte wijn. Hier twee foto´s van Ciudadela. Op de terugweg verkennen we Fornells en Addaia, twee kleine havens aan de noordkust in diepe, beschermende cala´s. Mogelijk gaan we daar dezer dagen nog met onze gasten naartoe. Terug naar boven
Mahón (4)
Woensdag 11-06-2008
Het vliegtuig van Tessa en haar vriendin Annelies heeft vertraging. Pas om een uur of negen rijden we met ze naar de boot. Gelijk begint het te regenen en te onweren. Maar iedereen kan gerust zijn, ze zijn er in elk geval en in de komende dagen zal het weer wel opknappen. De dames waren om half drie vannacht op Schiphol. Ze hebben hun bed dus niet gezien. Aan boord eten we een verlaat ontbijt (zie foto) en doen vanwege de voortdurende regen een spelletje Cluedo, dat Annelies heeft meegebracht. Later wordt het droog en slenteren we met zijn vieren langs de kade naar de gin-stokerij van Xoriguer om er de beroemde ginebra destilada te proeven. De oorsprong van de distilleerderij ligt in de 18e eeuw, tijdens de Britse bezetting van Menorca. De Britse marinetroepen hadden behoefte aan een gin, en dus begonnen lokale ondernemers die zelf te stoken uit wijnalkohol. In de fabriek is een proeflokaal waar je gratis kunt proeven uit glaasjes, die je zelf mag inschenken. Ans en Tessa moeten er niets van hebben, maar ik geloof dat Annelies het vurig goedje wel waardeerde (zie foto hier) We klimmen de trappen op naar het centrum van de oude stad. Op de wal drinken we wat op een terrasje en kijken naar een enorm cruise-schip, dat langs de kade ligt afgemeerd. Alleen begint het weer te regenen en daarom wijken we uit naar de grote ondergrondse Spar-supermarkt, waarvoor men een prachtig oud klooster heeft opgeofferd (het Claustre del Carme) Alleen de buitenmuren en de pilaren van de hoge kloostergang staan er nog. We waren er deze week al eerder. Hoe hebben ze het kunnen doen. De regen houdt uren aan, een taxi brengt ons naar de boot terug. Tegen zes uur vanavond klaart het op. Kennelijk is het front gepasseerd. We hangen Lord Byron in zijn kooi buiten en opnieuw vergast hij de voorbijgangers en ons op geïnspireerd gezang. Eén van de langsslenterende toeristen maakt zelfs een foto van hem. Hij wordt nog beroemd. Verschillende jachten naast ons krijgen de kriebels en vertrekken. Een groot cruise-schip vaart voor ons langs naar zee (foto hier) Wij gaan niet, wij gaan straks lekker eten bij het Griekse restaurant.
Via e-mail doet website-lezer Huib Koel een uitstekende suggestie. Hij stelt voor dat ik bij iedere haven de positie van onze ligplaats vermeld, zodat je die kunt invoeren in Google Earth. Dan zie je ons bijna letterlijk aan de steiger liggen. Ik heb er even over nagedacht en vervolgens een nieuwe kolom gemaakt op de pagina Kaarten en Plekken, waarin je voortaan bij iedere haven die positie kunt zien. De eerste pösitie is in Mahón aan de Sunseeker-kade. Terug naar boven
Mahón (5)
Donderdag 12-06-2008
Om kwart voor tien rijden we de 42 kilometer over de enige hoofdweg van het eiland naar Ciudadela. De drie dames gaan in de stad de boetiekjes langs en ik loop naar het Diocesaan Museum in de Carrer del Seminari. Het is gevestigd in een voormalig Augustijns klooster. Naast het museum is de Eglésia del Soccors, een mooie Renaissancekerk. Hier vindt om half twaalf het dagelijkse (!) orgelconcert plaats. Ik ben een halfuur te vroeg en loop door wat zalen van het museum. In de eerste zaal staan vondsten die men deed bij de talayot-dorpen, aardewerk, gebruiksvoorwerpen, een merkwaardige bronzen spiegel. In een andere zaal is een overzichtstentoonstelling van het werk van de Menorcaanse schilder Pedro Daura (nooit van gehoord), die leefde van 1896 tot 1976. Hij heeft een boeiend leven gehad. Vocht in Teruel aan de Republikeinse kant in de Spaanse Burgeroorlog. Week later uit naar Parijs en Zuid-Frankrijk met zijn Amerikaanse vrouw Louise Blair. Nog later woonde hij, tot zijn dood, in de VS. De collectie van het museum werd geschonken door zijn dochter Martha, die evenals haar moeder op verschillende schilderijen is afgebeeld. Het werk spreekt me aan, vooral de zelfportretten uit diverse periodes in zijn leven. Het is vreemd om schilderijen mooi te vinden die je niet kunt kopen om ze thuis op te hangen. Niet alleen omdat ze niet te koop zijn of veel te duur, maar ook omdat je geen huis meer hebt. Vroeger was ik verzot op het verwerven van kunst die ik mooi vond. Ik kon er lang en veel naar kijken. Nu is het genieten oppervlakkiger en tegelijk - als het ware - belangelozer. Ik kan ze niet meer bezitten en moet alles wat ik mooi vind weer loslaten.
Door de mooie, intieme kloosterhof (foto hier) loop ik naar de kerk. Er zijn negen mensen gekomen, inclusief mezelf, voor het concert. De kerk is, toen Menorca in de Spaanse Burgeroorlog als enig Balearen-eiland de kant van de wettige Republikeinse regering koos, voor een deel verwoest door antiklericale groepen. Ook het prachtige orgel, in 1793 gebouwd door de meester-orgelbouwer José Casa y Soler, werd vernield. De revolutionairen sloopten de kwetsbare orgelpijpen eruit en liepen er triomfantelijk op te toeteren door de straten van Ciudadela. Helaas. Daarna is het gebouw lang in onbruik geweest en verwaarloosd. Een langdurige en kostbare restauratie is sinds een aantal jaren in gang. De restauratie van het prachtige barokorgel is inmiddels klaar (zie foto hier) Het is niet groot maar het heeft een mooie klank, zo blijkt, als de vaste organiste Luba Klevtsova haar dagelijkse concert begint met de koraalvariaties BWV 768 "Sei gegrüsset, Jesu gütig" van Bach, het hamerend geluid van een verre drilboormachine overstemmend. De prachtige variaties ruisen en brommen door de hoge ruimte van de kerk. Het is weer eens zover, ik heb een enorm, verstikkend brok in mijn keel en tranen in mijn ogen en ik voel me volledig verpletterd en verloren en volledig gered en getroost tegelijk. De andere stukken zijn van Marcello, José Elias, P. Manz en L.N. Cleramboult, allen mij onbekend en hoewel mooi halen ze het niet bij Bach. Na afloop mogen we naar boven waar de organiste uitleg geeft over het instrument (zie foto boven), ondermeer over de curieuze, horizontale pijpengroep boven haar hoofd die je alleen bij dit type orgel ziet. Op de foto kan je dat goed zien.
Met de dames lunch ik opnieuw op hetzelfde terras aan de haven als eergister. Dit keer gegrillde sardientjes en een glas witte wijn. ´s Middags rijden we opnieuw naar de noordkust, naar de Cala Morell waar we in een kleine, door vijgenbomen beschaduwde vallei - omgeven door de nieuwbouw van appartementencomplexen - een aantal prehistorische grotwoningen bekijken. Sommige hebben een gat in het plafond voor de afvoer van rookgassen. Eén van de woningen heeft een kleine vijver voor de ingang, overwoekerd door gifgroene algen en wierplanten (zie twee foto´s hier) Een wonderlijke plek. Was dit vijvertje er toen ook, vier- of vijfduizend jaar geleden? Om drie uur belt mijn jongste zoon Bas om te melden dat hij zojuist heeft gehoord dat hij geslaagd is voor het eindexamen HAVO. Dat is een hele zorg minder! Deze zomer komt hij een weekje mee varen.
Terug in Mahón slaan we uitvoerig voorraden in bij een hypermarkt aan de stadsrand. Morgen willen we ergens langs de noordkust een mooi plekje zoeken. Misschien kan ik het Logboek enige dagen niet aanvullen. In de e-mailbox vind ik meer enthousiaste reacties van website-lezers over het opnemen van Google Earth-posities in de lijst van havens, die we aandoen. Alleen moet ik de weergave nog zó maken dat je de positie gemakkelijk met de functies knippen/plakken in het zoekscherm van Google Earth kunt aanbrengen. Er is iets dat ik niet snap: als ik het programma vervolgens de positie laat zoeken, kom ik niet op onze ligplaats in de haven maar ergens in het zeegebied onder Menorca terecht. Vreemd. Zo is er altijd wel weer iets dat je moet uitvinden. Terug naar boven
Puerto Addaya
Vrijdag 13-06-2008
Tijd om de grote, veilige haven van Mahón te verlaten. Ik breng onze huurauto terug en tegen elf uur vertrekken we. De weersverwachting is erg rustig, NO Bf 2 ruimend naar O en later ZO. We willen het onze gasten niet meteen moeilijk maken. We varen rustig op de motor door de lange, natuurlijke haven naar zee en ronden Punta S´Esperó om een noordelijke koers te kiezen. We komen - helaas voor de dames - in een kuilige zeegang terecht zonder dat het zeil veel steun biedt. De golven zijn hoge waterheuvels van zeker 2 meter, waar we verder soepel overheen rijden maar aangenaam is het niet. Na een halfuurtje zijn ze allebei zeeziek. Ondertussen is het ook nog bewolkt geraakt dus het ziet er allemaal nogal grimmig uit. Onze gasten leren op hun eerste tocht de zeilerij niet van zijn beste kant kennen. We zetten door, want ver hoeven we niet. Om half één ronden we de grimmige noordoostelijke kaap van Menorca, Cabo Favaritx. Een viertal mijlen naar het oosten is de wat lastige invaart van de Cala de Addaya, een langgestrekte, diepe en van alle kanten door rotsen en eilandjes beschermde inham. In de invaart ligt een ondiepte (6 meter) die je bij erg slecht weer moet mijden, want de golven kunnen erop breken. Nu is dat niet het geval en ondanks mijn zorgvuldige navigatie vaar ik er - getuige de plotseling oplopende dieptemeter - precies overheen. Met moeite sporen we de minutieuze betonning op, maar eenmaal gevonden is alle leed geleden. De zeegang sterft uit op de drempel van de cala en in plotselinge rust en kalmte motoren we langs een zigzagkoers om eilandjes en rotsen heen de diepe inham in. Achter het Isla de Ses Monas ligt het jachthaventje. We hadden op zee al opgeroepen en weten dus dat er plaats is. De ontvangst is allervriendelijkst en het liggeld is een stuk goedkoper dan we de laatste weken gewend zijn.
Geleidelijk trekt de bewolking weg en draait de wind naar Oost en door naar Zuid. En wordt nogal hard, mogelijk door een tunneleffect recht door de nauwe cala. Wij liggen gerieflijk met de kop in de wind, maar even later zien we hoe twee geankerde jachten beginnen te bewegen en met de wind mee wegdrijven. De ankers zijn gaan krabben. Het ene schip heeft de zaak snel geklaard maar op het andere, een Frans jacht, is niemand aanwezig en het verlijert bij iedere vlaag in de richting van de rotsen van het kleine Isla de Ses Monas. We verwachten dat de marinero van de jachthaven wel in actie zal komen, maar dat is niet zo. Ankerende schepen zijn niet zijn verantwoordelijkheid, zegt hij. Wel probeert hij de crew te waarschuwen, die naar een verderop gelegen supermercado zou zijn gegaan. Met de Duitse buurman sta ik te overleggen wat we kunnen doen, het jacht komt steeds dichter bij het rotseilandje en zometeen slaat het zijn roer erop stuk. Een Brit met een motorbootje dat aan de steiger ligt, weigert iets te doen. Straks komt er schade en dan ben ik nog aansprakelijk ook, zegt hij. Dan duikt een dinghy van andere ankeraars op. Ze klauteren aan boord van het jacht, maar wat te doen? Het schip is afgesloten, er ligt geen tweede anker aan boord en de dinghy heeft te weinig power om het jacht weg te duwen of te trekken. Ze maken gebaren van onmacht en verlaten het jacht weer. Opeens komen de Fransen in hun rubberbootje aanvaren, ze schrikken zich een hoedje, sprinten naar hun schip dat nog geen vijf meter van de rotsen dobbert, switchen de motor aan en varen met bungelend anker van de onheilsplek weg. Een aansprekend lesje om het ankeren niet te lichtvaardig op te vatten. Als ook Lord Byron, die buiten hangt, opeens met kooi en al van het achterstag tuimelt - de draad waar hij aan hangt is gebroken - herinneren we ons dat het vrijdag de 13e is. Ik repareer de bodem van de kooi en hang hem terug met een veel degelijker bevestiging. We zijn bang dat hij van de schrik misschien niet meer wil zingen. Dat is niet het geval, hij toont zich niet geschrokken, eerder verbaasd, en zingt er al gauw weer op los. Eind van de middag is het ook weer zonnig, maar de harde zuidenwind staat nog door. Enfin, we wachten maar even tot vooral de zeegang buitengaats tot rust is gekomen, aleer we verder gaan. Terug naar boven
Puerto Addaya (2)
Zaterdag 14-06-2008
Gisteravond heb ik SSB-contact met J&B in Horta op het Azoren-eiland Faial. Daarna is de EK-wedstrijd Nederland - Frankrijk. We kijken ernaar op een sneeuwig TV-scherm. Na tien minuten verdwijnen beeld en geluid in de witte ruis. We volgen daarna het mondeling verslag op de Wereldomroep. Nederland wint met liefst 4 - 1. Per e-mail ontvang ik van site-lezer Kees Oskam nader advies voor het weergeven van de positie van ons schip in de rubriek Kaarten & Plekken op zodanige manier, dat die gemakkelijk is in te voeren in Google Earth of Google Maps. Ik kan het alleen helaas niet verifiëren want het draadloos netwerk, dat ik hier op kan pikken, heeft een dermate zwak signaal dat de dataoverdracht al snel stagneert. Nog even geduld, dus, als het nog niet correct op de site staat.
We genieten van een zonovergoten luierdag in dit knusse haventje en de heerlijke plattelandelijke sfeer die er heerst. Tegenover ons nestelen meeuwen op de top van het eilandje Ses Monas. De bruingrijs gespikkelde jongen staan brutaal te schreeuwen om voedsel naar de ouders, die de indruk maken ze het liefst over de rand te willen duwen. In de middag maak ik in mijn eentje een lange wandeling langs de ondiepe boorden van de cala. Het water is lauwwarm. Over een heuvelrug loop ik terug. Onderweg maak ik wat foto´s van deze idylle, zie hierboven en klik hier voor nog 3. Die foto´s, waarom maak ik die voortdurend? Om dezelfde reden als iedere toerist. Om al die schoonheid, die je niet mee kunt nemen, vast te leggen om er thuis nog eens naar te kunnen kijken. Wat je niet vaak doet. Of later als je oud bent en in een bejaardentehuis of een verpleeghuis woont/ligt ze aan een (jonge) zuster te laten zien te kunnen zeggen: kijk zuster, daar ben ik geweest. De zuster gaapt, ze heeft al zoveel van die foto´s gezien.
Aan het eind van de middag klimmen we een tweetal trappen op naar het kleine centrum van de urbanicación. Daar zijn het ook weer allemaal vakantie- en pensionado-woningen. Er zijn twee restaurantjes, een supermarktje en een bar, typisch genaamd The Corner Bar, waar we wat drinken. Ik zak er door een rieten stoel, terwijl ik beslist niet ben aangekomen. Helemaal niks! Morgen gaan we waarschijnlijk wat verder naar het westen, naar de Cala de Fornells. Terug naar boven
Fornells
Zondag 15-06-2008
Gisteravond loop ik om half elf de trappen op naar de Bar Il Castillo. Er zou een avond zijn met live Ierse muziek. Die is net afgelopen als ik arriveer. Altijd begint alles in Spanje vreselijk laat in de avond, maar in deze Engelse enclave is dat anders. Er is niet veel volk in de kroeg. Ik praat wat met Barbara, de Britse dame die op het havenkantoor werkt. Zij en haar man wonen hier nu een jaar of vijf. Zij werkt dus in de haven en hij klust wat op boten. Hun schip ligt verderop in de cala geankerd. Hebben ze een goed leven? Daar zijn ze wat vaag over en ik vraag maar niet verder en sjok na een uurtje weer naar de boot. Het water is een gladde, volledig roerloze spiegel.
Vandaag varen we rustig de luttele mijlen naar Fornells, iets verder westelijk langs de noordkust. Onderweg zien we een bruine zeeschildpad. We boffen in Fornells, er is een plekje vrij aan de noordelijke havendam in de piepkleine en ondiepe haven van dit gezellige toeristenplaatsje. Helaas geen onbeschermd draadloos netwerk, dus ik maak dit verslagje in een Internet-café aan de kade. Terug naar boven
Fornells (2)
Maandag 16-06-2008
Er valt weinig te melden als je zulke mooie, zonovergoten dagen doormaakt in een idyllisch haventje als dit, waar het nog niet erg druk is. Over geluk valt nu eenmaal weinig te melden. Van een afstand volg ik het wereldnieuws: de stommiteit in Ierland waar een minderheid van de bevolking het Verdrag van Lissabon afwijst, omdat de meerderheid te beroerd is om te gaan stemmen. Nota bene Ierland, dat zo geweldig geprofiteerd heeft van het lidmaatschap van de EU! Je snapt het niet. Het deel van de bevolking dat vooral tegenstemde, was het minder opgeleide deel. Je zou haast gaan denken aan de invoering van een examen voor burgers, om te mogen stemmen. Zo vreemd is dat toch niet? In elk geval moet in mijn ogen het fenomeen "referendum" zo snel mogelijk afgeschaft worden, want de vraagstukken zijn eigenlijk altijd veel te ingewikkeld voor simpele ja/nee antwoorden. Bovendien hebben we onze volksvertegenwoordigers in een parlement gekozen, om namens ons goed na te denken en verstandige beslissingen te nemen - ook als die niet zo populair zijn.
Onze beide gasten fietsen op onze vouwfietsjes naar een strand in de buurt en brengen er de middag door. Wij maken de boot maar weer eens schoon, lezen, luieren en kijken vanuit de kuip hoe sommige boten verstrikt raken in de lazy lines van reeds aangemeerde schepen door de tamelijk harde zijwind die hen ertegenaan blaast. Wat een gedoe! Daarna zit ik wat te klooien met de SSB-radio. Ik krijg geen verbinding met het Belgisch walstation van Sailmail en het lukt dus niet om grib-files opgestuurd te krijgen. Dan maar naar het Internet-café. Vanavond gaan we met zijn vieren naar een visrestaurant aan de kade. Terug naar boven
Fornells (3)
Dinsdag 17-06-2008
Gisteravond een heerlijke vismaaltijd in het het restaurant aan de kade met de toepasselijke naam Pescadero. Ik eet navajas a la plancha, scheermesschelpen in knoflook en olie gebakken. Mijn vroegere opstapper Freek Linnebank was er verzot op. Daarna Dorada a la Sal, dorade die helemaal ingepakt in grof zout gegaard is in de oven. Ober Silvio graaft hem aan tafel uit en haalt de filets van de graat. Heerlijk! Hier nog een foto.
Vanmorgen gaan de dames shoppen en buig ik me weer over de SSB-radio. Ik ga alle instellingen na en ontdek dat ik de verkeerde baudrate voor de radio heb geprogrammeerd. Zodra die is aangepast, werkt het voortreffelijk en krijg ik mijn grib-files via de SailMail-zender in België. Het laat zich overigens aanzien dat we de komende dagen veel beter weer gaan krijgen, dus mogelijk kunnen we al snel vertrekken voor de oversteek naar Corsica. Ik haal de huurauto op waarme we morgen Tessa en haar vriendin naar het vliegveld zullen brengen. Ans gaat met hen vanmiddag naar een playa in de buurt. Terug naar boven
Fornells (4)
Woensdag 18-06-2008
Hoewel het gistermiddag bewolkt is, rijd ik Ans met onze gasten naar een strandje aan de andere kant van het schiereiland. Als ik ze na een paar uur weer ophaal blijkt dat Tessa is gebeten door een kwal. De jongens op de Eerste Hulp post op het strand wisten er wel raad mee. Ze smeerden er een cortisonzalf op die snel soelaas biedt. In het dorp kopen we bij de Farmacía ook maar meteen zo´n tube, kan altijd van pas komen. Onze afscheidsavond vieren we in Mahón, over de weg nog geen halfuur. We eten in het exotisch restaurantje tegenover onze voormalige ligplaats aan de kade. Daarna bezoeken we het Casino even verderop. Eigenlijk een werkbezoek, want Annelies werkt namelijk zelf in een Casino in Nederland als croupier (croupeuse is niet goed) Het is niet groot en om een uur of half elf nog vrijwel volledig stil. Ik win met Amerikaans roulette snel en stop - als gewoonlijk als ik op winst sta: 35 euro. Het diner eruit.
Een korte nacht. Even na zes uur rijden we terwijl het langzaam licht wordt opnieuw naar Mahón, ditmaal naar het vliegveld. Het vliegtuig van de dames vertrekt 8.20 uur. We hadden fijne gasten aan ze. Als we weer terug aan boord zijn breng ik de huurauto terug, maken we grondig schoon schip en slaan voorraden in voor de overtocht naar Corsica, morgen. Ik kijk de motor na en trek het logwieltje uit de bodem van de boot om het schoon te maken, want het zit al dagen vast door aangroei. De zon schijnt uitbundig, er is een kalme wind uit NW en de prognoses voor de komende dagen zijn goed. Vlak voor elf uur meldt Tessa per SMS dat ze op Schiphol zijn gearriveerd. Even later zien we een Hallberg Rassy 352 de haven binnen varen. Het is de Seawind van Peter en Ingrid Lehr (zie www.lehr.nl), die per e-mail hadden gemeld dat ze vandaag hoopten te arriveren. Ik heb ze bijna twee jaar geleden ontmoet toen ik in het Noordspaanse Camariñas op mijn opstapper Freek lag te wachten. Peter en Ingrid hebben een niet erg comfortabele oversteek vanaf Barcelona achter de rug, 120 mijl over een onrustige zee met nauwelijks wind. Ze gaan eerst slapen, straks zullen we hun verhalen wel horen. Ik ga naar Internet-café om dit verslagje te schrijven en zometeen zal ik nog eens de prognoses en de windkaartjes bekijken. Er ligt 230 mijl voor ons naar Ajaccio op Corsica. Om 8 uur morgenochtend willen we aan de dieselsteiger voltanken, want ook wij zullen waarschijnlijk veel moeten motoren. Dan snel weg. We hopen in de loop van vrijdagavond in Ajaccio aan te komen. Terug naar boven
Oversteek Menorca - Corsica (1)
Donderdag 19-06-2008
Om kwart voor acht maken we los. De dieselsteiger is nog niet open, maar we hebben geen zin nog te wachten. Diesel genoeg, ook als we - zoals waarschijnlijk - de hele tocht moeten motoren. Weg dus, een bekend fenomeen, je hebt geen rust meer en wil snel vertrekken om de uitdaging die voor je ligt zonder verder uitstel aan te gaan. Twee boten verder is de crew van Seawind nog in diepe rust als we de haven van Fornells uitvaren om aan de ruim 230 mijl naar Corsica te beginnen. Buiten de cala van Fornells is de wind West Bf 2. De nare zeegang waar Peter & Ingrid Lehrs gisteren nog zoveel last van hadden, is weg. We zetten het grootzeil als steunzeil, motoren op een koers van 60° in de richting van de opkomende zon en laten de noordelijke rotskust van Menorca achter ons (zie foto hier) Een tiental meters aan bakboord springt een forse vis met een lange spitse neus een paar keer hoog uit het water, bij wijze van afscheidsgroet. Een zwaardvis, zeker 1,5 meter lang! Hij wordt mogelijk nagezeten door een nog grotere roofvis, maar hoe we ook de zee afspeuren, we zien niks. De uren verstrijken. Eigenlijk is dit onze eerste grote oversteek, want Biscaye hebben we "langs de randen" gedaan en de overtocht Boulogne - Cherbourg was destijds lang zo groot niet. In de waardering ervan verschillen we grootscheeps. Ans heeft vooral een gloeiende hekel aan ´s nachts varen. Het doet haar denken aan de nachtdiensten, toen ze in het ziekenhuis bij de receptie werkte. Dan was ze ook steeds geradbraakt. Ik, precies tegenovergesteld, geniet ervan hoe de wereld inkrimpt tot het varende eilandje op een permanent bewegend vlak met een lege horizon. Ik kan er uren naar kijken en me ongelimiteerd overgeven aan het Grote Mijmeren. Ik zit op het voordek, rug tegen de mast in de schaduw van het grootzeil (zie foto boven en hier) Menorca zinkt langzaam weg in de horizon, na 30 mijl is het niet meer te zien. Alleen een wolkenbank geeft de plaats van het eiland aan, verder is de de hemel wolkenloos. Er komt een ietsje meer wind, net genoeg om de genua te kunnen uitrollen. Het geeft een knoop extra snelheid. Al motorzeilend gebeurt er uren verder niks. We snellen met 6 tot 7 knopen naar het noordoosten, over dat merkwaardige, beweeglijke medium, samengesteld uit waterstofatomen, afkomstig van kort na de oerknal en zuurstof, gemaakt in exploderende sterren. Alleen vloeibaar in de smalle bandbreedte tussen 0 en 100 graden Celsius. Een onooglijke marge die op wonderlijke wijze al enige miljarden jaren op onze planeet gehandhaafd werd, voorwaarde voor het onstaan van aards leven. Ondanks perioden van extreme kou, erger dan de ijstijden van de laatste paar miljoen jaren (Snowball Earth) en extreme warmte in broeikasperioden met koolzuurconcentraties van bijna tien keer de huidige. Een snel opkomend loeien trekt opeens mijn aandacht. Een tweemotorig Frans marinevliegtuig scheert laag over ons heen, verdwaasd kijk ik naar een zwaaiende arm uit een cockpitraampje en zie het toestel snel kleiner worden tot het in de richting van Toulon verdwijnt.
De zee is hier bijna 3000 meter diep. Je realiseert je dat niet zo en het voelt wat raar zo´n peilloze diepte onder je te weten. Het is ondertussen gloeiend warm aan het worden, dus we zetten de bimini op. Ik neem een douche, want door het voortdurende motorzeilen hebben we warm water in de boiler. Eigenlijk nu niet nodig om af te koelen. In de avond probeer ik op de SSB-radio het Hollands radionetje te beluisteren, maar ik hoor niks. Ruis, waarvan ik vermoed dat die van de motor komt. Ik heb echter geen zin om hem uit te zetten om het te checken. De zon begint onder te gaan en wij hebben happy hour, twee glazen wijn (zie foto hier) Om 21.13 uur zien we hem snel en bloedrood in zee zakken. We wachten even, maar nee, er is geen inversie van luchtlagen dus geen Green Flash, zoals op dat gedenkwaardige moment in de zomer van 2003 toen we over de Noordzee op weg waren naar Schotland. Ans neemt de eerste wacht van drie uur terwijl ik wat lig te sluimeren op een kajuitbank. Om 22.30 uur komt de maan bloedrood op. "Wie ein blutiges Eisen", zoals een verwarde Wozzeck zingt in de nacht waarin hij zijn geliefde Marie uit jaloezie gaat doden, in de gelijknamige opera van Alban Berg. De wind neemt niet af, dus we gaan motorzeilend de nacht in. Terug naar boven
Oversteek Menorca - Corsica (2)
Vrijdag 20-06-2008
Om half twaalf neem ik de wacht over van Ans. Ze verdwijnt naar ons grote bed in de achterhut, want de zee is rustig genoeg om er te kunnen liggen zonder heen en weer te worden gegooid. Het scheepje spoedt zich verder door de maanverlichte nacht. De maan trekt een zilveren spoor over de zee. Links, vlak naast de maanschijf, staat een grote, heldere ster. Dat moet een planeet zijn, die zó helder schijnt dat de maan het licht niet uitwist. Jupiter? Met de verrekijker zie ik een helrond schijfje, springerig en moeilijk in beeld te houden. De nacht is prachtig. Om er een beeld van te geven maak ik een foto, ondanks het feit dat mijn camera er niet voor geschikt is (zie hier) Verder gebeurt er de hele nacht niks. Nou ja, er passeren twee schepen, één keer voorlangs en éen keer, na een kleine koersaanpassing, achterlangs. Ik zet het kookwekkertje steeds op een halfuur, een beetje onder de grens: een zeeschip vaart meestal 15 knopen, dus in een halfuur legt het 7,5 mijl af, je kijkcirkel is ongeveer 10 mijl in een heldere nacht. Halverwege de nacht komt Ans bovendeks en strekt zich op de andere kuipbank uit. Even later constateert ze dat ik door het wekkertje heenslaap. Oh jé. Op de VHF kanaal 16 is een hoop ongein. Een schreeuwerige vent lalt, fluit en laat muziek horen. Een paar mensen roepen vergeefs Shut up! Bij ons zou zo iemand een flinke douw krijgen. De kustwacht laat echter niets horen. Om half vier valt de wind weg, de genua zakt in. Ik rol hem in en zet het grootzeil in de midscheeps vast. De zon komt rood op om 6.04 uur (foto hieronder)
Vandaag is er nog minder wind dan gisteren en het is beduidend warmer. We varen uren over de glinsterende zee. De zee heeft een prachtige helderblauwe kleur, het mooiste lichtblauw dat ik ooit zag. Ik laat opnieuw mijn gedachten de vrije loop. Op 30 mijl van Corsica is het eiland nog niet te zien. Op 25 mijl ook niet. Om 14.00 uur, op 22 mijl, zien we wazige, hoge bergen. Op 15 mijl is het eiland weer weg, we zien niets, alsof het zich probeert te verschuilen. Dit is het geheimzinnige eiland waar de held Odysseus en zijn gezellen op hun zwerftocht door de antieke Middellandse Zee de gevaarlijke reuzen ontmoetten. Op 10 mijl zien we, achter en tussen stofkleurige wolkenbanden door, schimmen van rotskapen en hoge bergen. Corsica is het meest bergachtig van alle eilanden in de Med. Als de andere eilanden die we bezochten, wisselde het voortdurend van eigenaar. Er waren veel opstanden van de inheemse bevolking, tot en met de bomaanslagen van separatisten in onze eigen tijd. Het was lang in bezit van de stadstaat Genua. Vol verwachting varen we de majestueuze Golf van Ajaccio binnen, angstvallig links van ons houden we de rotsige Isles Sanguinaires (de "bloeddorstige eilanden", je kunt je er alles bij voorstellen) Alsof ze ons komen begroeten zwemmen traag twee dolfijnen langs. Daar ligt de oude stad Ajaccio, aan het eind van de baai, met zijn oude citadelle (zie foto hier) De stad waar Napoleon Bonaparte werd geboren en die hij verder zijn hele leven links liet liggen. We strijken het grootzeil. Ik zie dat er twee leuvers stuk zijn, die moet ik dezer dagen vervangen. Goed dat ik onlangs een zak nieuwe kocht. We varen onder de citadel naar de jachthaven erachter, de Port Tino Rossi, genoemd naar de zanger uit het midden van de vorige eeuw, die ook hier werd geboren. Volgens onze pilot moeten we aanleggen bij de dieselsteiger en om een plek vragen. Maar een narrige vent snauwt "Gasole?" en "VHF 9" als we een beduiden dat we willen overnachten. Een hartelijke ontvangst! Als op de VHF ook nog alleen maar een monosyllabisch "Complet!" wordt gesnauwd, keren we om en varen naar de tweede jachthaven van Ajaccio, de Port Charles Ornano, even verderop. Daar wijst een vriendelijke jongen ons een plek, niet fraai tussen twee oude barrels van motorboten en tegen een kade met geparkeerde auto´s, maar alla, we hebben een plek. In elk geval voor twee dagen, zegt de jongen. We genieten van een glas wijn en van de maaltijd, die Ans improviseert. We gaan vroeg naar bed. Toch trots dat we zonder enig probleem de 233 mijl naar Corsica achter ons hebben. En dat we op tijd zijn voor de komst van mijn dochter Floor, die op de 29e deze maand met een veerboot uit Marseille zal komen. Terug naar boven
Ajaccio (1)
Zaterdag 21-06-2008
Vanwege de warmte raken we niet in slaap, gisteravond. Eén van de (dure) opties bij de aanschaf van ons schip was destijds airconditioning. Er zitten zelfs al schakelaars voor op het insrumentenpaneel. Overbodige en energieverslindende luxe, was toen het oordeel. Tja. We herinneren ons dat we ergens aan boord een tafelventilator moeten hebben, vlak voor vertrek uit Gorcum nog snel aangeschaft. We weten hem op te scharrelen en al snel spreidt hij een aangename tocht over onze bezwete, vermoeide lichamen uit.
In de morgen vind ik vlakbij een patisserie voor een vers stokbrood. Daarna lopen we vol verwachting de stad in. Onze haven ligt naast het Gare ferroviaire de Corse, het station. Daar halen we meteen een dienstregeling, want de treintrajecten op het bergachtige Île de Beauté moeten spectaculair zijn. Het stadscentrum is slechts op een paar minuten lopen. Dat is ook weer zo´n mystificatie. Iedereen wil naar de eerste jachthaven, de Port de Plaisance Tino Rossi, omdat in alle pilots staat dat die vlakbij het centrum ligt. Vandaar de grote bek die ze er opzetten, de klanten komen toch wel. Maar onze haven ligt nauwelijks verderaf. Het stadscentrum kent namelijk twee delen, het oudste is het Genuese gedeelte met kleine slingerende steegjes, dat onmiskenbaar Italiaans aandoet. Dat ligt onder de citadel en inderdaad naast jachthaven Tino Rossi. Aansluitend ligt het Imperiale gedeelte van de binnenstad, langs (uiteraard) de Cours Napoléon, het Gare Maritime waar de veerboten en cruiseschepen aanleggen en onze jachthaven. Alles op loopafstand. Het is wennen. Na het rustige, propere en goed-georganiseerde Menorca is het hier smeriger en een heksenketel van jachtig verkeer, van geirriteerd getoeter en voortdurend alarmerende politie- en ambulancesirenes. Het lijkt wel of de stad in een permanente staat van opwinding verkeert. We duiken een winkelstraat in met boetieks, terrasjes en restaurants, waar auto´s niet mogen komen. De lange Rue du Cardinal Fesch slingert zich door het Imperiale stadscentrum naar het Place Foch. Halverwege is het Musée Fesch (door Leonard van Veldhoven in deel 2 van zijn vierdelige serie per abuis "Musée Foch" genoemd) met een wereldberoemde collectie van schilderijen uit de Italiaanse renaissance. Een briefje op de poort vermeldt dat het wegens verbouwing is gesloten tot eind 2009. Helaas! We komen langs het geboortehuis van Tino Rossi, een beroemde operettezanger uit de vorige eeuw die kennelijk van Corsicaanse afkomst was. Ans is verrukt van de originaliteit en de kwaliteit van de kleding in de boetiekjes. Ik zie opeens een prachtige, rode jurk, die haar perfect staat. Ik vind het altijd leuk om voor haar kleding en sieraden te kopen, wie had dat van mij gedacht. Op het Place Foch zit een accordéoniste sentimentele Franse wijsjes te spelen. We gaan naast hem op een bankje zitten en komen helemaal in de stemming (zie foto hierboven en hier) Er staat een dwaas wit beeld, niet van Maréchal Foch, maar (uiteraard) van Napoléon als 1e Consul van de al niet meer zó revolutionaire Franse republiek, gehuld in een Romeins gewaad en getooid met een lauwerkrans op zijn schedel. Achter het plein begint het Genuese centrum. Op de terugweg kopen we op een grote markt asperges, rammenas, zeer grote eieren en verrukkelijke rauwe ham. De slager wil wel poseren met Ans en neemt een typisch Corsicaanse pose aan (zie foto hier) We zien ook dat er vanavond overal in de stad feest is, het jaarlijks Fête de la Musique, vanwege het begin van de zomer. Het is vandaag de langste dag van het jaar. Op alle terrassen richt men podia op voor musici. We gaan er vanavond op uit! Terug naar boven
Ajaccio (2)
Zondag 22-06-2008
Op het Place Foch luisteren we naar een prima orkest met een vaardige violiste (foto hier) Ans draagt de nieuwe jurk. In de Genuese wijk barst het van de terrasjes, waar muziek wordt gemaakt. We vinden een plekje in de Rue Roi de Rome, waar we moules marinières eten met een rode Corsicaanse wijn uit Patrimonio (Domaine Jacometti) Zie foto boven en hier. De mosselen zijn in witte wijn gekookt en goed gepeperd, de forse rode wijn kan er wel tegen. Op diverse plaatsen staan grote TV-schermen waarop we van tijd tot tijd de ondergang van het Nederlandse elftal tegen de Russen kunnen volgen. Dat hebben we dan ook weer gehad. Na de maaltijd slenteren we verder. De stad bruist van muziek. Een tijd luisteren we naar twee musici die veel chansons van Brel zingen (zie foto hier) en ook een kennelijk nationalistisch lied, dat door de Corsicanen om ons heen ernstig wordt meegezongen. Van het FLNC (het Corsicaans bevrijdingsfront) merken we niet veel, behalve af en toe "Rezistenza!" leuzen op de muren. De tijd van bomaanslagen op buitenlanders is duidelijk voorbij, lijkt het. Aan de havenkant staat een groep slagwerkers een spectaculaire show weg te geven. Ze hebben ondermeer PVC-buizen van diverse lengte en doorsnede op elkaar op karretjes gebonden en slaan met wat op struisvogelveren lijkt op de openingen. Het geeft een prachtig donker geluid. Laat in de zwoele nacht lopen we terug naar de boot.
Vandaag is het nog warmer dan gisteren. We meten 31° Op het havenkantoor zegt men dat we mogen blijven liggen tot morgen. Ik voeg een liter motorolie aan de motor toe, na de 34-urige oversteek vanaf Menorca (233 uur in 34 uur, gemiddelde snelheid 6,8 mijl/uur, we hadden doorgaans een halve tot een hele knoop stroom mee) Ik omring me met kaarten en pilots en stippel een globale route uit voor de komende tijd. Eerst naar het noorden, dan om het noordelijke schiereiland Cap Corse naar Bastia, oversteken naar het Italiaanse Elba en daar een tijdje rondvaren. Uiteindelijk weer terug naar Corsica om langs de oostkust af te zakken naar Bonifacio en het eiland Sardinië. Dan zien we weer verder. Het zal steeds drukker worden nu het seizoen gaat aanbreken. Misschien vinden we ergens een mooie plek waar we "het seizoen kunnen uitzitten" Terug naar boven
Ajaccio (3)
Maandag 23-06-2008
Gisteravond mijn dochter Floor aan de lijn. Ze arriveert over een week op maandagochtend half acht met de veerboot uit Marseille. De Corsicaanse asperges zijn van een uitstekende kwaliteit en smaken heerlijk met de ham, de hardgekookte eieren en nootmuskaat.
Het is vandaag alweer warmer dan gisteren: ruim boven de 30° Af en toe komen we binnen- en buitenboord hardnekkige roetvlekken tegen, vermoedelijk afkomstig van de schoorstenen van de af- en aan varende veerboten. We verwonderen ons al dagen over de bewoners van de beide barrels van motorboten ter weerszijden. Het zijn typische Stiefbeen & Zoon types, mensen die kennelijk al jaren bezig zijn van alles aan boord te verzamelen dat misschien ooit bruikbaar kan zijn voor het jarenlange, nooit vorderende project om hun aftandse schepen op te knappen (zie foto boven en hier) Overigens erg aardige mensen, als je een paar dagen naast ze ligt. Opnieuw verdiep ik me in lectuur over Corsica, teneinde na te gaan welke lokaties interessant zijn voor excursies aan de wal. Die kom je in de komende verslagen wel tegen. Op het havenkantoor denkt men dat we nog wel een nacht kunnen blijven, ze weten niet of de eigenaar van de ligplaats terugkomt. Als dat zo is, dan moeten we naar buiten verkassen waar een steiger langs de havendam is gemaakt. Daar lig je erg onrustig. Ans slaat nieuwe voorraden in bij de grote Super U verderop en ik werk in een Internet-café de website bij. Morgen hopen we verder te varen, allereerst naar Cargèse. Terug naar boven
Cargèse
Dinsdag 24-06-2008
Een stralende, warme en windloze dag. In de chandlery op de kade koop ik zeekaarten van Elba, Straat Bonifacio en de eilandengroepen vlak boven Sardinië. Daarna tanken we vol en om tien uur motoren we langs de kust de Golf van Ajaccio uit in de richting van de Îles Sanguinaires, de "bloeddorstige eilanden" Ans ligt op het voordek te zonnen (zie bijgaande foto en hier) Ik snap niet hoe ze het uit kan houden. Er loopt een nauwe passage tussen het noordwestelijkst eilandje en de Pointe de la Parata door, de Passe des Sanguinaires. De diepte is daar slechts 6 - 7 meter. De passage wordt afgeraden bij harde aanlandige wind en zeegang. Dat je daar inderdaad niet mee spotten, getuigt het witte wrak van een catamaran dat even verderop tegen de rotsen van de kaap ligt. Bovenop de kaap staat een oude Genuese wachttoren (foto hier) Toeristen klimmen langs steile paadjes ernaartoe, hun bussen staan een heel eind terug bij een restaurant geparkeerd. Ik kijk op de dieptemeter: 5,2 meter onder de kiel (dus exclusief onze eigen diepgang van 2 meter) We ronden de kaap, laten de Bloeddorstige Eilanden achter ons (foto hier) en varen over een spiegelgladdee zee naar het noorden. De kust is spectaculair, ruig met diepe spelonken en kleine baaien tussen hoge rotskliffen. Daarachter beboste bergen en daar weer achter steeds hogere bergen, kaal en sommige nog met sneeuwvelden op de hellingen. We zien een paar fraaie ankerbaaien. Verderop is de volgende kaap, Cap de Feno, met opnieuw de ruïne van een oude wachttoren. In tegenstelling tot de eerdere kaap is dit een volledig verlaten plek. Het hoge, smalle muurrestant aan de zuidkant geeft de toren een vreemd, luguber aanzien. "In certain lights when approaching from the south, the ruined tower has the appearance of a seated cat", zegt de pilot van John Marchment erover. Na de kaap steken we de 8 mijl brede Baai van Sagone over in de richting van onze bestemming, de kleine haven van Cargèse. Hoe meer we naderen, hoe harder de wind van voren inkomt. Een merkwaardige mengeling van het "kaapeffect" van Kaap Puntiglione en valwinden over de berg waaronder het haventje ligt. Om 14.00 uur zijn we er. Binnen krijgen we een plaatsje "bow to" aan de kade van de golfbreker. Het ziet er leuk en vredig uit en doet ons denken aan het haventje van Hammerhavn op het Deense eiland Bornholm in de Oostzee, waar we in de zomer van 2005 een paar dagen lagen. Hij tempert de hitte aangenaam, die wind die van de berg valt waarop het dorpje Cargèse ligt te suffen. Er is zelfs een gratis WiFi-netwerk, dus eindelijk weer de luxe van Internet aan boord. We besluiten hier een paar dagen te blijven, voor we verder varen naar Calvi in het noorden.
Vanuit de kuip kijken we omhoog naar het dorp. Rechts ligt een kerkhof tegen de berghelling met veel bloemen. Aan weerszijden van een kleine, groene vallei met een paar statige cypressen staan, tegenover ons, twee kerken, een katholieke en een Grieks-orthodoxe (zie foto hier) Om 18.00 uur luiden ze hun klok, de een na de ander. Daar zit natuurlijk een verhaal achter. In deel 2 van Leonard van Veldhoven´s "Scheepsjounaal van de Existence" staat het niet helemaal goed. In 1676, toen de stadstaat Genua over Corsica heerste, vroeg een groep Grieken in de Golf van Colokythia op de Peloponesos Genua om hulp vanwege de tyrranie van de Ottomaanse Turken. Dat was niet het enige, de Griekse familie-clans knokten ook onderling nogal veel. De senaat van Genua, dat zélf kampte met de eeuwige opstanden van de Corsicaanse bevolking, dacht slim te zijn en huisvestte als tegenwicht 730 Grieken van één familie-clan in het gebied ten oosten van het huidige Cargèse. Al snel ontstonden er naijver en conflicten tussen hen en de Corsicanen, die er in 1731 in resulteerden dat de Grieken werden verjaagd en hun dorpen verwoest. Ze zochten hun toevlucht in Ajaccio. In 1768, toen Corsica in Franse handen was, bouwden die een nieuw dorp voor de Grieken, het huidige Cargèse, inclusief een orthodoxe en een katholieke kerk. Kennelijk had het succes, want de Grieken vermengden zich met de lokale bevolking en niets onderscheidt hen nog van de oorspronkelijke Corsicanen. We verwachten daarom niet er nog een Grieks restaurant te vinden, als we morgen een kijkje gaan nemen. Toch opvallend, dat het de Fransen lukte en Genua niet... Terug naar boven
Cargèse (2)
Woensdag 25-06-2008
Het is allemaal ingewikkelder dan het gisteren leek, die geschiedenis van de Grieken in Cargèse. Cargèse la Grecque, zoals het hier wordt genoemd. Vanmorgen klimmen we onder de blakerende zon met ons boodschappenkarretje naar het dorpje. Het blijkt een gewoon Frans-Corsicaans dorpje met een pleintje onder schaduwrijke platanen, een postkantoortje, een supermarktje en wat caféterrasjes, veel Grieks zien we niet. Of het moet het blok identieke huisjes zijn, in het centrum, langs meetkundig rechte straatjes - de 120 huizen die de Franse generaal Marbeuf in 1774 voor de Grieken bouwde omdat een door hen geformeerd regiment deel uitmaakte van zijn troepen. Nee, het is iets ingewikkelder. De Griekse diaspora is minder bekend dan de Joodse, maar overal rond de Middellandse Zee en de Zwarte Zee vind je nederzettingen van Grieken, die voor de Ottomaanse dictatuur uitweken. De nederzetting van bijna 800 Grieken van de Maînoto-clan uit Vitylo (of Oitylos) op de Peloponesos, in het gebied van Paomia op Corsica (hier vlakbij), gefaciliteerd door de bezettende macht Genua, was er één van. Ze moesten er overigens de Genuezen wel voor betalen, maar dat was niet erg veel. Een schip met de - achteraf ironierijke - naam "Sauveur" zou hen in 10 dagen naar Genua brengen. De tocht duurde echter drie maanden en moet rampzalig geweest zijn. Maar liefst 120 Grieken lieten tijdens de scheepsreis het leven. Voordat het restant naar Corsica vertrok, werden hun namen "veritalianiseerd" (Papadakis werd bijvoorbeeld Papadacci) en moesten ze trouw zweren aan de paus in Rome. De Grieken woonden een vijftigtal jaren in Paomia, ze werkten hard - harder dan de lokale Corsicanen - en al snel werd hun nederzetting welvarend en de rijkste in de streek. Dat leverde afgunst op en toen de Corsicanen in 1729 in opstand kwamen tegen de Genuese bezetters, weigerden de Grieken steun te geven tegen hun weldoeners. Kun je begrijpen, maar de Corsicanen overvielen hen en brandden de nederzetting plat en verjoegen de Grieken. Die weken uit naar Ajaccio, dat nog in Genuese handen was, en woonden er tot in 1768 Genua het eiland Corsica aan de Franse koning overdroeg. De Grieken dachten er slim aan te doen de nieuwe machthebber te steunen en formeerden uit hun midden een regiment soldaten, dat in het leger van de Franse generaal Graaf Marbeuf werd opgenomen. Of die opnieuw tegen de eeuwig en altijd rebellerende Corsicanen hebben gevochten, weet ik niet. In elk geval gaf Marbeuf hen Cargèse en zichzelf de titel Markies van Cargèse en bouwde hij er 120 huisjes voor hen. Het ongeluk was echter nog niet over. In het revolutiejaar 1793 werden de Grieken weer uit Cargèse verdreven, naar ik aanneem door tegen de Franse adel muitende Corsicanen, die hun wrevel nog niet vergeten waren. De Grieken verbleven opnieuw, gedurende vier jaar, in Ajaccio tot tijdens de restauratie van het gezag de Franse generaal Casabianca het merendeel van hen weer terugbracht naar Cargèse. Begin 19e eeuw wonen er 1000 mensen, van wie 350 niet-Grieken. Er wordt een kazerne gebouwd voor 500 soldaten. Ter bescherming? In 1817 bouwen de niet-Griekse inwoners een katholieke kerk, pas in 1852 beginnen de Grieken aan de bouw van hun eigen orthodoxe kerk. De beide kerken staan tegenover elkaar op nauwelijks 100 meter, gescheiden door een kleine, begroeide vallei (zie foto boven en hier) "Et depuis Grecs et Corses vivent en parfaite intelligence", zegt een foldertje dat ik op het toeristenbureau krijg. Ik betwijfel het, want nog in 1874 vertrekt een grote groep Grieken uit Cargèse om in Frans Algerije een nieuwe nederzetting te stichten: Sidi-Merouan. Dat lees ik op een vergeelde tekst in de hal van de Grieks-orthodoxe kerk. Sidi-Merouan bestaat nog. Er hangt in de hal ook een recent krantenknipsel, dat verhaalt van een steunactie van de lokale Grieken in Cargèse voor de slachtoffers van de recente aardbeving op de Peloponesos, die ook Vitylo verwoestte, het dorp van hun herkomst.
Maar dat is nog niet alles over Cargèse. Twee kilometer verderop is een wetenschappelijk instituut gevestigd, het Institute d´Etudes Scientifiques de Cargèse. En laat daar nou precies in deze week een bijeenkomst zijn van de ESF School in High Energy Physics and Astrophysics over de verwachtingen van de eerste experimenten met de Large Hadron Collider (LHC) van CERN in Genève, die in het komend najaar zullen beginnen! Een bijeenkomst waaraan nota bene ook Lisa Randall deelneemt, blijkt uit de lijst van deelnemers die ik op Internet vond (https://www.lpthe.jussieu.fr/cargese/) Lisa Randall, wier dikke boek over de nieuwe fysica ("De verborgen dimensies van ons heelal", Ned. vert. 2006, Spectrum) ik eerder op deze reis met zoveel moeite doorploeterde. Over snaartheorie en extra ruimtelijke dimensies, zo klein dat we die niet kunnen zien. Die loopt hier dus ergens rond! Niet dat ik weet wat ik haar zou moeten vragen, als we haar tegen kwamen. Maar toch leuk. Enfin, we slenteren door het dorpje, doen boodschappen, drinken een citron pressé op een terrasje, bekijken de beide kerken en genieten van de schitterende uitzichten op de haven en de baai. Hier vind je drie foto´s. In de supermarkt hebben ze nispero´s, de abrikoosachtige vruchten van de Japanse (wol)mispel oftwel de foute kathedraalboom. In het Frans heet de vrucht nefle. Morgen willen we verder varen naar de stad Calvi.
Ik heb besloten vanaf 1 juli a.s. de tweede helft van 2008 in een nieuwe pagina te plaatsen (Reislogboek 2008/2) Het dataverkeer en de downloadtijd nemen anders wel erg toe. Terug naar boven
Calvi
Donderdag 26-06-2008
Gisteravond duik ik nog eens met duikbril en snorkel onder het schip. Zonder pak, het water is 22° en glashelder. Alles ziet er prima uit, de anodes van schroef, schroefas en boegschroeven zien er nog redelijk uit, de schroef is vrij en de mooringlijn ligt vrij op de bodem. Scholen visjes zwemmen onbekommerd om me heen. Met mijn hand kan ik de dunne aangroei gemakkelijk wegvegen. Er komt zelfs antifouling mee, dus zou je zeggen dat de laag vooralsnog dik genoeg is. ´s Avonds is er live-muziek in één van de restaurants aan de overkant, op de kade. We zitten er in de kuip genoeglijk naar te luisteren.
De volgende dag - vandaag - zie ik tientallen bleekpaarse kwalletjes om de boot zwemmen. Ik ben blij dat die er gisteren niet waren. We vertrekken om half negen, met volop zon en opnieuw geen wind (Zuid Bf 1) Er ligt een permanente rug van luchtdrukken rond 1015 - 1019 hPa over het westelijk bekken van de Med en volgens de prognoses gaat het traditionele laag boven het Iberisch schiereiland zich vormen. Dat geeft doorgaans zonnig en rustig weer met zuidelijke stromingen. Toch hijsen we het grootzeil want ik wil de twee kapotte leuvers vervangen. Dat is zo gebeurd. Meteen spuit ik wat teflonspray in de gleuf van de mast. De zee is volledig vlak. Zelfs bij de Punta di u Punitglione is geen wind. We varen langs hoge kliffen met diepe, rotsige inhammen, steken een aantal kleinere baaien over en ronden Kaap Rossu. Inderdaad rood. Er zijn nogal wat boten op het water, de meerderheid motorboten. Zogenaamde "gin-palaces" zoals Sebastian Smith ze noemt, compleet met veranda-schuifdeuren en bemanning. De eigenaren zitten op de eerste verdieping verveeld rond te kijken. Op tegenkoers passeert een zusterschip, een 43DS onder Franse vlag. Over en weer wordt enthousiast gezwaaid. We steken de grote Golfe de Porto over en vervolgens de kleinere Golfe de Girolata. De kust is dramatisch mooi! Overal zijn schitterende ankerbaaitjes met strandjes, waar niemand ligt. Wat let ons? Nou ja, we willen een plaats in Calvi zeker stellen, waar we dit weekend een auto gaan huren om maandagochtend vroeg mijn dochter Floor in Ajaccio van de veerboot te halen. Dus varen we verder. Het wordt steeds mooier. De Punta Palazzu is ronduit spectaculair, een steile kaap met een eilandje ervoor, Île di Gargula. Je kunt er tussendoor varen, tussen immens hoge wanden door een nauwe doorgang - als je de situatie goed kent. We zien er toch maar van af. Voor de hoge rotswanden tussen de kapen Mursetta en Cavallo zien we grote groep Stormvogeltjes op het water, kleine zwarte vogeltjes die een beetje op zwaluwen lijken. Het doet ons eraan denken hoe weinig vogelleven we tot dusver in de Med zagen. Vooral de afwezigheid van meeuwen valt erg op. Is dat normaal of is het een gevolg van overbevissing? In de havens zien we overigens juist erg veel vis.
Tenslotte ronden we La Revellata, de kale kaap waarachter de oeroude stad Calvi ligt. Even later zien we de grote citadel achter de kaap tevoorschijn schuiven. Het is een prachtig gezicht (zie foto boven en hier) In de beschutte baai komt ons een grote dolfijn tegmoet. Dolfijnen zie je niet vaak op hun eentje. Hij springt een paar keer ver boven het water uit en zwemt naar ons toe. We rennen naar het voordek en zien hoe het grote lichaam met de lichte buik zich even langs onze boeg kromt. Dan zwemt hij weer verder. Een mooie begroeting. Ach, Calvi! Een haven sinds onheuglijke tijden, al ver voor de Romeinen. Later altijd trouw gebleven aan de Genuese heren. Doorstond aanvallen van de Fransen die gesteund werden door de Turken. "Civitas Calvi semper fidelis", stond boven de poort van de citadel geschreven. In 1795 werd het door een Engelse vloot onder Nelson veroverd, maar de admiraal verloor er een oog. De inwoners van de stad beweren dat Christopher Columbus er werd geboren, maar daar bestaat geen enkele aanwijzing voor - behalve dat er een paar families hier zo heten. We roepen de capitainerie op en krijgen een mooie plek met uitzicht op de citadelle. Het schijnt dat je die niet kan bezoeken, omdat na de Algerijnse onafhankelijkheid in 1963 het Vreemdelingenlegioen erin is ondergebracht. Merkwaardig, wat geeft dat nou? Vroeger kon je in het Vreemdelingenlegioen terecht zonder dat er naar je verleden gevraagd werd, en je mocht er - geloof ik - ook nooit meer uit weg. Dat zou misschien de reden voor al die geheimzinnigheid kunnen zijn, maar ik kan het me vandaag de dag eigenlijk niet meer voorstellen. Dat zoeken we uit in de komende dagen. Terug naar boven
Calvi (2)
Vrijdag 27-06-2008
In de restauranten en terrassen langs de haven is het druk, maar wij eten lekker aan boord. De avondlijke pantalonnade voert velen ook over onze kade. Lord Byron in zijn kooi buiten trekt ieders aandacht en steelt uiteraard de show. Later loop ik met de vuilniszak erlangs. Allemaal jongelui. In een kleine bar drink ik een slecht klaargemaakte mojito. Teveel munt, teveel rum en te weinig ijs. Ik loop verder door de straatjes naar het kleine station. Daar is een bar waar nogal wat militairen in uniform zitten. Ze dragen een witte sjako. Soldaten van het Vreemdelingenlegioen, geen twijfel mogelijk. Terug aan de haven is het een vrolijke boel in de kroegen. Toch valt de herrie eerlijk gezegd mee. We slapen uitstekend.
Vanochtend spuiten we het schip schoon. Ans maakt binnen schoon en laat de wasmachine draaien. We liggen hier werkelijk prachtig, zo onder de citadel (zie foto boven en hier) Met het oog op komende anker-avonturen pomp ik de dinghy op. Die al een halfjaar - sedert Lagos - niet van zijn plaats aan dek is geweest. Helaas krijg ik het buitenboordmotortje niet aan de gang. Die zal ik binnenkort een servicebeurt laten geven. Het is opnieuw 30° De zon staat aan een wolkenloze hemel. Zonder bimini en het windje dat eronder door waait, zou het niet uit te houden zijn. Ik lees "Israël contra Zion", het boek waarin oud NRC-correspondent Salomon Bouman veel van zijn artikelen uit de periode 1967 - 1998 heeft gebundeld (Mets, 1998) Opvallend dat nationalistische leiders zoals bijvoorbeeld Menachem Begin in staat waren daadwerkelijk grotere concessies te doen voor het vredesproces dan ruimer denkende politici zoals Peres. Bouman verwondert zich daar ook over. Ze hadden kennelijk meer gezag. Iets dergelijks geldt in de tien jaar na het boek, voor Ariel Sharon, die in staat was de overdracht van Gaza en de Joodse nederzettingen daar tot stand te brengen. Wat is er veel gebeurd in die tien jaar: de dood van Arafat, de groei van het fundamentalisme aan beide kanten, de opkomst van Hamas, de uitschakeling van Sharon, de futiele campagne tegen Hezbollah in Libanon, de impasse onder Olmert - vrede lijkt niets dichterbij te zijn te gekomen. Ook deze regio hoort bij de wereld van de Middellandse Zee en we zullen zeker proberen op onze tocht Israël en andere landen in dat gebied aan te doen. Terug naar boven
Calvi (3)
Zaterdag 28-06-2008
In de koelte van de avond, na het eten, zitten we lekker in de kuip. Te kijken naar de mensen die over de steiger voorbijlopen - zij en wij pretenderen niet te kijken maar over en weer kijken we natuurlijk toch. Een citronellakaarsje staat op tafel om insecten te verdrijven, aan het achterstag hangt het oude stormlampje bescheiden te schijnen, een relikt uit de periode van mijn eerste scheepje. Plotseling horen we iemand zeggen: hé, een boot uit Gorcum. We maken kennis met een echtpaar uit Venlo, nodigen ze aan boord en hebben een plezierige avond met hen. Ze zeilen ook, op het IJsselmeer in een Victoire, en brengen hun vakanties vaak door op Corsica. Het wordt laat.
Corsica, wat is het geweldig mooi! Mooier dan woorden kunnen zeggen en foto´s kunnen tonen. Vandaag trekken we met een huurauto het binnenland in. Over kleine weggetjes stijgen we langs spectaculaire ravijnen de Balagne in, het wijngebied bij Calvi. De uitzichten zijn onophoudelijk prachtig, het valt niet mee je oog op de weg te houden. We klimmen verder. Het landschap heeft een grote, woeste schoonheid. Boven de scheve velden cirkelen traag enkele roofvogels. De schaarse dorpjes zijn op onwaarschijnlijke plaatsen tegen de hellingen geplakt. Alle deuren en luiken zijn gesloten. Er loopt niemand op straat. De hellingen zijn tamelijk groen, met veel verkreupelde olijfbomen en kromme steeneiken, cactussen en het lage, droge struikgewas dat ze hier maquis noemen en dat heerlijk geurt. Een mengelmoes van lavendel-, kamperfoelie-, munt- en rozemarijngeuren, uitstekend bruikbaar in de keuken. Overal staan tamme kastanjebomen in een overdadige bloei van bleekgele stervormige bloemen. De boom werd door de Genuezen in Corsica ingevoerd en heeft zich over het hele eiland verspreid. De bergen en de koperrode rotspartijen zijn grillig en voorzien van scherp getande randen. Al die woestheid krijgt een mooi tegenwicht in de bermen van de weggetjes, die uitbundig begroeid zijn met tienduizenden klaprozen (zie foto hier) We komen niemand tegen en dat is maar goed ook, want de weggetjes zijn zo smal dat een tegenligger nauwelijks zou kunnen passeren. Na een hoge pas dalen we af naar het dorpje Pioggiola. Naast een haarspeldbocht ligt op een eenzaam plateau boven een diep dal een oud Romaans kerkje. We parkeren de auto en horen aarzelende orgelmuziek, alsof er een kind les heeft. Als we via een gammel deurtje stilletjes binnenlopen, blijkt dat te kloppen. Op een klein maar fraai orgeltje geeft een dame orgelles aan drie meisjes (zie foto boven en hier) Wat familileden zitten te luisteren. De klank van het kleine instrument is gaaf en we genieten als één van de leerlingen een zeer dansante bourée van Bach speelt. Eigenlijk heb je dan al geen zin meer om verder te gaan, maar dat doen we toch maar. De weg kronkelt zich langs steile afgronden en over wilde beken, soms overspannen door de elegante boog van een oude stenen brug uit de Genuese tijd. Uiteindelijk belanden we via de Gorges de l´Asco met de enorme toppen en sneeuwbedekte hellingen van ruim 2000 meter hoge bergen in de oude hoofdstad Corte. Een barse vesting omringd door hoge, grimmige bergen, "volkomen loodrecht gebouwd, de apotheose van het Corsicaanse dorp" aldus Paul Theroux ("De Zuilen van Hercules", Ned. vert 1996, Atlas) Het oude binnenstadje heeft een doolhof van pleintjes en stegen, trappen en hofjes. Veel panden hebben nog sporen van bombardementen en kogelgaten (zie foto hier) en herinneren aan de vele gevechten die er gevoerd werden. Natuurlijk is er een pleintje met een standbeeld van Pascal Paoli, de held van de Corsicanen (foto hier), een man die meer nederlagen dan overwinningen boekte in zijn onafgebroken strijd tegen eerst Genua en later de Fransen, al dan niet met hulp van de Britten - die hem een enorme drammer vonden en hem uiteindelijk als een baksteen lieten vallen. Corte is tegenwoordig een veel vrolijker stad, vooral sedert de Fransen er 20 jaar geleden de vestiging van een universiteit financierden en de stad vol studenten is.
We verlaten Corte weer in noordelijke richting en rijden via het spectaculaire kloofdal van de Scala di Santa Regina naar het donkere en wonderschone pijnbomenwoud van Valdu-Niellu, "misschien het enige echte woud in het Middellandse Zeegebied" zegt Paul Theroux in het al eerder genoemde boek. Het ligt als een betoverde schaduwdeken over de hellingen van de Niolo-bergketens, waarvan de hoogste top - de Monte Cinto, 2706 meter hoog is. Dan klimmen we in eindeloze haarspeldbochten naar de Col de Vergio op 1477 meter. Onderweg zien we Vlaamse gaaien op de weg, hun blauwe dekveren steken duidelijk af tegen het asfalt. Verder moet je voortdurend bij iedere bocht uitkijken voor geiten, zwarthuidige varkens en oranjebruine koeien, die men hier volledig vrij over de wegen laat lopen. Soms is het lastig om de route te vinden, want de Corsicanen hebben de hinderlijke gewoonte om verkeersborden en wegwijzers met kogels te doorboren en zoveel mogelijk onleesbaar te maken. Raar volk... Uiteindelijk bereiken we de kust bij Portu tegen acht uur in de avond, doen snel wat boodschappen in een supermarkt en rijden over een spectaculaire kustweg (2 foto´s hier) in twee uur terug naar Calvi. Terug naar boven
Calvi (4)
Zondag 29-06-2008
We eten laat na de lange autocht van gisteren, ruim 250 kilometer alleen maar bochten. Carl & Loes, het Venlose echtpaar dat vlakbij in een hotel logeert, komen langs om afscheid te nemen. Morgen varen ze met de veerboot terug naar Frankrijk. Ik dacht dat ik nog lang in mijn bed zou liggen draaien van het intensieve bochtenwerk, maar dat valt mee. Ik slaap als een blok. Vandaag luieren we vooral en ik werk de website bij op een slechte, steeds haperende WiFi-verbinding. Morgen staan we vroeg op om de in twee tot tweeëneenhalf uur naar Ajaccio te rijden om Floor op te halen.
Hiernaast staat een afbeelding van de merkwaardige vlag van Corsica. Het is de Tête de Maure, "a bandiera testa mora", een morenkop met een witte doek om het hoofd. Het merkwaardige embleem zou voor het eerst door Corsicaanse rebellen in de 18e eeuw gebruikt zijn. Rod Heikell schrijft in zijn pilot dat ze het hadden ontleend aan het vaandel van Aragon, dat vier morenkoppen met bandanas heeft ter herinnering aan de overwinning op de Saracenen. Inderdaad, een check op Internet leert dat dat in elk geval klopt: vier morenkoppen rond een rood kruis. Maar waarom koos de Corsicaanse nationalist Pascal Paoli destijds die morenkop? Het is de vraag of hij het was die de keus maakte. Geleerden zijn het niet eens over de oorsprong ervan, die zich verliest in de mist van de geschiedenis. Verschillende theorieën kun je vinden op https://www.crwflags.com/FOTW/FLAGS/fr-co.html.
Calvi (5)
Het is nog donker als we om vijf uur in de ochtend wegrijden om mijn dochter Floor op te halen in Ajaccio: bijna 170 kilometer heen en 170 weer terug. We nemen eerst de weg naar Île Rousse naar het noordoosten en vanaf daar de hoofdweg die noord/zuid over het eiland leidt en veel sneller is dan de uiterst bochtige kustweg. Het moet gezegd, de Corsicanen rijden als idioten met een onbedwingbare neiging tot moord en zelfmoord. Talloze malen zien we narrow escapes, omdat ze zo nodig op de smalle weg passeren moeten, liefst vlak voor een onoverzichtelijke bocht. Het kost ons 2,5 uur tot Ajaccio, waar Floor al bij de haven staat te wachten. We drinken koffie bij de jachthaven, waar we eerder lagen en vatten de terugtocht aan. De auto moet om 12.00 uur weer ingeleverd worden, maar dat lukt - inclusief boodschappen doen bij de Super U in Calvi - ruim op tijd.
Er is veel te praten, heel veel. 's Avonds drinken we een mojito aan de haven (zie foto boven) en we eten op het knusse pleintje onder het bordes van de Eglise St Marie majeure: schorpioenvis (Floor), Coquilles St Jacques (Ans) en wild zwijn (ik)
Vanaf nu gaat het verslag verder in het Reislogboek 2008/2e helft.