Logboek 2009/1 (Malta>Çanakkale)
NB 1: Gebruikers van Firefox moeten voor het laatste blog zelf naar beneden scrollen. Of op de toets "End" rechts op het toetsenbord drukken. Hun browser reageert niet op deze link! Windows Explorer wel.
NB 2: Sommige Firefoxgebruikers krijgen na of bij het verslag van 05-02-2009 alleen maar zwart. Ook dat is een bekende "bug" van die browser (althans in het Maakum-systeem van deze website) Bij Windows Explorer heb je er in elk geval geen last van!
Het kaartje hiernaast toont het Ottomaanse Rijk in 1566, ten tijde van zijn grootste omvang. In dat jaar stierf Sultan Suleiman de Grote. Het rijk reikte in het westen tot vlak voor de poorten van Wenen, dat de Ottomaanse Turken door stom toeval nooit wisten in te nemen, en in het oosten en zuiden tot aan Perzië en Soedan. Alleen Kreta en Cyprus, kolonies van de handelstad en -staat Venetië, waren nog niet in hun handen. Cyprus viel in 1571 en Kreta bleef nog honderd jaar langer in handen van Venetië, tot 1669. Maar al in 1565, hadden de Hospitaalridders de Ottomanen verslagen tijdens het Beleg van Malta en hun verdere opmars gestuit.
De Ottomanen brachten in 1453 het verzwakte Byzantijnse Keizerrijk ten val door de verovering van Constantinopel, het latere Istanbul. Constantinus, de laatste Oost-Romeinse keizer scheurde de versierselen van zijn toga en vocht zich dood in de straten van de stad. De geschiedenis van het Osmaanse rijk, dat na de val van Byzantium bijna vijfhonderd jaar bestond tot aan 1921, is ongemeen boeiend. Hoewel de Islam de staatsgodsdienst van het Rijk was en er geen formele noch feitelijke scheiding tussen Kerk en Staat bestond (de Sultan was de leider van beide), was er over het algemeen een betrekkelijk grote tolerantie voor de talrijke geloofgemeenschappen van joden en christenen¹ In de 18e eeuw begon de lang slepende ontbinding en werd het eens zo kolossale Rijk "de zieke man van Europa" genoemd. Dit is het gebied dat we in 2009 gaan verkennen.
¹ Zie: Zachary Kabell - "The People of the Book. The forgotten History of Islam and the West", John Murray Publishers, 2007, ISBN 978-0-7195-6755-1
Msida Marina, Malta (95)
Donderdag 01-01-2009, Nieuwjaarsdag
Wonderlijke avond, deze oudejaarsavond in de Black Pearl. Het is helder, rustig weer. Een kleine maansikkel staat aan de besterde hemel, een helderblauwe ster staat even ten zuiden van de maan. Het lijkt een planeet. Jupiter? Of Venus? Opzoeken. Alex Bonello, de eigenaar van het restaurant, ontvangt ons bij de ingang. Om half negen gaan we aan tafel, Jaap & Diana zijn ook van de partij dus we zijn met zijn zessen (foto hierboven) Geleidelijk loopt de zaak vol met Maltezers. We kijken onze ogen uit. Maltezers zijn over het algemeen vriendelijke mensen, klein en rond van stuk. De vrouwen zijn vanavond zwaar opgemaakt en erg opzichtig gekleed, uitdagend, wulps eigenlijk, hun zware borsten met push-up BH´s omhoog gestuwd en met een diepe cleavage ertussen. Sommigen dragen jasjes en stola´s van echt bont. De Italiaanse cineast Fellini zou hier aardige types voor zijn films hebben kunnen vinden. En ze schransen! En ze zuipen! Niet mooi meer, met verbijstering zien we hoe men zich onmatig bedient bij de buffettafels. Daar staat inderdaad erg veel lekkers op. Voor we het weten is het al half twaalf. Iedereen wil acuut afrekenen en stort zich op de barkeeper, want daarna mag je naar het ruim van de Pearl, waar gedanst kan worden. Als we eindelijk aan de beurt zijn, is het al vrijwel middernacht. De barkeeper vergeet de aanbetaling af te trekken, die we weken geleden al deden, maar dat is snel opgelost. Beneden worden de laatste seconden luidop in koor afgeteld en dan begint het omhelzen en het zoenen. Ans en ik leunen in elkaars armen, wat gaat dit nieuwe jaar ons brengen? Het lijkt een grote rijkdom, een heel nieuw jaar voor ons samen. We omhelzen Rommert en Esther en dan beginnen de pogingen om de rest van onze kinderen aan de telefoon te krijgen. Het valt mee, om kwart voor één heb ik zowel mijn dochter Floor (die met haar Pijke in de Altstadt van Düsseldorf feest) als mijn jongste zoon Bas (die in het popcentrum Tivoli in Utrecht feest) aan de lijn gehad. Het meest verbazingwekkend is de stilte buiten. Helemaal geen enkel vuurwerk! Op andere gelegenheden kunnen de Latijnen van de Med niet ophouden met het afsteken van zwaar kaliber knalvuurwerk, maar oudejaarsavond hoort daar kennelijk niet bij. Om één uur zijn de dames moe en houden we het voor gezien. Rommert en ik zitten nog een uur te praten aan boord, we draaien Bob Dylan, waar hij erg van houdt, en bomen over kosmologie, de oerknal en andere universa en de oorzaken ervan. Dat deden we vroeger ook graag, het is net of we de draad gewoon weer opvatten.
Vanochtend slapen we wat uit, niet eens erg lang, want de zon schijnt uitbundig. Na het ontbijt maken Rommert & Esther samen een wandeling door Sliema en lunchen ergens. In Sliema Creek staan mensen te kijken, vertellen ze, naar de grote hoeveelheden visjes en oranje en paarse kwallen, die door de storm kennelijk de inham in zijn gejaagd. Tegen vier uur wordt het kil in de kuip en trekken we ons terug in de kajuit. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (96)
Vrijdag 02-01-2009
Een rustige dag met een zachtgrijs gesluierde hemel. We nemen de bus naar de vestingstad Mdina, de middelleeuwse hoofdstad van Malta. Daar bezoeken we de catacomben van Sint Paulus, de oudste en grootste vroeg-christelijke necropolis van Malta (zie bovenstaande foto) Het ondergrondse complex was in gebruik van 100 - 400 AD, dus ook nog in de Byzantijnse tijd. Het beslaat 2200 m², op zich niet zo groot, de necropolis van Syracuse, waar we deze zomer waren, is bijvoorbeeld veel groter. Het ligt buiten de oorspronkelijk Romeinse muren van Mdina, want doden moesten buiten de stad begraven worden. De dodenstad was een plaats waar mensen van verschillende geloven begraven werden. De weinige wandschilderingen en inscripties die bewaard zijn gebleven tonen niet alleen christelijke, maar ook Romeinse en joodse en andere symbolen en namen. De wanden waren ooit rijk versierd, beschilderd met fresco´s en de in de rotsen uitgehouwen graven waren rijk voorzien van grafgiften. Tijdens latere eeuwen werd de necropolis herhaaldelijk geplunderd en behoudens grote aantallen olielampjes van rood aardewerk werd er weinig gevonden. We lopen door de catacomben met ieder een audioguide aan het oor. In de ruime hal van binnenkomst zijn twee ronde sculpturen uitgehouwen, stenen tafels aldus de gids, waar een ritueel begrafenismaal kon worden gehouden (foto hier) Een uit de rots gehouwen pilaar scheidt deze ruimte van een kapel, eveneens uit de zandsteen gebikt. We wurmen ons door de nauwe gangen. Alle ruimtes zijn benut voor grotere en kleine tombes en grafnissen (foto hier) Zelfs in de vloeren van de gangen, de holtes waar de lichamen lagen zijn nu gevuld met aarde en steen, maar werden toen afgedekt met sluitstenen. Sluitstenen zijn er vrijwel nergens meer. De graven zijn kort en hebben meestal een ophoging voor het hoofd van de dode. Men begroef de dierbaren hier in stijl en voor de eeuwigheid. Nu is alles vervlogen in de tijd, de lichamen, de giften en de namen. Op één plek zien we een vaagrode, okeren fresco van een zittende figuur, die op zijn schoot een cylindervormig voorwerp vasthoudt. Erboven lijkt een anker te staan, een naam - Desiderius? - en een tekst, "good luck" volgens de audiogids. Dat laatste lijkt me een erg vrije vertaling, maar je weet nooit.
We lunchen in het oude Mdina op de stadswal bij Fontanella, waar we een paar weken eerder al waren. Het is er koud maar het uitzicht over Malta is opnieuw indrukwekkend. Met een stokoude bus rijden we terug. Rommert hangt in het gangpad aan een lus (foto hier) Om half vijf zijn we weer op de boot. Rommert en ik doen nog gauw boodschappen bij de Gala. Als we uit de winkel komen is het al donker. Bij de maansikkel staat weer de heldere ster, maar nu weet ik dat het Venus is. De week met Rommert & Esther vliegt voorbij, overmorgen vliegen ze alweer terug. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (97)
Zaterdag 03-01-2009
Een lekker zonnige dag. Esther & Rommert trekken erop uit naar de winkels in Sliema voor de uitverkoop. Eind van de middag komen ze beladen met broeken en shirts terug. Ans en ik ruimen de kerstversiering binnen en buiten op. Kan weer voor een jaar in een vak onder de kajuitvloer. Ik lees vanmiddag geboeid in "Suezkade" van Jan Siebelink en Ans is op ziekenbezoek bij Diana die erg last heeft van haar nek. Verder is er niets te melden. Vanavond gaan we naar een restaurant ergens in de buurt voor het afscheidsdiner van onze gasten. Morgenavond vliegen ze weer naar Holland. Maandag start de wereld weer op en herneemt het gewone leven zich weer. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (98)
Zondag 04-01-2009
In restaurant Guzé achter het havenkantoor hebben ze een uitstekende Italiaanse keuken, zo blijkt. We eten er gisteravond Rommert & Esther uit (zie bijgaande foto), die hun spare ribs loven en met ons genieten van de pittige rode wijn uit Libanon. Vandaag brengen we ze met een taxi naar de luchthaven en nemen afscheid bij de security check. Even later zien we ze nog even op een roltrap, die hen naar de vertrekhal voert. Alweer weg. We nemen de bus terug. Er heerst overal een groot, nadrukkelijk zondagmiddag-gevoel. Aan het eind van de middag betrekt de lucht en vallen de eerste regendruppels. We luisteren Brahms´ 1e Pianoconcert opus 15 in d af. De sfeer van het adagio past wel bij wat ik voel. Even voor half zes piept een SMS´je, Rommert meldt dat ze in het vliegtuig zitten. De regen zet niet door. Nu we weer onder elkaar zijn, praten we na over het bezoek en wachten op het SMS-bericht dat ze op Schiphol aangekomen zijn. Dat komt om 21.04 uur. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (99)
Maandag 05-01-2009
De hele nacht regent het pijpenstelen. Af en toe onweert het. De wind staat weer in de noordoosthoek en stuurt opnieuw een onrustige swell de haven in. Vanochtend blijft het hardnekkig doorregenen, geen weer om erop uit te gaan, boodschappen doen laten we maar achterwege. Het is koud binnen, niet meer dan 16°C. Ik haal het kapotte elektrisch kacheltje uit elkaar. Er is niets vreemds te zien, alle contacten zitten vast. Ik zet het weer in elkaar en het doet het weer. De wonderen der techniek. De vraag of je je accu´s aan boord altijd zoveel mogelijk in opgeladen toestand moet houden, ligt nog voor. Website-lezer Robin Schreuder adviseert in het Gastenboek om advies te vragen bij de leverancier. Inderdaad, dat was ik al van plan als we later deze maand in Holland zijn.
Terwijl de regen voortdurend op het dak hamert en over de ramen stroomt lees ik liggend op een kajuitbank "Suezkade" uit, de nieuwe roman van Jan Siebelink. Het boek laat me met gemengde gevoelens achter. Het is zeker niet zo´n beklemmende en hermetische roman als "Knielen op een bed violen" uit 2005 en het boek lijkt tegen het slot wat snel te zijn afgeraffeld. Het middelbare schoolmilieu dat beschreven wordt in al zijn aandoenlijke absurditeit en aftakeling door generaties onderwijsvernieuwers, is een wereld die Siebelink goed kent. Hij was jaren docent Frans, net als de hoofdpersoon in de roman. En net als deze had Siebelink op zijn school een eigen klaslokaal geregeld (las ik toevallig juist in een interview in Plus Magazine van juni 2008) Het boek zit boordevol thema´s, ze buitelen over elkaar heen: de bindingsangst en de verwrongen sexualiteit van de hoofdpersoon, de beschikbare en toch onbereikbare geliefde in de persoon van een leerlinge met anorexia, de merkwaardige en niet nader verklaarde verdwijning van zijn moeder, de fascinatie met de Haagse onderwereld van kroegen, gokholen en bordelen, ook bekend uit "Engelen van het duister" (2001), het boek dat de verhaallijn van "Knielen.." voortzet, het schrijverschap zélf (de hoofdpersoon schrijft gemakkelijk, niet alleen rapporten maar ook novelles), de angst voor de donkere kant van emoties, de bestaanswalging (zoals de collega Herkenrath, docent Duits, die de orde in de klas niet kan handhaven en daar langzaam aan kapot gaat, Schopenhauer aanhalend: "Slechts het ergste gebeurt"), enzovoorts, eigenlijk is het boek té vol van thema´s. Het had gemakkelijk veel langer kunnen zijn. Toch een mooi boek.
Na de middag is het een paar uur droog. Ik haal snel wat boodschappen. Later valt er opnieuw regen, de wind trekt weer aan, iets noordelijker dan vannacht. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (100)
Dinsdag 06-01-2009
Vannacht aan één stuk door regen en harde wind. "Torrential rain" zoals de Engelsen zeggen. Ik word om kwart over drie rillend van de kou wakker en kruip tegen het warme lijf van Ans aan. Je bent gloeiend warm, zegt ze, heb je koorts? Het lijkt erop. Ik voel me vandaag niet lekker zonder dat ik kan zeggen wat er aan de hand is. Net of je iets onder de leden hebt. Een vreemd gevoel van onverklaarbare neerslachtigheid en niet vooruit kunnen.
Gelukkig schijnt de zon na al die regen en wordt het een stralende dag. Met Jaap & Diana nemen we de bus naar het zuidelijke stadje Birzebbuga. Even ervoor stappen we uit bij Ghar Dalam, een karstgrot die is ontstaan door chemische erosie gedurende 2 miljoen jaar. Het is één van de oudste grotten op Malta. Er zijn resten (vuistbijlen, potscherven) gevonden van de allereerste bewoners van Malta, die 7500 jaar geleden met vlotten vanuit Sicilië overstaken. Maar er zijn ook veel oudere vondsten gedaan, uit de periode van de grote ijstijden, toen Malta door een landbrug met Sicilië en de rest van Europa verbonden was, een gevolg van de veel lagere zeespiegel tijdens glacialen. Veel dieren vluchtten voor het ijs naar het zuiden en bereikten Malta. Men vond hier duizenden botten en schedels van ondermeer dwergolifanten en dwergnijlpaarden van bijna 200.000 jaar geleden. De grot is een lange tunnel van 144 meter lengte (foto hierboven) Op verschillende plaatsen zien we hoge stalagmieten (foto hier) en aan het plafond stalagtieten (Weet iedereen het nog? Tieten hangen) Bordjes tonen de verschillende sedimentatielagen, waar men duizenden gefossiliseerde botten vond. We zien een laag met versteende nijlpaardbotten. Hier en daar is er donkere algengroei, daar waar het kunstlicht van de lampen op de wanden valt. Na ongeveer 80 meter is de verdere doorgang afgesloten en kunnen we niet verder. In het laatste segment van de grot heerst duisternis. Daar huist een zeldzame luis (Armadillidium ghardalamensis) ontdekt in 1982, zegt het gidsje. Een luis!? Het beestje is wit van kleur en kan niet tegen licht. We lopen terug naar buiten en knipperen tegen de felle zon. Rond de toegang van de grot heeft men een fraaie tuin aangelegd met inheemse planten (foto hier) Vooraan, bij de weg naar Birzebugga, staat een gebouw met links het oude museum en rechts een nieuw. Het oude museum is in Victoriaanse stijl met van die prachtige hoge, antieke vitrinekasten, zoals je je die herinnert uit anatomische laboratoria, met tienduizenden beenderen en skeletten (foto hier) We leren er het verhaal van een grappige miskleun. In 1917 vond men twee mensachtige kiezen (taurodonten) tussen allerlei hertenkiezen (200.000 tot 100.000 jaar oud) en dat leidde tot de theorie dat er in Malta ooit nog veel oudere bewoners waren, namelijk Neanderthalers. In 1936 werd een derde, mogelijke mensachtige kies ontdekt. De theorie werd krachtig naar voren gebracht door niemand minder dan de beroemde Britse paleontoloog Sir Arthur Keith: "In size and form such teeth have been seen in no race of mankind except H. Neanderthalis" (in "Ghar Dalam. The Cave, The Museum and the Garden", Nadia Fabri, Heritage Books, 2007) Maar de opgravingen waren destijds niet erg professioneel, zodat veel materiaal uit verschillende periodes door elkaar raakte en toen in 1962 een Maltese kaakchirurg precies zo´n zelfde taurodont uit de kaak van een man uit het dorpje Zebbug trok, kwamen de twijfels. Een jaar later toonde een andere beroemdheid, Dr Kenneth Oakley, met behulp van isotopenonderzoek aan dat de kiezen niet ouder waren dan hooguit 5000 jaar. Oakley was de man die in 1953 ook de fameuze Piltdown vervalsing aan het licht bracht, een vervalsing waar Sir Keith eveneens was ingetrapt.
We lopen verder en drinken koffie in het zonnetje op een terras aan St George´s Bay, een uitloper van de grote Marsaxlokk Bay. Tegenover ons zien we twee sleepbootjes een groot containerschip naar de grote overslagterminal trekken. Jaren geleden, vertelt Jaap die jaren in de Rotterdamse haven heeft gewerkt en het kan weten, verloor de Griekse haven Piraeus de overslag van containers aan Malta en dat zorgde hier voor aardig wat werkgelegenheid. Vanaf Malta vervoeren kleinere schepen de containers door naar allerlei haven op het vasteland. Na de koffie proberen we het nabijgelegen Borg in-Nadur te bezoeken, een vesting uit de Bronstijd, waar vlakbij ook resten liggen van een Romeinse nederzetting. Maar de zaak is afgesloten. In een kotje zien we een bewaker door een spleet in een gordijntje naar ons loeren, maar hij vertoont zich niet. Langs de boulevard lopen we naar het stadje Marsaxlokk. Onderweg passeren we een hoog, ongenaakbaar kasteel, de Torri San Lucijan, dat met zijn kanonnen de toegang tot de baai beheerst. Marsaxlokk blijkt een schilderachtig vissershaventje (foto hier) Jammer dat er geen haventje voor jachten is. Want de visserij is ook hier al niet meer wat het was. Aan een kade ligt een halfgezonken vissersboot (foto hier) Om half vijf zijn we terug aan boord en duik ik, vandaag veel te snel vermoeid, voor een paar uur het bed in. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (101)
Woensdag 07-01-2009
Vandaag is er reden om weer eens bij de Paradox van Fermi stil te staan. Die luidt: als er overal in het heelal intelligent leven is ontstaan, waarom hebben we ze dan nog nooit gezien? En waarom hebben ze ons niet allang gekoloniseerd, als ze zo intelligent zijn? Omdat ze er niet zijn? Op Astronieuws stond gisteren een opvallend verhaal, waar de prachtige foto´s hiernaast bijhoren:
"Op 21 februari 2006 nam de Hubble-ruimtetelescoop een heldere lichtflits ergens uit het heelal waar. Het mysterieuze lichtschijnsel nam honderd dagen in helderheid toe en was nog eens honderd dagen later weer verdwenen. Zo'n gedrag is nooit eerder waargenomen. Supernova-explosies bereiken hun grootste helderheid al na 70 dagen en gravitatielensverschijnselen duren veel korter. Ook het onderzoek van het spectrum van de merkwaardige lichtflits heeft nog niet veel opgeleverd: de lijnen die daarin te zien zijn, kunnen niet met zekerheid aan bekende chemische elementen worden gekoppeld. Het zouden sterk roodverschoven lijnen van moleculaire koolstof kunnen zijn, wat zou betekenen dat het om een stellair object op een afstand van ongeveer een miljard lichtjaar zou gaan. Maar in die richting is geen sterrenstelsel te zien. Voor het verschijnsel zijn allerlei verklaringen bedacht, van het exploderen van een koolstofrijke ster tot de botsing van een witte dwerg met een zwart gat. Geen van deze suggesties lijkt echter goed bij de waargenomen lichtflits te passen"
Je vraagt je natuurlijk af waarom men nu met een ontdekking uit 2006 komt. Bij het stukje staat een link naar de betreffende site van NASA en daar lees je dat er onlangs weer over gesproken werd op een conferentie (de 213e meeting van de American Astronomical Society in Long Beach, California) Niemand heeft sedert 2006 een verklaring voor het verschijnsel gevonden. "We have never seen anything like it", zegt een zegsman. Als je voor een fenomeen geen enkele verklaring kunt vinden, denk dan aan de mogelijkheid dat het veroorzaakt is door intelligent leven in het heelal, zegt wiskundige en SF-auteur Stephen Baxter. Ja, waarom niet? Toevallig las ik gisteren ook in John Leslie´s "The End of the World" (Routledge, 1996) over de Fermi-paradox. Hij oppert de mogelijkheid dat we geen intelligent buitenaards leven waarnemen, niet hoeft te betekenen dat het uitermate schaars is, "but rather how rapidly they have destroyed themselves" (p. 138) Intelligent leven loopt het risico zichzelf te vernietigen door het uit de hand lopen van de gevolgen van een combinatie van onbeheerste groei en geavanceerde technologie en wetenschap. Wie weet zag Hubble in februari 2006 wel de lichtflits waarmee een buitenaardse beschaving zichzelf bedoeld of onbedoeld opblies. Een interstellaire oorlog? In elk geval vermoedelijk geen experiment met extreem hoog-energetische deeltjes, de creatie van een kunstmatige Big Bang of een vacuüm met nog lagere energie dan de omgeving. De gevolgen daarvan verspreiden zich doorgaans met de snelheid van het licht en waren tegelijk met Hubbles´s waarneming bij ons geweest. We hadden Hubble´s waarneming niet eens meer ontvangen. Welk een geruststelling.
We hadden gisteren veel geluk met het weer tijdens onze wandeltocht, want vannacht en een groot deel van de dag valt de regen weer in eindeloze stromen. Even lijkt de hemel open te breken en boven de stad verschijnt een nogal tengere regenboog. Ans maakt er snel door het raam een foto van (zie hier) Een halfuur later is alles weer grijs en nat. In elk geval voel ik me een stuk beter dan gisteren. Van Internet download ik een nieuwe versie (2.0) van de gratis software van MapCreator, die ik gebruik voor het maken van routekaarten in de gelijknamige rubriek. Omdat het een regendag is, begin ik daarna aan een klus die ik al eerder had willen doen: het omzetten van het Logboek vooraf in een ander format. Hetzelfde als bij de andere logboeken. Ik ben destijds begonnen in het Nieuwsrubriek-format van Maakum, maar daarin zijn de foto´s erg klein en bovendien moet je steeds de "verjaringstermijn" updaten. Het is nogal een onderneming, veel copy & paste-werk en terugzoeken van foto´s en afbeeldingen maar enfin, je merkt het vanzelf als het klaar is.
In het Gastenboek verrassen een achterneef en zijn vrouw ons met de aankondiging dat ze dit weekend met een personeelreisje in Malta komen. Kunnen ze even langskomen? In hetzelfde weekend vliegen we - op zondag na het middaguur - naar Tsjechië, dus komt het wat lastig uit en zaterdag zijn we bezig met pakken en het voorbereiden van de boot op onze afwezigheid, mail ik terug maar we zien wel. Achterneef Fokke is een zoon van mijn nicht Uke Hoeksma, die zelf weer een dochter was van mijn Tante Froukje, zus van mijn vader. We ontmoetten hen beiden een paar keer op het jaarlijkse verjaardagspartijtje van mijn "Indische" Tante Ani in verzorgingshuis Aldlânstate in Leeuwarden, tot Ani in april 2007 overleed.
Msida Marina, Malta (102)
Donderdag 08-01-2009
Omdat de Black Pearl deze maand gesloten is, is er op woensdagavond ook geen zeilerscafé. Met Jaap & Diana en Nanning & Miranda gaan we om negen uur naar een trendy pub in Gzira. Pub/Café Jubilee heet het, gelegen op een hoek aan The Strand 209. "Wine is poetry in a glass", zegt een bord aan de groengeschilderde gevel. Het doet daardoor Iers aan. In de entree staan mensen te roken, mooi zo, dat beduidt dat het gelukkig binnen niet mag. Daar is een lange bar met achterin nog een zaaltje met tafels en stoelen, je kunt er kennelijk ook kunt eten. Het is druk en met moeite vinden we een plekje aan de bar. We hullen ons in het aangename geroezemoes van het café. Ik hoor muziek. In een nis speelt een jazzcombo van vier man, trompet, piano, basgitaar en drums. Aan de piano zit een ineengedoken oudere man, hij draagt een donkere winterjas en een donkergrijze wollen muts. Door een brilletje tuurt hij ingespannen op zijn partituur (foto hierboven en eentje hier) Maar allemachtig, wat speelt die man mooi! In de weemoedige, zacht schrijnende noten meen ik een prachtige oude ballad te herkennen, "It might as well be spring" heet het, geloof ik, een nummer van vlak na WO II en door velen gezongen. Ik heb ergens een CD waarop Astrud Gilberto het zingt. De musici wisselen elkaar af en soleren kort. De bassist heeft er niet veel zin in, de drummer is degelijk, de trompettist zelfs bevlogen, maar die pianist! Hij is duidelijk de leider, het is vast zijn combo, hij pikt het thema op en laat zich gaan, verkent de mogelijkheden, beproeft ritmische variaties en tergend mooie loopjes en laat de melodie tereugkeren, mooier en weemoediger dan ooit. Ik bemachtig een barkruk voor de musici en ben volledig verloren in de muziek. Hoe zou mijn leven geweest zijn als ik musicus was geworden? Als je zó kan spelen, heb je een leven van vervulling. Maar mijn pogingen waren niet erg succesvol. In de jaren ´80 heb ik met weinig resultaat een aantal jaren pianoles gehad bij Letty Hoekman in Geldermalsen en zelfs een stukje van Bach gespeeld. Maar ik had het veel te druk op mijn werk en voelde wel dat ik er eigenlijk geen talent of aanleg voor had. Tja. Af en toe pauzeert de combo en de pianist loopt naar buiten, waarschijnlijk om te roken. Later raken we aan de praat. Hij heet Lino Cauchi en woont op Malta, waar hij les geeft. Twee van zijn leerlingen treden vanavond ook even op. Tot slot speelt hij op mijn verzoek met de bassist en de drummer een geïnspireerde uitvoering van Coltrane´s klassieker "My favourite things" Vlak voor sluitingstijd loopt er zo´n typische Koning van de Nacht de kroeg in, het soort figuur die je in iedere stad in iedere nachtkroeg omstreeks die tijd ziet binnenlopen. Ze kijken met een heersersblik de kroeg rond alsof die hun eigendom is. Deze draagt een zwarte mantel en een cowboyhoed van licht leer met een donkere veter. De grijze baard en sik doen hem sprekend op Buffalo Bill lijken. Aan zijn rechterhand heeft hij een grijsrood gekleurde wollen handschoen. Hij loopt op me toe en stelt zich voor als Emmanuele en voegt toe dat iedereen hem hier Captain noemt. De handschoen draagt hij vanwege pijn aan zijn knokkels. Hij kent Amsterdam en Rotterdam en is vriendelijk en ik zou wel willen weten wie en wat hij is en hoe hij hier op Malta verzeild raakte. Per slot heette de laatste koning van Italië zo. Maar hij komt van Nieuw Zeeland, zegt hij. Ik word echter gewenkt, mijn gezelschap staat al buiten. Na middernacht lopen we door de heldere avond naar de haven, ik voel me opgetogen en warm. Boven mijn hoofd staat het sterrenbeeld van de jager Orion, met de riem en de opgetrokken rechter schouder. Daar staat een heldere ster, Betelgeuze, die binnen niet al te lange tijd exploderen moet tot een supernova. Misschien is het al gebeurt maar weten we het nog niet, hij staat meer dan 600 lichtjaar van ons af. Als supernova is de ster helderder dan de maan. Sommigen vrezen dat de stroom geladen deeltjes, afkomstig van die mega-explosie, onze ozonlaag zal wegrukken, die ons beveiligd tegen de ultraviolette starling van de zon. Daarna dooft Betelgeuze uit tot een superzware neutronster en mist Orion voortaan een schouder.
Vandaag een zonnige dag. Ans gaat met Diana winkelen in Sliema en ik ga met het boodschappenkarretje de heuvel aan de overkant op naar de Lidl. Daar is een aanbieding van broodmachines voor 44 euro. Ans vindt broodbakken leuk en had altijd spijt dat ze haar broodmachine niet had meegenomen. Ik kijk naar de gegevens, hij gebruikt slechts 600 Watt, dat kunnen we wel hebben. Dus koop ik er een. Terug aan boord impregneer ik de buiskap en de kuiptent met een waterdichtende spray, we hadden eergisteren wat lekkage. Ik zal het een paar keer herhalen. Daarna val ik in slaap op de kajuitbank tot blije uitroepen me wekken. Ans is terug en heeft de broodbakmachine ontdekt. Vanavond eten we bij Jaap & Diana op de Kiara. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (103)
Vrijdag 09-01-2009
Gisteren vertelde ik over de heldere ster Betelgeuze, de opgetrokken rechter schouder van de mythische jager Orion. Vandaag heb ik de informatie even gecontroleerd. Hiernaast zie je een schematisch plaatje van het sterrenbeeld, met linksboven Betelgeuze. De afstand tot de aarde is 640 lichtjaar en zijn lichtsterkte is liefst 135.000 keer die van onze zon. Inderdaad is hij bezig een supernova te worden. Het is een zogenaamde "rode superreus", 20 keer zo zwaar als de zon maar slechts 8,5 miljoen jaar oud (Onze zon is bijna 5 miljard jaar oud) Omdat hij zo groot en heet is heeft hij in hoog tempo zijn waterstof al opgebrand en de ster is onder de enorme zwaartekracht ineen gevallen tot een superhete, extreem dichte kern, terwijl de buitenste lagen sterk opzwollen en de ruimte in geslingerd werden. Men veronderstelt dat de ster nu bezig is in zijn hete kern helium te fuseren tot koolstof en zuurstof en door zal gaan met steeds sneller elementen te fuseren tot neon, magnesium, silicium en uiteindelijk tot ijzer. Daarna is hij letterlijk opgebrand en stort met een enorme explosie in elkaar, onder uitstoting van gigantische bundels gammastraling, die dodelijk zouden zijn voor ons ecosysteem op aarde. Maar omdat de rotatie-as van Betelgeuze niet op de aarde gericht is, vertrouwd men erop dat de gammaflitsen ons niet zullen treffen. Ook hier is het devies, afwachten en af en toe even naar de rechter schouder van Orion kijken, en hopen dat de astronomen het bij het goede eind hebben! En zo niet, dan is er niks meer aan te doen.
Gisteravond genoten we van de lekker gekruide ovenschotel met gehakt, spekjes en bloemkool van Diana. Vandaag ruimen we de boot verder op en pakken de koffer al voor een deel. De wasmachine draait overuren (hoe heb ik ooit aan het nut van een wasmachine aan boord kunnen twijfelen!) Ik laat mijn meer dan weelderige lokken kortwieken in de Feelwell Unisex Hair Salon van mijn Marokkaanse kapper, regel met Internetbankieren een aantal bankzaken en bestel bij Vrolijk Watersport de ontbrekende kaarten voor de Egeïsche Zee en de Turkse wateren. Die moet ik in Scheveningen ophalen als we straks in Holland zijn. Het is een grijze, rustige dag. Vanavond zijn we voor het eten uitgenodigd bij Nanning & Miranda op de Famous Goose. In Tsjechië en ook in Holland vriest het dat het kraakt. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (104)
Zaterdag 10-01-2009
Uiterst gezellige avond op de Famous Goose, gisteravond. Miranda serveerde een even verantwoorde als smakelijke vegetarische ovenschotel. Onze gesprekken bestreken eigenlijk het complete scala van menselijk beleven, dus je voelt wel hoe laat het werd. Zulk een avond zou je wel nog een keer over willen doen. Vreemd, over een aantal maanden gaan zij naar het westen en wij naar het oosten. Het is niet erg waarschijnlijk dat we elkaar nog zullen terugzien. Hier heb je weer dat fenomeen van tijdelijkheid en vertrekken in zeilerslevens, je leert mensen heel erg goed kennen en na een paar maanden zie je ze nooit meer.
Vanmorgen staat de zon aan een stralend blauwe hemel. Ik controleer alle landvasten en beleg een nieuw lijntje aan de steigerrand, waar de kruislijnen aan vast zitten. Er liggen twee reservelijnen klaar voor het geval het lijntje mocht doorschavielen. Om half elf komen achterneef Fokke en zijn vrouw Klasina op de koffie. Ze zijn met een personeelsreisje op Malta en verblijven een lang weekend in een hotel in St Julians´ Het gaat dus niet slecht bij dat bedrijf. Een uurtje later komt Jaap langs om de sleutel en Lord Byron op te halen (foto hierboven), die twee weken op de Kiara mag logeren. Jaap zal onze boot in de gaten houden en dat is geruststellend. Per slot wordt er na het weekend weer een storm uit de noordoosthoek verwacht. Het is vanmiddag zacht met 24°C, maar het weer kan hier erg snel omslaan. Eind van de dag is alles opgeruimd, gewassen, droog, in de kasten of in de koffer gestopt. Nanning & Miranda komen nog even wat DVD-films lenen en ons goede reis wensen. Als ze weg zijn roept de volgende bezoeker vanaf de steiger, het is de Engelse solozeiler Hugo die aan de golfbreker aan de overkant ligt. Een paar keer organiseerde hij voor de overwinteraars een barbecue op het dak van het havenkantoor; hij komt langs om eens nader kennis te maken. Het is een aardige vent met veel ervaring in de Med, maar gelukkig blijft hij niet lang praten. Vanavond gaan we met Jaap & Diana met de bus naar een Grieks restaurant in St Julians´ Vreemd idee dat we morgenavond in Tsjechië in de sneeuw zullen lopen. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (105)
Zondag 11-01-2009
Eindelijk weer eens Retsina! Natuurlijk hebben ze die in het Griekse Restaurant "Bouzouki" aan de Spinola Road in de uitgaanswijk St Julians´. Ans en ik zijn namelijk gek op die frisse Griekse witte wijn met harssmaak. En even vanzelfsprekend beginnen we met een koud glas ouzo. Het eten is smakelijk en alles maakt dat we nog meer verlangen over een paar maanden naar Griekenland te varen. Later lopen langs Spinola Bay terug naar de bushalte (foto hiernaast)
Maar eerst reizen we nog naar Tsjechië en Holland. Vandaag vliegen we om 13.20 uur met Lufthansa naar Frankfurt, daar moeten we zes uur wachten voor onze vlucht - ook met Lufthansa - naar Praag. Daar arriveren we om 23.15 uur en hopen we Derrick te treffen die ons met de auto naar Liberec zal brengen. Vanochtend waait het nog niet zo hard, maar er staat weer die vervelende swell uit het noordoosten, die altijd recht de haven inloopt. Voor morgen wordt echter Bf 8 - 9 verwacht, maar dan uit OZO, met een zeegang van 4 meter. Gelukkig houdt Jaap ons bootje in de gaten. Terug naar boven
Albrechtice, Tsjechië (1)
Maandag 12-01-2009
De Airbus A 300-600 van Lufthansa vertrekt twintig minuten te laat. Op Malta International Airport is het zwaar bewolkt en winderig. We zien nét nog hoe er net als drie maanden geleden zo´n indrukwekkende Antonov landt en even later het platform op taxiet. Het is een vrachtvliegtuig. Pas na Sicilië klaart het op, we zien al gauw de baai van Napels, de Vesuvius en de eilanden Ischia en Capri. Op het laatste eiland zien we zelfs de hoge steile rotswand aan de oostkant, waaronder we afgelopen zomer geankerd hebben en het wonder van zingende nachtegalen ervoeren. Bij Rome zijn de bergen besneeuwd. Na twintig minuten komt de Adriatische Zee in zicht, we spannen ons in om Venetië te zien liggen en dat lukt: na een aantal lagunes zien we een stad liggen, helemaal omringd door water. Verlangen om daar toch een keer naar toe te zeilen... De kust buigt zich naar het oosten, in de verte zien we het grote schiereiland van Istrië en de stad Triëst. Wonderlijk hoe dichtbij de hoge witbesneeuwde wal van de Alpen is! De Po-vlakte heb ik me altijd als een eindeloze vlakte voorgesteld, maar van deze hoogte lijkt hij niet ver van Venetië af. De Alpen schuiven onder ons door in al hun majestueuze, stille pracht (foto hierbij en hier) Het gevoel dat we naar naar de winter toe reizen. Ons vliegtuig maakt een bocht en vliegt nu via München naar Frankfurt. Duitsland is ook helemaal besneeuwd. Onder ons schuift een grote energiecentrale voorbij, de rookpluimen rijzen recht omhoog, er is totaal geen wind. Europa ligt onder een uitgestrekt hogedrukgebied, dat mooi zonnig weer en strenge vorst brengt. Dichterbij Frankfurt hangt er een bruingrijze waas over het land, is dat smog die boven de stad blijft hangen?
Op het onherbergzame megavliegveld Frankfurt moeten we zes uur stukslaan. We slenteren door de drukke stationsgebouwen langs de eindeloze gates, de onrustige rijen passagiers en mensen die op banken liggen te slapen, het is druk. Meewarig kijken we naar de rokers die als verschoppelingen in glazen kooien met afzuiging hun verslaving onderhouden. Als de deur opengaat om iemand erin of eruit te laten, komt je een vreselijke stank tegemoet. Een curieus verschijnsel zijn de talrijke Chinezen, althans degenen die met witte operatiekamersnoetjes voor neus en mond lopen. Toch niet vanwege die smog, die we eerder zagen? Onze gate is alleen via een trappenhuis bereikbaar en dat is afgesloten. Gaat pas om zeven uur open, zegt een schoonmaker. We eten een salade in een lawaaierige restauratieve nis, waar een TV-scherm een voetbalwedstrijd toont en uit alle hoeken discomuziek dreunt. "Nom de Dieu, c´est triste, Orly le dimanche", zingt Jacques Brel op zijn laatste plaat. Het had ook op Frankfurt kunnen slaan. Onze gate is na het eten wel bereikbaar. Ook hier zitten Chinezen, zeer luidruchtige mensen, die keihard in mobiele telefoons roepen of tegen hun onwillige kroost schreeuwen. Ze leerden in het nieuwe China niet de spreekwoordelijke beschaving die iemand als Confucius ooit uitdroeg, vrees ik. Er staat ons de komende decennia nog wat te wachten. Na een uur vertrekken ze allemaal op een vlucht naar Florence.
Nog een uur later kunnen we ook boarden. De vleugels van onze Lufthansa Boeing 737-300 moeten echter eerst ontdaan worden van ijsafzetting. Buiten vriest het vijf graden. Een tankauto spuit uit een slang een dikke nevel over de vleugels, waarschijnlijk een vriespuntverlagende vloeistof. Daarna vliegen we in 50 minuten naar Praag. Even voor half twaalf landen we. Derrick, de zoon van Ans, staat met zijn auto op het parkeerterrein te wachten. Er ligt een dik pak sneeuw. Hier vriest het meer dan 10 graden. We rijden over een brede vierbaans snelweg naar het noorden, richting Liberec, ruim honderd kilometer. Ooit - ik meen in 1994 - was ik ook in de winter in Praag maar deze autoweg was er toen zeker niet. Ook Tsjechië heeft geprofiteerd van riante EU-investeringen in de infrastructuur, toen het lid van de Unie werd. Hoewel het land een pur sang anti-europese president heeft (Vaclav Klaus), is Tsjechië dit halfjaar als eerste land van het voormalige Oostblok voorzitter van de EU. De autoweg is volledig sneeuwvrij. We naderen de bergen bij Liberec, buiten vriest het nu 16°C, we verlaten de autoweg en slingeren door een zwaar besneeuwd berglandschap over een smalle weg naar het dorpje Albrechtice, midden in de bossen. Derrick en zijn Tsjechische vrouw Kate hebben daar een appartement. Om half twee komen we aan. Het is aardedonker, een ijskoude vrieslucht hangt om ons heen. Een temperatuurverschil met Malta van ongeveer 35°C! Boven de berghellingen glinstert de volle maan. Er hangen enorme ijspegels van de dakranden van de huizen in het dorpje. Kate ontvangt ons met lekkere hapjes, bier en wijn en we praten nog een uurtje bij. Terug naar boven
Albrechtice, Tsjechië (2)
Dinsdag 13-01-2009
Gisterenochtend schuiven we vol verwachting de gordijnen open. Achter de vensters ligt een besneeuwd dorpje met links een lichtgeel geverfde kerk met een spitse toren en rechts is nog net een skipiste zichtbaar (zie foto hiernaast) De ochtend is windstil met een grijs bewolkte hemel. Er komt misschien meer sneeuw, zegt Derrick. Het eerste dat aan de orde komt is het uitpakken van de cadeautjes die we hebben meegebracht. We zijn nog in pyama (foto hier) Kleinkind Liam is duidelijk wel gecharmeerd van zijn Tigertje en de Maltese bus (foto hier) Ik start de computer op, er verschijnen drie onbeschermde draadloze netwerken maar ze zijn te zwak om op in te loggen. Met de mobiele dongle uit Malta lukt het via roaming wel, maar dat is erg duur; ik beperk me tot een snelle blik op de e-mail en het "plakken" uit Word van het verslag van gisteren op de website. We maken we een eerste verkenning door de omgeving. Kleinkind Liam zit op een sleetje. We dragen onze winterjacks die Derrick uit Gorcum heeft meegenomen en onze Gore-Tex bootlaarzen. Die zijn warm genoeg. De wegen worden hier niet gestrooid, volgens Derrick mag er geen pekel gebruikt worden. Voor het oog wel zo prettig. De huizen liggen diep in de sneeuw en overal hangen lange, scherpe ijspegels van de dakranden. Er is wat ski-toerisme, maar niet veel. Later komt de zon toch door. De besneeuwde bossen rond Albrechtice zijn toverachtig mooi (3 foto´s hier) De sneeuw dempt de geluiden, er heerst bijna volledig stilte. Het zonlicht valt met banen van gouden licht tussen de boomstammen door (foto hier) Overal lopen sporen van dieren in de sneeuw,konijnen, herten, vossen. Kate maakt een foto van ons (hier) In een pizzeria drinken we koffie en een borrel. Eind van de middag rijden we over de witte wegen naar een dorpje in de buurt. Daar is een Lidl-supermarkt. Grappig om hier deels dezelfde spullen te zien als in de Lidl op Malta, dezelfde Italiaanse en Spaanse wijnen (naast wijn uit Moravië en Hongarije) en bijvoorbeeld dezelfde broodbakmachine als die ik eerder van de week daar kocht. Lidl bevordert de eenheid in Europa, zou je haast zeggen. We zijn hier dicht bij de Poolse grens, veel opschriften zijn tweetalig. Het is een arme streek en de mensen hebben niet veel geld. ´s Avonds kijken we op de satelliet-TV naar de Nederlandse televisie: "De Wereld Draait Door", het VARA-programma waar mijn dochter Floor redacteur is en waar - het spijt me - oeverloos gezwamd wordt, daarna het Journaal en CSI, maar we liggen er meestal bij te dommelen.
Vannacht is er wat nieuwe sneeuw gevallen. Maar die is uit water gemaakt door de sneeuwmachine verderop en over de piste gespoten en ook hiernaast. Ik geniet de weelde van een heerlijk ligbad. Diana stuurt een SMS-bericht: het stormt nog steeds in Malta maar alles is goed met de boot en ook met Lord Byron. We maken vandaag een forse wandeling, nou ja, tocht door een bergachtig bosgebied genaamd Jizerka, vlak naast de Poolse grens. Uren van klimmen en dalen over besneeuwde bospaden met aan weerskanten geulen voor de langlaufers. Zwoegende lieden van doorgaans onze leeftijd. Het verslag volgt morgen. Terug naar boven
Albrechtice, Tsjechië (3)
Woensdag 14-01-2009
Ik had nog geen foto getoond van het gebouw waar Derrick en Kate een appartement bezitten en waar we logeren. Zie hier. We rijden gisterochtend via Tanvald (vroeger: Tannwald?) en Horni Polubny naar Jizerka, een berggebied met dichte sparrenbossen langs de Poolse grens. Hier lijkt veel meer sneeuw te zijn gevallen. Aan weerszijden van de weg zijn sneeuwwallen. Bovenop een heuvel is laten we de auto achter op een parkeerplaats bij een knooppunt van paden. We kiezen een wandeling uit van ongeveer 12 kilometer, die het dal in leidt en langs de flanken van een heuvelrug door de bossen voert, met mooie uitzichten op een groot meer in de diepte en daarna over de kam aan de andere kant weer terug. Liam zit goed ingepakt op het meegebrachte sleetje. De lucht is fris en helder blauw (foto hiernaast en hier) Beneden in het dal is een oud hotel, Hotel Panský dúm a Pyramida geheten, dat inderdaad naast een gedenksteen ligt met onleesbaar opschrift. (Later: volgens de website van het hotel werd de gedenksteen opgericht in het begin van de 19e eeuw. Het is niet meer bekend waarom of waarvoor) Dichtbij is een Muzeum maar dat is dicht. Van hier slingert een pad omhoog door dichte sparrenbossen. De sneeuw knerpt onder onze laarzen. Ze heeft een andere samenstelling dan bij ons, lijkt het, droger en kristallijner. Ik probeer dat te fotograferen, zie hier. Op een kruispunt staat een bunker. Uit welke tijd? Er staat ook een bord met een landkaart. We besluiten de wandeling door te zetten, het lijkt goed te doen. Je kunt je hier over je richting oriënteren, ook als de zon schuil gaat achter wolken, door goed naar de sparren te kijken. De meeste sneeuw dragen ze aan de noordzijde, aan de zuidzijde hangen fraaie ijspegels aan de takken die glinsteren in het zonlicht. Een natuurlijke kerstversiering (2 foto´s hier) Overal zijn dierensporen, vooral van konijnen (foto hier) Af en toe passeren ons langlaufers, meestal zestig-plussers die er niet erg blij uitzien. Aan weerszijden van het pad zijn geulen, waarin ze met hun smalle ski´s voortbewegen. Een moeizame zaak, dunkt ons, lopen is minder snel maar zeker minder vermoeiend. Na een uur bereiken we het uitzichtspunt. Beneden ons ligt in de verte in het dal een dichtgevroren meer. Er hangt een ijl waas in het dal, alsof er nevel uit opstijgt. Een plek van hoge schoonheid, die je in je op zou willen nemen om hem je altijd te kunnen herinneren. Dus maak ik foto´s (4 foto´s hier) Over de heuvelflank lijkt het pad ons eindeloos naar het noorden te voeren. Uur na uur verstrijkt. De splitsing die ons na vijf kilometer over de heuvelkam moet voeren, lijkt veel verder weg. Ondertussen zakt de zon en wordt het killer. We zijn opgelucht als we tenslotte bij het zijpad komen en de helling op sjokken. Nu is het nog 5,5 kilometer terug langs de andere flank. Die ligt in de schaduw van de heuvelrug, het is hier veel kouder. Ook dit pad voert eindeloos rechtuit, maar dan naar het zuiden. Het klimt en daalt steeds, soms kun je ver vooruit zien. Waar het pad daalt suizen Derrick en Liam op het sleetje naar beneden. Dat schiet op. De hemel kleurt zacht oranjerood (zie foto hier) Er komt geen eind aan het pad, het is veel langer dan 5,5 kilometer, gebruiken de Tsjechen soms mijlen op de richtingbordjes? Of - wie weet - Russische wersten? We hebben ons duidelijk verkeken op de afstand en fantaseren hoe we uit die bossen kunnen komen, als het donker is geworden. Nergens is er een lichtje te zien. Ik denk aan Schuberts "Winterreise", de liedcyclus met zoveel bittere koude erin. Ans en ik lopen gearmd. Knerp, knerp, doet de sneeuw ritmisch onder onze laarzen, je gaat vanzelf in de pas lopen en onvermijdelijk verzin je er een liedje bij. Dat loopt gemakkelijker ("De paahaahaaden op...") maar je krijgt de vervloekte deun niet meer uit je hoofd. We passeren een afgesloten hut bij een vierkant hekwerk, is het om schapen in de zomer op te sluiten? Anderhalf uur later zijn we terug bij de splitsing met de bunker. Het is nog twintig minuten naar het oude hotel (foto hier) Daar warmen we op bij een lekkere zure kervel/koolsoep en een glas Griekse metaxa. Ja, metaxa, die hebben ze hier overal in de horeca. Terwijl het buiten donker is geworden, haalt Derrick de auto op. ´s Avonds eten we in een restaurant in Albrechtice, niet ver van het appartement. Daar hebben ze een WiFi draadloos netwerk en kan ik de website bijwerken en er de foto´s van de afgelopen dagen op zetten.
Gisteren tijdens de tocht belt schoonzusje Mieke. Ze hebben een overlijdensbericht ontvangen. Het is van Mevrouw Cornet, onze buurvrouw op de flat in Andel. Stokoud, ze was toen 92 jaar en nog erg kwiek en vrolijk. Ze is zelfs nog bij ons aan boord wezen kijken, toen we in Andel aan het inschepen waren. Ze werd 94 jaar en overleed "na een korte ziekteperiode" Ze was een ontzettend lieve buurvrouw voor ons.
Vandaag gaan we naar de Jested, de hoogste berg hier in de buurt (1012 meter) en de stad Liberec. Het vroegere Reichenberg. Daar wonen de ouders van Kate. Het verslag volgt morgen. In het Gastenboek reageert mijn dochter Floor verontwaardigd over mijn kwalificatie "oeverloos gezwam" voor de DWDD-uitzending van eergisteren. Kom nou, Floor! Die Rouvoet met zijn kwezelarij werd veel te vriendelijk behandeld! Zulke mensen hebben altijd een geheime agenda. Stevig aan zijn kiezen trekken, zo´n man! Terug naar boven
Albrechtice, Tsjechië (4)
Donderdag 15-01-2009
Albrechtice heette inderdaad Albrechtsdorf in de tijd van de Oostenrijks-Hongaarse Dubbelmonarchie. Het tamelijk rijke Bohemen maakte daar toen deel van uit. Liberec of wel Reichenberg was een belangrijke textielstad. In de tweede helft van de vorige eeuw is de textielindustrie te gronde gegaan, net als bij ons, aan de concurrentie van de lagelonenlanden. Het veroorzaakte massale werkloosheid die nog altijd niet geheel overwonnen is. Gisteren bezochten we een van de hoogste bergen in de buurt, de Ještěd van 1012 meter. Het is nu een belangrijk skigebied. In 1973 is er een hoge, hyperboolvormige toren op de berg gebouwd met een hotel/restaurant erin Zie Hotel Ještěd met mooie foto´s van de toren. Vierhonderd meter onder de top parkeren we de auto. Van daar af voert een kabelbaan naar de top. Hij vertrekt over 25 minuten en omdat het koud is lopen achter het stationsgebouw om naar het naastgelegen café voor een kop warme koffie. Dat kost moeite. Hoewel er een houtkachel staat is het er stervenskoud. De kachel is uit. Overal op de tafels staan vuile glazen en stinkende asbakken, gevuld met peuken. De man achter de bar draagt een dikke muts, hij verklaart dat er gisteravond een drinkgelag is geweest en dat men de rotzooi niet heeft opgeruimd. Hij bezit zelf daarvoor kennelijk ook geen moed, maar is nog wel zo goed om voor ons koffie te maken. Kate pakt een dienblad en ruimt een van de tafels leeg. Kleumend zitten we te wachten tot het tijd is voor de kabelbaan, de handen om de warme koffiekop (foto hier) In plaats van op te ruimen of zelfs de kachel aan te maken, zit de barman zit de hele tijd verderop te praten met een vrouw, ze roken heftig. Oost Europa zit nog steeds voor een deel bij de pakken neer.
De kabellift brengt ons licht schommelend naar de top. De toren ziet er inderdaad futuristisch uit (foto hier) De architect kreeg er in 1969 een belangrijke internationale architectuurprijs voor. Het uitzicht zou spectaculair moeten zijn, maar vandaag is het grijs en nevelig en het sneeuwt licht, dus ver kun je niet zien (foto hierboven en hier) Het gebouw, hoewel relatief nieuw, toont al tekenen van verwaarlozing. In de helft van de speciaal voor het gebouw ontworpen verlichting ontbreken de gloeilampen. Onder de grote, door de hyperboolvorm terugbuigende vensters, eten we een kop warme soep (foto hier) Knoflooksoep in mijn geval, met kaas- en hamblokjes. Zeer smakelijk maar je stinkt een uur in de wind. Na de afdaling zoeken we de auto weer op en rijden naar het oude centrum van Liberec. Nauwe straten (foto hier) met mooie gevels en vakwerkhuizen. De mensen lopen ineengedoken en snel, hun gezichten verborgen achter hoge kragen, sjaals en mutsen. Achter het raadhuis (foto hier) staat een bevallig theater, maar het is snijdend koud in de stad (die een uitvoeriger bezoek waard zou zijn) dus zoeken we snel de auto weer op en rijden naar de ouders van Kate. Onderweg komen we langs fraaie villa´s, de meeste verwaarloosd, paleisjes in Jugendstil met mooie glas-in-loodramen. We zien musea, parken, een dierentuin en een kaalgeslagen vallei, waar tot voor kort de enorme textielfabriek stond. Eens de trots van het socialisme, maar de topperiode van de textielindustrie dateert al uit de 19e eeuw. De fabriek is onlangs gesloopt, alleen een stuk besneeuwde fabrieksmuur staat nog eenzaam overeind. Rails die nergens meer heen voeren. Het is allemaal een beetje doortrokken van de oost-europese triestheid en de vuilbruine sneeuw die overal ligt, draagt daaraan bij. Duizenden mensen hadden hier werk, onder wie Nadia, de moeder van Kate. Zij en haar man Stepan Vareska ontvangen ons hartelijk en met borden vol lekkernijen. Stepan werkte vroeger als monteur. Ze poseren trots voor ons met kleinkind Liam (foto hier) Stepan heeft een Internetverbinding en ik werk er de website bij.
Vandaag is het opnieuw grijs en nevelig en opnieuw sneeuwt het licht. We ontbijten op ons gemak. Kate brengt me naar de pizzeria met het WiFi-netwerk. De man achter de bar zegt me dat het café nog dicht is. Ik frons en wijs op de zaal, die voor driekwart vol zit met lunchgasten. Die zijn van het hotel, zegt hij, als ze over een halfuur weg zijn kan ik terecht. Merkwaardig. Enfin, ik maak een kuier in de omgeving en fotografeer het witgele kerkje van Albrechtice - onder de ijspegels door die van de dakrand van een naburig café (zonder Internet) hangen (foto hier) Bij terugkeer zijn de eters weg en mag ik de zaal in. Ik check de e-mail, zet het nieuwe verslag en foto´s op de website en bestel bij de webwinkel van Vrolijk Watersport nog een Albanese gastenvlag. Vergeten bij de eerdere bestelling. Volgende week haal ik alles in Scheveningen op, kaarten en gastenvlaggetjes. De rest van de dag wandelen we wat in de buurt van het appartement. Morgen brengen we een bezoek aan Praag en in het begin van de avond vliegen we naar Holland. Terug naar boven
Albrechtice, Tsjechië (5)
Vrijdag 16-01-2009
Gisteren treffen we elkaar aan het eind van de middag in het caféetje bij de skipiste. Het is vermakelijk om te zien hoe aardig de 2,5-jarige Liam al kan skieën (foto hier) In het caféetje bij de stoeltjesliften drinken we Glühwein (foto hiernaast en hier)
Vandaag brengen we een aantal uren in de oude stad Praag door, voor Derrick en Kate ons naar het vliegveld rijden. Uiteraard is het slechts een vluchtig en oppervlakkig bezoek. Er is hier zóveel te zien en te beleven. We lopen langs Pražský hrad, de oude koningsburcht en nu het paleis van de president (foto hier) Het dooit in Praag, overal gorgelen regenpijpen. Opzij staat een standbeeld van de grote staatsman en eerste president Tomáš Masaryk. Over een aantal binnenplaatsen komen we bij de grote Sint Vitus Kathedraal, een van de mooiste Gothische kerken van Europa en de plaats waar ooit de Boheemse koningen werden gekroond (foto hier) We lopen om de kathedraal heen naar de bevallige, romaanse Sint George Basiliek. Daar zijn vanmiddag kamermuziekconcerten, Bach, Mozart, Dvořák, ach waarom hebben we niet meer tijd! Erachter komen we bij een nauwe steeg met hobbelige keitjes en kleine huisjes, de Zlata ulicka ofwel Het Gouden Steegje. Het werd rond 1500 tegen de burcht aan gebouwd voor de gardesoldaten. Eind 19e eeuw heette het de Alchimistengasse. Nummer 22 is een blauwgeverfd pandje. Hier heeft Franz Kafka gewoond, staat op een bordje (foto hier) Hier? In dit onwaarschijnlijke Anton Pieck huisje? Op een of andere manier past het voor mijn gevoel niet bij hem, het is veel te popperig. Maar toch is het zo. Ik zoek het later na. In december 1916 huurde zijn jongste zuster Ottla het voor hem. Het was er veel rustiger dan in zijn appartement in de Oude Stad en hij kon er goed werken. Hier schreef hij in vier maanden tijd een tiental van zijn beroemdste verhalen, waaronder Ein Landarzt, Ein Bericht für eine Akademie, en de even vermakelijke als intrigerende prozastukken Die Sorge des Hausvaters en Vor dem Gesetz. Ik staar naar het huisje, toeristen fotograferen elkaar ervoor, verder is er niets aan te zien. Je kan er niet echt binnen. Men verkoopt er wat Kafka-memorabilia. Vreemd, hier heeft hij dus gewoond, hier heeft hij gelopen met zijn warme avondmaaltijd onder zijn jas, met de sleutel de deur open gedaan:
"Es scheint so arg, Junggeselle zu bleiben, als alter Mann unter schwerer Wahrung der Würde um Aufnahme zu bitten, wenn man einen Abend mit Menschen verbringen will, krank zu sein und aus dem Winkel seines Bettes wochenlang das leere Zimmer anzusehn, immer vor dem Haustor Abschied zu nehmen, niemals neben seiner Frau sich die Treppe hinaufzudrängen, in seinem Zimmer nur Seitentüren zu haben, die in fremde Wohnungen führen, sein Nachtmahl in einer Hand nach Hause zu tragen, fremde Kinder anstaunen zu müssen und nicht immerfort wiederholen zu dürfen: "Ich habe keine", sich im Aussehn und Benehmen nach ein oder zwei Junggesellen der Jugenderinnerungen auszubilden.
So wird es sein, nur daß man auch in Wirklichkeit heute und später selbst dastehen wird, mit einem Körper und einem wirklichen Kopf, also auch einer Stirn, um mit der Hand an sie zu schlagen" (uit: "Das Unglück des Junggesellen)
Was dat hier? En heeft hij het hier geschreven? Nee, het dateert van drie jaar eerder, uit 1913. Maar je ziet hem zo door het steegje lopen. Wel schreef hij mogelijk in dit huisje, zijn hoofd vol gedachten over de voor de tweede keer mislukte verloving met Felice Bauer, het verhaal over het merkwaardige garenklosje Odradek uit Die Sorge des Hausvaters:
"Vergeblich frage ich mich, was mit ihm geschehen wird. Kann er denn sterben? Alles, was stirbt, hat vorher eine Art Ziel, eine Art Tätigkeit gehabt und daran hat es sich zerrieben; das trifft bei Odradek nicht zu. Sollte er also einstmals etwa noch vor den Füßen meiner Kinder und Kindeskinder mit nachschleifendem Zwirnsfaden die Treppe hinunterkollern? Er schadet ja offenbar niemandem; aber die Vorstellung, daß er mich auch noch überleben sollte, ist mir eine fast schmerzliche"
Zelden heeft iemand het bestaansmysterie zo eenvoudig, schijnbaar naïef, én indringend onder woorden gebracht. Met moeite scheur ik me los van de plek, de anderen zijn al verder. Daar is de Daliborka Toren, een gevangenis met klamme folterkelders. Peinzend staren we naar de ingenieuze martelwerktuigen. In een nis staat het hakblok van de beul, met de grote hoekige bijl, waarmee hij poogde in één slag een gevangene te onthoofden (foto hier) Je moet je de keren niet voorstellen dat het mislukte en de klus met nog één of meer slagen moest worden afgemaakt.
Ach, Praag, het is zo mooi en er is zoveel te doen! We lopen langs borden vol met affiches voor toneelstukken, muziekuitvoeringen, tentoonstellingen (foto hier) en nemen ons voor om de volgende keer als we naar Tsjechië komen enkele dagen in Praag te logeren. We lopen nog over de beroemde Karelsbrug (2 foto´s hier) en drinken koffie op een oud plein, maar dan moeten we al snel terugklimmen, het hele stuk omhoog naar de burcht, waar de auto staat. Genoeg lichaamsbeweging, vandaag. Ik wilde nog naar het Nationaal Museum op het Wenceslaus Plein, naar de plek waar de student Jan Palach zich op 16 januari 1969 in brand stak uit protest tegen de Russische inval. Een maand later volgde een tweede student, Jan Zajíc, minder bekend. Na de Fluwelen Revolutie in 1989 werd er een mooi monument geplaatst (foto hier, van Internet) Er liggen altijd bloemen, mensen branden er dagelijks kaarsen en soms volgt een verwijfelde adolescent Palachs voorbeeld en steekt er zich in brand. In het voorjaar van 2003 deden zes scholieren het; ook zij moesten het met de dood bekopen. Maar - helaas - we moeten ons vliegtuig halen maar we kunnen er nog wel langsrijden. Uit het raam zie ik de plaats, voor de trappen van het museum, er liggen inderdaad bloemen, er flakkeren waxinelichtjes en er staan mensen omheen. Een bliksembezoek is langer, maar zoals gezegd, we komen nog eens terug. Om tien over zeven vertrekken voor een rustige vlucht van anderhalf uur naar Amsterdam. Daar huren we een auto en om tien uur zijn we in Gorcum. Terug naar boven
Gorinchem (1)
Zaterdag 17-01-2009
Weinig te melden. Grijs en miezerig weer. Het is een dag van afspraken maken, de post bekijken en dingen regelen. We bezoeken Oma Steers in verzorgingshuis St Clara (foto hiernaast) Daarna rijd ik langs Inge Hogerdijk in zijn Wijnhuis Heukelum Inge vindt het altijd leuk om wijn te proeven die hij niet kent. Dat komt overigens zelden voor. Ik heb een speciale fles rode wijn uit Malta voor hem meegenomen, een Marnisi Estate 2006 uit Marsaxlokk in het zuiden van het eiland. Malta is een klein eiland met veel stedelijke gebieden, er is dus weinig plaats voor wijngaarden. De wijn wordt grotendeels gemaakt voor de lokale consumptie, men exporteert weinig. De Marnisi is een klassieke wijn, die wordt samengesteld uit vier druivenrassen: Cabernet Sauvignon, Merlot, Cabernet Franc en Petit Verdot. En verdraaid, dat is leuk, Inge kent hem niet!
Ik rijd terug naar Gorcum. Vanavond is de verjaardag van Michel, de man van Barbara, Ans´oudste dochter. Terug naar boven
Gorinchem (2)
Zondag 18-01-2009
Gisteravond vieren we de verjaardag van Michel. We liggen allemaal in een deuk om de kleine Esri die, nog geen vier jaar oud, ons even serieus als pseudo "voorleest" uit een grootbladig kinderboek over een mol die door een hond op zijn hoofd wordt gepoept (foto hiernaast)
Vandaag meldt Diana per e-mail dat ze wat huurappartementjes heeft gevonden aan The Strand in Sliema, voor de veertien dagen in maart dat onze boten (Kiara, Mermaid en Dulce) ertegenover op de werf van Manoel Island op de wal staan om het onderwaterschip te doen. We hoeven dan niet aan boord te verblijven. Met Lord Byron gaat het prima, voegt ze toe. Op hun website staat een foto van His Lordship in zijn kooi in de kajuit van Kiara.
Vanmiddag rijden we naar zwager Cees en schoonzus Mieke in het onzalige Papendrecht. Het is grijs en kleurloos weer. Ik neem de post door. Nu we anderhalf jaar weg zijn, komt er steeds minder post. Een kopie van onze belastingaangifte, de verzekeringspolissen voor 2009, een boekje van de LVG over de jaren dat Nico Bernts er directeur was, ter gelegenheid van zijn afscheid, een liber amoricum voor oud-collega Wim de Bie ter gelegenheid van zijn afscheid als voorzitter Raad van Bestuur van de Maartenskliniek in Nijmegen (ik droeg een stukje bij), het overlijdensbericht van onze voormalige buurvrouw Cornet, wat tijdschriften, dat is alles. Rekeningen zijn er niet, die stuurt Cees altijd als PDF-bijlages met de e-mail. Ik betaal ze per Internetbankieren.
Met enige ophef melden de kranten dat deze winter al de op één na koudste is van de 21e eeuw; 2003 was kouder. Het is nog niet erg indrukwekkend, de eeuw is pas begonnen. Bij het KNMI zie je dat het Hellmann koudegetal nu op 51,5 staat; 2003 eindigde met 80,1 op de 37e plaats van de 108 winters sedert 1901. Maar er zijn nog 2 maanden te gaan. Het is wel spannend, klimaatsceptici zoals bijvoorbeeld Hans Erren stellen dat er sedert het begin van de jaren ´90 geen sprake meer was van opwarming. Een erg koude winter van 2009 zou in dat beeld passen. Maar de écht koude winters, bijvoorbeeld die van 1963 en 1947, hebben koudegetallen die ruim boven de 300 liggen.
Gorinchem (3)
Maandag 19-01-2009
Gisteravond eten Ans en ik knus samen in het Perzisch/Iraanse eethuisje "Chef Abbas" tegenover schouwburg De Nieuwe Doelen in het centrum van Gorcum (foto hierboven) Wat is het eten daar toch lekker! Er wordt qua kruiden vooral gewerkt met de 3 K´s: kaneel, komijn en koriander. Voortreffelijk!
Het is vandaag een gure, winderige en natte dag. Toch moeten er een aantal dingen gebeuren. Ans gaat naar een gespecialiseerde tandarts, ze heeft al tijden last van een opdringerige verstandskies in haar linker onderkaak. Geen acute zaak, maar er is een risico op vervelende infectie en dat kun je beter niet hebben als je ergens bij een Grieks eilandje geankerd ligt. De vraag is wat eraan gedaan moet worden en of dat nu kan. De tandarts adviseert om de kies te laten trekken die het meest in de knel zit en na genezing er een brug over te plaatsen. Vervelend, maar het had erger kunnen zijn. Naar alle waarschijnlijkheid hoeft ze niet naar een kaakchirurg. Daarna gaan we langs de apotheek voor aanvulling van mijn voorraad anti-hypertensiva. Ook koop ik 2 nieuwe busjes sticks voor bloedsuikerbepalingen. Vervolgens kopen we Vergulde Hand scheerzeep en een aantal zakken Senseo-padjes. Die kun je in Malta niet kopen.
Op Internet zoek ik tevergeefs naar pilots over de Oekraine en/of de Zwarte Zee. Ik vind er weliswaar twee: "Cruise Ukraine" van Doreen & Archie Annan en "Black Sea Cruising Guide" van Rick & Sheila Nelson, maar ze zijn van ouder datum en uitverkocht. Ik vind wel een aantal websites met sterk uiteenlopende ervaringen van zeilers in Oekraïne en info op Jimmy Cornell´s onvolprezen Noonsite.
Ans is ondertussen naar de kapper en gaat daarna langs bij haar eigen tandarts. Die voelt er niet voor om de kies zelf te trekken. Dus moet ze toch naar een kaakchirurg. Dat valt tegen. Sedert enige tijd is er helaas geen kaakchirurgie meer in het Beatrixziekenhuis, maar we hebben goede ervaringen met dokter Crisi (mw. drs. L.M.T.N. Crisi) Die werkte vroeger in het ziekenhuis en is nu verbonden aan Medisch Centrum Biltstraat in Utrecht, een zogenaamd zelfstandig behandelcentrum (ZBC) ofwel particuliere kliniek. Tot onze stomme verbazing hebben ze begrip voor onze situatie, er is nog een gaatje, we kunnen morgenochtend meteen komen. Niet voor een intakegesprek maar gewoon voor de behandeling zelf. Als voormalig ziekenhuisbestuurder sta ik ietwat gereserveerd tegenover privéklinieken ("halen de krenten uit de pap"), maar misschien is het tijd mijn oordeel te herzien. Terug naar boven
Gorinchem (4)
Gisteravond een avondje Nederlandse televisie kijken. Na het eten het Journaal, daarna Spoorloos en Pauw & Witteman. In het laatste programma vertellen twee patiënten hoe ze jarenlang door een voormalige neuroloog van Medisch Spectrum Twente (MST) ten onrechte werden behandeld voor de ziekte van Alzheimer. Die hadden ze helemaal niet. Het speelde zich af in de periode 2001 - 2004, toen ik in de Raad van Bestuur van MST zat. Die verbijsterende episode keert in mijn herinnering terug. Alleen ergert het me dat men de indruk wekt dat "de toenmalige directie" van alles op de hoogte was en niet ingreep en de andere neurologen een zwijgverbod oplegde. Ook dagblad Tubantia doet dat, zag ik later. Niets is echter minder waar, integendeel, en nu de neuroloog in kwestie alle afspraken heeft geschonden die we destijds met hem maakten, voel ik me vrij om te vertellen hoe alles werkelijk is gegaan.
Tegen het einde van 2003 kreeg ik harde feiten en bewijzen in handen die wezen op een ernstig disfunctioneren van Ernst Jansen Steur, een van onze neurologen. Er waren sterke aanwijzingen voor verkeerde diagnosestellingen en bovendien bleek hij verslaafd te zijn aan een aantal geneesmiddelen. Om die te bemachtigen vervalste hij recepten van zijn collega´s. Ik heb terstond de Inspectie ingelicht en heb Ernst persoonlijk gedwongen zich onmiddelijk ziek te melden en zich te laten behandelen. Direct na de jaarwisseling heb ik hem gedwongen MST voorgoed te verlaten en geregeld dat hij een tijdje later met vroegpensioen (de OBU-regeling) kon gaan, opdat hij geen verdere materiële schade zou lijden. Per slot hoef je iemand niet helemaal de grond in te stampen. In ruil daarvoor ondertekende Ernst een document, waarin hij beloofde nooit meer zijn vak van neuroloog te zullen uitoefenen. Die afspraak heeft hij dus geschonden. De andere neurologen van MST vroeg ik om zijn patiënten waar nodig te informeren over de foute diagnoses en over te nemen, ze zo goed mogelijk verder te begeleiden en ze te wijzen op de mogelijkheid om een schadeclaim in te dienen. Zo is het gegaan, wat had ik meer moeten doen? Het is onbegrijpelijk dat Ernst Jansen Steur daarna toch weer een tijd in een Duitse kliniek aan het werk kon gaan. Wat bezielt zo iemand? En wat een stommiteit van die Duitse directie om niet eens inlichtingen in te winnen en referenties te vragen bij de vorige werkgever.
Vanmorgen schijnt de zon. Om half elf zijn we in Medisch Centrum Biltstraat in Utrecht. Kaakchirurg mevrouw Crisi kent ons nog van vijf jaar geleden, toen deed ze in Gorcum een apexresectie bij mij. Kies nr. 36 moet er bij Ans inderdaad uit, zegt ze, die is op haar 10e jaar niet goed behandeld door haar toenmalige tandarts en heeft sedertdien zitten "zeuren" Snel en vakkundig trekt ze hem eruit. Medio mei zijn we weer in Holland, dan moet Ans terugkomen om linksonder ook de achterste verstandskies te laten trekken. Weer drie maanden later kan er dan een brug over gebouwd worden. We halen Brufen bruis bij de apotheek aan de overkant en rijden terug naar Gorcum. Vanmiddag doe ik nog wat boodschappen, vanavond eten we met Floor & Pijke in Amsterdam. Terug naar boven
Gorinchem (5)
Woensdag 21-01-2009
Mooi appartementje hebben mijn dochter Floor en haar vriend Pijke gekocht! Het is op tweehoog aan een lommerrijke straat niet ver van de PC Hooftstraat in Amsterdam. Een prima plek. Trots leidt ze ons rond en daarna gaan we met zijn vieren eten in een aardig restaurant, Eetcafé Toussaint geheten, even verder op een straathoek. Ze hebben een leuke kaart en we praten honderd uit met Floor en Pijke over hun plannen (foto hierboven) We rijden niet al te laat naar Gorcum terug, want Ans heeft flink pijn aan haar onderkaak.
Een dag als vandaag zal ik niet licht vergeten. Nog voor negen uur rinkelt de telefoon al en sedertdien heeft hij nauwelijks stil gestaan. Naar aanleiding van het verslag van gisteren en een artikel in Tubantia van vanmorgen storten de media zich over me heen. Het artikel op de binnenpagina´s met als koptekst "Getergde topman gooit ´beerput´ open" van Lucien Baard, die de de zaak aan het licht bracht, is redelijk genuanceerd. Ik stuurde gisteren voor de zekerheid een mailbericht aan Herre Kingma, de huidige bestuursvoorzitter van Medisch Spectrum Twente, om hem voor te bereiden op de publiciteit. Het verbaast me dat hij daarna geen contact met me opnam om zonodig wat met elkaar af te stemmen. Het eerste telefoontje is van Annemiek Kortlang van Pauw & Witteman, ze willen me vanavond in de uitzending. Dat overvalt me en ik vraag en krijg bedenktijd. Om zoveel publiciteit had ik helemaal niet gevraagd! De redactrice vraagt me wel om geen afspraken met andere landelijke TV-programma´s te maken. Die exclusiviteit blijkt de hele dag een rol te spelen, want ook Hart van Nederland en RTL-nieuws bellen me later op. Dan heb ik al P&W toegezegd te komen, met de overweging die mijn dochter Floor (die redacteur is bij De Wereld Draait Door) me gaf: als je niet komt, zeggen ze dat je weigert toelichting te geven en dan wek je onbedoeld de indruk van een doofpot, die je juist wilde vermijden. Pff...ik heb al half spijt van alles. Om 12 uur heb ik een telefonisch radio-interview met RTV Oost en om kwart over 1 met een televisieploeg van TV Oost, die helemaal uit Twente naar Gorcum zijn gekomen. Ans´ dochter Barbara schrikt zich te pletter als de ploeg voor haar deur staat, "O jee! En ik heb helemaal niet gestofzuigd!" De reporter heeft zich goed in de zaak verdiept en legt me tenslotte de vraag voor "of ik niet had kunnen weten dat je met een verslaafde geen afspraken kunt maken" Tja, een goed punt waar ik niet direct raad mee weet. Eigenlijk, zeg ik, heb ik destijds er uiteindlijk voor gekozen om de neuroloog niet volledig af te maken en hem een nog een kans te geven om ondanks alle schande in teruggetrokkenheid een redelijk decent leven te leiden. Was dat fout? Tja, hij heeft die kans vergooid, kan je achteraf zeggen, maar had ik hem die dan niet moeten geven? Ik neig er nog steeds toe om te zeggen: ondanks alles zou ik het opnieuw zo hebben gedaan.
TV Oost is nog niet klaar als het Radio I programma De Praktijk van de AVRO belt. Ik vertel mijn verhaal en dan blijkt opeens dat ze ook Kingma op een andere lijn in de uitzending hebben. Daar hadden ze niets van gezegd, niet helemaal netjes, en kennelijk wilde Kingma geen afstemming vooraf of leest hij zijn e-mail niet. Maar Kingma onderschrijft grotendeels mijn optreden van destijds, met name dat ik van meet af aan de Regionaal Inspecteur van de Volksgezondheid erbij had betrokken (waar hij toen de hoogste baas van was) - totdat hij opeens en totaal onverwacht uit zijn slof schiet en onaangenaam wordt, roepend dat ik "lijken in de kast heb achtergelaten" en klagend "dat de huidige RvB de rotzooi moet opruimen" terwijl " meneer Zijlstra een mooie zeiltocht maakt" (de afgunst is tastbaar, TZ) en "nu opeens wroeging heeft" en meer van dien aard. Alsof het mijn schuld is dat Jansen Steur tegen de afspraken in in Duitsland aan het werk ging! Bovendien heb ik helemaal geen wroeging, alles afwegende zou ik - ik zei het eerder - het opnieuw op dezelfde wijze gedaan hebben. Ik wens echter niet iemand volledig de stront en de uitzichtloosheid in te trappen. Enfin, Kingma en ik beginnen door elkaar te praten en de presentator breekt het interview snel af. Het vervelende is dat hierdoor helaas de indruk wordt gewekt dat het ontwrichte leven van tientallen patiënten niet zo belangrijk voor me was. Dat was natuurlijk niet zo, ook voor mij kwam dat toen op de eerste plaats. De andere neurologen spanden zich op mijn verzoek heftig in om ze op te sporen, ze op te vangen, te informeren en te begeleiden en we boden zelfs steun aan bij het indienen van eventuele schadeclaims. En Kingma moet niet zeuren en klagen, het leven van ziekenhuisbestuurders is nu eenmaal zelden gemakkelijk.
Vanavond gaan we hier bij Barbara gourmetten. Om half negen haalt een taxi van P&W me op en brengt me naar de studio in Amsterdam. Geloof me, ik zal blij zijn als het allemaal achter de rug is. Terug naar boven
Gorinchem (6)
Donderdag 22-01-2009
Om half negen gisteravond staat de taxi voor de deur, die me naar de studio van Pauw & Witteman zal brengen. De chauffeur is aardig, hij heeft veel gereisd in het Middellandse Zeegebied, er is dus nogal wat uit te wisselen. In de VARA-studio bij Artis wordt ik opgevangen door een redactrice. Even later komen ook mijn Floor & Pijke erbij. De uitzending zelf kan je nog zien op Uitzending Gemist, zolang het duurt. Jeroen Pauw en Paul Witteman stellen me scherpe, kritische vragen - terecht - maar ik krijg goed de ruimte om mijn visie op de kwestie weer te geven. Het is moeilijk om zelf te beoordelen of je het er goed van hebt afgebracht, maar van Floor en Pijke, van omstanders en publiek en van de heren P&W zelf, oud-collegae en vrienden, kreeg ik later positieve reacties. Ik wacht het maar af, dit is mijn verhaal en mijn verdediging, meer weet ik niet en hier moet men het maar mee doen. Dezelfde chauffeur brengt me terug naar Gorcum, naar het huis van Ans´ jongste dochter, want Ans heeft onze koffers inmiddels van Barbara naar Tessa gebracht. Daar logeren we tot we a.s. maandag terugvliegen naar Malta. Om twee uur ´s nachts kijken Ans en ik via Uitzending gemist naar de uitzending van RTV Oost. Na mij komt Herre Kingma aan het woord. Hij speelt op de man en niet op de bal. Als een arrogante corpsbal begint hij me meteen neer te sabelen: "als Zijlstra een flinke vent was geweest had hij vier jaar geleden hiermee naar buiten gekomen" en "het is een laffe actie om zijn straatje schoon te vegen" en "hij hangt nu de public hero uit en wij moeten de rotzooi opruimen" Ik begrijp hem wel. Hij heeft al genoeg problemen aan zijn hoofd en zat er niet op te wachten om dit er ook nog bij te krijgen. Toch is dat heel normaal. Want iedere nieuwe ziekenhuisbestuurder neemt erfenissen van zijn voorgangers over. De levenscyclus van problemen en kwesties loopt niet parallel met die van bestuurders, zeker als ze zo kort zitten als tegenwoordig. Kingma wordt (goed) betaald om problemen op te lossen, niet om erover te klagen. En ooit zal hij op zijn beurt ook problemen voor zijn eigen opvolgers achterlaten. In elk geval heeft Kingma nog een ander probleem: zijn eigen regionale inspectie heeft destijds ingestemd met iedere stap die ik deed om Jansen Steur zo snel mogelijk uit het MST en uit de patiëntenzorg te verwijderen. En zijn eigen inspectie heeft het niet nodig geacht om het Openbaar Ministerie in te schakelen. Wist hij daarvan? Dat laat hij in het midden. Het geschiedde echter wél onder zijn eindverantwoordelijkheid. Hij zit dus in een spagaat als hij mijn handelwijze afkeurt, want dan keurt hij ook die van zijn eigen inspectie af.
Vandaag is het allemachtig rotweer. Er kan zelfs storm komen. Ik rijd door wind en regen naar de reisboekwinkel Stanley & Livingstone in Den Haag om er een sterrenglobe te kopen. Die wilde ik altijd al hebben. Daarna haal ik in Scheveningen bij Vrolijk Watersport de resterende zeekaarten voor de Egeïsche Zee en de gastenvlaggetjes af, die ik vanuit Malta per Internet besteld had. Alleen Imray 36 (Rhodos en oostelijk daarvan) en het Albanese gastenvlaggetje ontbreken, daar konden ze niet aankomen. Bij het afrekenen profiteer ik behoorlijk van de waardedaling van het Britse pond, de zeekaarten zijn sinds mijn bestelling ruim drie euro goedkoper geworden. Vervolgens rijd ik richting Jachtwerf Numansdorp. Onderweg wordt ik gebeld door een verslaggever van Tubantia over "een nieuwe doofpotcasus" die zich in de periode 1997 - 2001 zou hebben afgespeeld rond Jansen Steur. Mijn aanstelling bij MST begon op 1 februari 2001, dus zou ik ervan moeten weten. Het zegt me echter niks. Later gaat me toch een vaag lichtje op, mijn geheugen is goed maar niet feilloos, van een soort "deal" met een patiënte die door mijn toenmalige collega Henk Bijker behartigd werd, over iets wat voor mijn tijd zich afspeelde en waar ik werkelijk geen zinnig woord over te vertellen heb (hoewel ik natuurlijk in formele zin wel medeverantwoordelijk was) Is een dergelijk "doofpot-contract" ooit in de vergadering van de Raad van Bestuuur geweest? Ik herinner me dat niet. De hele aangelegenheid Jansen Steur begint me zoetjesaan de keel uit te hangen, wat ik weet heb ik verteld en als er nog andere kwesties zijn, dan was ik daar niet bij betrokken. Even na tweeën ben ik in Numansdorp, nadat ik in gedachten verzonken eerst de afslag miste. Het is aangenaam om Lowy en Fons, Waldi en Walter Jan terug te zien, maar de gezichten staan zorgelijk. Door de kredietcrisis en de recessie zijn er beduidend minder opdrachten. Later vanmiddag blijkt dat ook bij Krijgsman Watersport, de importeur van Jeanneau in Drimmelen, het geval. De recessie slaat fors toe, zeggen Rob en Berna. Ik haal er een nieuw verwarmingselement voor de boiler aan boord. Die gebruikt slechts 1250W in tegenstelling tot onze huidige van 3000W en is dus beter "te behappen" door de walstroom op de steiger en de generator aan boord.
Om vier uur ben ik terug in Gorcum. Opnieuw bellen verslaggevers. Ik wil niet meer in programma´s, ik heb niets meer toe te voegen en verwijs ze naar dit weblog. Vanavond gaan we met de kinderen en de kleinkinderen naar een wokrestaurant in de stad. Terug naar boven
Gorinchem (7)
Vrijdag 23-01-2009
We eten gisteravond in restaurant Wok Gorkum met de gezinnen van Ans´dochters Barbara en Tessa. De kleine doerak Esri van 3 jaar vermaakt ons zeer met een volledig nieuwe versie van het kerstlied "O denneboom, o denneboom" We zijn op tijd thuis om de uitzending van Nova te zien met een helaas weinig verhelderend interview met Herre Kingma van MST. Er zou sprake geweest zijn van een "Inspectie oude stijl" onder zijn bewind en een "Inspectie nieuwe stijl" daarna. Niet erg duidelijk Wel zegt hij niet te hebben geweten van het optreden van zijn regionaal inspecteur in de casus Jansen Steur eind 2003/begin 2004 en met name van diens beslissing om het Openbaar Ministerie niet in te schakelen. Voor het slapen zie ik dat Kingma zijn weblog zojuist hervat heeft. Dat is verstandig, daarmee heeft hij een eigen, onmiddelijk communicatiekanaal. Hij foetert ook nog wat verder over me: "ongeleid projectiel" Hij bedoelt uiteraard "een niet door hem geleid projectiel" Alsof ik vooraf toestemming aan hem zou moeten vragen als ik een onjuist bericht ("de toenmalige directie deed niets") in Tubantia probeer te corrigeren! Wel heb ik erna meteen hem per e-mail ingelicht over mijn actie, ruim voor alle publiciteit losbarste, zodat hij zich kon voorbereiden en desgewenst met me kon afstemmen. Zo hoort dat. Hij heeft er echter geen gebruik van gemaakt.
Het regent de hele nacht en ook vandaag. Ik ben al vroeg wakker. De resterende dagen in Gorcum glijden snel voorbij, alleen had ik me ze anders voorgesteld. Ons programma om nog wat vrienden te zien is in het honderd gelopen, het is allemaal niet zo erg maar wel jammer. Leuk is dat naar aanleiding van mijn verschijning in Pauw & Witteman per telefoon, e-mail en in ons Gastenboek oude vrienden en bekenden zich melden, die ik al 20 tot 30 jaar uit het oog was verloren. Op de website van Tubantia lees ik dat letselschadeadvokaat Yme Drost zegt dat hij over documenten beschikt, die aantonen dat ik in 2001 wel degelijk wist van een tuchtzaak tegen Jansen Steur en van een "doofpot-contract" met een gedupeerde patiënte. Aangezien ik pertinent zeker weet dat ik niet betrokken was bij die kwestie (hoewel de slotfase zich voltrok nadat ik bij MST kwam) en niet over een archief beschik, vraag ik Drost per e-mail of hij me die stukken wil sturen. (Helaas komt er de hele dag geen enkele reactie op dat verzoek) Ondertussen komen de eerste telefoontjes van de pers al weer binnen. Ik handel ze af conform mijn lijn van gisteren: ik heb in P&W en bij RTV Oost gezegd wat ik te zeggen heb, ik heb mijn beleid rond Jansen Steur uiteengezet en verdedigd en ik heb er niets meer aan toe te voegen en wacht de resultaten van de door minister Klink en het MST ingestelde onderzoeken af.
We bezoeken Ans´ haar moeder vanochtend in het verzorgingshuis St Clara. Daarna is er gelukkig tijd voor een kort bezoek aan Utrecht, de stad waar ik studeerde en lang woonde. Ik zoek Maarten ´t Harts "Het dovemansdieet. Over zin en onzin van gewichtsverlies" (Arbeiderspers, 2007) - trouwe lezers weten waarom - en vind het tenslotte bij de oude vertrouwde Boekhandel Bijleveld op het Janskerkhof. En passant schaf ik ook de juist vandaag verschenen nieuwe CD aan van Bruce Springsteen, "Working on a dream" Utrecht druipt van regen en van melancholie en is beeldschoon als altijd (foto hierboven) Maar ik heb er mijn gedachten niet erg bij. Vanmorgen las ik veel reacties op artikelen op de websites van diverse media op de kwestie en op mijn optreden. Heel veel curieuze scheldkannonades, het valt me op dat vooral mensen die geen enkele schade leden de grootste keel opzetten. En verder: doofpot, artsen die elkaar de hand boven het hoofd houden en het schoonvegen van mijn straatje. Natuurlijk veeg je je straatje schoon, als anderen daar vuilnis op dumpen die er niet hoort, lijkt me.
Uiteraard draait de hele episode bij voortduring rond door mijn hoofd en weeg ik steeds mijn toenmalige handelwijze opnieuw af. De onmiddelijke verwijdering van Jansen Steur uit het ziekenhuis en de opvang van de door hem gedupeerde patiënten kwamen destijds op de eerste plaats. Maar een directeur heeft meer belangen die afgewogen en behartigd moeten worden. Ook dat van werknemers, zelfs als ze disfunctioneren. Dat laatste wordt slecht begrepen, merk ik. Ik vond (en vind nog) dat je in crisissen als deze altijd moet beogen zo min mogelijk verdere schade aan te richten. De patiënten moeten zo goed mogelijk worden geholpen, beschermd en gecompenseerd, maar ook de door eigen schuld van zijn voetstuk gevallen specialist moet - in alle bescheidenheid en teruggetrokkenheid - verder kunnen met zijn leven. Dat is niet hetzelfde als de zaak in de doofpot stoppen. Niemand kan mij tot dusver duidelijk maken wat de gedupeerde patiënten en de samenleving ermee waren opgeschoten als ik Jansen Steur volledig de vernieling in had getrapt. Genoegdoening, zei Jeroen Pauw eergisteren in P&W. Dat snap ik, genoegdoening is een van de aspecten aan zo´n zaak. Maar wanneer is er genoeg genoegdoening? De roep om een openbare terechtstelling heeft, vind ik, bedenkelijke kanten. Dat Jansen Steur (Steur is overigens de naam van zijn moeder, hij gebruikt die naast die van zijn vader) die publieke executie nu toch over zichzelf heeft afgeroepen door stiekem in een Duitse kliniek te gaan werken, is zijn eigen schuld. Enfin, ik heb mijn keuzes gemaakt zoals ze waren en gedaan wat ik gedaan heb, ik wacht de komende onderzoeken af. Dat zeg ik ook tegen het NOS-Journaal, dat me in de auto belt op de terugweg naar Gorcum en voor een interview zelfs daarheen wil komen. Ik wijs het af, de redactrice is teleurgesteld, we hebben Yme Drost, zegt ze alsof dat het aantrekkelijker maakt. Ik heb niks tegen Yme Drost maar ik heb alles al gezegd (en nog steeds geen reactie van hem ontvangen) en bovendien hebben we straks met mijn beide jongens in Geldermalsen afgesproken. Basta. Terug naar boven
Gorinchem (8)
Zaterdag 24-01-2009
Het menselijk drama van de ex-MST neuroloog Ernst Jansen Steur krijgt een verdere invulling. Vanochtend ben ik vroeg wakker. Ans´dochter Tessa heeft een abonnement op het AD. Voorzichtig om niemand wakker te maken schuifel ik in het donker de trap af naar de gang en de voordeur. Daar ligt de ochtendkrant op de mat. Op pagina 7 staat het verhaal van Eddy van der Ley, correspondent in Enschede. Jansen Steur raakte door zijn eigen invaliditeit verslaafd aan morfine, schrijft hij. Een verslaggever van Tubantia die me gister vroeg in de avond belde, duidde daar ook al op. Ernst was vele jaren een succesvol neuroloog in MST. In 1990 krijgt hij een zwaar auto-ongeval op de terugweg van een wintersportvakantie. Hij raakt zwaargewond aan zijn heup. "Alleen door het gebruik van pijnstillers kon hij zijn werk weer oppakken, zo schetsen familieleden, vrienden en ex-collega´s. Onder invloed van zware doses morfine stelde hij tussen 1999 en 2004 bij tientallen patiënten verkeerde diagnoses", schrijft het AD. Het is een plausibel verhaal.
Het is me vreemd te moede. Letselschadespecialist Yme Drost (die nog steeds niet heeft gereageerd op mijn e-mail en dus ook geen stukken heeft gestuurd) treedt op namens tachtig gedupeerde patiënten en heeft aangifte gedaan tegen Jansen Steur wegens zware mishandeling, dood door schuld en valsheid in geschrifte. Dat is niet gering! Ook tegen oud-bestuurders van MST heeft hij aangifte gedaan. Ik weet niet precies tegen wie, maar met zekerheid hoor ik erbij. ,,Niet dat ik ze beschuldig van medeplichtigheid, maar ik wil wel dat justitie de rol van de voormalig bestuursleden onderzoekt. In hoeverre hebben ze onvoldoende tijdig ingegrepen en hebben zij dit allemaal laten gebeuren onder hun verantwoordelijkheid?", licht hij ergens in de Internet-editie van een krant toe. Zoiets heb ik in heel mijn loopbaan van meer dan twintig jaar ziekenhuismanagement nog nooit meegemaakt. Er is nu sprake van drie onderzoeken, van minister Klink, van het MST en van het Openbaar Ministerie. Het verleden duurt langer dan je denkt, schreef een oude vriend me dezer dagen.
Het gisteren glorende lichtje van de casus van het "doofpot-contract" met een vrouwelijke patiënte van Jansen Steur uit 2001 wordt me nu ook wat helderder. Ik weet inmiddels uit de media dat ze Ineke Damink heet. Zij was vanaf 1997 onder behandeling bij Jansen Steur en ook haar verhaal is een schokkend drama. Ik was niet bij die kwestie betrokken en ik ken de feitelijke gang van zaken niet, maar ik moet ervan op de hoogte zijn geweest, na mijn komst naar Twente in februari 2001. Haar dossier was in behandeling bij mijn collega, bestuursvoorzitter Henk Bijker, en vooral bij de secretaris van de Raad van Bestuur Herman ten Vergert. Of het document ooit in de vergadering van de RvB is geweest, weet ik niet meer. Het zal wel blijken uit de onderzoeken. Henk was er niet van gediend dat je je op zijn terrein begaf, ieder had zijn eigen "provincies" zoals ik het noemde. Daar was één keer een uitzondering op. Ergens in de loop van 2002 of begin 2003 kreeg ik de jammerlijk stagnerende ICT in het ziekenhuis uit de portefeuille van Henk op mijn bordje. Met een fikse pot geld tuigden we een omvangrijke inhaaloperatie op, onder de projectnaam Fundament. Dat vergde veel tijd, minstens een jaar, en het ging gepaard met veel strijd in de RvB omdat het zo duur was en gemopper in de medische staf omdat het zo lang duurde. Logisch, want het was nodig om vanaf de bodem een volledig nieuwe ICT-infrastructuur op te bouwen en daar zie je een tijd niks van. Uiteindelijk had Fundament veel succes, maar toen was ik al uit het ziekenhuis vertrokken. Niettemin ben ik er nog altijd trots op. Maar dat terzijde.
Ik moet concluderen dat ik na mijn komst in 2001 weliswaar nooit betrokken was bij de abjecte "doofpot-casus" Damink, maar dat ik er wel van had moeten weten. Mijn alarmbellen hadden moeten rinkelen. Ik heb ze veronachtzaamd en dat is een stommiteit die me valt me aan te rekenen. Het is niet anders. Je bestuurlijke medeverantwoordelijkheid kun je niet ontlopen.
Intensief graaf ik in mijn geheugen of er in de periode februari 2001 - juni 2004, toen ik in MST werkte, meer perikelen rond Jansen Steur zijn geweest. Ik vind ze niet. Soms waren er geruchten, maar nooit echte harde feiten. Wel komt er een andere herinnering bij me boven. In het najaar van 2003 zit ik op mijn kamer te praten met een advocate, die optreedt in een andere klachtenprocedure. Niet betreffende Jansen Steur, maar over een internist. Het is naar, winderig herfstweer. Regen vlaagt tegen de ramen. Opeens wordt er alarm gegeven. Op de rand van het dak van het nog in aanbouw zijnde Hartcentrum staat een man in een rode pyamabroek. Zijn bovenlijf is bloot en nat van de regen. Hij schreeuwt en wil zich van het dak gooien. Via het betonskelet van het nog niet afgebouwde trappenhuis ren ik naar het dak. Op het platte dak staan wat verpleegkundigen en mensen van de beveiliging. Het is een patiënt van Jansen Steur, zeggen ze me. De man dreigt naar beneden te springen als we dichterbij komen. Impasse. Opeens vliegt de deur van het trappenhuis open. Het is Jansen Steur. "Verdomme!", roept hij, "wat een onzin!" Voor we het weten is hij bij de wankelende patiënt en probeert hem met gevaar voor eigen leven van de rand weg te trekken. Even lijken ze allebei over de rand te vallen. "Help me!", brult hij. De bewakers snellen toe en werken de man tegen de grond. Op mijn kamer praten we na. Dat had ook helemaal fout kunnen aflopen, zeg ik. Ernst kijkt me meewarig aan. Soms heb je geluk, zegt hij.
Een paar weken later ontvang ik belastend bewijsmateriaal tegen hem, recepten die hij vervalst heeft, en samen met de clustermanager dwing ik hem onmiddellijk de ziektewet in te gaan. Ik eis dat hij zich onder behandeling stelt. We spreken met de andere leden van de vakgroep neurologie af dat ze de patiënten van Ernst allemaal overnemen. Ik meld de zaak bij de regionaal inspecteur van de volksgezondheid in Zwolle. In de volgende dagen en weken treffen de andere neurologen steeds meer vreemde gevallen aan, patiënten van Jansen Steur die voor volledig verkeerde diagnoses behandeld worden. Ik neem opnieuw contact op met de inspecteur en overleg met hem over de aanpak. We zijn het eens: de neuroloog kan niet in het ziekenhuis terugkeren. De patiënten moeten allemaal geïnformeerd worden, een adequate behandeling krijgen en zo nodig geholpen worden als ze naar andere ziekenhuizen verwezen willen worden en bij het opstellen van schadeclaims. De neurologen zullen een intensieve file-search instellen om mogelijke andere gevallen op te sporen. Ook het stafbestuur stemt in met deze lijn. In de dagen en weken erna spreek ik Ernst af en toe telefonisch. Zijn behandeling bij een psycholoog is succesvol, zegt hij, hij wil na de jaarwisseling terugkeren. Dat kan niet, Ernst, zeg ik, zo snel ben je niet van een verslaving af. Tussen Kerst en Oud & Nieuw belt hij me nog eens op, Ans en ik liggen dan met onze boot in een koud en besneeuwd Antwerpen. We spreken af elkaar na de jaarwisseling te ontmoeten. In die dagen construeer ik de oplossing, die eruit moet bestaan dat Ernst vrijwillig uit het ziekenhuis vertrekt en ook niet elders meer gaat werken. Als hij akkoord gaat en ervoor tekent, zullen we hem de uitweg bieden en zijn bestaanszekerheid garanderen door hem de resterende maanden tot aan zijn vroegpensioen zijn salaris door te betalen. Als hij niet akkoord gaat, zullen we hem op staande voet ontslaan en dan zal de zaak in de openbaarheid komen. De inspecteur stemt in met deze koers. Of hij de Officier van Justitie heeft geraadpleegd, weet ik niet meer, het is wel aan de orde geweest. Medio januari stemt Jansen Steur met onze oplossing in en vertrekt uit het ziekenhuis. In de maanden erna dienen verschillende patiënten schadeclaims bij het ziekenhuis in. Het is zoals we dachten. We wisten alleen niet dat het er zoveel waren.
Steeds weer pieker ik over de vraag: heb ik er goed aan gedaan? Steeds neigde ik tot "ja" Zie ook mijn verslag van gisteren. Ernst werd snel en effectief uit het ziekenhuis en uit de patiëntenzorg verwijderd, de gedupeerde patiënten werden zo goed mogelijk opgevangen, anderen werden opgespoord en geïnformeerd, schadeclaims werden opgesteld en deels afgewikkeld, Ernst kon - van zijn voetstuk gevallen - zijn leven in bescheiden teruggetrokkenheid voortzetten en gevaren voor de toekomst waren afgewenteld. Achteraf gezien helaas te mooi om waar te zijn, want Ernst dook na een aantal jaren op als neuroloog in een Duits ziekenhuis, waar men verzuimde referenties na te trekken. Natuurlijk, het kan waar zijn dat hij inmiddels genezen is van zijn verslaving. Hij is een tijd in een gerenommeerde Schotse verslavingskliniek geweest. Maar dan had hij de Koninklijke Weg moeten volgen en eerst met de RvB van het MST moeten praten over beëindiging van de overeenkomst, alvorens in Duitsland aan het werk te gaan.
Maar...mijn bovenstaande "ja" wordt beduidend minder sterk, als je de casus van mevrouw Damink erbij betrekt. Ik weet niet eens of toen, in 2001 of eerder, de inspectie er ook al bij betrokken was. Er was toen een andere regionaal inspecteur dan in 2004. Achteraf gezien had die tuchtzaak destijds doorgang moeten vinden en het "doofpot-contract" had nooit mogen worden afgesloten. Sterker, de gedachte alleen al had niet eens mogen opkomen. In plaats daarvan had de RvB meteen - al in 2000 - een eigen onderzoek moeten instellen. Er was een reële kans geweest dat de ernst van zijn disfunctioneren dan al aan het licht was gekomen. Dat had de gedupeerde patiënten van nu een hoop leed en ellende bespaard. Ik ben er hondsberoerd van. Terug naar boven
Gorinchem (9)
Zondag 25-01-2009
Gisteren gingen we even langs bij oude buurman Inge Hogerdijk in zijn Heukelumse wijnhuis. Het was er gezellig en het kikkerde me wat op, maar voortdurend malen de jaren in het MST toch door mijn hoofd. Ook vandaag. Het waren niet mijn gelukkigste jaren, zowel in mijn persoonlijke als in mijn beroepsmatige leven. Ik voel weinig lust om er nu over te schrijven. Ik ben dit weblog destijds begonnen om op een eerlijke wijze verslag te doen van onze wederwaardigheden, ook als die minder plezierig zijn. Dat heb ik steeds gedaan, maar je hebt er niet altijd even veel zin in. Per e-mail en in het Gastenboek ontvangen we ondersteunende reacties, ook kritische, maar ze doen me allemaal goed. Ik zet mijn telefoon af, hoewel ik niet verwacht dat de media ook op zondag zullen bellen.
Barbara komt met haar gezin even langs om afscheid te nemen. Ans gaat daarna met Tessa naar Oma Steers en ik moet er ook uit. Het is een droge, frisse dag, die begint met zon. Tegen de middag trekt een dunne laag grijze donswolken langzaam de hemel dicht. Het licht wordt zilverkleurig. Ik maak een lange wandeling door de oude binnenstad van Gorcum, mooi als altijd, in ieder seizoen (foto hiernaast) In de Lingehaven, waar ik in 2006 deze website begon, ligt een schip met de naam "Niets zonder Gods zegen" (foto hierboven en hier) Op diverse plaatsen in de stad en aan de haven zijn huizen en appartementen te koop en te huur. Zullen we hier maar gewoon weer neerstrijken, in dit aangename, stille stadje? Ans heeft er haar hele leven gewoond en de meeste van haar kinderen en kleinkinderen wonen hier. En ik had er een goede tijd, in de jaren ´80 en ´90. Even komt het me verleidelijk voor. Maar nee, we gaan de draad weer oppakken. Morgen vliegen we terug naar Malta. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (106)
Maandag 26-01-2009
In de afgelopen nacht lig ik te woelen in bed. Ik kan niet slapen, voor de zoveelste keer speelt de hele geschiedenis in Twente zich in mijn hoofd af. Ondertussen lijkt alles - wat mijn aandeel betreft - te kunnen worden samengevat in een paar heel eenvoudige zinnetjes:
Ik heb me verre gehouden van de kwestie Damink,
ik vond dat het pakkie-an van Henk Bijker.
Ik heb later Jansen Steur verwijderd,
zodra ik daartoe de kans schoon zag.
Niet erg heroïsch allemaal,
maar ik heb tenminste iets gedaan,
zij het niet genoeg.
Toch is er nog een kriebeling. Iets zegt me dat ik in de periode dat ik Jansen Steur dwong te vertrekken niet alleen contact had met de inspecteur van de volksgezondheid, maar zelf ook heb overlegd met de officier van justitie in Almelo. Over de telefoon, staat me voor. Het was geen prettig contact, herinner ik me, maar het resultaat was dat er geen zaak van gemaakt werd. Ik kan dat niet hard maken, ik bezit geen archief en geen stukken. Maar als het zo is, zou het ergens terug te vinden moeten zijn. Maar waar?
Tegen de ochtend val ik in slaap, maar lang mag dat niet lang duren. We moeten de koffers inpakken. Buiten schijnt de zon, het heeft gevroren vannacht. Jeffrey is al naar zijn werk maar Tessa is er nog net. We nemen afscheid. De voorruit van onze huurauto vertoont een barst van ongeveer 15 cm. Die zat er gisteren nog niet, zeker ontstaan door de vorst. Het is ook gelijk krabben geblazen. In het verzorgingshuis nemen we afscheid van Ans´ moeder. Bij de Car Rental van Alamo op Schiphol vullen we een schadeformulier in. We checken in. Voor we bij de veiligheidscontrôle zijn gaat de telefoon. Een journalist van VPRO-Radio 1. Hij zegt dat ze om half vier een item over Jansen Steur hebben en dat hij graag mijn reactie wil op twee documenten, die hen vertrouwelijk in handen zijn gespeeld. Het eerste is een telefoonnotitie gedateerd 10-03-2004 van Wim Nugteren, destijds de regionaal inspecteur met wie ik begin 2004 de "verwijderoplossing" rond de disfunctionerende neuroloog was overeengekomen. Lees eens voor, vraag ik. De notitie betreft een gesprek met mijn collega Ruud Ramaker, toen de nieuwe voorzitter RvB. Nugteren was gebeld door een journalist van De Telegraaf over geruchten inzake verkeerde diagnoses van een neuroloog van MST. Kon Ramaker daarover opheldering verschaffen? Deze telefoonnotitie duidt erop, zegt de VPRO-man mij, dat de inspectie destijds nog niets wist. Mijn reactie is dat dat niet waar kan zijn en dat ik voor 100% zeker weet dat ik in het najaar, toen de vervalste recepten op mijn tafel kwamen, terstond Wim Nugteren daarvan op de hoogte heb gesteld. Dat we daarna in een aantal contacten de oplossing overeenkwamen: Ernst mag niet terug in het ziekenhuis én in de patiëntenzorg en zijn patiënten worden overgenomen, begeleid en geïnformeerd door de andere neurologen. Met name dokter Petra Poels, die niet lang daarvoor uit Zwolle overkwam en nog niet veel eigen patiënten had, heeft zich daarvoor ingespannen. Op een rare, vertraagde manier is Wim Nugteren later een eigen onderzoek begonnen, herinner ik me vaag. Ik begreep dat niet goed want - opnieuw - hij wist toch al alles? Ik vertel de journalist ook van mijn herinnering van vannacht, zie hierboven, dat ik ook begin 2004 de officier van justitie in Almelo aan mijn kant kreeg, zij het schoorvoetend. Aan het tweede document, dat van augustus 2004 zou zijn, komen we niet toe. Ans en ik moeten naar de gate.
Het is een vreemde ontwikkeling! Ik herinner me dat ik medio maart 2004 voor korte tijd niet op MST was, omdat Ans en ik van Gorcum naar mijn voormalig huis in Deil verhuisden, waar mijn ex-echtgenote toen uit vertrokken was. Bij mijn terugkeer maakte Ruud inderdaad melding van het telefoongesprek met Wim Nugteren. Hij verbaasde me, Wim Nugteren wist alles immers? Je hebt de inspecteur toch wel voldoende ingelicht, vroeg Ruud. Jazeker, was mijn antwoord. Nogmaals, wat een vreemde zaak? Maakte Wim Nugteren geen notities van de gesprekken met mij in de voorafgaande maanden? Of zou de ponteneur van de zaak Jansen Steur niet voldoende tot hem zijn doorgedrongen? En waarom en door wie is deze notitie gelekt? De VPRO-journalist wil deze en de andere notitie helaas niet aan me doormailen. Dat mag ik niet, zegt hij, ik kreeg ze vertrouwelijk. Dat is wel heel erg raar! Alleen de regionale inspectie in Zwolle en Wim Nugteren zelf beschikken over die notitie, mag je veronderstellen. Ik kan me niet voorstellen dat een officiële instantie als de inspectie zoiets zou doen, dus...? Ik weet het niet. Het voelt alsof er een val voor me wordt opgezet.
Ik telefoneer met de media in Twente (zie foto hierboven) om nog op de valreep voor ons vertrek mijn reacties op deze merkwaardige ontwikkeling te geven. Ik voel me in het nadeel, want ik kan niets staven, ik bezit geen dossiers en geen archief waaruit ik kan putten, ik heb alleen mijn geheugen - en het geheugen is feilbaar, weten we. Trouwens, ook Yme Drost heeft nog steeds geen reactie gestuurd op mijn e-mailverzoek om zijn stukken. Het gaat hem, vrees ik, niet om de waarheid maar om de winst. Wel las ik vanmorgen vroeg dat VVD-kamerlid en oud-OvJ Fred Teeven waarschuwt dat ondertussen allerlei bewijsmateriaal verdonkeremaand kan worden. Dat zou best kunnen. Had ik maar een eigen archief! Het enige dat ik bezit is een doos met mijn agenda´s, die staat in de opslag in Rotterdam. Vaak schreef ik er dingen in, lijstjes en zaken die ik niet mocht vergeten. Misschien staat er iets in. Maar daar kan ik niet bij, nu. We vliegen met twintig minuten vertraging naar Frankfurt. Als ik daar mijn telefoon weer aanzet, zijn er ettelijke VoiceMails. De pers heeft aanvullende vragen, die ik zo goed mogelijk probeer te beantwoorden. Ook nu worstel ik met mijn geheugen. Een journalist leest me de namen voor van alle officieren van justitie in Almelo in die tijd. Ik kan me niet concentreren door het hectisch lawaai in de vertrekhal en ik herken er geen.
Tijdens de vlucht naar Malta dommel ik. Plotseling word ik wakker en zie glashelder een scène voor me. Het is begin 2004 en ik ben in mijn auto onderweg van Oldenzaal naar het MST. Ik rijd over landelijke binnenweggetjes langs het vliegveld. Daar hield ik altijd van. Mijn mobieltje rinkelt, mijn secretaresse in MST verbindt een telefoongesprek door. Het is de officier van justitie in Almelo, die ik gevraagd had terug te bellen. Ik denk me - nu - te herinneren dat hij Dronkers heet. Hij legt me uit dat hij belt in reactie op mijn verzoek te overleggen inzake Jansen Steur. Ik parkeer mijn auto onder de bomen langs het weggetje, ik moet me kunnen concentreren. Hij legt me uit dat hij in deze casus optreedt in de plaats van Patricia van der Valk, de officier die de gezondheidszorg in haar pakket heeft. Haar man is longarts in het MST en ze heeft mogelijk daardoor te weinig distantie. Akkoord, zeg ik. Het is een lang en moeilijk gesprek. Dronkers is humeurig en heeft er duidelijk geen zin in. Toch stemt hij uiteindelijk in met de snelle verwijdering van Jansen Steur uit het ziekenhuis en de zorg, die me voor ogen staat. Voor hem geeft het akkoord van inspecteur Wim Nugteren de doorslag.
Even voor tien uur landen we in Malta. Er is veel turbulentie bij de daling die boven Sicilië aanvangt. De Boeing 737 rammelt en schudt door elkaar. Bij de bagageband bellen we onze vertrouwde taxichauffeuse. Buiten is het een aangename 18° Celsius. Om half elf betreden we ons bootje. Ons thuis. Alles is in orde. Ans en ik hebben de vaste gewoonte om eerst alle koffers uit te pakken, de boot op gang te brengen (afsluiters open, schakelingen aan, bilge gecontroleerd, koffers uitgepakt en alles op zijn plek, enzovoorts) Ik typ dit verslag af en zet het op de site en morgen zien we verder. Een vriend mailt me een waarschuwing: wees niet zo open, er zijn mensen erop uit om jou zoveel mogelijk van de MST-shit op je bord te schuiven, je geeft je teveel bloot en hen teveel informatie. Zij weten wat jij weet, maar jij weet niet wat zij weten. Daardoor dreig je je positie te verzwakken. Heeft hij gelijk? Eigenlijk redeneer ik niet op die manier. I will think it over. Het is twee uur als ik ga slapen. Buiten is het hard gaan waaien en regen hamert op de ruiten van de kajuit. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (107)
Dinsdag 27-01-2009
Vanmorgen worden we om half tien gewekt door Paul, ons groenteboertje. Hij is blij dat we weer terug zijn. We besluiten maar op te staan. Ik maak de boot verder in orde, installeer de loopplank en sluit de drinkwaterslang aan en leg hem over het gangboord naar het voordek. Dan gaan we naar de Kiara op de K-steiger om Lord Byron op te halen. Jaap die een baard heeft laten staan, ontvangt ons en zet koffie. Diana is naar de markt. His Lordship heeft het prima naar de zin gehad. Hij zong al direct toen hij veertien dagen geleden bij ze aan boord kwam. Josje & Gerard van Mermaid komen ons ook even welkom heten. Ze hebben allemaal meegeleefd met de affaire in MST. Jaap vertelt dat het twee weken lang slecht weer was op Malta. De bezettingsgraad van de hotels ligt ver onder normaal, maar dat komt door de recessie in de economie. De wilde zondvloeden die door de hellende straten naar beneden joegen, hebben overal diepe gaten in het wegdek gemaakt. Auto´s werden meegesleurd of raakten beschadigd in de plotselinge kuilen. Iedereen heeft schadeclaims bij de regering ingediend, omdat die de zaak verwaarloosd zou hebben. De regering zegt dat ze dan de belasting moet verhogen en dan moeten de mensen het uiteindelijk toch zelf betalen, dus dat kunnen ze net zo goed direct doen. Een paar keer woei het maar liefst 52 knopen (windkracht 10) en stond er een hoge zeegang recht de haven in. De twee verste gedeelten van onze steiger (die het dichtst bij de havenuitgang ligt) zijn losgeraakt en werden alleen nog door de aangemeerde jachten enigszins op hun plaats gehouden. Daar lagen we nota bene twee maanden terug. Bij de westelijke storm heeft Jaap met steun van Nanning van de Famous Goose met moeite een eind naar voren moeten trekken omdat ons achterschip door de hoge swell op en neer gepompt werd en tegen de steigerrand dreigde te stoten. Ook moesten de zijpanelen van de kuiptent beter vastgemaakt en was de grootzeilval losgeraakt. Hij slingerde boven de buurman, gelukkig zonder schade aan te richten. Pff...wat ben ik blij dat Jaap op de boot heeft gepast! We nemen de Lord in zijn kooi mee terug (foto hierboven), aan boord begint hij meteen te kwinkeleren zodra Ans de wasmachine aanzet.
Vandaag heeft niemand gebeld, constateer ik met genoegen. Wel lees ik dat de echtgenote van Jansen Steur zegt dat ze overwegen mij te vervolgen (wegens smaad?), omdat ik gezegd zou hebben dat haar man foute diagnoses had gesteld onder invloed van medicijnen. De goede lezer heeft gezien dat ik zelf dat nooit heb gezegd, het was Tubantia die me dat plompverloren in de mond legde. Ik had en heb er geen bewijs voor. Later heb ik wel gezegd dat ik het "een plausibel verhaal" vond. Verder lees ik dat hoofdofficier Hendrikx van Almelo ontkent dat er begin 2004 een gesprek is geweest tussen mij en het OM. "Alle officieren zijn geraadpleegd en geen van hen herinnert zich iets", zegt hij. Het zij zo, mijn herinnering luidt anders. Ik wacht het onderzoek wel af. Interessant is dat hij ook zegt "dat het OM in 2004 wél is benaderd door inspectie over de arts. Dat gebeurde anoniem. De inspecteur noemde zelfs het ziekenhuis niet. Omdat de inspectie de zaak voldoende in de greep zou hebben, werd van strafrechtelijk onderzoek afgezien. Het OM wil niet zeggen welke officier de zaak toen deed" Héél merkwaardig en heel veelbetekenend! Eerst ontkennen en daarna toch weer omdraaien en zeggen dat er wel degelijk contact was geweest met de inspectie over de zaak, zij het anoniem. Hoe heet zoiets ook weer? Een halve bekentenis, dacht ik. Enfin, voorlopig houd ik me maar eens gedeisd en ik hoop dat ze me een tijdje met rust laten. ´s Middags loop ik de heuvel op om boodschappen bij de Gala super te doen. Vanavond komen Jaap & Diana een borrel drinken. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (108)
Dinsdag 28-01-2009
Gisteravond komen behalve Jaap & Diana ook Nanning & Miranda van Famous Goose langs. Via de site Uitzending gemist hebben ze alles kunnen zien. Ze leven intens mee en dat doet me erg goed. Het wordt behoorlijk laat.
Vannacht en vandaag opnieuw heftige regen en harde westenwind. Hiernaast een foto uit de krant, die toont hoezeer de zeegang hier gisteren tegen de kust beukte. Ans haar kaak geneest voorspoedig. De hele middag vallen er zware buien. We hebben vanaf vanmorgen vroeg de kachel aan.
De ontwikkelingen in de affaire Jansen Steur:
Ik ontvang eindelijk een antwoord van letselschadespecialist Yme Drost op mijn verzoek me stukken te sturen. Hij houdt het helaas af:
"Uit zorgvuldigheidsoverweging kan ik niet voldoen aan uw verzoek per E-mail.
Immers, via de mail kan ik geen zekerheid krijgen over uw identiteit.
Wellicht hebt u een idee waardoor die zekerheid wel verkregen kan worden"
Ik mail hem terug dat hij mijn e-mail adres kan verifiëren in de rubriek Contact op de Home-pagina van mijn website. Hij zal toch niet denken dat deze hele website een fake is?
Contacten in Enschede noemen me de naam van een andere officier van justitie in Almelo, met wie ik mogelijk begin 2004 contact zou hebben gehad inzake de Jansen Steur. Ik houd die naam nu maar voor me. Ik dacht dat het Dronkers was, maar ben niet helemaal zeker.
Ans en ik luisteren via Uitzending gemist naar de uitzending van Villa VPRO op Radio 1 van eergisteren op het tijdstip dat we naar tussenstop Frankfurt vlogen. Ze hebben inderdaad een set documenten, afkomstig van de regionale inspectie Zwolle, in handen gekregen. Hoe en van wie? Dat is vertrouwelijk. Allereerst geeft de uitzending uitsluitsel over de vraag of de toenmalige inspectrice, voorgangster van Wim Nugteren, al in 2001 van de affaire van mevrouw Damink en het z.g. "doofpot-contract" op de hoogte was. Ik vermoedde dat al en nu blijkt het ook uit een van de documenten. In de tweede plaats doen andere inspectiedocumenten het voorkomen alsof inspecteur Nugteren pas begin maart 2004 op de hoogte raakte van de affaire Jansen Steur en - opgezweept door De Telegraaf - eindelijk een eigen onderzoek instelde. Daar word ik zó moedeloos van. Het is een onvolledig verhaal waaraan de voorafgaande maanden ontbreken. Nog even de feiten op een rijtje, zoals ik me die nu herinner:
- Eind november 2003 dwing ik samen met de clustermanager en met instemming van het stafbestuur JS de ziektewet in op grond van door hem vervalste recepten, die ik in handen kreeg. Ik eis dat hij zich onmiddellijk onder behandeling stelt.
- Terstond stel ik telefonisch inspecteur Nugteren op de hoogte en ik heb ook in de latere weken regelmatig contact met hem over de verdere ontwikkelingen.
- Met de vakgroep Neurologie spreek ik af dat zij de patiënten van JS overnemen. Met name de pas aan gestelde neurologe Petra Poels doet dat.
- In de maanden december 2003 en januari/februari 2004 rapporteert dokter Poels me af en toe gevallen van foute en onbegrijpelijke diagnoses van JS. We spreken af dat zij en de andere betrokken neurologen de patiënten daarover vanzelfsprekend informeren, begeleiden, hun behandeling bijstellen en hen erop zullen wijzen hoe ze eventuele schadeclaims kunnen indienen.
- Tussen Kerst en Oud & Nieuw 2003/4 belt JS me. Ans en ik zijn dan voor de feestdagen met onze boot naar Antwerpen gevaren, we liggen in het Willemdok (zie hier) JS zegt dat zijn behandeling succes heeft en dat hij na de jaarwisseling weer aan het werk wil gaan. Ik verbied hem dat en maak voor begin januari met hem een afspraak op mijn kamer in MST. Daar vertel ik hem dat ik hem niet meer op het ziekenhuis terug wil zien. Ik bied hem de mogelijkheid tot vrijwillig vertrek in stilte door over een paar maanden met vroegpensioen te gaan. Hij zegt toe erover te zullen denken en tot dan in de ziektewet te blijven.
- In januari 2004 spreek ik uitvoerig met inspecteur Nugteren op mijn kamer in MST. We zijn het eens dat JS tot een zo spoedig mogelijk vertrek moet worden gedwongen. De snelste methode is de door mij voorgestelde vrijwillige pensionering die over enkele maanden mogelijk is (de OBU-regeling) We zijn het daarover eens. MST zal JS zijn salaris tot dat tijdstip doorbetalen en geen verdere ruchtbaarheid aan de zaak geven, zodat hem verdere schade en schande bespaard blijft. We zullen ieder apart het OM informeren en verzoeken met deze koers akkoord te gaan en geen vervolging in te stellen, nu JS niet meer in het MST zal terugkeren.
- Ergens in die periode bel ik met de officier van justitie. Een moeilijk gesprek, maar uiteindelijk gaat hij akkoord. Ik heb daarover eerder op mijn weblog verteld.
- Als dokter Poels daarna in de loop van januari en februari 2004 steeds meer foute diagnoses van JS bij me meldt - tezamen ongeveer een dozijn, schat ik - bespreek ik dat met Inspecteur Nugteren. Een nader eigen onderzoek door de inspectie is noodzakelijk, vinden we. Verder zijn we ervan overtuigd dat JS niet meer in de zorg, waar dan ook, mag terugkeren en we spreken af dat we dat óók moeten regelen in de overeenkomst met JS. Het eigen onderzoek van de inspecteur moet daarvoor de juridische en medische basis bieden.
- Ondanks mijn herhaaldelijk aandringen heeft de inspecteur begin maart 2004 zijn onderzoek nog niet gestart. Als hem door een telefoontje van een journalist van De Telegraaf naar de hoofdinspectie blijkt dat publiciteit en openbare opschudding dreigen, gaat hij alsnog fluks aan het werk.
- Vanaf 5 april 2004 heb ik - door oorzaken die er in de casus JS niet toe doen - nauwelijks of niet meer gefunctioneerd in de RvB van MST. Mijn collega Ruud Ramaker neemt de zaak JS over. Op 15 juli 2004 neem ik met een receptie in het Bruin Café officieel afscheid van MST.
Na 5 april is er nog een hoop gebeurd. Ik was daar niet meer bij betrokken en niet meer voor verantwoordelijk, zoals ik ook niet verantwoordelijk was voor zaken van voor mijn aanstelling in februari 2001. Ik hoef per slot niet meer op mijn bord dan nodig is. Maar het bovenstaande overzicht durf ik onder ede te herhalen, en dat zal ik ook doen als het me gevraagd wordt. Het is uitermate vervelend dat ik geen enkel stuk bezit, geen verslagen, geen archief en zelfs niet mijn eigen agenda´s uit die tijd. Mogelijk staan daar aantekeningen in, die mijn verhaal ondersteunen. Ik hoop het. Die agenda´s zitten in een doos in de ruimte in Rotterdam waar we anderhalf jaar geleden onze spullen hebben opgeslagen. Het maakt me kwetsbaar en andere betrokkenen kunnen daarvan profiteren. Waarom aarzelde Wim Nugteren zo in het begin met zijn onderzoek? Ik wijt het eraan dat hij pas in functie was, vanaf medio 2003 schat ik, en mogelijk nog niet erg vertrouwd met de juiste gang van inspectieonderzoeken. Of heeft hij een "aansporing" van zijn baas in Den Haag gekregen, toen De Telegraaf op 4 maart 2004 daar aan de lijn hing?
Nog steeds vind ik dat ik, gezien de omstandigheden waarin de ernst van de affaire pas in de loop van enige maanden zichtbaar werd en ik de verschijning van het verbijsterende inspectierapport van eind mei 2004 niet eens meer mee maakte, zo adequaat als mogelijk en naar eer en geweten gehandeld heb. Per slot was ik een door-de-wol-geverfde ziekenhuisdirecteur met meer dan twintig jaar ervaring en met al een dozijn kwesties met disfunctionerende medisch-specialisten achter de rug, die allemaal opgelost werden in een voortdurend goede relatie met de inspectie van de volksgezondheid.
Enfin, waar kan men verder in het kader van de drie komende onderzoeken terecht? Verslagen van RvB-vergaderingen, en van het overleg RvB/stafbestuur uit die tijd, mogelijk ook in verslagen van de RvT. En er zijn natuurlijk een aantal mensen met wie men kan spreken.
Voorlopig is dit mijn laatste overzicht van de zaak. De media zal ik niet meer te woord staan en consequent verwijzen naar de verslagen in mijn weblog. Ik wacht verder met enige gretigheid op de aangekondigde onderzoeken. Misschien moet ik daarvoor terug naar Nederland, dat is erg vervelend maar we zien wel. Het kan lang duren, maar ooit komt de waarheid aan het licht. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (109)
Donderdag 29-01-2009
Gisteravond kijken we naar de prachtige film, nog in zwart/wit, van de Belgische cineast Paul Delvaux uit "De man die zijn haar kort liet knippen" (1965), naar het gelijknamige boek uit 1947 van de Gentse schrijver Johan Daisne (1912 - 1978) Ik las deze aangrijpende roman in mijn jeugd en nog steeds reken ik het tot mijn lievelingsboeken. De rol van de mislukte advocaat Govert Miereveld wordt ingetogen en erg mooi vertolkt door de Vlaamse acteur Senne Rouffaer, die in 2006 overleed.
Vannacht en vandaag overdag blijft het aldoor regenen. Het is guur, de hele dag houden we de kachel aan. Volgens het klimaatblog van Hans Erren is er sprake van een grote bel koude lucht die vanaf de Noordpool over Europa stroomt. Hij illustreert het met mooie plaatjes en animaties. Aan de rand van zo´n naar het zuiden zakkende bel vinden dan wervelingen plaats. Die wervelingen langs de rand zijn depressies, zoals degene die de afgelopen week het koude, winderige weer in West Europa veroorzaakt tot hier in Malta toe. In de vloeistof-fysica is dit fenomeen bekend als de Rayleigh-Taylor instabiliteit (RT-instabiliteit), een zelfde verschijnsel als in een lavalamp, zoutkoepels, exploderende atoombommen, vulkaanuitbarstingen, exploderende supernova´s en bij stervormingsprocessen, maar ook bijvoorbeeld bij verfdruppels die aan het plafond hangen of als je een eetlepel koffiecreamer in een glas water doet. Zo´n afzakkende bel koude lucht werd door de Franse weerkundige Marcel Leroux een Mobile Polar High (MPH, in het Frans AMP) genoemd. Het concept kreeg - aldus Erren - in de meteorologie weinig bijval. Hiernaast zie je er een schematische tekening van, gemaakt door Leroux. Herren stelt dat het fenomeen niet duidt op opwarming aan de Noordpool, maar op afkoeling. Dat is verrassend! Hij zegt dat een koudere Noordpool zorgt voor grotere temperatuurverschillen tussen de evenaar en de pool, en dus voor grotere RT-instabiliteiten, zoals we er nu eentje meemaken. Ik vraag me af of je op basis van dit ene fenomeen zomaar mag concluderen tot afkoeling en hoe het zich verhoudt met het alom waargenomen versnelde smelten van poolijs (over vijf tot twintig jaar is de poolzee in de zomer ijsvrij) Dat wijst toch duidelijk op opwarming. Ik post het onder zijn blog en ben benieuwd naar zijn reactie. Overigens is de discussie over een ander blog van hem (waar ik ook op reageerde), getiteld "Geen temperatuurstijging in Europa" (07-12-2008), vooralsnog onbeslist. Voor beide onderwerpen geldt dat de tijd het zal leren. Dat is het lastige in die klimaatdiscussies. Als het t.z.t. meevalt is het niet erg, als het tegenvalt is het te laat.
We proberen ons normale leven weer op te vatten. In het Gastenboek wordt gemopperd dat deze site niet meer over "zeilen" gaat. Dat begrijp ik, zie mijn reactie aldaar. Ik ontdek met schrik dat ik eergisteren mijn creditcard in de Gala supermarkt bij de cassière heb laten liggen. Niet met mijn hoofd erbij geweest. We gaan er tussen twee buien in snel heen en gelukkig, ze hebben hem opgeborgen, hij ligt in het kantoortje. De rest van de dag is het opnieuw binnen blijven, net als gisteren. De weerkaartjes tonen dat het nog niet voorbij is. We lezen. Ik val erbij genadig in slaap op de bank. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (110)
Vrijdag 30-01-2009
Het is een redelijk droge, frisse dag. Over twee dagen komt er een nieuwe depressie vanaf de Atlantische Oceaan over de Med met weer veel regen en wind. De volgende RT-puls, zie gisteren. Ik heb weinig lust iets te doen, het valt me moeilijk me ergens op te concentreren. Mijn gedachten keren voortdurend terug naar de affaire in Twente. Tubantia meldt dat Patrick Edgar, de toenmalige hoofdofficier van de volksgezondheid in Den Haag, in 2004 van de vertrekregeling met Jansen Steur op de hoogte was en geen reden zag in te grijpen. Zie je nou wel!
Ans is met Diana en Josje (van de Mermaid) naar Sliema, om definitief de huur te regelen van drie appartementjes voor de twee weken, begin maart, dat onze boten op de wal staan. Dan moeten we het onderwaterschip vrij maken van aangroei, de Maxprop-schroef een servicebeurt geven, de boot in de was zetten en zo nog wat klussen. Ik maak een wandeling langs Lazaretto Creek naar de wijk Gzira. De zee is weer rustig (zie foto hiernaast) Gzira is een drukke volkswijk met rechte, vuile straten en veel verwaarloosde huizen. In een donkere spelonk langs de Rue d`Argens zie het piepkleine werkplaatsje van een schoenlapper. Zulke smalle nerinkjes heb je hier overal, garagisten, naaiateliers, ironmongers, etc. Ik stap binnen, er zit een dikke jongen op een schoenzool te kloppen (foto hier) Hij is aan alle kanten ingebouwd door schoenen. Kan hij even de loszittende zool van mijn rechterschoen plakken? Hij wil het proberen, hoewel hij eigenlijk de goede lijm niet heeft. Ik zit twintig minuten op de drempel te wachten tot de lijm voldoende droog is en kijk naar het verkeer. Dit is zijn dagelijks uitzicht. Op een briefje op de deur staat dat hij open is van 8 AM tot 12 PM. Zulke éénmansbedrijfjes zouden de economische recessie gemakkelijk kunnen overleven, dunkt me, er is altijd wel behoefte aan dit soort vakmanschap in de buurt en misschien kopen de mensen nu wel minder vaak nieuwe schoenen en laten ze hun oude nog maar eens opknappen.
Om drie uur zijn we allebei weer terug. De huur van de appartementjes is voor elkaar, ze kosten 490 euro voor twee weken. In elk geval hoeven we niet aan boord van een schip op de wal te bivakkeren, met alle sanitaire ongemak van dien. Vandaag gaat de Black Pearl weer open, de voormalige driemastschoener hiernaast op de kade, waar een restaurant en bar in zitten. Ze waren een maand dicht na de jaarwisseling. Vanavond is er een lezing van een zeiler die een trip naar de Gambia rivier heeft gemaakt, mogelijk eens een interessante bestemming voor ons. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (111)
Zaterdag 31-01-2009
De lezing van gisteravond is van niemand minder dan Graham Hutt, een slanke grijze zestiger (foto hierboven) Hij is de auteur/compilator van het pilotboek over "North Africa" (Imray, 3rd ed. 2005) die we zelf ook gebruiken. En het gaat niet over de Gambia Rivier, maar over de vele havens die hij aan de Noordafrikaanse kust aandeed. In de vragenronde aan het slot vraagt Sandra van Deep Blue of men daar lastig is tegen westerse vrouwen, maar de vraag wordt onder tafel gewerkt door een raar Brits mannetje die voordat Hutt iets kan zeggen op luide en verontwaardigde toon verkondigt dat alseen vrouw zich netjes kleedt, ze niets hoeft te vrezen. Later blijken een aantal zeilersvrouwen heel andere ervaringen te hebben in de Maghreb. Enfin, de borrel in de bar van de Black Pearl is verder heel gezellig, maar we maken het niet laat.
Vanochtend open ik de kajuitdeurtjes en zie een kleine kakkerlak over de drempel naar binnen lopen. Toch nog! Ondanks al onze maatregelen. Hij duikt weg onder de klep van de motorruimte en spurt, als ik die open, onder een electrisch relais. Ik spuit kwistig met Zum, dat zal hij niet overleven. Het is het enige opzienbarende van de dag, die verder eindelijk een keer weer aangenaam zonnig is. Ik zie uit naar de klusperiode begin maart, als Dulce op de wal staat. (Je zult trouwens zien dat minstens één van de drie onderzoekscommissies inzake de kwestie JS/MST willen dat ik precies dan naar Nederland kom. Die weten bij dezen dat ik dan onmogelijk kan. Maar misschien komen ze wel naar Malta) In de zon op de kajuitbanken probeer ik te lezen, maar de hele dag val ik voortdurend in slaap. Vanavond gaan we naar een concert in Valletta. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (112)
Zondag 01-02-2009
Het concert door het Malta Philarmonic Orchestra onder leiding van zijn vaste dirigent Michael Laus vindt plaats in het Mediterranean Conference Centre in Valletta. Het conferentiecentrum is gebouwd op de resten van de Sacra Infirmeria van de Johannieterorde van Jeruzalem en in WO II grotendeels plat gebombardeerd door de Duitsers. De restauratie was een prestigeproject uit 1979 van de vroegere socialistische premier van Malta Dom Mintoff, een omstreden en veelbesproken figuur. Het ligt oostelijk en onderaan de landtong waar Valletta op gebouwd is, vlakbij het legendarische Fort St. Elmo. We gaan er met de bus naar toe. De concertzaal heeft een prima akoestiek (foto hierboven) Zelf op het balkon bovenin de zaal, waar wij plaatsen hebben (voor het 60-plus tarief van 5 euro p.p.), is het geluid heel redelijk. Zelfs de triangel in het Scherzo van Tsjaikowski´s 4e Symfonie is uitstekend hoorbaar. Voor de pauze speelt men twee werken van Dvořák. De Tsjechische hopsasa van het Scherzo Capriccioso Opus 66 kan me niet echt bekoren, maar het bekende Vioolconcert in a Opus 53 is een heel ander verhaal. Er schijnt een oerversie van het concert te bestaan en de componist legde die voor advies voor aan Joseph Joachim, de topviolist van die tijd. Joachim zou de wereldpremière uitvoeren, maar eiste verschillende veranderingen in de partituur. De arme Dvořák maakte verschillende nieuwe versies, maar Joachim was nooit tevreden. Hij speelde dus ook niet de eerste uitvoering in 1883. Joachim was een uitermate eigenzinnig mens, die het ondermeer ook presteerde om destijds het wonderschone vioolconcert van Robert Schumann achterover te drukken. Pas in de dertiger jaren van de vorige eeuw kwam dat weer boven water.
Voor Dvořák heb ik altijd een groot zwak gehad. Hij heeft me eigenlijk tot de liefde voor de klassieke muziek gebracht. Ik zal nooit de uitvoering vergeten van zijn weemoedige Celloconcert in b Opus 104 door het Brabants Orkest met als solist de cellist Tibor de Machula. Het moet zo rond 1963 of 1964 zijn geweest dat ik het voor het eerst van mijn leven hoorde in de toenmalige Bredase concertzaal Concordia aan het Van Coothplein, ik was 17 en met mijn schoolvriendinnetje Annette naar het concert gegaan. De gloed waarmee dat celloconcert gespeeld werd heeft me voorgoed tot de wereld van de klassieke muziek bekeerd. Ook het vioolconcert wordt gisteravond gloedvol gespeeld door Carmine Lauri, een wat springerige violist, die ook regelmatig dirigeert en in de loop van dit jaar ondermeer het Rotterdams Philharmonisch Orkest zal leiden, zegt het programmaboekje (hoewel ik daar op de website van het RPhO niets over terugvind) Na de pauze dus Tsjaikowski´s Vierde Symfonie in f Opus 36. Mooi uitgevoerd, waarbij een vitale kopersectie en een uitstekende fluitiste opvielen. Hoe hoor je in deze symfonie al de schrille, wanhopige klankkleuren van de latere, sombere Zesde Symfonie! Het eerder genoemde Scherzo is echter zeer hilarisch, met een fascinerend pizzicato ostinato van de strijkersgroepen, opzienbarend afgewisseld door houtblazers en hoorns, waarvan de componist zelf ooit zei dat je erbij moet denken aan iemand die een beetje tipsy is. Dat worden wij overigens niet, we halen net voor half elf de laatste bus naar de haven en gaan na een laat soupeetje naar bed.
Vandaag trekt alweer een depressiefront langs, dat wil zeggen: het schampt net langs Malta en veroorzaakt niet veel regen maar wel een harde zuidwesten wind. De regenbuien die deze wind aanvoert regenen zoals steeds roodbruin woestijnzand uit over het dek en de ramen. Maar voor de komende week lijkt de zaak nu eindelijk tot bedaren te komen en verwachten we een wat langere periode van mooi weer. Het is verder een rustige zondag. Ik repareer de waterslang, die verstopt zit bij het spuitpistool. Een stukje binnenbekleding van de flexibele slang was losgeraakt en tegen het gat bij de pistoolkoppeling aan geflubberd. Inderdaad, heroïsche technische hoogstandjes heb ik al tijden niet meer laten zien. We lezen in de kuip, het is in de zon lekker warm achter de ramen van de kuiptent. Lord Byron vindt het er ook aangenaam. Op zijn vaste plekje onder de buiskap trakteert hij ons op zulke vrolijke concerten van virtuoze kwinkeleermuziek dat het lijkt alsof hij ook een beetje tipsy is. Ik zie wat tegen de komende week op, wat zal die weer uit Twente brengen? Maar kop op, die komen we ook wel weer door. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (113)
Maandag 02-02-2009
De Times of Malta meldt dat hier gisteren met een houten vissersboot 262 Afrikaanse migranten zijn aangekomen, de grootste groep sedert jaren op één boot. Ze waren op weg naar Lampedusa. Dat is meestal hun bestemming want de Italiaanse autoriteiten zijn aanzienlijk soepeler dan de Maltese. De harde zuidwestenwind en de ruwe zeegang dreef hen echter in twee dagen af naar Malta. Om zes uur ´s ochtends waren ze bij de zuidelijke rotskust naast de haven van Marsaxlokk. Daar lieten ze de boot aan de grond lopen, nog geen zes meter van een gevaarlijke rotspunt (zie foto hierboven, daar zie ik trouwens die rotspunt niet op) Vijftig migranten sprongen overboord en verspreidden zich in de omgeving, 35 van hem werden later door de politie weer opgepakt. Tijdens het transport naar het opvangkamp op het oude oorlogsvliegveld Hal Far wisten er nog vijf te ontsnappen, drie daarvan werden later aangehouden. Er waren zeven vrouwen in de groep, waarvan een zwanger, en twee Koerdische meisjes van zes en vier jaar. Anders dan eerdere groepen waren mensen uit de landen ten zuiden van de Sahara nu in de minderheid. De meeste migranten waren ditmaal afkomstig uit Noordafrikaanse landen met hoge werkloosheidscijfers, zoals Egypte, Libië, Tunesië, Algerije en Marokko. “Many of them are therefore automatically disqualified from seeking refugee or humanitarian status and can be repatriated without delay”, schrijft The Times met enige opluchting. Verder waren er veel Koerden en mensen uit Pakistan, India en Nigeria in de groep. De Times interviewt een van hen, Mustafa, een 25-jarige Marokkaan uit Casablanca. Hij vertelt dat de boot uit Libië vertrokken was, op weg naar Italië. Hij betaalde 2000 euro voor de overtocht. Zijn eindbestemming was Frankrijk waar zijn 20-jarige vrouw op hem wachtte. Zijn beroep was kok, maar in Marokko kon hij nergens werk vinden. Mustafa maakt geen kans, over een paar weken wordt hij teruggevlogen naar Afrika. De mensensmokkelaars hebben ondertusssen, onder aftrek van een paar duizend euro voor het schip en wat diesel, alleen al aan deze groep sloebers ruim een half miljoen euro verdiend. Zo zit de wereld in elkaar. Het herinnert ons allemaal weer aan onze eigen ontmoeting met een migrantenschip op volle zee, tijdens onze oversteek van Lampedusa naar Malta in september vorig jaar (zie Reislogboek 2008/2e helft, 10-09-2008) Een treffen dat toen diepe indruk op ons maakte.
Mijn voormalige collega Joep van den Blink mailt me een kopie van het verontwaardigde commentaar (getiteld “Primum non nocere”) dat hij gisteren zond aan de redactie van Medisch Contact (vroeger één van mijn lijfbladen, ik heb er zelfs een aantal malen in gepubliceerd) Het is een reactie op een editorial van de hoofdredacteur Joost Visser over mijn handelwijze in de zaak JS. Ik heb zelf geen zin meer om op dergelijke eenzijdige en vooringenomen stukjes te reageren, in mijn weblog van vorige week vindt men mijn zienswijze en verder ik wacht de komende onderzoeken liever af. Maar voor zijn reactie ben ik Joep toch erg dankbaar.
Vandaag is de hemel licht gesluierd, een bleke zon schijnt erdoorheen. De wind is zuidelijk en voert warme woestijnlucht aan. Tegen de middag is het al 24° C. Gisteren hadden we het nog koud met slechts 12° C overdag. Ik klim de hellende straten op naar de Lidl, bovenop de heuvel aan de andere kant van de haven. Eindelijk weer eens flink hijgen en zweten, want ik houd een flink tempo aan. In de Lidl vind je vaak aardige artikelen, vandaag ligt er voor € 19,98 een 12Volts gasdetector met alarm (methaan, butaan en propaan) Had ik al eerder willen hebben. Met de volle kar manoeuvreer ik voorzichtig door de straatjes naar beneden. Ondanks het grillige en drukke verkeer lopen de meeste mensen op straat omdat de trottoirs veelal gescheurd en ongelijk zijn en beladen met hondenpoep. De rest van de middag koesteren we ons in de zonnige kuip. Het is de vraag hoe het de komende dagen gaat. Opnieuw tolt er bij de Spaans-Atlantische kust een diep lagedrukgebied rond. Als het zoals zijn voorgangers door de Middellandse Zee oostwaarts trekt, krijgen we het in de loop van de week opnieuw voor onze kiezen. Maar in sommige rekenmodellen slaat het af naar het noordwesten en vult snel op. Vanavond krijgen we een bonte avond aan boord: Jaap & Diana (Kiara), Nanning & Miranda (Famous Goose) en Gerard & Josje (Mermaid) komen naar de DVD van de oudejaarsconference van Youp van het Hek kijken, die we hebben meegebracht. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (114)
Dinsdag 03-02-2009
Gisteravond hebben we veel plezier door Youp van ´t Hek. Met acht mensen zit de kajuit propvol (foto hierboven) De oudejaarsconference is spits en cynisch. Ik vond het wel goed. Van´t Hek zit kijkt vol verbazing en afschuw en soms met wanhoop naar onze geschonden wereld. Na het afspelen van de DVD wordt het nog laat en vrolijk. We draaien muziek uit onze jeugd in de jaren ´50 en ´60. Altijd leuk. Vandaag heb ik wat last van een "dom hoofd" Gelukkig hangen er geen media aan de lijn. De dag is grijs, de hele dag trekken aaneengesloten wolkenvelden over, waaronder de warme Saharawind geleidelijk kouder wordt. Op het havenkantoor liggen drie pakjes, boeken die ik in de VS bij Amazon heb besteld. Het is even alsof ik jarig ben. Het uitpakken van en het neuzen in nieuwe boeken is ongeveer het prettigste wat er is. Ans gaat naar de kapper (foto hier) en ik doe nog wat boodschappen. Op hun website zie ik dat Bert & Mieke Mansholt gisteren met hun Torum in Mindelo op São Vincente zijn aangekomen, een van de noordelijkste van de Kaap Verdische eilanden. Dat sterkt mijn verlangen om over een paar jaar toch ook echt die kant op te gaan! Hun oversteek van 750 mijl vanaf de Canarische Eilanden was rustig. Ze deden er 7 dagen en 3 uur over. ´s Middags begin ik onder de kuiptent aan "Resplendent" (Gollancz, 2006), deel 4 van de serie "Destiny´s Children" van de Engelse SF-auteur Stephen Baxter, één van de drie nieuwe boeken. Baxter is een serieuze SF-schrijver, hij bedrijft geen fantasy maar probeert op wetenschappelijk verantwoorde wijze mogelijke toekomstscenario´s voor de mensheid te ontwerpen. Het boek heeft me onmiddellijk te pakken.
Gert Reedijk, schipper van de Breeze - tijdens onze vorige overwintering in het Portugese Lagos leerden we hem en zijn vrouw Anjès goed kennen - reageert in ons Gastenboek op de affaire MST/JS. Inzake de verwijdering van JS uit het ziekenhuis vind ik nog steeds dat ik juist en adequaat gehandeld heb. Maar Gert heeft gelijk in wat hij zegt over de eerdere affaire Damink (het z.g. doofpot-contract) Ik schaam me er dan ook diep voor. Natuurlijk zijn er verzachtende omstandigheden: ik was er niet bij betrokken, het is voor mijn tijd bedacht door mijn collega-bestuurder en het werd "smartengeld" genoemd. Maar de afronding vond plaats in de tijd dat ik medebestuurder was in het MST en ik moet het dus geweten hebben en draag er medeverantwoordelijkheid voor. Ik zei dat eerder in dit weblog. Overigens wil Yme Drost, de letselschadespecialist die ook voor mevrouw Damink optreedt, me helaas nog steeds niet de stukken opsturen waaruit mijn rol zou moeten blijken. "Het staat mij vooralsnog niet vrij u afschriften van documenten uit het dossier te zenden", mailde hij een aantal dagen geleden. Waarom eigenlijk niet? Dat zegt hij niet. Vreemd, want als het klopt zal ik de verantwoordelijkheid zeker niet uit de weg gaan. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (115)
Woensdag 04-02-2009
Vandaag maken we een lange wandeling door het binnenland. Het is fris, droog en zonnig weer. De westenwind is koud. We zijn met een groot gezelschap: Jaap & Diana (Kiara), Gerard & Josje (Mermaid), Nanning & Miranda (Famous Goose) en Gerda. Gerda is de partner van Fred Bol. Gerda & Fred verdelen hun leven over hun appartement hier in Naxxar, hun flat in Leiden en hun boot Pegasus. Die ligt hier in de haven. Ongeveer zeven maanden per jaar zeilen ze rond in de Med, meestal naar Griekenland. Het Hollands contingent stijgt in de bekende gele rammelbus, onderdrukt de neiging om te gaan zingen en laat zich naar het noordwestelijke dorpje Mgarr vervoeren. Daar liggen ondermeer de resten van de tempels van Ta`Hagrat, die dateren van ongeveer 3500 jaar geleden. Het complex ligt helaas niet op onze route en is overigens zelden opengesteld voor het publiek. Een stoffige weg voert ons door een gebied van kleine velden, waar men aardappelen en graan verbouwd. De veldjes zijn veel te klein voor gemechaniseerde landbouw, ze kunnen nooit veel opbrengen. Dat komt door het feit dat de grond van de boertjes bij hun dood wordt opgedeeld onder de erven. De veldjes worden dus alsmaar kleiner. De weg kruipt langzaam omhoog naar een heuvelrug. Aan de linkerkant staan bloeiende amandelbomen (foto hier) De tere amandelbloei zagen we vorig jaar januari/februari ook in de Portugese Algarve uitbreken.
Verder naar boven komen we bij een lange verdedigingswal. Het zijn de Dwejra Lines, onderdeel van de Victoria Lines, die zich 12 kilometer lang over heuvels en door valleien als een soort Chinese Muur van de westkust naar de oostkust van Malta slingert (zie foto hierboven en twee foto's hier) De wal bestaat uit een dikke muur, doorgaans vijf tot tien meter hoog met forten, batterijen, loopgraven, geschutsstellingen, manschapsverblijven en ondergrondse opslagkelders voor munitie. De wal werd gebouwd door de Britten om een invasie in het noorden van het strategische eiland Malta te kunnen keren. Voltooid in 1897 kreeg het de naam van Koningin Victoria vanwege haar diamanten regeringsjubileum. Slechts tien jaar later, in 1907, werd het complex alweer verlaten omdat de snelle militair-technologische en -strategische ontwikkelingen het hele verdedigingswerk volkomen irrelevant maakten. De Nederlandse schrijver F.B. Hotz kon zulke achterhaalde defensiecomplexen prachtig beschrijven, herinner ik me, bijvoorbeeld in zijn verhalenbundel "Dood weermiddel" (1976) Het voordeel van zoveel zinloze vestingwerken is vaak dat ze, eenmaal verlaten en aan de natuur overgeleverd, fraaie plaatsen van natuurschoon en stilte worden. Dat is ook bij veel van de fortificaties in de Hollandse waterlinie het geval, die ondermeer in De Betuwe, waar we vroeger woonden, te vinden zijn. Fort Asperen, de Diefdijk, Fort Vuren, enzovoorts. Je treft er vaak zeldzame planten aan.
Na alle regen van de afgelopen weken is het hier verbazend diep donkergroen van kleur (foto hier) Ik maakte een paar foto's van bloeiende planten (begin februari!), waarvan ik de naam niet ken (zie twee hier) Miranda beloofde ze te zullen opzoeken in haar plantengids, maar misschien zijn lezers van onze site sneller. Wie het als eerste goed heeft, wordt eervol vermeld bij de foto. Nadeel van oude vestingwerken is wel dat de bouwers destijds weinig aandacht voor de omgeving hadden. De Victoria Lines doorklieven een streek die in de Bronstijd al bewoond was. Sommige prehistorische grotten werden verwoest, andere zie je nog ter weerszijden van de wal. Tijdens de Duitse bombardementen in WO II schuilden de boerenfamilies er. Ook stuiten we op een grafkelder uit de Punische tijd, waar de indringende geur van urine onze exploratie sterk bekort.
Een kilometer heuvel op is er een geweldig uitzicht over het noorden van Malta. Helder in de verte ligt het kleinere eiland Gozo. In de meeste richtingen kun je de zee zien. Een sliert cumuluswolken in de nevelige verte lijkt de ligging van het grote Sicilië aan te duiden. Aan de voet van de vestingwal welven de velden vol geel bloeiende klaver zich als weelderige, malse alpenweiden naar beneden (foto hier) Een onvergetelijke aanblik! Helaas, verderop wordt de idylle ruw verstoord. Sedert 1 januari jl. is de wrede jacht op vogeltjes, vaak zeldzame vinkensoorten, onder regelgeving van de EU ook op Malta officieel verboden. Toch zien we opnieuw vangkooitjes met lokvogeltjes op de vestingwerken staan. Even verderop staat een auto geparkeerd onder de Aleppo Pines, de eigenaar laat zich niet zien. Misschien heeft hij zich verstopt bij het horen van onze stemmen. Het liefst zou ik gauw het kooitje openzetten en het lokvinkje, dat zenuwachtig op en neer springt, de vrijheid terug geven. Jaap weerhoudt me ervan en ik volsta barmhartig met alleen een foto te maken (zie hier) Die zullen we morgen aan de Nederlandse ambassadeur mailen (die er waarschijnlijk niks mee doet)
We lopen verder langs de wal en op een hoek rusten we en eten onze boterhammetjes op een verbrokkeld bastion. Daarna voert het pad ons van de Lines af en slingert door wijngaarden en veldjes bouwgrond, omzoomd door hoge windhagen van cactussen, het dal in naar de oude stad Mosta. Daar lopen we eerst verkeerd maar tenslotte komen we uit bij de Rotunda kerk, de grote kerk van Mosta. "Nog maar tien minuten lopen naar onze flat in Naxxar", zegt Gerda opgewekt, maar dat zijn er toch minstens twee keer zoveel voor we uiteindelijk bij haar thuis neerploffen en ons dankbaar laven aan wijn, bier of frisdrank. Bij vertrek geeft Gerda me een fles champagne mee. "Die kun je wel gebruiken", zegt ze (ze kijkt via satelliet Nederlandse televisie) Dat is heel aardig van haar. Het kost ons later moeite om geschikt openbaar vervoer terug naar de haven te vinden. We wachten vergeefs anderhalf uur bij een bushalte tot we besluiten terug te lopen naar de Rotunda kerk. Daar hebben we binnen vijf minuten een bus terug. Het is allang donker als we bij de boot arriveren. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (116)
Donderdag 05-02-2009
Ans is moe, ze gaat vroeg slapen. Ik schrijf het verslag van onze wandeltocht en heb daarna nog geen slaap, voor een borrel ga ik nog even naar de zeilersbar in de Black Pearl. Daar vind ik voornamelijk Engelsen, het Nederlandse contingent is niet op komen dagen, moe van de lange wandeltocht. Ze missen daardoor een merkwaardig schouwspel, later in het ruim van de Pearl. Ditmaal geen buikdanseressen maar een lingerie-show. Een viertal meisjes en twee jongens lopen in hun ondergoed rond op de maat van de muziek, in steeds weer ander ondergoed bedoel ik. Het Maltese publiek kan het wel waarderen, ik vind het tamelijk ordinair en zoek vrij snel de boot en mijn bed op.
Vandaag is het zonnig met een schrale zuidwestenwind. Bij Ans ontwaakt de genetisch geprogrammeerde aandrift tot een voorjaarsschoonmaak. We maken de beide hutten in het voorschip helemaal leeg. De matrassen worden aan dek in de zon gelegd, de zeilpakken opgehangen, de vochtigheid van de spullen valt echter mee (foto hier) Een deel van de dag hebben we geen walstroom. Een aantal werklieden is bezig om een van de pontons op onze steiger te vervangen door een nieuwe (foto hierboven en hier) Bij de laatste storm is de ponton behoorlijk beschadigd. De voorman vertelt dat hij 17 jaar oud was, de verbindingsstukken waren vrijwel doorgeroest. Later delen we alles in het kleinste hutje opnieuw in, het fungeert als berghok. Bij het stofzuigen vliegt de stofzuiger opeens in de fik, hij is gloeiend en er komt vieze rook uit. Kortsluiting. Ik probeer nog of ik hem repareren kan, maar het is een puinhoop van gesmolten plastic en draden. We kochten hem ruim een jaar geleden in Lagos bij de Pingo Doce supermarkt voor 44 euro. Goedkoop is duurkoop, we kopen volgende week wel een andere. Op BBC Worldnews horen we over zwaar winterweer met sneeuwoverlast in Engeland. Dit weekend steekt er hier ook weer een storm op, voorspelt Gozo Weather. Vanavond horen we op de SSB-radio om 19.00 uur UTC even Jan Kok van de J&B in Lagos. Helaas kan hij me niet goed verstaan, ik hem wel. De radiotest is op verzoek van Nick van Erk van de Sterling, kennelijk deze winter ook in Lagos, maar hem hoor ik niet. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (117)
Vrijdag 06-02-2009
Donderdagavond werden er weer zwarte migranten aan land gebracht door de AFM, de Armed Forces of Malta. Ditmaal 115 mensen, onder wie 30 vrouwen en 15 kinderen. Allemaal uit Somalië, behalve zeven uit Marokko. Ze werden aangetroffen op een oude vissersboot van 12 meter lengte (zie foto hiernaast) Ze kampten met een beschadigde schroefas en hadden een noodoproep gedaan, die de Italiaanse marine opving. Omdat het bootje in Maltese territoriale wateren dobberde, werd de redding overgedragen. De marine heeft een dag gezocht in slecht weer, voordat ze ´s nachts op 48 mijl uit de kust door een helikopter en later door een patrouilleboot werden gevonden. Van de groep van 262 migranten die vorig weekend bij Marsaxlokk aan wal kwamen, zijn de meesten inmiddels gerepatrieerd, op tien mannen na die uit het kamp wisten te ontsnappen. Vijf ervan werden alweer gepakt. Het is moeilijk om je op dit dichtbevolkte eiland te verbergen en het is ook moeilijk om weg te komen, want bij de veerboten wordt gekontroleerd. Maar ze blijven het proberen, voor het eerst ook in de wintermaanden. Hoeveel méér zullen er straks in de zomermaanden de sprong wagen?
Vandaag is het zonnig en kil tegelijk. Uit het westen waait een strakke wind. Komend weekend storm. We leggen onze eigen matrassen aan dek in de zon. Steve, de zeilmaker, komt de maat nemen voor een zonnehoes over onze grote kajuitramen. Die ramen zijn gemaakt van hard plastic, maar door de intensieve zonneschijn en vooral de ultraviolette component ervan zullen ze over een aantal jaren steeds meer cracqueleren en geleidelijk ondoorzichtig worden. Het doet me plezier weer bezig te zijn met voorbereidingen. Na uren ploeteren met onwillige software lukt het Jaap en mij zijn kleine GPS´je (de GPS-receiver BU-353) te herinstalleren op mijn laptop-PC en via USB-compoort 4 de positie te laten tonen in de elektronische C-mapkaarten. Dat is een mondvol, maar het effect is prachtig! Het is een volledig alternatief voor de plotterfunctie van mijn Raymarine RL 70 radar/plotter in de navigatiehoek. En veel duidelijker, ik zal dezer dagen eens een screendump laten zien. Jaap & Diana gaan morgen voor twee weken naar Holland. Daar zal Jaap zo´n GPS´je voor me kopen. Heb ik dit alternatief echt nodig? Waarschijnlijk niet maar het is zo leuk om het te laten werken.
Ook download ik de nieuwe versie van Google Earth. Het levert evenzeer veel genoegen op! Je kunt nu zelfs een wandeling over de zee- en oceaanbodems maken of het oppervlak van de planeet Mars verkennen, zoals je hieronder ziet. Zeer fraai!
Screendump uit de nieuwe versie van Google Earth. Dit is Olympus Mons, de hoogste vulkaan van Mars. Je kunt in Google Earth net zo over Mars lopen als over onze eigen aarde. Niet alle gebieden zijn even scherp. Dat duurt erg lang met onze mobiele Internetverbinding.
Om 16 uur UTC (17 uur lokale tijd) houden we weer een SSb-radiotest met Jan (J&B) en Nick (Sterling), beiden in Lagos, Portugal. Dit keer op 12.356 Mhz. Nick komt verrassend goed door en hoort mij ook, Jan hoor ik maar hij mij niet. We hebben parallel Skype-contact. Straks om 18 uur UTC (19 uur lokaal) proberen we het nog eens op 8.101 Mhz. Vanavond gaan we Jaap & Diana uiteten in een Indiaas restaurant verderop aan de kade. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (118)
Zaterdag 07-02-2009
Met Gerard & Josje van de Mermaid eten we gisteravond bij het Indiase Restaurant Garam Masalaa op smakelijke wijze Jaap & Diana uit. Het is een eenvoudig restaurantje, dat verderop langs de kade ligt, maar het is behoorlijk druk. Reserveren is noodzakelijk.
Vandaag is er alweer een harde, schrale zuidwestenwind, Bf 5 tot 6. Het is redelijk zonnig op een enkele regenbui na. De barometer loopt snel naar beneden. Sinds gisteravond doet mijn digitale camera het niet meer. Er gaat altijd wel iets stuk! Het leven bestaat uit het voortdurend ontstaan van problemen, die je weer moet oplossen. Daarna komen er weer nieuwe problemen. Een zeiler is bezig met het oplossen van problemen, die hij nooit had gekregen als hij aan de wal was gebleven. Aan de wal krijg je problemen, die je als zeiler nooit krijgt. Sommige problemen krijgen we allemaal. Enzovoorts. Enfin, op een CD staat een uitgebreide handleiding. Ik pluis hem na en uiteindelijk snap ik wat er aan de hand is. Gisteren heb ik vergeten het USB-kabeltje tussen PC en camera los te maken. Daardoor is de lithium batterij zodanig uitgeput geraakt, dat het opladertje hem niet weer weet op te laden. Waarschijnlijk moet ik een nieuwe batterij kopen. Ik fiets naar het centrum van Sliema en vraag ernaar bij een aantal fotozaken. Die hebben ze niet. Ze verwijzen me naar de Olympus dealer in Marsa, Attard & Co Ltd, maar die zijn vandaag niet open. Maandag, dus.
Hierboven staat de beloofde screendump van C-map. In de kolom rechts zie je onze positie, aangeleverd door het kleine GPS´je van Jaap. Vlak onder het kruispunt van assen op de electronische kaart staat een cirkeltje. Dat is de aanduiding van onze boot in Msida Marina. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (119)
Zondag 08-02-2009
Het is weer een tijd dat nieuwsberichten uit de wereld van de astrofysica over elkaar heen buitelen. Vorige week was er op Astronieuws een bijzonder bericht. Onderzoekers van de universiteit van Edingburgh hebben een nieuwe raming gemaakt van de kans op buitenaards intelligent leven. Volgens hen zou het in ons eigen Melkwegstelsel wel eens kunnen wemelen van de intelligente beschavingen. Dat sluit aan bij opvattingen die ik ruim twee jaar geleden op deze website aanhaalde in de rubriek Beschouwingen in de stukjes "Leven is onvermijdelijk" en "Leven is niet uniek" Het onstaan van leven in het universum is onvermijdelijk zodra er geschikte omstandigheden voor bestaan. Wetenschappers spreken zelfs van een "collapse to life" Daarmee is er nog geen sprake van intelligent leven. Dat is heel veel zeldzamer. Maar de groep uit Edinburgh becijfert het aantal buitenaardse beschavingen - alleen al in ons Melkwegstelsel! - toch tussen de 316 en bijna 38.000. Ongelooflijk! Als je meer wilt weten: ik schreef er vandaag een stukje over in de rubriek Beschouwingen onder de titel "Waar zijn de buitenaardse beschavingen? Over de Drake Equation en Fermi´s Paradox", klik hier.
Vandaag is het weer winderig en fris. Het is een rustige zondag. Geen weer om erop uit te gaan, we lezen veel. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (120)
Maandag 09-02-2009
Via een overstap op Valletta busterminal arriveer ik om half elf bij Attard & Co Ltd. in het Canter Business Centre in het stadsdeel Masra. Het meisje achter de balie raadpleegt telefonisch ene Gordon. Even later krijg ik de hoorn. Ze kunnen me hier niet helpen, zegt hij. Hij is de agent en importeur van Olympus op Malta, maar ik kan het best naar PhotoCity in South Street in Valletta gaan. Die verkoopt Olympus camera´s en toebehoren. Heb ik ook de oplader bij me? Dat is een goede vraag, daar had ik zelf aan kunnen denken. Niet alleen de batterij, ook de oplader kan immers stuk zijn. Na een uur ben ik via Valletta Busterminal weer terug op de boot. Voorzien van de oplader loop ik weer naar de bushalte. Om 12 uur loop ik in Valletta naar South Street. PhotoCity (zie hierboven) ligt op een straathoek in de oude stad, tegenover een mooi kerkje, St Andrews Scots Church. In de fotozaak zijn ze er zó achter: mijn batterijtje doet het prima in een andere oplader. Mijn oplader is stuk, al na anderhalf jaar! Hij valt helaas niet onder de garantie. Oh. Voor € 55, 20 heb ik een nieuwe. Het zij zo. Nu ik toch in Valletta ben koop ik bij het mooie baroktheater Manoel Theatre tickets voor de uitvoering van de Messiah van Händel op 17 februari a.s. Dit zijn de belangrijkste belevenissen vandaag. Het waait nog altijd hard uit het noordwesten met felle regen- en hagelbuien. Halverwege de middag gaat de wind geleidelijk liggen. Als er niets gebeurt is alles nieuws. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (121)
Dinsdag 10-02-2009
Gisteravond een gezellige zeilesborrel in Deggi´s, een barretje in L´Abate Rigord Street bij de haven. Behalve Nanning & Miranda (Famous Goose) zijn er meest Engelsen onder wie Sandra & Chris van Deep Blue. We ontmoeten Edward & Ina, Nederlandse zeilers van de Vertrekkerslichting 2005 van het maandblad Zeilen. Ze overwinteren in het Turkse Marmaris en zijn per vliegtuig hier op Malta op bezoek bij Engelse vrienden die ze in de achterliggende jaren tijdens hun tochten door de Med hebben gemaakt. Opmerkelijk: in de eerste jaren maakten ze hun grootste zwerftochten, de laatste jaren hoeft het niet meer zo. Ze verblijven graag lang op mooie ankerplaatsen en daar hebben ze genoeg aan. Zou het ons ook zo vergaan? Ik kan het me eigenlijk niet goed voorstellen, zó zit ik nu al wekenlang te popelen om verder te varen naar Griekenland, Istanboel en als het even kan de Zwarte Zee over te steken.
Vandaag is het een mooie, zonnige dag. Het is St Pauls Day, een officiële feestdag op Malta, die herinnert aan de apostel Paulus, die op Malta aanspoelde na een schipbreuk tijdens zijn zeereis naar Rome. Althans, dat geloven de Maltezers. Of hij inderdaad op Malta aanspoelde en niet elders, bijvoorbeeld op Sicilië, staat niet vast. Het Bijbelboek De Handelingen der Apostelen geeft er in elk geval geen uitsluitsel over. Niettemin zijn er vandaag verschillende kerkelijke processies, waarin de Maltezers hun passie voor historische verkleedpartijen naar hartenlust kunnen uitleven. We hebben eerlijk niet zoveel zin om weer naar zo´n kerkelijke processie te gaan kijken, dus we blijven "thuis" Vanavond zal er wel een mooi vuurwerk boven Valletta zijn. Gisteravond viel na onze thuiskomst het elektrisch kacheltje uit "Er gaat elke dag wel iets kapot aan boord", zegt Ans. Op de kuiptafel haal ik het maar weer eens uit elkaar (foto hiernaast), op zoek naar een los draadje. Niets te zien, maar ik zie wel een zekeringetje. Misschien is die stuk, denk ik, en ik knip het met moeite en gefrunnik los. Niks aan te zien, natuurlijk. Ik draai het kacheltje nog eens rond en zowaar, onderin zit toch een draadje los! Losgescheurd van het kabelschoentje, waar het klemmetje van afgebroken is. Het is bij de plek waar het kacheltje om een as draait om de warmte in verschillende richtingen te stralen. Vanzelfsprekend een zwakke plek. Had ik dat maar eerder gezien! Enfin, ik vind nog een half verroest kabelschoentje dat met wat kruipolie weer gangbaar te maken is en dat ik op het contact kan schuiven en het lukt me zelfs om met behulp van twee halve kroonsteentjes de zekering er weer in te zetten. En zie: onder de luide bijval van Ans werkt het kacheltje weer! (Ik ben alleen niet zeker of het plastic van de kroonsteentjes niet smelten zal, achteraf gezien had ik het plastic er waarschijnlijk beter vanaf kunnen prutsen) Lord Byron heeft het ondertussen ook erg naar zijn zin. Zijn kooi staat onder de buiskap en his lordship zit allergenoeglijkst te twieteren en te pruttelen op zijn stokje. Af en toe zingt hij van pure blijdschap zijn fraaie riedel, die hij beëindigt met een opgetogen Ie-Jo! Ie-Jo! Ie-Jooo! Ter beloning van zijn optreden steek ik een schijfje appel tussen de spijltjes, waar hij verlekkerd van gaat smikkelen (foto hier)
De Times of Malta meldt de ontsnapping vanmorgen van vijftien migranten uit het opvangkamp Safi op het vroegere oorlogsvliegveld Hal Far. Ze maakten deel uit van de groep van 262 die op 31 januari hier aankwam. Een wanhoopspoging. Het waren allemaal Noordafrikanen (vooral uit Marokko, Tunesië en Egypte) en ze wisten dat ze al over een paar dagen gerepatrieerd zouden worden. Maar waar moet je je verstoppen op dit dichtbevolkte eiland? Elf zijn in de loop van vandaag al weer gepakt. Binnenkort starten de Italianen intensieve patrouilles met zes schepen in de Libische kustwateren, samen met de Libiërs zelf. In de hoofdstad Tripoli hebben de Italianen een commandocentrum geïnstalleerd met geavanceerde satelliet- en radarwaarnemingsapparatuur. Ze monitoren het zeegebied tussen Libië en Sicilië en concentreren zich op de havensteden Zuwarah, Zaniyah en Miswatah. Ze betalen daarvoor miljoenen euro´s aan Libië. Het is wel een beetje pikant natuurlijk, want Libië was vroeger - dacht ik - een nogal hardvochtig bestuurde Italiaanse kolonie. Enfin, Malta ziet met warme belangstelling toe.
Tegen zes uur horen we knallen boven de wallen van Valletta. Inderdaad vuurwerk. Juist als ik er een foto van wil maken, stopt het alweer. Een mooie zonsondergang maakt het goed. Het rose-oranje licht valt zacht over de muren en kerken van de stad (foto hier) Vannacht wordt er opnieuw een stormachtige wind uit het noordwesten verwacht met onweer, regen- en hagelbuien. Rotweer dat maar liefst drie dagen lijkt aan te houden. Pas in het weekend kom er beter weer. De Maltezers klagen steen en been over het weer deze winter en noemen het ongewoon. Ik weet het niet. Ik herinner me wel eens gelezen te hebben dat het herhalend patroon van enkele mooie dagen, gevolgd door dagen van harde wind en regen, typisch is voor het westelijk bekken van de Middellandse Zee in de winter. Malta ligt aan de rand daarvan. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (122)
Woensdag 11-02-2009
Gisteravond voltooi ik op onze website ons Logboek vooraf 2006 in het nieuwe format. Daarin is de tekst zelf niet veranderd, maar heb je grotere foto´s en ik heb de links verbeterd. Verder kun je zien dat ik het Logboek vooraf heb gesplitst in 2006 en 2007, waardoor je niet zulke lange downloadtijden hebt. Met de nieuwe versie van Logboek vooraf 2007 schiet ik ook al aardig op. Ans kookt ondertussen een lekker gekruide couscousschotel. De hele avond hebben we ons gerepareerd elektrisch kacheltje aan. Het doet het prima, geen smeltende kroonsteentjes, dus mag het ´s nachts aanblijven.
Met de harde wind valt het vannacht wel mee: hij komt niet. Dat gebeurt pas in de loop vandaag. Eerst is het nog Bf 5 en zonnig. We maken een lange kuier over en onderlangs de hoge vestingwallen van Valletta. Het War Museum (over het beleg van Malta in WO II) op Fort St. Elmo is helaas gesloten voor een verbouwing. Je hebt er een mooi uitzicht over Marsamxett Harbour en Manoel Island (foto hierboven) Iedere keer valt ons weer op hoe erg al die historische gebouwen hier verwaarloosd worden. Gebrek aan fondsen, denk ik. De snelle verwering van de zachte kalkzandsteen waaruit alles is opgetrokken is dan waarschijnlijk ook nauwelijks bij te houden. Hier twee foto´s. De tweede toont de verweerde poort tot Fort St. Elmo, het belangrijkste fort op de oostelijke punt van Valletta. Nu zit de politie-academie in het fort. De poort is buiten gebruik, de toegang voor de academie is via een onooglijke zij-ingang. Lekker in de luwte en in het zonnetje drinken we een cappuccino op een terrasje op het St. Lazarus Bastion, vanwaar je een prachtig uitzicht over Grand Harbour hebt (foto hier) Er ligt aan de overkant een grote bulkcarrier voor anker. De zware slagen van de enorme Siege Bell verderop slaan het middaguur. Die is door de Britten op de wal gezet als dank voor de bevolking van Malta voor hun dapper verweer tijdens WO II. Op een plat stuk rots onderaan de steile wallen zijn een hoop illegale woninkjes en badhuisjes gebouwd (foto hier) Ze moeten van de regering al vele jaren weg maar illegaal kan op Malta lang duren als het om eigen inwoners gaat. Per slot zijn het kiezers. Met illegale immigranten hebben ze veel minder consideratie. We dalen af en lopen door de smalle steegjes. Er is niemand te zien maar het wemelt er van de zwerfkatten en het stinkt er navenant. Geen pretje op warme dagen, dunkt ons. We beklimmen een lange trap naar het volgende bastion, dieper Grand Harbour in, en dalen weer af. Dit is het gebied van de Barrièra, waar vroeger de zeeschepen aanmeerden en waar passagiers en bemanningen eerst een tijd in quarantaine werden gehouden totdat iedere twijfel over hun gezondheid was weggenomen. De Hospitaalridders en later de Britten en de Maltezers zelf waren als de dood voor besmettelijke ziekten. Ook hier kun je aan de basis van de oude muren van het quarantainegebouw (de Barrièra) goed de verwering van de kalkzandsteen zien (foto hier) Er liggen twee Italiaanse vissers afgemeerd (foto hier), die komen schuilen voor de storm (die er toch echt aankomt) Ook een kleine zeesleper is bezig met ankeren. Twee manschappen brengen met een bootje twee lange lijnen uit naar de wal (foto hier) Een donkere tunnel voert ons onder de grote steenklomp van Fort Lascaris door naar de douanegebouwen en de kade voor de cruiseschepen. Er ligt er juist één afgemeerd (foto hier) De thuishaven van het schip is Genua. De passagiers drentelen langs de souvenirwinkeltjes en bars op de kade. Hier gaat geld om en dus zijn de oude pakhuizen aan deze kade bijna allemaal wél gerestaureerd. Ondertussen wakkert de wind aardig aan. Ik vraag me af of het cruiseschip vandaag nog zal vertrekken, ondanks de naderende storm. Zulke schepen hebben immers een vast vaarschema.
We lopen door het stadsdeel Floriana naar een bushalte. Om twee uur zijn we aan boord. Ik doe nog een tukje in de kuip, Ans doet dat beneden in bed. De lucht betrekt daarna snel, hoge donkere wolkengevaarten komen uit het westen aanrollen. Ik bind de zijflappen van de kuiptent beter aan elkaar, zodat wind en regen er niet zo gemakkelijk onder kunnen slaan. Een uur later jaagt een harde westenwind Bf 6 - 7 striemende regenvlagen over dek en kuiptent. In een vlaag van Bf 8 klappert opeens luid een val. Ik naar boven en trek hem vaster.
Op Internet zoek ik de website van Bert & Mieke Mansholt op. Ik zie dat ze gisteren zijn vertrokken van Mindelo op de Kaapverdische Eilanden met hun Torum voor de oversteek naar Barbados. Ze hebben zich niet op laten jagen door de ongeduldige kuddes van de ARC, die al in december en masse de transatlantische oversteek deden (vanaf Gran Canaria), maar rustig gewacht tot de passaat zich stevig nestelde en ondertussen een hoop moois gezien in Marokko en op de Canaries. Bert heeft een Iridium satelliettelefoon. Misschien heeft hij geregeld dat iemand aan het thuisfront dagelijks hun voortgang op de site plaatst. Op PassageWeather kun je in elk geval zien dat ze in elk geval een mooie noordoostpassaat hebben in de komende week, niet erg hard (Bf 3 - 4) maar wel redelijk constant. Daarna lijkt hij wat in te zakken. Ze kunnen aan het eind van de eerste week van april aan de overkant aankomen. We duimen voor ze.
Msida Marina, Malta (123)
Donderdag 12-02-2009
Een vrolijke zeilersborrel in de bar van de Black Pearl veroorzaakt dat we gisteren laat naar bed gingen. Vandaag slapen we lang uit, ook al omdat het ruwe weer niet noodt tot erop uit gaan. Veel en lang lezen dus. Periodes met felle zon worden afgewisseld door korte, snelle regen- en hagelbuien. Ook morgen blijft dat zo (zie bovenstaand plaatje van GozoWeather) Ik heb in "Het weer van morgen" (1989, De Boer Maritiem) van Dieter Karnetzki in het hoofdstuk over het weer op de Middellandse Zee eens nagezocht of het slechte weer nu uitzonderlijk is in dit gebied. "Het westelijke Middellandse Zeegebied is in de winter het meest stormrijke gebied van Europa", schrijft Karnetzki. "Het overtreft zelfs de Noordzee en het stormt er tweemaal zo vaak als in de gevreesde Golf van Biscaje" Er is eens in de zes dagen storm volgens de weerstatistieken en de gemiddelde windsterkte bedraagt in februari 5 tot 6 Bf. Dat houdt pas op als het zich ontwikkelend Azoren-hoog in het voorjaar definitief sterk genoeg is geworden en voldoende naar het noorden opdringt om de Atlantische depressietreinen weg te duwen naar Het Kanaal en de Noordzee. Er is eigenlijk niets vreemds aan de hand, zou je dus zeggen.
Op hun website lees ik dat Torum een dag later (gisteren) is vertrokken van de Kaapverden voor de Atlantische oversteek. Vlak voor vertrek bleek het elektrisch pomptoilet kapot. Dat hebben ze terecht nog even laten maken, want om wekenlang op de oceaan alles op een emmer te moeten doen, is geen leven.
Het is nu al weer een dag of tien vreemd stil rond de affaire JS/MST. Er zouden drie onderzoeken gaande moeten zijn: van minister Klink (door de Inspectie van de Volksgezondheid, die ook - heel pikant - de eigen rol moet onderzoeken), van het Openbaar Ministerie en van het MST zelf. Niemand heeft me tot dusver gebeld, terwijl Klink de Tweede Kamer had toegezegd al half februari met het Inspectierapport te zullen komen. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (124)
Vrijdag 13-02-2009
Gisteravond maakte ik een foto van de alsmaar aanstormende buienwolken (zie hierboven) Vanavond had ik hem ook kunnen maken, het ziet er weer precies zo uit. Vandaag is het vrijdag de dertiende. Uiteraard een dag als alle andere. Opnieuw trekken buien met regen en hagel van west naar oost over ons heen. In de middag is het even droog, lang genoeg om snel boodschappen te doen. Het is voor het eerst in twee dagen dat ik van boord ga. Gek genoeg vinden we het helemaal niet erg om samen opgesloten te zitten in de kleine ruimte van het schip. We vermaken ons best met boeken, Internet en een enkel klusje.
Op Astronieuws staat boeiend nieuws over de jaarlijkse bijeenkomst van de American Association for the Advancement of Science in Chicago. In een groot stervormingsgebied nabij het centrum van het Melkwegstelsel hebben astronomen veel onbekende moleculen gevonden. De afgelopen veertig jaar zijn er al ruim honderdvijftig moleculen ontdekt in de ruimte tussen de sterren. Daar zitten heel simpele moleculen bij zoals moleculair waterstof en koolmonoxide, maar ook zeer complexe organische moleculen zoals suikers, alcoholen en zelfs aminozuren. Nu zijn er in dat stervormingsgebied 720 verschillende spectraallijnen ontdekt waarvan 240 afkomstig zijn van nog niet geïdentificeerde stoffen. Ook elders in onze Melkweg zijn dergelijke opeenhopingen van organische moleculen in gas- en stofwolken aangetroffen. Andere waarnemingen hebben nieuwe protoplanetaire schijven rond jonge sterren aan het licht gebracht waarin misschien al planeten zijn ontstaan. Lees hier het persbericht met de titel "Astronomers Unveiling Lifes´s Cosmic Origins" Er staat een mooi plaatje bij van de "de kosmische wieg van het leven" Ze weten het wel te brengen, de Amerikanen, maar dat moet ook wel als je in deze tijd van recessie en groeiende overheidstekorten nog in aanmerking wilt komen voor geld voor verder wetenschappelijk onderzoek.
"De grote verscheidenheid aan complexe organische moleculen in het heelal, en de ontdekking van exoplaneten en planetenstelsels-in-wording doet vermoeden dat er op tal van plaatsen in het heelal leven kan voorkomen", zegt wetenschapsauteur Govert Schilling erover op zijn website. Opnieuw dat gevoel dat het niet lang meer kan duren voor het bewijs van buitenaards leven wordt geleverd. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (125)
Zaterdag 14-02-2009
Gisteravond zijn we lang op bezoek bij Nanning & Miranda op hun catamaran Famous Goose op de N-steiger. Een mooie, lange avond vol vrolijke discussies en gesprekken. Vandaag is het Valentijnsdag. Ans vindt op haar ontbijtbordje een Valentijnskaart van een al jarenlang trouwe aanbidder. Het is een voor Maltese begrippen koude dag, 10° C. We hebben dan ook de hele dag de kachel aan. Af en toe kletteren buien over het dek, maar de droge perioden nemen toe. Tegen de avond waait het nog steeds flink uit het westen, maar de zon kleurt de avondhemel veelbelovend rood (zie foto hierboven)
De Times of Malta meldt dat de autoriteiten gisteren 9 Soedanezen heeft teruggevlogen naar hun land. Volgende week zullen 37 migranten uit Ghana, Nigeria en Senegal gerepatrieerd worden en nog 75 in de komende weken. In zijn wanhoop is een Tunesische migrant in de Lyster Barracks, het opvangkamp op het vroegere oorlogsvliegveld Hal Far, gisteravond van een drie verdiepingen hoog gebouw gesprongen. Hij is in zorgelijke toestand naar het Mater Dei ziekenhuis gebracht. Andere migranten hielden een demonstratie uit protest tegen hun uitzichtloze toestand en probeerden brand te stichten.
Ik verdiep me vandaag langdurig in een bericht uit de wetenschapsrubriek op de site van NRC/Handelsblad. Onderzoekers van het Max Planck Instituut in Leipzig en het Amerikaanse 454 Life Science Corp (onderdeel van de farma-gigant Roche) maakten bekend dat ze de volgorde van de ‘letters' van meer dan 60 procent van het DNA van de Neanderthaler hebben bepaald, in totaal drie miljard basen, met behulp van materiaal uit drie 38.000 jaar oude fossiele botten. Mensen en Neanderthalers delen een gemeenschappelijke voorouder die ca. 500.000 jaar geleden leefde. Neanderthalers stierven 25.000 jaar geleden uit. De voorlopige DNA-analyses bevestigen eerdere conclusies: genetische invloed van Neanderthalers op mensen is afwezig, of erg klein, aldus de krant. Ik weet dat zo net nog niet. Het is altijd een intrigerende zaak geweest dat Homo Sapiens en Neanderthalers waarschijnlijk ettelijke tienduizenden jaren in deels dezelfde gebieden in Europa en Klein Azië hebben geleefd en er is nog steeds strijd over de vraag of beide soorten zoveel uiteengedreven waren door evolutie langs aparte lijnen, dat gemengde nakomelingen niet meer mogelijk waren. In een prehistorische begraafplaats in een grot in Lagar Velho, 140 kilometer noordelijk van Lissabon, vond men in 1998 tussen resten van moderne mensen een vrijwel volledig skelet van een 4-jarig jongetje, dat opmerkelijke Neanderthal-trekken had. Met radioactieve koolstofdatering werd de ouderdom van het skelet op 24.500 jaar gesteld. Dat is natuurlijk maar één vondst, maar uitgesloten is vermenging nog niet. Per slot hebben Neanderthalers en moderne mensen voor 99,5% hetzelfde genoom.
Even intrigerend is de kwestie van het uitsterven van de Neanderthalers, ongeveer 30.000 jaar geleden. Dat is nog steeds een onopgelost raadsel. De Neanderthaler was iets groter en robuuster dan Homo Sapiens, en met name had hij een grotere schedelinhoud en dus waarschijnlijk grotere hersenen. Dus betere hersenen? Hij kende taal, gebruikte gereedschappen en wapens en kende begrafenisrituelen, net als Homo Sapiens in die tijd. Toch moet de Neanderthaler een evolutionair nadeel hebben bezeten. Ik meen me te herinneren dat Jared Diamond in één van zijn boeken de verklaring zoekt in gewelddadige conflicten over jachtgebieden (een eerste geval van ethnic cleansing?) en een grotere vatbaarheid voor ziektes, maar dat staat allerminst vast.
Een derde intrigerende vraag is of Homo Sapiens, nadat hij 30.000 jaar geleden zijn laatste concurrent had afgeschud (misschien op de geheimzinnige kleine Flores-mens na) en alleen is overgebleven, nog zélf in staat is tot verdere evolutionaire ontwikkeling. Soms rijst de gedachte dat de mens binnenkort zijn eigen evolutie bewust gaat sturen met behulp van genetic engineering en zichzelf nieuwe capaciteiten en mogelijkheden gaat verschaffen. Een omstreden zaak? Natuurlijk en met reden, maar in mijn ogen evenzeer noodzakelijk en onvermijdelijk, willen we bijvoorbeeld ooit een eind maken aan ziektes als Alzheimer, MS en Parkinson. En zouden we niet graag wat intelligenter willen worden of langer blijven leven? Terug naar boven
Msida Marina, Malta (126)
Zondag 15-02-2009
Een lange, landerige zondag. Zonnig maar koud door een frisse noordenwind, die achter het naar Griekenland wegtrekkend Laag koude continentale lucht aanvoert. In de beschutting van onze kuiptent is het aangenaam toeven (foto hierboven) Behalve lezen doen we niets. Nou ja, ik zet de foto´s van drie maanden op een externe harde schijf, ontwikkel een ideetje om de boekenkast verder uit te breiden en verplaats daartoe een boordklokje. Die uitbreiding is nodig anders slingeren straks alle nieuwe boeken door onze hut bij een beetje zeegang. Er loopt hier af en toe een werkeloze timmerman langs, met wie ik het samen wel kan uitvoeren.
Uren lezen dus. "Resplendent", deel 4 van Stephen Baxters´ serie "Destiny´s Children", lees ik geboeid uit. Een geweldig boek met een enorme greep op de materie en een tijdspanne van liefst 1 miljoen jaar. Een citaat? Ergens in het boek zegt een van de undying:
"Human destiny works itself out on overlapping timescales. An empire typically lasts a thousand years. A religion may linger for five or ten thousand years. Even a human subspecies will alter unrecognisably after fifty or a hundred thousand years. So on a longest of timescales human history is a complex dissonance, with notes sounding at a multitude of frequencies from the purposeful to the evolutionary, and only the broadest patterns are discernible in its fractal churning.
You learn this if you live long enough" (p. 531)
Waarom lees je zo graag boeken met tijdsperspectieven die je nooit zelf zult meemaken, vraag ik mezelf. Ja, juist dáárom. Maar wat is de zin daarvan? Het kan allemaal net zo goed heel anders gaan. Ja natuurlijk, dat is zo. Maar wat dan nog? Eén van de mensen die ik vroeger - en nog - heel erg hoogschatte, de Franse bioloog/filosoof en Nobelprijswinnaar Jacques Monod, schreef in zijn "Le Hasard et la Necessité" (Ed. du Seuil,1970) dit: "Het oude verbond ligt in duigen: uiteindelijk komt de mens erachter dat hij alleen is in de onmeedogenloze immensiteit van het universum, waarin hij louter bij toeval is ontstaan" (vert. TZ) Het feit dat het er steeds meer op gaat lijken dat dat niet zo is en dat we helemaal niet alleen zijn in het heelal geeft me toch allerminst het gevoel dat alles daardoor meer zin heeft gekregen en dat de oude overeenkomst als het ware weer zou gelden. Integendeel. Ach, kon ik maar als een lichaamloos vuurvliegje, als een van die undying van Baxter ergens in de buurt blijven zweven om onzichtbaar te zien hoe alles afloopt! Of dat het nooit afloopt.
Msida Marina, Malta (127)
Maandag 16-02-2009
De Torum van Bert & Mieke Mansholt is op 12 februari uit Mindelo op de Kaapverden vertrokken. Ze zijn nu op de vierde dag van hun Atlantische oversteek. Iedere dag kijk ik op PassageWeather naar de prognoses (zie hierboven) Die zijn nog steeds goed: een constante noordoostpassaat van Bf 3 - 4 die over een dag of vijf wat lijkt af te zwakken. In de buurt van Bermuda ontwikkelt zich een fikse stormdepressie, maar die trekt naar het noordoosten weg en blijft ver bij hen uit de buurt. Ik schat dat ze per 24 uur ongeveer 120 tot 140 mijl afleggen. Dat zou betekenen dat ze er nu rond de 500 mijl hebben opzitten (bij het rode kruisje op de kaart), maar misschien is dat te optimistisch. Ze kunnen half maart aan de overkant verwacht worden (Laatst schreef ik: begin april, maar dat was natuurlijk abuis)
Het is heerlijk zonnig vandaag, met weinig wind. Hoewel de koude continentale lucht nog niet weg is, schiet de temperatuur in de luwte in de zon snel omhoog. Om half elf komt Peter Samba, de timmerman. Een week geleden liep hij over de steiger bij de boaties te vragen of er klusjes voor hem waren. De recessie slaat hier fors toe, ook in zijn branche is weinig werk. De man heeft een aardig en eerlijk gezicht, dus gaan we het met hem proberen. Hij bekijkt de uitbreiding van de boekenkasten aan beide kanten naast ons bed en begrijpt snel wat ik bedoel. ´s Middags komt hij terug met een voorstel en een redelijke prijs. Hij vraagt of ik het op een blad uit zijn opdrachtbonnenboekje wil schrijven; even snap ik het niet maar dan realiseer ik me dat hij niet kan schrijven. Hij zet zijn handtekening eronder (dat kan hij wel) en geeft me het origineel, de doordruk houdt hij. Vrijdag komt hij nogmaals voor de proefopstelling en de maandag erop maakt hij het af. Tegen de middag bestijg ik de heuvel om bij de Lidl te foerageren.
Ik begin aan een nieuw boek, de recente dikke monografie van Michael A.G. Michaud "Contact with Alien Civilizations. Our Hopes and Fears about Encountering Extraterrestrials" (Copernicus Books, 2007)
Morgen is het ook mooi weer, woensdag en donderdag krijgen we opnieuw storm en regen. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (128)
Dinsdag 17-02-2009
De prachtige zonsondergang van gisteravond (foto hierboven) zou de voorbode moeten zijn van een mooie dag. Dat valt echter tegen. Het grootste deel van de dag is het vandaag grijs. Pas in de loop van de middag trekt de wolkenlaag weg en geeft ruimte aan de zon. De komende twee dagen kunnen we weer rekenen op harde tot stormachtige wind. De prestaties van vandaag? Ik breng ons buitenboordmotortje naar White Sails voor een servicebeurt. Het is het hobbybedrijfje, zoals hij het noemt, van de Nederlander Johan Huy die hier bijna dertien jaar geleden na een avontuurlijk leven neerstreek. Want voor het geld hoeft hij het niet te doen, zegt hij steeds. Ik kan me eerlijk gezegd leukere hobby´s voorstellen, maar ieder het zijne.
Ik had destijds, vóór ons vertrek, ook de Internet-domeinnaam tomzijlstra.nl bij Hostnet laten registreren. Ik had er verder geen plannen mee (en nog niet) maar je weet het maar nooit. Stel je voor dat de recessie zó sterk doorzet dat de pensioenen drastisch verlaagd moeten worden. Daar wordt al over gesproken. Dan moet ik me misschien weer als interim-manager gaan verhuren. Een eigen website is dan handig. Vandaag verhuis ik de registratie voor de overzichtelijkheid naar Maakum en maak er een (kleine) website van die verwijst naar deze. Overigens is daar de nieuwe Maakum-versie al ingevoerd. Daardoor kun je een bredere website maken. Binnenkort kan dat ook bij deze, als ik het goed begrijp.
Ernst Steinmeier van de Zeilen-redactie mailt dat het artikel dat ik dit najaar schreef over onze ontmoeting in september met een afgeladen en uit de koers geraakt migrantenschip tussen Lampedusa en Malta, in de planning staat voor publikatie in het april- of mei-nummer van Zeilen. Vanavond gaan we met Josje van de Mermaid naar een uitvoering van de Messiah van Händel in het oude baroktheater Manoel Theatre in Valletta.
Msida Marina, Malta (129)
Woensdag 18-02-2009
Een mooie uitvoering van Händels´ Messiah gisteravond in Manoel Theatre. Het kleine baroktheater heeft een fraaie droge akoestiek zodat je ook de zacht spelende achtergrondinstrumenten goed kunt horen, zoals het klavecimbel en het kleine concertorgel. Het Malta Philarmonic Orchestra staat onder leiding van de Britse gastdirigent Richard Tanner en is uitgedund tot een ensemble van net iets meer dan twintig musici. De koren worden gevormd door de jongens- en mannenkoor en het meisjeskoor van Blackburn Cathedral in Engeland (Tanner is de muzikaal leider in Blackburn) Het is een openbaring zo mooi als die kunnen zingen. De sopraan is een ranke dunne dame in een scharlakenrode robe, Philippa Hyde, die met een voortdurend hemelse gelaatsuitdrukking zingt alsof ze de messiaanse visioenen van Händel daadwerkelijk voor zich ziet. Maar wat een prachtige stem komt er uit zo´n dun lijfje! De andere solisten zijn redelijk en de tenor James Atherton ontroert zelfs in een intens gevoelige weergave van het accompagnato nr 26 ("He looked for some to have pity on Him") en de daarop volgende aria. Alleen die dwaze en storende gewoonte van het publiek om te gaan staan tijdens het beroemde Hallelujah-koor! Al dat gestommel om je heen is nergens goed voor en stoort maar je concentratie. Ik vrees echter dat het verschijnsel niet meer uit te roeien is. Hierboven een foto van de avond en hier nog een andere.
Lezeres Marie-Louise Niemeijer onthulde ruim een jaar geleden de ware identiteit van de zogenaamde "foute" kathedraalboom (= de Japanse wolmispel) die we ooit in in ons huis in Deil en later op ons flatje in Andel hadden staan. Nu geeft ze in het Gastenboek de mogelijke namen van de twee onbekende planten die ik fotografeerde op onze wandeling langs de Victoria Lines, een paar weken geleden (hier foto´s van plant 1 = Asphodelus aestivus ofwel Gewone affodil en plant 2 = Ferula communis ofwel Reuzenvenkel) Dat is leuk! Ik heb er geen verstand van maar ik heb het nagekeken en het lijkt me te kloppen.
Joan van Dijk van Ziekenhuis De Gelderse Vallei vraagt me een bijdrage te leveren voor hun huisartsenblad MediSein en te reageren in 100 woorden op de stelling “Disfunctionerende artsen moeten op een openbare lijst” Een dwaze en volkomen overbodige zaak, in mijn ogen. Typisch een bedenksel van oppervlakkige en incidentbeluste politici (ik meen in dit geval van mijn achternaamgenoot Halbe Zijlstra van de VVD) Een dergelijke lijst is er immers allang. Het BIG-register bevat de namen van alle bevoegde artsen en andere beroepsbeoefenaren in de zorg en kan door iedereen telefonisch of via Internet geraadpleegd worden. De (tucht)rechter of de Inspectie van de Volksgezondheid kan een disfunctionerende dokter opleggen om zijn inschrijving tijdelijk of definitief te schrappen. Ook kunnen beperkingen in de beroepsuitoefening worden opgelegd. Dan zie "ja" staan in de regel "beperkingen" (NB: niet welke beperking) Bijvoorbeeld bij een chirurg die bepaalde ingrepen niet meer mag doen. Het gebeurt misschien te weinig maar het kán wel. Herregistratie in het register is verbonden met verplichte bij- en nascholing. Je moet dus nooit naar een dokter gaan die niet in het BIG-register staat en goed nadenken als je ziet dat hem of haar een beperking is opgelegd. In de tweede plaats heb ik ook zo mijn bedenkingen bij de onstilbare behoefte van het publiek om mensen publiekelijk aan de schandpaal te nagelen. De Middeleeuwen zijn voorbij. Een reactie in deze termen mail ik terug aan Joan van Dijk.
In de loop van vandaag haalt de wind steeds meer aan. Uit het westen drijven buienwolken binnen. In een winkeltje op de boulevard van Sliema kopen we een kleine stofzuiger voor 43 euro. Net voor de eerste bui zijn we terug. De stofzuiger doet het prima (foto hier) Vroeger, dertig jaar geleden, zei ik altijd spottend tegen mijn vriend Paul Andela: “Hij die zijn vrouw vraagt het huishouden te doen, dient haar te voorzien van goede apparatuur” Dat zou ik nu niet meer durven zeggen. Maar de behoefte om te spotten verandert nooit. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (130)
Donderdag 19-02-2009
Ans ontwaakt vanochtend met een barstende hoofdpijn. Ze heeft alle verschijnselen van een voorhoofdsholteontsteking. Stomen geeft verlichting (foto hierboven) Johan Huy van White Sails brengt het buitenboordmotortje terug en installeert vanmiddag het gasalarm, dat ik onlangs bij de Lidl kocht. Op het schakelpaneel is nog een vrije positie, zodat je het daar aan en uit kunt zetten. Ik ontdek dat er een bevestigingsmoer van de loopplank is gevallen. Dat had tot een lelijke val kunnen leiden! De moer ligt zowaar nog onder de loopplank op het zwemplatform. Ik schroef hem weer vast. Binnenkort zal ik er een nieuwe "zichzelf vastzettende" moer opzetten (of hoe zo´n ding ook heet)
Op de Wied il-Buni visserskade in het zuidelijke stadje Birzebuggia is gistermiddag een 20-meter lange vissersboot aangekomen met 227 illegale immigranten aan boord, onder wie 22 vrouwen en twee kleine kinderen. Allemaal Somaliërs. Aangezien Malta geen repatriëringsverdrag heeft met dat land kunnen ze niet terug worden gestuurd, merkt The Times of Malta met kennelijke spijt op. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (131)
Vrijdag 20-02-2009
Een slechte nacht, vannacht. Er staat een lichte swell de haven in die de boot doet bewegen en het voortdurend rukken doet de landvasten kraken alsof er oude mannen naast het bed staan te kreunen van ellende. Vandaag maken we het bed in voorste hut op, zodat we een alternatieve slaapplaats hebben als het zich de komende nacht herhaalt. De dag is zonnig en fris, de westenwind neemt geleidelijk af naar 3 Bf. Peter Samba de timmerman komt met de latten en de planken voor de uitbreiding van de boekenkast langs. Heeft hij de latten te kort gemaakt. Hij is zwaar teleurgesteld en barst bijna in tranen uit. Waarschijnlijk kan hij de teaklatten niet terug brengen naar de houthandel. Enfin, met wat sjoemelen en fantasie krijgen we de zaak toch voldoende passend. Nu gaat hij ze in de kleur spuiten van de rest van de kast en komt alles maandag installeren. Daarna speur ik op verzoek van Ernst Steinmeier van Zeilen in mijn fotobestanden naar extra foto´s voor plaatsing bij het artikel over het migrantenschip. Met Ans gaat het in de loop van de dag beter, hoewel het mondslijmvlies rechtsboven ook wat ontstoken is. Ze neemt een antibiotica-kuur.
In de Lyster Barracks, het overvolle opvangcentrum voor Afrikaanse migranten op het voormalige oorlogsvliegveld van Hal Far, zijn moeilijkheden. Volgens de Times of Malta heeft een groep van 71 Tunesiërs heftig geprotesteerd tegen een vertraging in de afhandeling van hun deportatiepapieren. Ik kan me dat wel voorstellen, liever terug naar Tunesië dan langer in dat uitzichtloze, onherbergzame kamp zitten. Malta is een doodlopend slop voor ze, er is nauwelijk kans om ongezien van dit eiland naar Italië te ontsnappen.
Hierboven zie je een prachtig plaatje. Ik vond het via Astronieuws. Het is een close up van de ster T Leporis, gemaakt door een groep Franse astronomen met behulp van een "virtuele telescoop" van honderd meter doorsnede. Lees over die slimme techniek het persbericht op de website van de ESO. T Leporis is honderd maal zo groot als onze zon. Die staat er ter vergelijking op dezelfde schaalgrootte boven met eromheen de aardbaan. T Leporis is zó groot dat onze zon inclusief de planeten Mercuarius, Venus en Aarde erbinnen zouden vallen. Je kunt duidelijk zien dat de ster rond is en wordt omringd door een dikke laag van moleculair gas. T Leporis staat in het sterrenbeeld Haas op 500 lichtjaar afstand. Hij behoort tot de familie van zogenaamde Mira sterren, variabele reuzensterren die bijna al hun kernbrandstof hebben opgebruikt en massa verliezen. Hun bestaan als ster zit er bijna op, ze blussen spoedig uit tot zogenaamde Witte Dwergen. Het is heel interessant om te weten dat onze eigen zon over ongeveer 1 miljard jaar zelf ook zo´n Mira ster zal worden en voor hij uitdooft net zo zal uitdijen als T Leporis, daarbij de aarde en de andere binnenplaneten in zijn alles verzengende hitte opslokkend. Tegen die tijd moet de mensheid, als ze nog bestaat, het heil ergens anders hebben gevonden. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (132)
Zaterdag 21-02-2009
Vannacht staat dezelfde deining als gisteren in de haven. Daarom slapen we in de voorste hut (foto hierboven) Wel wat nauwer dan onze riante owners´cabin maar zonder het voortdurende gekerm van de landvasten. Ans loopt in haar korte broek want het is vandaag een stralend zonnige dag. Dat komt goed uit want vandaag begint hier het Carnaval. In de middag trekken wolken binnen en is het snel te koud in de open kuip. We ritsen de kuiptent dicht en trekken ons beneden bij de kachel terug. Vanavond gaan we naar de straatfeesten in Valletta met Gerard & Josje (Mermaid) en Nanning & Miranda (Famous Goose) Jaap & Diana (Kiara) gaan ook mee, ze keren vandaag uit Holland terug.
Inmiddels heb ik het IGZ-rapport over de affaire JS/MST gelezen. Je kunt het onderaan dit verslag downloaden. De rol van het ziekenhuis in de aanpak van de disfunctionerende neuroloog wordt zwaar onderbelicht. Wat voor onderzoekers zijn dat? Er is niet eens met mij gesproken, noch met mijn medebestuurders! Vermakelijk is te lezen dat voor de IGZ de geschiedenis van melding 2 op 10 maart 2004 begint op het moment dat De Telegraaf naar de Hoofdinspectie in Den Haag belt. Alsof de voorgaande drie maanden niet bestonden! In mijn webverslag van 28-01-2009 heb ik al verteld dat ik nog in 2003 de Regionaal Inspecteur (de RIGZ, in het rapport inspecteur 3) terstond inlichtte toen ik de neuroloog de ziektewet in had gestuurd. Toen in de weken en maanden daarna de overige neurologen me gevallen van foute en onbegrijpelijke diagnoses begonnen te melden, heb ik herhaaldelijk bij "inspecteur 3" op een formeel onderzoek aangedrongen. Dat had ik onder andere nodig om JS, die stond te popelen om terug te keren, in de ziektewet te houden. "Nee Ernst, je kan niet terugkomen", zei ik dan, "allereerst wil ik het inspectierapport hebben" Helaas, inspecteur 3 was niet vooruit te branden en dat ergerde me mateloos. Hij ging pas aan de slag toen zijn baas, hoofdinspecteuur Patrick Edgar, hem vanuit Den Haag aanspoorde, omdat De Telegraaf lucht van de affaire had gekregen. Daarbij ging hij niet meteen onderzoek in het ziekenhuis doen, zoals je mocht verwachten, maar maakte een merkwaardige en tijdrovende omweg naar zorgverzekeraar Menzis die slechts indirect betrokken was. De zinsnede onder punt 6 van het IGZ-rapport dat de RvB van MST "de informatie geleidelijk en aanvankelijk beperkt verstrekte" klopt dus helemaal niet. In diezelfde tijd heb ik met inspecteur 3 ook de afspraak gemaakt dat we allebei de kwestie aan het Openbaar Ministerie zouden voorleggen. Ik heb dat meteen gedaan en de OvJ was weliswaar achterdochtig, "maar als de IGZ het ook vindt..." Nu lees ik dat inspecteur 3 zelf pas in augustus 2004 kontakt met de OvJ opnam. Een halfjaar na onze afspraak.
Of het vervolg van de geschiedenis klopt, kan ik verder niet bepalen. Ik heb het nauwelijks meer meegemaakt. In elk geval is het afgemaakt op de wijze die ik voor me zag: JS keerde niet terug in het MST en vertrok vrijwillig met een contract dat veilig moest stellen dat hij niet zomaar weer in de patiëntenzorg kon terugkeren. Vanaf 5 april 2004 was ik niet meer echt in functie en in juli 2004 ben ik formeel uit MST vertrokken. Het is onthutsend om nu te lezen dat de IGZ hem in 2006 desgevraagd toestemming gaf om weer aan het werk te gaan in Duitsland. Volgens de kranten heeft hij daar opnieuw mensen voor foute diagnoses behandeld. Ik heb nog wel meer te zeggen over het IGZ-rapport maar dat zal ik tegen de onderzoekscommissie van het MST doen, die naar ik mag aannemen, wel met mij en de andere oud-bestuurders van het ziekenhuis zal willen spreken. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (133)
Zondag 22-02-2009
We zijn eigenlijk helemaal geen carnavalvierders. Waarschijnlijk ook nooit geweest. Dat merken we in de oude binnenstad van Valletta, waar we met een groepje Nederlandse zeilers gisteravond het straatcarnaval bezoeken. De grote praalwagens zijn natuurlijk prachtig (foto hiernaast) Ze vouwen zich op Freedom Square helemaal uit tot torenhoge gevaarten waarin overal dansende meisjes staan. Confettikanonnen knallen kleurige zwermen papiertjes de lucht in (foto hier) Op het plein zit de jury die de wagens beoordeelt. Daarna rijden ze voorzichtig schommelend verder naar Republic Street, waar ze hun tocht door de straten beginnen. Ze vouwen met veel moeite alles weer in en laten de hoge torens en poppen zakken. Anders kunnen ze niet onder de elektrakabels door die over de straat lopen. We hebben een mooi uitzicht op de praalwagens vanaf het bordes van de ruïne van de voormalige Opera, in WO II plat gebombardeerd (foto hier) Voor de wagens uit dansen de meisjes die uit de wagens zijn geklommen. De straten zijn afgeladen met publiek, van wie ongeveer een kwart verkleed is. Opgetogen kinderen zijn fraai verkleed als ridders en hofdames, de kleine meisjes met fraaie poederpruiken op. Hun ogen schitteren. Martiale drumbands trekken roffelend langs (foto hier) Overal staan groepjes verklede mensen te dansen. Veel jongelui uiteraard. Ach, het is allemaal wel aardig maar dat zinloze gehos op de veel te luide muziek is niks voor ons. Zijn we daar te oud voor? Op St Johns´Square vinden we een plaatsje op een terras, zelfs onder een (scrabblewoord!) terrasverwarmingszuil, maar ook daar is de muziek dusdanig oorverdovend hard dat we het bij één consumptie laten. Gelukkig vinden we nog een stadsbus terug; om 11 uur zijn we weer aan boord.
Vandaag is een zonnige zondag met een frisse noordoostenwind. Ans heeft veel pijn in haar mond met witte plaques op het mondslijmvlies, opgezette halsklieren en geen koorts. Eten doet zeer. Het lijkt nu duidelijk een stomatitis aphtosa te zijn, een laat gevolg van de kiesextractie in Holland. Het vervelende is dat je er weinig aan kunt doen, het is een self-limiting disease, een ziekte in dit geval veroorzaakt door een virusinfectie die vanzelf moet overgaan. Morgen zal ik proberen in een apotheek wat chloorhexidine-oplossing te vinden, dat iets kan helpen.
Aan de zonkant van de kuip rollen we het paneel op en laten ons in de luwte van de kuiptent heerlijk verwarmen, lekker lezend in de De Volkskrant met bijlagen die Jaap & Diana gisteren uit Holland voor ons meebrachten. Onze vrienden Bert & Mieke van de Torum zijn nu op de tiende dag van hun Atlantische oversteek. Op PassageWeather zie ik dat de noordoostpassaat hen nog steeds bestendig voortdrijft met ruime wind NO 3 - 5 Bf en dat ook de komende week blijft doen. Ik schat dat ze nu om en nabij de helft erop hebben zitten.
Zojuist zie ik toch een bericht, gedateerd 21-02-2009, op het weblog van Torum. Het is een e-mail via de Iridiumtelefoon van Bert, dat door het thuisfront op hun website is gezet. Je ziet daar ook hun positie. Ze zijn toch wat verder dan ik dacht en hebben niet altijd even lekker weer. Buien en veelal pal voor de wind met risico van klapgijpen. Dan ga je al gauw wat ruimer "voor de wind kruisen" Gisteren nog 872 mijl te gaan, vandaag waarschijnlijk nog 730 mijl. Als de wind niet inzakt zijn ze over 5 à 6 dagen in Barbados. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (134)
Maandag 23-02-2009
De foto hiernaast herinner ik me maar al te goed. Ik kwam het verhaal ervan weer tegen in Michael A.G Michauds´ "Contact with Alien Civilzations" (Copernicus Books, 2007), de dikke monografie over het mogelijke bestaan van buitenaardse beschavingen, die ik momenteel met veel plezier lees. In 1972 fotografeerde de Mariner 9 op de planeet Mars structuren, die op piramides leken. Toen op 25 juli 1976 deze foto van de Viking 1 door JPL/NASA werd gepubliceerd werd, gebeurde er nog niet zoveel. De foto was genomen van de Marsregio met de naam Cydonia waarop duidelijk een mensachtig gezicht te zien was, dat naar boven staarde. Het was pas toen een freelance wetenschapsauteur, Richard Hoagland, de foto in 1981 herontdekte en hem met veel bombarie in de publiciteit bracht als bewijs dat er ooit intelligent leven op Mars is geweest, dat er over de hele wereld grote opwinding ontstond. De hype kwam pas een beetje tot bedaren toen in 1998 de Mars Global Surveyor de regio opnieuw fotografeerde. Op die foto´s was slechts sprake van een gebied met tafelbergen, waarbij één ervan een samenstel van rotsen, pieken en richels vertoonde die door een toevallige combinatie van invalllend zonlicht en de camerahoek op een menselijk gezicht leek. Het was overig de eerste keer in de geschiedenis dat de NASA een ruimtemissie naar mogelijke aanwijzingen voor een buitenaardse beschaving liet zoeken. Toch zijn er nog altijd groepen die verder zoeken naar artefacten van intelligent leven op Mars, zoals bijvoorbeeld in deze abstract uit 2000 van Tom van Flandern op MetaResearch: "Proof that the Cydonia Face on Mars is artificial" of op de webpagina The Face on Mars Revisited, waar de discussie recent nog gaande was (laatste update: september 2006) en waar we ook Richard Hoagland weer tegenkomen. Hoagland is een man die sensationele verhalen niet schuwt, zoals je kunt zien op zijn website The Enterprise Mission. "If aliens ever did build a face on Mars, it would be more likely to look like them than like us", stelt Michael Michaud nuchter vast (p. 140)
Het is een heerlijk zonnige maandagochtend. Spring is in the air! Het zeilende volkje op de steigers blaakt van activiteit en verlangen om verder te varen. Hier en daar worden zeilen op proef gehesen of uitgerold en velen zijn aan het timmeren, zagen of anderszins aan het klussen. Dat werkt zeer aanstekelijk en ook ik loop een aantal dingen na en draai hier en daar een schroef of moertje aan. Peter Lehr van Seawind (die in Barcelona ligt) mailt het advies om onze landvasten te besprenkelen met (niet geconcentreerde) wasverzachter tegen het storende kraken en kermen. Anderen suggereren vaatwasmiddel. Dat hebben we aan boord en ik behandel de lijnen ermee. Verdraaid, het lijkt wel te helpen! Ik doe boodschappen bij de Gala supermarkt en loop langs bij Steve, de zeilmaker (InsideOut) voor instemming met zijn offerte om zonneschermen voor onze kajuitramen te maken en voor het afspreken van nog drie opdrachten: hoezen voor de luiken tegen het felle zomerzonlicht, ritsen in de buiskap zodat we het voorpaneel kunnen oprollen en de reparatie van de ritsen waarmee de zijpanelen van de kuiptent aan de buiskap vastmaakt. Voor Ans vind ik in een farmacy een chloorhexidine-gorgeldrank tegen de aften (gaat al weer wat beter) en voor Lord Byron nieuw grit en zangvoer. Peter Samba de timmerman komt langs met de nieuwe boekenplanken om nog eens extra te verifiëren of ze goed passen. Hij moet ze echter nog lakken, de installatie is pas vrijdag. Eind van de middag trekt de hemel weer dicht, voor vannacht wordt regen verwacht. Maar daarna ziet het weerbeeld er een stuk stabieler uit. Volgende week donderdag gaan we voor twee weken de wal op om het onderwaterschip e.d. aan te pakken. Daarna kunnen we eindelijk weg, zodra het weer het toelaat. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (135)
Dinsdag 24-02-2009
Het regent de hele nacht en het regent het grootste deel van de dag. We slapen nog in de voorhut, hoewel de met vaatwasmiddel besprenkelde landvasten hun gekerm hebben gestaakt. We houden liever even het bed in de captains cabin vrij, want Peter de timmerman zal vrijdag de nieuwe boekenhouders in de achterhut plaatsen en ja, een vreemde laat je niet zomaar over je beddegoed kruipen. Vanmorgen maakte ik de foto hiernaast door het patrijspoortje van de voorhut.
Pas na 2 uur vanmiddag begint het eindelijk droog te worden. Er staat een noordoostenwind Bf 5, die opnieuw die vervelende zeegang recht de haven in jaagt. De zeiljachten zwaaien met hun masten als dronkemannen heen en weer. We prijzen ons voor een keer gelukkig dat onze naaste buren motorjachten zijn, want bij deze zeegang is het goed mogelijk dat mast en tuig verstrikt raken in die van het zeiljacht naast je. Ook mogen we blij zijn dat het niet harder waait. Stormen uit het noordoosten zijn zeer berucht op Malta en gelukkig uiterst schaars. De havens liggen allemaal onbeschermd aan de noordoostkust en bij een echte NO-storm, de zogenaamde Gregale, is het hier eigenlijk niet uit te houden.
Het is dus typisch weer voor binnenaktiviteiten. Ans bakt een verrukkelijk Twents donker volkorenbrood in de broodbakmachine met het meel dat Diana voor haar meebracht uit Holland. En ik voltooi de ombouw van Logboek vooraf 2007, zodat je daar nu ook grotere foto's en betere links hebt. Het komt de leesbaarheid wel ten goede. Al werkende merk ik dat Maakum zijn nieuwe versie van het beheerprogramma heeft geinstalleerd. Daarmee kan je ondermeer de website breder maken, zoals ik al deed bij tomzijlstra.nl. Maar als ik het probeer op deze website, ziet de home-page er heel rommelig uit (de rest valt wel mee) Ik zal er dezer dagen nog mee experimenteren, dus mogelijk zie je af en toe wat rare dingen. Straks gaan we op de borrel bij Sandra & Chris Mennem van Deep Blue
Msida Marina, Malta (136)
Woensdag 25-02-2009
Gisteravond een gezellige borrel bij Sandra & Chris Mennem op hun mooie Jeanneau 47 Deep Blue uit 2001. Ze liggen momenteel op het M-pontoon, leven volledig aan boord en zijn net als wij in de zomer van 2007 vertrokken.
"We have taken the plunge, waved goodbye to corporate life and want to see where the wind blows us", schrijven ze op hun website. Er is dus veel uit te wisselen. Vanwege die website nemen we ze op in de galerij van ontmoetingen op onze home-page. Daar is nog wat meer te lezen over hen. Dit jaar willen ze de Adriatische Zee in en langs de kust van voormalig Joegoslavië helemaal naar Venetië zeilen. Daarna zakken ze weer af naar het zuiden om ergens te overwinteren.
Vandaag is alles precies andersom als gisteren. Het grootste deel van de dag is stralend zonnig, maar halverwege de middag gaat het regenen en dat doet het nog steeds. Het vervelende van al die regen is dat het nu weer wat is gaan lekken in mijn garderobekast. Maar de fraaie ochtend nodigt uit tot andere klussen. Ans geeft de kombuis en met name het gasstel een grote beurt. Het ziet er weer blinkend nieuw uit. Ik doe boodschappen en laat de beide motoren, de hoofdmotor van de boot en de dieselgenerator, ieder een kwartiertje draaien. Vermoeiend, nietwaar? Beide draaien als een zonnetje. Verder ben ik vooral bezig om de verbreding van onze website van 700 naar 900 pixels te verwerken. Ik vind het beslist een verbetering, vooral omdat de foto´s in de tekst beduidend groter zijn. Maar....je moet alle foto´s opnieuw uploaden. Dat is natuurlijk een enorme klus, ze houden je wel bezig bij Maakum Maar als ik nu elke dag een stuk of tien doe valt het wel mee. Ook heb ik niet alle foto´s bewaard. Maar dan laat ik gewoon de kleinere staan. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (137)
Donderdag 26-02-2009
Een nieuwe nacht van regen. Maar door een kier in het gordijntje van het dekluik wekt vanochtend een speels zonnestraaltje ons. We rekken ons uit, het is een stralende dag. Ans verklaart dat de ontsteking van haar mondslijmvlies grotendeels is genezen. We pakken weer van alles aan. Ans gaat de kuip schoonmaken en ik onderneem een lange wandeling van een uur naar de binnenstad van Valletta, naar Thomas Smith & Co in St Christopher Street om er de resterende zeekaarten te kopen. Het is de enige plaats waar ze die hebben. De zon schijnt in de straten, toeristen drentelen alweer rond. In de CD-winkel in Republic Street haal ik de nieuwe CD "Harps and Angels" van Randy Newman op, die ik besteld had. In Battery Street fotografeer ik maar weer eens het typische Maltese straatbeeld, de verweerde muren en de huizen met de karakteristieke houten erkers en de straten vol vuilnis en auto´s (foto hier) Binnenin de ruïne van het in WO II kapot gebombardeerde Operagebouw op Freedom Square staan achtergelaten poppen van het carnaval hun lot te overdenken (foto hier) Bij Thomas Smith wordt ik in hetzelfde kleine opkamertje als een paar maanden geleden geholpen door de diepvriendelijke meneer Richard, die gehurkt de zeekaarten van exotische bestemmingen als de Krim, Georgië en Israël uit de kasten bij elkaar zoekt (foto hier) Hij zegt dat het nog nooit zo koud was op Malta. Curieus, want ik heb niet eens een trui, jas of fleece-jack aan, zo lekker is het in de zon.
Op de terugweg neem ik een andere route, die me bij een afgelegen plek onder de stadswallen brengt waar ik allang eens wilde kijken. Daar is een besloten tuin, wat apart gelegen van het drukke verkeer dat op Independence Street Voorbijjaagt, waar een merkwaardig beeld van een priester staat. Het is een lange slanke man, gekleed in een eenvoudige habijt, in een peinzend verstilde houding. Hij draagt een simpele kap op zijn hoofd. Sinaasappelbomen staan om hem heen, achter hem staan donkerblauwe sparren. De tuin is keurig aangeharkt. Vanaf het hek leidt een tegelpad naar het beeld, maar het hek is op slot. Wie is deze man? Nergens is ook maar enige tekst of inscriptie te zien, niet op het hek en ook niet aan de voet van het beeld. Dat is vreemd. De Maltezers zijn verzot op standbeelden, er staan er tienduizenden op het eiland. Sommige zijn van pausen en uiteraard vaak van Maria en andere heiligen, maar veruit de meeste zijn van hoogwaardigheidsbekleders in overheid of kerk. Allen uitgebreid vermeld met naam en toenaam en datums. Maar hier vind ik niks. Ik kan alleen maar volstaan met het maken van wat foto´s (zie hierboven en 2 hier) Later, na weer een uur lopen, probeer ik op Internet iets over hem te vinden. Zonder resultaat. Onderweg krijg ik trouwens telefoon van een opgewonden meneer Richard. De creditcard-transactie is misgegaan, zegt hij. Ik beloof om morgen nog even langs te komen. Kan ik gelijk vragen hoe hij aan mijn mobiel nummer kwam. Maar dat hoeft niet, terwijl ik uren later aan het eind van de middag dit verslag typ staat er iemand op de steiger te roepen. Het is warempel meneer Richard. Ik wou even zeker weten of het wel in orde kwam, zegt hij verontschuldigend, want anders draai ik er zelf voor op. En wat hebt u een mooie website. O, gewoon uw naam gegoogeld. Tja, zeg ik, nou ja, ik was morgen heus wel gekomen hoor. Ja, dat dacht hij ook wel, maar toch... Snap ik wel. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (138)
Vrijdag27-02-2009
Gisteravond lang en vrolijk bezoek van Sandra & Chris van Deep Blue. Vandaag als gisteren: zon in de ochtend, bewolkt en betrokken in de middag en avond. Om half elf lopen we weer door de oude straatjes van Valletta (foto hier) We zijn op weg naar meneer Richard in zijn raamloze opkamertje bij Thomas Smith & Co, om de zeekaarten van gisteren af te rekenen. Dit keer à contant. Ik koop er nog drie, waaronder toch maar een van de Russische Zwarte Zeekust, je weet maar nooit waar we verzeild raken. Bij een farmacy wil ik voor Ans een kuurtje tegen blaasontsteking kopen. Maar dat mag alleen op recept, zegt het meisje dat ons helpt. Als ik antwoord dat ik zelf dokter ben, gelooft ze me zowaar. We drinken koffie op een terras op Independence Square en koesteren ons in de zon.
´s Middags komt Peter Samba de timmerman in onze achterhut de beide boekenhouders installeren (foto hiernaast) Wat is die man toch onhandig, zeker voor een timmerman! Hij zet de zaak vast met stalen staafjes in de achterwand en met lijm. Weinig degelijk in mijn ogen; als het door een forse zeegang schuift dan schuift het horizontaal en niet vertikaal. `s Avonds zit het inderdaad op één plek alweer los. Ik verzin er dezer dagen zelf wel iets op. Maar het ziet er ondanks dat toch wel fraai uit (foto hier) De kleppen naar de bergruimtes naast ons bed kunnen nog gewoon open. Niet dat er weer nieuwe boeken bij kunnen komen, nee, maar de reeds aanwezige boeken hebben nu een mooie plek en slingeren niet meer aan mijn kant naast ons bed. Later op de middag komt Steve de zeilmaker de resterende klussen opnemen: afdekhoezen voor de luiken, reparatie van de kapotte ritsen van de kuiptent en twee ritsen in de buiskap, zodat we het voorste paneel kunnen oprollen. Miranda van Famous Goose brengt allemaal kranten en tijdschriften. Die circuleren door het vaderlandse zeilersgemeenschapje. Tot slot check ik de werking van onze kleine (reserve) Garmin GPS 48. In orde. Ik zoek vruchteloos verder op Internet naar de identiteit van de onbekende priester in de besloten tuin bij de stadswallen van Vallettta. Omdat hij zo eenvoudig, zonder enig ornaat is afgebeeld, kan het misschien een beeld van Franciscus van Assisi zijn, denk ik. Ook dat levert helaas niets op. Buiten is het inmiddels donker geworden, de wolken zijn weggetrokken en we zien een fraaie conjunctie van een helder twinkelende Venus met een liggende maanschilfer eronder. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (139)
Zaterdag 28-02-2009
De website is een tijd niet bereikbaar geweest. Misschien hebben sommige lezers dat gemerkt. Mijn webhoster Maakum was vanaf gisteravond 22.00 uur bezig met de verhuizing naar een nieuwe lokatie, met nieuwe servers. Die migratie kostte meer tijd dan gedacht. Vanaf een uur of vier vanmiddag zijn we weer in de lucht.
Vandaag is het voorjaar. Behalve boodschappen halen doen we dan ook niks anders dan lekker in de zon zitten en lezen (zie hiernaast) Bijzonder aangenaam maar er is niks over te vertellen. Dat is eigenlijk altijd zo als je je gelukkig voelt. Natuurlijk heb ik op PassageWeather naar de waarschijnlijke situatie van Torum gekeken. Aanvankelijk dacht ik dat Bert & Mieke de komende dagen zouden kunnen arriveren. Maar de noordoostpassaat neemt duidelijk af, hoe dichter ze bij Barbados komen. Dus met enige vertraging moeten we rekening houden. Verder vervang ik een uurtje lang foto´s in de Logboeken door grotere, een mogelijkheid die de nieuwe versie 7.3 van Maakum biedt. Vanavond betrekt de lucht een beetje. We gaan met Jaap & Diana in Valletta eten. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (140)
Zondag 01-03-2009
Met Jaap & Diana lopen we gisteravond door de oude straten van Valletta, op zoek naar een aardig restaurant. We vinden tenslotte in Republic Street het Italiaanse Restaurant Bocconcì, onderdeel van een Italiaanse franchise-keten die zich specialiseert in (wat ze noemen) Slow Food Catering. Het is gehuisvest in een deel van het Casa Rocca Piccola, het fraaie paleisje dat we maanden geleden bezochten. Een deel van de vloer van het restaurant is van dik glas, waardoor je onder je stoel in de oude keldergewelven van het paleis kunt kijken. Daar waren vroeger de grote cisternen, de opvangbekkens voor regenwater. In WO II schuilden er honderden mensen tijdens de maandenlange bombardementen door de Duitsers en Italianen. Enfin, over de voorgerechten zijn we enthousiast: verschillende hapjes van ansjovis, pesto en krab. Vis vind je er verder niet op de kaart, wel vitello en fileto, matig van kwaliteit.
Science meldt deze week de vondst van 1,5 miljoen jaar oude, versteende voetafdrukken van Homo Erectus, een directe voorouder van de moderne mens. De vondst werd gedaan bij het Turkana meer in het noorden van Kenia, waar al zoveel fossielen van onze voorouders werden gevonden, dat je het de bakermat van de menselijke soort kunt noemen. Van daaruit heeft de mens zich over de wereld verspreid. Onze voorouders gingen zich ongeveer 6 miljoen jaar gelden geleidelijk steeds meer rechtop bewegen, mogelijk in een schuifelende gang zoals je dat bij de huidige chimpansees ziet. Maar wanneer de rechtopgaande gang van de huidige mens ontstond, was niet duidelijk. De nieuwe voetsporen bewijzen in elk geval dat de soort Homo Erectus, die 1,9 miljoen jaar geleden ontstond, 1,5 miljoen jaar terug al rechtop liep hoewel de rest van zijn bouw (schouders, bekken) nog primitief was. Vanaf die tijd vegrootte hij zijn leefgebied "and began competing with carnivores for carcasses on the savanna" (aldus het persbericht)
Ik vermeld deze vondst omdat Trouw deze week een onderzoek publiceerde (van marktonderzoeksbureau Synovate) waaruit blijkt dat nog 1 op de 5 Nederlanders gelooft dat God hemel en aarde in zes dagen geschapen heeft. Maurice de Hond deed onlangs een peiling waaruit hetzelfde bleek. Deze week verspreiden rechtzinnige christenen miljoenen brochures huis-aan-huis in Nederland tegen de evolutietheorie (die allang geen theorie meer is, maar bewezen en aanvaarde wetenschap) Het Comité van Aanbeveling bestaat uit 43 mensen, meestal dominees. Tenslotte meldt dezelfde Maurice de Hond vandaag dat een andere peiling uitwijst dat de PVV van Geert Wilders de grootste partij van Nederland zou worden als er nu verkiezingen zouden zijn. Op de site van Elsevier ziet Wilders zichzelf al als de volgende minister-president. Het lijkt alles bijeen wel of ons land in het kielzog van kredietcrisis en recessie de weg terug naar de chaos en het bijgeloof van de Middeleeuwen opgaat, alsof de geschiedenis van Verlichting, demokratie en tolerantie in één keer omgekeerd wordt afgelegd. Dat is helemaal niet ondenkbaar! Stel dat de recessie zich snel verder verdiept en massale werkeloosheid teweegbrengt, stel dat de regering valt wegens onoverbrugnare tegenstellingen over maatregelen, stel dat er dan inderdaad verkiezingen volgen met een massale winst voor de PVV? Ik wil geen paniek zaaien, maar hoe snel kunnen de verhoudingen veranderen, je moet er toch niet aan denken.
Het is vandaag betrokken. Niets te melden, we zijn niet eens van boord geweest. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (141)
Maandag 02-03-2009
Alweer een lentedag: in de middag zelfs 25° Celsius. Kortebroekenweer! Ik fiets naar Manoel Island om op Manoel Island Yacht Yard de situatie eens op te nemen. Aanstaande donderdag gaan we daar om 12.30 uur de wal op. De botenlift is niet al te groot, zie ik (foto hierboven) Als je er vooruit in gaat, moet je zeker je voorstag losmaken. Achteruit kan ook als je je achterverstaging losser zet. Dat heeft mijn voorkeur, ik kan het achterstag via de spruit met een lierhendel gemakkelijk een heel eind ontspannen. De mast blijft rechtop staan omdat het zijwant door de gepijlde zalingen een stuk naar achter staat en de mast steunt. We moeten er alleen op letten dat de windgenerator niet in de knel komt. Nanning van Famous Goose gaat mee om te helpen.
Daarna haal ik voor een euro wat simpele meubelhoekjes en schroeven en schroef de beide Samba-boekenhouders zeevast aan de achterwand. Zo eenvoudig is dat. Verder is het afwachten hoe het weer zich houdt. De komende dagen is er helaas meer kans op regen en wind. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (142)
Dinsdag 03-03-2009
Vanochtend zie ik dat Bert & Mieke Mansholt met hun Torum al op 27-02-2009 in Barbados zijn aangekomen. Dat is een vlotte oversteek! De afstand vanaf Mindelo op de Kaapverden bedroeg 2004 mijl, ze deden er 16 dagen over met een moyenne van 5,2 knopen per uur. Ze zeilden vanwege de ruim inkomende noordoostpassaat vrijwel geheel op de genua, zonder grootzeil. Maar ach, je kunt het allemaal zelf nalezen op hun website. In elk posten we er een welgemeende felicitatie.
In de loop van vanmiddag begint hoge sluierbewolking over te trekken. Vaak een voorbode voor een weeromslag. Na de boodschappen lopen we langs Steve, de zeilmaker, met het verzoek niet te wachten tot donderdagochtend om de buiskap en de kuiptent op halen. Beter vanmiddag of morgenochtend, als het nog droog is. Mijn voornemen om a.s. donderdag met loshangend achterstag achteruit onder de botenlift te varen, heb ik veranderd. Het zat me niet lekker. Het windmolentje staat er toch veel te kwestbaar en het laat zich niet gemakkelijk verwijderen. Dus zullen we vooruit onder de lift varen, en het voorstag losmaken. Ik zal de mast vastzetten met twee vallen. Omdat het nu droog is halen Ans en ik vanmorgen alvast de genua van het voorstag af en dumpen hem door het luik in de voorhut.
GozoWeather voorspelt ondertussen vier dagen aaneen regen en harde wind uit westelijke richtingen. Ook mijn weerkaartjes tonen dat. Maar we hebben twee weken de tijd voor alle klussen aan het onderwaterschip. In die tijd zal het ook nog wel eens droog weer zijn. Vanavond komen Nanning & Miranda van Famous Goose op de borrel. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (143)
Woensdag 04-03-2009
We hebben gisteravond een lange gezellige avond met Nanning & Miranda van Famous Goose (foto hier) Het weer is vandaag heel anders dan gisteren. Het is maar een graad of 16 en bewolkt, maar wel droog. Om 11 uur komt zeilmaker Steve de kuiptent en de buiskap halen. Na de middag checkt Nanning de uitlijning van onze motor. Sluiten de flensen van de schroefaskoppeling wel exact op elkaar? Herinner je dat we afgelopen zomer opeen met een losgeraakte schroefaskoppeling zaten. Dat kon ik weliswaar snel zelf verhelpen, maar hoe ontstaat zoiets? Het kan gebeuren als de motor niet precies uitgelijnd is. Maar gelukkig, Nanning stelt vast dat er niets mis is en dat de flensen goed op elkaar sluiten (foto hier) Op de steiger sta ik naar onze Dulce te kijken. Nu de kuiptent en de buiskap eraf zijn lijkt ze minder op een caravan en meer op een zeiljacht (zie foto hierboven en een andere hier) Ik popel om het onderwaterschip aan te pakken.
Op het havenkantoor is (na veertien dagen!) het boek van Ella Vogelaar en haar partner Onno Bosma aangekomen dat ik via Bol.com bestelde: "Twintig maanden knettergek. Dagboek van een ministerschap" (Balans, 2009) Ik herinner me haar nog uit mijn Utrechtse tijd en de linkse studentenbeweging van toen. Ik begin het meteen te lezen. Na drieën trekt de wind aan tot Zuid Bf 6 - 7. De wind schudt ons aardig heen en weer. Verwaaide regen vlaagt tegen de ruiten. Hopelijk is het morgen iets rustiger. Om half één varen we om Manoel Island heen naar Sliema Creek om bij de boatyard uit het water te worden getild. We hebben de lange lijnen al weggehaald en gewassen in de wasmachine. Terug naar boven
The New Strand Pebbles, Sliema, Malta (1)
Donderdag 05-03-2009
Gisteravond trekt de wind nog meer aan tot Bf 8, met vlagen van 9. We zien regelmatig ruim 40 knopen op de windmeter. De boot wordt af en toe ruw opzij gedrukt en helt dan sterk. Het schip beweegt meer nu de lange lijnen weg zijn. We lezen de hele lange avond, af en toe kijk ik even buiten. Wolken jagen over maar er valt geen regen. Tegen middernacht wordt het rustiger. Vanmorgen vroeg lijkt het mee te vallen maar niet lang. De zuidwestenwind trekt na negen uur weer fors aan naar Bf 6 - 7 en staat precies opzij, aan bakboord. Het vervelende daaraan is dat hij de neus bij het wegvaren, als je nog geen snelheid hebt, meteen opzij duwt tegen de buren met het grote risico dat je in zijn mooringlijn terecht komt. De weerprognoses tonen dat de wind vanochtend nog meer aantrekt. Ze laten ook zien dat er morgen zelfs Bf 9 - 10 verwacht wordt, met name in de middag en avond. In dubio staar ik wat om me heen als Jaap over de steiger aan komt fietsen. Hij moet om half twee eruit (wij om half één) maar heeft er ook al een hard hoofd in. We besluiten naar Manoel Island te fietsen om eens op de werf poolshoogte te nemen. Daar is iets meer luwte maar toch breken ook daar forse windstoten door. De boten staan niet op bokken, zoals bij ons, maar allemaal geschoord met balken. Als het een keer echt hard stormt, Bf 10 -11, dan vertrouw ik het niet erg. Die waaien gewoon om. Op het kantoortje spreken we manager Andrew. Hij heeft al drie boten gecanceld en adviseert dat ook aan ons. Het liften zelf is geen probleem, zegt hij, maar we lopen inderdaad in de haven bij het uitvaren kans op schade. Hij denkt dat we a.s. maandag er wel tussen kunnen. Prima, beslissen we, laten we het ons niet moeilijker maken dan nodig is. Ook Mermaid besluit een uur later om op maandag te wachten. Terug op de steiger zet ik de lange lijn aan bakboord, de loefkant, weer terug. Het scheelt merkbaar.
Om een uur of drie verkassen we met de crews van Kiara en Mermaid en met Lord Byron naar onze appartementjes in het flatgebouw The New Strand Pebbles aan de boulevard van Sliema. Op de begane grond is een bar/restaurant, achter de bar is een liftje naar de verdiepingen. De anderen zitten op de zesde verdieping en wij op de vijfde. Weliswaar aan de achterkant, maar de verhuurster zegt dat als er iemand weggaat we naar de voorkant kunnen verhuizen met uitzicht op Sliema Creek en de werf. Het kan ons niet zo heel veel schelen. De wind lijkt ondertussen aardig afgenomen, maar dat is misschien schijn. Sliema ligt immers nu in de luwte. Mogelijk hadden we achteraf gezien toch wel kunnen liften, maar het is nu eenmaal zo. We doen boodschappen in een grote supermarkt vlakbij en richten ons in. Mijn vouwfietsje neem ik ook mee naar boven (foto hier) Die kan je hier beter niet buiten laten ´s nachts, ook al staat hij op slot. Het is kil in het flatje maar gelukkig is er een elektrische radiatorkachel. Achter ons wordt nog een flatgebouw gebouwd. Een Afrikaans hulpje, zonder twijfel een migrant, struikelt en valt met veel geraas op een stuk betonvlechtwerk. De voorman geeft hem een draai om de oren. Zo liggen de verhoudingen hier dus. His Lordship heeft moeite met zich te acclimatiseren. Het is hier tamelijk donker, hij piept onwennig, rommelt wat in zijn etensbakjes en heeft nog niet gezongen. We schenken ons een glas wijn in. Voor het eerst in ruim anderhalf jaar wonen we weer op de vaste wal, ook al is het maar voor veertien dagen.
Op de website van het doktersweekblad Medisch Contact zie ik dat de ridderlijke Ingezonden Brief inzake de affaire JS/MST van mijn voormalige collega Joep van den Blink is gepubliceerd in het nummer van deze week. Je kunt hem hier online lezen. Ik heb hem voor het nageslacht ook hier geplaatst in de rubriek Beschouwingen. Terug naar boven
The New Strand Pebbles, Sliema, Malta (2)
Vrijdag 06-03-2009
We slapen prima in ons appartementje. Tot om drie uur een paar harde onweersklappen ons wekken. Ze gaan gepaard met buien en harde rukwinden. Daarna wordt het weer rustig. Vanochtend blijken er wat mankementen zoals een kapotte waterkoker, een koelkast die niet werkt en een kraan die niet wil sluiten. De verhuurster laat het meteen in orde maken. Lord Byron begint er zelfs bij te zingen.
Gisteravond en vandaag lees ik "Twintig maanden knettergek" , het relaas van Ella Vogelaar en haar partner Onno Bosma uit. Het is een onthutsend verhaal en laat goed zien hoe - inderdaad - knettergek de wereld van het hedendaagse politieke bedrijf is. Het is het echec van een minister die een jaar moest vechten om een budget met onwillige woningbouwcorporaties aan de ene kant en haar partijleider, tevens minister van financiën aan de andere kant In het coalitieakkoord was daar niet in voorzien. Toen ze dat geld eindelijk had en haar inzet in de 40 Vogelaarwijken resultaten leek te gaan afwerpen, moest ze verdwijnen wegens een ongelukkige omgang met de pers. De Haagse wereld is een rare wereld waarin de prestatie minder telt dan de presentatie. Niet wat je bereikt maar hoe je overkomt. En dan ook die maffe discussie met o.a. Wouter Bos over de toonzetting in het integratiedebat, alsof dat er meer toe doet dan de inhoud van het beleid. Natuurlijk had ze - achteraf gezien - er nooit aan moeten beginnen maar ik vind het erg dapper dat ze het geprobeerd heeft. Want langs de kant blijven staan en het beter weten, is gemakkelijker. Curieus is de opstelling van Wouter Bos, die haar zonder dat ze het wist (of drong het niet tot haar door?) maandenlang liet ploeteren en bungelen. Natuurlijk moet je je realiseren dat we in haar boek de visie van Vogelaar horen. Die kan eenzijdig zijn. Het is daarom jammer dat Bos er niet op wou reageren met een even doortrapt als natrappend argument: "Dat kan onnodig beschadigend werken" (website Elsevier 19-11-2008)
Vogelaar citeert met instemming een artikel van Henk Hofland in De Groene (juni 2008), waarin hij zich somber afvraagt of de politieke instabiliteit van de Weimar-republiek te vergelijken valt met de huidige in Nederland en of onze democratie wel bestand zou zijn tegen de instabiliteit van een economische crisis. Die crisis is een halfjaar later een feit. De werkeloosheid loopt snel op. De politieke polarisatie groeit. Het debat is vervangen door one-liners, scheldpartijen en hate-mail. De xenofobie en de haat tegen buitenlanders, of het nu Polen, Turken, Marokkanen of anderen zijn, nemen toe. De PVV van Geert Wilders is in sommige peilingen al de grootste partij van Nederland. De woorden van Hofland van afgelopen zomer klinken haast profetisch: "Het politieke midden is aan het verdwijnen" De onvrede kristalliseert zich aan beide einden van het politieke spectrum. We moeten vurig hopen dat - ondanks alles - het kabinet nu niet valt en dat de wereldeconomie op korte termijn weer aantrekt, want anders kunnen we nog rare tijden beleven.
Na de middag lopen we terug naar de boot. We blijven er vannacht slapen, want GozoWeather voorspelt voor vanavond en vannacht opnieuw een westerstorm met windkracht 9 tot 10. Ook de kaartjes van PassageWeather laten dat zien (zie plaatje hierboven) Dan zijn we toch liever aan boord. Om vier uur waait het Bf 6. Regenbuien striemen het dek, soms gepaard met hagel. Manager Andrew van de werf op Manoel Island belt dat we morgenochtend om half elf, als de storm voorbijgetrokken is, het water uit kunnen. We wachten het maar eens af. Terug naar boven
The New Strand Pebbles, Sliema, Malta (3)
Zaterdag 07-03-2009
Er vallen vannacht nog flinke buien met hagel en harde windstoten, maar tegen de ochtend lijkt het kalmer. De storm is wel meegevallen. Hij trok uiteindelijk grotendeels zuidelijk van Malta voorbij. We staan vroeg op om de boot klaar te maken. Er zijn nog geregeld windstoten. Nanning komt om half tien. Om tien uur treffen we een rustige periode en varen gemakkelijk weg. Het voelt geweldig om weer aan het stuurwiel te staan en te varen. Uit Lazaretto Creek blaast de westenwind hard over het open water, dan komen we in de luwte van Manoel Island en varen ruim om de rotsen op de hoek heen Sliema Creek binnen. De wind komt nu van voren en trekt ook hier af en toe flink aan. Voorzichtig varen we tussen alle geankerde schepen door naar de werf. Vóór ons gaat de Pegasus van Fred & Gerda Bol uit het water. Met behoorlijk wat moeite krijgen Nanning en ik ondertussen het voorstag los, niet alleen het achterstag moet veel losser gezet maar ook de zijwanten. Pas dan is er genoeg ruimte om de bout van het voorstag er met een hamer en een baco uit te wringen. Tevoren vangen we de mast op met twee strakke vallen op de voorste klampen. We krijgen bij de lift te horen dat we moeten wachten, het programma is uitgelopen. Om 12 uur zijn wij aan de beurt. In de inham onder de botenlift staat een verdraaid gemene, zuigende surge die het schip hard heen en weer rukt. Ziedaar het genot van drijvende steigers. De mannen van de werf leggen de hijsbanden netjes om de romp op de plek van de merktekentjes, alleen dan ben je zeker dat je kwetsbare punten vermijdt zoals de schroefas of het logwieltje. En daar gaat ze! Al gauw is het heen en weer stoten door de swell over. Druipend hangt Dulce in de lift (foto´s hierboven en hier) Meteen wordt ook duidelijk dat het absoluut noodzakelijk was om het voorstag weg te halen, ze steekt redelijk ver uit met de boeg onder de dwarsbalk van de lift. Voorzichtig rijden de mannen de hele zaak naar een plek in de luwte van een loods en laten haar zakken. Bokken zoals bij ons heeft men hier niet, de romp wordt geschraagd met rijen balken, met wiggen op de grond en tussen balk en schip, blokken onder de kiel en een steun onder het achterschip. De inspectie kan beginnen: de aangroei valt erg mee. Nergens blaasjes of andere tekenen van osmose. Het hele onderwaterschip zit nog aardig in de antifouling, zodanig dat we na wat licht schuren er komende week gewoon twee nieuwe lagen overheen op kunnen aanbrengen. De schroef is gemakkelijk schoon te krabben (foto hier) De anodes zijn flink aangevreten maar toch minder dan verwacht. De anodes op de boegschroeven zijn nog voldoende intact, ze hoeven niet te worden vervangen. Wel is er aan stuurboord een van de beugels voor de boegschroeftunnel los geraakt, maar hij hangt er nog aan. Al met al valt het reuze mee. We schuilen voor een forse regenbui met veel wind.
Ondertussen is Kiara ook uit het water gehesen en wordt voor ons geplaatst. Ook bij hen valt het allemaal erg mee. We krijgen een stroomaansluiting en gaan in de omgeving op zoek naar ladders. Het is wel steeds harder gaan waaien, zodanig hard dat de crew van Mermaid - die na Kiara zou komen - verkoos om in de haven te blijven en pas na het weekend te wal op te gaan. Een man van de werf spuit het onderwaterschip zo netjes en zorgvuldig schoon (foto hier) dat we hem dankbaar een fooitje geven. Het is dan al drie uur, Ans is al eerder naar het appartement vertrokken. Ik sluit de boot af en met een tevreden gevoel loop ik over de de boulevard naar ons flatje. Ik heb ontzettend zin om de komende week de boot lekker aan te pakken. Omstreeks 18 maart moet alles klaar zijn, dan gaan we weer het water in. En...dan kunnen we misschien al gauw weg als het weer het toelaat!
Uitstekend nieuws op Astronieuws: de exoplanetenjager Kepler van de NASA is vanmorgen om 4.50 uur Nederlandse tijd met succes gelanceerd. "NASA´s first mission capable of finding Earth-size planets" Klik hier voor details en hier voor achtergronden. Over twee maanden gaat de sateliet zijn jacht beginnen. Terug naar boven
The New Strand Pebbles, Sliema, Malta (4)
Zondag 08-03-2009
Weinig te melden. We slapen lekker uit. Na het middaguur lopen we naar de werf. Maltezers en toeristen kuieren op hun zondagse gemak langs de boulevard, de zon schijnt en de terrassen zitten vol. Het was niet de bedoeling vandaag al echt iets te doen. Ik rommel in de bakskisten en graaf de spanner van het kotterstag op. Daarmee bevestig het kotterstag op de boeg. Als we weer in het water liggen kan ik door het aandraaien van de spanner de spanning op het voorstag verder wegnemen, zodat het naar verwachting eenvoudig is terug te plaatsen. We drinken koffie in de kuip met Jaap en Fred & Gerda (foto hiernaast) Die zijn al druk in de weer met hun schepen. Enfin, het inspireert voldoende om zelf ook maar aan te pakken. Op de werf vind ik twee schragen en een plank voor een werkplatform. Ans maakt met een plamuurmes de bladen van de schroef schoon en ik maak het vrijboord aan stuurboordzijde helemaal schoon. Morgen de bakboordkant en dan begin ik met het vrijboord in de was te zetten. We piekeren wat over de vraag of we niet toch een eerst primer moeten aanbrengen, voordat we de nieuwe zelfslijpende antifouling op het onderwaterschip smeren. Volgens de tekst op de blikken hoeft dat niet, als de oude antifouling nog intact is. Dat is bij ons het geval. We laten het maar even bezinken. Om half vijf lopen we over de boulevard terug naar ons appartementengebouw (foto hier) Terug naar boven
The New Strand Pebbles, Sliema, Malta (5)
Maandag 09-03-2009
Met grote tevredenheid kijk ik op deze dag terug. Het begin is wat moeizaam. De mannen van de werf hadden zaterdag gezegd dat we ladders en steigers zelf maar moesten zoeken, dus gisteren hadden Fred Bol (van de Pegasus ) en ik allebei een stelling op het terrein gevonden en voor de zekerheid met een slot aan de boot vastgezet. Vanmorgen waren ze verdwenen, de sloten waren doorgeknipt. Ik doe mijn beklag op het werfkantoor, waar marketing manager Andrew vertelt dat die stellingen van andere bedrijven waren. O, dat had men ons niet verteld. Enfin, ik begin dan maar met de ladder aan de schoonmaak van het vrijboord, vermoeiend want je moet ieder keer ervan af, hem verzetten, enzovoorts. maar na anderhalf uur brengt de werfopzichter met een heftruck een mooie steigerstelling. Alle hulde voor de patiënt-, pardon, de klantvriendelijkheid van de werf! (Ik ben nog steeds niet helemaal los van mijn vroeger werk) Ans zet ondertussen de rubbers van de luiken in de vaseline (foto hier), maakt de voorraadbakken in de bilge allemaal schoon, doet boodschappen en koopt voor haarzelf een alleraardigst zomerjurkje. Dat komt nog wel op de foto als we in Griekenland zijn, want het is een beetje een Grieks modelletje (vind ik) Ik maak de bakboordzijde van de romp verder schoon en zet de beide vrijboorden in de was. Op die steiger gaat dat snel (foto hierboven en een andere hier), maar ik kan mijn armen aan het eind van de dag haast niet meer optillen. Desondanks doe ik het-in-de-was-zetten het liefst met de hand, dus niet met een machine. Ik kan niet helpen dat het wat dweperig klinkt, maar ik vind prettig om met je handen de huid van de boot te vertroetelen (net als bijvoorbeeld van de geliefde) Van mijn eigen boot wel te verstaan (en van mijn eigen geliefde), voordat iemand wiens boot nog schoon moet denkt me te kunnen inschakelen. Om drie uur komen Gerard & Josje aan en wordt hun Mermaid ook uit het water gehesen.
Thuis (op het flatje) laat ik prinsheerlijk mijn gemartelde spieren ontspannen in een warm ligbad, door de geliefde liefderijk voorzien van geurige bad-oliën. Jazeker! Dit flatje heeft een badkamertje met een heus ligbad.
Van de week maak ik me vrolijk om de uitspraken van een onwijze wetenschapper. Ene Arie Dijkstra, kersvers adjunct-hoogleraar sociale psychologie van gezondheid en ziekte in Groningen, zei vorige week in zijn intree-rede dat alle grote ontdekkingen in de wetenschap al zijn gedaan. Hij denkt dat het einde van de wetenschap in zicht is. Hoe weet hij dat? "Het aantal zinvolle beschouwingen is niet oneindig. Menselijke emoties bijvoorbeeld zijn uiteindelijk positief of negatief. Iets voelt goed of iets voelt slecht", zo citeert Elsevier hem. Eerlijk gezegd zou het mij niet verbazen indien het aantal zinvolle beschouwingen wél oneindig is, maar ik weet dat natuurlijk niet zeker. Niemand weet dat. Er zijn wel eerder profeten geweest - namen schieten me helaas niet te binnen - die verkondigden dat de wetenschap niet verder zal groeien. Dat was altijd ieder keer snel achterhaald. We ervaren eerder dat door onze groeiende kennis aan het licht komt dat we nog bijna niks weten. Weet Arie Dijkstra waarom wij bestaan? Wat de oorzaak van alles is? Weet Arie Dijkstra eigenlijk wel wie hijzelf is? En voelt dat goed? Of slecht? Of is het iedere dag misschien weer anders? Ik vrees dat hij een slechte dag had en ik kan me voorstellen dat zijn universiteit achteraf niet zo blij met deze adjunct-hoogleraar is. Terug naar boven
The New Strand Pebbles, Sliema, Malta (6)
Dinsdag 10-03-2009
Opnieuw flink opgeschoten. Het weer is lekker nu de westenwind eindelijk is gaan liggen en de hemel goeddeels zonder wolken is. We inspecteren onze MaxProp-schroef en de anodes (foto hier) Ans maakt de schroef en de schroefas schoon met een plamuurmes en een wondermiddel van Gerard en later met een kalkoplosmiddel voor koffiezetapparaten, waterkokers, e.d. (foto hier) Werkt ook prima. Daarna poetst ze preek- en hekstoel, de paal van de windgenerator, de lieren en bijna alle scepters blinkend schoon (foto hier) Ik haal de anode van de schroefas. Die moet vervangen worden. De resten zijn aan een stuk staaldraad nog bruikbaar als extra offeranode. De konische anode van de MaxProp-schroef haal ik er ook af, maar die kan waarschijnlijk toch nog wel een jaar mee. Althans dat zegt Piet Kok, een vraagbaak voor alles op het terrein van scheepsonderhoud. Piet is een Nederlander die hier al tientallen jaren woont en voor heel wat jachten zorgt. Hij is een oudere broer van Jan Kok van de J&B (= Jan & Baukjen), die net als wij vorige winter in Lagos overwinterde. Dat komt goed uit want Piet denkt dat deze specifieke anode hier niet op voorraad en is en speciaal besteld moet worden. Dan kan ik hem net zo goed de eerstvolgende keer uit Holland meenemen. Je kunt hem er ook onder water opschroeven, als het nodig is.
Daarna ga ik het onderwaterschip licht schuren met een vlakschuurmachine (foto hierboven) Die mochten we van Johan Huy van White Sails lenen. Je ziet, de landgenoten zijn elkander zeer ter wille. Vooral de vetrand langs de waterlijn schuur ik goed weg. Daar zitten ook de meeste kalkresten van de aangroei. Het is een smerige klus, ik heb dan ook een mondmasker voor, maar wel nodig voor een goede hechting van de (scrabblewoord) aangroeiwerende verf. Vervolgens plak ik met tape de verfrand af over de lengte van het schip. Een klus die me al gauw uit handen wordt genomen door Fred Bol van Pegasus, die zich ontpopt als virtuoos afplakker. Hij taped met vaste hand alles bijna in één keer. Bij eerdergenoemde Johan Huy kochten we onze zelfslijpende antifouling, Ameron ABC3. Die zou wel wel 60 maanden effectief zijn. We zijn benieuwd. De verf heeft een grijsblauwe kleur. Het eerste 2,5 liter blik smeer ik vooral langs de waterlijn. Als het morgen droog is kan ik er de tweede laag opzetten, de tape weer verwijderen als de verf droog is, en de rest van het onderwaterschip schilderen. Dan hebben we de allergrootste klussen achter de rug. Ondertussen zie ik er niet uit, zo smerig ben ik. Baard en snor zijn grijsblauw verkleurd als was ik een punker. Niet voor niets noemt Ans me altijd "Vlekkie" Terug in ons appartementje kunnen we geen pap meer zeggen.
Site-lezer J. Hartvelt stelt in het Gastenboek een goede vraag. Hebben we naar de kiel gekeken toen de boot in de kraan hing? Nee! Stom! Niet aan gedacht. Zo zie je hoe het kielleed van twee jaar geleden al uit onze gedachten is. Natuurlijk heb ik af en toe naar scheurtjes gezocht langs de spanten. Zag er allemaal prima uit. Enfin, gelukkig hebben we nog een herkansing voor de kraan ons weer in het water laat zakken. Dank voor de reminder! Terug naar boven
The New Strand Pebbles, Sliema, Malta (7)
Woensdag 11-03-2009
Opnieuw fiks voortgang geboekt. We zetten het onderwaterschip helemaal in de antifouling (foto hierboven) en brengen een tweede laag aan in de strook van een meter onder de waterlijn. De plakstrip kan eraf en het ziet er prima uit. De kleur ontpopt zich in het zonlicht als een soort luchtmacht-blauw, als je weet wat dat is. In totaal zit er nu zes liter opgesmeerd en we hebben nog een blik over voor de afwerking van de plaatsen waar nu de stutpalen staan, voor de boegschroeftunnel (moet eerst geschuurd en in de primer gezet) en zo nog wat zaken, zoals de bereikbare stukjes van de afsluitopeningen. Ans maakt verder de laatste scepters schoon en poetst het achterschip. Ik breng de schuurmachine onder dankzegging terug bij White Sails van Johan Huy. Ze hebben niet alleen alle gangbare types anodes, maar zelfs de konische anode voor de MaxPropschroef. Mooi, die hebben we dan al vast.
Om vier uur nokken we af. Op de boulevard doen we wat boodschappen. Omdat we tamelijk vroeg "thuis" zijn, doe ik nog een klusje op de website. De nieuwe versie van het Maakum websitepakket maakt niet alleen grotere foto´s in de pagina´s mogelijk, maar ook in de Fotoboeken. Ik vervang alle foto´s van het fotoboek over de kunstmanifestatie BRAIN/Internal Affairs van 1992 in mijn oude ziekenhuis door grotere formaten. Het is net of je weer rondloopt in die schitterende hersenspeeltuin van toen. Onvergetelijk! Ach, als ik ooit iets zou mogen overdoen, dan koos ik die episode uit mijn leven. Terug naar boven
The New Strand Pebbles, Sliema, Malta (8)
Donderdag 12-03-2009
Vanmorgen verslapen we ons. Om negen uur worden we wakker. Vermoeidheid. Verder verloopt de dag monotoon en voorspelbaar als de eerdere dagen. We lopen over The Strand naar de werf op Manoel Island. De bewaker bij de slagboom groet ons, in zijn wachthuisje plaatsen we onze pasjes in een bak. Dan weet men dat we aanwezig zijn. Vandaag zijn we de laatsten, op Mermaid, Kiara en Pegasus wordt al gewerkt. Ans gaat boodschappen doen en ik vang aan met de het servicen van de MaxPropschroef. Nou ja, servicen is een groot (en lelijk) woord. Op het schroeflichaam zitten twee gaatjes, afgesloten met inbusboutjes, waartussen het woord "GREASE" staat (foto hier) Daar moet je jaarlijks nieuw vet in pompen. Fons van Jachtwerf Numansdorp gaf me destijds daarvoor een mooi vetpompje mee. Ik vind het samen met het blikje, waarin het speciale vet voor de MaxPropschroef zit, in de doos met reservespullen in de bergruimte onder het bed in de voorste hut. Daar vind ik ook een nieuwe konische anode voor de schroef. Helemaal vergeten dat ik die had meegenomen. Ik had er gisteren dus niet eentje hoeven halen. Enfin, het smeren van de schroef deed ik nooit eerder maar het is niet ingewikkeld, nadat ik ontdekt had dat het pompje leeg was en ik had uitgevonden hoe je het moet vullen. Bij het pompen loopt er water uit de voorkant van het pomplichaam. Kennelijk verdrijft het vet dat water. Ik draai de schroef heen en weer en pomp door tot er geen water meer komt, in de veronderstelling dat alle binnenruimtes waar de raderen in draaien vol vet zitten. Dan schroef ik de inbusboutjes weer in de twee gaatjes. Klaar. De andere werkzaamheden van vandaag: de plaatsing van een nieuwe (extra) anode op de schroefas, het verder kaalmaken van en aanbrengen van een laag Primacon hechter op de schroef, de schroefas en het schroefasmes (dat doet Fred Bol die er wat van over heeft, uiteraard niet op de schroefasanode), het schoonmaken met een groot soort pijpenrager van de uitgangen van de afsluiters (waren niet erg vuil), het schuren en vervolgens met Primacon schilderen van de boegschroeftunnels (veel loslating van antifouling) en het verder afmaken van de tweede antifoulinglaag op het onderwaterschip (foto hierbij) Op mijn verzoek komen twee medewerkers van de werf de stutpalen verplaatsen bij Kiara en Dulce, zodat ik ook op die plekken de aangroeiwerende verf kan smeren. Ondertussen arriveert Ans en drinken we koffie. Daarna is de primer genoeg droog en schilder ik de Ameron ABC3 in de boegschroeftunnels en ook een stukje in de afsluiteropeningen. Tot slot maak ik de losse tralie voor stuurboord boegschroeftunnel vast met een schroefje, dat ik eerst in de Sikaflexkit zet (waar Jaap weer wat van over had) Ans poetst de spiegel en de achterplecht schoner dan ik ze in jaren zag.
Waarom vertel ik dit allemaal? Omdat ik weet dat het zeilers interesseert. De andere lezers moeten dat s.v.p. snappen. In dit soort dagen heb je de blik op oneindig en werk je als een paard door om alles zo snel mogelijk in orde te hebben. Gelukkig hoeft het maar één keer in de een à twee jaar. We zijn overigens vrijwel klaar. Morgen zet ik schroef, schroefas, schroefmes en scheg in een harde antifouling, waarvan Piet Kok nog wat over heeft. Dat doe ik voor het eerst. Tot dusver smeerde ik er nooit iets op, maar er was dit jaar heel veel aangroei op. Gevolg van het warme en veel zoutere water van de Middellandse Zee. We zullen zien hoe het werkt. Laat de tijd nu maar snel gaan. Afgezien van het ligbad hebben we eigenlijk wel genoeg van ons kille en saaie appartement. Vanavond is het doorspoelmechanisme van het toilet ook nog stuk, maar het lukt me het te repareren. We zijn moe en prikkelbaar en maken ruzie, leggen het gelukkig snel bij want het slaat natuurlijk nergens op. Ans haalt take away meals op de boulevard, want de twee elektrische kookplaten worden niet heet genoeg om erop te koken. Terug naar boven
The New Strand Pebbles, Sliema, Malta (9)
Vrijdag 13-03-2009
Vrijdag de 13e, alles gaat desondanks goed en waarom ook niet? Aan bijgeloof doen we niet. Het is een mooie lentedag. Veel hoeft er niet meer te gebeuren. Ans ruimt alles binnenboord op en maakt schoon, zodat we er halverwege week weer in kunnen trekken. Ik zet schroef, schroefas, scheg en mes in een zwarte, harde antifouling (Interspeed Ultra van International) uit een aangebroken blik van Piet Kok. Het resultaat zie je hierboven. Ook bekijk ik nog eens de aardplaat van onze SSB-radio. Daar zit nogal wat kalk op van de aangroei. Is dat erg? Geen idee, ik krab met een scherpe schroevendraaier met moeite een deel vrij. Piet Kok kijkt er wat meewarig naar. Je kunt er gewoon antifouling overheen smeren, is zijn commentaar. Ik heb altijd geleerd dat dat niet mag, maar volgens Piet isoleert antifouling helemaal niet tenzij er rubber in zit. Op zeeschepen werden de aardplaten altijd mee in de aangroeiwerende verf gezet. Tja, ik weet het niet. Zijn er lezers die hier verstand van hebben?
Om drie uur ben ik na wat rondlummelen echt klaar. Ik fiets naar het centrum van Sliema om een cadeautje voor de verjaardag van Ans, aanstaande maandag, te kopen en slaag wonderwel. Vind ik zelf, tenminste. Misschien krijgen jullie er maandag wel een foto van te zien. Om vijf uur zitten we in het zonnetje op het terras voor ons appartementengebouw met een biertje resp. een glas wijn.
Het VARA TV-programma De Leugen Regeert wil vanavond in de uitzending via de telefoon mijn verhaal horen over de media-opwinding rond de affaire JS/MST van januari jl. Niet over de zaak zelf, maar over het feit dat Pauw & Witteman me als eerste belde en me verzocht niet elders "op te treden" (behoudens voor RTV Oost, maar dat was een lokale zender, dat vonden ze niet erg) RTL Nieuws was daar toen erg boos over. Zij belden een aantal uren later vergeefs. Hoe is dat precies gegaan?, willen ze weten. En is die claim op exclusiviteit eigenlijk wel juist? Terug naar boven
The New Strand Pebbles, Sliema, Malta (10)
Zaterdag 14-03-2009
Mijn telefonisch "optreden" gisteravond in het TV-programma De Leugen Regeert stelde weinig voor. Weliswaar moest ik bijna een uur zwijgend aan de lijn blijven, maar toen ik van presentator Felix Meurders het woord kreeg was er weinig tijd en gelegenheid om iets genuanceerds te zeggen. De aanwezige hoofdredakteuren van actualiteitenrubrieken (Pauw & Witteman, Nova en RTL-nieuws) waren te zeer met elkaar in discussie. Ach, wat geeft het. Felix Meurders herinner ik me overigens nog als discjockey op de radio in de jaren ´60 en ´70. "The Man That Should Be Murdered" was de op barse toon uitgesproken, merkwaardige jingle die altijd prompt volgde als zijn naam werd genoemd.
Mooi weer bij het opstaan. Ik betrap Ans in een typische dameshouding (foto hier) Over de zonovergoten boulevard lopen we naar de werf. Veel is er niet meer te doen. Ans maakt binnen nog wat schoon en ik krab toch maar de hele aardplaat schoon. Het resultaat is redelijk (foto hier) In het Gastenboek reageren mijn workmate Fons en Ger Sleeuwits op het vraagstuk: wel of geen antifouling op de aardplaat? Fons zegt dat aangroeiwerende verf het water verdrijft tussen de ontelbare bolletjes en daardoor het contactoppervlak verkleint. Maar, zeg ik dan, als antifouling ook goed geleidend is dan is dat toch helemaal niet erg? De link die Ger opgeeft leidt naar een handleiding van de even eigenzinnige als deskundige Yugo Baya van Shiptron in Enkhuizen voor E-mail via SSB-radio. (Baya was een uitstekende docent op de Marcom A-cursus die mijn vriend Erik de Haan en ik in 2001 volgden) De handleiding geeft terzake echter geen uitsluitsel. Zoeken op Internet levert in elk geval op dat stalen schepen, die dus geen aardplaat nodig hebben, volledig in de antifouling gezet kunnen worden omdat deze radiogolven goed geleid. In elk geval laat ik de aardplaat kaal en dat is logisch. Met een variatie op het voorzorgsbeginsel: bij twijfel niet smeren. Maar met respekt voor Fons en Ger blijf ik toch doorzoeken.
Om twee uur kuieren we naar de flat. De boulevard is vol slenterende toeristen en Maltezers. Op zaterdag wordt hier nog gewerkt, maar de meeste mensen hebben ´s middags vrij. De vrije zaterdagmiddag! Ik herinner het me nog uit mijn schooltijd. Op de flat zetten we Lord Byron in zijn kooi buiten op de kist van de airconditioning, die onder het raam uit de muur steekt. Hij wordt enorm opgewonden, want hij hoort vanaf de huizen achter ons andere kanaries zingen en dat inspireert hem tot ongelooflijk virtuoze kanarie-aria´s (een woord om rustig uit te spreken) Zie foto hierboven. Na vieren wordt het snel kouder en plaatsen we His Lordship weer binnen. Straks gaan we met de bus naar de uitgaanswijk St Julians om er wat rond te kijken en een restaurantje te zoeken. Terug naar boven
The New Strand Pebbles, Sliema, Malta (11)
Zondag 15-03-2009
Gisteravond rijden we met de bus naar St Julians, het uitgaanscentrum van Malta. We wandelen in de frisse avondlucht langs Spinola Bay (foto hier) Onder de arcaden van een bruine kroeg in St Georges´s Street drinken we een glas wijn (zie foto hiernaast) Er is een mooi uitzicht op de baai. Het wemelt hier van bars, restaurants, disco´s en karaoketenten. Uiteraard zijn er veel jongelui en toeristen op straat. We hebben een tafel gereserveerd even verderop bij PePPino´s Restaurant & Wine Bar, een van de beste Italiaanse restaurants in Malta. Die reputatie is terecht, constateren we na een werkelijk voortreffelijke maaltijd met als voorgerechten baby-octopusjes in knoflooksaus en avocado met garnalen, gevolgd door een smakelijke, gegrillde rode snapper. Gelukkig staat die vis, vandaag vers gevangen, niet op de rode lijst van de IUCN (International Union for the Conservation of Nature and Natural Resources) Althans niet op de Nederlandse rode lijst van bedreigde vissen. Bij de baby-octopussen heb ik zo mijn gedachten. Het zou me niet verbazen als dit gerecht in zwang is geraakt omdat er steeds minder volwassen octopussen worden gevangen. Straks zijn er ook geen baby-octopusjes meer. Dat moet ik eens nakijken. Overigens is de octopus behalve mooi ook nog een tamelijk intelligente diersoort met voor zijn omvang relatief grote hersenen. In een SF-roman van Stephen Baxter worden ze getraind om ruimtemissies, die voor mensen te gevaarlijk zijn, uit te voeren in spaceships met ingebouwde acquaria - waardoor ze bijvoorbeeld beter bestand zijn tegen de enorm zware gravitatiekrachten bij lanceringen. Aan het tafeltje naast ons zitten een vrolijke Britse goochelaar en zijn Portugese vriend. Hij heet Martin Scott Price en je kunt hem inhuren "for Gala´s, Fête´s, Birthday Parties and for all occasions", zegt zijn visitekaartje. Hij leert ons een truc met drie glazen, waarmee we jullie nog eens versteld zullen laten staan! Terug in Sliema treffen we Jaap & Diana in de bar op de begane grond van ons appartementenhotel. Een laatste glas slaan we niet af.
Vanochtend schrik ik van een telefoontje van een oude kennis. Zijn vrouw is overleden, meldt hij. Zij was vroeger een medisch-specialiste in mijn Gorcumse ziekenhuis. Ze bezaten ook een zeiljacht, een Malö 37, en waren van plan ons achterna te komen, vertelt hij. Het raakt me nogal en het onderstreept die vermaledijde tijdelijkheid van ons leven en het tragische gevoelen, als uitgedrukt door de Engelse dichter Philip Larkin in die schrijnende regels die ik al eens eerder ergens op deze website aanhaalde:
"Life is a dream that we are lulled into,
but do leave from seperately"
Reden om nu echt eens op Internet naar dat gedicht te zoeken. Als snel vind ik het, ze staan in het indrukwekkende gedicht The Building, dat - o ironie - over een ziekenhuis gaat. De regels luiden toch iets anders dan ik ze onthield:
"And so, unreal
A touching dream to which we all are lulled
But wake from separately"
Eronder staat op die site een mooie vertaling van Jan Eijkelboom. Bij hem luiden dezelfde regels:
"En dus, onwerkelijk, een
mooie droom waar iedereen wordt ingewiegd
en elk apart uit wakker wordt"
(met het prachtige vervolg:)
"Verbeelding en noodzaak van onwetendheid gaan samen
om ´t leven aan te kunnen"
Het is een stralende lentedag maar we zijn niet in de stemming voor de zeilersbarbecue die vanmiddag op de golfbreker bij de jachthaven georganiseerd is. In plaats daarvan nemen we het veerpontje van Sliema naar Valletta en maken een wandeling onder de westelijke bastions (foto hier) Ergens moet een mooie botanische tuin zijn en die vinden we ook, maar hij is op zondagmiddag helaas dicht. Vreemd, alsof het publiek dan geen behoefte zou hebben zich er te verpozen. Maar we zien genoeg bloeiende planten en bomen, alles loopt uit en begint uitbundig te bloeien zoals deze mooie mimosa op een bastionmuur, alsof je van alle kanten voortdurend het Carpe Diem krijgt toegeroepen (foto hier) Langs de regeringsgebouwen en oude, verwaarloosde paleisjes klimmen we omhoog naar het stadsdeel Floriana en vinden daar de kerk van St Publius. Terzijde staat zijn beeld, hij lijkt sprekend op Sinterklaas (foto hier) Ik denk niet dat hij er ooit zó uitgezien kan hebben. Publius was de Romeinse gouverneur van Malta in AD 60, toen de apostel hier in een zware storm schipbreuk leed en aan wal spoelde. Vermoedelijk was de oorzaak een gregale, de snoeiharde en gevreesde noordooster die wij gelukkig niet hebben meegemaakt. Publius bekeerde zich tot het christendom en werd de eerste bischop van Malta. We wandelen verder en eten bij een kiosk lekker chickenfillet wraps. Het is nu verleidelijk om even om te lopen langs het parkje waar dat intrigerende beeld staat van een onbekende, lange priester dat ik laatst bezocht en fotografeerde. Het is niet ver van hier en misschien vinden we een aanknopingspunt dat ik over het hoofd zag. En verdraaid! De zon staat nu meer direct op het beeld en Ans ziet terstond onderaan een inscriptie die me toen niet opviel: het is de middeleeuwse Florentijnse dichter Dante Alighieri! Geen wonder dat het beeld van de lange, stille man met de scherpe neus en de bittere mond me intrigeerde, zou ik haast zeggen. Ik klim over het hek en maak opnieuw een foto, van veel dichterbij (foto hier) Op de inscriptie aan de voet staat dat het beeld werd geplaatst bij zijn 700e geboortedag. Dat moet dus in 1965 geweest zijn. Het staat er nu bijna 44 jaar. Op de mantel van de dichter zitten sporen van niet geheel weggepoetste graffiti. Ik klim terug over het hek en we lopen heuvelafwaarts langs de rondweg, als het geklepper van paardenhoeven ons achterop komt. Het is een koetsje waarin toeristen worden rondgereden. De koetsier, een jongen van een jaar of achttien, vraagt of me mee willen rijden. Dertig euro, zegt hij. Dat wijzen we af en dan zegt hij, ach, ik moet naar huis, naar San Gwann, u kunt voor een tientje meerijden naar Sliema. Aldus geschiedt (foto hier) en even later rijden we prinsheerlijk in het koetsje langs Pieta Creek en langs de haven. Morgen is Ans jarig. Terug naar boven
The New Strand Pebbles, Sliema, Malta (12)
Maandag 16-03-2009
Ans is jarig. Op haar ontbijtbordje vind ze een mooi geschenk. In de roos! Omdat het een persoonlijk geschenk is, is het niet kies om het te tonen of te benoemen. Bij gelegenheid zul je wel een keer zien dat ze het draagt. Gedurende de dag ontvangt ze felicitaties, van ons gemeenschapje overwinteraars en via de telefoon, SMS, e-mail en in het Gastenboek
Verder lijkt het vandaag wel of ik jarig ben. Na lang dubben in de afgelopen weken hak ik vandaag de knoop door en ga over tot de aanschaf van twee zonnepanelen van Kyocera met een capaciteit van ieder 85W. Op een zonnige dag leveren ze ieder 4 Ampère per uur, dus samen 8. Stel dat er tien uur zon is, dan laden ze de accu´s met 80A bij. Het zou voldoende moeten zijn om onze energiebehoefte te dekken inclusief de koelkast. Dat zullen we nodig hebben in Griekenland en verder. We zullen vaker ankeren of in havens komen zonder walstroom. Met Johan Huy van White Sails spreek ik af dat hij ze volgende week zal installeren op RVS-beugels boven het achterschip, achter en iets boven de bimini. Ik rijd met hem mee voor de aanschaf van de panelen. We kijken ook even op zijn boot, de Lady Lara, een fraai antiek tweemastertje model Fischer of Nauticat, maar het is geen van beide. Op het achterdek ligt een mooi bijbootje van polyester. Hij vertelt dat hij er vier van zelf gemaakt heeft, er is er nog een van over. De deal is snel gemaakt. Ans en ik hadden het al vaker over een dergelijk bootje gehad, onze dinghy is tien jaar oud, lekt regelmatig en is niet erg stabiel of comfortabel. Het nieuwe bootje past mooi op het voordek voor de mast. Johan zal daar een paar klampen maken om hem zeevast aan te bevestigen.
Terug op de werf komt Piet Kok (die - dit voor intimi - de jongere broer is van Jan Kok van de J&B en niet de oudere, zoals ik onlangs abusievelijk schreef) Ik voelde me niet voldoende zeker dat ik met het vetpompje van Fons de inwendige kamers van de MaxProp-schroef voldoende had weten te vullen. Je hebt daar een nippeltje voor nodig, dat je in de inbusschroefgaatjes draait en waar het pompje precies op past. Zodoende kun je het vet er met veel meer druk inpompen, totdat alle kamers vol zijn. Piet heeft zo´n nippeltje en ook een drukpomp. Hij en Johan pompen de schroef wel even voor me vol (zie foto hierboven) tot het bij de naden eruitkomt. Van Johan krijg ik morgen een dergelijk nippeltje, ik kan het dus voortaan zelf.
Tja, en dan de discussie over wel of geen antifouling op de aardplaat van de SSB-radio. Volgens dezelfde Piet Kok en sitelezer Maarten Gritters in het Gastenboek kan het wel, volgens Fons van Jachtwerf Numansdorp en de meeste zeilers hier kan het niet. Gerard van Mermaid verricht vandaag enige metingen. De weerstand van de antifouling blijkt oneindig en die van de kale aardplaat 0,4 Ohm te zijn. Ook de kale aardplaten op de andere boten hebben die weerstand. Het lijkt dus duidelijk: antifouling geleidt niet, dus niet op je aardplaat smeren! Natuurlijk ben ik benieuwd of Maarten Gritters daar nog een weerwoord op heeft.
Er is hier weer opschudding in het overvolle opvangkamp voor Afrikaanse migranten. Er is veel onenigheid, kou en ziekte in het gesloten kamp Safi. De medische verzorging werd door Artsen zonder Grenzen (MSF) gedaan, maar die organisatie heeft zijn werk in de detentiecentra opgeschort wegens de onaanvaardbare toestanden en het gebrek aan medewerking van de autoriteiten. Voorgeschreven medicijnen worden niet op tijd of helemaal niet afgeleverd en mensen met infectieziekten kunnen niet geïsoleerd verpleegd worden. De gezondheid gaat bij veel migranten in de kampen achteruit door slechte sanitaire omstandigheden, overbevolking en koude (het is dit jaar uitzonderlijk koud op Malta) De minister van binnenlandse zaken zegt dat de regering zijn uiterste best doet, maar dat men overweldigd wordt door de record aantallen migranten en dat de Europese Unie zou moeten bijspringen. MSF geeft er nu de brui aan tot er verbetering komt.
En wij? Wij vieren vanavond de verjaardag van Ans met het zeilersgemeenschapje, op onze flat. Terug naar boven
The New Strand Pebbles, Sliema, Malta (13)
Dinsdag 17-03-2009
Een volle bak en een leuke verjaardag voor Ans, gisteravond op ons flatje (zie foto hierboven) Om 12 uur hieven we het glas voor iemand die vandaag jarig is: Miranda van de Famous Goose. Vandaag komen we niet erg snel op gang.
De diskussie over wel/geen antifouling op de SSB-aardplaat gaat verder in het Gastenboek en via e-mail. Het is een weerbarstig onderwerp, merk ik, en ik bezit niet de benodigde kennis. Uit de reacties van Maarten Gritters maak ik op dat er geen sprake is van gelijkstroom (het boordnet is 12V gelijkstroom), want de SSB-radio zet die om in hoogfrequente radiogolven en dat is dan weer - als ik hem goed snap - wisselstroom. De inbreng van mijn vroegere collega Gerard Blokhuis duidt daar ook al op. Onze weerstandsmeting was dus kennelijk niet adequaat. Een tweede aspect dat Maarten Gritters aanroert is ook interessant: als je de aardplaat kaal laat komt er (kalkhoudende) aangroei op. Isoleert die eigenlijk ook niet en raakt daardoor de werking van de aardplaat beperkt? Het zou leuk zijn indien er een heldere uitspraak zou komen en daarom heb ik het onderwerp maar eens in de Forumrubriek van het maandblad Zeilen gezet. Ik ben benieuwd. Fons dank ik voor de tip dat nippeltje en inbusschroefjes in de spare parts-bak zitten. Ik had daar wel gekeken maar ze kennelijk over het hoofd gezien.
Vanmiddag verhuizen we Lord Byron en een hoop spullen terug naar de boot. We maken het knap vuile dek schoon. Vuil vanwege alle stof en rotzooi die op een scheepswerf opwaait. Bij White Sails zijn ze al bezig ons nieuwe bijbootje van een extra laag verf te voorzien (foto hier) Ik laat het laatste inbusboutje voor de vaanstandschroef per ongeluk op de grond vallen. In de de laag afgespoten aangroei zoeken Jaap en ik drie kwartier vergeefs. We zeven de rotzooi zelfs in een vergiet, zonder het boutje terug te vinden. Ik bel Johan Huy; gelukkig heeft hij er nog een paar. Oef. Morgen rond half twaalf gaan we weer te water en terug naar de haven. De weerprognose is rustig. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (144)
Woensdag 18-03-2009
We stonden voor half twaalf gepland op het schema van de werf om tewater gelaten te worden. Geen reden tot haast dus. Als we om half elf arriveren zijn Mermaid en Kiara al weg. Even later komt de botenlift er al aanrijden. Ze liggen voor op het schema! Dat is hier een absolute zeldzaamheid. Enfin, de mannen hangen de boot alvast in de banden en gaan koffie drinken. Ondertussen arriveert Nanning die komt assisteren. Samen schilderen we antifouling op de plek waar de steun voor het achterschip heeft gestaan, krabben de aangroei van onder de kiel weg en smeren daar de rest van de antifouling op. Ook stampen we tegen de kiel aan, maar er is geen spoor van beweging in het (versterkte) kielvlak te zien. Mooi! Nanning vind even later het piepkleine inbusschroefje van de MaxPropschroef, dat ik gisteren op de grond liet vallen. Inderdaad, op een plek verderop waar we niet gezocht hadden. Hij zegt dat hij altijd ook gevallen contactlenzen weet te vinden. Wonderbaarlijk. Ik haal uit voorzorg de kotterstag van de boeg weg en we brengen alles verder in gereedheid. De mast steunt nu nog op de beide vallen, die op de klampen op het voorschip zijn vastgemaakt. Om half twaalf rijden de mannen ons scheepje naar de inham, waar hij erin moet (foto hierboven en een andere hier) We treffen het, er is nauwelijks wind noch swell en alles gaat vlot. Nanning en ik zetten het kotterstag terug, nemen nog meer spanning van het achterstag weg en draaien het kotterstag aan. Het voorstag met de genuaroller gaat vervolgens heel gemakkelijk op zijn plaats. Had ik daar nou maar op de heenweg aan gedacht.
Om half een liggen we weer op ons vertrouwde plekje aan de O-steiger. Maar het kost ons nog heel wat werk voor alles weer in orde is en schoon. Wat wordt je boot vuil op zo´n werf! Behalve blauw stof (antifouling) en zand vinden we ijzerslijpsel en ander ongerief op het dek, in de kuip en de gangboorden. Ook aan milieuzorg is hier nog een wereld te winnen. In Numansdorp zou het ondenkbaar zijn om te schuren zonder aansluiting op een stofzuiger of antifouling aan te brengen zonder plastic zeil op de grond. Bij het aandraaien van de zijwanten kom ik toch wat anders uit dan waar de merkstrips zitten. Het bakboordstag moet een paar slagen strakker om de mast mooi recht te laten staan. Het schip heeft natuurlijk op de kant wat "gewerkt" Ik zal het de komende week in de gaten houden en eventueel de wanten wat bijspannen of losser zetten. Dat zal ik ook doen als we de eerste zeiltocht gemaakt hebben. Ans en ik zetten daarna de genua op de roller. Het is nu immers rustig maar voor de komende dagen staan er toch weer harde wind en kou (11° Celsius overdag) op het programma. Tussen alles door doe ik op de fiets boodschappen omdat de winkels morgen dicht zijn voor één van de vele feestdagen op Malta. We zijn erg blij dat we van het naargeestige flatje weg zijn en weer aan boord gaan leven. We voelden ons er opgesloten, misschien houden we niet meer van een huis aan de wal, maar het ligbad was fijn. Ook His Lordship is in zijn sas aan boord, hij kwinkeleert er lustig op los. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (145)
Donderdag 19-03-2009
Gisteren zitten we aan het eind van een werkzame dag uit te rusten in de kajuit. Ik maak het dagelijks verslag en kijk nog even in het Gastenboek. Daar herinnert Fons me aan het ontluchten van de afdichting van de schroefas. Oeps! Vergeten. Ik licht de grondplaat voor ons echtelijk bed op en zie, er staat al wat water. Even knijpen - het is net melken - en er stroomt water uit de afdichting. Klaar. Na het eten drinken we nog even een borrel met Jaap & Diana in de zeilersbar van de Black Pearl.
Malta heeft de meeste public holidays van alle landen in de Europese Unie. Vandaag is het St Josephs´Day, iedereen heeft vrij. Het is een mooie dag, niet te warm en met wat wind uit het zuidwesten. Jane, de dame die de winkel van White Sails runt, haalt ons op en brengt ons naar het plaatsje Luca bij het vliegveld. Daar komen de eigenaars van klassieke auto´s bijeen voor een ritje naar het stadje Zejtun in het zuiden. Op een parkeerplaats in het centrum zullen ze trots tentoongesteld worden. Op Malta zijn veel klassieke auto´s, ondermeer als gevolg van het importverbod voor nieuwe auto´s dat gold in de jaren dat de omstreden socialist Dom Mintoff premier van het eiland was. Misschien achteraf gezien niet zo erg onwijs, want vandaag de dag zijn er veel te veel auto´s op het kleine eiland. Veel Maltezen hebben er zelfs drie, waaronder een classic car om op de vele feestdagen mee rond te toeren. Net al bij ons in Nederland hoef je er geen wegenbelasting meer voor te betalen, maar de luchtverontreiniging is door al die auto´s navenant. Ook Johan Huy, de eigenaar van White Sails, is er met zijn Alfa Romeo racewagen uit de zeventiger jaren. Ooit gekocht voor 11.000 gulden; nu wordt er grif een ton (in euro´s) voor geboden, zegt Johan (zie foto hier) Eerlijk gezegd had nooit veel affiniteit met dergelijke liefhebberijen. Auto´s zijn vehikels die je van A naar B moeten brengen, liefst op comfortabele wijze. Een auto is een vervoermiddel, geen doel op zich. Met schepen is dat vanzelfsprekend heel anders. Toch zijn ze wel mooi, die oude modellen (foto hierboven) Fraaie ontwerpen en brokken techniek. Mooier dan de oude sportwagens (MG, Triumph, e.d.) vind ik de aandoenlijke personenauto´s van vroeger zoals de Morris Minor, liefst die met de houten achterkant, de Ford Anglia of de Renault Dauphine. Merkwaardig genoeg is er geen Citroën 2CV of Renault 4, mijn favorieten in de jaren zestig en zeventig.
Begin van de middag zijn we terug aan boord. De middag brengen we lezend door. Voor het weekend wordt nog steeds harde wind en kou (slechts 10° Celsius) verwacht. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (146)
Vrijdag 20-03-2009
Vanmorgen veel wind, zuidwest Bf 6 - 7, en zon. De wind valt schuin van bakboord voor in en duwt ons met de spiegel bijna tegen de steiger. Samen met een buurman lukt het me met een lijn op de elektrische lier de mooringlijnen op het voordek verder aan te spannen. Langzaam schuiven we van de steiger weg. Lino en Daniël van White Sails komen langs. Met zijn drieën bepalen we de opzet van het RVS-buizenstaketsel op het achterschip, dat de beide zonnepanelen moet dragen. Het staketsel bestaat in beginsel uit twee buizen, in de vorm van een omgekeerde brede U, waar bovenop de panelen komen. Het moet stevig zijn, het uitzetten van de bimini niet bemoeilijken, de windgenerator niet in de weg zitten en via een paar zijverbindingen tussen de U´s moet ik er ook nog eventuele antennes op kunnen plaatsen en naar boven kunnen klimmen om bij de windgenerator te komen. Ik ben uiterst benieuwd. Dan lopen we naar de zeilmaker om te vragen hoe het met onze 4 projecten staat: de zonwering voor de kajuitruiten, de hoezen voor de dekluiken, de beide ritsen om het frontpaneel van de buiskap op te rollen en de reparatie van de kuiptent. Maar Steve´s werkplaats is gesloten, kennelijk een lang weekend genomen. We doen boodschappen en Ans maakt de hoefijzerboeien schoon en wast de fenderhoezen in de wasmachine.
´s Middags luwt de wind. Maar het komend weekend komt er nog wel meer. Ik lees "Leonie. Het intrigerende leven van een Nederlandse dubbelspionne" (Boom, 2003) van NIOD-medewerker Gerard Aalders uit, een warrig en slecht geschreven boek over het ingewikkelde leven van Leonie Brandt-Pütz en haar even onduidelijke als curieuze rol in de jaren voor, tijdens en na WO II. Zo´n boek waarvan je je afvraagt waarom je eraan begonnen bent, maar het toch uitleest om te zien hoe het afloopt. Daarna is het tijd voor computerhygiëne: updates binnenhalen en systeemscans uitvoeren. Van Peter Kok, de zoon van Piet Kok die hier een aantal jachten onderhoudt, ontvang ik per e-mail foto´s die hij van ons maakte toen we eergisteren van de werf op Manoel Island naar de haven terug voeren. Je ziet er boven een en hier een andere. Mooi, zo vaak heb je niet foto´s waar je eigen boot varend helemaal op staat.
Een van de vele onverklaarde fenomenen in de wereld is het feit dat de samenstellende aminozuren in op aarde levende materie optisch linksdraaiend zijn. Dat wil zeggen dat ze invallend, gepolariseerd licht een linkse afwijking geven en vrijwel nooit rechts. Voor het overige zijn ze fysisch en chemisch volledig hetzelfde. Hoe komt dat? Enige jaren geleden werd al eens geopperd dat de buitenaardse origine van het leven op onze planeet daarvoor verantwoordelijk is, omdat ook op brokstukken van meteorieten, zogenaamde koolstofchondrieten, de meerderheid van de erop aanwezige aminozuren linksdraaiend is. deze week verscheen er een NASA-onderzoek over waarin dat bevestigd werd en waarin bovendien kon worden vastgesteld dat meteorieten die meer water bevatten ook een groter overschot aan linksdraaiende aminozuren hebben. De keuze voor 'linksdraaiendheid' lijkt dus met de aanwezigheid van water te maken te hebben. Het is een nieuwe aanwijzing dat het leven op onze aarde elders uit het heelal afkomstig is in die zin, dat het door meteorieten in de vorm van linksdraaiende aminozuren als het ware op de aarde "ingezaaid" is. Waarom? Omdat de leeftijd van de koolstofchondrieten meer dan 4,5 miljard is. Ze zijn dus ouder dan de Aarde. Deze vondst maakt het overigens erg waarschijnlijk dat als we elders in ons eigen zonnestelsel, bijvoorbeeld op Mars of op de Jupitermaan Titan, rudimentair of fossiel leven vinden dat óók linksdraaiend zal zijn en dus mogelijk van dezelfde buitenaardse oorsprong is en door metorieten ingezaaid werd. Toch interessant, nietwaar? Terug naar boven
Msida Marina, Malta (146)
Zaterdag 21-03-2009
In mijn weblog van 23-12-2008 maakte ik me vrolijk om de CDA-bewindslieden die het verzoek van de regering van Ghana steunden tot teruggave van het hoofd van Koning Badu Bonsu II, dat al vanaf 1838 in het Anatomisch Museum van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) wordt bewaard. "Wanneer het hoofd niet begraven wordt zal de overledene geen rust vinden in het hiernamaals", zei de Ghanese ambassadeur in Nederland destijds. Maar goed, toen ging het om christendemocraten en die zijn zelf ook niet vrij van een raar bijgeloof. Vandaag lees ik op de website van NRC/Handelsblad dat Ronald Plasterk, onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, heeft besloten dat het hoofd naar Ghana teruggaat. Plasterk! Nota bene ooit zelf een wetenschapper! Ook de schrijver Arthur Japin, die het hoofd vorig jaar in het Museum ontdekte, doet aan die rare fratsen mee. Volgens Japin draagt Badu Bonsu II een klein ringbaardje en heeft hij zijn ogen dicht: „Alsof hij slaapt.” In Ghana lachen ze zich vermoedelijk te pletter om al die vreemde Nederlandse politici die in gehurkte houding om een hoofd op sterk water heen dansen.
Gisteravond lekker gegeten bij Jaap & Diana op de Kiara. Vandaag is het wisselend bewolkt met af en toe regen- en hagelbuien. De wind trekt goed aan tot noordwest Bf 6 - 8. Nu hij over de andere boeg waait zet ik ook aan stuurboord nog een lange lijn op de steiger. We maken een lijst van klussen die gedaan moeten worden voor we over enige weken vertrekken. De rest van de dag lezen we in de kajuit. Ik wissel af tussen "Dark Side of the Universe. Dark Matter, Dark Energy and the Fate of the Cosmos" (Canopus, 2007), een prachtig boek van Iain Nicolson en de SF-roman "Rollback" (Tor Book, 2007) van de veelbekroonde auteur Robert J. Sawyer. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (147)
Zondag 22-03-2009
Een heerlijke rustige zondag. Buiten is het winderig en fris. We staan laat op. Hoe is het eigenlijk met je nuchter bloedsuiker?, vroeg laatst iemand. Prima. Vanochtend was het 5,4 mmol/l (zie hierboven), dus ruim onder de grenswaarde van 6 mmol/l waarbij sprake is van ouderdomssuiker. Meestal ligt het tegenwoordig tussen 5,1 en 6,2 mmol/l. Maar ik heb dan ook de suiker helemaal uitgebannen en koolhydraathoudende voeding drastisch verminderd. Niet de rode wijn en dat is ook niet nodig. Wijn bij het avondmaal zou zelfs eerder de suikerspiegel verlagen.
Een aantal uren werk ik aan onze website: het verbeteren van de links en het plaatsen van grotere foto´s in het Reislogboek 2008/1e helft. Dat is mogelijk in de nieuwe versie 7.3 van het beheersprogramma van Maakum, waar ik mee werk. Een geduldwerkje. Vandaag lees ik verder in een keer "Rollback" (Tor Book, 2007) van Robert J. Sawyer uit. Prima SF-roman. Van de soort die mijn voorkeur heeft omdat ze aansluit bij aktuele en denkbare wetenschappelijke ontwikkelingen. Er worden twee thema´s ineengevlochten. Allereerst de ontvangst (op 1 maart 2009!) van een buitenaardse radioboodschap, die afkomstig is van een planeet bij een ster op 18,8 lichtjaar afstand, en de ontcijfering en de communicatie die erop volgen. Een volledige ronde van zenden en antwoorden ontvangen kost ruim 37 jaar. Dat leidt tot het tweede thema, dat van de overwinning op verouderingsprocessen in de vorm van een rollback, een drastische verjongingsprocedure die van een 80-jarige een 25-jarige kan maken door ondermeer het verlengen van de telomeren, de "draden" die onze chromosomen bij iedere celdeling uiteen trekken en die ieder keer korter worden tot het niet meer gaat en de cellen sterven. Ik zal het verhaal niet verklappen, het boek is zeker de moeite waard om te lezen. Helaas eindigt het nogal abrupt. Voor mijn gevoel had er meer in gezeten. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (148)
Maandag 23-03-2009
Gisteravond steken we bij het knusse licht van onze twee romantische olielampen de koppen bij elkaar. Hoe ziet onze planning eruit? Ons voornemen was om begin mei veertien dagen in Holland te zijn. Voorlopig houdt het slechte weer hier echter aan. We kijken eens naar de vliegtarieven vanaf de Griekse stad Preveza, vlakbij het Ionische eiland Lefkas. Niet zo ver van hier. De weersituatie van harde wind en regen duurt nog wel even, vertellen de prognoses ons. We willen liever niet een knelsituatie: halen we Lefkas wel op tijd? En de vliegtarieven vanaf Lefkas vallen ook tegen. Nogal duur. Waarom zoeken we niet naar een goedkope trip naar Holland vanaf Malta op korte termijn? Per slot is de haven hier vertrouwd, goed bewaakt, de ligplaats is al betaald tot 1 mei en zijn er mensen die graag op Lord Byron willen passen. We kijken op Air Malta en verdraaid, ze hebben op korte termijn goedkope vluchten. We hakken snel de knoop door. Op 2 april vliegen we naar Holland en op 16 april vliegen we weer terug. Alle kans dat het weer dan sterk verbeterd is en we snel weg kunnen naar Griekenland.
Maandag. De dag komt met gebreken. Als ik op mijn fietsje terugkeer van de supermarkt vertelt Ans dat er slecht nieuws is. Ons achterste toilet zit verstopt. Nu volgen enige krachttermen uit mijn anders zo beschaafde mond. Het moest een keer gebeuren. Gelukkig komt Nanning toevallig langs. Samen proberen we de oorzaak te bepalen. Het zit in het pompmechanisme of in de afvoer. We halen het pompmechanisme uit elkaar en daar zit het niet in. Zucht. Want nu wordt het echt vies. Nanning helpt me een eind op weg. We maken de afvoerslangen los en in de driewegklep (toilet/vuilwatertank/zee) zit een vieze prop toiletpapier en, ja, dat ook. We verwijderen al het ongerief en halen de hele klep los en zie, hij zit helemaal bedekt met een centimeterdikke kalklaag (zie foto hierboven) Ook de afvoerslang naar zee en die vanaf het toilet zitten vol "aderverkalking" Ik haal met de nodige moeite alles los (Nanning is inmiddels weer weg) en sla de slangen hard op de steiger zodat alle kalk losspringt. Voor ik alles schoon en weer geïnstalleerd heb is het middaguur allang verstreken, maar ik ben natuurlijk de held van mijn geliefde want het toilet spoelt weer als...ja als wat eigenlijk?...als een toilet.
Om twee uur komt Ivan, de puberzoon van een Canadees/Russische familie die verderop in de haven ligt. Voor vijf euro per uur poetst hij bij ons de dekopbouw en zet het in de was. De rest van de dag begint met dat ik ons bed afbreek. Daaronder staan de de vier service-accu´s van ieder 135 Ah. De bakboord boekenkast moet ook uiteen genomen. Want Johan en Daniël van White Sails gaan vervolgens bezig om de elektriciteitsdraden te trekken. Dat is een sluip-door-kruip-door route over en onder allerlei schotten en ze moeten ondermeer door een geul onder het bed door van en naar de zonnepanelen het dashboard in de navigatiehoek. Daar is een nog een vrije positie om het laden van de panelen te monitoren. Johan vindt het een beetje onzin en dat is ook wel zo, maar sinds die positie er nu eenmaal op zit wil ik hem ook kunnen gebruiken. Het is immers leuk om precies het energiemanagement aan boord te kunnen organiseren. De regulator van de zonnepanelen komt achter het afneembaar schotje achter ons bed. Om half acht is het klaar. Morgen komen ze met de brug om erop de panelen te installeren, de laatste verbindingen leggen en testen of het allemaal werkt. Na een laat avondmaal vallen we doodmoe in bed. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (149)
Dinsdag 24-03-2009
Opnieuw een winderige, frisse dag met overigens veel zon. Ik fiets naar de zeilmaker om te vragen hoe het staat met onze projecten zoals de aanpassing van de buiskap en de reparatie van de kuiptent. Eigenlijk is InsideOut geen zeilmakerij, maar een een boat furnishing specialist. Geheel in tegenstelling tot andere bedrijven in en om de watersport in deze depressietijd hebben zij het enorm druk, zo druk dat ze zelfs nieuwe opdrachten moeten weigeren. Helaas, onze klussen zijn niet klaar. Ze zitten te wachten op een zending nieuwe ritsen en verwachten die vandaag. Ik fiets langs White Sails om te zien of ze vorderen met het frame voor de zonnepanelen. Even later komen ze met de staande elementen aan boord om die provisorisch op te stellen voor het passen en meten. Het schiet allemaal niet erg op, deels omdat ze steeds andere formaten boortjes e.d. moeten halen en deels omdat sommige zaken op Malta moeilijk te vinden zijn. Ik rijd met Johan Huy mee langs verschillende zaken voor een shunt, die nodig is om de laadstroom van de panelen te kunnen meten. Bij de tweede zaak die we bezoeken krijgt Johan een parkeerbon en pas bij de derde zaak hebben ze een shunt. Het schiet dus allemaal niet erg op. Ondertussen kletsen Johan en ik heel wat af. Hij woont al dertien jaar in Malta, is van hetzelfde geboortejaar als ik en volgt de politiek, zowel in Nederland als in de wereld, op de voet. We hebben dus behoorlijk veel om over te praten en om over van mening te verschillen.
Terug aan boord maak ik verschillende afspraken voor tijdens ons aanstaande bezoek aan Nederland: tandarts, internist en een bezoek aan Enschede voor een gesprek met de Onderzoekscommissie Lemstra, die in opdracht van MST de affaire Jansen-Steur onderzoekt. Daarna blijkt in de werkplaats van Johan dat de achterste buis van het zonnepaneelframe niet genoeg gebogen kan worden om in het koppelstuk te passen. Het apparaat om RVS-buizen te buigen heeft niet het goede formaat (25 mm) Wat nu? We rijden langs weer een ander zaakje in Marsa bij Grand Harbour in de buurt. Johan weet al die zaakjes te vinden. Daar hebben ze allerlei koppelstukken waaronder schuine van 45°. Terug in de werkplaats zaagt Johan de dwarsbuizen op maat (foto hierboven) en dan blijkt dat we drie goede koppelstukken en één verkeerde meekregen. Wat een geklooi. Medewerker Daniël wordt teruggestuurd om die te ruilen voor een goede. Enfin, aan het eind van de dag is in elk geval de shunt geinstalleerd en verbonden met de schakelaar op het wijzerpaneel in de navigatiehoek en is de regulator achter het paneel bij ons bed aangesloten (hij vertoont twee groene lichtjes: links beduidt dat hij werkt en rechts dat de (service)accu´s vol zijn) Ook het draagframe is klaar en de zonnepanelen zijn erop geschroefd. Morgen komen ze het frame installeren.
Op de pagina van het forum van maandblad Zeilen, waar ik de vraag over antifouling op de SSB-aardplaat plaatste, zijn er drie reacties vóór en één tegen. We wachten nog even verder af wat er komt. Er is voor mijn gevoel overigens iets mis met de website van Zeilen. Wordt hij niet meer bijgehouden? Nog steeds staat de inhoudsopgave van het nummer van februari erop en op de vertrekkerspagina verschijnen al weken de overzichten van vertrekkersboten niet meer in beeld. Merkwaardig. Of is dat alleen bij mij? Terug naar boven
Msida Marina, Malta (150)
Woensdag 25-03-2009
Het is even winderig en fris als gisteren, eergisteren en de dag daarvoor. Uiterst ongebruikelijk, zeggen de Maltezers verontschuldigend. Ans gaat met Diana met de bus naar de markt in Birkirkara. Een hele grote markt. Na een aantal uren keert ze terug met nieuwe badmatjes voor de beide boordtoiletten, een leesbrilletje voor 3 euro, een moot verse zwaardvis van 7 ons voor 6 euro en een cadeautje voor haar aanstaande kleinkind. (O ja, dat hadden we nog niet verteld! Ans wordt weer oma. Voor de vijfde keer. Deze zomer verwachten Derrick & Kate hun tweede kind. Ik zie me dat nog niet inhalen) Ik knip de badmatjes op maat en daarna haal ik bij InsideOut de gerepareerde kuiptent en de buiskap op. De laatste zetten we meteen op want we zijn het voortdurend loeien van de westenwind om onze oren knap zat. Lord Byron kan eindelijk weer op zijn vertrouwde plek in de luwte onder de kap gezet worden en laat in klaterende melodieën blijken hoezeer hij dat waardeert. Johan, Daniël en Lino van White Sails hebben het ´s middags zwaar met de installatie van het buizenframe met de zonnepanelen (zie bovenstaande foto) Het zit ze gewoon regelmatig tegen en morgen gaan ze verder.
Eergisteren, maandag, waren er rellen in het Safi detentie-kamp voor illegale immigranten. Om 7 uur in de ochtend trachtte een groep van 500 uit te breken. Leger en politie wisten dat te verhinderen, er werd met stenen gegooid waarbij twee gewonden vielen. Twee barakken werden in brand gestoken waaronder het onderwijscentrum. Computers en een projector werden vernietigd. Een aantal van de immigranten werd gearresteerd. Het ging om mensen van wie de asielverzoeken verworpen zijn, zonder dat er uitzicht is op repatriëring. De leider van de groep, een man uit Guinee, zit nog gevangen. Een paar dagen eerder is een mensensmokkelaar gearresteerd, een man uit Somalië, die mensen van Libië naar Malta smokkelde. Toen hij in Malta kwam opdagen werd hij door immigranten herkent. Aldus diverse berichten in de Times of Malta. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (151)
Donderdag 26-03-2009
Het grootste deel van de dag waait het Bf 5 tot 7 uit west tot noordwest. Grote wolkengevaarten jagen elkaar achterna langs de hemel. Johan en Daniël van White Sails leggen - bijna - de laatste hand aan de het frame van de zonnepanelen. Bijna, want een extra buis voor de versteviging van de opstaande constructie aan stuurboordzijde komt morgen. Het moment suprême breekt aan: de aansluiting van de panelen via de regulator op de service-accu´s. Twee uur eerder heb ik alvast de acculader (die via de walstroom laadt) uitgezet om de accu´s wat leger te maken. Daarna halen we de kartonnen bedekking weg en zie: de wijzerplaat op het dashboard in de navigatiehoek geeft meteen een laadstroom van 10A aan. Tenminste, op momenten dat ze zon niet achter de wolken zit. Een aantal minuten later begint de laadstrooom te fluctueren. Ook het linkse groene lampje op de regulator op een plank achter een paneel boven ons bed gaat knipperen. Dat betekent dat de regulator de laadstroom beperkt ("floating") om overladen van de accu´s te voorkomen. Die zijn nog bijna vol. De regulator zie je op deze foto.
´s Middags komt Ivan de kuip en de spiegel poetsen en in de was zetten. Het is lang geleden dat alles er zo keurig uitzag. Wat betekent de foto van de twee tuinkabouters hierboven? Het zijn tuinlampen met een zonnepaneeltje. Geïmporteerd uit Eindhoven, gemaakt in China en gevonden in een tuincentrum in de buurt van Naxxar. Morgen zal ik onthullen wat we ermee voor hebben. Aan het eind van de dag konstateren Ans en ik verbaasd dat we allebei helemaal zijn vergeten dat het vandaag onze trouwdag is. De vijfde. Vijf jaar gewoon gelukkig met elkaar geweest. Nou ja, het eten voor vanavond is al klaar maar we zullen dezer dagen toch maar samen nog een keertje lekker uit eten gaan. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (152)
Vrijdag 27-03-2009
Vanmorgen maak ik een foto van het nieuwe frame met de zonnepanelen. Zie hiernaast. Het is nog niet helemaal klaar, er komt vandaag nog een schuine buis aan de stuurboordkant om de constructie daar iets steviger te maken en het frame iets op te lichten. Dan kan de achterste buis van de bimini er zonder moeite onderdoor schuiven. En wat zien we daar op de hoeken bovenin? Juist, de twee tuinkabouters met de zonnepaneellichtjes. Kitscherig? Natuurlijk. En daarom zo mooi. Ze dienen om al die hightech van de hele constructie te relativeren. Op dezelfde manier houd ik ook nog steeds bijvoorbeeld van de Selvera´s ("De Postkoets"!), Mary Servaes en de Fouryo´s ("Je bent zo leuk in je spijkerbroek")
Vandaag maken we een fikse wandeling, ruim 15 kilometer, met een groot deel van de Hollandse zeilersgemeenschap: Jaap & Diana, Josje & Gerard en Nanning & Miranda. De bus brengt ons naar het binnenland, naar de oude stad Rabat. We lopen de Bahrija Walk die ons door de vruchtbare velden (o.a. tarwe, uien, maïs en wijndruiven) naar een vallei voert, langs een brug over een waterloop. Die is meestentijds opgedroogd, maar nu horen we zacht gorgelend water stromen. Gevolg van de ongewoon grote hoeveelheid regen. Het hele landschap is dan ook erg groen en vol bloemen (zie foto hier) We zien veel affodils, klaprozen en reuzenkervel en nog veel meer. Onderweg passeren we een ommuurde tuin met - jawel - een Japanse (wol)mispel ofwel "de foute kathedraalboom" (foto hier, achtergronden hier) De boom zit vol loquats (ofwel nispero´s, nêfles of mispels genoemd) De vruchten zijn nog groen, in Portugal waren ze vorig jaar al rijp in februari. Door het verlaten dorp Bahrija vol gesloten café´s voert de weg ons stijl naar beneden een nog diepere vallei in (foto hier). Ook hier veel wijnbouw. Beneden staat een woud van hoge bamboe. Er krinkelt een wonderschoon stroompje door (foto hier) We springen er overheen. Ergens tussen de dichte bamboe ontwaren we warempel een in het wild groeiende aronskelk, te ver voor een foto. Ach, waarom laat ik niet iedereen doorlopen en zet ik mij terneer als een oud-Chinese filosoof aan deze oever en peins over het altijd wisselende karakter van stromend water, zinnebeeld voor het onbegrijpelijke leven dat we leiden. Je kunt niet twee keer in dezelfde rivier spugen, dat soort wijsheden. Tja, tenslotte loop je immers door. Ook een wijsheid. We komen na een tijdje doorklimmen bij hoge kliffen aan de westkust en bij zee. Hier is halverwege de kliffen een brede rotsrichel waar in de Bronstijd een nederzetting was. De overhangende rotswand vormt ondiepe holen waar de bewoners destijd beschermende muurtjes voor bouwden (twee foto´s hier) Het is een prachtige plek met een wijds uitzicht over zee en goed te verdedigen, want de rotsrichel is slechts van twee kanten toegankelijk. De bewoners kwamen omstreeks 1000 jaar voor onze jaartelling naar hier. Ik kan me voorstellen dat ze van deze plek gehouden hebben. We strijken neer op de rand voor de lunch (foto hier) en kijken naar de zee. Iedereen verzucht: Wat een prachtig zeilweer! Met tegenzin staan we op en vervolgen onze tocht over ruige klifwanden. Op het pad stuiten we op een duimgrote sprinkhaan (foto hier) die blijft zitten tot Jaap hem in zijn kont knijpt. Iehh!!, gillen de dames als hij tussen ze door fladdert. Diep beneden zien we twee mannen een vogelnet omklappen, ze buigen zich erover om stuk voor stuk de gevangen vogeltjes eruit te plukken. "Geboefte!", roep ik kwaad, maar het is te ver, ze horen me niet. De vogeltrek is deze maand begonnen. Allerlei vogelsoorten trekken uit Afrika via Malta naar Europa. Er zijn zeldzame soorten bij. De regering heeft gedwongen door de Europese vogelrichtlijnen de jacht deze lente weer verboden. Maar ze hebben er ook beroep tegen ingesteld en overtredingen worden niet of nauwelijks vervolgd en de straffen zijn licht. Lees er alles over bij BirdlifeMalta. Na een tijd buigt het pad terug naar het binnenland. In de verte zien we het eilandje Filfla, in ons land bekend door het bezoek van een paar minuten dat Boudewijn Büch er in 1988 aan bracht. Hier is ook de vallei waardoor Roger de Normandie in 1090 ongemerkt het eiland Malta binnen sloop, de nabijgelegen Arabische hoofdstad Mdina veroverde en met zijn troepen de Arabieren wist te verdrijven. Ach, Malta is boordevol historie. Zozeer dat het niet om aan te zien is hoe men dat verleden verwaarloosd. We komen langs een voormalige Romeinse steengroeve en een rotsveld waarin Punische graven zijn uitgehouwen. Ze liggen vol vuilnis en rotzooi (foto hier), onbegrijpelijk en ronduit schandalig. Het is dan ook wat navrant dat de stadsbus die ons naar Msida terugbrengt zelf een rijdend monument is (foto hier) Het is een Fordson Thames, zo staat voorop de motorkap en de chauffeur (minstens zo oud) vertelt trots dat het de laatste op het eiland is en dat hij van 1958 dateert.
Terug aan boord. Hoewel knap moe van de tocht (van 10 tot 17 uur!) zetten Ans en ik, op elkaar mopperend de kuiptent op. In het weekend wordt weer regen en harde wind verwacht. Nu eens niet zoals steeds uit het westen maar uit het zuidoosten. Dan beschermt de buiskap ons niet. Bij het opzetten van de tent ontdekken we dat de zeilmaker vergeten is de bovenste ritsen van de zijpanelen te vernieuwen, dus het is een hoop geklooi en vandaar dat gemopper. Bij ons duurt het gelukkig zelden lang. Bovendien is het een genoegen te zien hoe de beide kabouterlampjes bovenop het frame van de zonnepanelen na één dag opladen in de zon al vrolijk branden. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (152)
Zaterdag 28-03-2009
Het kopen van nieuwe kleren heeft bij mij geen prioriteit. Nooit gehad ook. Ik stel het doorgaans uit tot ze me bijna van het lijf vallen en Ans er opmerkingen over gaat maken. Zonder haar zou ik er als een landloper uitzien. Dan koop ik in één keer genoeg voor een lange periode, zodat ik er voor langere tijd van verlost ben. Zo gaat het ook vandaag: bij Marks & Spencer in Sliema koop ik drie broeken, drie overhemden en een aardig colbert voor als we b.v. naar concerten gaan. Ans is mee en mijn koopdrift werkt aanstekelijk (zie foto hiernaast), ze koopt een leuk rood shirtje en rode schoentjes. Daarna slaan we boodschappen in voor het weekend in de grote supermarkt in Sliema. Die heeft een actie: bij elke bestede 30 euro krijg je een pack met zes grote flessen still water mee. Zoveel kunnen we niet dragen, één pack kan net in ons boodschappenkarretje (dat we ruim een jaar geleden in het Spaanse Ayamonte kochten), de rest laten we tot grote verbazing van de cassière staan. Afgeladen wankelen we naar de boulevard, het is nog een behoorlijk eind naar de haven. We hebben geluk, er stopt er net op dat moment zo´n knielbus, er zijn er een paar bij het OV-bedrijf van Malta; het type bus dat bij het stoppen een eind naar beneden zakt om het instappen voor bejaarden te vergemakkelijken - en het erin schuiven van een afgeladen boodschappenkarretje.
In de marina van Lazaretto Creek is deze week een zeiljacht gestolen, een nieuwe Beneteau. Naar verluidt hadden de dieven eerder een ouder jacht aan de Spaanse kust gestolen. Dat lieten ze op de ligplaats van de Beneteau achter. Ik zie het hier in Msida Marina nog niet zo gauw gebeuren. Er zijn op de steigers heel wat yachties, die aan boord leven en vreemde bezoekers signaleren. Maar toch. Het lijkt slim om ergens een onopvallende schakelaar te plaatsen die de verbinding naar de startaccu onderbreekt. Dieven hebben doorgaans haast en als ze de motor niet kunnen starten geven ze het al gauw op.
Vandaag staat er een krachtige zuidoostenwind. Die voert behalve warmte ook woestijnzand mee. Het ziet er buiten zelfs een beetje wazig van uit. De walstroomlader staat uit en met voldoening stellen we vast dat de windgenerator plus de zonnepanelen ondanks de lichte sluierbewolking de service-accuset toch prima op peil weten te houden. Vanavond komen Nanning & Miranda van Famous Goose bij ons eten. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (153)
Zondag 29-03-2009
Vannacht ging de zomertijd in. Een korte nacht maar we slapen lekker uit. Met de komst van de zomertijd is het weer ook helemaal omgeslagen. Uit een egaal lichtgrijze hemel valt nu en dan aarzelend wat regen, die sporen van woestijnzand op de ramen en het dek achterlaat. Met 24° Celsius en een vochtig-warme zuidenwind is het drukkend, net of er onweer op komst is. Maar er komt geen onweer. Het voelt alsof het weer zélf droevig is en tot volledige passiviteit noopt. Toch halen we samen de voorhut leeg, de matrassen eruit en de lattenbodem weg om het luik helemaal in de voorpunt te openen en de ruimte te inspecteren waar de boegschroeven zitten (zie foto hiernaast) Hebben we al bijna twee jaar niet meer in gekeken, maar gisteren roken we een vreemde bedorven geur in de voorste hut. Vroeger stond er wel eens wat water in, misschien is dat opnieuw zo en is het gaan stinken. Maar we zien niets, alles is droog en het stinkt er ook niet. De vieze geur is er vandaag niet. Merkwaardig. We mesten ook een van de bergruimtes onder het bed uit en ontdekken een vergeten flacon met olie voor de dieselmotor en een fles van het onvolprezen bootschoonmaakmiddel Lotus Spurt snelreiniger.
De rest van de dag lezen we de twee Volkskranten van de laatste weekenden in januari. Nanning bracht die gisteravond voor ons mee. Altijd wel aardig om oude kranten te lezen, in dit geval twee maanden geleden geschreven. De kredietcrisis en de recessie beheersen nog steeds het nieuws. In één ervan staat ook een stuk over de affaire Jansen-Steur/MST, dat ik al van de digitale editie kende. Eigenlijk is het opvallend hoe gemakkelijk ik het als verwoed krantenlezer tegenwoordig dankzij Internet zonder gedrukte bladen kan stellen. Je krijgt er ook geen vieze vingers door de drukinkt van. Ik zit wat voor me heen te peinzen en ineens denk ik opnieuw aan de boegschroeven. Misschien hebben ze wel enigerlei vorm van onderhoud nodig? Ik weet dat niet meer. Ik zoek de handleiding op en jawel hoor: "There must always be oil in the reservoir. Refill if necessary with gear oil EP90" Kijk eens aan. "Change the gear oil a minimum of every second year" Geen reden om nu iets te doen, een minimum van iedere twee jaar is niet al te vaak en het zou me niet verbazen als Lowy en/of Fons van Jachtwerf Numansdorp er voor ons vertrek uit Nederland inderdaad al verse olie in hebben gedaan. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (154)
Maandag 30-03-2009
Ook vandaag is het drukkend, 24° Celsius, en grijs. De lucht is zwaar van vocht en woestijnzand, aangevoerd door de beruchte zuidenwind. Af en toe valt er lichte, warme regen. Het is de scirocco die in staat geacht wordt mensen gek te maken en tot vreemde daden te brengen. Komt het daardoor dat het werk vandaag niet opschiet door voortdurende kleine tegenslagen en vergissingen? Het stuurboord deel van het frame van de zonnnepanelen staat niet stevig genoeg, het kan teveel bewegen in voor/achterwaardse richting. Dat moet beter, anders gaat het bij zwaar weer op zee problemen geven. Er moet een diagonale RVS-buis in de bovenste rechthoek komen. Johan en ik zijn er een goed deel van de dag mee bezig, vooral omdat we de verkeerde koppelstukken hebben gekocht en weer terug moeten naar Marsa om ze te ruilen. Daar is de enige zaak op Malta die ze verkoopt en het kost veel tijd. Overigens geloofden sommige lezers niet dat er inderdaad tuinkabouters op het frame staan. Vandaar bijgaande foto, die eergisteren genomen werd toen de zon nog scheen.
Voor het overige bevestigen we vandaag het nieuwe bijbootje met houten klampen op het voordek. Het moet absoluut zeevast zitten. Morgen zal ik er een foto van laten zien. Johan brengt me met de auto naar het office van Go Mobile. Daar heb ik een mobiel internetabonnement sedert het najaar. In het contract staat dat ze maandelijkse rekening van onze creditcard zullen afschrijven. Dat is nog nooit gebeurd, maar we krijgen wel steeds rekeningen en aanmaningen. Bij Jaap en Gerard dreigden ze zelfs de verbinding te staken. Dat wil ik voorkomen! Een jong jochie - het spijt me - achter de balie schrijft alles op en belooft me dat ze het zullen oplossen. Ik zal daarover een e-mail krijgen. Eerlijk gezegd moet ik het nog zien. Tegen de avond neemt de wind toe en gaat het harder regenen. Met Johan nemen we de resterende klussen door voor a.s. woensdag (morgen is er weer een feestdag, Independence Day) en voor de laatste dagen dat we hier nog zijn, na onze terugkeer uit Malta. Het gaat o.m. om een goed verstopte startonderbreker, het verstevigen van de loopplankkoppeling op de doorstap-opening op het achterschip en wat kleinere klusjes.
Op het nieuws zie ik dat ons pensioenfonds PFZW een plan heeft opgesteld om de dekkingsgraad in de komende vijf jaar omhoog te brengen van de huidige 90% tot de wettelijk vereiste 105% door ondermeer de pensioenuitkeringen voor de komende drie jaar te bevriezen. Dat betekent vier jaar lang de nullijn voor ons. Zolang de inflatie laag blijft is dat niet zo erg, maar daarover bestaat geen enkele zekerheid. Ik vind het nogal wat. Niemand weet immers hoelang de recessie in de wereldeconomie zal duren. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (155)
Dinsdag 31-03-2009
Vannacht worden we rond een uur of vier wakker ruw wakker geschud door heftige windvlagen. Met schrik realiseer ik me dat ik het nieuwe bijbootje gisteravond niet heb vastgebonden. Op de windmeter zie ik vlagen van 8 tot 9 Bf uit het zuiden. Goeie genade! Snel grijp ik uit het touwenkastje onder de kuiptafel een lijn en snel in mijn onderbroek en T-shirt naar voren. De warme en klamme windvlagen loeien om me heen, koud is het helemaal niet. Snel sla ik de lijnen om het bijbootje en sjor ze vast op de voetrail. Morgen zal ik het wel beter doen. Dan zie ik dat de heftige wind ons schip helemaal tegen dat van de buurman aandrukt. Normaal liggen we ruim anderhalve meter uit elkaar. Ik check de stootwillen; ze vangen het schip goed op. Maar ik realiseer me nog niet wat er aan de hand is. Pas als ik weer in bed lig en naar de loeiende windvlagen luister dringt het tot me door: we kunnen helemaal niet zomaar tegen de buurman aanwaaien! De mooringlijnen op het voorschip zijn daarvoor veel te strak aangezet. Ik alarmeer Ans en samen zien we dat onze achtertrossen aan loefzijde, de korte en de lange, allebei los in het water hangen. Geen wonder dat we tegen de buurman aan lij aanwaaien. We zijn ook een eind naar voren geschoven, de loopplank haalt de steiger niet meer en hangt boven het water. Met enige moeite weet ik op de steiger te springen en daar constateer ik dat de RVS-stalen bout waar de dikke ring aan zit voor de meertouwen, finaal is doorgescheurd. De ring is verdwenen (de foto hiernaast maakte ik later vandaag) We profiteren van een plotselinge luwte en samen weten we de boot terug naar de steiger te sjorren en de trossen vast te maken aan twee schakels van de dikke kettingen, die de steiger aan de bodem verankeren. We zweten in de warme lucht die de voortdurende sirocco de afgelopen dagen uit Afrika heeft aangevoerd. Klaarwakker puffen we uit in bed en pas dan realiseren we ons dat de snoeiharde wind niet meer is teruggekomen. Van het ene op het andere moment is het volkomen rustig. Na een kwartier vallen we toch weer in slaap.
Vandaag is het overwegend zonnig en liefst 25° Celsius met een lichte, nog steeds klamme zuidenwind. Op het dek ligt een dikke laag bruingeel Sahara-zand. Het zand is vettig, met moeite maken we het dek schoon. We zien dat het lampje van de stuurboord tuinkabouter verwenen is. Eraf gewaaid, waarschijnlijk. Ik zal proberen een nieuwe te kopen en de lampjes vast te lijmen. Het bijbootje bind ik netjes vast via de gaten in de vier blokken die Johan gisteren op het voordek schroefde; er zitten geultjes in de waar de rand van het bootje precies in past (foto hier) Ans draait de was die even later vrolijk in de zon op het voordek wappert. Ondertussen span ik de onderwanten aan stuurboord wat aan. Onlangs stelden Nanning en ik vast dat de mast toch niet helemaal recht staat. De top buigt iets naar stuurboord door; aanspannen van de onderwanten aan die kant kan de mast rechttrekken. Ik controleer de stand door de grootzeilval los te maken (het uiteinde van de loopplank hangt eraan), met de val op de giek te klimmen en de val langs de mast te houden en strak naar beneden te trekken. Kijk je dan langs de val en de mast omhoog door de gleuf waarin je het grootzeil hijst, dan kun je precies zien of hij recht staat (foto hier) Dat blijkt het geval. Mooi.
Ook de Times of Malta maakt melding van de plotselinge harde sirocco vannacht:
"Maltese Islands hit by very strong winds
(Posted on March 31st, 2009)
A vigorous warm front crossing the Maltese Islands early on Tuesday morning spawned a dry microburst from high-based thunderstorms, according to MaltaWeather.com. Maximum gusts at around 4.15am associated with this microburst which affected mainly the southern and eastern parts of Malta were: 98.1km/h at Mellieha, 86.9km/h at Zebbug, 88.6km/h at Naxxar, 92.0km/h at Msida, 93.0km/h at Tarxien and 83.7km/h at Zejtun. These maximum wind speeds correspond to Force 9 and 10 on the Beaufort scale.
A microburst is a narrow, intense downdraft generated from the thunderstorm as the raindrops evaporate and the downdraft reaches the ground not accompanied by rain. The air - cooled by evaporating rain - crashes downward almost like a rock in a pond. The cooler, denser air accelerates downward and then spreads rapidly outward in strong gusty winds near the surface"
Maar op de website van onze eigen NRC/Handelsblad lezen we iets dat de Times of Malta niet vermeldt, namelijk dat zich vannacht tijdens die dry microburst op zee een drama heeft afgespeeld. In de afgelopen drie dagen zijn „één en mogelijk drie boten" vergaan tijdens pogingen om van Libië naar Italië te varen. De slachtoffers zouden uit talrijke Afrikaanse landen komen. Hun boten kregen onderweg vermoedelijk te maken met de zware storm uit het zuiden. Volgens persbureau Reuters meldden Libische functionarissen dat drie boten zijn gezonken: een boot met circa 250 opvarenden, een boot met circa 350 mensen aan boord en een boot met een onbekend aantal opvarenden. Er zouden 23 overlevenden zijn opgepikt. Mogelijk 575 mensen worden vermist. Waarschijnlijk zijn ze allemaal op zee verdronken. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (156)
Woensdag 01-04-2009
Vanmorgen vroeg komt iemand langs om een nieuwe bout en ring op de steiger te bevestigen. Ik beleg de landvasten er weer op. Bij de Black Pearl, het restaurant in de oude driemastschoener op de kade hiernaast, is tijdens de onverwachte storm van eergisteren het dak van de opbouw op het achterschip afgewaaid. Daar zit het kantoor in. De Times of Malta meldt dat er inderdaad tijdens dezelfde storm een schip met 257 Afrikaanse immigranten 30 kilometer uit de Libische kust is vergaan; slechts 23 mensen werden levend opgevist en 21 lichamen geborgen. De Libische kustwacht zoekt nog naar twee andere schepen maar het is niet bekend of het om vissers of immigrantenboten gaat. Vandaag werden 71 Tunesiërs uit de groep die twee maanden geleden op Malta landde, teruggevlogen. Na een hachelijke overtocht ieder een illusie en ruim 2000 euro armer, terug naar een land met een ingezakte economie waar geen werk, geen inkomen en geen toekomst op hen wacht. Verkeerd gegokt.
Verder is het een dag van voorbereidingen. Koffers pakken (foto hierboven), naar de kapper (ik), laatste klusjes (dollen voor de roeiriemen aan het bijbootje vastgemaakt, laatste afspraken met de zeilmaker w.b. de tijdige aflevering van de zonneschermen en de hoezen voor de dekluiken), opruimen, enzovoorts. Ans brengt His Lordship in zijn kooi naar de Kiara, Jaap & Diana zullen op hem passen. Morgenochtend vroeg om zes uur komt de taxi ons halen voor de rit naar het vliegveld. Even na achten vertrekt het vliegtuig en om kwart over elf hopen we op Schiphol te landen. De lente lijkt inmiddels ook in Holland te zijn uitgebroken. Terug naar boven
Gorinchem (1)
Donderdag 02-04-2009
Om 5 uur gaat de wekker. Ik lag al een kwartier te hanewaken. Snel en efficient maken we de boot aan kant en sluiten afsluiters en electriciteitsgebruikers af. Behalve de bilgepomp (uiteraard) en de koelkast. Onze vaste taxichaufeuse staat al klaar bij het hek van de steiger. Alles loopt vlot bij het inchecken, er zijn nauwelijks passagiers. De Airbus A320 van Air Malta is nog voor geen 10% vol. Dat hebben we nog niet eerder meegemaakt. Is het vanwege de recessie in de economie? Het geeft echter kans om straks na het ontbijt dat geserveerd wordt, uitgestrekt liggend over drie stoelen lekker te slapen. Bij de ingang pik ik van een stapel de Times of Malta mee. Direct na het opstijgen komen het eilandje Comino en het grotere Gozo ten noorden ervan in zicht (foto hier) Vanwege de wazige atmosfeer is de foto niet erg duidelijk. We vliegen langs de zuidkust van Sicilië, zien in de verte de Etna en beneden ons herkennen we het haventje van Porto Empedocle, waar we afgelopen zomer lagen. Ik lees in de Times ("Dead migrants wash ashore in Libya") dat er inmiddels al 77 lichamen van Afrikanen aanspoelden in Libië op het strand van een baai westelijk van Tripoli. Mensen uit de groep van 21 die eerder levend uit zee werden gered vertelden dat de Egyptische mensensmokkelaar ook verdronk, toen hun schip drie uur na vertrek uit de Libische haven van Janzour kapseisde. Er waren 70 vrouwen en twee kinderen aan boord. Eén van de vermiste twee (of drie?) boten heeft de storm van eergisteren gelukkig doorstaan en werd zuidelijk van Lampedusa aangetroffen. Van het andere schip is niets vernomen. Bij alle drie schepen tesamen ging het om de bekende mix van Somali´s, Nigerianen, Eritreërs, Koerden, Algerijnen, Marokkanen, Palestijnen en Tunesiërs. Het meest verontrustende element uit het krantenbericht is dit: "There are between one million and 1,5 million Africans in Libya. Most take there odd jobs to raise enough money to pay smugglers for the risky journey to Italy" Moeten de gezamenlijke patrouilles van Italianen en Libiërs niet eerder beginnen dan pas op 15 mei, vraagt de krant zich af. Een aanzienlijk deel van de illegale overtochten strandt immers op Malta.
Pas bij de Golf van Genua is er weer land te zien. Boven de Povlakte is het bewolkt, af en toe zien we een glimp van de besneeuwde Alpen. Daarna vallen we allebei in slaap, ieder op drie stoelen uitgestrekt (foto hiernaast) Turbulentie bij de daling boven België maakt ons wakker. Het is hier onbewolkt. Met een wijde bocht over de Wester- en Oosterschelde vliegt de piloot Schiphol aan. Ik maak een foto van het Haringvliet met het eiland Tien Gemeten (foto hier) Hier voer ik in september 1996 met Fairview, mijn eerste boot. Op Schiphol ontmoeten we in de wachtruimte Jaap van de Kiara, die met hetzelfde vliegtuig terug naar Malta vliegt. Hij was voor een kort bezoek in Holland. Bij de bagageband gaat de telefoon al; het is mijn jongste zoon Bas die trots verteld dat hij naar het volgende jaar van zijn opleiding Composition for the Media mag op de HKU. Ik ben natuurlijk net zo trots. We huren een auto voor twee weken bij Europcar. De prijs is aanzienlijk lager dan drie maanden geleden. Ook een effect van de recessie? En we krijgen ook nog een grotere (diesel)auto omdat de kleinste auto niet voorradig is.
Even na twaalf uur zijn we al in Gorcum. In het begin van de rit moest ik sterk de neiging onderdrukken om links te rijden, hoewel ik in Malta nooit gereden heb. Barbara en de kinderen ontvangen ons hartelijk. ´s Middags rijd ik op Barbara´s damesfiets met kinderzitje naar de stad. In de koesterende zon zit op een bankje op Buiten de Waterpoort aan de Merwede, mijn geliefde plekje bij de stenen met het gedicht van Ida Gerhardt. Het water is knap hoog, smeltwater van de Alpen? Vreemd gevoel. Vanmorgen waren we nog aan boord en nu zit ik nog geen acht uur later hier aan de rivier. Hetzelfde water waarvandaan we vertrokken in juni 2007. Maar er moeten zaken worden gedaan en dingen geregeld. Ik bel voor de definitieve afspraak voor volgende week met de Onderzoekscommissie Lemstra die in opdracht van MST de affaire Jansen-Steur onderzoekt. Verder regel ik dat we morgenmiddag in Rotterdam in de opslag van onze boedel op zoek kunnen naar mijn agenda´s uit die periode. Misschien werpen die een verhelderend licht op de gang van zaken van destijds. Ook bereid ik het opsturen van de Aangifte IB 2008 voor. In de stad koop ik een kleine Packard Bell notebook-computer met een beeldschermpje van 8,9 inch, maar wel met een geheugen van 160 Gb, twee keer zoveel als mijn grote Vaio. Een handzaam apparaatje om mee de wal op te gaan als we in havens of ankerplekken geen netwerken kunnen vinden. Ik zwerf wat door het oude centrum van Gorcum, in de lentezon mooier dan ooit. En - niet te vermijden - beland ik er in een boekhandel. Kritisch scan ik de displays met de recente bestsellers. Maar dan valt mijn oog op een klein boekje van een waarlijk groot schrijver: "Alles stroomt" van de Rus Vasili Grossman (1905 - 1964), clandestien in de voormalige Sovjet-Unie verschenen in 1970 (Ned. vertaling De Geus, 2009) Ooit las ik ademloos zijn grote roman "Life and Fate" dat volkomen terecht werd vergeleken met "Oorlog en vrede" van Tolstoj. Ik kon het natuurlijk niet laten liggen. Net als in drogisterij Het Kruidvat een set van 3 CD´s voor nog geen tientje met oude opnames van de complete vioolsonate´s van Beethoven door Arthur Grumiaux en Clara Haskil. Opnames uit de jaren vijftig, opnametechnisch niet de top, maar zoals die twee musiceerden! Een deel van die opnames heb ik al aan boord, maar natuurlijk niet compleet. En voor die prijs! Kijk, dat soort vondsten, die mis je nu in de Middellandse Zee. Terug naar boven
Gorinchem (2)
Vrijdag 03-04-2009
Wat een schitterende lentedag vandaag! De temperatuur bereikt wel 23° Celsius. We zijn op tijd op en brengen een bezoek aan het bevolkingsregister van de gemeente Gorinchem. De gemeente die ons bijna twee jaar geleden zo gul en gemakkelijk een officieel briefadres verstrekte, zulks in tegenstelling tot het onzalige Papendrecht. Daarom zijn we toen formeel ingezetenen van Gorcum geworden en prijkt de naam van het schone stadje als thuishaven op de achterplecht van ons schip. Bij de balie vragen we twee ID-kaarten aan. Waarom? Omdat we hebben vernomen dat sommige havens in Turkije je paspoort innemen, maar ook volstaan met het innemen van een ID-bewijs. Want je paspoort lever je liever niet in. We worden vlot geholpen en over een week kunnen we de pasjes ophalen. Leuk is dat de ambtenares van destijds even gedag komt zeggen. Ze herinnert zich ons van twee jaar terug en had ook het artikel over onze casus tegen Papendrecht gelezen in het blad Burgerzaken en Recht (voor nadere info klik hier) Daarna gaat Ans naar de kapper en ik rijd naar Drimmelen naar Krijgsman Watersport om bij medewerkster Berna het kapotte verwarmingselement van onze boiler af te leveren. Ze hadden namelijk laten weten dat ze het misschien kunnen repareren. Verkoopmedewerkster Felicia schenkt me een kop koffie. Helaas is de grote baas Rob zelf niet aanwezig.
Het is een feest om op deze mooie warme lentedag door het land te rijden. In Huize Sint Clara treffen Ans en ik elkaar bij haar moeder, die - bijna 90 jaar oud - het goed maakt. Daarna gaan we naar Rotterdam, naar de loods waar onze inboedel ligt opgeslagen. Gisteren maakte ik daarvoor een afspraak. Ze hebben onze beide containers tevoorschijn gehaald (ze stonden helemaal achterin) en op de begane grond klaar gezet (foto hier) Een medewerker helpt ons zoeken naar de doos waar alle agenda´s uit mijn werkzame leven in zitten. Waarom heb ik die eigenlijk bewaard? Tja, ik kan slecht dingen weggooien, Ans is daar veel gemakkelijker in. Ze zullen waarschijnlijk nooit dienen, die agenda´s, bij het schrijven van mijn memoires - maar nu ben ik wel blij dat ze er nog zijn in verband met de reconstructie van de feitelijke gang van zaken in de affaire Jansen-Steur/MST. We spitten de eerste container door, maar daar vinden we de doos niet. Wel stel ik met grote voldoening vast dat de boeken uit mijn geliefde bibliotheek er na bijna twee jaar in de geclimatiseerde opslag er prima uitzien. Geen spoor van schimmel. We doorzoeken de tweede container en ik begin te twijfelen. Heb ik misschien toch in alle hektiek van opruimen en vertrekken alle agenda´s weggegooid? In de langdurige vlaag van onthechte zorgeloosheid die we zo ervoeren in de maanden van de euforie van weggaan en opgeruimd staat netjes? Tenslotte vinden we achterin een doos waarop met rode viltstift "Agenda´s" staat geschreven en jawel - daar zitten ze in (zie foto hierboven) Opgelucht lopen we met de agenda´s van de jaren 2001 t/m 2004 naar onze huurauto en meteen, hoewel de auto in de brandende zon geparkeerd staat en het binnen geleidelijk een oven wordt, bladeren we ze snel door. We vinden het een en ander, maar minder dan ik hoopte. Niettemin staan een paar gegevens duidelijk vastgelegd in de agenda´s. Ik zal er nu niets over vertellen, ook niet aan de media (die alweer aan de lijn hingen) want ik wil volgende week de Onderzoekscommissie Lemstra als eerste op de hoogte stellen. We rijden terug en ik zet Ans in Gorcum af en bezoek mijn oude vriend Inge Hogerdijk in zijn Heukelums Wijnhuis. Een aangenaam weerzien bij een aangenaam glas. Terug naar boven
Gorinchem (3)
Zaterdag 04-04-2009
Uitgeslapen. Een grijze dag, anders dan gisteren, maar het is in elk geval droog. Ans heeft in Fort Vuren afgesproken met Jannie en Rita, haar vriendinnen sinds haar jeugd. Ik blader nog een keer heel zorgvuldig mijn agenda´s van 2003 en 2004 door. Daarna kijk ik nog eens op het forum van maandblad Zeilen of er nog meer reacties zijn gekomen over mijn vraag over al/niet overschilderen van de aardplaat van de SSB-zender met antifouling. Dat blijkt niet het geval. Mijn persoonlijke conclusie luidt dat je het beter niet kunt doen. Dat komt mede door de foto die Fons pas geleden mailde (zie hiernaast) en die aan duidelijkheid niets te wensen overlaat. Eenzelfde waarschuwing stond ook al op de aardplaat van Mermaid, de boot van Josje & Gerard. Ik kan me wel vinden in de redenering dat antifouling die in de poriën van de aardplaat kruipt, het effectief oppervlak sterk vermindert. Dan maar iedere keer als de boot op de wal staat die aardplaat schoonkrabben.
Bij Tessa is een boek aangekomen dat ik besteld had: "On Physics and Philosophy" (2006, Princeton University Press), de vertaling uit het Frans van een van de belangrijkste boeken van de bejaarde filosoof Bernard d´Espagnat. Hij zou interessante gedachten hebben over de filosofische consequenties van de quantumfysica. Onlangs kreeg hij daarvoor de prestigieuze Templeton Prijs. Vanmiddag rijd ik wat rond in de auto door de Betuwe. Even langs Deil. Helaas is mijn oude vriend en buurman Ad Hogerdijk niet thuis. Ik leg op de terugweg even aan bij zijn zoon Inge in diens Wijnhuis Heukelum. Ik tref er een voormalige opstapper van onze Dulce, Hans Ruijs. Hij voer mee op onze voorjaarstocht 2004 naar de Oostengelse riviertjes Ore & Alde (zie hier) Vanavond eten we met een groot deel van onze beiderzijdse kinder- en kleinkinderschaar in een Pannekoekenrestaurant op de Schapendam in Woudrichem. Terug naar boven
Gorinchem (4)
Zondag 05-04-2009
Een fijne avond bij de Pannenkoekenbakker in Woudrichem (zie foto hierboven) Het is een drijvend restaurant in twee boten in de Andelse Maas, direct buiten de oude stadswal. Op de kaart staan tal van pannenkoeken, ook opmerkelijke exoten als de satépannenkoek en Griekse en Mexicaanse pannenkoeken. We hebben veel plezier en praten heel veel bij. Alleen Ans´zoon Derrick en zijn vrouw Kate (in verwachting van hun tweede kind) konden er helaas niet bij zijn, maar verder is iedereen er. Het gaat goed met mijn kinderen, stel ik dankbaar vast. Sommigen van ons nemen aan het eind een cognac die door de sappig Brabants sprekende uitbaatster kwistig geschonken wordt in een whiskeyglazen. Pijke, de vriend van mijn dochter Floor, maakt er een mooie foto van op zijn mobieltje (zie hier) Zij logeren vannacht overigens in een nieuw hotelletje in de Gorcumse binnenstad dat Klein Loevestein heet.
Vanmorgen slapen we weer lekker uit. Het is opnieuw grijs maar niet onaangenaam weer. Later breekt de zon zelfs door. Vanmiddag gaan we naar Ans´broer Cees en zijn vrouw Mieke in het onzalige Papendrecht. Zij zijn ons postadres maar mochten destijds van de gemeente niet ons officiële briefadres zijn. (Weet je niet hoe dat zat? Klik hier voor het verhaal) Ik ga er alles verzamelen voor de aangifte Inkomstenbelasting 2008 en daarna gaan we met zijn vieren uit eten. Terug naar boven
Gorinchem (5)
Maandag 06-04-2009
Het restaurant "Heeren van Slydregt" is gevestigd in het oude station van Sliedrecht. We eten er prima met zwager Cees, schoonzus Mieke en hun zoon Bob (foto hier), nadat ik eerder bij hen thuis de gegevens voor mijn aangifte Inkomstenbelasting 2008 bijeen had gezocht, ingescand en aan onze accountant gemaild. Bijzonder is dat de treinen op het lijntje Dordrecht - Geldermalsen er nog steeds stoppen. Op zeker moment rommelt er een goederentrein voorbij de ramen. Inderdaad, ook de Betuwelijn ligt er vlak naast.
Vanochtend ben ik al vroeg op om tijdig bij de Lidl-vestiging in Geldermalsen te zijn. De Lidl´s in regio 3 hebben deze week een interessante aanbieding: een goede Bresser nachtkijker voor € 149. Zie afbeelding hiernaast. Bresser is een gerenommeerd Duits bedrijf in verrekijkers, telescopen, e.d. Zo´n buitenkansje wil ik me niet laten ontgaan. In dergelijke gevallen moet je er vroeg bij zijn en zorgen de koopjesjagers voor te zijn, doorgaans lieden op leeftijd die vanwege hun pensioen alle tijd van de wereld hebben. Helaas beland ik twee keer in een file, eerst bij het verkeersplein Gorinchem en daarna bij een rotonde ten zuiden van Geldermalsen. Een kwartier nadat het filiaal de deuren opende parkeer ik de auto en snel de winkel in. Gelukkig, hij is er nog! Omdat ik nog niet ontbeten heb (dus "nuchter" ben) rijd ik ook even langs de Lingepolikliniek in Leerdam om bloed te laten afnemen voor de bepaling van mijn nierfuncties en bloedsuikerspiegel. Volgende week heb ik namelijk een afspraak met mijn internist.
Terug in Gorcum haal ik op de fiets bij de apotheek twee nieuwe potjes met FreeStyle Lite teststripjes voor de bloedsuikerspiegel. Bij KPN in de binnenstad verleng ik het abonnement voor mijn mobiele telefoon en ik krijg een tevens voor € 0 een nieuw toestel, een simpele Nokia 6300. De rest van de middag neem ik in het zonnetje in de tuin achter het huis van Barbara alle vier agenda´s uit mijn MST-jaren rustig door. Over de aangelegenheid Jansen Steur/MST zal ik hier nu niets zeggen, maar het is een vreemde ervaring om zo aandachtig door een verleden periode te dwalen die in tijd gemeten nog niet eens zo ver van je af ligt, maar die qua belevingsinhoud en vooral qua hektiek en voortdurende stress volledig tot een ander tijdperk lijkt te horen. Sommige zaken herinner ik me niet eens en sommige namen zeggen me niets meer. Wat een raar en selectief instrument is het geheugen toch. Je zou willen weten hoe die selectie werkt en waarom sommige zaken aanwezig blijven en andere niet. Destijds was ik geïntrigeerd door de vertogen van geheugendeskundige Willem Wagenaar in beroemde strafzaken over de vrijwel volledige onbetrouwbaarheid van het geheugen. Wat verder vanmiddag uit die vier agenda´s bovenkomt zijn zaken die niet gelukt zijn en problemen die niet werden opgelost en ook de gigantische doorlooptijd van veel zaken, maar gelukkig ook dingen die wél lukten en waar ik me opnieuw trots op voelde. Ik zal ze niet noemen want het is immers geen gezicht, iemand die zichzelf op de borst klopt. Terug naar boven
Gorinchem (6)
Dinsdag 07-04-2009
Gisteravond waren we moe. Vroeg naar bed, derhalve. Vandaag rijd ik naar Correct Computers in Rotterdam, op zoek naar een externe omnidirectional WiFi-antenne. Die hebben ze inderdaad maar hij heeft geen goede aansluitbus voor de kabel die erbij hoort (een vrouwelijke terwijl het een mannelijke moet zijn) De verkoper snapt het niet. Een collega die er meer verstand van heeft zegt dat de firma is overgenomen en dat de nieuwe producenten die aansluiting recent veranderd hebben. Is er dan een verloopstukje misschien? Nee, hebben ze ook niet. Zelfs een bracket om de antenne mee vast te kunnen zetten, is er niet. Succes met de verkoop, zeg ik, maar ik hoef hem niet.
In Utrecht breng ik een bezoek aan de bekende boekhandel op de Stadhuisbrug, vroeger Broese geheten en nog eerder Broese Kemink. Nu heet hij Selexyz Broese. Geeft niet, het is nog steeds een van de mooiste en aangenaamste plekken van Utrecht. Er vaart juist een boot van de gemeentereiniging naar de brug, vol met fietsen die uit de gracht zijn gevist (foto hierboven) Het miezert licht in de stad. In het boekenparadijs weet ik de schade beperkt te houden tot slechts drie boeken. Een boek van mijn favoriete SF-auteur Stephen Baxter getiteld "Evolution" (2002, Gollancz) waarin hij het verhaal van de menselijke evolutie dramatiseert. Het nieuwste boek van de hoogbejaarde klimaatalarmist en guru van de Gaia Hypothese James Lovelock met de dreigende titel "The Vanishing Face of Gaia. A Final Warning" (2009, Allen Lane) Ik was altijd wat sceptisch over die Gaia Hypothese, die stelt dat de biosfeer van de aarde een enorm zelfregulerend organisme is. Toch moet je dergelijke boeken niet mijden, vind ik, per slot heeft Lovelock een belangrijke bijdrage geleverd aan het begrijpen van planetaire feed-back mechanismen. Het derde boek kon ik echt niet laten liggen. Het is de nieuwste van Douglas R. Hofstadter: "I am a strange loop" (2007, Basic Books); tegen mijn gewoonte in de Nederlandse vertaling ("Ik ben een vreemde lus", 2008, Contact) omdat het al moeilijk genoeg is. In het begin van de jaren ´80 las ik met geweldig plezier zijn bestseller uit 1979 "Gödel, Escher, Bach", een boek dat hij nooit meer geëvenaard heeft. Maar dit boek wordt gepresenteerd als het vervolg daarop. Herinner je bovendien dat het begrijpen van de Stellingen van Gödel één van de punten is in mijn Werkprogramma van 5 raadselachtige zaken en je snapt dat ik het boek wel moest kopen.
Aan het eind van de middag koop ik bij een garage in Ridderkerk een autootje. Een wat? Een autootje, een tweedehands Fiat Seicento S, opgespoord via Marktplaats. Kleur stemmig zwart, 44.000 kilometer gelopen, bouwjaar 2000, nieuwe banden, APK tot april 2010. Waarom? Omdat die huurauto´s waarin we tijdens onze bezoeken aan Holland in rijden, knap duur zijn. We hebben becijferd dat we dit autootje binnen twee jaar terugverdienen aan uitgespaarde huurpenningen. En bovendien: als we er niet zijn dan rijdt Ans´ dochter Barbara erin. Zij kan hem goed gebruiken met haar drukke gezin en haar baan. De deal is dat zij de vaste lasten betaalt (wegenbelasting, verzekering, onderhoud, e.d.) en dat wij hem gebruiken als we in Holland zijn. Zo zijn we allemaal geholpen. Hier een foto van Barbara, trots bij het autootje op de parkeerplaats voor haar huis. Terug naar boven
Gorinchem (7)
Woensdag 08-04-2009
Een dag van voortdurende kille miezerregen. Pas aan het eind van de middag kiert een schamel zonnetje door de wolken. ´s Ochtends bouw ik weer een fotoalbum om in het nieuwe format met grotere foto´s (het fotoboek Winter te Malta 2008) Het is een langdradige klus, maar dankzij de snelle Internetverbinding schiet het redelijk op. De rest van de dag telt twee missies. Allereerst rijd ik naar Hilversum met Radio 4 aan. Wat een genoegen is een goede klassieke zender! Ik luister vergenoegd naar mooie lamentaties voor de Lijdensweek van de Boheemse componist Jan Dismas Zelenka. Dat missen we toch wel erg in Malta. Ik bezoek de Wlan-Shop na getelefoneerd te hebben of ze voor mij een omnidirectionele WiFi-antenne hebben. Die hebben ze (zie foto hiernaast en gegevens over de antenne hier) Ter plaatse controleer ik de aansluitbus en ja hoor, anders dan gisteren bij Correct Computers heeft deze de juiste. In gedachten zie ik de antenne al prominent op ons nieuwe frame met de zonnepanelen prijken. De antenne is 69 centimeter lang en zou dus in onze koffer moeten passen.
Daarna rijd ik in de trieste miezerregen naar mijn tandarts Anja in Bilthoven voor een contrôlebezoek. Onderweg opnieuw Zelenka op de radio, ditmaal een ingetogen Requiem. Het is alweer bijna twee jaar geleden dat ik voor contrôle bij de tandarts was. Ik heb namelijk tandarts-angst sinds mijn jeugd, toen ik (in Breda) naar een bijzonder wrede tandarts moest die ook nog Wortelboer heette. Toch bleef ik hem jarenlang trouw. Ik dacht dat pijn erbij hoorde. Ach, de dagen dat je wist dat er weer heen moest, de martelend trage minuten in het onooglijke wachtkamertje op de eerste verdieping met de map volledig oninteressante tijdschriften, de kreunen uit de kamer ernaast van de patiënt die voor je was. Later, ik woonde al in Deil, nam ik eindelijk een ander - die heette Koekebakker. Hij deed niet veel en dat vond ik best. Ter gelegenheid van mijn tweede huwelijk kwam ik bij Anja, de tandarts van mijn vrouw. Bij haar bleef ik, ook na de scheiding en ja, waarom niet? Enfin, Anja peutert vanmiddag al mijn tanden en kiezen nauwkeurig langs, maakt twee OPG-opnames en stelt tot mijn grote genoegen vast dat er niets acuuts aan de hand is. Zij doet een grondige tandsteenverwijdering ("alsof je de stadswallen van Valletta opruimt", zegt ze) en daarna ben ik er voor een halfjaar weer vanaf. Verder genieten we van een rustige avond bij Barbara thuis. Boven op onze logeerkamer houd ik de nieuwe WiFi-antenne even boven onze koffer en constateer met de nodige gevoelens van frustratie en zelftwijfel dat de antenne er niet in past. Terug naar boven
Gorinchem (8)
Donderdag 09-04-2009
Vanochtend besteed ik een aantal uren aan het omwerken van een van de Fotoalbums in het nieuwe Maakum 7.3 format, dat grotere en mooiere afbeeldingen mogelijk maakt. Het gaat om Fotoalbum 11 dat nu bijna af is. Een nogal tijdrovend proces, want je moet iedere foto apart vervangen. Ik heb het er graag voor over want met name de horizontale opnames komen er veel beter op te staan en ik wil zoveel mogelijk profiteren van de snelle Internetverbinding die ik hier heb. Vandaag staat ik het teken van mijn langverbeide interview met de
Onderzoekscommissie MST inzake Jansen-Steur dat om 15.00 uur plaatsvindt in een kamer van Hotel De Keizerskroon in Apeldoorn. We vertrekken kort na enen om voldoende marge te hebben voor het geval we in een file belanden. Dat gebeurt inderdaad na verkeersplein Hoevelaken, waar een ongeval is geweest en we twintig minuten verliezen. Kwart voor drie arriveren we bij het hotel. Ik heb de stapel agenda´s uit de jaren 2001 t/m 2004 onder de arm (foto hier) Het hotel ligt vrijwel naast Paleis Het Loo. Ik herken het meteen. Een jaar of tien geleden was ik hier voor het jaarlijkse Galafeest van de illustere vereniging van directeuren patiëntenzorg, genaamd de Geneeskundige Vereniging tot Bevordering van het Ziekenhuiswezen, afgekort de GV. Uiteraard in smoking. Even deftig als vrolijk, die GV. Ruimhartig deelden we elkanders sores, waar ieder in het eigen ziekenhuis dagelijks mee worstelde. Een andere tijd, een weekend van zorgeloosheid en vriendschap, ik werkte nog niet bij het MST, schat ik.
We nemen plaats in de ruime lobby, in een van de lederbeklede zithoekbanken. Ik voel me wat nerveus maar dat gevoel ken ik, zonder plankenkoorts volgt immers geen goed optreden. Mevrouw De Lint, secretaris van de commissie, komt me ophalen. In haar dagelijks leven werkt ze bij de Raad voor de Volksgezondheid en de Zorg, een belangrijk adviesorgaan voor de minister over het beleid in de gezondheidszorg. Van de onderzoekscommissie zijn twee leden aanwezig in de hotelkamer waar ze me heenbrengt: Hamel, de vice-voorzitter en Rijpma, die in het gewone leven advokaat is. (De bovenstaande foto plukte ik van de website van MST) Verder is er ook een notulist aanwezig maar Hamel, die eerst iedereen koffie inschenkt, vertelt dat het gesprek ook op band wordt opgenomen. Dat vind ik prima. Ik had tevoren twee voorwaarden gesteld: ik wil het verslag kunnen autoriseren en zonodig corrigeren en ik wil het eindverslag van de commissie ontvangen op hetzelfde tijdstip dat het aan de de opdrachtgever, de Raad van Bestuur van MST, wordt uitgebracht. Hamel zegt dat dat akkoord is en ik had ook niets anders verwacht.
Het gesprek duurt twee uur. Dat is langer dan de anderhalf uur die ervoor was uitgetrokken. En het is intensief. Ik vind dat de commissie, althans de beide aanwezige leden, zich goed heeft/hebben voorbereid. Dat geeft me vertrouwen. Het is uiteraard geen gemakkelijk gesprek maar het lucht me op om te vertellen hoe ik alles beleefd heb. Ik wil verder geen mededelingen doen over de inhoud en dat doe ik ook niet als na afloop een verslaggever van TCTubantia belt. Natuurlijk probeert hij door slim doorvragen me toch iets te ontfutselen. Wat leverden uw agenda´s op? Ik trap er niet in en volsta met de opmerking dat de gegevens in mijn agenda niet strijdig waren met het verhaal dat ik eerder vertelde (en op mijn website zette) Ik wil de commissie absoluut niet voor de voeten lopen, dus ik doe er verder het zwijgen toe maar ik zeg wel dat het gesprek openhartig en goed was - en dat meen ik ook. De commissie maakt op mij de indruk serieus op zoek te zijn naar de werkelijke gang van zaken. Een paar keer waren ze in staat om mijn geheugen op te frissen. Daar ben ik blij om. Je kunt het al dan niet eens zijn met de lijn die ik heb gevolgd en de keuzes die ik heb gemaakt, daar kunnen we het over hebben, maar de feitelijke gang van zaken moet allereerst zo duidelijk en ondubbelzinnig mogelijk aan het licht komen. Voor mij is het nu (even) voorbij en ik wacht met grote belangstelling het rapport af.
Kort na vijf uur gaan Ans en ik op weg naar Zwolle. Daar hebben we afgesproken met Gert & Anjès Reedijk, met wie we bevriend raakten tijdens onze vorige overwintering in het Portugese Lagos. Ze hebben daar aan de rand van de oude Zwolse binnenstad aan een lommerrijke singel een mooi klassiek huis met hoge kamers uit het eind van de 19e eeuw. Ach, wat moet je over zo´n avond vertellen? Anjès heeft gekookt (foto hier), Gert en ik slijpen de geest in scherpe debatten over van alles en nog wat, zoals we dat ook in Lagos gewend waren en natuurlijk genieten we daarvan. Ik bedoel, met zo´n figuur als Gert verzeil je - verzeil ik? - in diskussies voor je er erg in hebt. Ligt het aan hem of aan mij? Enfin, het loopt al tegen middernacht als we onder het licht van de volle maan over grotendeels lege snelwegen terug naar Gorcum rijden. Om één uur zijn we op ons logeeradres bij Barbara. Ik kan echter niet rusten voor ik de belevenissen van de dag van me heb afgeschreven en dit verslag heb gemaakt. Terug naar boven
Gorinchem (9)
Vrijdag 10-04-2009
Hiernaast staat een verontrustend plaatje. Het werd dezer dagen gepubliceerd door het Amerikaanse National Snow and Ice Data Center. Op of rond 28 februari bereikt het zeeijs op de noordpool zijn grootste omvang. Vanaf die datum smelt het weer tot het eind september zijn meest geringe omvang bereikt. Op het plaatje zie je vooral dat het aandeel van éénjarig ijs vanaf 1981 steeds verder toeneemt. Het is een duidelijke indicator van de snelle opwarming van het poolgebied. In 1980 was de omvang van het drijfijs aan de noordpool eind september nog 10 miljoen vierkante kilometer (zo groot als de hele USA), in 2007 was het al afgenomen tot 4 miljoen vierkante kilometer. Dat is beduidend sneller dan de meest recente prognoses van het IPCC (4th Assesment Report 2007), die voorspellen dat de arctische poolzee pas na 2050 volledig ijsvrij zal zijn. Als het smelten van het noordpoolijs in dit tempo blijft doorgaan, is de poolzee binnen tien tot vijftien jaar ijsvrij. Eenzelfde versnelde opwarming is aan de zuidpool aan de gang, waar dezer dagen de 40 kilometer lange ijsbrug die de enorme Wilkins-ijsschots in het westen van Antarctica op zijn plaats hield, is doorgebroken. Op zich hoeven beide ontwikkelingen niet meteen te leiden tot een snellere stijging van de zeespiegels. Het ijs drijft immers al in zee (Wet van Archimedes) Waarom is er dan toch sprake van een zorgwekkende ontwikkeling? Omdat zeeijs, bedekt met sneeuw, wel 80% van het invallende zonlicht weerkaatst en terug de ruimte inzendt, terwijl het veel donkerder zeewater slechts 20% terugkaatst. IJsvrije poolzeeën zullen dus veel sneller opwarmen en dat geeft een enorme extra impuls aan de opwarming van de aarde en de stijging van de zeespiegels (warmer water zet immers uit), waarvan de gevolgen niet te overzien zijn.
Het is natuurlijk toeval, maar vandaag is het een bijzonder warme en zonnige dag die moeiteloos de 23° Celsius haalt. Het KNMI meldt dat de Paasdagen ook boven normaal zullen worden. Ik zie op hun website dat TCTubantia inderdaad een bericht over mijn bezoek aan de Onderzoekscommissie MST brengt, zij het ietwat aangedikt. Op zich niet onjuist maar geprononceerder dan ik het zelf gisteren zei: " `Agenda bewijst gelijk` van MST-bestuurder" Nou ja, erg is het niet. Vanmorgen begin ik dapper aan de omzetting van het volgende Fotoalbum, nummer 10 Een saaie en geduldvergende klus. ´s Middags bezoek ik in Deil mijn oude buurman Ad Hogerdijk, de wijnhandelaar. Wie kun je beter als buurman treffen dan een wijnhandelaar? In 1979 kwam ik naast hem wonen en we hebben veel met elkaar beleefd. Zal ik misschien nog een keer over vertellen. Maar Adriaan kwakkelt al een halfjaar behoorlijk met zijn gezondheid. Hij lijkt er gelukkig eindelijk weer bovenop te komen. Gniffelend en genietend van een mooie Saint Emilion 2005 halen we herinneringen op aan vroeger. Eind van de middag rijd ik door naar zijn zoon Inge in zijn Wijnhuis Heukelum. Ik tref er vanouds een stamtafel met aardige mensen die bij Inge wijn komen proeven en kopen. Ditmaal maak ik kennis met Mick & Marianne van Oppenraaij die onder de naam VinEmic aktief zijn in wijncursussen, wijnreizen, proeverijen en wat dies meer zij. ´s Avonds verhuizen we onze koffers met toebehoren van het huis van Barbara een paar straten verderop naar dat van Tessa, waar we tot onze terugreis op donderdag volgende week zullen logeren. Terug naar boven
Gorinchem (10)
Zaterdag 11-04-2009
Weinig te vertellen. Het is een mooie zonnige lentedag en het koufront dat vanmiddag had moeten overtrekken laat het afweten. ´s Ochtends voltooi ik de ombouw van Fotoalbum 10, download een upgrade van mijn virusscanner en daarna loop ik naar het centrum van de stad voor een kop koffie in de zon op een terras op de Grote Markt. De terrassen zitten vol en het is er gezellig. Op het bordes van het oude stadhuis, tegenwoordig een museum en een café/brasserie, zie ik bij het langslopen Gorcums burgemeester Piet IJssels staan. Vroeger mijn voorzitter van de Raad van Toezicht van de Rivas Zorggroep. Even lijkt het of hij me herkent maar dan wendt hij zich om en praat en lacht verder met het gezelschap rond hem heen. Ik ben niet geneigd me op te dringen en laat het maar zo. Ans is met Tessa boodschappen gaan doen en daarna gaan ze langs bij Oma Steers. Als ze terug zijn rijden Ans en ik naar Heukelum, naar het wijnhuis van Inge Hogerdijk Voorlopig voor de laatste keer. Ook daar is het gezellig (foto hiernaast) Bij Tessa thuis zitten we in de tuin. Het is een aangename avond, het koufront is er nog steeds niet. Ans bereidt een heerlijke tonijnschotel. Op Internet lees ik over de kaping van een Frans jacht bij Somalië. Ik zal het morgen uitzoeken. Juist als ik dit mini-verslagje uittyp gaat de telefoon. Het is godbetert Pasquale, onze stokoude gids en uitvreter van toen we in augustus vorig jaar op het eiland Pantelleria waren. Pasquale informeert of we nog een keer langskomen en wenst ons prettige paasdagen. Op de achtergrond hoor ik kroeggeluiden. Pasquale heeft duidelijk een uitgaansavond. Terug naar boven
Gorinchem (11)
Zondag 12-04-2009, 1e Paasdag
Voor de derde keer dit jaar is er bij Somalië een jacht gekaapt door piraten. Het is de Franse 45-voeter Tanit, een oud (1976) ferro-cement jacht met vijf opvarenden waaronder een peuter van 3 jaar. Ze waren 400 mijl uit de kust van Somalië en op weg naar Zanzibar (zie kaartje hiernaast) De Franse marine ondernam een bevrijdingsactie met helikopters, toen de onderhandelingen vastgelopen waren wegens de exorbitante eisen van de 5 ellendelingen die de kaping uitvoerden. De actie duurde zes minuten. Scherpschutters doodden vanuit de heli´s drie kapers in de kuip terwijl commando´s het jacht enterden. De eigenaar Florent Lemaçon werd doodgeschoten in de kajuit (door wie is onduidelijk) toen de commando´s zich een weg naar binnen vochten. Wat een drama! Vanochtend zoek ik de hele geschiedenis uit en maak er een artikel over in de rubriek Beschouwingen onder de titel "Piraten moeten onze droom niet verstoren"
We ontvangen een e-mail van Diana uit Malta. Alles is in orde met ons schip en Lord Byron is erg vrolijk. Het weer is wisselend, een paar dagen mooi weer en dan weer onweer en harde wind. De Paasdagen in Holland zijn dit jaar uitzonderlijk warm, meldt het KNMI. De op één na (1974) warmste Pasen sinds 1901. Straks gaan we de stad in. We hebben met mijn broer Wiebe en zijn vrouw Marina afgesproken een wandeling te maken in het oude stadscentrum van Gorinchem en daarna te gaan eten in het Perzisch eethuisje van Chef Abbas tegenover Schouwburg De Nieuwe Doelen. Terug naar boven
Gorinchem (12)
Maandag 13-04-2009, 2e Paasdag
Ik lees in een hoog tempo "The Vanishing Face of Gaia" door, het nieuwe boek van James Lovelock (Allen Lane, 2009) Nieuwsgierig wat erin staat. Het is niet erg vrolijke lectuur. Van iedere bladzijden spatten de doemverhalen je tegemoet. Als je hem moet geloven dan zijn we nu aan ongeveer de laatste normale decade bezig. Vanaf 2030 gaat het echt mis, voorspelt hij. Maar kloppen de cijfers wel? Een uurtje zoeken op het Internet geeft geen uitsluitsel.
In het Gastenboek brengt lezer Huib Koel de eerste mooie plek aan voor de rubriek Mooie plekken, slechte plekken Het is een stille ankerbaai aan de zuidkant van het Turkse eiland Kerkova. Waarvoor dank. Die rubriek begon ik ruim twee jaar gelden maar er was tot op heden totaal geen enkele respons.
Het is een zachtgrijze dag. Het zonlicht wordt getemperd door het egale filter van een hoge, dunne wolkensluier. Om 4 uur gistermiddag treffen we Wiebe & Marina op een terras op de Grote Markt. Genoeglijk babbelend slenteren we door de binnenstad naar het gebied Buiten de Waterpoort. Daar besluiten we de veerpont naar Woudrichem te nemen. We maken een wandeling door het vestingstadje. In de Hoofdstraat zie ik op de gevelsteen van een schilderachtig pandje uit 1608 de volgende tekst:
"DIE TIDT IS CORT.
DIE DOOT IS SNEL.
WACHT U VAN SONDEN
SO DOET GHY VEL"
We lopen over de stadswal langs de Andelse Maas en genieten van de zachte lentelucht. Hier voeren we bijna twee jaar geleden langs, toen we uit Andel vertrokken voor het begin van onze reis. Aan de overkant ligt Loevestein, op de de Waal tuft de scheepvaart voorbij, moeizaam stroomop, snel stroomafwaarts. Alles komt me vandaag mooier en kwetsbaarder voor dan anders, misschien ben ik onwillekeurig nog onder de indruk van de doemvoorspellingen van Lovelock. We varen terug naar Gorcum en lopen door de stad en komen een paar oude bekenden uit onze Gorcumse ziekenhuisperiode tegen. Met mijn broer en zijn vrouw brengen we een uitsterst gezellige avond door in het Perzisch restaurantje van Chef Abbas, die - als altijd - allerlei heerlijkheden serveert. Mijn broertje verrast (en overklast) me altijd met een bijzonder CD. Ditmaal heeft hij voor me "Cohen in het Fries" meegenomen, "In Frysk Earbetoan oan Leonard Cohen" van diverse Friese artiesten onder wie de Friese nachtegaal en fado-zangeres Nynke Laverman.
Vandaag - paasmaandag - slapen we lekker uit. Ans is naar haar moeder en ik maak een fietstocht in de omgeving. Daarna lees ik verder in Lovelock. In de middag rijden we met Tessa naar een groot tuincentrum aan de rand van Gorcum, Ranzijn geheten. Het is er stervensdruk. Tessa koopt planten voor haar tuintje. Een uurtje later ben ik druk bezig een pruimenboompje bij haar te planten (foto hier) Tuinieren is leuk, ik deed het altijd met veel plezier. Toch ben ik er niet rouwig om dat we die enorme tuin van ruim 2500 vierkante meter, die we ooit in Deil hadden, niet meer hoeven te verzorgen. Dan kwam je van een weekend met de boot terug en dan moest je ook nog de tuin in. Terug naar boven
Gorinchem (13)
Dinsdag 14-04-2009
De Paasdagen waren de warmste in 25 jaar, meldt het KNMI. Maar records zeggen niet zoveel, alleen langjarige trends tellen. Gisteravond begeef ik me toch weer in een discussie met klimaatscepticus Hans Erren op diens Volkskrantblog. Blijkbaar kan ik het niet afleren.
Verder is er weinig te melden. Vanochtend zet ik weer twee Fotoalbums om, nummer 9 (helemaal) en nummer 8 (half) Op het stadhuis halen we onze ID-kaarten op, bedoeld voor het geval havenautoriteiten onze paspoorten willen innemen. Ans ontmoet uiteraard voortdurend bekenden in de stad waar ze haar hele leven gewoond heeft. Ditmaal ziet ze een bekende achter de receptiebalie (foto hier) ´s Middags gaat ze met Tessa naar haar moeder en ik rijd langs een tuincentrum in Dongen. Door een toeval kwam ik erachter dat ze een aanbieding van tuinkabouters met solar lights hebben. Jawel, precies dezelfde als ik laatst in Malta bovenop ons prachtige frame met de zonnepanelen hebben geschroefd. Alleen kosten ze maar € 4,50, minder dan de helft - dat is toch geen geld (zie plaatje hiernaast) Er zijn er nog precies twee over na de drukke paasuitverkoop. Terug in Gorcum schroef ik de kapjes met het zonnepaneeltje en het lampje los en gooi de kabouters in de vuilnisbak. Tijdens de laatste storm raakte er immers al eentje zijn kapje met het zonnepaneel kwijt. Nu heb ik er een paar in reserve.
Chloe Lemaçon, haar driejarig zoontje Colin en de twee andere opvarenden van het gekaapte en door Franse commando´s bevrijde jacht Tanit zijn afgelopen zondagmiddag in Parijs teruggekeerd. Bij de marine-actie kwam haar man Florent om het leven. Zijn lichaam is nog niet vrijgegeven omdat de Franse autoriteiten onderzoeken wie hem hebben gedood, de commando´s of de piraten. In Franse media (bijvoorbeeld op Europe 1) lees ik dat hij gepoogd zou hebben zijn vrouw en kind tijdens de actie te beschermen met een matras. In het AD van vanmorgen lees ik dat Somalische piraten al dreigen, nu er opnieuw piraten zijn gedood door mariniers, om voortaan hun gijzelaars ook niet meer ongedeerd te laten tijdens onderhandelingen over losgeld. Op Noonsite staat intussen alweer een nieuw verhaal over een aanval van piraten voor de kust van Venezuela op 7 april jl. De vier aanvallers waren ondermeer gewapend met AK47´s. De schipper van het jacht, een Britse Fisher 37, wist door snel wegvaren op de hoge zeegang en door terugschieten met een seinpistool te verhinderen dat ze aan boord kwamen. "Lawlessness is rife in Venezuela now, a great pity as most of the people are warm and friendly. After 20 years cruising these waters it's time to move on", beëindigt hij zijn relaas. Je krijgt de indruk dat steeds meer gebieden in de wereld gaandeweg onveiliger wordt voor vreedzame cruisers.
Vanavond gaan we naar Herman en Marian Ursinus in Wijk & Aalburg. Iedereen weet inmiddels dat de Herman de schuld van alles is. Ik bedoel van mijn zeilpassie en alles wat eruit voortkwam. Dat zal ik hem weer eens goed inpeperen, vanavond. Terug naar boven
Gorinchem (14)
Woensdag 15-04-2009
Het was een vrolijke avond, gisteravond bij Herman & Marian Ursinus in Wijk en Aalburg. Natuurlijk hebben we ook gekeken hoe de "foute kathedraalboom" erbij stond, de boom die ooit in de jaren ´90 opgroeide uit een in Lissabon opgeraapt eikeltje en die uiteindelijk een Japanse (wol)mispel bleek te zijn. Hij stond er prima bij op zijn overwinterplaats, binnen in de verwarmde schuur van Herman & Marian. Hij was behoorlijk gegroeid. Toch is het jammer dat hij niet buiten in de volle grond kan.
Vandaag is het een warme lentedag. ´s Ochtends ga ik op de Lingepolikliek (foto hierboven) in Leerdam langs, bij de interniste bij wie ik onder contrôle ben voor mijn bloeddruk. Die is prima en mijn nuchter bloedsuiker en de nierfuncties, die ik vorige week liet prikken, zijn ook allemaal goed. Mooi zo. Over een halfjaar kom ik weer langs. Ans en ik kopen Senseo koffiepadjes om mee te nemen naar Malta. Ze zijn daar niet te koop. In de krant lees ik overigens dat Philips een paar miljoen apparaten terugroept. Ze kunnen door verkalking verstopt raken en uit elkaar spatten. Volgens Philips is het risico 3 : 1 miljoen. Een dure operatie voor zo´n geringe kans! Het gaat om apparaten die geproduceerd zijn tussen juli 2006 en november 2008. Daat hoort die van ons, die veel ouder is, niet bij.
De rest van de dag zit ik achter het huis in de zon te lezen. Morgen vliegen we naar Malta. We hebben een fijn bezoek aan Holland gehad maar nu verlangen we weer naar de boot en naar de hervatting van onze reis. Het volgende verslag komt dus uit Malta. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (157)
Donderdag 16-04-2009
Jeffrey heeft ervoor gezorgd dat een van mijn favoriete LP´s op CD is gezet. Het is "La Peña de los Parra" uit 1971 van het Chileens duo Isabel y Angel Parra, een LP met vurige Zuidamerikaanse verzetsliederen. Ze zijn geloof ik al jaren geleden uit elkaar gegaan. Ik ben er erg blij mee. Later op de avond komen Barbara & Michel met hun kinderen langs om afscheid te nemen. "Weten jullie wat er hier bij Tessa in de vuilnisbak zitten?", zeg ik. Nikita en Esri kijken me met grote vragende ogen aan. "Kabouters!", zeg ik, "zullen we eens gaan kijken?" Het gevolg is dat Barbara als ze vertrekken de twee kabouters van de zonnepaneellampjes onder de arm heeft.
Om half zeven gaat de wekker af. We nemen afscheid van Tessa & Jeffrey. Om half acht zitten we in de auto en ploeteren door de files op de A27 en de A2 naar Schiphol. De WiFi-antenne, die niet in de koffer bleek te passen, brengen we naar de Odd-sized Luggage balie, waar een sappig Amsterdams sprekende man ons verzekerd dat er enige kans is dat hij gelijk met ons in Malta aankomt. De vlucht van Air Malta vertrekt stipt op tijd. Onder me zie ik opnieuw de A2 en vervolgens het Amsterdam-Rijnkanaal, de Loosdrechtse plassen en Hilversum voorbijschuiven. De piloot koerst naar het oosten om de grote onweerstoring boven het zuiden van het land te vermijden en draait vanaf Arnhem langzaam bij naar het zuiden, richting Keulen. Bewolking verhindert dat we de grond zien. Het vliegtuig schokt af en toe hevig door turbulentie. Een twintig minuten later klaart het op. Beneden me zie ik het Vierwoudstedenmeer en de besneeuwde Alpentoppen. Op de nieuwe Packard Bell notebook typ ik dit stukje verslag. Steeds is weer turbulentie, het is een bumpy ride. Opnieuw nemen wolken het zicht weg. Het sein 'riemen vast' gaat aan en het cabinepersoneel onderbreekt het uitserveren van de lunch. Het vliegtuig steigert af en toe als een paard. De piloot neemt snelheid terug. Tot mijn spijt verdwijnt de vluchtinformatie van de monitoren boven de stoelen, we zijn net boven de Po-vlakte, en maakt plaats voor saaie promotiefilms over Malta. Na een kwartier is het schokken voorbij. Pas boven de Tyrheense Zee breekt het wolkendek en wordt het helder. Even later schuift Sicilië voorbij en tien miniuten later volgen achtereenvolgens Gozo, Comino en Malta zelf. Het voelt als thuiskomen. Op de bagageband rollen even later onze koffer en reistas en zelfs de WiFi-antenne in zicht.
Het is vandaag warm op Malta, 25° Celsius liefst. Een taxi brengt ons door het drukke verkeer naar de haven. De boot is knap vuil. Er ligt veel rood zand aan dek en rood stof wolkt op als we de kuiptent open ritsen. Maar een paar uur later hebben we de zaak weer aan de gang en de bagage uitgepakt en opgeborgen. Ik lijm nog gauw een nieuw zonnepaneel-kapje uit het Dongense tuincentrum op de stuurboord-kabouter. We strijken vermoeid neer met een glas wijn, morgen zullen we His Lordship ophalen en de boot een goede wasbeurt geven. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (158)
Vrijdag 17-04-2009
We slapen als een roos in ons eigen bed. Maar geen gat in de dag Om negen uur staat Paul, onze groenteboer, op de steiger te roepen. Het is een heerlijke, zonnige klusdag. Er liggen een aantal nieuwkomers aan de steiger en vele zeilers zijn aan het klussen. Het is zo levendig dat opeens alle voorgaande maanden ontzettend saai lijken te zijn geweest. Veel zeilers zijn terug van een overwintering in eigen land en zijn nu druk bezig hun scheepjes klaar te maken. Allereerst spuiten en schrobben we het rode en grijze zand van de kuiptent en het dek. Ook veeg ik met een natte doek het stof van de zonnepanelen. Ik loop over de steiger naar White Sails. Bernadette, de Duitse partner van de Australiër George, groet me en zegt dat ik ben afgevallen. Dat hoor ik graag. Hoffelijk antwoord ik dat zij ook is afgevallen (dat hoort zij graag) Met Johan Huy neem ik de resterende werkzaamheden door, die hij a.s. maandag komt doen. Ze bestaan uit wat kleine reparaties van het teakdek, het plaatsen van een startonderbreker, het vervangen van de impeller van de dieselmotor (zodanig dat ik het voortaan zelf kan), het monteren van een beugel voor een kettingslot op het nieuwe bijbootje en de plaatsing van de nieuwe omnidirectionele WiFi-antenne. Bij InsideOut haal ik de zonnehoezen voor de dekluiken en -luikjes en het zonnedoek voor de kajuitramen op. Dat laatste zie je hiernaast op de foto. Ze beschermen en verlengen de levensduur van het plexiglas, dat anders onder invloed van de ultraviolette component van het zonlicht na een aantal jaren in de Middellandse Zee ondoorzichtig wordt. En je kunt van binnen gewoon door deze suncovers heen naar buiten kijken. Om half twaalf komen Jaap & Diana op de koffie. Ze brengen Lord Byron mee. We hangen hem in zijn kooi op in de schaduw onder een van de nieuwe zonnepanelen. Hij is even wat beduusd maar na een minuut of vijf zingt hij alweer. Jaap & Diana vertellen dat er in de afgelopen veertien dagen regelmatig slecht weer was op Malta. Eigenlijk begint het er nu pas wat beter uit te zien, mogelijk met uitzondering van komend weekend waarin alweer harde wind verwacht wordt.
Na de koffie breken Ans en ik de kuiptent af en bergen hem tot de volgende winter op in het vak onder ons bed. Daarna zetten we de bimini op en komen tot de ontdekking dat die aan de achterzijde helaas toch tegen een steunbuis van het frame van de zonnepanelen stuit en niet helemaal uit kan klappen. Die buis moet dus wat meer naar achteren, nog een klusje erbij. We doen met het oog op ons komend vertrek uitvoerig boodschappen bij de Gala supermarkt en dan is het alweer eind van de middag. We klappen de bimini in en trekken de hoes erover. De hemel betrekt wat, maar volgens de laatste berichten valt het weer de komende dagen toch mee. We mikken erop om volgende week donderdag van Malta te vertrekken.
Ach, het leven en zijn gebruikelijke ellende gaan gewoon door. De Italianen hebben vanmorgen een Turks vrachtschip toegang geweigerd tot Lampedusa. Het had in Italiaanse wateren uit twee wrakke boten 154 zwarte migranten gered, onder wie vrouwen en kinderen. Er dreef minstens één dode in het water. Sommigen waren uitgeput en ziek na een onbekend aantal dagen op zee. Een aantal had gebroken ledematen. Een poging van de Italianen om een dokter af te zetten is mislukt (later wel gelukt) De Italianen zeggen dat het Turkse schip maar naar zijn Tunesische port of call moeten gaan of naar Malta, de Maltezers zeggen dat ze maar naar Lampedusa moeten gaan. Prima samenwerking ontwikkeld, die twee landen. Wordt vervolgd. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (159)
Zaterdag 18-04-2009
Het simpele plaatje hiernaast haalde ik van de interessante website Watts Up With That? Het is de site van een kennelijke klimaatscepticus die Anthony Watts heet en die fungeert als editor, want ook anderen dragen bij. Het gaat over tal van zaken, zo blijkt uit de subtitel "Commentary on puzzling things in life, nature, science, weather, climate change, technology, and recent news by Anthony Watts" Ik raakte er verzeild door een link in het Volkskrantblog van Hans Erren, die in zijn laatste bijdrage uitlegt waarom hij (Erren) denkt dat er geen sprake is van een irreversibele klimaatkatastrofe. Het site-onderdeel van Watts is een gastbijdrage van Richard Lindzen, "Lindzen on negative climate feedback" van 30 maart jl. Lindzen is hoogleraar Meteorologie aan het MIT, één van de meest prestigieuze technische universiteiten in de wereld. Niet zo maar iemand dus.
Hoe zit het? De aarde ontvangt energierijke straling van de zon. Onze atmosfeer is doorgankelijk (transparant) voor het zichtbare deel van die straling. Daardoor wordt de aarde opgewarmd. Gelukkig wordt een deel ervan teruggekaatst door de atmosfeer zelf en het aardoppervlak. Er onstaat een evenwicht tussen opwarming en afkoeling. Dat komt omdat broeikasgassen in onze atmosfeer, zoals waterdamp (o.a. wolken), methaan en (veel minder) CO2, het langgolvige (infrarode) deel van de teruggekaatste warmte tegenhouden. Voeg je nu méér van die broeikasgassen toe, bijvoorbeeld koolzuurgas en methaan door menselijke aktiviteiten als landbouw, ontbossing en het verbranden van fossiele brandstoffen, dan wordt er meer warmte vastgehouden en stelt zich op een hoger niveau een nieuw evenwicht in. De aarde warmt op. Velen denken - ook bij het IPCC - dat zich zo´n evenwicht niet instelt ("runaway greenhouse effect") omdat er allerlei positieve terugkoppelingen ontstaan. Voorbeelden zijn: warmere oceanen > meer verdamping > meer van het broeikasgas waterdamp > meer opwarming, vermindering van terugkaatsing (=verhoging van de albedo) als aan de polen ijs smelt en het donkere water meer warmte opneemt, het plotseling vrijkomen van grote hoeveelheden methaangas uit de dooiende toendra´s in Siberië en Canada, e.d. Uit de studies van Lindzen blijkt echter dat er eerder sprake van versterking van negatieve terugkoppeling, dus hoe meer opwarming, hoe meer afkoeling. Ik staar naar de verbazingwekkende grafiek van de duidelijk verterkte LW-straling die hij toont. Je kunt er niet om heen. Bovendien is het door onafhankelijk onderzoek van anderen ook vastgesteld. Dat is interessant! Als het waar is, dan is er dus helemaal geen sprake van een dreigende klimaatcrisis. De globale temperatuurverandering die we wel waarnemen, komt voornamelijk door de fluctuaties in oceaanstromen en zonneaktiviteit. We hoeven ons helemaal geen zorgen te maken, zou je zeggen.
Ik heb er wel vragen en kanttekeningen bij:
1. Niemand weet precies - ook Lindzen niet - wat die versterking van negatieve terugkoppeling veroorzaakt. Dus niemand weet hoe lang het effect duurt en hoeveel komende opwarming erdoor gecompenseerd wordt. Bovendien gaan zijn waarnemingen maar tot 1999. De vraag is of daarna met die negatieve feedback aanhield. En is het een mechanisme zonder limiet?
2. Er wordt in de dezelfde studies een positieve terugkoppeling gezien in de kortgolvige terugkaatsing. Wat betekent dat?
3. De aarde kan niet meer warmte absorberen dan een zwart lichaam doet. Daar zitten we al dichtbij. Er is dus een maximum aan global warming. Hoe zit het dan met de enorme hitte op de planeet Venus, die men altijd a runaway greenhouse noemt?
4. In beginsel zijn we na een interglaciale periode van ruwweg 10.000 jaar aan een nieuwe IJstijd toe. Veel klimatologen zeggen dat we die voor ons uitschuiven door de huidige opwarming. Klopt dat wel, gelet op de waargenomen versterking van terugkoppeling? Is die misschien een voorteken van een naderende IJstijd?
5. James Lovelock vat de aarde op een als een levend, zich zelfregulerend organisme dat hij Gaia heeft gedoopt. Eigenlijk zou je zeggen dat de waargenomen sterkere terugkoppeling daar prima bij past. Waarom gelooft nou uitgerekend iemand als Lovelock dat het helemaal verkeerd afloopt door AGM (anthropogenic global warming)?
6. Aan de modellen en de prognoses van het IPCC wordt door duizenden wetenschappers gewerkt. Met 90% waarschijnlijkheid wordt de opwarming van de aarde door de mens veroorzaakt, zeggen ze. Kunnen zoveel knappe koppen het bij het verkeerde eind hebben? Ja, dat kan natuurlijk.
Er valt nog meer te zeggen, maar voor nu is het genoeg. Het is vandaag bewolkt en de oostelijke wind veroorzaakt een deining in de haven die onze boot alsmaar doet wiegelen. Je went eraan. In de ochtend komt Johan Huy met een Nederlander langs, een oud-chirurg uit Dordrecht die solozeilend met een catamaran zojuist na veel moeilijkheden is gearriveerd vanaf de Peloponesos. Zijn saildrive begaf het en hij had ook nog 60 mijl uit de kust een aanvaring met een zeeschip. Daarbij brak hij zijn duim en hij ziet er nog behoorlijk daas uit. Ik geef hem koffie en daarna brengt Johan hem naar het ziekenhuis. De rest van de dag lees ik me verder in Lindzen in. Vanavond trakteren we Jaap & Diana op een etentje in Restaurant Guzé hier vlakbij, omdat ze op onze boot en op Lord Byron hebben gepast. Gewoon lekker uit eten alsof er niets aan de hand is. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (160)
Zondag 19-04-2009
Het houdt me wel bezig, dat verhaal van Richard Lindzen (zie gisteren) over de versterkte negatieve terugkoppeling, die vanaf ongeveer 1993 de toenemende opwarming van de aarde zou compenseren. Op een vooralsnog onbekende wijze. Hij baseert zich op een onderzoek dat in 2002 in het blad Science werd gepubliceerd. Zie de grafieken hiernaast. Het gaat om de bovenste, waarbij LW staat (long waves) en je ziet dat vanaf 1993 de rode lijn, die de warmte emissie van de aarde aangeeft, boven de verwachtingen van de ICPP-modellen uitstijgt. Lees het zelf na in het artikel van Lindzen. Daar vind je ook de gegevens van vier andere studies, die deze ontdekking zouden bevestigen en die gepubliceerd zijn in de jaren 2002 - 2005. Ergens zegt Lindzen dat de terugkoppeling zelfs 7 keer sterker is dan in de modellen, maar dat zie ik alleen maar in 1998. Niettemin, wat moet je ervan denken? Hoe staat het in relatie tot de aktuele observaties van versneld smeltend drijfijs aan de polen? Met de voortgaande stijging van de niveaus van zeeën en oceanen, momenteel in een tempo van ongeveer 3 tot 4 millimeter per jaar (periode 1993 - 2003)? Hoeven we ons dan helemaal geen zorgen over een klimaatkatastrofe te maken?
De dag vangt schitterend zonnig aan. Af en toe drijft een wolkenveld over, maar het duurt niet lang voor de zon weer uitbundig schijnt. De regen van vannacht bracht weer een laagje rood woestijnzand op de boot aan. Met een doek lap ik het weg, gebruik makend van de ochtenddauw. In de ochtenduren installeer ik succesvol de WLAN-verbindingssoftware en het stuurprogramma voor het BU-353 (USB) GPS´je (dat Jaap laatst voor me uit Holland meebracht) op de nieuwe notebook computer. Tegen twaalven lopen we naar de havendam bij de de Black Pearl. Daar is een boat jumble, een onderlinge koop/ruilbeurs voor zeilers. Het aanbod wordt gedomineerd door de uitzet van Ted & Trish van de Rhumbline, die het zeilersleven eraan geven. Hun boot staat te koop. Ted is 87 jaar en houdt het zeilersleven voor gezien, hij en zijn jongere vrouw (van begin 70) keren terug naar Amerika om in de buurt van hun (klein)kinderen te gaan wonen. Het geeft ons te denken. Staan wij ook een keer onze spullen te verkopen op een boat jumble en hoelang duurt dat nog? Mocht het in ons geval ook 25 jaar duren dan mogen we niet ontevreden zijn. Enfin, ik rommel wat rond in hun spullen die ze op de kade hebben uitgestald (zie foto hier) en koop voor een paar euro een walstroomverdeelstekker, drie fretboortjes, een boek ("The Haj" van Leon Uris, Bantam Books, 1984) en een scheepsbel. Een wat? Een scheepsbel. Waarom? Ja waarom niet? Hij zag er leuk uit. Flink oppoetsen en hij ziet er weer als nieuw uit. Als ik hem nou eens bij de loopplank aan een buis van het frame van de zonnepanelen vastmaak, dan kunnen eventuele bezoekers aanbellen. Ans kijkt me meewarig aan. Nou ja, je kunt hem ook luiden bij mist, zeg ik hoopvol. Haar meewarige blik neemt nauwelijks af. Daarna is er een barbecue. We blijven wel maar doen er niet aan mee. Niets aan, zo vroeg barbecuen. Maar we zitten wel een paar uur plezierig te praten en te drinken met veel van de overwinteraars (foto hier) We weten allemaal dat we deze weken uit elkaar zullen gaan en elkaar waarschijnlijk nooit weer zullen zien. Bij sommigen vinden we het niet zo erg, maar bij anderen wel. Dat geeft een gevoel van prettige melancholie maar evenzogoed wordt het komende week opnieuw slecht weer en dan blijven nog wat en dan zien we elkaar toch weer terug. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (161)
Maandag 20-04-2009
Wat een treurige, regenachtige en kille miezerdag vandaag! We hebben zelfs de kachel aan. Bovendien ziet het ernaar uit dat het de komende dagen zo blijft. Maar we vorderen op onze klussenlijst. Johan en Lino van White Sails halen het nieuwe bijbootje op om er in de werkplaats een degelijke bevestiging voor een fors kettingslot op te maken. Dergelijke bootjes zijn immers gewild. Eveneens met het oog op diefstal legt Johan een startonderbreker voor onze dieselmotor aan. Iedereen zal begrijpen dat ik daarover geen details op de website plaats. Als we de boot voor wat langere tijd verlaten, bijvoorbeeld als we een bezoek aan Holland brengen of langere tochten aan wal maken, dan schakelen we hem in. Dieven kunnen de motor niet starten en het is een heel gezoek voor ze om erachter te komen waardoor dat komt. Meestal hebben ze daar geen tijd en geduld voor. Daniël zet een nieuwe impeller in de koelwaterpomp. De oude was overigens nog onbeschadigd, maar dat weet je pas als je hem eruit haalt. Ik maak er een foto van (niet erg scherp, want er is nauwelijks ruimte voor de camera, zie hier) Ik heb goed gekeken en denk dat ik het voortaan wel zelf kan. Ook maak ik een foto van de nieuwe 9 dBi WiFi-antenne (zie hier) en uiteraard ook van de even prachtige als overbodige scheepsbel, die ik gisteren voor 1 euro kocht (foto hierboven) De WiFi-antenne heb ik gisteren getest en het viel me niet mee, hij pakte niet veel meer netwerken dan de Canopi flatpanel antenne. De veronderstelling is nu dat het euvel toch wel eens in de 6 meter kabelverbinding kan zitten. Die heb ik destijds wel getest met de multimeter, maar het schijnt dat dat met zo´n meter niet kan (zegt men op de Wlan-Shop)
Om 16.00 uur begint het eindelijk wat op te klaren. In het westen verschijnen stukjes blauwe lucht. Ik laat de motor een halfuurtje lopen, het koelwater spuit in een mooie straal naar buiten. De nieuwe impeller werkt dus goed. De opklaring is van korte duur, een uur later is het weer bewolkt maar in elk geval droog. Het Turkse vrachtschip dat een paar dagen geleden ruim 100 zwarte migranten van hun wrakke scheepjes redde en dat noch in het Italiaanse Lampedusa noch in Malta terecht kon, mocht ze uiteindelijk toch in Lampedusa afzetten. Verder tref ik via het maandblad Zeilen een Live Piracy Map 2009, waarop men alle incidenten met piraten in de wereld bijhoudt in drie categorieën: daadwerkelijke overval, poging tot overval en verdachte schepen. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (162)
Dinsdag 21-04-2009
Dezer dagen en vannacht speel ik voor dokter. Ik ben daar overigens erg terughoudend in want ik ben er immers al jaren uit. Maar het 10-jarige zoontje van een vreselijk aardig Russisch gezin op de K-steiger heeft hoge koorts en ze zijn niet verzekerd, krijg ik de indruk. Ik kan natuurlijk altijd even kijken en als ik het niet vertrouw zullen ze toch naar het ziekenhuis moeten. Maar het kind heeft alle klassieke verschijnselen van een fikse buikgriep. Daar weet ik nog wel raad mee: veel drinken om uitdroging te voorkomen, paracetamol tegen de koorts en vooral geen antibiotica. Het is een selflimiting disease, maar het is altijd moeilijk om dat uit te leggen aan angstige ouders die verwachten dat je een wondermiddel zult voorschrijven. Vanochtend om half zes kloppen ze in paniek aan. Ik schiet mijn kleren aan en ga kijken en vind eigenlijk niks verontrustends. Het joch heeft flinke buikpijn maar desondanks is de buik redelijk soepel, zijn pols is goed en hij heeft nauwelijks verhoging meer. Zo doorgaan dus. Vanmiddag is het al een stuk beter.
Het is een onstuimige dag. Veel wind uit het westen en af en toe fikse regenbuien. Tussendoor bestijg ik met de boodschappenkar de heuvel aan de overkant, om bij de Lidl verder voorraden in te slaan (foto hierboven) Er is een aanbieding van een leuk toneel-/veldkijkertje van 10 x 25, waarvoor ik bezwijk. Slechts € 8,99, met een tasje dat je aan je riem kan bevestigen. Vooruit. De mannen van White Sails komen de steunbuis van het zonnepanelen-frame veranderen; de bimini stootte ertegen als hij uitstond. Dat hadden ze over het hoofd gezien. Ook mijn mooie scheepsbel moet op een andere (lagere) plaats vanwege de bimini. Verder is het degelijke slot op ons bijbootje aangebracht, dat het tegen diefstal moet beschermen. Ik heb het grootste deel van de apparatuur in de navigatiehoek getest: het multi-schermpje, de radar, de plotter, het reserve GPS´je, de Navtex en de VHF. Alles in orde.
Vandaag verschijnt het rapport "De Staat van het Klimaat 2008", een overzicht van de relevante ontwikkelingen op het gebied van klimaat, klimaatverandering, klimaatonderzoek en klimaatbeleid in het afgelopen jaar, opgesteld onder de vlag van het Nederlandse Platform Communication on Climate Change (PCCC) Je kunt het rapport daar downloaden. NRC/Handelsblad brengt het nieuws tamelijk alarmerend onder de kop "Wetenschappers: klimaatcrisis erger dan gedacht" Ik heb het vanmiddag gedownload en kom er dezer dagen nog op terug. Er staat ook in dat Nederland twee keer sneller opwarmt dan de rest van de wereld. Dat zou je inderdaad zeggen als je het huidige fraaie weer in Nederland vergelijkt met de regen en harde wind die we alsmaar in Malta hebben. Er is een waarschuwing voor NoordWest 8 uitgegeven tot en met donderdagochtend vroeg. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (163)
Woensdag 22-04-2009
Vandaag opnieuw winderig, fris en af en toe een bui. Lekker weer om binnen in de kajuit wat te schrijven. Ik begin aan een stuk over de vraag op welke feiten en waarnemingen klimaatsceptici zich baseren bij hun opvattingen, naar aanleiding van de kritiek van één van hen - de econoom Hans Labohm - op het rapport "De Staat van het Klimaat 2008" waar ik gisteren over schreef. Het is een hele uitzoekerij en het stuk dijt tezeer uit voor dit Logboek. Ik verplaats het tenslotte naar de rubriek Beschouwingen, waar je het vindt onder de naam "´Cherry picking´ in het klimaatdebat"
Er is ook nieuws van de jagers op exoplaneten, dus op aardachtige planeten buiten ons zonnestelsel. Een persbericht van de ESO meldde van de week dat een groep Europese onderzoekers bij de rode dwergster Gliese 581 de tot dusver kleinst bekende exoplaneet heeft gevonden, een planeet die slechts 1,9 maal groter is dan de aarde. Gliese 581 ligt op 20,5 lichtjaar van de aarde, dus tamelijk dichtbij. De nieuwe exoplaneet staat dichtbij de moederster en hij heeft een te hoge oppervlaktetemperatuur om leven te kunnen herbergen. Maar hetzelfde team ontdekte al eerder 3 andere exoplaneten bij Gliese: Gliese b, c en d (de nieuwe heet Gliese e) Eén daarvan (Gliese d) bevindt zich in de bewoonbare zône, de afstand van de moederzon waarin planeten - net als bijvoorbeeld onze aarde - leven kunnen bevatten (zie het plaatje hierboven) Deze planeet is echter 7 maal zo zwaar als de aarde. Men speculeert erop dat het misschien een "waterwereld" is met een mantel die gedeeltelijk uit oceanen bestaat. Daar zou dus leven kunnen zijn.
Ans slaat vanmorgen bij de Gala supermarkt nog meer levensmiddelen in. Bij onze verzekering vraag ik per e-mail een Internationaal Verzekeringsbewijs aan, want Griekse en Turkse havenautoriteiten schijnen geen genoegen te nemen met een polis in het Nederlands. Van eindredacteur Ernst Steinmeier ontvang ik bericht dat mijn stuk over ons treffen met een schip vol illegale migranten (in september 2008) nu in het juninummer van het maandblad Zeilen komt te staan. Vanmiddag komt Fred Bol langs met de kabel die hij gebruikt voor zijn externe WiFi-antenne. We wilden ermee uitzoeken of mijn eigen kabel stuk is maar helaas heeft hij precies de verkeerde (mannelijke) aansluitbus erop. Daarna lopen we langs de Russen op steiger K. Ze ontvangen me met warme, omvangrijke Slavische omhelzingen. Hun zoontje is is sinds vanmorgen helemaal opgeknapt. "Good doctor!" Eerlijk gezegd ben ik zelf ook erg opgelucht. Hun oudere zoon Ivan van 15 is dichter en hij heeft een bundel voor me geprint met een opdracht voor mij en Ans. Hij bevat gedichten uit twee van zijn bundels, "A New Dawn" en "World, Hold On!" Dat is natuurlijk heel aardig. Overigens zou je over dit bijzondere gezin, dat al driemaal de wereld rond zeilde, een heel boek kunnen schrijven.
De zeilers om ons heen hebben het op hun heupen. Iedereen praat over het weer en over vertrekken. Vanmorgen vertrekt een Britse Hallberg Rassy 45, maar vanmiddag komen ze vanwege de harde wind en de beroerde zeegang alweer terug. Terwijl zo´n HR45 toch heel wat aan kan. Nanning & Miranda willen morgen weg. Dan is de wind geluwd maar er kan nog een aardige zeegang staan. Wij verkiezen af te wachten. Ook komend weekend waait het weer hard, naar verwachting uit het zuidoosten. Op zich niet eens zó hard (Bf 6 - 7) en eigenlijk uit de goede hoek (zuidoost) voor de oversteek naar Sicilië, maar we zijn nog niet ingeslingerd en hebben geen zin om op de eerste dag van het nieuwe seizoen gelijk al in onrustig weer te varen. Trouwens, er moeten nog wat kleine reparaties aan het teakdek gedaan worden. En misschien hebben we ook wel een beetje moeite ons van het vertrouwde Malta los te maken. Maar volgende week, dan gaan we weg! Terug naar boven
Msida Marina, Malta (164)
Donderdag 23-04-2009
De woensdagse zeilersavond in de bar van de Black Pearl lijkt gisteravond vooral op een afscheidsborrel. De meesten zullen volgende week woensdag niet meer van de partij zijn. Het gezelschap valt in twee groepen uiteen, de Scandinaviërs (vooral Zweden) en de Hollanders. Om de Zweden een plezier te doen, haal ik van boord een CD van Cornelis Vreeswijk - de Nederlandse bard van de zeventiger jaren die vooral in Zweden populair werd. Vandaag brengt één van de Zweden me een gekopieerde CD waarop de zanger zijn bekende songs in het Zweeds vertolkt. Vandaag ook vertrekken Nanning & Miranda, uitgewuifd en uitgetoeterd door het vaderlandse contingent (zie foto hierboven en een andere hier) Zij gaan allereerst naar Syracuse om vandaar geleidelijk aan richting Gibraltar te varen en langs de Atlantische kusten noordwaarts naar Holland terug te keren, waar ze deze zomer het wad willen verkennen. En dan zien ze wel weer verder.
´s Nachts regent het ononderbroken pijpenstelen tot het tegen half elf vanochtend opklaart. Ans gaat met Diana winkelen in Sliema. Ze gaat vast een cadeautje voor me kopen, want zaterdag ben ik jarig. Bij White Sails haal ik de gasfles op die ze voor me gevuld hebben en ik koop er een 5 literflacon motorolie en een hangslot voor ons bijbootje. Later komt Lino een strookje loslatend rubber in het teakdek vervangen. Per e-mail ontvangen we van onze verzekering een Internationaal Verzekeringsbewijs voor de havenautoriteiten in Griekenland en Turkije. Mijn mooiste prestatie van vandaag is het installeren op zowel de grote VAIO-laptop als op het nieuwe notebook van C-map 2006. Ik kreeg een kopie van een bevriende zeiler. Het werkt geweldig en zelfs de GPS-muis (BU-353USB) projecteert na enige manipulaties feilloos onze positie in de kaart. We hebben nu drie of eigenlijk vier navigatiessytemen: de RL70C radar/plotter van Raymarine op het dashboard, de twee systemen op de computers en - als de boordstroom geheel zou uitvallen - het handheld reserve GPS´je met de papieren kaarten. Verdwalen zou niet meer mogen lukken.
Eigenlijk zijn we nu vrijwel klaar om te vertrekken. Ans en ik klappen aan het eind van de middag de bimini in. Ik heb er een hekel aan om met dat ding boven mijn hoofd te varen. Je kunt je zeil immers niet zien. Maar soms moet je wel om niet door de zon geroosterd te worden. Wat moet er nog gebeuren? Ik moet nog benzine voor het buitenboord motortje halen, het mobiel internet-abbonnement van Go Mobile opzeggen, ons electronisch toegangspasje voor de steiger inleveren, nog laatste boodschappen doen (o.a. lampolie, keukenrollen en toiletpapier) en dan hebben we het zo´n beetje gehad. We houden nauwlettend de weersontwikkelingen in de gaten. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (165)
Vrijdag 24-04-2009
Een mooie zonnige dag met westenwind Bf 4 - 5. Een mooie wind om over te steken naar Syracuse. Waarom doen we dat niet? Omdat er nog wat laatste dingen zijn te doen en voor morgenavond hebben we wat mensen uitgenodigd om mijn verjaardag te vieren. Maar ik merk ook een lichte neiging tot aarzelen en ons nog niet los te maken van Malta. Vanochtend fiets ik naar Go Mobile om het mobiel internet-abbonnement op te zeggen. Dat kan, per 1 mei, zegt het joch achter de balie. Het wordt moeilijker als ik zeg pas per 1 juni te willen stoppen want onderweg in Italië of Griekenland zijn er misschien plekken waar ik niks anders heb, zolang ik daar nog geen lokale prepaid SIM-kaart heb gekocht. De jongen zegt dat ik dan vlak voor 1 juni moet terugkomen. Dat kan natuurlijk niet, leg ik uit, we zijn dan het land uit. Hij overlegt met zijn collega en gaat daarna uitvoerig in het Maltees telefoneren met hogergeplaatsen. De rij wachtenden achter mij groeit. Na een halfuur heeft hij de oplossing: hij vult een opzeggingsformulier in en dateert dat op 1 juni. Ik moet het abbonementsgeld van mei vooruit betalen en hij zal het formulier zelf een paar dagen voor 1 juni indienen. Ik vraag en krijg een kopie en ben benieuwd of het te zijner tijd gaat lukken.
Op de terugweg haal ik in de Gala supermarkt een paar flessen lampolie en grote pakken keukenrollen en toiletpapier. We hebben gehoord dat dat in Griekenland hier en daar schaars is. De pakken hang ik aan het stuur en vorm aldus voor een paar kilometer en een afdaling een gevaar op de weg. Daarna fiets ik naar een benzinestation op de boulevard van Sliema voor het vullen van de jerrycan met 5 liter brandstof voor het buitenboordmotortje. Onderweg tref ik Gerard van de Mermaid. Hij heeft gehoord dat Nanning & Miranda goed in Syracuse zijn aangekomen onder begeleiding van de carabinieri. Drugskontrôle? Daar zit vast een verhaal achter.
Onze volgende klus bestaat uit het samen uitmesten van de hekkist. Daar liggen twee zware extra ankers, een ploegschaaranker (40 kilo) en een stokanker van 25 kilo, de tas met het reddingsvlot en het roer van de Hydrovane windstuurinrichting. Zware zaken. Er lag een rieten matje onder. Dat is helemaal vergaan van het vocht. Eigenlijk is het raar dat onze kuip, die ruim kan afwateren door de doorstapopening, ook nog een afwateringspijpje heeft naar die kist. We maken dat maar dicht met een stop en stouwen alles terug in de kist.
Komend weekend, vooral maandag, gaat het nog een keer hard waaien, zegt MaltaWeather. De wind gaat van zuidwest ruimen naar noordwest. Daarna lijkt er beter weer op komst met winden uit zuidoost. We mikken op dinsdag of (vanwege de mogelijk nog uitstaande swell) woensdag om te vertrekken. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (166)
Zaterdag 25-04-2009
Gisteravond ontvang ik per e-mail van Marina de Lint, de ambtelijk secretaris van de Onderzoekscommissie Jansen van Medisch Spectrum Twente, het concept-verslag van het gesprek dat ik ruim twee weken geleden in Apeldoorn met de commissie voerde. Ik heb vijf werkdagen om erop te reageren, maar natuurlijk begin ik meteen met lezen. Het roept opnieuw veel herinneringen aan de episode in me wakker en ik ben tot een uur of één bezig met correcties en aanvullingen. Ook vanmorgen ben ik er nog mee bezig en geleidelijk aan heb ik het gevoel dat het beeld van die tijd compleet wordt. Ik zal het morgen nog een keer helemaal doorlezen en terugmailen.
Vandaag wordt ik 62 jaar. Wat klinkt dat oud! Zo voel ik me helemaal niet en gelukkig maar. Felicitaties komen binnen per SMS, telefoon en e-mail. Naast mijn ontbijtbordje staan de cadeautjes van Ans en haar moeder: een bermuda-short, nieuwe crocs (blauw) en een computerspel. Met meer dan 26° Celsius is het een stralende dag. We hijsen samen na een halfjaar vlot het grootzeil (zie foto hierboven) en ik controleer alles en spuit teflonspray op de leuvers. Van Johan Huy krijg ik een windscoop, een soort tentje dat je op boven een openstaand dekluik hangt en dat de wind naar binnen voert. Lekker tijdens de warme dagen en nachten die we nog gaan krijgen. Gerda Bol komt ´s middags een fles Maltese witte wijn brengen en vanavond komen de vrienden die we sinds Lagos kennen een borrel drinken.
Het ziet er nog steeds goed uit voor een vertrek op dinsdag of woensdag volgende week. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (167)
Zondag 26-04-2009
De foto hierboven toont het Draco dwergsterrenstelsel. Dergelijke kleine stelsels bevatten slechts enkele honderdduizenden sterren en zouden verder vooral uit zogenaamde koude donkere materie bestaan (cold dark matter, CDM) Donkere materie is nog nooit door iemand gezien en niemand weet waaruit het bestaat, maar er is desondanks vier tot vijf keer zoveel van in het heelal dan van de gewone, alledaagse materie waar wij uit bestaan. CDM is ondermeer nodig om de geboorte van sterrenstelsels en -clusters te verklaren. Volgens de gangbare theorie begeleiden honderden van die dwergsterrenstelsels zoals Draco de grote stelsels als de Melkweg en het Andromeda-stelsel. Ze zijn echter moeilijk te zien en bij ons eigen Melkwegstelsel zijn er tot dusver maar zo´n dertig ontdekt. Maar er is iets vreemds met sommige van die kleine stelsels. Er is een groep van 11 dwergstelsels bij die zich in één en hetzelfde vlak bevinden en allemaal draaien ze in dezelfde richting om de Melkweg heen. Een persbericht van de Royal Astronomical Society meldt een recent onderzoek ernaar van ondermeer Pavel Kroupa van het Argelander-Institut für Astronomie (AlfA) in Bonn. De posities en de gelijkgerichte beweging van de elf mini-stelsels kan alleen verklaard worden door botsingen in een ver verleden, maar daarvan is bekend dat ze bij dergelijke botsingen al hun donkere materie verliezen. En zonder die donkere materie zouden ze nooit hun hoge snelheden kunnen hebben - althans volgens de universele standaard-zwaartekracht theorie van Newton. Eén van de onderzoekers zegt erover in het persbericht: “The only solution is to reject Newton’s theory. If we live in a Universe where a modified law of gravitation applies, then our observations would be explainable without dark matter.” Dat is nogal wat! De meeste theoretici geloven namelijk in het bestaan van donkere materie, die - zoals gezegd - nog nooit door iemand gezien is, maar er is in 1983 een alternatieve theorie ontwikkeld, inderdaad Modified Newtonian Dynamics (MOND) genaamd, door de Israëlier Mordechai Milgrom. MOND gaat ervan uit dat de zwaartekracht verandert afhankelijk van of de versnelling van lichamen boven of beneden een overgangswaarde a0 Bij versnellingen boven a0 geldt Newton en eronder halveert de zwaartekracht.
De recente waarnemingen van Kroupa van de te snel bewegende dwergstelsels bevestigen de MOND-hypothese. Vreemde zaak. Hoe het werkt en waarom, weet niemand, zo luidt de kritiek op MOND. Anderzijds weet ook niemand wat donkere materie is, alhoewel er veel kandidaten werden voorgesteld, zoals WIMP´s (Weakly Interacting Massive Particles) Als de Large Hadron Collider in Zwitserland eindelijk deze zomer gaat draaien, worden er mogelijk WIMP´s ontdekt. Dan wint de donkere materie. Het zijn spannende tijden.
Gisteravond een leuke verjaardagsborrel met Jaap & Diana en Josje & Gerard. Aanvankelijk zitten we in de kuip. Er wordt voor me gezongen en hiep-hiep-hoera geroepen. Na een uur wordt het koud en verkassen we naar de kajuit (foto hier) Ook ´s avonds bellen er nog vrienden om me te feliciteren. Alleen mijn beide jongens laten niks horen, te druk met hun eigen levens om aan die verre vader te denken. Vandaag is het een grijsbewolkte en frisse dag. We doen niet veel en dat hoeft ook niet. Vanavond en morgen gaat het hard waaien.
Later vanmiddag bellen mijn jongens ietwat besmuikt, de één na de ander, toch nog op om me te feliciteren. Tip gehad? Site gelezen? Ach, het geeft niet, ik ben allang blij dat ze even belden. Iets anders: op 18 en 19 april schreef ik over studies zoals van Richard Lindzen, waarin versterkte negatieve terugkoppelingen in de atmosfeer werden getoond, die de opwarming van de aarde zouden compenseren. Geen global warming en geen dreigende klimaatkatastrofe. Maar zie toch hoe voorzichtig je moet zijn met gegevens op Internet. De door Lindzen getoonde grafiek blijkt verouderd. De gegevens zijn afkomstig van ERBE (NASA Earth Radiation Budget Experiment) en ze zijn later gecorrigeerd voor een aantal fouten en vertekeningen. En zie: weg is de versterkte negatieve terugkoppeling in de langgolvige warmteuitstraling, met uitzondering van 1998. Dat kwam door de uitbarsting van de vulkaan Pinatubo. Hieronder zie je de verbeterde grafiek. Morgen zal ik er wat meer over vertellen. Vanavond nemen Johan Huy en zijn vrouw ons mee uit eten. Terug naar boven
De gecorrigeerde grafiek vond ik op het klimaatblog van Chris Colose. Sinds 2002 zijn er belangrijke revisies van de data geweest, die op de website worden uitgelgd. De gegevens zelf kun je hier opzoeken. Hoe reageert Lindzen daar nu op? Hij wordt er - in klimaattermen - niet warm of koud van: "It has become standard in climate science that data in contradiction to alarmism is inevitably ‘corrected’ to bring it closer to alarming models. None of us would argue that this data is perfect, and the corrections are often plausible. What is implausible is that the ‘corrections’ should always bring the data closer to models", zegt hij op website van Colose.
Dat soort reacties kom je heel vaak tegen in de klimaatdiscussies. Veel deelnemers, zowel alarmisten als sceptici, maken elkaar verdacht en beschuldigen elkaar van vooringenomenheid, "cherry picking", kwade trouw en wat niet al. Het maakt het uiterst lastig tot bijna onmogelijk om er je weg in te vinden. Helaas, ook hier geldt weer dat observaties en metingen van wat er echt met het klimaat gebeurt zullen uitwijzen wie er gelijk heeft - en dan kan het mogelijk veel te laat zijn.
Msida Marina, Malta (168)
Maandag 27-04-2009
Gisteravond mail ik de geautoriseerde versie van mijn interview met de Onderzoekscommissie Jansen van MST naar ambtelijk secretaris Marina de Lint. Bij de correcties kwamen er nog interessante zaken terug in mijn geheugen. Deze versie wordt vandaag al aan de commissie voorgelegd. Daarna wordt de geluidsopname vernietigd en gebruikt men de door mij geautoriseerde versie. Het is nu een kwestie van afwachten, mogelijk komen er nog aanvullende vragen naar aanleiding van interviews met andere betrokkenen bij de kwestie Jansen Steur. En dan het rapport, waar ik natuurlijk razend nieuwsgierig naar ben.
Later op de avond nemen Johan Huy van White Sails en zijn vrouw Jeannette ons mee naar een prima restaurant vlakbij hun mooie huis in Salina. De naam van het restaurant ben ik vergeten maar niet het uitstekende eten en drinken (een Pinot Noir 2003 uit Sonoma County, California) en de boeiende gesprekken (klik voor een foto hier) Ongewone mensen, je zou gemakkelijk een boek over ze kunnen schrijven. Johan studeerde ooit psychologie en was later kunsthandelaar, verkoper van spijkerbroeken, coureur in raceauto´s en wat niet al, totdat hij zo´n 15 jaar geleden neerstreek op Malta en er zijn "hobbybedrijfje" begon. Jeannette maakt en restaureert porceleinen poppen en daar is ze erg goed in. Na de maaltijd bekijken we haar atelier op de benedenverdieping van hun huis, waar het vol staat met gietvormen en poppen in aanbouw (2 foto´s hier) Ans wordt helemaal verliefd op een pop die sprekend lijkt op Vanessa, een vriendin van haar dochter Tessa (foto hierboven en een andere hier)
Vandaag waait het fors. In de haven registreren we regelmatig Bf 6 uit het zuidoosten. We maken nog één keer een foerageertocht, dit keer naar de grote supermarkt in Sliema. Op The Strand, de boulevard van Sliema waar we twee weken lang in een appartementje woonden, zien we de boten dansen op de forse deining die met deze wind recht Sliema Creek inloopt. Buiten op zee staan witte schuimkoppen op de golven. We drinken koffie uit de wind op een overdekt terras. Waarschijnlijk voor de laatste keer brengt zo´n typische Maltese rammelbus ons met het volgeladen boodschappenkarretje terug. Voor morgen wordt nog een doorstaande swell gemeld, woensdag lijkt nog steeds onze dag van vertrek te worden. In de wereld maakt men zich zorgen over een mogelijke influenza-pandemie met een nieuw varkensgriepvirus, dat in Mexico is opgedoken en van mens op mens kan overgaan. De griepvaccinatie die we deze herfst namen beschermt er niet tegen. Terug naar boven
Msida Marina, Malta (169)
Dinsdag 28-04-2009
Zon met een straffe westenwind. Volgens de prognoses op Passageweather hebben we morgen nog steeds een goede wind voor de oversteek naar Sicilië. We zien wel of we een nacht ankeren in de baai van Porto Palo, aan deze kant van kaap Passero, of doorvaren naar Marsamemi, de eerste haven aan de oostkust of zelfs direct naar Syracuse. Ons vertrek stellen we op morgenochtend 6.00 uur. Ook bij de andere zeilers is de vertrek-koorts levendig. "Gaan jullie morgen ook?" is de vaste vraag, soms gevolgd door "let op, want donderdag is er alweer veel wind" (Dat zie ik overigens niet in de prognoses) Msida Marina lijkt morgen leeg te gaan lopen. Vanochtend komt Paul, ons groenteboertje, voor de laatste keer langs. Hij was altijd nogal gecharmeerd van Ans, wat ik wel begrijpen kan, en heeft een doos bonbons voor haar meegenomen. Daarna fiets ik nog één keer de heuvel op naar de Gala supermarkt, voor nog wat pakjes gedroogde vijgen, een busje nootmuskaat (was juist op) en een extra fles Pastis van Pernod. Die verkopen ze hier en ik neem tegenwoordig aan het eind van de middag graag wat van dat troebelgele, naar anijs smakende drankje uit de fles, die in de koelkast staat, in een glas dat niet echt opraakt omdat je het steeds nadenkend bijvult uit een karafje water. Daarna ga ik langs het havenkantoor om het elektronische toegangspasje voor de steiger in te wisselen voor het deposito-bedrag van 50 euro, dat we er 7½ maand geleden voor neertelden. Ik tref het niet. De employé achter het bureau is degene die wij om zijn uiterlijk en postuur altijd "het Pakistaantje" noemen, een kleine norse man die permanent boos kijkt en al die overwinteraars maar lastig vindt. Ik vraag of hij misschien kan zeggen of ze begin juni een plek hebben voor de Tishuit van Hans & Karina Tijssen, die dan uit Tunesië komen. We ontmoetten hen vorig jaar een paar keer in Sicilië. Het Pakistaantje kijkt niet eens op van zijn werk en sist "onmogelijk!" en duwt me een 50 eurobiljet in de hand. Een groet, "Goede reis!" of "Dank voor uw verblijf!" kan er ook al niet af, terwijl hij nota bene zijn salaris vangt uit onze liggelden. Maar hij is een uitzondering, de meeste Maltezers waren erg aardig.
Terug bij de boot vouw ik mijn fietsje op en krijg het zonder moeite in de tas en even later in de bakboord-bakskist. De grote ronde stootwillen hang ik vast op hun plek aan de hekstoel. De middag brengen we lezend door in de luwte van de buiskap. AAn het eind van de middag vullen we de watertanks en ruimen de waterslang op. Tenslotte schroef ik het log uit de bodem van de boot. Het logwieltje heeft echter nog vrijwel geen aangroei, logisch zo kort nadat we op de wal lagen. Diana heeft voor vanavond een afscheidsdiner voor de Nederlanders belegd in Restaurant Guzé, achter het havenkantoor. Er komen liefst zo´n dertien mensen en vrijwel iedereen gaat morgen weg. Nu horen we ook het avontuur van Nanning & Miranda in Syracuse. Ze kwamen er in de baai aan tijdens een conferentie van de G8 (of 9 of 10 of..) in de stad over het milieu. Alles was afgezet en bewaakt en er mocht geen schip de baai in. Maar zij wel, onder begeleiding van de carabinieri mochten ze achterin de baai het anker uitgooien. Natuurlijk hebben we in Guzé een enorm vrolijke avond en zoveel plezier dat het haast niet op kan (foto hierboven), natuurlijk nemen we hartstochtelijk van elkaar afscheid alsof het een afscheid voor altijd is en natuurlijk zien we elkaar waarschijnlijk allemaal weer terug in Syracuse. Of niet, weet je veel in het zeilersleven. Of in het leven tout court.
Mogelijk duurt het even tot het volgende verslag. Het hangt straks weer helemaal af van de mogelijkheden ergens verbinding met Internet te maken. Terug naar boven
Syracuse (1)
Woensdag 29-04-2009
(De andere foto´s volgen als we een betere Internetverbinding hebben)
Vandaag steken we het Malta Channel over naar Sicilië, ongeveer 57 mijl. Om vijf uur gaat de wekker. Het is nog donker, in het oosten pinkelt een heldere ster. Om half zes gloort de dageraad in het oosten. Snel en efficiënt werken we het programma van vertrekken af, we kunnen het nog wel. Even voor zessen varen we tussen de pontoons, hijsen het grootzeil voor Pieta Creek en varen onder de wallen van de oude stad Valletta Marsamxett Harbour uit in de richting van de zonsopgang (zie foto hierboven en een andere hier) Links liggen de ruïnes van Manoel Island en het voormalige Lazaretto, rechts de torens, koepels en pinakels van de stad van de hospitaalridders. Het is een groots moment en ik voel een enorm geluksgevoel in mijn borst zwellen. Voor ons vaart de Pegasus van Fred & Gerda Bol. Ook vroeg vertrokken. Buitengaats zetten we koers naar Cabo Passero, de zuidoostpunt van Sicilië. Er is geen wind, nog niet, want we varen in de luwte van Malta. Er staat een oude, lange deining uit het oosten. Voor ons langs schuift een cruiseschip genaamd Artemis in de richting van Grand Harbour. Na een mijl of twee krijgen we wind: WZW kracht 4. We rollen de genua uit en passeren even later de Pegasus. Ja, met dit soort wind loopt ons scheepje wel. Een uur later zakt de wind in naar W 3. Geleidelijk komen we uit de golfluwte van de eilanden Malta, Comino en Gozo en gaat er een veel kortere en vervelender deining uit het westen staan. Zonder veel wind in de zeilen slingert de boot heen en weer. Ans, die een pil tegen zeeziekte heeft genomen, voelt zich desondanks katterig en ik ben ook niet helemaal in orde. Het is trouwens ook behoorlijk fris, zo ´s ochtends vroeg. Opeens springen er twee dolfijnen om de boeg, niet langer dan een minuut, dan zijn ze weg. Maar toch kikkert het ons op een of andere manier op.
Al motorzeilend verstrijkt het ene na het andere uur op de tuitelige zee. Om half tien vaart een containerschip van Maersk westwaarts voor ons langs. Van de andere kant nadert een ander en tien minuten later passeert hij achter ons langs. Drie kwartier later volgt een derde, nu weer voorlangs. Als er niks gebeurt is alles nieuws. Achter ons zakt Malta langzaam in zee. Ik begin me beter te voelen. Kennelijk ben ik ingeslingerd. Ik kijk over zee, het eeuwig bewegende landschap dat nooit hetzelfde is. Ik voel me op een of andere manier bevrijd, maar waarvan? Mijn hart zingt en jubelt - je leest wel eens dat dat kan.
Om half twaalf krimpt de wind opeens en wordt WZW 4 en even later 5. De motor gaat eindelijk uit en we zeilen prinsheerlijk verder naar het noordoosten, veel stabieler nu er wind is. Op 18 mijl van Sicilië zien we een wolkenband, daaronder moet land liggen. En inderdaad, om 12 uur zien we bergen en helemaal rechts de vuurtoren van op het Isola delle Correnti, het Eiland der Stromen. Daar voeren we acht maanden geleden langs naar het westen, toen met mijn zoon Bas aan boord. Het rondje (Sicilië, Pantelleria, Lampedusa, Malta, Sicilië) is bijna vol. Het is half twee als zomaar opeens de wind vol uithaalt naar WZW 5 - 6. Dulce helt over en springt vooruit naar 6,5 tot 7,5 knopen. Ze kan het nog! Enthousiast maak ik de eerste zeilfoto´s van dit jaar (zie hier) Plotseling heeft de zee een groenblauwe kleur, hoe dichter bij de kust hoe lichtgroener. Voor ons langs wervelt een vreemde donkere vlek van een meter of vijftien lengte naar opzij, op zo´n dertig meter van ons vandaan. Zou het een walvis zijn? We speuren vergeefs naar een ademspuit, mogelijk is het een dichte school vissen. Hoe dichter we bij de kaap komen, hoe meer de wind aantrekt tot WZW 7. Het beruchte kaapeffect? Maar de wind blijft bakstag, de ideale wind voor ons bootje dat regelmatig boven de acht knopen loopt. We stuiven langs het Eiland der Stromen en de haven van Porto Palo en vliegen om Cabo Passero. Er dreutelen wat vissers rond en erachter ligt een fish-farm. De wind blijft hard, af en toe zien we Bf 8. De boot helt zwaar over en wil oploeven, de scepterpotjes sleuren door het water. Ans vindt dit niet leuk meer en gehoorzaam draai ik de genua een eind in. Een halfuur later is het over, de wind valt helemaal terug naar Bf 3 en we zetten de motor er weer bij. In de verte zien we kaap Murro di Porco, daarachter ligt Syracuse. Er hangen donkere wolken en ik zit er net over te denken of ik het zeil niet alvast zal strijken, als plotseling binnen een halve minuut een snoeiharde wind op ons neerknalt. Het is zomaar 7 tot 8 Beaufort en Dulce zeilt vrijwel permanent ruim boven de 8 knopen tot 8,6 toe. Met een snelle blik op Ans draai ik de genua maar weer een stuk in.
Een halfuur later varen we langs de kaap. In de luwte van de hoge rotsen onder de vuurtoren strijken we snel de zeilen en motoren tegen de wind in de grote baai van Syracuse binnen, langs het Castello Maniace op de punt. Niet slecht: 82 mijl afgelegd in twaalf uur. Er hangt een donkere wolk dreigend boven de stad (foto hier) Op de ankerplaats achterin de baai liggen een tiental boten, we zien ondermeer Famous Goose van Nanning & Miranda die opspringen en zwaaien. We ankeren even na zes uur vlakbij hen met 30 meter ketting op 5 meter diep. Het is half zeven als we alles voor elkaar hebben, de wind gaat eerst liggen en draait na een paar minuten 180° naar het oosten. Ons windmolentje zoemt ijverig, het schip draait een cirkel met de wind mee. Het anker blijft houden en we genieten van een kop thee in het zonnetje in de kuip. We kijken rond: daar ligt de prachtige oude stad. Verbaasd zien we opeens een grote donkere dolfijn traag langs zwemmen. Een prachtige eerste zeildag! Om half negen arriveren ook Pegasus en Kiara. De verhalen zullen we nog wel horen. Terug naar boven
Syracuse (2)
Donderdag 30-04-2009
Gisteravond maak ik verbinding met Internet via de dongel en de SIM-kaart van Go Mobile Malta. Roaming heet dat, erg duur, dus ik houd het kort. De foto´s plaats ik later wel als we een goedkopere connectie hebben. Het verslag plak ik uit Word in de opmaakpagina. ´s Avonds gaat de wind liggen en we slapen als ossen. Een paar keer wordt een van ons en wakker en controleert met een snelle blik of we niet zijn gaan krabben. Maar alles is in orde. Ik ben vroeg op, de zon schijnt stralend en er is nog steeds geen wind. In de verte zie ik de Mermaid van Josje & Gerard liggen. Die zijn dus vannacht aangekomen. Ik heb er zin in en in mijn eentje til ik het nieuwe bijbootje over de railing in het water en plaats het buitenboordmotortje erop. Dan zie ik opeens uit het westen over het water ruwe rimpels aan komen vliegen en meteen, in één hetzelfde ogenblik, is de wind er. Weer meteen kracht 5 tot 6. Nogal verraderlijk! De boot zwiert achter het anker en legt de kop in de wind. Goeie genade, een paar minuten eerder nog stond ik met het bijbootje rechtop op het voordek. Het zou me mogelijk in die vlaag wind uit handen zijn gerukt! Enfin, een ander karweitje wacht, namelijk de vervaardiging van een lijn met een rekrubber en een stukje slang tegen het schavielen, die ik op de ankerketting vastzet. Ik beleg hem op een bolder op het voordek en vier de ankerketting tot de nieuwe lijn strak staat. De lijn ontlast de ankerlier en de rekrubber vangt eventuele schokken op. Daarn ontbijten we en varen met het bootje zonder problemen en ondanks de harde wind de maidentrip naar Famous Goose, waar we bij Nanning & Miranda koffie drinken (foto hierboven)
Die problemen komen later wel als we doorvaren naar Kiara. De motor stottert en hapert, valt stil en we moeten hem een paar keer aantrekken. Maar ook Kiara heeft problemen. Gisteravond zagen ze een grote hoeveeheid water klotsen onder de kajuitvloer. Jaap heeft al alles opengegelegd en nagegaan, nadat hij de drinkwaterpomp had afgezet. De oorzaak bleek een scheurtje in de slang van de buitendouche, waardoor 180 liter drinkwater in de bilge werd gepompt. Jaap en ik spreken af straks samen naar de wal te varen om in Syracuse een nieuwe slang te gaan halen. Dan kunnen we gelijk een Italiaanse prepaid SIM-card kopen voor Internet via onze dongles. Met opnieuw gestotter en herhaaldelijk aantrekken van de b.b.-motor keren Ans en ik aan boord terug. Ik vaar terug naar Kiara maar al na een paar meter moet ik tegen de harde wind en de golven in roeien, want het motortje is niet meer aan te zwengelen. Fred Bol van de Pegasus is met zijn dinghy mijn reddende engel. Tegelijkertijd zien we Kiara van het anker slaan en afdrijven, maar Jaap en Diana hebben de zaak al snel een stukje verderop onder kontrôle. Alleen ontvelt Jaap lelijk de knokkels van zijn linkerhand bij de ankerlier. Want die scheidt er natuurlijk precies mee uit op zo´n moment. Wat een problemen! Fred sleept me terug naar de Dulce. Hij heeft verstand van b.b.motoren. We leggen het motortje op de kuiptafel, Fred schroeft de kap eraf en zegt zonder een spoortje van spot dat het benzinetankje leeg is. Oh, zeg ik, want ik had heus wel vooraf in de tank gekeken en zag een vloeistofspiegel en dacht...enz. Enfin, Fred leert me in elk geval wel dat het soms ook aan een verstopt filtertje kan liggen bij het brandstofkraantje kan liggen en hoe je dat kunt schoonblazen. Manmoedig leer ik mijn lesje.
Eind van de middag vaar ik trots en zonder verdere hapering naar Kiara en haal Jaap op. Bij Tim kopen we ieder een lokale prepaid SIM-kaart. Dertig euro voor 150 uur Internet gedurende een maand. Dat moet genoeg zijn. In de winkel helpen ze ons bij de installatie en de aktivering van de kaart. Het is maar goed dat ik mijn klein notebook PC´tje had meegenomen, anders was het me niet gelukt. Vandaar dat we nu weer up to date zijn met de website en met het nieuws: alarmfase 5 voor het nieuwe influenza-virus, de eerste besmetting in Nederland en vooral het verhaal van de dwaas die op Koninginnedag in Apeldoorn met zijn auto doden en gewonden veroorzaakt bij een poging tot een aanslag op de bus met de koninklijke familie. Pim Fortuyn, Theo van Gogh en nu deze aanslag. Tegen gekken kan een democratie zich niet wapenen zonder zichzelf geweld aan te doen. Helaas. Terug naar boven
Syracuse (3)
Vrijdag 01-05-2009
Gisteravond luisteren we op korte golfradio naar de Wereldomroep naar de verdere berichten over de aanslag in Apeldoorn. Vandaag vernemen we dat de dader vannacht aan zijn verwondingen is overleden en dat er buiten hem zes doden zijn. Hij is willens en wetens met hoge snelheid door de afzetting en dwars door de mensenmenigte gereden. Slachtoffers vlogen her en der door de lucht. Verbijsterd kijken we naar de beelden op diverse websites. Je ziet hoe een man op een fiets ternauwernood aan de dood ontkomt, vlak voordat de auto op het monument knalt. Het lijkt erop dat de dader toen al niet meer de macht over het stuur had, want hij miste de bus met Koninklijke familie op korte afstand. Hoe komt iemand tot zo´n daad? De beste omschrijving vond ik vandaag in een column van Frits Abrahams in NRC/Handelsblad:
"Hij wordt geen terrorist, maar een eenling genoemd. Maar misschien is de nieuwe terrorist wel de eenling. Deze desperado is bijna altijd een man, een stille, teruggetrokken levende man, die in de afzondering zijn rancune voedt tot het een gewelddadig monster is geworden dat wraak neemt op de wereld die hem vergeten is. Dan is zíjn kleine kostbare ogenblik aangebroken"
Maar zijn er niet altijd dat soort mensen geweest? Verwant aan de lieden die af en toe in het wilde weg mensen neerschieten op scholen en kindercrèches. Ik herinner me een verhaal over zo iemand in de bundel "Le Mur" uit 1939 van Jean-Paul Sartre onder de titel "Erostrate".
Gister aan het eind van de middag arriveert ook de Zeebeer van Anne Marie & Arjen Geerling op de ankerplaats. We ontmoetten hen onlangs in Malta. Er is hier een heel gemeenschapje van ankeraars ontstaan met 7 Nederlandse schepen, een Noor, 2 Zweden, een Belg en een Fransman, vrijwel allemaal uit Malta gekomen. Er is druk verkeer van dinghy´s en men gaat her en der bij elkaar op bezoek, voor de gezelligheid of om te helpen bij een klusje.
Vandaag luieren we in de kuip in de zon. Het waait opnieuw uit het westen en de zonnepanelen en de windgenerator houden overdag de accu´s prima op peil. We hebben de koelkast gewoon aan en ´s avonds de kajuitverlichting en ´s nachts het ankerlicht. Dan loopt de ladingsgraad natuurlijk wel terug. In de stad is alles gesloten vanwege de Dag van de Arbeid. Die heeft Berlusconi niet weten af te schaffen, als hij het al geprobeerd heeft. Vanochtend kijk ik eens op het metertje van de diesel-dagtank. Dat staat op 95%. Vreemd, hij zou op 100% moeten staan aangezien hij permanent wordt aangevuld uit de grote tank onder de vloer, als de motor loopt. Zou het filter tussen beide tanks verstopt zijn? Ik zet de pomp aan en na een kwartier is de dagtank 100% vol. Geen verstopt filter dus. Jaap komt langs omdat zijn prepaid SIM-kaart van TIM niet werkt. Die van mij wel. We stoppen hem in mijn dongle en daarin doet hij het ook niet. Hadden ze dat bij TIM gisteren niet meteen net zo voor hem kunnen regelen als voor mij? Nu moet hij er morgen een extra keer langs. Op de site van Imray zoek ik of er een nieuwe update (nieuwer dan die van april 2008) is van de 7th editie van de "Italian Waters Pilot" van Rod Heikell. Dat is niet het geval. Jammer, want morgen willen we mogelijk doorvaren naar de zool van de Italiaanse laars, naar nieuw gebied dus. De eerste haven ligt op ongeveer 90 mijl afstand en heet Roccella Ionica. De ingang heeft de neiging te verzanden en er ligt een zandbank in het verlengde van het havenhoofd. Dan heb je graag recente gegevens. Als we er zijn zullen we op VHF kanaal 16 de Capitaneria oproepen voor informatie. Terug naar boven
Roccella Ionica (1)
Zaterdag 02-05-2009
We zijn niet echt zuinig met ons stroomgebruik, merk ik gisteravond. Dat is bij ankeren van belang. De cabinelichten zijn bijvoorbeeld aan terwijl we kunnen volstaan met onze olielampen en waxinelichtjes. De ladingsgraad van de accu´s is al teruggelopen naar 70% en ik houd altijd het advies aan ze niet verder te ontladen. Dus wil ik de generator een uurtje laten bijladen. Maar die wil niet starten! Wat nu weer? Ik probeer het nog twee keer zonder resultaat. De startmotor doet het wel maar de generator slaat niet aan. Zuchtend zoek ik de handleiding op. De oorzaken kunnen onder andere zijn: er zit lucht in de brandstofleidingen of het brandstoffilter zit verstopt. Nou ja, dat zoek ik later deze week wel een keer uit. Dan maar de hoofdmotor aan om de accu´s te laden. Daarbij valt me op dat het laden niet erg snel gaat. Vertoont onze dynamo of diens regulator - sedert John Holloway hem vorige winter in Lagos repareerde - ook weer kuren? Er is altijd wat op een schip. Enfin, als na een uur of vijf de accu´s op 77% zitten, vind ik het welletjes.
We kijken naar de weersituatie. Morgen waait de noordwestenwind, die de afgelopen dagen flink doorstond, nog. Daarna krijgen we oostelijke en vooral noordoostenwinden. Op de kop dus. We besluiten morgen te vertrekken en de Baai van Catania over te steken naar Calabrië, de teen van de Italiaanse laars. Ruim 90 mijl.
Als om vijf uur de wekker rinkelt ontwaak ik uit een vreemde droom, waarin steeds maar heen en terug gecirkeld wordt tussen heden en verleden. Ondermeer gaat het over een prachtig gerestaureerde oude sluis. Het lijkt wat op het sluisje van de Bemuurde Weerd in Utrecht en ook delen van de Oudegracht komen erin voor. Ik zeg tegen een vage kennis van vroeger, die de restauratie uitgevoerd heeft: "Wat mooi dat je zoveel kennis van materialen hebt. Dan kun je goede en verantwoorde keuzes maken. In mijn leven was het precies omgekeerd!" Heb je ooit...
Om 5.50 uur hijsen we het zeil. Dat is gemakkelijk omdat de boot achter het anker altijd recht in de wind ligt. Maar wind is er niet. We halen het anker op en motoren de baai uit. Vlak tevoren zie ik overigens dat de accu´s weer op 70% staan. Oorzaak: de koelkast. Ik stel hem onderweg een stuk minder laag af. Buitengaats vangen we de volle wind, noordwest 4. Boven de horizon rijst het rode oog van de opgaande zon. In het noorden zien we de enorme, alles dominerende puist van de Etna, getooid met een fikse sneeuwkap. Er wolkt wat rook omhoog. We zeilen 6,5 - 7 knopen met 60° aan de wind, de motor bij vanwege de accu´s. Er staat een holle zee uit de richting van de Straat van Messina. Kaap Spartivento ligt op 63 mijl. Ans neemt de eerste wacht (foto hier) Achter ons verdwijnt de oude stad Syracuse, waar we vorig jaar een mooie tijd doorbrachten. Na een tiental mijlen passeren we een marineschip dat de toegang tot de Straat bewaakt. Drie dolfijnen spelen een minuut lang om de boeg, dan zijn ze opeens weer weg. Om 9.00 uur krimpt de wind naar WNW 4 en komt wat ruimer in. We zien nogal wat zeeschildpadden en opnieuw dolfijnen. Het lukt me er een op de foto te krijgen (zie foto hierboven en hier) Het zeilt overigens goddelijk ondanks de onrustige zeegang. Lord Byron zit rustig op een stok in zijn schommelende kooi, maar hij durft niet in zijn badje te gaan. Op 37 mijl zien we de hoge bergen van Calabrië in de verte. De wind wakkert aan en tot NW 5 en de zee krijgt flinke kuilen. We zitten recht voor het tochtgat van Messina (foto hier) Opnieuw twee dolfijnen, die volmaakt tegelijk hun sprongen maken alsof het een circusact is. Het zijn common dolphins, zie ik aan de zandlopertekening op hun huid. Je wordt altijd vrolijk van het speelse gedrag van dolfijnen. Om 10.45 uur zetten we het eerste rif van dit seizoen, het gaat vlot, we kunnen het nog. We zeilen snel, meestal 7,5 knopen. Maar na het middaguur valt de wind terug naar NW 3, de zeegang vlakt af. We raken niet alleen in de lij van de punt van Calabrië, de wind zakt zelf ook helemaal in naar W 1. We draaien de genua in en Lord Byron gaat in bad. De motor ronkt eentonig, de zee is helemaal vlak geworden en de uren verstrijken. We zien opnieuw veel schildpadden, veel kleintjes die verschrikt wegpedddelen en duiken als we passeren. De wind draait helemaal rond en om 14.00 uur is hij ZO 3 en kan de genua er weer bij, nu over bakboord. Om 15.15 uur passeren we kaap Spartivento, daarna zakt de wind weer helemaal in. We motoren langs een mooie, bergachtige kust. Onderaan langs het strand uiteraard een autoweg en een spoorlijn. Voor zeilers een onherbergzame kust want er zijn geen havens of schuilplaatsen voor de zware stormen uit het zuidoosten, die je hier ´s winters vaak hebt. Er is nu geen zuchtje wind meer. Om 18.30 roep ik op 5 mijl afstand op VHF kanaal 16 de havenmeester van Roccella Ionica. Ik wil weten of de haven toegankelijk is of verzandt. In het laatste geval moeten we vannacht doorvaren. Maar nee hoor, in keurig Engels vraagt hij mijn diepgang en legt vervolgens uit dat ik voorzichtig moet varen en dicht bij het rode havenhoofd moet invaren. Inderdaad heb ik tot twee keer toe nauwelijks tien centimeter water onder de kiel, maar we komen erdoor en in de haven is het diep genoeg. We moesten maar een plekje zoeken na de tweede dam zei de havenmeester. Er liggen allemaal van die typische zeezwerversboten, verweerde schuiten van mensen die al heel lang onderweg zijn. Naast een Fransman is nog een plek vrij en verdraaid, er zijn vingersteigers! Die vind je nauwelijks in de Middellandse Zee, waar je altijd een mooringlijn van de kade moet oppikken. We schrijven ons in bij de Guardia Costiera, in een modernistisch maar vervallen gebouw achter een pizzeria met vriendelijke mensen die allemaal uit één grote schotel op tafel zitten te eten. Het is het enige restaurant hier. Verder is er een werf, de haven is omzoomd door dennenbossen. Wel een mooie plek. Het dorp ligt op 3 kilometer. De haven is ook nog gratis, er is water maar geen walstroom. Ik kijk op het paneel van de accubewaker: 83%. Voor 13½ uur varen met de motor bij vind ik dat niet veel. Wat me ook niet bevalt is dat de dagtank niet of onvoldoende wordt bijgevuld uit de hoofdtank, het metertje geeft nu 148 liter ofwel 87% aan. Enfin, we doen de olielampen en de waxinelichtjes aan, de koelkast staat al laag afgesteld, en drinken in de kuip een glas wijn, tevreden over de flinke afstand die we hebben afgelegd. Het is voor het eerst ´s avonds warm, een beetje zwoel zelfs, buiten. Terug naar boven
Roccella Ionica (2)
Zondag 03-05-2009
Vanmorgen ben ik vroeg wakker. Ik lig te piekeren over iets dat Nanning een paar dagen geleden zei. Hij had sludge in zijn dieseltank, bacteriegroei die de filters verstopt. Bacteriën groeien graag in diesel als er water bijzit, meestal ontstaan door condensatie van lucht in de tank. Daarom toppen we de tanks altijd af als we ergens overwinteren. Maar het kan ook al in de geleverde diesel zitten, misschien heeft hij in Malta ook wel bij Eddy Diesel getankt (ja, die man heette echt zo) Stel nu eens dat wij ook sludge in de hoofdtank hebben? Dat zou verklaren waarom de dagtank niet meer uit de hoofdtank gevuld wordt, de brandstoffilters zijn verstopt. Opeens denk ik aan de generator. Die wilde niet aanslaan, zou ook daar het brandstoffilter door de slijmerige bacteriesludge verstopt zitten? Maar dan hebben we het ook in de dagtank! De hoofdmotor liep gisteren echter zonder storing, maar stel nou eens dat ook dat filter aan het verstoppen is, dan valt mogelijk onze motor dezer dagen uit. Het lijkt niet verstandig verder te varen voordat de problemen geklaard zijn. Ik moet beginnen met een blik te werpen in de hoofdtank.
Ik spring uit bed en werp een snelle blik op de accubewaker: 79% gevulde accu´s. Dat valt mee. Ans heeft er ondertussen goed tabak van. Er is altijd wat mis op zo´n boot. Even hakketakken we maar dat brengt ons niet verder. Vooruit, eerst het deksel van de hoofdtank openschroeven. Dat viel een paar jaar geleden al niet mee, zo vast zat het. Ik probeer het met twee baco´s en daarna met twee lijmklemmen, maar ik kan ze niet goed op het deksel vastzetten. Opeens denk ik aan de - ja, hoe heet zo´n ding - de koepelklem die Johan Huy een halfjaar geleden in Malta speciaal in elkaar laste om het verwarmingselement van de boiler los te schroeven. Die heb ik toen meegenomen. En verdraaid, hij past weliswaar niet helemaal maar een klap met de hamer helpt en het deksel komt in beweging. We kijken naar binnen en zien niks. De zaklamp erbij gehaald; we zien heldere roodkleurige diesel, geen spoor van grijswitte sluiers van bacteriegroei. Dat geeft moed.
Nu is de generator aan de beurt. Volgens het handboek kan de brandstofleiding lucht bevatten of het filter verstopt zitten als de motor niet wil aanslaan. In de bak spare parts die Fons van Jachtwerf Numansdorp destijds voor me samenstelde vind ik een reserve brandstoffilter voor de genset. De oude filter is eenvoudig te vervangen. Ik blaas de oude door, hij lijkt me niet verstopt en daarom gooi ik hem maar niet weg. Na twee mislukte startpogingen start de generator bij de derde keer wél. Een gevoel van grote voldoening maakt zich van ons - ja, Ans en ik doen dit samen - meester. Het is trouwens niet helemaal onwaarschijnlijk dat het toch niet aan het filter lag en ook gelukt zou zijn als ik een paar dagen geleden door wat extra startpogingen voldoende lucht uit de leiding had verdreven.
Het derde klusje is het vervangen van een brandstoffilter tussen hoofd- en dagtank. Dat verhindert mogelijk de vulling van de laatste uit de eerste. Ernaast zit overigens een magnetische algendoder, die Lowy van bovengenoemde werf erin heeft gezet. Het is de ALGAE-X Magnetic Fuel Conditioner. Ik was er destijds wat sceptisch over maar misschien was dat ten onrechte. Het verwisselen van het brandstoffilter is zo gebeurd, ook daarvan zat er nog een in de bak reserveonderdelen. Nu de test! Ik zet het pompje aan en na wat geduld zien we - hoera! - dat het tankmetertje van de dagtank oploopt van 87% via 95% naar 100%. Alweer een succes. Al blijft het mogelijk dat het een tijdelijk succes is en de zaak na een enige tijd weer dicht zit.
's Middags maak ik een lange wandeling in de omtrek van de haven en maak wat foto´s (zie foto hierboven en voor 2 andere hier) Noordelijk van de golfbreker ligt een groot en geheel maagdelijk Bounty-strand. Er is helemaal niemand. Daarna kom ik in een klein bos terecht, dennenbomen afgewisseld met nog nét bloeiende mimosastruiken. Er staan veel bloemen op de bodem, waaronder iets dat op wilde lathyrus lijkt met een diep donkerrode kleur. Na terugkeer meldt Ans dat Diana SMS´te dat zij morgenmiddag uit Syracuse willen vertrekken en de nacht willen doorzeilen naar Roccella Ionica. Ik hoop dat de wind dan gunstig is, vandaag was dat in elk geval niet zo. De voorspelde pittige noordoostenwind waait al de hele dag en hij is zo fris dat het niet eens lekker is om in de zon in de kuip te zitten. Wel krikken zonnepanelen en windmolentje de lading van de accuset op naar 80%. We zien morgen wel weer. Terug naar boven
Roccella Ionica (3)
Maandag 04-05-2009
In zulke eenvoudige havens als deze wordt het leven zelf eenvoudig. We zijn zuinig met stroom en aan de wal is geen vertier. De kajuit is spaarzaam verlicht door de beide olielampen en wat waxinelichtjes, de wind is al om vijf uur gaan liggen, het is stil en roerloos buiten en fris. We luisteren naar oude opnames van het Chileense duo Isabel y Angel Parra uit de jaren´70 (zie hiernaast), die Jeffrey laatst voor ons van de plaat op CD heeft gezet. Waarom zijn ze eigenlijk uit elkaar gegaan? Ik ken hun geschiedenis niet maar ik houd nog steeds van die klare, heldere stem van de vrouw en de melancholieke, donkere stem van de man die zich prachtig harmonisch bij elkaar voegen. We gaan vroeg naar bed zoals mensen vroeger gewoon waren toen het enige licht kunstlicht was dat energie vergde die schaars voorhanden was.
Vandaag is er lang geen wind. Ik laat de generator, die voorbeeldig aanslaat, ongeveer 2½ uur de accu´s opladen. De ladingsgraad stijgt in die tijd van 76% naar 79% en de indicatorlichtjes van de accubewaker en de lader zélf staan op float ofwel druppelladen. Je vraagt je af of dat ladingspercentage nog wel ergens op slaat. We lopen later langs een eindeloze boulevard van drie kilometer naar het dorp (foto hier) Opnieuw zien we in de berm het mooie, donkerrode bloempje, dat ik gisteren voor een wilde lathyrus hield. Nu geloof ik dat het toch iets anders is, lathyrus heeft andere bladeren (foto hier) In de Gids Middellandse Zeeflora van Uitgeverij Thieme (1992), die we van Gerda Bol kregen, staat een plantje dat erop lijkt: Hedysarum glomeratum uit de Vlinderbloemenfamilie. Misschien kan lezeres Marie-Louïse Niemeijer weer uitsluitsel bieden? In het dorp is niks te beleven. Een drukke autoweg loopt er dwars doorheen. Boven het dorp ligt een verbrokkelde kasteelruïne op een rotspunt en iets verderop een oude wachttoren. Dit is het arme zuiden van Italië, altijd verwaarloosd door de regeringen in Rome. Onderweg naar de CONAD-supermarkt aan de eerder genoemde autoweg komen we bij een huis een mooie Japanse (wol)mispel tegen (de "foute" kathedraalboom), vol met bijna rijpe vruchten, de zogenaamde nispero´s (foto hier)
´s Middags lezen we in de kuip, totdat een opeens opstekende kille zuidwestenwind ons binnen beschutting doet zoeken. Ik lees aandachtig de dikke pil "Evolution" van SF-auteur Stephen Baxter (Gollancz, 2002), waarin hij even uitvoerig en beeldend als wetenschappelijk verantwoord vanaf het uitsterven van de dinosaurussen tot heden de evolutie van de zoogdieren, de primaten en de mens verhaalt. Een geschiedenis die zich uitstrekt over 65 miljoen jaar. Het maakt wat treurig, al dat voortdurende sterven en uitsterven - en het is natuurlijk allemaal nog lang niet afgelopen. Of misschien wel.
Morgen willen we verder en de Golfo di Squillace oversteken en om de kapen Rizzuto en Colonne naar de haven van Crotone varen. De stad waar in de vijfde eeuw voor onze jaartelling Pythagoras geleefd heeft. Circa 75 mijl, schat ik. Terug naar boven
Crotone (1)
Dinsdag 05-05-2009
Vandaag steken we de Golfo di Squillace over en dat is weinig opwindend. Nog aangemeerd hijsen we het grootzeil, de boot ligt precies met de kop in de weinige wind. Het meest spannend is ondiepte in de uitvaart uit Roccella Ionica. Ik vaar dicht langs het stuurboord havenhoofd en koers een paar honderd meter in de richting van de oude wachttoren op de rots boven het dorp. Dan zit je precies in de vaargeul. Niettemin hebben we een paar keer 0,0 meter onder kiel, aldus de dieptemeter. Ik weet dat ik dan altijd nog een centimeter of tien, twintig overheb. Buitengaats waait het WNW 4 en wat later 5. We zeilen met 60° aan de wind en het loopt allemaal lekker. Ans neemt weer de eerste wacht (foto hierboven) Helaas, na een kwartier valt de wind terug naar West 3. We varen langs een groen kustlandschap met kleine bossen, velden, olijfgaarden en bebouwing langs de smalle kuststrook. Erachter rijzen kale bergen op. De wind zakt helemaal in naar WZW 1. Om 8 uur motoren we langs Punta Stilo. Hier begint de oversteek van de Golf van Squillace, ongeveer 40 mijl.
Een uur later is het NW 3 en kan de genua er weer bij. De wind zet door en bij NW 5 maken we constant 7,2 - 7,5 knopen. We zetten een rif in het grootzeil om niet zo scheef te hangen. De wind is fris en hoewel de zon steeds hoger aan de wolkenloze hemel klimt, blijft het koud. Om 10.15 uur horen we ergens onder het schip een doffe bonk. We springen op en kijken in het kielzog: niets te zien. Het is verder een saaie rit, ver van de kust en toch geen echte oversteek. Er vertoont zich geen enkel levend wezen, geen dolfijn noch een schildpad. Om 11 uur passeren we een jacht op tegenkoers. Van Diana ontvangen we per SMS het bericht dat zij met Mermaid, Pegasus en Zeebeer vanmiddag op weg gaan van Syracuse naar Rocella. We melden terug onderweg te zijn naar Crotone. Er is verder helemaal niets te vertellen.
Gestimuleerd door een e-mail van Fons verdiep ik me in de handleiding van de accubewaker, een System Manager MICC van Mastervolt. Dat levert wel enige gezichtspunten op. In het Install Level ga ik alle instellingen na: battery capacity 540 Ah, battery bank 12V, average time 0 mn, return amps 1,9% (daarna gaat de lader druppelladen), float level 14,4V. Alles klopt, alleen vind ik de laatste wat hoog. Ik zet return amps op 2,0% en float level op 14,1V. Daarna is er een schermpje dat zegt reset Ahr. Daar had ik niet op moeten drukken, geloof ik, want meteen laat het display niet meer een 78% maar een 100% gevulde accuset zien. "Stel de verbruikte Ah alleen opnieuw in wanneer u zeker weet dat de accu´s 100% zijn opgeladen", lees ik. Stom! Dat weet ik juist niet! Lees toch eerst de tekst voor je aan de knoppen zit! Nou ja, waarschijnlijk liggen we in Crotone aan de walstroom en je kunt ervan uitgaan dat de accu´s na een nacht en een dag opladen inderdaad 100% geladen zijn. Dan zal ik de gebruikte ampère-uren nog eens resetten en zien we weer verder.
Ondertussen is de wind weer helemaal weggezakt en gedraaid naar Noord 1. De motor doet het werk weer. De zeegang is erg vervelend. De golven komen schuin van achteren aanrollen, tillen het achterschip op en rollen onderdoor terwijl de kont weer terugzakt. De boot maakt steeds scheef rollende schuivers en beweegt als een soort waggelende gans door het water. Om 13.15 passeren we Capo Rizzuto. Erachter staan 25 enorme windmolens stil en verpesten het prachtige landschap. Windenergie is zelden effectief en zeker hier in Zuid Italië niet. Onder de kapen die we langs varen ligt nota bene ook nog een marine reserve, afgebakend door gele boeien. We varen er netjes omheen. We passeren Capo Cimiti en tenslotte Capo Colonne (foto hier) Er staan een kerkje op en een vierkante wachttoren, de vuurtoren is meer naar achteren. Voor ons ligt de enorme Golfo di Taranto, tussen de zool en de hak van de Italiaanse laars. We zullen hem dezer dagen oversteken. Achter de kaap staan vier boorplatformen (gas), daarachter ligt Crotone, de stad van Pythagoras. Hij werd er overigens na dertig jaar weggejaagd. Er hangt een dreigende onweerswolk boven (foto hier) Om 16.00 uur meren we na 68 mijlen af aan de havendam in de Porto Vecchio, maar wie dan denkt aan zoiets als bijvoorbeeld de wonderschone Vieux Port van het Corsicaanse Bastia, die komt bedrogen uit. Mooi is het hier niet, maar enfin, er is naar het schijnt aan de kade aan de overkant een vismarkt en als het weer het toelaat gaan we donderdag verder.
Ik zie op de tankmeter dat de dagtank nu op 68% staat. Het pompje heeft hem dus opnieuw niet aangevuld uit de hoofdtank. Merkwaardig. Mijn zeilvriend Erik suggereerde per SMS dat het misschien komt door een verstopping in ontluchtingsleiding van de hoofdtank. Hm. Ik zal erover peinzen en ondertussen zet ik het pompje op manual om te zien wat er gebeurt. En, o wonder, nu de motor uit is vult het pompje de dagtank wél. Wie heeft daar een verklaring voor? De techniek is voor mensen als ik nog steeds een terra incognita. Terug naar boven
Crotone (2)
Woensdag 06-05-2009
Vanmorgen word ik vroeg wakker en tegelijk heb ik de verklaring van het hoofdtank>pompje>dagtank probleem in mijn hoofd. Tenminste, de waarschijnlijke verklaring. Vannacht onbewust aan liggen denken? Luister: tijdens het draaien werd gisteren het pompje warm en de doorstroom naar de dagtank was ontzettend traag. Ergo: ergens in het traject hoofdtank>pompje>dagtank moet een gedeeltelijke verstopping zitten, of er zit iets voor de aanzuigmond in de hoofdtank. Het pompje wordt warm omdat het meer moeite moet doen. Ik zal de leidingen dus een keertje moeten losmaken en doorblazen. Heeft geen haast. De tweede handeling is - op het display van de accubewaker zie ik dat het floaten over is - het resetten van het systeem. Want nu weet ik zeker dat de accu´s 100% geladen zijn. Overigens meldde lezer Kees Oskam me per email dat hij ook een keer iets dergelijks had moeten doen, toen zijn accubewaker op een of andere manier het contact met de accu´s had verloren. Dat is in ons geval misschien gebeurd toen Johan Huy enige weken terug in Malta de zonnepanelen aansloot, wie weet. De derde handeling is deze ochtend het aanbrengen van de zonnebedekking voor de kajuitramen en de hoesjes op de dekluiken. Want het wordt een warme dag zonder veel wind. De vierde handeling is het fotograferen van ons bootje in deze haven (foto hiernaast) Een vruchtbare start van de dag.
Gisteren beweerde ik dat Crotone niet zo´n mooie haven is. Dat zal ik nooit meer zeggen. Ik was natuurlijk beïnvloed door Rod Heikell die in zijn "Italian Waters Pilot" (7th ed. 2006) schrijft: "Crotone (...) today has virtually nothing to show for its ancient glory". Nou daar klopt niks van. Hij heeft kennelijk de oude binnenstad niet ontdekt. De haven zélf is misschien niet zo mooi maar de stad zélf heeft zoveel schoons te bieden. We slenteren langs de charmante boulevard (foto hier) en drinken een capuccino. Dan klimmen we naar het Castello Aragonese, een enorm burchtcomplex dat van boven stad en haven domineert (foto hier) De vroegste delen dateren al uit het jaar 840 en het werd voortdurend versterkt. Vanaf de transen heb je een prachtig uitzicht. We zien de nieuwe haven (foto hier) en onze Dulce in de oude haven, in de verte de diepblauwe zee en de gasboorinstallaties (foto hier) In de ruimtes tussen de metersdikke muren zijn veldjes vol kleurige bloemen (foto hier) In het kleine museum zit een dame achter een PC-scherm patience te spelen. Ze maakt echter vriendelijk de deur voor ons open. We zien ondermeer mooie oude kaarten van de Golf van Taranto, sommige uit de 16e eeuw van Hondius uit Amsterdam. Oude foto´s en tekeningen tonen Crotone in vroeger tijd. Ik zie een mooie tekening van de nabije Kaap Colonne, waar we gisteren langs voeren en een kerkje en oude vierkante wachttoren zagen. Nu blijkt er ook een in de oudheid beroemde tempel van de godin Hera Lacinia te hebben gestaan. Niet lang geleden zou men bij opgravingen op die plek een prachtig gouden diadeem van de godin hebben gevonden, dat nu te zien is in het Archeologisch Museum van de stad. We keren terug over de oude slotbrug (foto hier) en verdwalen bijna in een labyrinth van bekoorlijke straatjes en steegjes vol wasgoed (foto hier) van het Centro Storico, de ommuurde oude stad, vol met sierlijke paleizen, kerken en parkjes. Wat een onvermoede schoonheid! Na een paar uren van slenteren keren we terug naar de haven en kopen er verse garnalen en mosselen (foto hier) De laatsten worden ter plekke van hun baarden ontdaan.
Terug aan boord is het zo warm - 27° Celsius - dat we snel de bimini uitklappen. Om half vier nadert een jacht met een Nederlandse vlag. Het zijn Anne Marie & Arjen Geerling met hun Malö 42 Zeebeer. Ze hebben er bijna 28 uur over gedaan, rechtstreeks van Syracuse naar hier. De andere drie Hollandse boten gingen naar Roccella Ionica. Ze meren naast ons af en komen straks een borrel drinken. Morgen willen ze net als wij door naar Santa Maria de Leuca, op ruim 70 mijl aan de andere kant van de Golf van Taranto op de punt van de hak van de Italiaanse laars. Daar wacht de ruim 50 mijl van de oversteek van de Straat van Otranto, de verbinding van de Adriatische Zee met de Middellandse Zee, en dan zijn we in Griekenland. Terug naar boven
Santa Maria di Leuca (1)
Donderdag 07-05-2009
In de email postbus vind ik gisteravond een vernuftige suggestie van lezer André Lieten inzake het trage bijvullen van de dagtank. Hij valt mijn vriend Erik de Haan bij en zegt dat het best wel aan een verstopte luchtinlaat van de hoofdtank kan liggen. Draaien van de pomp veroorzaakt dan toenemend onderdruk in de tank, waardoor het afzuigen van brandstof steeds zwaarder gaat. Of, zegt hij, heb je misschien geen luchtinlaat voor de dagtank of is die verstopt? Zaken om over te denken. Beide tanks hebben hun eigen ontluchting, de dagtank staat hoger dan de hoofdtank en beide zijn bovendien met elkaar verbonden (behalve door de toevoerleiding via het pompje) door een retourleiding. Daardoor kan ik me voorstellen dat je niet gemakkelijk over- of onderdruk krijgt in de tanks.
Vanmorgen vertrekken we om tien voor zes. In de haven hijsen we het grootzeil en terwijl we dat doen lopen we zachtjes aan de grond. Oeps, een ondiepte in de haveningang kennelijk. Achteruit vaar ik de boot weer los. Buitengaats is het West 2. Tussen de gasboorinstallaties door varen we direct een koers van 51° voor de ruim 70 mijl naar de punt van het schiereiland Apulië, de hak van de Italiaanse laars. Een mijl of twee verder zien we ook Zeebeer de haven uitvaren. In de verte ligt kaap Colonne. Dus daar stond ooit die wonderbaarlijke tempel voor Hera. Toevallig sloeg ik gisteravond Paul Theroux op. In "De Zuilen van Hercules" (Ned. Vert. Atlas, 1996) schrijft hij erover:
"De Griekse tempel voor Hera, bestaande uit achtenveertig marmeren zuilen, had honderden jaren op deze kaap gestaan, maar was in de zestiende eeuw afgebroken door de bisschop van Crotone, in een vlaag van militante vroomheid. De zuilen werden vervolgens in stukken gehakt en gebruikt voor de bouw van het bisschoppelijk paleis. De aardbeving van 1783, die dit hele gebied had verwoest, evenals een groot deel van Sicilië, had het paleis doen instorten en de resten van de tempel werden toen gebruikt om de haven van Crotone te versterken"
Om half zeven is het Noordwest 3 en kan de genua erbij. De uren verstrijken zonder dat er iets gebeurt. De zee is zonovergoten en oogverblindend leeg (foto hierboven) en ik verval in de gebruikelijke peinzerij. Ditmaal naar aanleiding van het boek over evolutie van Stephen Baxter. Ik ben nu in de periode van 5 miljoen jaar geleden. Van mensen is dan nog geen sprake. Opnieuw al die competitie tussen individuen en tussen soorten, dat voortdurende gedrang om te overleven om uiteindelijk toch te sterven en uit te sterven als de omstandigheden veranderen, bijvoorbeeld door klimaatomslagen, ijstijden en dergelijke. Wat is toch het nut van dat alles? Wat staat je te doen te midden van dat alles? Eraan toegeven en eraan meedoen? "Live long and prosper", hoorde ik ooit ergens zeggen. Alleen heb ik dan nog steeds die onverzadigbare nieuwsgierigheid, de behoefte om te begrijpen. Ik moet denken aan die uitspraak van Hugo de Groot op zijn sterfbed, die op de homepage van deze website staat. "In mijn leven heb ik veel dingen leren begrijpen, maar ik heb er niks aan gehad" Precies, zo is het. Straks ontdekken we veraf of dichtbij in ons eigen zonnestelsel buitenaards leven. Het zal niets veranderen. Het zal mogelijk anders zijn maar zonder twijfel zich ook hebben ontwikkeld via dezelfde evolutionaire mechanismen als bij ons, de weg van toevallige mutaties en selectie van the fittest. Vroeg of laat raken we zelf met dat buitenaardse leven in competitie, mogelijk op leven en dood. De ontwikkeling van leven in het heelal heeft, net als het heelal zelf, geen finale bestemming. Er is alleen maar blinde en ongestuurde ontwikkeling, soms naar meer en soms naar minder complexiteit.
Wat staat je - nogmaals - te doen? Mijn ouders waren allebei van 1920. Met een dosis geluk zal ik zelf 2020 nog halen en misschien, misschien nog wat meer. Van 1920 tot 2020. De eeuw van mijn ouders en van mij. Onder alle vrijheid en geluk die ik in mijn leven ervoer, en speciaal in deze jaren van zwerven en ontdekken, huist er een massief en zacht schrijnend verdriet in mijn ziel. Ik moet ook denken aan een uitdrukking die ik lang geleden ergens bij Albert Camus las. "De tedere onverschilligheid van de wereld" Altijd onthouden, deze merkwaardige uitdrukking. Waarom teder? Omdat ze zo mooi is, denk ik.
Om 10 uur waait het NW 4. De Navtex bevestigt dat het zo blijft. Om 11 uur zakt de wind toch terug naar NW 3. We zijn halfweg. Het is hier ruim 2000 meter diep. We motorzeilen verder. Om 12 uur cirkelen er twee uitgeputte vogels om de boot. We duiken weg maar ze durven niet aan boord neer te strijken om uit te rusten. Ze lijken op een groot formaat zwaluwen, oranje met wit en zwart. Vergeefs speuren we in het vogelboek en ondertussen verdwijnen ze. Drie kwartier later ziet Ans drie haaienvinnen dor het water snijden. Ik zie niks. Op 22 mijl afstand zien we de kustlijn van Apulië. De wind wordt meer west en zakt nog verder in. De genua houdt het niet meer, we draaien hem in en zetten het grootzeil midscheeps strak. Opnieuw is er die vervelende deining van achteren, die het schip doet rollen als het soort kermisattractie waar je bij voorkeur niet in plaats neemt.
Om half vijf lopen we de Marina di Leuca binnen (foto hier) Kost € 54 per nacht. Even wennen aan de prijzen van het hoogseizoen. Griekenland is nu heel dichtbij. Anne Marie & Arjen arriveren wat later. We drinken een borrel bij hen. Zij gaan morgen door naar Korfu, wij blijven een dag om dit voorlopig laatste Italiaanse stadje te verkennen. Terug naar boven
Santa Maria di Leuca (2)
Vrijdag 08-05-2009
Gisteravond geborreld op de Zeebeer. Arjen tipt me een website, waar je een gratis programma, SterWin gemaakt door Gerard van Santen, kunt downloaden om voor iedere plek waar je je bevindt op de actuele datum de lokale sterrenhemel op je scherm te kunnen zetten. Zoals je hem zou zien alsof je ´s nachts uit het raam kijkt. Ik heb het vandaag opgehaald en het is inderdaad erg mooi. Ik geef de tip graag door.
Zeebeer vertrekt vanmorgen vroeg alweer, ze gaan door naar Korfu. Wij verkennen Santa Maria di Leuca, een werkelijk aardige plaats op dit uiterste puntje van het schiereiland Apulië. Totaal anders dan het veel vuilere, volksere Crotone, dat overigens ook zijn charme had. Nee, dit is een badplaatsje voor de rijken. Zomers moet het hier behoorlijk druk zijn, langs de boulevard staan allemaal parkeermeters. Overal staan prachtige verdroomde villa´s, paleisjes en kasteeltjes met tuinen vol bloemen en planten. De luiken zijn gesloten, de eigenaren zijn nog niet hier en meestal zie je een bejaard echtpaar, de huisbewaarders, bezig met klusjes en schoonmaken. De zware geur van bloeiende jasmijn is bedwelmend. Aan het uiteind van de boulevard staat een oude wachttoren, de Torre dell´Uomo Morto (foto hier) Hij is gebouwd in 1555, staat op een bord, tegen de invallen van Saraceense piraten. Er stonden drie kanonnen op en je hebt er een mooi uitzicht (foto hier) Waarom de toren die vreemde naam draagt, is niet bekend. De tekst op het bordje gewaagt van mensenbeenderen, die men er bij de bouw aantrof. In het plaatsje is het seizoen duidelijk nog niet begonnen. Veel restaurants zijn dicht. In een supermercato kopen we wat streekwijn. Je vindt meer over Leuca op de website Visitaleuca.
We slenteren naar de kaap met de vuurtoren. Vlakbij de 47 meter hoge Faro stuiten we op iets aparts (zie foto hierboven) Het doet in eerste instantie even denken aan een overwoekerde tempel uit de tijd van de Inca´s, maar dat is natuurlijk onzin. Het plattegrondje dat we van de havenmeester kregen vermeldt Collonna Romana. Achter de hoge zuil rijzen twee lange verweerde trappen evenwijdig op naar de heuvel erboven. Erg oud doet het allemaal niet aan, hoezeer het geheel ook verwaarloosd en overwoekerd is. Achter dezelfde zuil vinden we een steen met een erin gebeitelde tekst. Daaruit blijkt dat de monumentale trappen in 1939 werden aangelegd door de Italiaanse dictator Benito Mussolini ter ere van Koning Victor Emmanuel III, als een ceremoniële toegang tot Italië op het meest zuidoostelijke puntje van het land. De naam van de Duce is later door de autoriteiten weggehaald, maar door uiteraard onbekende anderen met verf weer aangebracht (foto hier) Maar wat een schitterende plek is dit, ondanks alles. In de warmte van de eerste windstille zomerdag gonzen overal insecten en dansen kleurige vlinders, in de pijnbomen kwinkeleren de prachtigste vogels en overal schieten bij onze nadering groengerugde gekko´s van de warme traptreden weg in spleten en tussen het gebladerte. Tussen de twee lange trappenstelsels is een groen dal waarin een stroompje zacht murmelt. Het is bijna een paradijs (zie nog meer foto´s hier) Bovenaan hebben we een fenomenaal uitzicht over Leuca en zijn haven (2 foto´s hier) Daar is een groot zongeblakerd plein met een basilica die de wat hovaardige naam Santuario de Finibus Terrae draagt. Binnen wordt de mis opgedragen maar omdat we allebei in shorts zijn, gaan we maar niet naar binnen. Aan de andere kant van de kerk kijk je uit over de Straat van Otranto. In de verte hangen vage wolken, we denken daar Korfu te kunnen zien, of is het Albanië?
We dalen de Mussolini-trappen weer af (foto hier) en lopen beneden over de lange muur van de golfbreker naar het groene havenlicht. Ik maak er nog drie foto´s, twee van de haven en één waarop je de boot ziet liggen en erachter wat van die zomerpaleisjes (3 foto´s hier) Aan de overzijde horen we onze eigen Lord Byron vanaf zijn plekje onder de buiskap vrolijk zingen.
Op de terugweg treffen we een geopende watersportwinkel. Ik koop er een flacon Fastol Blue, "il tensio-pulente piu'completo per carburanti" staat erop. Het is ondermeer bedoeld om water en sludge in dieseltanks te elimineren en om verstopping van brandstoffilters te voorkomen. Aan boord vul ik de hoofdtank bij met 20 liter diesel uit onze twee reserve-jerrycans en doe er daarna een halve liter van deze schrikbarend dure vloeistof bij. Daarna laat ik het (ondertussen bij iedereen bekende) pompje een uurtje draaien om het goedje over beide tanks te mengen. Nu maar hopen dat het helpt.
Vanavond gaan we voor voorlopig de laatste keer in Italië uit eten. Morgen steken we over naar Nisos Othoni, een piepklein Grieks eilandje even ten noordwesten van Korfu, waar we in de zuidelijke baai Órmos Ammou voor anker willen gaan. Ik weet niet of we daar Internet hebben, dus misschien komt het volgende verslag later als we in Korfu zijn. Terug naar boven
Nissos Othonoi (1)
Zaterdag 09-05-2009
We vinden gisteravond een goed restaurant in Santa Maria di Leuca: het restaurant van Hotel Rizieri. "Aperto tutto l´anno" We genieten van gefrituurde inktvis, garnalen en kleine visjes en een pasta met fruits de mer. De lokale wijn is erg lekker, een Primitivo van 2003. Ik houd het erop dat het de naam van de druivensoort is. Alles voor maar 35 euro. Hierbij dus toch weer een eetfoto. Waarom? Omdat zij erop staat.
Om 8 uur varen we naar de dieselsteiger. Van de andere kant komt een motorboot met Italianen aanscheuren en nu maken we een staaltje van onbeschoft Italiaans machogedrag mee. Ze dringen ons nog juist voorbij en leggen aan, vier mannen met baseballpetjes en joggingpakken. Ik roep verontwaardigd maar ze reageren niet eens. De pompbediende zegt later dat het niet komt omdat het Italianen zijn, maar omdat alle motorbootmensen in de wereld nu eenmaal zo zijn. Hm. Enfin, ik giet voor het tanken de rest van de Fastol Blue in de vulopening, met dat van gisteren zit er nu een liter in. Daarna tanken we 155 liter diesel. Het is kwart voor negen als we langs de ondiepte aan stuurboord naar buiten manoeuvreren. De wind - nou ja, wind - is ZZO 1. Motoren dus. Bij de kaap is er wat onrustige golfslag. We zien veel stromvogels, er zal behoorlijk wat vis zitten. Dan opent zich de Straat van Otranto en bepalen we de koers op 85°, afstand 50 mijl direct naar Othonoi. Om 10 uur is de wind Zuid 1. De zee is glad en rustig. Er drijft veel vuil: plastic zakken en flessen, piepschuim, kratten en zelfs een hele pallet, en nogal wat touwzooi en netten. Als er maar niks in de schroef komt! Ik had meer scheepvaart verwacht in de Straat, maar we zien slechts één vrachtschip en aan het eind van de dag een tanker. Om 11 uur is de wind gedraaid naar ZZW 1. Ik check de meter van de dagtank en verdraaid, die staat nog steeds op 100%. Twee uur later is dat nog zo. Zou het van de werking van de Fastol Blue komen of van het tanken zelf? In elk geval zijn we er blij mee.
Om 12 uur is de wind WZW 2. We zien in noordoostelijke richting een rug van hoge bergen. Dat moet Albanië zijn. Op de hoogste toppen ligt sneeuw. Ik zit op het voordek te kijken en te lezen (foto hierboven) Onwillekeurig dwalen mijn gedachten weg. Ik denk aan mijn tijd als dokter in Angola, in 1975 en 1976. In de zomer van 1975 verlieten een half miljoen blanken, mestiezen en zwarten hals over kop het land. De hele bovenlaag vluchtte naar Portugal toen de drie bevrijdingsbewegingen (FNLA, Unita en MPLA) met elkaar slaags raakten. Het Medisch Komitee Angola (MKA) stelde een team samen van artsen en verpleegkundigen om via de linkse MPLA snel hulp te bieden. Nu was het MKA een mantelorganisatie van de toenmalige CPN en voortdurend vooral in oorlog met het veel bekendere Angola Comité van onder andere Sietse Bosgra en Paul Staal. Die waren niet te vertrouwen en heulden met de regering Den Uyl, aldus Henk Odink, de voorzitter van het MKA. Enfin, ik arriveerde medio september 1975 in Luanda met een grote Boeing 747 waar slechts 10 mensen in zaten, voornamelijk journalisten. Bij de landing werd het vliegtuig beschoten. Kwartiermaker Joop de Jong was er al. Hij had eerder bij een bevrijdingsbeweging in Afrika gewerkt, in Guinee-Bissau bij het PAIGC. In Luanda ontmoetten we o.m. Luïs Campinos, een blanke anesthesioloog en hoofd van de gezondheidsdienst van de MPLA in de noordelijke provincie Cabinda. Dat was een strategische enclave tussen Congo Brazzaville en het toenmalige Zaïre van dictator Mobutu, die het FNLA steunde en het FLEC, een lokale afscheidingsbeweging. Cabinda is rijk aan olie en werd het Koeweit van Afrika genoemd. Na een week vlogen we ernaartoe met als opdracht om het ziekenhuis in het hoofdstadje weer aan de gang te brengen. Joop zijn taak zat erop en hij keerde naar Holland terug. Ik zal niet gauw die spreekuren ´s ochtends na de zaalvisites vergeten, iedere dag 80 tot 100 mensen. Na een week kon ik me in het Portugees redden. In oktober arriveerde dokter Joop van Wijk en de verpleegkundigen Henny en Alie, een echtpaar uit de Achterhoek. In november, vlak voor de MPLA de Angolese onafhankelijkheid uitriep, werd de provincie door FNLA en FLEC vanuit Zaïre aangevallen. In het ziekenhuis trieerden we de gewonden. Ik herinner me dat ik bang was. Als er een doorbraak kwam, zouden we proberen met een bootje weg te komen naar een van de olieplatformen van de Gulf Company. Maar ze braken niet door en vlak daarop waren er allemaal Cubanen die ook het ziekenhuis van ons overnamen. Wij gingen in de rest van de provincie andere ziekenhuisje weer aan de gang helpen, in Landana aan de kust en in Buco Zau in het binnenland. Later kwamen dokter Jan Stam en nog drie mensen ons team versterken: Henk (arts) & Francien (vroedvrouw) en nog een dokter wiens naam ik niet meer weet, maar die later meen ik patholoog-anatoom is geworden in Holland. Joop zat ik Landana en ik kwam in Buco Zau terecht, waar twee ziekenhuisjes waren. Het best geoutilleerd was dat van een bosbouwonderneming, prachtig gelegen in het woud bij een rivier. Het heette Alzira da Fonseca en werd gerund door een volledig corrupte verpleger met de naam Fortes.
Tussen Joop en mij was een vreemde rivaliteit ontstaan, die ik nooit heb begrepen. Waarschijnlijk had hij gewoon ontzettend de pest aan mij. In dergelijke omstandigheden worden dergelijke gevoelens erg uitvergroot. Ik had bovendien wekenlang diep verdriet, toen mijn toenmalige vriendin Marijke me liet weten dat ze het met een ander had gedaan. Medio januari 1976 hield ik het niet meer uit en ging voor korte tijd naar Holland terug om de relatie te herstellen. Ik schaamde me daarvoor: een revolutionair die om privéredenen de strijd verliet. Ter compensatie regelde ik bij minister Jan Pronk van Ontwikkelingssamenwerking een pakket van een half miljoen gulden aan noodhulp, dat ik persoonlijk in korte tijd naar Cabinda wist te brengen. In het voorjaar raakte ik in conflict met het MKA, omdat ik via door hen vermaledijde Angola Comité kans zag een complete revalidatiekliniek voor oorlogsslachtoffers naar Angola te krijgen. Ze wisten het plan bij de MPLA te torpederen. In feite een groot schandaal, de Hollandse confrontatiepolitiek was voor hen belangrijker dan de slachtoffers in Angola. In de zomer kwam Marijke naar Luanda en samen brachten we een paar mooie weken op het eiland São Tomé door. Maar we hadden ook weer geharrewar want ze was in Holland alweer vreemd gegaan. Maar laat ik eerlijk zijn, eenmaal terug in Utrecht zette ik het haar betaald door om de haverklap op andere vrouwen verliefd te worden. Zo sukkelde onze relatie naar zijn eind. Had het anders kunnen gaan? Zeker, maar ik was toen niet wijzer.
Ik peins over al die mensen. Ik zou uren over die tijd kunnen praten. Joop de Jong werd later hoogleraar transculturele psychiatrie en Jan Stam werd hoogleraar neurologie in het AMC. In 2005 heb ik hem nog eens betrokken bij een affaire met (alweer) een disfunctionerende neuroloog (niet in het MST!) We hebben toen bij de lunch uitvoerig herinneringen opgehaald. Joop van Wijk ging films maken met zijn partner Hillie Molenaar. De anderen ben ik uit het oog verloren.
Als ik uit mijn mijmeringen opkijk zie ik dat de hoge bergen van Albanië heel wat dichterbij zijn gekomen. Maar behalve de scherpe toppen is er niet veel te zien. Daaronder hult het land zich mysterieus in een waas, het lijkt of er een donkere mistbank voor ligt. Vreemd straatarm land, ooit het rare rijkje van de stalinistische dictator Enver Hoxha, waar in mijn tijd sommige wereldvreemde maoïsten in Utrecht mee dweepten. (Later formuleerden ze de massalijn en richtten mede de Socialistiese Partij op, de tegenwoordige SP) Op 12 mijl zien we het eiland Othonoi oprijzen, een flinke bult op de horizon. Vier mijl later zien we ook het er achterliggende Korfu. Othonoi is nu goed te zien (foto hier) Om 16 uur laten we het anker vallen binnen de korte golfbrekers voor het dorpje Ámnos. Er liggen drie andere jachten, een Italiaann, een Brit en een Zweed. We ankeren buiten de plek waar het veerpontje moet draaien, met 20 meter ketting in 3,6 meter diepte. Het eiland is heeft hoge, kale rotsen, de hellingen en dalen begroeid met laag struikgewas. Tegenover ons zien we een kiezelstrand en wat huizen, een kerkje en een paar taverna´s en de aanlegplaats voor het veerbootje (foto hier) We zijn in Griekenland. Terug naar boven
Nissos Othonoi (2)
Zondag 10-05-2009
Vanochtend komen er twee huurboten ankeren. Het zijn Russen, getuige het Russisch vlaggetje onder de linker zaling. We genieten erg van dit verdroomde eilandje. We laten we het bijbootje te water, plaatsen de buitenboordmotor, trekken aan het koord en hij start terstond (er - ahum - zit benzine in) We trekken het bootje op het strand en lopen het dorpje in (foto hier) Een stoffige weg loopt langs de haven. Er zijn wat restaurantjes en een winkeltje, waar een oude man ons bedient. Hij heeft een tiental grote rossige haren op de punt van zijn neus. Ja, voor op zijn gok. Waarom hij die niet weghaalt, durven we niet te vragen. We nemen wat flessen retsina mee, de bekende Griekse witte wijn die naar hars smaakt en waar we erg van houden. Het is stil in het dorp. In het hoogseizoen zal het hier aanzienlijk drukker zijn. Als we langs het kerkje lopen is de dienst juist afgelopen. Er komt een handjevol in het zwart geklede mensen uit. De weg slingert omhoog, het is warm. Hier en daar werkt een Griek in zijn moestuintje. Alle mensen die we tegenkomen groeten ons vriendelijk: "Kalimera!" Aan deze kant van het eiland staan toch wel bomen, met name fraaie kaarsrechte cypressen. Boven de stad maken we een mooie foto van de baai (zie hierboven en hier) Beneden ligt ons bootje. Zelfs op deze afstand kunnen we onze Lord Byron diep beneden vrolijk horen kwinkeleren. De huizen met hun pastelkleuren doen hier overigens eerder Italiaans dan Grieks aan. Dat komt mogelijk omdat de Ionische eilanden eeuwenlang Venetiaans bezit waren en daarna lang onder Brits bestuur stonden. Terug aan boord maakt Ans een Griekse lunch met eigengemaakte tzaziki. We drinken er retsina bij. Wat kan het leven simpel zijn. Morgen gaan we waarschijnlijk naar nóg zo´n klein eilandje, Nisos Erikoussa, nog geen tien mijl naar het oosten. Terug naar boven
Nisos Erikoussa
Maandag 11-05-2009
Gisteravond komen er twee Italiaanse jachten bij. Een daarvan ankert erg dichtbij een Frans jacht. De Fransman maakt hem daarop attent maar de Italiaan haalt zijn schouders op. Daarna gaat de Fransman zijn fototoestel halen en legt de situatie vast. Dat is het. Alles wordt roerloos. De hemel kleurt zacht rood en het water is onbeweeglijk, het bijbootje ligt stil aan zijn lijntje op het achterschip (twee foto´s hier) Om 10 uur luisteren we naar het nieuws op de Wereldomroep.
Vanmorgen tuf ik naar de kant om in het winkeltje van de oude man met oranjebruine haren op zijn neus wat boodschappen te doen. Brood is er niet, dat komt om één uur met het veerbootje, zegt hij. Ik neem wat fruit en groente, wat biertjes en een fles Ouzo mee. We leggen het bijbootje op het voordek en lichten om kwart over tien het anker. Zeil hoeven we niet te zetten, de weinige wind is ZW 2. Tweehonderd meter oostelijk van het haventje zien we dat men bezig is de kleine ondiepe (nog geen meter) vissershaven te vergroten. Een project van de Europese Unie, vermeldt een groot bord. We motoren rustig over een spiegelgladde zee de 9 mijl naar het oosten, waar het kleine Nisos Erikoussa ligt. Het is lager dan Othónoi, de hoge bergen van het nabije Albanië torenen er dreigend bovenuit. In het zuiden ligt nog zo´n eilandje, Nisos Mathraki en oostelijk daarvan het grote Korfu. Om 12 uur gooien we in de zuidelijke baai van Erikoussa het anker uit met twintig meter ketting in 4,5 meter diepte. Het anker graaft zich meteen in het zand in. Aan de kant is een lang zandstrand, een haventje en een gehuchtje met wat huizen en gesloten taverna´s. Er is nergens iemand te zien. Af en toe blaft een hond. Het seizoen is duidelijk niet begonnen. In de zomer schijnt het hier stervensdruk te zijn met dagtoeristen, die door snelle bootjes van Korfu worden aangevoerd. We zien ook hier veel cypressen, de bomen van het klassieke Griekse landschap. Ze staan als stille groene kaarsen op de hellingen van de lage bergen. Op het voordek werkt Ans haar teint bij (foto hierboven) Overigens is het zeewater nog maar 15°. Te koud om te zwemmen. We lunchen weer op zijn Grieks met een salade en retsina, doen een tukje in de kuip en vinden alles wel prima zo. Morgen willen we 25 mijl naar het oosten, naar Sarandë in Albanië. We zijn erg benieuwd. Terug naar boven
Sarandë (1), Albanië
Dinsdag 12-05-2009
We zitten gisteravond in de kuip te genieten van een tere oranjekleurige zonsondergang (foto hier) Er heerst een grote vreedzaamheid bij zulke eilandjes. We eten patat met rookworst, de voorraden moeten per slot een keer op. Na het avondeten zit ik nog een tijd in het donker buiten. Traag en rustig slaat de lichte branding op het strand. Er is nauwelijks een huis verlicht aan de wal. Het scheepje wiegt zacht op de deining. Miljoenen sterren schitteren boven mijn hoofd. Ik probeer een aantal sterrenbeelden te herkennen maar ik kom er niet uit.
Vandaag gaan we naar een voor ons beiden onbekend land: Albanië. Volgens de "Adriatic Pilot" van Trevor & Dinah Thompson (Imray, 5th ed, 2008) - die er zelf niet geweest zijn - zijn er berichten van van "a number of yachtsmen that have been in to Albania and have encountered no problems" Dat moet dus te doen zijn. Helaas geven ze in de pilot weinig havenkaartjes, ook niet van Sarandë. Enfin, we proberen het gewoon. Om negen uur lichten we het anker. Wind WZW 2. We koersen op de motor naar het oosten over een spiegelgladde zee. Om 10 uur is het WZW 1, later wordt het zelfs Bf 0. Heel langzaam nadert schuin de onbekende kust van Albanië, nog steeds gehuld in een waas waar alleen de bergtoppen bovenuit steken. Maar nu zien we dorpjes, die tegen steile hellingen geplakt zitten. Tussen ons en de kust passeert op tegenkoers een veerboot van de Griekse Minoan Lines. In de oudheid leefde hier het volk van de Illyriërs, de Albanese taal schijnt er nog van af te stammen. Ik wissel het Griekse gastenvlaggetje voor de gele Q-vlag (Q = quarantaine), een Albanees gastenvlaggetje vonden we tot dusver niet. Om 11 uur passeert eveneens op tegenkoers de Griekse veerboot Sophocles V van de Anek Lines (foto hier) Waarschijnlijk onderhouden ze een lijnverbinding tussen Preveza en Brindisi.
Op 6 mijl van Sarandë - we zijn al ruim en breed in Albanese wateren - roep ik op VHF kanaal 16 de Albanese kustwacht op, zoals de pilot aanbeveelt. Geen reactie. Op 4 mijl roep ik op kanaal 11 (opnieuw volgens de pilot) Port Control Sarandë op. Die antwoordt meteen. "Go ahead, sir. The port is free" Dat is een aardig welkom. Langzaam nadert de kale kust. We zien een rij van de kleine bunkertjes, die de bevolking destijds op bevel van de xenofobe dictator Enver Hoxha bij duizenden over het hele land moest aanleggen tegen een invasie van het agressieve westers imperialisme. De stad lijkt te bestaan uit alleen maar fantasieloze flatgebouwen, maar als we dichterbij komen blijkt dat toch mee te vallen. We zien een fleurige boulevard met palmbomen en terrassen, we horen kinderstemmen en zien mensen op het strand zitten. Aan stuurboord moet een ondiepte liggen, die met een rode boei gemarkeerd wordt. Dat blijkt te kloppen. Aan de oostelijke kant ligt volgens de Thompsons een gevaarlijk wrak en ja, daar zien we een zwarte boei liggen. Geruststellend, kan niet missen. Voor het strand langs de stad liggen een kustvaarder en een Oostenrijks jacht voor anker. Oostenrijks? Vlakbij werpen wij het anker uit, 25 meter ketting in 5 meter water. De ketting trekt meteen strak. Vanaf de wal klinkt opeens de gebedsoproep van een islamitische muezzin. De azan. Heel sfeervol. Met het bijbootje vaar ik naar een kade waar Griekse toeristenboten liggen en twee jachten en waar een gebouwtje van de politie is. Een man neemt mijn touwtje aan en stelt zich voor als agent. Heb ik mijn scheepspapieren e.d. bij me? Hij zal me helpen met inklaren. Samen met de Oostenrijkers, wier schip een thuishaven in Kroatië heeft, loop ik mee naar zijn kantoortje. Dan volgt een indrukwekkende procedure, de agent vult liefst twaalf formulieren in. De Oostenrijker klaagt dat het hier in elke haven helemaal opnieuw moet. Maar de agent is een aardige man. Als de Oostenrijkers - die eerder waren - weg zijn, vertelt hij me meer. Dat komt omdat hij slecht Engels spreekt en op een of andere manier denkt dat hij me twee jaar geleden hier ook heeft gezien. Ik laat het maar zo. Vroeger werkte hij in de haven zelf, zegt hij, en verdiende er een schijntje. Nu is hij als agent voor zichzelf begonnen en helpt yachties met inklaren. Er komen er steeds meer. Hij geeft me een kaartje, zijn naam is Agim Zholi, maritime agent. Hij weet ook een goed restaurant verderop in de straat, dat is van zijn vriend. Als jullie in de Europese Unie komen, zeg ik, zijn al die formulieren niet meer nodig en moet je een andere baan zoeken. Hij glimlacht, daar heb ik al op gerekend, zegt hij. Ik organiseer ook trips in het binnenland en dergelijke. En weet je wat? Je kunt eigenlijk beter hier aan de kade komen afmeren, bij de politieboot. Dan lig je volledig veilig. Als de formulieren klaar zijn, loopt hij met me naar de commandant. Dat is de belangrijkste man hier, zegt Agim. De commandant heeft zo´n indrukwekkend uniform aan dat hij wel generaal moet zijn. Hij haalt uit een brandkast een stempel en een stempelkussen en plaatst twee forse stempels op onze documenten. Klaar. Voor we overigens vertrekken moeten we opnieuw langs om een clearance te krijgen.
Een halfuur later meren we met het anker voor uitgestroomd half met stuurboord aan de kade af. Veilig bij de politie (foto hierboven en hier) Om het hoekje liggen naast elkaar een Belgisch en een Frans jacht. Er is warempel ook nog walstroom maar geen water. Aan het eind van de middag lopen we door de stad. Eerste indrukken: ontzettend arm en rommelig, maar heel vriendelijk en gastvrij. Je kunt overal met euro´s betalen, vanzelfsprekend. We kopen een Albanees vlaggetje waar Ans later een draad doorstikt, zodat we het als gastenvlaggetje kunnen hijsen. Vreemd voelt dat het hier een uur vroeger is dan we gewend zijn, UTC + 1 uur. Op onze wandeling komen we achtereenvolgend langs een orthodox-christelijke basiliek, een moskee en de resten van een oude synagoge uit de zesde eeuw. Bij een groentenstalletje kopen we fruit en groente (foto hier) en vanavond eten we aan de wal op een plek we een oogje op het scheepje kunnen houden. We denken hier toch een paar dagen te blijven. Terug naar boven
Sarandë (2)
Woensdag 13-05-2009
Boven de politie- en douanekade, waar we liggen, is een aantal restaurants. Bij één ervan eten we gisteravond. Het heet Fredi naar de eigenaar, die 9 jaar lang op Korfu in een restaurant heeft gewerkt en nu hier is weergekeerd en voor zichzelf begonnen. Koken kan hij! We eten verrukkelijk ovengerecht van fèta met tomaten en gegrilde merluz. Volgens ons noemen wij dat heek. We drinken er een frisse lokale rode wijn bij. De rekening bedraagt niet meer dan 20 euro. Natuurlijk, Albanië is nog steeds een arm land, maar het is ook niet meer de poel van wanorde, wanhoop en ellende die Paul Theroux in "De Zuilen van Hercules" (1995) beschrijft. Het zuidelijke Sarandë viel hem vijftien jaar geleden overigens al mee. Nee, ze klimmen langzaam uit de put van uitzichtloosheid en armoede, zij het niet allemaal tegelijk. Op straat hangen veel werkeloze mannen rond. Tegelijkertijd worden grote delen van de schitterende, wilde kust volgeplempt met beton, hotels en appartementen voor toeristen. Investeerders wilden snel hun slag slaan en het gevolg is, mede door de economische recessie, dat het er veel te veel zijn. Ongeveer een derde deel van de kustbebouwing bestaat nu uit lelijke, onafgebouwde betonskeletten waar hier en daar kuddes schapen schaduw vinden. Het is ongelooflijk hoe snel deze uitzonderlijk mooie kust verpest is geraakt.
Vanmorgen worden we wakker van zachte kwettergeluiden. Het is niet His Lordship, die kan het mooier, maar het zijn de kleine boerenzwaluwen die in de ruimtes onder de kade hun nesten hebben. Ik zit een tijd te kijken naar een jongen die op de kleine pier naast ons zit te vissen, ik denk op krabben. Hij is mager en waarschijnlijk straatarm, dat hij zo zijn maaltje bij elkaar moet scharrelen (foto hier) Vandaag bezoeken we met de taxi van een vriend van onze agent Agim de ruïnes van de oude stad Butrint (in het Romeins Buthrotum), 24 kilometer naar het zuiden langs het gelijknamige Meer van Butrint. Het werd in 1992 uitgeroepen tot UNESCO World Heritage Site en dat is volledig terecht. Het is een van de mooiste plaatsen die we op deze reis bezochten.
De weg is vol kuilen en uiterst smal. Regelmatig moeten ver de berm in om tegenliggers door te laten. We rijden langs het meer, dat langs de kanten bezet is met rechthoekige stellages. Daaraan hangen zo te zien stalen draden of netten waarop men mosselen kweekt (foto hier) Het meer heeft een open verbinding met de zee, het Kanali i Vivarit genaamd, Dit gebied vormt daardoor een schiereiland tussen de zee en het meer. Butrint ligt strategisch op een kleine en goed verdedigbare uitstulping in het meer, een heuvel van 45 meter hoogte. Met het meer zelf is overigens wel iets raars aan de hand. Net als de Zwarte Zee kent het twee volledig gescheiden waterlagen. De bovenste laag is 8 meter diep en rijk aan zuurstof en aan flora en fauna. De tweede, onderste laag is 17 meter diep, zuurstofloos en levenloos en hij bevat giftig zwavelhoudend gas. Ik vermoed H2S, zwavelwaterstofgas, dat ieder jongetje kent van de stinkbommetjes die naar rotte eieren ruiken. Je snapt het, als dat ooit naar boven borrelt dan stikken de mensen die aan de oevers wonen voor ze er erg in hebben.
We worden afgezet bij de ingang van het complex aan het Vivarit kanaal. Daar vaart net een ouderwets kabelpontje weg (foto hier) Iets verderop ligt een driehoekig Venetiaans fort. We kopen een kaartje voor 6 euro p.p. en dwalen verrukt twee uur lang door een prachtig bos met kwinkelerende vogels en vol met oudheden. Slechts een klein deel van alles is overigens opgegraven. Maar ertoe behoren een prachtig oud theater, in Romeinse tijd vernieuwd en uitgebreid (foto hier), een tempel voor Asclepios, de god der geneeskunst op de plek waar een bron was die men kennelijk voor geneeskrachtig hield (foto hiernaast en hier), enzovoorts. Ach, het is allemaal zó mooi en zó bijzonder om door dit bos te dwalen, de resten van muren, huizen, paleizen, baden, een agora, een acropolis, stadsmuren en poorten, vroegchristelijke basilieken, nóg een Venetiaans kasteel, en te zien en je te bedenken hoeveel eeuwen lang dit een levendige stad is geweest, met zijn periodes van voorspoed en tegenspoed. Ik maak tal van foto´s maar zet er maar een paar op de website (zie voor mog 8 foto´s hier)
Een aardig aspect is de veronderstelling, door sommigen geuit, dat Butrint gesticht zou zijn door de Trojanen, nadat ze door de Grieken onder leiding van Agamemnon en Achilles bij Troje verslagen waren. Het verhaal duikt ondermeer op bij Vergilius, die beschrijft hoe de Trojaanse held Aeneas zijn brandende stad verlaat, zijn vader op zijn rug dragend en met zijn zoon aan de hand. Na een lange zwerftocht over zee ontmoet hij op deze heuvel Helenos, de zoon van koning Priamus. Deze was aanvankelijk door de Grieken hier gevangen gezet maar later vrijgelaten. Hij huwde de schone Andromache, de tragische weduwe van Hector, die tijdens de oorlog door Achilles onder de muren van Troje geveld werd.
Zo beschrijft Vergilius het (ik heb alleen een Engelse vertaling gevonden in het boekje "Discover Buthrotum" (Tiranë, 2008) van Ylber Hysi, dat ik in het kleine museum kocht. Als ik een Nederlandse vertaling vindt - als we weer snel Internet hebben - vervang ik hem) als hij Aeneas laat zeggen:
"I saw before me Troy in miniature
A slender copy of our massive tower
A dry brooklet named Xanthus... and I pressed
My body against a Scaean Gate. Those with me
Feasted their eyes on this, our kinsmens´ town.
In spacious colonnades the king received them..."
Een mooi verhaal dat je ook bij andere auteurs vindt, zoals bijvoorbeeld Dionysus van Halikarnassus. Die Scaeacan Gate, die is er nog (foto hier) Je zou graag willen dat het waar was. Maar er is nooit een enkele archeologische aanwijzing voor gevonden. Overigens zijn ook Julius Caesar en de latere keizer Augustus hier geweest om het strategische Buthrotum tot een Romeinse kolonie te maken, ter bewaking van de Straat van Korfu. Na het verval van het West-Romeinse Rijk kende het tal van meesters, waaronder de zotte veroveraar Robert Guiscard met zijn Normandiërs (hij veroverde veel en behield niets), de Byzantijnen, de stadstaat Venetië (gedurende 400 jaar) en weer later de Osmanen. De gevreesde Turk Ali Pasha bouwde een sterk fort aan de rand van de moerasvlakte langs het Vivarit Kanaal. Lord Byron (de dichter dus) zou hier de gast van Ali Pasha zijn geweest voor hij aan de Griekse vrijheidstrijd ging deelnemen.
Met grote tegenzin verlaten we het complex, na nog het kleine maar o zo mooie museum bezocht te hebben, onderin de kelders van het Venetiaanse fort op de acropolis. Een rijk bestede dag! Morgen steken we over naar Korfu. Terug naar boven
Kérkira (Korfu Stad) (1)
Donderdag 14-05-2009
Achter ons ligt de boot van de politie, een peulvormig scheepje dat we De Blauwe Schicht hebben gedoopt. Hier nog een foto ervan. Iedere avond varen drie politiemensen ermee uit. Ze blijven de hele nacht weg. Vanmorgen zag ik ze om half zes terugkeren. De mannen laden tassen uit, ze dragen het bekende Oostblokwapen, de AK47 Kolachnikov. Waarop richten hun patruilles zich? Misschien smokkelaars? Van mensen of van spullen? Ik hoorde wel eens van sigarettensmokkel via Albanië.
Om acht uur loopt onze agent Agim al op de kade. We vragen of hij een uitklaringsbewijs wil regelen. Dat kan, een uur later keert hij terug. De totale kosten van twee overnachtingen bedragen 65 euro. Ondertussen legt de dagelijkse veerboot uit Korfu aan. De toeristen schuifelen naar het douanekantoor. Een Engels echtpaar loopt naar ons toe. Ze lagen een paar dagen terug tegelijk met ons geankerd bij Erikoussa en zagen ons verbaasd richting Albanië varen. "What did they know that we don´t know?", dachten ze. Nu ze ons zien willen ze alles weten en we vertellen het graag. Ze besluiten dat ze met hun eigen boot ook Albanië gaan bezoeken. We motoren de haven uit, het is ZZO 2. Langzaam wordt Sarandë achter ons kleiner. Albanië was een openbaring voor ons. Ondanks alle armoede en werkeloosheid klimt het langzaam uit het dal. Men is blij dat er toeristen komen en de mensen zijn vriendelijk en behulpzaam.
In het Corfu Channel, slechts een mijl breed, ligt een aan de Griekse kant een eilandje met een vuurtoren, Nisos Peristeraí. Iedereen die uit Italië komt of erheen gaat vaart tussen dat eilandje en de Griekse wal door. Dat is veilig en je riskeert niet in Albanese wateren te geraken. Tot voor kort kon je dan problemen krijgen. Omdat wij toch al van Albanië komen nemen wij de oostkant. Daar moet je goed op een onverlichte rots letten, Vrak Psíllos geheten, die nauwelijks boven water uitsteekt. We zien hem echter meteen. Aan de oostkant doemt geleidelijk de moerasvlakte op waardoor het kanaal loopt naar het Meer van Butrint. Aan de monding licht een groot grijs blok met ronde torens op de hoeken. Dat is het kasteel dat de Turkse hoofdman Ali Pasha tijdens de Osmaanse bezetting hier liet bouwen. Verderop zien we de drie Venetiaanse forten, de rechtse en hoogste is het fort op de acropolis van Butrint, waar we gisteren rondliepen. Vanuit zee is meteen duidelijk dat de oude stad inderdaad uitermate strategisch gelegen was. Aan het zuidelijke eind van het Corfu Channel varen we door een flottielje van 10 huurboten met Russen, die zich langzaam door het nauwelijks voelbare windje door het kanaal laten drijven. Ze groeten beleefd.
Om 13 uur leggen we aan in Korfu Stad, in de Mandraki Marina aan de buitenste dam onder het oude Venetiaanse fort (zie foto hierboven en twee andere hier) De haven is ondiep maar het lukt net, we komen naast de Zeebeer van Anne Marie & Arjen Geerling terecht. Ze arriveerden een halfuur eerder vanuit Gouvia. Onze tijdsbeleving is enigszins in de war. In Albanië was geen zomertijd, het was er dus 12 uur (UTC + 1), in Italië is het nu 13 uur (UTC + 2) en in Griekenland is het 14 uur (UTC + 3) We zetten alle klokken op Griekse tijd.
Een bijzonder aspect van deze haven is niet alleen dat hij erg rustig ligt, maar dat boven op de wal een groot wit gebouw staat waaruit permanent verrassende muziek uit de geopende ramen klinkt. Klassiek en moderne jazz. Het is het Department of Music van de Ionian University. Daar kan zelfs onze Lord Byron niet tegenop. Online regel ik Internet-toegang via het draadloos netwerk van GoBroadband, dat later af en toe irritant zwak is maar het is het enige dat er is. Voor één week onbeperkt Internet € 11,99, maar met name het uploaden van foto´s stagneert voortdurend. Met onze buren bespreken we de noodzaak om voor Griekenland aan een cruising permit te komen, een officieel document dat je in iedere haven bij aankomst én vertrek moet laten stempelen bij de Port Police. Bij ankeren is dat niet nodig. Ik vind het een twijfelachtige zaak. Binnen de Europese Unie heb je immers vrij verkeer van mensen, goederen en diensten en dit document en dat voortdurende afstempelen lijkt me daar eerlijk gezegd in strijd mee. Enfin, morgen zullen we het regelen.
We lopen naar de stad, door een tunnel omhoog komen we binnen het Venentiaanse fort en langs het eerder genoemde conservatorium komen we bij de brug over de fossa, het kanaal dat - net als in de vesting van de Spaanse enclave Ceuta - het fort van de stad scheidt (foto hier) Daarachter ligt een park, het Spianada, en dan zijn we in de oude stad Kerkyra. Het is er afschrikwekkend druk en het is pas mei! Je snapt eigenlijk Paul Theroux wel, die een gloeiende hekel aan Korfu had: "Een eiland tjokvol schetterige toeristen" "Zelfs in het laagseizoen een toeristeneiland" Gelukkig is er bij onze haven een rustig restaurant waar we met Anne Marie en Arjen heerlijk eten: gegrilde sardines (Ans) en gegrilde en gemarineerde lever op Venetiaanse wijze (ik), omspoeld met een rode Nemea. Terug naar boven
Kérkira (Korfu Stad) (2)
Vrijdag 15-05-2009
Uitstekend geslapen ondanks het af en toe heftig wiegelen van het schip. Dat komt door de deining die sommige passerende veerboten ons haventje in zenden. Het komt voor dat de branding, die ze veroorzaken, over het havendammetje slaat. Als het hiertoe beperkt blijft, dan valt ermee te leven.
Vanochtend lopen we met onze paspoorten en scheepspapieren naar het belastingkantoor. In de oude stad zijn de straatjes afgeladen met toeristen. Er zijn ook Nederlandse kranten te koop maar we hebben er geeneens zin in. Gisteravond las ik nogeens verder hoe vermakelijk in "De Zuilen van Hercules" (1995) Paul Theroux foetert over de verwording van Griekenland:
"Heel Griekenland maakte op mij de indruk van een goedkoop pretpark vol kapot marmer, een land waar je verheven verhalen over de Griekse cultuur te horen kreeg, terwijl een of ander donker kereltje bezig was je zakken te rollen"
"Een pretpark vol verbrijzeld marmer, kapotte beelden en verminkte geschiedenis"
"Aangetast door de nachtmerrie van het toerisme, met duizenden Zorbadisco´s, Zorbataverna´s, Zorbacafés en de bouzouki-muziek van de sound-track van Zorba the Greek, veel te luid afgespeeld in talloze souvenirwinkels"
Inderdaad, in de oude stad van Korfu kunnen we constateren dat dit laatste volledig klopt. Het belastingkantoor ligt in de nieuwe stad en dat ziet er grappig genoeg veel authentieker en Griekser uit. Het kantoor is een foeilelijke betonkolos (foto hier) tegenover het al even lelijke betonnen theater van de stad. Het is een doolhof van verdiepingen met kleine kamertjes, lage plafonds, piepkleine loketjes, dichtslaande deuren en Grieken die er met handen vol papier ronddwalen en trappenhuizen bestijgen, op weg naar zaken die alleen zij begrijpen. Niemand kijkt naar ons of helpt ons op weg. Op goed geluk stappen we op de eerste verdieping een pijpenlaatje van een kantoor binnen. een dame kijkt verstoord op maar ze wijst ons wel de weg, we moeten aan de andere kant zijn maar wel op de eerste verdieping. Daar is een rij loketjes met mensen die allemaal druk in de weer zijn aan PC-schermen, dikke folianten met lijsten en hoge stapels papperassen. Niemand heeft belangstelling voor ons. Ik denk aan Franz Kafka, dit is de beklemmende wereld uit zijn werk. Je moet haast onbeleefd worden om iemands aandacht te vangen achter die loketjes, bijna schreeuwen om geholpen te worden. Minachtend wijst een dame me naar het loket naast haar, waar een andere dame ons zwijgend aanhoort en tenslotte zuchtend om mijn paspoort vraagt. Daarna moet ik aan een ander loketje, diep bukkend, een man die eruit ziet als een spitsmuis € 29,50 betalen en met de kwitantie naar de eerste dame terugkeren. We ontvangen een papier waarmee we naar de Port Police moeten. Dat is een heel eind weg bij de terminal van de cruiseschepen en de veerboten, maar gelukkig zijn er veel taxi´s en ze zijn goedkoop. Bij Port Police herhaalt het proces zich, in één kamertje moeten we € 15 afrekenen en met de kwitantie naar een ander kamertje waar een dikke jongen zuchtend aanvangt met behulp van onze paspoorten en scheepspapieren een formulier in te vullen en te bestempelen (foto hierboven) Zouden yachties eigenlijk nog wel de moeite nemen om zo´n permit te regelen? Zou het nog wel nodig zijn? Jazeker, bevestigt de jongen, je moet een fikse boete betalen als je het niet kunt tonen bij een contrôle. Uiteindelijk krijgen we een indrukwekkend document van acht pagina´s, een Private Pleasure Maritime Traffic Document. We moeten het in iedere Griekse haven laten stempelen, zowel bij aankomst als bij vertrek. Het zij zo.
Door de stad lopen we terug, doen wat inkopen in een supermarkt en komen weer bij "onze" Venetiaanse vesting. Daar worden we teruggeroepen, we moeten eerst voor 4 euro p.p. toegangskaarten kopen, maar als we uitleggen dat we in de marina liggen met een boot mogen we doorlopen. Aan boord willen we de wasmachine laten draaien. Omdat er geen walstroom is (wel water) zet ik de generator aan, die meteen start. Maar als de trommel van de wasmachine gaat draaien levert hij te weinig spanning. Op het display zie ik dat hij terugzakt van 230 - 240V naar onder 210V. Onder die spanning stopt de motor. Wel verdraaid, wat nu weer? Ik herstart en laat hem onbelast lopen, de spanning, het toerental en de frequentie zijn in orde. In de handleiding staat dat als de uitgangspanning te laag is onder belasting, zoals nu gebeurt, de oorzaken kunnen liggen in overbelasting, het niet halen van het vereiste toerental of een kapotte condensator. We halen wat zware kledingstukken uit de trommel, schakelen andere gebruikers af en proberen het opnieuw. Nu lukt het wel, ook als ik later de acculader bijschakel. Kennelijk vereist het draaien van een volle wastrommel teveel. Ik vind dat teleurstellend en vreemd, het dïsplay vertoonde niet meer dan 65% belasting. Misschien weet Fons raad?
De hemel is vandaag wat gesluierd en het is benauwd. De voorspelde harde wind uit Zuidwest en later Noordwest heeft zich nog niet gemeld. Toch zakt de barometer en lijkt er een front in aantocht. Aan het eind van de middag begint de lucht te betrekken. Van Diana vernemen per SMS dat Kiara, Mermaid en Pegasus vannacht uit Santa Maria di Leuca in Italië zijn overgestoken en nu in het haventje van Kassiopi aan de noordkust van Korfu liggen. Terug naar boven
Kérkira (Korfu Stad) (3)
Zaterdag 16-05-2009
Vanmorgen is het nog steeds bewolkt, maar de voorspelde harde wind blijft uit. Ik denk eigenlijk dat het aan de westkant van Korfu wel hard waait, maar dat we hier profiteren van de luwte. Aanvankelijk is het niet erg warm dus ik besluit het oude Venetiaanse kasteel, dat uitdagend boven ons uit torent, te bestijgen. Vanaf ons haventje moet je eerst door een oude poort en een tunnel door de onderste muren omhoog. Daarna leidt een pad naar een aantal trappen tot je bij een smalle opening in de bovenste vestingmuur komt. Naast de opening staat de verweerde beeltenis van een leeuw met een mensenhoofd (foto hier) Het beeldt de Leeuw van Sint Marcus uit, zegt onze pilot, en je vindt het op alle gebouwen uit de Venetiaanse tijd. De stadstaat Venetië nam omstreeks 1200 Korfu over van het wankelende Byzantijnse Rijk en het wist het tot 1797 te behouden. Herhaalde malen poogden de Osmaanse sultans het eiland te veroveren, ondermeer in 1537. De Turken brandschatten het hele eiland en nam de halve bevolking gevangen maar de citadel die ik nu beklim kregen ze niet klein. Na het beleg bouwde Venetië een tweede vesting aan de noordwestzijde van de stad. Die is nog groter, een enorm grijs blok dat De Nieuwe Vesting heet. In 1716 probeerden de Turken het opnieuw en zetten een leger van 30.000 soldaten hier aan wal. Na zes weken van bloedige aanvallen op de twee vestingen, toen de verdedigers op het punt stonden van overgave, verdwenen de Turken ineens om nooit opgehelderde redenen. Hun mysterieuze vertrek werd toegeschreven aan de Griekse patroon van Korfu, Sint Spiridon. "So not surprisingly Spiros is the most popular name on Corfu to this day", besluit onze pilot het verhaal.
Het is nog vroeg als ik de lange trappen naar de bovenste niveaus beklim. Weinig toeristen dus. Boven maak ik wat foto ´s van ons haventje en het eilandje Vidho, dat een halve mijl noordelijk ligt (foto hier) Ook dat was door Venetië en later de Engelsen van forten voorzien. Overigens viel Korfu in 1797 in handen van de Fransen, toen Napoleon Venetië op de knieën dwong. Lang duurde het niet. Na de nederlaag van de Keizer werd het tot 1864 door de Britten bestuurd tot het werd opgenomen in het nieuwe onafhankelijke Griekenland. Ik dwaal verder door de vesting en kom aan de zuidelijke kant bij een gebouw dat het meest lijkt op een volledig gerestaureerde Griekse tempel (foto hiernaast) Maar er klinkt prachtige meerstemmige Middeleeuwse samenzang uit. Ik loop binnen en luister een tijd vol genoegen naar een kwartet zangers, een vrouw en drie mannen (foto hier), die repeteren voor het vocaal concert dat ze hier vanavond geven. Het zijn leden van het Griekse vocaal ensemble Emmeleia. De zangers kunnen prachtig intoneren en de stemmen harmoniëren schitterend. Zulke verrassingen mag ik wel. Na goed drie kwartier besluiten ze met vrolijker repertoire uit de Franse Middeleeuwen. En het gebouw? Het is de kerk van Saint George, destijds gebouwd als een Anglicaanse kerk voor de Britse troepen tijdens hun protectoraat van Korfu. Waarom ze het in de stijl van een (heidense!) Griekse tempel bouwden, ontgaat me. In elk geval hebben de Grieken het in 1865 tot een orthodoxe kerk gewijd. In WO II werd deze kerk door bommen vernietigd en later weer opgebouwd.
Terug aan boord breekt een middag van luieren aan. Want het is ondertussen drukkend warm geworden, ruim 30° Celsius. Maar dat luieren geldt niet voor de drie werklieden die al sinds vanochtend bezig zijn om doorvoeren voor walstroomleidingen aan te leggen (foto hier) De betonmolen staat op de wal en ze moeten met hun kruiwagens vol klotsende cement een lang en moeizaam traject over de niet erg brede havendammetjes afleggen. Uiteindelijk kan eentje zijn kruiwagen niet recht houden, de man bezeert zijn deerlijk zijn rechterpols. Ans verbindt hem liefdevol. Tegen het eind van de middag is het zó warm dat ik het koude water (18°) trotseer en even zwem. Het valt mee. Daarna wil ik dit verslag op onze website plaatsen, maar de netwerken van GoBroadband komen nauwelijks door. Zouden ze die voor het weekend misschien uitzetten? En daar betaal je nota bene € 11,99 voor. Terug naar boven
Kérkira (Korfu Stad) (4)
Zondag 17-05-2009
Zwager Cees zendt uit Holland per e-mail een oproeping van de Rechtbank in Almelo, gezonden aan ons briefadres in Gorinchem, "in verband met een vordering tot gerechtelijk vooronderzoek in de zaak tegen (volgt de naam van de omstreden ex-neuroloog JS van het Medisch Spectrum Twente) om op 2 juni 2009 te 11.00 uur voor mij te verschijnen in het kabinet van de rechter-commissaris" "om dan, op verzoek van de verdachte, te worden gehoord als getuige" Onderaan staat in vetgedrukte letters "Getuigen zijn verplicht te verschijnen en bij niet verschijnen strafbaar. Bovendien kan hun voorgeleiding worden gelast" Het klinkt dreigend. Merkwaardig, iets dergelijks heb ik nooit eerder meegemaakt. Zouden ze op de rechtbank in Almelo nou werkelijk helemaal niet weten dat ik in het buitenland ben en denken dat het voor mij zomaar mogelijk is om op ieder door hen gewenst tijdstip te komen opdraven? Ik geloof er niks van. Ze weten het best, het stond immers uitgebreid in de Twentse media. Snappen ze niet dat het veel redelijker is om gewoon contact op te nemen, per telefoon of e-mail (onze contactgegevens staan nota bene op onze website) om een en ander in overleg te regelen? Natuurlijk ben ik bereid te getuigen. In dit opzicht handelde de Onderzoekscommissie MST heel wat redelijker. En effectiever. Enfin, ik stel een reactie op dat ik niet in staat ben te verschijnen en verzoek om nader overleg over een tijdstip dat beter schikt, als we over een paar maanden toch weer in Holland zijn voor familiebezoek. De reactie mail ik in Word naar zwager Cees met het verzoek hem te printen en op de post te doen.
Vannacht waait het nogal uit het noordoosten, er staat een ongemakkelijk deining de haven in. Vanmorgen vertrekken Anne Marie & Arjen met de Zeebeer naar het eiland Paxos, zuidelijk van Korfu (foto hier) Over een aantal dagen zullen we hen volgen, maar vooreerst hebben nog geen zin dit idyllische haventje alweer te verlaten. We lopen de stad in. Het is opnieuw ontzettend druk, maar als je wat doorloopt ben je de toeristen gauw kwijt. Die concentreren zich voornamelijk in de buurt van het Spianada, de esplanade waar cricketwedstrijden worden gespeeld en waar aan de rand allemaal drukbezette terrassen zijn met straatkunstenmakers, schooiende zigeunerfamilies en ballonnenverkopers. Ans ontdekt een zaakje met leuke jurkjes en is voor een tijdje incommunicado. Ik heb er altijd plezier in haar zo bezig te zien (foto hier) Ze verschijnt na een tijdje met een aardig, licht blauwgrijs zomerjurkje dat nog wel een keer op de foto komt. In een boekhandeltje koop ik het laatste nummer van de New Scientist (9 may 2009) met een hoofdartikel over "The Mysterious Monopole. Predicted by theory. Hunted for decades. Found at last" Ik ben zeer benieuwd. En ik koop een Grieks-Nederlandse spraakkunst (uitspraak, beknopte grammatika en boodschappenlijst), Diagoras Editions, 1996. Ik bestudeer het bij de koffie in een koffiehuis onder een arcade (foto hierboven) Heerlijk, dat scharrelen door een leuk stadje! Het is halfbewolkt en toch ruim 28° C. Plotseling stuiten we temidden van alle schilderachtige straatjes en pleintjes op een synagoge (foto hier) De deur staat open en daar treffen we Rubina, een kettingrokende matrone die ons enthousiast binnen nodigt. Zeker als ik vertel dat we op onze reis ook Israël willen aandoen. Ze leidt ons rond in de sjoel die er netjes uitziet en ik mag een foto maken (foto hier) De joodse gemeenschap in Korfu Stad telde voor WO II ruim 2000 mensen, de meesten werden afgevoerd naar de vernietigingskampen. Er kwamen er maar 150 levend terug. Nu telt de gemeenschap nog maar 60 mensen, bijna allemaal ouderen. Wie was de idiote katholieke priester ook weer, die onlangs de holocaust ontkende?
Later genieten we van een late lunch op straat: ansjovisjes, olijven, artisjokken en een kalfsvleesschotel, met retsina (foto hier) Opeens zegt Ans: ik zie Diana! En verdraaid, verderop lopen ze inderdaad, de crews van Kiara en Pegasus. Ze waren hier vandaag aangekomen na een onrustige nacht voor anker in de baai van Gouvia. Het weerzien is warm en ze schuiven gezellig bij (foto hier) en we hebben heel wat bij te praten. Mermaid is een andere kant opgegaan, mogelijk ook naar Albanië. Terug naar boven
Kérkira (Korfu Stad) (5)
Maandag 18-05-2009
Het leven van de mens is ongewis en veel ergernis zal hem ten deel vallen. In mijn geval gaat het vandaag om de Griekse leveranciers van mobiel Internet en de havenautoriteiten.
Het is een warme dag. We gaan al vroeg op weg voor boodschappen, voor een Griekse SIM-kaart voor mobiel Internet en om ons af te melden bij de Port Police. De boodschappen vormen geen probleem dus daar is niets over te melden. In de lange winkelstraat voorbij de oude stad, de straat heet Theotoki, vinden we als eerste een vestiging van Vodafone. We willen graag een SIM-kaart voor mobiel Internet, zeg ik na een jongedame gevraagd te hebben of ze Engels spreekt. "A little", is het antwoord. Nee, pre-paid kaarten voor mobiel Internet verkopen ze niet. Een abonnement dan misschien? We zijn immers maandenlang in Griekenland en in Malta kon dat ook en kon je het per maand opzeggen. Nee, een abonnement is alleen per jaar. Wat kost het dan?, vraag ik door. Een abonnement kan alleen als je een Grieks belastingnummer hebt, zegt ze. Hoe kom je daaraan? Dat weet ze niet.
Driehonderd meter verder is een winkel van de provider Cosmote. Aha, die kennen we, die hebben we ook op onze GSM´s. De jongeman met glad achterovergekamd plakhaar spreekt geen Engels maar wel Duits, verklaart hij opgetogen. Dat blijkt tegen te vallen. In elk geval zegt hij stralend, kunt u wel een jaarabonnement nemen voor slechts 49 euro. Daar hebben we wel oren naar! Maar helaas, hij heeft het niet in huis. Niet in huis? Nee, zegt hij, nog steeds klantvriendelijkheid uitstralend. Morgen dan? Nee, morgen ook niet.
Weer honderd meter verder is een vestiging van Wind Hellas. Aha! Op mijn dongle krijg ik met het SIM-kaartje uit Malta - dat ik hier nog deze maand via roaming gebruiken kan - het netwerk van Wind. Een vriendelijke dame helpt ons, ze blijkt nota bene Nederlandse te zijn! Nu kan het niet meer fout gaan. Inderdaad, een abonnement vergt een Grieks belastingnummer. Maar we kunnen SIM-kaarten van Wind kopen voor 10 € (2 dagen mobiel Internet) of voor 30 € (7 dagen mobiel Internet) Aldus geschiedt en we proberen het ter plekke met mijn notebook en de dongle, waar een zo´n Wind-kaartje (voorzichtigheidshalve van 10 €) in gaat nadat de Hollandse dame het via een nogal ingewikkelde procedure met behulp van een code die je via SMS verzendt, heeft geactiveerd. Het werkt! Ik koop dus ook nog een 7 dagenkaart die ik zelf kan activeren en verder kun je deze kaarten overal in Griekenland bij kiosken kopen. Je moet een code openkrabben op de enveloppe waar hij inzit en die SMS´en aan een centraal nummer.
Eind van de middag. Ik zit tevreden een uur te Internetten, lees de e-mails en de nieuwssites, tot de zaak ineens niet meer werkt. Even tevoren kreeg ik een bericht dat ik niet lezen kan omdat het in het Grieks is: "TO YΠOΛOIΠO ΣAΣ EINAI ΠOΛY XAMHΛO.ANANEΩΣTE EYKOΛA XΩPIΣ KAPTEΣ ΣTA KATAΣTHMATA WIND K ΓIA KAΘE ANANEΩΣH ΠANΩ AΠO 20E KEPΔIΣTE MEXPI 7,5E ΔΩPEAN XPONO OMIΛIAΣ!" Iemand enig idee wat dit betekent? Ik niet. Maar de dongle wil geen verbinding meer maken. Het enige dat getoond wordt is "Error code: 619. Er kan geen verbinding met de externe computer worden gemaakt, waardoor de poort voor deze verbinding werd gesloten. Klik voor meer informatie op Meer Info of zoek in Help of ondersteuning naar dit foutnummer. Het wordt aanbevolen de profielinstelling onder MENU/Profiel nogmaals te controleren" Enfin, die handelingen helpen ook niet. Ik bel het servicenummer van Wind en krijg en krijg in het Grieks een bandje te horen (het is vijf uur) dat eindigt met "Thank you for calling!" Morgenochtend zal ik dus maar weer naar die winkel lopen, voordat we vertrekken. Hoe ik dit verslag nu plaatste? In elk geval niet via het WiFi-netwerk van GoBroadband, dat ook na het weekend niet sterk genoeg blijkt, maar via roaming op het Maltees SIM-kaartje van GoMobile. Dat is uiteraard duur, maar hoe ze daar aan hun geld moeten komen, dat kan me gewoon geen moer meer schelen.
Maar eerst neem ik vanmiddag een taxi naar de Port Police, om ons af te melden en een stempel e.d. te verkrijgen op ons Maritime Traffic Document (foto hier) Ik dacht dat het zo gebeurd zou zijn, maar nee hoor. Pas bij het tweede bureau op een donker gangetje lijken ze na onderling overleg te begrijpen wat ik wil. Het is net alsof ze niet precies weten hoe het moet. Merkwaardig. Nu moet ik ineens mijn Internationaal Verzekeringsbewijs tonen, de kwitantie voor de € 15 die ik bij aanmelding betaalde (die ik niet bij me heb) en de crew-list (die ik niet bij me heb, want die hebben ze hier gehouden) Ze zoeken een tijd maar kunnen hem niet vinden. Sinds eergisteren zoekgeraakt dus. Tja, er moet dus eerst weer een nieuwe crew-list worden gemaakt, besluiten ze, aardige jongens in witte uniformen, dat wel, maar het schiet niet op. Na een dik halfuur heb ik de benodigde stempels. "Vertrekt u vandaag?", vroegen ze en ik heb maar "ja" gezegd want anders willen ze misschien ook nog dat ik morgen terugkom. Het is duidelijk: dit werkt dus niet. Als je ergens ankert is het hele circus immers niet nodig, dus wat doen veel mensen? Juist, ze ankeren en mijden de havens en die missen er inkomsten door.
Vanavond komen de crews van Kiara en Pegasus hierheen om met zijn allen uit eten te gaan in het voortreffelijke restaurant hier op de kade onder de wallen van het oude fort (zie foto hierboven) Morgen gaan we naar het eiland Paxos, zuidelijk van Korfu, nadat ik bij Wind Hellas ben geweest. Terug naar boven
Órmos Valtou
Dinsdag 19-05-2009
Een gezellige avond, gisteravond in het restaurantje van onze haven met de crews van Kiara en Pegasus. Om niet opnieuw een eetfoto te plaatsen, maak ik een foto van de tere kleuren die de ondergaande zon over het water tovert (foto hier) We besluiten morgen met ze mee te varen naar een mooi, besloten baaitje aan de overkant, het vasteland van Griekenland. Volgens Fred - die er al vaker was - zijn daar flamingo´s te zien.
Vanochtend toppen we de watertanks af. Een nieuwe poging om de wasmachine te laten draaien met de generator aan, mislukt. Er is iets mis, want een jaar of wat terug was het geen probleem. Maar nu zakt de uitgangspanning terug tot onder 210V als de trommel van de wasmachine gaat draaien en vervolgens stopt de generator. Ik probeer toch nog iets constructiefs te doen en loop door de oude stad naar de vestiging van Wind Hellas. Daar ontmoet ik aanvankelijk weinig begrip. De Nederlandse dame is er helaas niet. Ze kijken mijn account na en zeggen doodleuk: u hebt het volledige bedrag van uw SIM-kaart opgebruikt. "In één uur?", vraag ik. Ja, zeggen ze, 40 euro. Hoe kan dat nou, zeg ik, ik had één kaart gekocht voor twee dagen mobiel Internet voor 10 €. Die is hier bij jullie geactiveerd. Daarnaast had ik een optie gekocht voor nog eens 7 dagen voor 30 €. Die heb ik nog niet eens geactiveerd! Ze zeggen, u hebt in één uur 1 Gigabyte opgemaakt. Dat kan helemaal niet, zeg ik, die dongle van mij kan zoveel niet eens in één uur verwerken, dit is niet acceptabel! Een patstelling. Ze gaan de Hollandse employé bellen. Na tien minuten is ze er en nu blijkt na ruggespraak en telefoontjes met het technisch centrum hoe het zit. Inderdaad heeft de Hollandse dame, die trouwens Willy heet, een fout gemaakt. Ze had per SMS op haar eigen mobiel telefoontje gevraagd mijn SIM-kaart te activeren maar niet op de bevestiging daarvan gewacht. Ze was nieuw en wist niet dat dat nodig was. Dus kreeg ik die bevestiging niet en werd mijn mobiel Internetverkeer afgerekend op het allerhoogste tarief. Na een uur was het op. Enfin, ik mag op Willy´s toestel de klantenservice bellen en samen leggen we het probleem voor. De klantenservice zegt dat ze een procedure zullen starten om me het bedrag van € 40 terug te geven. Morgen of overmorgen moet ik daarvoor bellen met mevrouw Saka. Juist. Nu moet ik nog wel mijn SIM-kaartje opwaarderen met 15€. Vooruit.
Het is 12 uur als ik aan boord terugkeer. Kiara en Pegasus zijn juist vertrokken van hun ligplaats in de oude haven, melden ze op VHF 77. We zeilen met een rustig windje NNW 2 - 3 op de genua de 12 mijl naar de overkant. Daar ankeren we 4 uur later diep achterin de bochtige Órmos Valtou, een mijl af wat ten westen van Igoumenítsa, midden tussen de bossen. Zie foto hierboven. Een uurtje later SMS ik met het Griekse SIM-kaartje in mijn telefoon de code naar het servicenummer van Wind Hellas. Prompt komt er een Griekse tekst terug die ik maar voor de bevestiging houd. Als dit verslag mét foto´s op de website staat, dan is alles gelukt. Terug naar boven
Gaios, Paxos
Woensdag 20-05-2009
Gisteravond drinken we met zijn allen een borrel op de Kiara. Altijd bijzonder om vanaf een afstandje naar je geankerd schip te kijken (foto hier) Diana verrast ons met hapjes en ze had nog die lekkere rode wijn van Malta. De nacht is vol van rust en duisternis. Alleen de sterren geven wat diffuus licht. Alle ademt stilte en rust, af en toe blaft ergens een hond of roept een vogel. Soms klingelt een koeienbel. We zitten lang buiten te genieten. Ook vanochtend is het rustig. Op een pad langs de helling nadert een kudde geiten. Allemaal een bel om. Een oude vrouw, geheel in het zwart gekleed, drijft ze naar de helling tegenover ons. We zien witte reigers en eksters, maar geen flamingo´s. Om 10 uur lichten we het anker en varen langs Kiara en Pegasus om goedendag te zeggen. Zij willen naar de baai van Lakka op het eilandje Paxos, wij gaan ook naar Paxos maar naar een andere plek. Voorzichtig varen we de kronkelige en ondiepe baai uit. Buiten is geen wind, ONO 0 om precies te zijn. We varen over een spiegelgladde zee lijnrecht naar het zuiden (foto hierboven) Om 12 uur zien we ver aan stuurboord kaap Asprókavos, de zuidpunt van Korfu. In het zeegat tussen de eilanden Korfu en Paxos staat West 3, de rolgenua kan uit en we zeilen lekker de resterende mijlen naar Gaios, onze bestemming op Paxos. Via een kronkelende invaart met de eilandjes Panayía en Áyos Nikolaos aan bakboord komen we bij het kleine plaatsje, dat achter die twee eilandjes verstopt ligt. Hier anker je met de kont naar de kant. Maar er zijn liefst vier ankerpogingen nodig voor we het gevoel hebben dat we enigszins stevig liggen. De grond is losse, rulle modder, het anker wil moeilijk houden. Ik moet zelfs met het bijbootje een keer het anker opnieuw uitbrengen, de laatste keer doet onze aardige buurman dat voor ons. Maar tenslotte liggen we "zoals het in de folders staat". Voor ons een pleintje met een kerkje en allemaal taverna´s. Er slenteren wat toeristen. Wat moet het hier in juli en augustus druk zijn! (Hier een foto)
Ik bel mevrouw Saka van het servicecentrum van Wind Hellas. Ze is er niet maar men weet van mijn geval. Ze zullen bellen zodra er in de hogere echelons een beslissing is gevallen. Vanavond gaan we ergens in een taverna op de kade eten, tien meter van de boot. Ik vermoed dat we hier een dagje blijven. Terug naar boven
Gaios, Paxos (2)
Donderdag 21-05-2009, Hemelvaartsdag
Gisteravond eten we op het centrale pleintje van Gaios, met zicht op de boot. Dat is prettig, want een uur lang is er fiks wind en zo kunnen we de zaak in de gaten houden. Dan is het opeens over. Volgens de pilot "Ionian" (6th edition, Imray) van Rod Heikell heeft iedere taverna in Gaios zijn eigen kat, die langs de tafeltjes komt met de bedoeling om mee te eten. Dat klopt, een grijs cypers (cypers = van Cyprus?) katje komt schooien bij de degene, waarvan ze verwacht dat ze bezwijken zal. Inderdaad, Ans. Later neem ik voor 1 euro een metaxa op het terrasje vlak tegenover ons schip. De familie die het zaakje drijft, moeder, vader en zwakzinnige zoon, zit de hele dag lang onder de luifel alles aan te zien. Dat is hun leven. Aan boord zitten we in de lauwe warmte na te genieten. De solozeiler naast ons komt uit Slovenië. Om te laten zien dat zijn land tegenwoordig ook meetelt en dat er beschaafde mensen leven, tilt hij een 5-literpak Vin de Pays d´Oc op en roept tegen de Fransen van de Dehler 39 naast hem "I drink good French wine!" "Aha! Good!", roepen de Fransen terug. Ik had ook niet verwacht dat ze meteen de Marseillaise zouden zingen.
De nacht verloopt rustig. Vanochtend doe ik boodschappen in de kleine supermarkt achter het centrale pleintje, op nog geen 80 meter. De meeste schepen vertrekken in de loop van de ochtend, maar wij vinden het hier wel leuk en hebben per slot geen enkele haast. "Gaios is chaos in the summer", zegt Rod Heikell snedig, maar nu in het voorseizoen is het lekker rustig. "There is nothing here you must go to see for your education", zegt hij ook nog. Mooi zo, daar hebben we ook helemaal geen zin in. Zo verstrijkt de ochtend, terwijl we lekker in de kuip zitten en kijken naar de mensen die langslopen. Lord Byron hangt in zijn kooi aan het achterstag en als His Lordship in fraai tierelierende zang uitbarst kijken ze verbaasd en zoekend omhoog, naar het want en het topje van de mast en vervolgens naar de daken van de huisjes tegenover ons. Niets te zien. Niemand verwacht een zingende kanarie op een schip. Je begrijpt: het is hier op Paxos best uit te houden. Bovendien pak ik vandaag een gratis draadloos WiFi-netwerk: paxoi-wifi-free. Dus de foto´s van gisteren kan ik ook uploaden. Terug naar boven
Gaios, Paxos (3)
Vrijdag 22-05-2009
Heerlijke dagen in Gaios. Dankzij het voorseizoen is het hier goed toeven en je ligt nog gratis ook. Dagelijks een uurtje de generator draaien en de zonnepanelen houden de accu´s gevuld. Via de snelle WiFi-verbinding kan ik eindelijk eens weer de bankzaken bijwerken. Het is verder een tijd van slenteren en lezen. "Evolution" van Stephen Baxter, een pil van 760 bladzijden, heb ik bijna uit. Een indrukwekkend boek, deze gedramatiseerde navertelling van 65 miljoen jaar menselijke evolutie. Hierbij een foto van het etablissemntje bij ons op de hoek, direct achter de boot aan de kade. Ik vertelde er al over. De zwakzinnige jongen zit iedere dag in hetzelfde groene t-shirt op zijn stoel. Soms komt zijn moeder erbij zitten en dan houdt hij haar arm vast, zoals je ziet.
Vannacht komen we moeilijk in slaap vanwege de Duitse buren, een charterboot waarop ze tot na 3 uur zitten te drinken en te giechelen. Van Ans mag ik er niks van zeggen. Die mensen hebben misschien maar een week vakantie, zegt ze, dus laat maar. Ans is een lieverd, maar als het nou elke dag zo gaat...
Van Hans & Karine Tijssen krijgen we bericht dat ze met hun Tishuit in Pantelleria liggen. Ze doen de groeten van Pasquale en zijn er verder bij hem niet ingetrapt. Van Wind Hellas krijg ik ettelijke SMS-berichten in het Grieks; onleesbaar dus. Vanmorgen zit een huurboot met een Engels koppel met het anker verstrikt in de ankerlijn van de Duitse charterboot. Tobben. Het hoort volgens de pilot van Rod Heikell tot de feiten des levens in deze haven, het gebeurt dagelijks. Een jongen van de chartervloot verderop komt ze met een dinghy te hulp en na een goed halfuur is het karwei geklaard. Wat gaan wij doen? We wachten of de Duitsers vertrekken. Die liggen mogelijk met hun ankerketting ook over die van ons heen. Laat hen maar ploeteren in dat geval. Maar om kwart voor elf komen ze moeiteloos vrij. Dan gaan wij zometeen ook weg, richting Preveza. Daarover hoor je morgen weer. Terug naar boven
Preveza
Zaterdag 23-05-2009
Gisteren lichten we om 12 uur het anker in Gaios, Paxos. Bij het ophalen draait het wat ongelukkig zodat een vloei hard tegen de boot slaat. Een stukje gelcoat spat los. Enfin, dergelijke blutsen zijn niet te vermijden. T.z.t. zal ik het eens netjes repareren. We motoren de kronkelende kreek uit en zetten koers naar Preveza, 32 mijl verder zuidoost. De wind werkt niet mee: zuidoost 2. We motoren over een vlakke zee. Aan stuurboord ligt het kleine broertje van Paxos, Antipaxos geheten (foto hier) Er wonen maar 30 mensen op. Rustig en vredig motoren we verder. Een tijd zitten we in de zon te genieten op het voordek (foto hierboven) Tegen half vijf komen we de bij twee boeien, een rode en een groene, aan het begin van de betonde geul naar Preveza, de Stenón Prevezis afwel het Kanaal van Preveza. Die wordt door herhaaldelijk uitbaggeren op 7 - 10 meter diepte gehouden en vormt de verbinding met de kleine binnenzee van Amvrakia. Een ondiepe kom van 10 bij 20 mijl waar weinig boten binnenvaren maar die wij de komende dagen eens willen verkennen. Het Preveza-kanaal is natuurlijk een strategische verbinding met die binnenzee en aan beide kanten staan Venetiaanse forten en kastelen. Behalve dat op de stuurboordoever, dat is gebouwd door de beruchte Turkse boef Ali Pasha, die we ook al bij Butrint in Albanië tegenkwamen. Daar ligt ook het oude Actium, waar in de winter van 32-31 VC de veldslag plaatsvond tussen de troepen van Octavius (de latere keizer Augustus) enerzijds en die van Antonius en Cleopatra anderzijds. Een slag die laatsten verloren, een nederlaag die ze niet eens afwachtten en misschien zelfs over zich afriepen door hun smadelijke vlucht naar Egypte waar ze zelfmoord pleegden. Een paar kilometer noordelijk van Preveza liet Augustus een grote nieuwe stad bouwen, Nikopolis, waarvan er nog steeds veel resten liggen. De bewoners van de omliggende steden dwong hij er te gaan wonen. Ach, eigenlijk zouden we daar eens een kijkje moeten nemen maar eerlijk gezegd wordt ik steeds vaker somber van al die verlaten steden, waar het ooit wemelde van mensen die er hun drukbezette levens leidden en er misschien nooit bij stilstonden hoe vergeefs alles was en dat er een aantal eeuwen later alleen maar ruïnes van zouden overblijven. Je gaat ook anders kijken naar onze eigen steden, want ook daarvan zal er over vele eeuwen misschien niets meer over zijn dan stenen en wat oud asfalt.
In Preveza vinden we een plekje naast Kiara en Pegasus (foto hier) aan een betonnen kade. Ook Mermaid ligt hier, aan de wal bij het stadscentrum. Maar daar kun je beter niet liggen, zeggen de anderen, er is daar tot vier uur ´s nachts luide discomuziek. Gisteravond eten we met Jaap & Diana in de stad, buiten in een van de kleine straatjes die vrijwel volledig bezet zijn met tafels en stoelen.
Vandaag ga ik langs bij het filiaal van Wind Hellas. Daar onderzoekt een aardig en intelligent meisje mijn verhaal. Ze komt erachter dat het filiaal in Korfu niet alleen een fout heeft gemaakt met de activering, maar ook teveel heeft berekend. Voor 2 dagen Internet € 10 en 7 dagen € 30, moet zijn respectievelijk € 5 en € 15. Dat scheelt nogal! Wel blijkt Wind inmiddels al het geld weer terug op mijn account te hebben gestort, zodat er nu in totaal € 55,08 op staat. Prima! (Alleen heb je hier meestal slechts GPRS-netwerken, ontzettend traag. Foto´s uploaden is onbegonnen werk) Verder koop ik wat groente en fruit in de stad. Onder andere heerlijke kersen en nispero´s, die hier nephelos heten, de vruchten van de Japanse wolmispel oftwel de "foute kathedraalboom" Ondertussen heeft Ans de boot helemaal schoon gespoten. Dat was hard nodig. Hoewel we hier ook gratis liggen is er in elk geval water op de kade. ´s Middag lezen we. Ik lees "Evolution" van Stephen Baxter uit en ben eerlijk gezegd zwaar onder de indruk van het boek. Net als die steden teloor gaan en in ruïnes veranderen, waarover ik hierboven schreef, zo gaat het ook met de soorten en de verschillende levensvormen. De evolutie is ongenadig en ongericht, er is geen sprake van vooruitgang. Soms worden in de aanpassing aan veranderende omstandigheden paden ingeslagen die je eerder een teruggang zou willen noemen. Ooit zal de soort Homo Sapiens ook uitsterven, misschien over niet al te lange tijd, en het is niet zeker dat onze opvolgers intelligenter zullen zijn hoewel je mag verwachten dat ze in elk geval beter aangepast zullen zijn aan de misschien beroerde omstandigheden op een latere Aarde. Zolang het duurt natuurlijk. Onze menselijke soort zal even futiel blijken als alle andere, als je maar lang genoeg wacht, een rimpeling in de tijd zonder betekenis.
Ans is blij. Haar dochter Tessa vraagt in een SMS-bericht of ze een week mee kan varen. Dat kan hier uitstekend! Ze vliegt over een week naar Preveza en ondertussen kruisen wij wat rond in de Golf van Amvrakia en bezoeken we Levkas. Terug naar boven
Vónitsa, Golf van Amvrakia
Zondag 24-05-2009
Vanochtend nemen we weer afscheid van Kiara en Pegasus (laatstgenoemde heeft gedonder met een kokende accu, gelukkig weet Fred wat hij doen moet) en vertrekken na het ontbijt. We slaan bakboord af naar de Golf van Amvrakia, de binnenzee die we een paar dagen lang willen verkennen. Het is een plek die me altijd al intrigeerde als ik in de jaren van voorbereiding op de kaarten keek. Hoe zou het er daar uitzien? Nu gaan we dat vaststellen. Na het uitvaren van het Preveza kanaal moet je letten op een groene boei, voorbij het kaapje Ak Akri. Er zijn meer ondiepten in deze binnenzee, maar alles is redelijk goed beboeid. We passeren aan de noordkant een baaitje waar drie scheefgezakte en verroeste vissersboten liggen. Ernaast hangt een driemaster nog schever. Een scheepskerkhof. Ankeren is er niet toegestaan, geeft een bord op de wal aan. Ervoor en erna liggen diverse fishfarms. Het lijkt of de lokale vissers tijdig hun bakens verzet hebben, om het zo te zeggen. Dan passeren we het noordelijke kaapje Ak Laskára, met dicht struikgewas en enkele cypressen en pijnbomen. Daarna ontvouwd de binnenzee zich voor ons, een mooi moment. Hoeveel eeuwen lang is hier gevaren en werd dit grootse gevoel hier beleefd? In het noordoosten zien we hoge bergen met sneeuw op de toppen. Is dat nog Albanië? Er liggen twee eilandjes voor ons, aan bakboord Gaídharos en aan stuurboord Kéfalos. Dat laatste betekent "hoofd", herinner ik me van de de Nederlandse les op de HBS. De dichter P.C. Hooft noemde zich in een gedicht of een toneelstuk Cephalo, meen ik. Tussen dit eilandje en de zuidkust kun je doorvaren als je op de dieptes let. Het gaat prima. De binnenzee strekt zich nu uit als een blinkende, roerloze spiegel. Het water is olijfgroen. Volgens de pilot zou hier veel vis moeten zitten en dus ook veel roofvis, waardonder dolfijnen. Maar daar merken we niets van. Verder naar het oosten lijken kleine, donkergroene eilandjes nét iets boven de waterspiegel te zweven (foto hier) Die eilandjes liggen aan de moerassige noordoever, ze heten o.m. Voúvalo en Koronisia en je schijnt er paradijselijk te kunnen ankeren. Dat zijn we ook van plan maar nu willen we naar het dorpje Vónitsa op de zuidoever. Daar meren we af op het anker met de kont tegen de bijna verlaten kade, na ons ervan overtuigd te hebben dat het er diep genoeg is en we niet ons roer beschadigen op rotsen. Het is hier stil en mooi. Boven ons ligt op een steile heuvel een oud Venetiaans fort. Hierboven een foto, hier nog een andere) In de middag steekt de wind op, knap hard en zoals gebruikelijk uit het noordwesten. Omdat we vrijwel aan het eind van de kade liggen, span ik nog een lijn van de boeg naar de laatste bolder op de wal om de boot recht achter het anker te houden. Dat houdt trouwens best.
Al vele dagen kijk ik wat zorgelijk naar het display van onze Mastervolt Accubewaker. De ladingsgraad van de accuset zakt alleen maar. het is nu 68% ondanks het varen op de motor en het bijladen van de zonnepanelen en - zoals vanmiddag met de harde wind - de windgenerator. Eigenlijk is dat ladingspercentage een geconstrueerd getal. Je geeft zelf aan wanner je accu´s 100% geladen zijn en vanaf dat moment houdt hij de zaak bij door optellen (bij laden) en aftrekken (bij stroomgebruik) Het percentage is dus een becijferde uitkomst. Het is me echter opgevallen dat hij het opladen van de zonnepanelen niet weergeeft, wél dat van de dynamo van de motor, de generator en de windgenerator. De zonnepanelen laden echter wel degelijk! Dat zie ik op de wijzerplaat op het dashboard: overdag meestal tussen de 4 en 8 Ampère per uur. In totaal laden de panelen naar schatting zo´n 40 tot 60 Ah per dag bij. Ik denk dat we dat niet eens verbruiken. Maar als het bijladen van de zonnepanelen niet in de becijferde ladingsgraad van de Mastervolt accubewaker is meegetelt, dan geeft hij dus een steeds lager ladingspercentage aan! In feite zijn de accu´s geheel vol, denk ik. Dat klopt met het rechtse verklikkerlampje van de regulator van de zonnepanelen; dat geeft met een groen lichtje aan dat de accu´s vol zijn. Of zou Johan Huy in Malta de zaak niet goed hebben aangesloten? Ik heb de vraag per e-mail voorgelegd aan Fons, benieuwd wat hij ervan denkt.
Terwijl ik foto´s aan het uploaden was, blijken lezers Elly & Jack van Aarle, de crew van SY Gulliver, toevallig het bovenstaande gelezen te hebben. In het Gastenboek suggereren ze om de spanning in het 12V-systeem te meten. Dat kan ik zo zien, zowel op een wijzerplaatje op het dashboard als op de Mastervolt accubewaker: resp. > 12,5V en 12,93V. (De wijzerplaat is natuurlijk niet zo precies) Daar lijkt me dus niks mee. Terug naar boven
Levkas Stad (1)
Maandag 25-05-2009
Gister maken we aan het eind van de middag een kuier door Vónitsa. Een leuk, slaperig dorp. Maar het heeft wél alles: banken, supermarkten, restaurants en pinautomaten. En een leuke boulevard waar we een ouzo drinken. We lopen terug, er liggen slechts vier boten afgemeerd en langs de wal staat een Duitse camper. We eten aan boord en drinken nog een extra glas retsina na terwijl de avond snel valt. In het noorden is er steeds weerlicht boven de hoge bergtoppen. Ik denk dat die toppen in Albanië liggen. De wolken die erboven hangen lichten iedere keer fraai op. Het weerlicht aan de kimmen, ooit de titel van een bundel van Gerrit Achterberg, de eerste dichter in mijn leven. Ik was toen 15 en dat verhaal zal ik nog wel een keer vertellen. Ans is naar bed en ik zit nog steeds naar dat weerlichten te kijken. Gek is dat je niks geen donder hoort. Helaas klinkt er opeens wel uit het dorp luid getoeter, gezang en gebral van mannen en vrouwen. Heeft de lokale voetbalclub vandaag soms gewonnen? Wil het me vergeven, maar naar mijn stellige overtuiging is voetbal voor de dommen. Ik heb het al eens eerder gezegd en ik kan het niet helpen. Ieder seizoen wint er tot vervelends toe wel een of andere club, meestal een andere en soms dezelfde. So what? Ik noem dat "de resten van de aap in de mens", de tribale agressieveling die nog in onze genen zit. Het getrommel en gelal duurt nog voort en ook het weerlicht in het noorden. Het lijkt wel of er een nieuwe Balkanoorlog is uitgebroken. Een uur later als alles stil is geworden blijft er alleen het geluid van een krekel in het bosje op de wal over.
Vanmorgen doen we boodschappen in een supermarkt in het dorp. Een stel vergeet een meloen bij de kassa. Ik ren ze ermee achterna. Hier is een mooie foto van het dorp, zijn boulevard en de Venetiaanse kasteelruïne erboven. Vónitsa is vergeven van de zwaluwen (boerenzwaluwen) en zwaluwnesten. Zwaluwen gieren als kleine geruisloze straaljagers door de straten, vallen pardoes van dakranden en zwieren met plotselinge zwaaien naar hun nesten van klei, die je overal aan de dakranden ziet en soms bijna kunt aanraken. Hier een foto van zo´n nest met vier stokstijf stilzittende jongen die denken dat wie zich niet verroert, niet wordt gezien. In een vishandel kopen we drie verse dorades (de ogen nog helder doorzichtig) voor vanavond. In het Grieks heten ze tsipoura. We willen ze vanavond op de houtskoolgrill roosteren. Terug aan boord worden we aangesproken door een Hollands stel dat vroeger zeilde maar nu met hun camper door Griekenland zwerft. Ze missen hun boot niet. Nu de zon vol op de zonnepanelen schijnt en ze flink aan hel laden zijn, kijk ik nog eens naar de spanning in het 12V/systeem. Die is ruim 13,6V, prima dus. We besluiten verder te varen en deze mooi binnenzee te verkennen. Na een mijl of acht naar het oosten gezeild te hebben, ankeren we voorbij een aantal fishfarms en een groepje scherpe rotspunten in de luwte van een kleine baai, Órmos Roúgas geheten. Als we liggen denk ik: het wordt tijd dat ik toch eens naar de schroefasafdichting kijk. Sedert een dag of tien horen we steeds vaker de automatische pomp van het bilgeputje aanslaan. Het water proeft zout en het komt bij de schroefas vandaan, zoveel weet ik inmiddels wel, maar ik maakte me er geen zorgen over. Een watergesmeerde schroefasafdichting lekt altijd wel een beetje. Ik haal de afdekplaat voor ons bed weg en ik zie dat de afdichting aardig lekt. Er loopt een straaltje water uit. Hmm. Dat is teveel, er moet iets aan gedaan worden. Om de afdichting zit een band met twee boutjes en moertjes, de boutjes zitten nogal los (zie foto hierboven) Aha! Zou je die gewoon moeten aandraaien? Zo gezegd, zo gedaan, maar het helpt niet. Ans kijkt ongerust over mijn schouder mee en begint zachtjesaan tekenen van paniek te vertonen. "Er is altijd wat mis op die boot" Ze is bang dat er in de afdichting iets opeens kapot scheurt en dat we op deze eenzame plek zullen zinken. Nu is dat risico er gewoon niet, maar het lijkt me verstandig dat we het anker lichten en naar een plek varen waar het verder uitgezocht kan worden.
Zo varen we terug naar het westen, vanwaaruit er inmiddeels een harde wind Bf 6 tot 7 waait. Recht op de kop natuurlijk. Gelukkig worden de golven op deze binnenzee niet zo erg hoog. Na twee uur naderen we Preveza. Bij de fishfarms voor de haven zien we een eenzame pelikaan, zijn grote snavel hangt ietwat dwaas voor zijn nek. In Preveza constateren we dat Kiara en Pegasus er niet meer liggen. Jammer want Fred heeft veel verstand van motoren en dergelijke en vast ook van schroefassen en hun afdichting. We varen door de beboeide geul naar zee. Er staat een fikse tegenstroom van bijna drie knopen. Over een onrustige zee bereiken we na een uur gestamp de zwenkbrug naar het Levkas Kanaal. Die brug verbindt het eiland Levkas met het vasteland. Hij wordt tussen 7 en 22 uur ieder uur geopend. Net als in Holland gewoon is dobberen we een halfuurtje in de kom voor de brug. Er ligt een curieus schip afgemeerd van een hippie-commune, het heet Ship of Fools. Hier een drietal foto´s van de brug en van het kanaal. Om zeven uur zijn we bij Levkas Stad. Kiara en Pegasus liggen voor anker voor de stad maar wij verkiezen de luxe van de marina, met water en walstroom. Morgen zullen we zien hoe ons probleem met de schroefasafdichting kan worden opgelost. Tegen de avond rijst er in het oosten een merkwaardige wolkenvorm op met allemaal horizontale laagjes (foto hier), een vorm die ik ooit eerder op een foto zag. Wat dit verschijnsel veroorzaakt weet ik niet meer. Opnieuw trekt de wind af en toe hard aan, vooral uit het oosten. Het schip rukt aan de lijnen. Geen barbecue vanavond, Ans bakt de drie dorades in de pan. Komt het door de windvlagen of door iets anders? In elk geval valt de koekenpan met dorades opeens - pats! - achter het gasstel. Grappig genoeg blijken ze nog alledrie in de pan te zitten als we achter het gasstel kijken, alleen het vet niet. Ans heeft het even helemaal gehad. Wat een leven op zo´n boot. Toch smaken ze lekker als alles is opgeruimd. Je begrijpt dat ik er maar niet al teveel over vertel. Terug naar boven.
Levkas Stad (2)
Dinsdag 26-05-2009
Gisteravond is er per e/mail een antwoord van Fons op de problematiek van de Mastervolt Accubewaker en de aansluiting van de zonnepanelen:
"De laadsituatie is waarschijnlijk de oorzaak, de laadstroom van de
zonnepanelen wordt niet meegenomen in de berekening omdat deze anders
(verkeerd ) is aangesloten.
De massa (min) van de zonnepanelen is direct op de min van de accu's
aangesloten, deze moet echter op de "Loadside" van de shunt worden aangesloten
en niet op de "Batteryside" ZOHSITFM (= zie ook het schema in the fucking
manual).
De shunt zit onder het bed bij de accu´s en ziet er uit als een stapel
koperen plaatjes op een zwart kunstof montage plaat, de min van de
zonnepanelen moet op de grote aansluiting die niet direct op de min van de
accu´s is aangesloten. Nu wordt ook deze laadstroom meegenomen in de accu
berekening en zal het verhaal weer moeten kloppen.
Maak anders maar een foto van de shunt en bedrading dan wijs ik het wel aan
PS is het probleem met de dieseltank al gevonden/verholpen?"
Kijk, daar heb je nou wat aan. Hij is het met me eens dat het laden door de zonnepanelen niet aan de Accubewaker wordt "medegedeeld" Dit gaan we uitzoeken! Het probleem van de dieseltank is inderdaad opgelost toen ik een liter van een algenmiddel in de tank gooide (dat was in Santa Maria di Leuca)
(Ik had hierover verder willen gaan, maar om onnavolgbare redenen valt de mobiele Internetverbinding van Wind Hellas uit. Ooit las ik een boek van een Amerikaan. het heette "Why nothing works" Schrijver weet ik niet meer en ook niet waarom niks werkt. Wordt - hopelijk - vervolgd)
Vanochtend een regelochtend. Allereerst vind ik op de wal een reparatiebedrijfje, Paleros geheten. Een monteur constateert dat we een watergesmeerde schroefasafdichting van Volvo hebben. Hij zoekt het nummer op: 8285. Hij belt en ze blijken het op voorraad te hebben. Hij kan de klus in één dag doen. Daarna regel ik bij de staf van Lefkas Marina dat we morgen om 10 uur het water uit kunnen en aan het eind van de dag er weer in. Kosten ruim € 600 (plus de reparatiekosten) het is niet anders. Eerlijk gezegd denk ik dat ik het euvel waarschijnlijk zélf heb veroorzaakt. Toen we in Malta weer tewater gingen heb ik vergeten direct even in de afdichting te knijpen zodat er water instroomde. De zaak heeft dus kort drooggedraaid terwijl we de anderhalve mijl naar onze ligplaats terugvoeren. Een omissie die ik niet snel nog eens zal presteren. Bij Wind Hellas regel ik de misverstanden zodat we nu ook weer - zij het traag - mobiel Internet hebben.
Het is goed dat we hierheen zijn gegaan, dit is een van de weinige plaatsen in de buurt waar ze zo´n probleem kunnen oplossen. Er zijn hier meer dan 600 ligplaatsen, maar het is nog erg rustig. Dankzij de walstroom- en wateraansluitingen maakt de wasmachine overuren en geven we de boot een goede wasbeurt (foto hierboven) Straks drinken we een borrel bij Peter Andreassen en zijn vrouw, een Deense zeilvriend van mijn eigen zeilvriend Erik de Haan, die hier met zijn Najad een vaste ligplaats heeft. Terug naar boven
Levkas Stad (3)
Woensdag 27-05-2009
Gisteravond eten we met de Deense zeilvrienden van mijn zielvriend Erik de Haan. Peter ontmoette ik ooit tijdens een tocht door de Duitse Bocht naar Cuxhaven. Dat was in de zomer van 1999, toen we met twee schepen onderweg waren naar Denemarken. Erik had nog zijn Hallberg Rassy 352 Frihet en zeilde met zijn toenmalige vrouw en de Deense architect Peter en ik had nog mijn Gib´Sea 352 Fairview en zeilde met Reitze Bloembergen, in de wandeling bekend onder de naam "het Orakel van Kootstertille" Het is leuk om Peter na 10 jaar weer te zien. Ook in zijn leven zijn de nodige veranderingen geweest. Bij wie niet? Zijn huidige partner Birgit is landbouwkundige, ze is een levendige dame. Peter & Birgit hebben hier een vaste ligplaats voor hun nieuwe Najad 44 Johanne Marie en kennen het stadje Levkas goed. Ze nemen ons mee naar een traditioneel Grieks restaurant met de ongriekse naam "Seven Islands" in de lange winkelstraat Ionannou Mela. Daar worden we met open armen ontvangen door eigenares Christina en haar man. We worden uitgenodigd in de keuken te kijken en de deksels van de pannen te lichten. Zo stellen we ter plekke onze maaltijd samen. Heerlijk! Het wordt knap laat en ik was niet van plan nog veel eetfoto´s op de website te plaatsen, maar voor deze keer maak ik een uitzondering zodat vriend Erik kan zien hoe gezellig we het hadden (zie foto hier)
Vanochtend hijst even na 10 uur de kraan ons het water uit. De mensen van de werf doen het voorzichtig en vlot. We worden op een bok gezet naast een boot van de Griekse Kustwacht (foto hier) We zien om onze schroef een kapotgescheurde plastic zak zitten. Die trek ik er gemakkelijk af, had waarschijnlijk geen problemen gegeven. Even later komen er twee monteurs van Paleros de klus doen: het vervangen van de schroefasafdichting. Je gelooft me misschien niet, maar ze heten Sákis en Tákis (foto hierboven) Vanzelfsprekend kijk ik mee en het is een leerzame ervaring. Ik heb altijd begrepen dat een watergesmeerde schroefasafdichting geen enkel onderhoud vergt. Maar wat blijkt: je moet minstens eenmaal per jaar met behulp van een plastic montagehulsje wat vet bijdrukken. Dat heb ik in de zeven jaar dat ik dit schip vaar nooit gedaan. Ik wist het niet. Het is dus niet zo vreemd dat de pakking geleidelijk aan is beginnen te lekken. Misschien is het me destijds wel verteld door de jongens van Jachtwerf Numansdorp en ben ik het gewoon vergeten. Enfin, de klus is in anderhalf uur geklaard en om half drie liggen we weer afgemeerd aan de steiger. Maar niet nadat ik na de tewaterlating de lucht uit de nieuwe pakking heb geknepen tot er water kwam!
Eind van de middag betrekt de lucht alsof er onweer op komst is. Maar het zakt weer in, net als de vorige dagen. We krijgen onze Russische vrienden op bezoek, de familie die ook op Malta overwinterde. Hun oudste zoon Ivan van 15 jaar is degeen die mooie gedichten schrijft en de jongste zoon Wesley/Vassili was mijn patiënt toen hij een darminfectie had. Over deze familie op drift kun je wel een boek schrijven. Ik zal nog wel een keer hun verhaal doen. In elk geval liggen we af en toe krom van het lachen om hun onbetaalbare Russische humor, ondanks al hun tegenslag. Terug naar boven
Levkas Stad (4)
Donderdag 28-05-2009
We hebben besloten om hier tot zaterdag te blijven. Het is de gemakkelijkste plek om Ans´dochter Tessa zaterdagochtend van het nabij gelegen vliegveld Aktion te halen. Vandaag luieren we lekker de dag door, hoewel er vanmorgen nog even gewerkt moest worden. De harde zuidenwind drukte onze boot bijna tegen de steiger en met een lijn op de mooring line moest ik met behulp van een lier de boot verder van de kant trekken. En ik heb een nieuw houdertje voor onze mobiele telefoontjes gekocht, gevernist en op de plaats van het oude gezet. In het lange kronkelige winkelstraatje Ioannou Mela is een aardig zaakje met CD´s en boeken. Tot mijn grote plezier ontdek ik er maar liefst twee oude CD´s van mijn favoriete bouzouki artiest Iordanis Tsomidis, eentje uit 1994 en een uit 1998. ik schreef al eerder over hem. Zijn instrumentaal werk is fantastisch, vooral zijn improvisaties, waarin hij allerlei Indiase en Turkse elementen verwerkte. Vanwege dat laatste was hij altijd tamelijk omstreden in Griekenland. Zijn stem werd wel vergeleken met het geluid van een roestige vlakschuurmachine. Tsomidis overleed in 2006. In het booklet van de CD uit 1998 staat zelfs een stukje van Frans van Hasselt, lang de Atheense correspondent van de NRC. Het is afkomstig uit zijn boek "Verslaafd aan Griekse muziek" (1998)
Levkas Stad is een aardige stad. Natuurlijk zijn er veel toeristen, maar in de doolhof van kleine straten en steegjes ben je ze al gauw kwijt. De stad werd ernstig beschadigd door zware aardbevingen in 1948 en 1953. Daarom zijn de huizen vanaf de eerste verdieping van plaatijzer en hout gebouwd. Earthquake-proof door de grotere flexibiliteit van deze materialen. Hoge huizen zijn er trouwens helemaal niet. Nog steeds zijn er frequente aardschokken. Het eiland Levkas was altijd het armste van de Ionische eilanden. Toen de kettingpont eindelijk werd vervangen door een brug mocht het persé geen vaste brug worden, maar een drijvende zwenkbrug. Waarom? Men was bang de status van eiland te verliezen, want onder de Griekse wet hebben eilanden belangrijke belastingvoordelen. De zwenkbrug die er tenslotte kwam - en die de scheepsnaam Santa Maura draagt - is dan ook niets anders dan de verbouwde oorspronkelijke kettingpont. Eigenlijk heeft het wel iets van de manier waarop de Grieken zichzelf destijds de eurozône hebben binnengesjoemeld.
Morgen gaan we een auto huren en wat van Levkas verkennen. Zaterdagochtend halen we er Tessa mee op van het vliegveld. Terug naar boven
Levkas Stad (5)
Vrijdag 29-05-2009
Gister is het uiterst rustig in de haven (zie foto hier) Vreemd, zo vlak voor Pinksteren had ik wel meer huurders voor de grote chartervloot verwacht. Gevolg van de depressie in de economie? We hebben een ontzettend leuke avond aan boord bij de Bondarenko´s, de Russische familie op drift die we in Malta leerden kennen en waarover ik al eerder vertelde en over wie je een boek zou kunnen schrijven. Met recht: een Russische avond. Vannacht valt er wat lichte regen.
Vanmorgen halen we de huurauto op en rijden langs het Levkas Kanaal tussen de beide zoutmoerassen door naar de noordelijke ingang. Daar ligt het oude Fort Santa Maura, dat dateert uit de 13e eeuw en nooit is gerestaureerd. Het is typisch zo´n plaats van stilte en vergetelheid waar je uren kunt ronddwalen. We vinden er een graftombe van een voormalige Britse commandant uit de 19e eeuw (foto hier), ongeveer de tijd dat de romantische dichter Byron hier rondzwierf voordat hij zich in de Griekse vrijheidsstrijd stortte. Vanaf de brokkelige wallen kun je je goed voorstellen hoe dit fort eeuwenlang de toegang tot Levkas beheerste (foto hier) Het is veler handen geweest, ondermeer van de Turken die er onder de wallen een haven bouwden voor hun galeien. De dichtgeslibde resten zijn nog te zien (foto hierboven en hier nog een) We zien er een fraai plantje met witte bloemen, iets van blauw en violet erin, met lange lange uitstaande meeldraden. Later zoeken we het op in de "Gids Middellandse Zeeflora" (Thieme, 1992) die we van Gerda Bol kregen. Het is waarschijnlijk een Capparis Spinosa, ofwel een Kappertjesstruik. Hm, ik had een iets romantischer naam verwacht. Hij groeit inderdaad op rotsen en muren en - jawel - men legt de bloemknoppen in in azijn en zout en dan zouden het kappertjes worden. Op een of andere manier geloof ik dat niet, ik dacht dat het kappertje een peulvrucht was. Enfin, op de enorme binnenplaats van het fort staat een man het hoge dorre gras en de prachtige bloemen om te maaien. Het ruikt wel lekker. In de verste hoek vinden we een orthodoxe kapel (foto hier) Die zou volgens de overlevering gesticht zijn door de Byzantijnse Keizerin Helena Palaeologus, de moeder van de laatste Byzantijnse Keizer Constantinus XI die zich in 1453 dood vocht tegen de Osmaanse Turken in de straten van zijn stad (zie de tekst aan het begin van dit logboekdeel) Zijn moeder vluchtte per schip, waarschijnlijk naar Genua of Venetië, en een storm dreef haar naar Levkas waar ze werd gered op de feestdag van Sint Maura. Uit dankbaarheid zou ze hier deze kapel en een klooster hebben gesticht waarin ze tot haar dood heeft gewoond. Dat is alles. In onze pilot merkt Rod Heikell verder terecht op: "There is nothing of exceptional historical interest to see, just a quiet place with picturesque views out over the sea and salt marsh, a place to sit and dream in the sun" Ooit heeft een minder bekende Nederlandse schrijver een weinig gelezen roman over zo´n vergeten plaats in de Balkan geschreven. Ik herken hier de sfeer van tijdloosheid, van buiten de geschiedenis te zijn geraakt, die hij beschreef. Helaas schiet zijn naam me niet te binnen, behalve dat hij begint met een T. (P.S. Een aantal dagen later schiet zijn naam me te binnen. Het is F.C. Terborgh (1902 - 1981) en het boek dat ik bedoel heet "De Turkenoorlog")
Weer in de auto ontdekken we opeens dat er nauwelijks of geen benzine in de tank zit. We zijn gewend dat een huurauto altijd helemaal afgetankt wordt ingeleverd, maar kennelijk is dat hier anders. Gelukkig vinden na wat vragen een tankstation. Daarna rijden we dwars door het binnenland en de hoge bergen naar het zuiden. Het is een prachtige rit. Hier vind je 2 foto´s. Op zeker moment bereiken we de top van de op één na hoogste berg van Levkas, de Eláti van 1158 meter. Er staan allemaal zendmasten en het is er knap fris. Maar wat een prachtig uitzicht! Aan alle kanten zien we de zee en verschillende eilanden zoals Skorpios, het privé-eiland van wijlen de miljonair Aristoteles Onassis en het wat grotere Meganísi waar we morgen met Tessa heen willen varen. Tientallen scherpe haarspeldbochten brengen ons terug naar zeeniveau waar we in het knusse haventje van Vasilikí een late lunch genieten (foto hier) Het is duidelijk dat dit haventje een goede bestemming kan zijn. Verder verkennen we de baai van Sivota, ook een mooie plek, en het plaatsje Nidrí en de Baai van Vlikhó. Maar die vallen tegen: het is er nu al hels druk. Onderweg vinden we een vestiging van Lidl waar we flink wat voorraden inslaan in de verwachting dat we de komende week vaak zullen ankeren. In de haven terug blijken er opeens een behoorlijk aantal charterboten aan de steigers bemenst. Mensen, de meeste Duits, die voor de week van Pinksteren een boot hebben gehuurd. een paar uur lang hangt er een dreigende onweerslucht schuin boven ons. Het rommelt wat maar er komt geen onweer. Morgenochtend halen we om half tien Tessa van het vliegveld. Terug naar boven
Porto Spiglia, Spartakhori, N. Meganísi
Zaterdag 30-05-2009
Vannacht af en toe onweer met regen. Zul je net zien, als zonaanbidster Tessa op bezoek komt wordt het slecht weer. Maar volgens de weerkaartjes is er verbetering op komst. Het vliegveld Aktio is 25 minuten rijden. Om half tien arriveert ze. Aan boord pakt ze uit: koffiepadjes voor de Senseo, boeken voor Ans en voor mij een boek dat ik besteld had: "Endpoint" (Hamish Hamilton, 2009), de postuum verschenen bundel gedichten van John Updike, die in januari dit jaar overleed. Terwijl Tessa zich verder inscheept breng ik de huurauto terug. Merkwaardig, ze kijken niet of hij onbeschadigd is, ze vragen het niet eens. Om half twaalf vertrekken we en tanken ruim 100 liter diesel bij de bunkersteiger. Het heeft nog een paar keer geregend maar er komen opklaringen aan uit het noordwesten. Wind is er niet. We motoren kalmpjes door het Levkas Channel naar het zuiden. Onze gast valt op de kajuitbank in een zoete sluimer (foto hier) Ze moest al om half drie op Schiphol zijn vanwege de Pinksterdrukte, dus zag nauwelijks haar bed. Wat ze ook niet ziet is hoe we na het kanaal door een schitterend eilandenrijk varen (maar dat krijgt ze nog genoeg te zien, foto hierboven) Aan stuurboord ligt het groene Levkas met zijn hoge bergen en de ingang van de (drukke) baai van Vlikhó met het al even drukke Nidrí ervoor. Aan bakboord varen we achtereenvolgens langs de eilandjes Spárti en Skorpios, met het mini-eilandje Sporkidhi ervoor. Skorpios, ik zei het gisteren al, was het privé-eiland van miljonair en scheepsmagnaat Aristoteles Onassis. Het eiland is nog steeds in familiebezit of in bezit van de ondernemingen van Onassis. Het is verboden gebied, je mag het niet betreden en het wordt bewaakt, maar je mag er wel ankeren. Met de kijker zien we een aantal riante huizen, aanlegsteigers en fraaie tuinen. Aristoteles liet het eiland beplanten met allerlei bijzondere bomen en planten. Inderdaad, het is een lusthof voor het oog. We varen om de zuidpunt Ak Psliti heen en zien een fraaie besloten baai, een mooie plek om te ankeren. Aan de wal is de chique strandhut die Jackie Kennedy/Onassis hier ooit voor zichzelf liet bouwen (foto hier)
Een paar mijl zuidelijker ligt Meganísi, "Rorschach blob of an island" aldus Rod Heikell in zijn pilotbook. het heeft inderdaad een vreemde vorm, een grillige noordkust met veel diepe inhammen en ankerbaaien en aan de zuidkant een enorm lange, smalle staart. Op grond van een tip van lezer Peter Lehr varen we de baai van Spartakhori aan de noordwestzijde in. Daar zien we om een bocht aan stuurboord een leuke taverna met wat steigertjes, zelfs compleet met mooring lines, water en elektra. Het heet Porto Spilia. Verderop is een strandje en nog een taverna met een kade, maar het is daar veel ondieper onder de wal. We aarzelen niet en leggen aan, het plekje is een idylle, er kunnen maar een beperkt aantal jachten liggen en...er is plek.
De bewolking is intussen grotendeels opgelost en de zon schijnt uitbundig. Ans en Tessa gaan halverwege de middag naar het strandje en ik maak dit verslagje. We zien wel waar we morgen heengaan. Er is hier alleen GPRS, dus of het met de foto´s lukt weet ik niet, maar dat merken jullie vanzelf. Terug naar boven
Kioni, Ithaka (1)
Zondag 31-05-2009, 1e Pinksterdag
Kappertjes zijn inderdaad geen peulvruchten maar de onrijpe bloemknoppen van de Kappertjesstruik, ingelegd in zout en azijn, meldt lezeres Elly in het Gastenboek. Juist. Gisteravond gezellig gegeten bij het restaurant aan het haventje. Dat is van twee broers, zoals ook de steigertjes. Ze heten Panos & Babis Konidaris aldus het grote bord boven hun zaak. Hier een foto van het geheel. Het is een goed systeem, eigenlijk. Je kunt hier gratis liggen met water en walstroom en vanzelf ga je aan de wal bij ze eten, want je hebt immers al bespaard op het liggeld. (Wat klopt er niet aan die redenering?)
Vanochtend klim ik de steile helling naar het dorpje Spartachori op. Geen dag zonder gehijg, is nog steeds het motto. Een mooi en zeer bloemrijk dorpje met een schitterend uitzicht over de zee tussen Meganísi en het vasteland (foto hier) Van boven af maak ik foto´s van de baai, ons scheepje staat er nét op (foto hier) Het wordt een stralend zonnige dag. Om half elf maken we de trossen los en varen westelijk naar de Steno Meganisiou, de zeestraat tussen het hoge Levkas en Meganísi met het eilandje Thilia erin. Alle eilanden zijn prachtig groen en de zee is diepblauw, een aaneenschakeling van ansichtkaarten. Wind is er niet, ach, je neemt het zoals het komt. Ans en Tessa, moeder en dochter, zitten uren op het voordek, ze hebben heel wat bij te praten (foto hierboven) We varen vlak ten oosten van het platte, onbewoonde eilandje Arkóudhi langs. In het zuidoosten ligt een ander eilandje, dat heel erg hoge toppen heeft en in het tegenlicht er magisch en somber uitziet: Átoko heet het. Aan de oostzijde zou een mooie ankerbaai zijn, die de naam One House Bay draagt omdat er - inderdaad - maar één huis staat. Misschien een plek om later deze week eens te bezoeken. Achter ons ligt het hoge Levkas. We zien de top van de Eláti, waar we deze week met de auto waren, er hangt een hoog oprijzende cumuluswolk boven. En vóór ons? Voor ons liggen rechts het grote Cephalonia, het grootste van de Ionische eilanden, en links het mysterieuze Ithaka. Dat is vandaag ons doel. Om één uur laten we het anker vallen in de baai van het dorpje Kioni en maken de boot met de kont aan de kade vast. "The village is a gem", zegt Rod Heikell en hij heeft helemaal gelijk, zoals het als een amfitheatertje van huizen en straatjes rond de havenkom oprijst met zijn rijkdom aan bloeiende planten en struiken: oleanders, rozen, jasmijn, bougainville. Tweehonderd jaar geleden was het een rijk dorp maar nu wonen er nog maar tweehonderd mensen. In de vorige eeuw zijn veel jonge mensen vertrokken naar de VS en Australië en de aardbeving van 1953 versterkte de ontvolking. Nu leeft het wat op dankzij het toerisme, maar dat is nog heel bescheiden, lijkt het. Tenminste in het voorseizoen. Kijk hier voor twee foto´s. We lopen rond op zoek naar een ATM, een pinautomaat, maar die is er niet. Als we hutje bij mutje leggen kunnen we vanavond toch uit eten op de kade. Aan het eind van de middag komen er flinke windvlagen uit de bergen. Ze staan dwars op het schip, ik draai de ankerketting een stuk aan en leg het schip wat verder van de kant.
Later wordt het toch druk. Er komen liefst vier charter-catamarans bij. In de zomer is het hier dringen, zeggen andere zeilers. Eigenlijk niet te doen. Ik werk de website bij in een Internet-cafe want er is geen mobiel netwerk. We hebben ook geen telefoon, dus. Terug naar boven
Kioni, Ithaka (2)
Maandag 01-06-2009, 2e Pinksterdag (niet in Griekenland)
Het weer is verslechterd en daarom blijven we vandaag in Kioni liggen. Er wordt onweer, harde wind uit zuid tot zuidoost met windstoten voorspeld. In de middag regent het zowaar af en toe. In de kleine supermarkt kunnen we een beetje geld bijpinnen als we boodschappen doen. We vermaken ons met lezen, lezen en lezen (we zijn immers met zijn drieeën) Ik geniet van het boek van Douglas Hofstadter "Ik ben een vreemde lus" En eind van de middag het loopje naar het Internet-cafe voor dit verslagje, dat met de traagheid van een ouderwetse telefoonlijn op de site geplaatst wordt. Die aangename traagheid kenmerkt het leven hier. Terug naar boven
Fiskárdho, Cephalonia
Dinsdag 02-06-2009
Aan het eind van de middag loopt het haventje van Kioni geleidelijk weer vol. De meeste boten zijn huurboten. Af en toe bemoeilijken forse, dwarse windvlagen de manoeuvres, maar iedereen is behulpzaam en geduldig. Niets loopt verkeerd af. Vanochtend varen we uit om naar Fiskárdho op Cephalonia te gaan, een haven die zó gewild is dat je er vroeg moet zijn om een plekje te vinden. In het seizoen kun je het helemaal vergeten. "It has become a rather smart ´place-to-be-seen-in´", zegt Rod Heikell ervan. Dat willen we zien. Buitengaats staat een aardig windje en hoopvol zetten we zeil. Helaas, nog geen vijf minuten later is de wind weg en blijkt dat we in een windshift zitten: binnen een paar minuten staat er een forse 5 tot 6 Bf uit het westen, pal op de neus. Het zij zo, het is niet ver. Bij Ák Melissa, de noordelijke kaap van Ithaka, buigt de wind steeds mee. En haalt nog extra aan, het bekende ´kaap-effect´ De bergtoppen van Ithaka zijn verborgen door grijze wolken (foto hierboven) We steken de Stenó Ithákis, de smalle straat tussen Ithaka en Cephalonia snel over en varen de baai van Fiskárdho binnen. Op de hoek staat een oude Venetiaanse vuurtoren. Verdraaid, in de haven is ons nét een Britse boot voor maar we zien nóg een plekje en schuiven er voorzichtig achterwaarts in, terwijl Ans het anker viert. We liggen tegen het terras van een restaurant, de klanten kijken vol interesse naar onze inspanningen. Ogenschijnlijk liggen we goed, maar als ik beter kijk zie ik van alles dat me niet zint. Ik kan het roer niet bewegen, we zitten ermee tegen de schuin aflopende kant van de kade. Ik trek mijn zwembroek aan en met duikbril en snorkel aan ga ik te water. Het terrasvolk beziet het allemaal geamuseerd. "Wat een gedoe, die zeilerij", je ziet ze het denken. Ik kan onder water wat stenen bij het roer wegrollen maar ik vind het niet voldoende. We vieren de landvasten terwijl we tegelijk de ankerlier aandraaien, de boot beweegt vooruit en het roer is weer helemaal los. Nu lijkt het alsof het anker niet goed houdt. Ik zwem naar voren en stel vast dat onze ankerketting over die van de buren ligt en verderop achter een ankerketting van onbekende herkomst is gehaakt. Ik overleg met de mensen van het buurschip, twee vriendelijke Britse heren. Ze zeggen dat er morgen Bf 8 verwacht wordt, dat ze juist een extra anker wilden uitbrengen en dat ze me dan even zullen helpen. Na de lunch, uiteraard.
Na de lunch, dus, weten de Engelsen ons anker vrij te maken. De herkomst van de ketting waarachter het vast zat, blijft onbekend. Enfin, uiteindelijk liggen we stevig en verleg ik de boot nog een stuk verder van de kademuur af. Daarna is het onze beurt om met interesse de ankercapriolen van de nieuw arriverende schepen te bezien. Maar je lacht ze niet uit, want je weet dat het jou ook allemaal kan overkomen. Tot onze verbazing vinden ze steeds nieuwe gaatjes, terwijl we dachten dat het allang vol was. Ik vind een zwak maar onbeveiligd draadloos netwerk, waarop ik zowaar kan inloggen. Met belangstelling kijk ik naar de weerkaartjes. Inderdaad, er is morgen wat meer wind maar echt dramatisch kan ik het niet vinden. Maar je weet nooit of dat hier vanaf de berghellingen anders uitwerkt, misschien met felle "gusts" in de haven van 8 Bf. In elk geval vertoont de barograaf een dip terwijl je doorgaans weinig luchtdrukverschillen ziet in de Middellandse Zee. We zien wel. In elk geval kunnen we hier weer geld pinnen en misschien kunnen we ons in de kuip laten bedienen vanuit het restaurant direct achter ons. Dat is natuurlijk een grapje, maar ooit gebeurde ons dat in het Normandische Honfleur. Terug naar boven
Fiskárdho, Cephalonia (2)
Woensdag 03-06-2009
Gisteravond dineren we op het terras van het restaurant waar we aangemeerd liggen, de "Captains´Cabin" geheten. Helaas krijg ik een botsplinter van de overigens lekkere lamsbout dwars in mijn keel. Dat doet behoorlijk zeer en het is een heel gedoe (details laat ik achterwege) om hem eruit te krijgen. Ik houd er fors keelpijn aan over. De ober biedt gratis koffie aan.
Vanochtend is er meteen werk aan de winkel. Een boot verderop trekt bij vertrek de ankers van vijf andere jachten los, waaronder dat van ons. Daar kan hij niks aan doen, maar het is een heel gedoe voor alles uit de war is en weer goed ligt. Het is bewolkt maar de voorspelde harde wind valt mee. Het is trouwens een nauwelijks te voorspellen fenomeen, de wind in dit gebied waar de eilanden als puzzelstukjes verspreid liggen. Voorspellen van wind is hier onmogelijk. De Britse zeiler Sebastian Smith zegt het goed in zijn boek "Southern Winds. Escaping to the heart of the Mediteranean" (Penguin, 2004):
"Islands distort and redirect wind, much as a boulder creates eddies in a river. (....) but it is not even half of the story. The heat of an island creates new winds, mountains arrest some, accelerate others, and all these must meet, mingle or dance. The pairing of two islands means the re-diverting of already diverted winds. Add a third and a fourth island , then a mountainous mainland, a few peninsulas and gulfs.... Chaos may be the only word for the resulting pattern. This is Greece" (p. 155)
Fiskárdho zou het plaatsje zijn waar in de 11 eeuw de Normandische dolleman Robert Guiscard op zijn dwaze veroveringstocht tegen het Byzantijnse Rijk, dat eigenlijk een bondgenoot van de Kruisvaarders was, overleed. Niet op het slagveld zoals hem paste, maar aan een koortsende ziekte, mogelijk malaria. Maar er zijn meer plaatsjes die deze eer opeisen, waaronder Vónitsa aan de binnenzee van Amvrakia. Maar, zeggen ze hier, Guiscard werd verbasterd tot Guiscardo en later tot Fiskárdho, dus.... En Fiskárdho is het plaatsje waar de tragische gebeurtenissen van "Captain Corelli´s Mandolin" zich hebben afgespeeld, het bekende boek van Louis de Bernières over de opstand in WO II van de bezettende Italiaanse troepen en het lokale communistisch verzet tegen de komst van Duitse troepen. Daar is ook een film van gemaakt. Er gaat me een licht op. De "Captains´Cabin" waar we afgemeerd liggen, heet niet zomaar zo, hij is natuurlijk vernoemd naar de even dappere als aandoenlijke Italiaanse legerkapitein Corelli! Ach toch. Het is overigens een genoegen om door de straatjes van dit dorpje te dwalen, het kleine museum te bezoeken en op een terrasje een glas ouzo te drinken met een schaaltje olijven erbij. Of gewoon in de kuip te zitten kijken naar de langsslenterende toeristen. Hierboven een foto en hier nog twee.
Morgen willen we oversteken naar Vasilikí in het zuiden van Levkas, er vrijdag een auto huren voor een tocht naar kaap Dhoukato en dan brengen we zaterdag Tessa naar het vliegveld. Terug naar boven
Vasilikí, Levkas
Donderdag 04-06-2009
Gisteravond vind ik in mijn mailbox een bericht van de griffier van de rechter-commissaris in Almelo. Hij verzoekt me contact op te nemen als we weer naar Nederland varen. Keurig. Ik antwoord dat ik contact zal opnemen voor een afspraak voor het getuigenverhoor inzake de kwestie JS-MST als we naar Holland zullen vliegen.
We eten weer bij de Captains´Cabin. Geen graten of botspliters in de keel gekregen. De captain in de naam is helemaal niet de Italiaanse legerkapitein Corelli uit WO II, zegt de ober. Het is kapitein Tassos, die jaren geleden het vissen eraan heeft gegeven. Hij wijst op een gezette man die de hele dag naast de ingang op een stoel zit met een glas wijn. Oh, en Corelli dan, vraag ik, die geschiedenis heeft zich toch hier afgespeeld? Nee helemaal, niet volgens de ober. Hm, bij gelegenheid zal ik het toch eens uitzoeken. In elk geval is de film hier ook al niet opgenomen, maar in het zuidelijker gelegen stadje Sami.
Vanmorgen varen we de 11 mijl over de Stenó Kefallínias, de zeestraat tussen Cephalonia en Levkas. Er is geen wind (Noordwest Bf 1) maar vanwege de harde wind van gister staat er een vervelende deining. We varen naar Vasilikí aan het noordelijk uiteinde van de gelijknamige baai (foto hier) Het dorpje waar we al een keer met een huurauto waren. De top van de berg Eláti torent hoog boven alles uit. Ook daar waren we onlangs met de auto. Ernaast ligt de hoogste berg van Levkas, de Stavrotá van 1182 meter. Voorzichtig varen we het haventje binnen. Het is erg ondiep en binnen heb ik af en toe 0,0 meter onder de kiel. Er is gelukkig plaats aan de dam, we leggen met het anker vooruit aan met de kont tegen de wal. Een kwartiertje later kuieren we over de kade met tal van terrassen (foto hier) Opeens zie ik dat mijn boot twee ankerlijnen heeft. Wat is er aan de hand? Ik snel terug en zie dat de Hollanders op de charterboot naast me een extra ankerlijn hadden geplaatst, omdat mijn eigen anker onvoldoende hield. Oef, dat is wel slordig van me! Ik draai onze ketting verder in en de lijn gaat weer strak staan, terwijl ik de Hollanders uitvoerig bedank. Een uur later, ik ben weer terug bij Ans en Tessa op hun terras, zie ik weer iemand bij de boot. Opnieuw snel ik erheen en merk meteen dat het toch wel verdraaide hard waait. Er is een zeiler bij de boot bezig met een stootwil. Een charterboot heeft onze ankerketting geramd en het anker versleept. Wel verdorie, het is niet verantwoord om van je boot weg te gaan! Ik haal het anker een stukje verder in, het heeft zich opnieuw goed ingegraven. Voor de zekerheid plaats ik aan de loefkant nog een lange lijn van de boeg en de middenbolder op de wal (foto hier) De hele middag waait het snoeihard Bf 6 - 7 en soms 8 vanaf de westelijke bergrug naar beneden, recht de haven in en dwars op de boot. Ondanks de geringe breedte van het stuk open water bouwt zich een aardige swell op. De meeste boten die arriveren verkiezen dan ook hun heil elders te zoeken, maar een enkeling probeert het toch. Een huurboot met Polen waait tegen mijn ankerketting. Wat een gedoe! Ik zet de motor in de vooruit om mijn boot van de wal te houden (de boot vaart niet weg omdat de achterlijnen strak op de kant staan) en laat de ketting snel vieren. De Polen komen met de schrik vrij en motoren geschrokken de haven uit. Om zes uur waait het nog hard als een huurboot van Evenements Reizen keurig naast ons aanlegt (de lijn op de wal had ik snel weggenomen) Kijk, zo kan het ook. Als even later blijkt dat de schipper ook nog onze website kent, ja dan - ahem - dan voelt dat wel aardig.
Toch moeten we even nadenken. Het blijkt dat het hier meestal ´s middags zo hard waait. Het is dan niet verantwoord om bij de boot weg te gaan. Niet zozeer vanwege het risico op een krabbend anker, maar op andere jachten die door de wind tegen je aanknallen. Morgenmiddag blijf ik dus hier. Het is inmiddels half zeven, de wind gaat geleidelijk liggen. Ans en Tessa zitten lekker op een bankje voor de boot te praten (foto hierboven) Moeder en dochter raken nooit uitgepraat. Terug naar boven
Vasilikí, Levkas (2)
Vrijdag 05-06-2009
Een fraaie, zonnige dag. Ans en Tessa zijn naar het strand aan de overkant en keren halverwege de middag verbrand terug. Ik ben de hele dag verzonken in een akelig spannende thriller die Tessa had meegebracht: "Mannen die vrouwen haten" (Ned vert. 2008, Signatuur) van de in 2004 overleden Zweedse auteur Stieg Larsson. Geen tijd of aandacht voor iets anders. Aanbevolen! De enige verdere observatie betreft een aandoenlijk groepje van vijf jonge zwaluwen, die onze ankerketting gebruiken voor de vliegles (foto hierboven) Morgenochtend brengen we Tessa met een huurauto naar het vliegveld Actio bij Preveza. Terug naar boven
Vasilikí, Levkas (3)
Zaterdag 06-06-2009
Gisteravond poogde ik een aantal malen om de huurauto op te halen, maar die was er steeds niet. Bij de derde keer kwam de aap uit de mouw: ja, mijn vrouw is ermee weg naar Levkas Stad, zei de verhuurder besmuikt. Enfin, om 1 uur ´s nachts kwam ze eindelijk thuis. Om half zes gaat vanmorgen de wekker, om zes uur rijden we via Levkas Stad naar het vliegveld Aktio. En daar begint het wachten (foto hierboven) Er zijn vanochtend drie vluchten van Transavia naar Amsterdam, om 9.45, 10.15 en 10.45 uur. Met de middelste vlucht moet Tessa mee. We zien een aantal Nederlandse zeilers, die we afgelopen week in hun huurboten tegenkwamen. Helaas, na een uur komt de mededeling dat er een forse vertraging is. De vlucht van 9.45 uur, de eerste dus, zal pas om 17.00 uur komen, de tweede (die van Tessa) is verschoven naar 14.00 uur. Over de laatste vlucht wordt niets gezegd. Begrijpelijke verontwaardiging bij de mensen van de eerste vlucht. Enfin, we rijden met de huurauto door de tunnel onder het kanaal door naar Preveza voor koffie en wat slenteren door de winkelstraten. Om half twaalf brengen we Tessa weer naar het vliegveld. We rijden terug, slaan bij de Lidl in Levkas Stad wat voorraden in en nemen voorbij Nidri nog een foto van de mooie besloten Baai van Vlikho. Een baai waar het vaak heel druk is met ankerende jachten en waar we daarom niet geweest zijn. Maar het is wél een mooie baai, aan alle kanten omringd door hoge bergen en het heeft de reputatie van een perfecte Hurricane Cove (foto hier)
Als we terug aan boord zijn tappen we water bij een muntautomaat op de kade en verder doen we niet veel meer. Even na vijf uur SMS´t Tessa dat ze goed op Schiphol is aangekomen. Morgen vertrekken we uit Vasilikí in de richting van de Golf van Patras. Mogelijk ankeren we onderweg bij wat eilanden. Terug naar boven
Nisos Átokos
Zondag 07-06-2009
Vers brood gehaald en om 10 uur uit Vasilikí vertrokken. Helemaal geen wind. We varen op de motor in zuidwestelijke richting langs Levkas en zuidelijk langs het onbewoonde eilandje Arkóudhi, dat we van de week al eerder passeerden toen we met Tessa op weg waren naar Ithaka. In de verte rijst het donkere hoge eiland Átokos op, eveneens onbewoond, dat toen in al zijn ongenaakbare pracht onze aandacht trok (foto hier) Het ligt vrijwel in het midden van de binnenzee tussen de grotere eilanden en het vasteland. Volgens de pilot is er aan de oostkant tussen hoge kliffen een goed beschutte ankerbaai waar je kunt overnachten, One House Bay genaamd omat er één huis staat waar niemand in woont. In het seizoen is het er doorgaans druk, maar nu liggen er slechts vijf boten. We ankeren op tien meter diepte onder de hoge witte klif aan de zuidkant (foto hier) Die bestaat uit dikke lagen scherp afgesneden sedimentgesteente, met grillige lagen van verschillende kleuren erdoorheen. Als we goed liggen zwem ik er naartoe om dat allemaal eens goed te bekijken. In feite kun je hier honderdduizenden jaren geologische geschiedenis in zien. De lagen zijn scherp begrensd en door enorm geweld sterk geplooid. Hier zou je nou typisch fossielen moeten kunnen vinden. Ik wou dat ik er meer vanaf wist, een geoloog kan dit lezen als een boek. Op sommige plaatsen lijken varenachtige structuren in de steenlagen gegrift, niet echte fossielen lijkt me maar mogelijk ontstaan door infiltratie en neerslag van - denk ik - zouten. "Signature de la terre", denk ik, het is de naam van één van de mooiste litho´s die ik bezit. Gemaakt door Jan Montyn en nu opgeslagen bij al onze andere spullen. Ik breek uit een laag sediment een stukje af om mee naar de boot te nemen. In de Oudheid zullen schepen wel eens beschutting gezocht hebben in dit baaitje. Zag die sedimentklif er toen net zo uit als nu? Ik denk dat de verwoestende aardbeving van 1953 de zaak ook hier wel veranderd zal hebben.
Rond vier uur vertrekken tot onze verbazing alle andere ankeraars. We zijn helemaal alleen, wat een buitenkans! We verleggen de boot tot vlakbij het kiezelstrand in 3 meter water. Het anker graaft goed in. Ik zwem met het fototoestel verpakt in twee plastic zakken, die ik boven mijn hoofd houdt, naar het strand om het eiland eens te verkennen. Op een bord staat: "Wellcome. Please keep Atokos clean" (foto hier) Het heeft zo te zien weinig geholpen. Op en langs het strand en de paar bospaadjes wemelt het van diverse soorten plastic. Flessen, zakken (o.a. van de Lidl) Ooit zal de aanwezigheid van de mens kenbaar zijn in een geologische laag sediment, die substantieel veel plastic bevat. Behalve het eerder genoemde huis is er ook een kleine kapel met een waterput, zo te zien een cisterne waarin regenwater zich verzamelt (foto hier) De deur van de kapel is open. Binnen is het eenvoudig ingericht volgens de orthodoxe rite (foto hier) en ogenschijnlijk onaangetast. Er liggen Grieks-orthodoxe bijbels en er hangen wat ikonen. Ook hangt er een hemelsblauw geschilderd schip aan het plafond. Op het paadje dat omhoog naar het huis leidt, ligt ook allerlei rotzooi, geitenkeutels en een dikke afvoerslang van donker plastic. Dikke spinnenwebben hangen dwars over het pad, hagedissen schieten weg bij mijn nadering. Langs het pad ligt de verbleekte schedel van een geit. Het huis zelf is afgesloten, het ziet er goed onderhouden uit. Zou iemand het als een eenzaam zomerhuisje gebruiken? Ik zwerf nog wat verder rond en maak diverse foto´s van dit kleine paradijs (zie bovenaan en nog 4 hier) Ik bevestig de camera weer in de plastic zakken en hang ze aan een stok en zwem terug naar de boot. Eind van de middag waait het een uurtje hard uit het noordwesten, maar het anker houdt goed. Zoals gebruikelijk wordt het tegen de avond weer windstil. Internet is er hier uiteraard niet. Er komt een charterboot met een rustige Duitse familie ankeren. De volle maan rijst even later op. Hij volgt precies de klifrand. Zo gaan we de nacht in. Terug naar boven
Mesolongion
Maandag 08-06-2009
Ik had bovenstaand regels net geschreven of er steekt me een wind op! Valwinden donderen met enorm geraas van de berg af. De wind duwt ons rond het anker in de richting van de klifwand. Maar het anker houdt prima. De Duitsers zijn ook geschrokken en ankeren opnieuw. Kennelijk heeft het hunne gekrabt. Deze keer houdt het. De valwinden razen tot het donker wordt. Dan is het over. Wat rest is stilte en het ietwat ruisende geluid, alsof ergens een kraan openstaat, van honderden krekels.
´s Nachts is het rustig. Een lichte noordenwind houdt ons bij de klifwand. Iedere twee uur wordt ik even wakker, kijk snel rond en zie dat er niks mis is. Vanochtend horen we bellen. Drie bokjes springen langs de helling. lichten we het anker om kwart over negen. We varen verder in zuidwestelijke richting. De weinige wind is pal tegen. In de verte zien we Zákinthos, het zuidelijkste van de Ionische eilanden. Ik was er ooit met vroegere gezin op vakantie, in 1994 meen ik, nog voor het ontwaken van mijn zeilpassie. We ontmoetten er een stel uit Zeeland met een pleegzoon, ze konden zelf geen kinderen krijgen. Ik verwees ze naar de top IVF-specialist die we toen in het Gorcumse ziekenhuis hadden en, warempel, het lukte en na een jaar werd hun dochter geboren. Heimelijk hoopte ik dat ze haar Zante zouden noemen, naar de Italiaanse naam van Zakinthos, maar het werd heel iets anders. Hun volste recht natuurlijk. Ik heb er toen wel eens van gedroomd er ooit met een eigen boot terug te keren naar het schone Zante, maar ach, dat kan altijd nog wel een keer. Nu willen we naar het Kanaal van Korinthe. De zee schittert in het zonlicht. Nergens zagen we in de afgelopen weken dolfijnen of schildpadden. Een aantal jaren geleden moet het er nog van gewemeld hebben. Ook vandaag komen we erg geen tegen. Voor de kust motoren we tussen de onbewoonde, kale eilandjes Prómonas en Makrónisos door (foto hier) Er komt zowaar genoeg wind om de genua bij te zetten. Voorzichtig manoeuvreer ik langs de rand van een uitgestrekte ondiepte bij het stenige eilandje Falarídhes. Er nestelen honderden meeuwen. Vlak voor het bergachtige Oxiá moeten we om een uitloper van de ondiepte heen, waar niet meer dan 1.20 meter water is. De wind valt helemaal weg en we motoren tussen Oxiá en het vasteland door. Hier zijn een paar prachtige ankerbaaien, maar ze zijn zonder uitzondering bezet door grote viskwekerijen. Als we eruit komen kunnen we na een paar mijl bakboord uit, richting Mesolongion, onze bestemming van vandaag. De stad temidden van de zoutmoerassen, waar Byron (de echte) in 1826 stierf.
Om half drie arriveren we bij de uitertonnen van het toegangskanaal door de zoutmoerassen naar de haven. Eerder leek er een mooie westenwind op te steken, zodat we het laatste traject voor-de-wind hadden kunnen zeilen. Maar het gaat niet door en het wordt voor het eerst zó warm, dat de thermometer in de kajuit voor het eerst meer dan 30° Celsius aanwijst. We motoren zachtjes door het havenkanaal. Aan weerszijden staan huisjes op palen, het lijken wrakke constructies die de eerste de beste storm omver zou moeten blazen (foto hier) Even later meren we af in de vrijwel lege Messolonghi Marina die al jaren in aanbouw is. Het is een project van de Nederlander Jo Mennen en een Griek. Aan de andere kant van de steiger licht de Lady Rose uit Amsterdam, het jacht waarmee een stel dat zich voorstelt als John & Diet, de wereld rondzeilden. Ze zijn nu op de terugweg. Hierboven zie je beide boten aan de steiger liggen in de werkelijk zinderende namiddaghitte. In elk geval is er weer verbinding met Wind Hellas, zodat ik de website kan bijwerken. Ik zie nu ook dat je op Google Earth het enige huis en de kapel van One House Bay op Átokos kunt zien (Iedereen weet toch dat je met kopiëren/plakken alle coórdinaten van de havens die we bezoeken en die in de rubriek Kaarten en routes staan, in de zoekfunctie van Google Earth kunt plaatsen? Dan vlieg je er met een fraaie zwaai naartoe) Ik zie ook op de site van Zeilen dat het artikel over onze ontmoeting met het migrantenschip in september vorig jaar, inderdaad in het juni-nummer is geplaatst. Helaas, ondanks de afspraak hebben ze de ingekorte versie niet aan me voorgelegd, zodat ik niet weet wat er nu in staat. Niet erg correct. Het was met de beide artikelen over "De Randen van Biscaje" ook al zo. Daardoor staat daar een storende fout in: Bilbao en Santander waren met elkaar verwisseld. Een toegezegde rectificatie werd niet geplaatst in het volgende nummer. Het zal me benieuwen hoe het er ditmaal uitziet. Morgen willen we verder richting Korinthe, naar een eilandje dat Trizónia heet en waar de Kiara ligt. Terug naar boven
Nisís Trizónia
Dinsdag 09-06-2009
Vanmorgen vertrekken we om half negen. Even buiten de marina, aan het begin van het twee mijl lange havenkanaal naar de Golf van Patras, let ik even niet goed op. Ik verslijt een groene boei voor een rode en we lopen meteen vast in de blubber. Gelukkig heb ik de boot gauw weer los. Ietwat besmuikt naar Ans kijkend motoren we over het spiegelgladde water van het kanaal naar buiten. Het zicht is slecht, het is behoorlijk heiig. De zon klaart het in een uurtje op. Geen wind (ZZW 1) We varen voorzichtig langs de ondiepten naar het oosten en steken de Golf over tot een paar mijl van de stad Patras op de zuidoever. Normaal gesproken is het tamelijk druk met grote scheepvaart maar op een paar veerboten en een enkel vrachtschip na is het rustig. Voor ons schuiven de kale, bruingrijze bergen naar elkaar toe. Daar is de nauwe Straat van Rhion en AntiRhion, slechts een mijl breed. Daarachter begint de Golf van Korinthe. Met geld van de Europese Unie is er een hoge tuibrug over gebouwd, die voltooid werd in 2004. Hij verbindt Patras, de derde stad van Griekenland, en de rest van de Peloponnesos met het vasteland van Europa. Er zijn drie doorvaartopeningen tussen de enorme pijlers, die in 60 meter diep water staan. Inclusief het gedeelte onderwater schijnen ze 160 meter hoog te zijn. De doorvaarthoogte zelf is 25 tot 45 meter. Je moet vijf mijl voor de brug Rion Traffic oproepen op VHF 14. Dat doe ik: ze vragen mijn masthoogte en zeggen dat ik de zuidelijke doorvaartopening moet nemen. We varen door. Op drie mijl afstand horen we een raar ploppend geluid, het lijkt of de snelheid van de boot afneemt. Ik buig me ongerust over de rand, het geluid lijkt uit de uitlaatopening te komen. Ik neem gas terug en zet de keerkoppeling in neutrale stand en zie, het ploppen neemt geleidelijk af. Aan de motor zelf is niks te zien en er komt gewoon koelwater uit de uitlaat. Hm. Ik zet de motor weer in zijn werk en we varen onder de brug door (foto hierboven en een andere hier), de spiegelgladde Golf van Korinthe binnen. Het is twaalf uur. Aan de stuurboordwal moet je oppassen voor zandbanken. Bij kaap Dhrépanou worden ze aangeduid met een kleine vuurtoren en een groene boei. We zitten samen op het voordek in de zon te genieten van alles om ons heen. Ineens horen we weer dat plopgeluid. Ik loop naar achteren en dan zie ik de oorzaak: bij de brug vliegt een helikopter. Hij maakt het ploppende geluid. Tja. Het is nog elf mijl motoren naar het eilandje Trizónia onder de noordoever van de Golf. Steeds verder varen we het Griekse hartland binnen.
Om half drie varen we de om zuidoostpunt van het eilandje heen. Het is bedekt met struikgewas, olijfbomen en een enkele cypres. Het water is zó roerloos dat het lijkt op lichtblauw gekleurd glas. Aan de oostzijde van het eilandje opent zich een verrukkelijke kleine havenkom naast een vissersdorpje. Zoals op meer plaatsen is men hier ooit met een jachthaventje begonnen zonder het af te maken. Maar de betonnen steigers zijn prima. Jaap & Diana staan op een lege plek klaar om onze touwtjes aan te nemen. We leggen langszij aan (foto hier) en drinken een welkomstglas bij de Kiara in de kuip. Het is vandaag 32° Celsius. Vreemd genoeg is de zeewatertemperatuur hier 4 tot 5° graden lager dan in de Ionische Zee. In water van nog geen 18° ga ik niet zwemmen. Vanavond gaan we met zijn vieren uit eten ergens in een taverna in het dorpje. Terug naar boven
Nisís Trizónia (2)
Woensdag 10-06-2009
Lekker en gezellig gegeten gisteravond op het dorpspleintje aan de waterkant. In de kleine supermarkt, die tot twaalf uur ´s nachts open is, bestellen we een vers brood voor morgenochtend.
Vanochtend maken we een wandeling over het eilandje. Hier een foto van het haventje. Er ligt aan een van de steigers een mooie, halfgezonken tweemaster (zie bovenstaande foto en een andere hier) Je zult je boot toch zo terugvinden na de winter! Een kapotte afsluiter? Ooit is het een prachtig schip geweest, niet eens zo lang geleden. Hoelang zou hij er al zo bij liggen? De eigenaar heeft natuurlijk niet het geld om een zware bok te laten komen en het schip te lichten en hij zal misschien ook niet verzekerd zijn geweest. Een drama. We lopen verder langs het nieuwe kerkje, waar de kleden en tapijten buiten aan de lijn hangen en iemand bezig is de vloer te dweilen. Het pad voert omhoog langs wat laatste huizen en leidt door hoog, verdord gras (foto hier) Veel mensen komen hier niet. Insecten gonzen om ons heen, grote groene krekels zwijgen stil bij onze nadering. Boven op de heuvel hebben we een prachtig uitzicht over de haven, het eiland, de Golf van Korinthe en de verre grijze bergen van de Peloponnesos aan de overkant (foto hier) De warmte is dragelijk vanwege een licht oostenwindje. Over het pad hangen grote spinnenwebben met joekels van spinnen erin (foto hier) Zou iets voor Tessa geweest zijn. Aan de westkant van het eilandje kronkelt het pad naar het zuiden. We vinden er een splitsing en kiezen het zijpad, waarvan we (terecht) veronderstellen dat het naar het dorpje terugvoert. Het is welletjes. Veel bloemen zijn er niet, met uitzondering van een paar gele Spaanse gouddistels (Scolymus hispanicus, aldus het Thieme gidsje, foto hier) Op het dorpspleintje (foto hier) drinken we een kop koffie. Het veerbootje naar de vastewall legt juist aan. Er stappen wat mensen in, anderen zitten op een bankje ernaar te kijken. Een man komt met een bootje aan en brengt vers gevangen vis naar een van de taverna´s. Het leven heeft hier een ander tempo.
Vanmiddag, toen ik niet oplette, boekte Ans een overwinning op zichzelf door voor het eerst van haar leven te gaan snorkelen. Dat durfde ze niet eerder. En ze vond het water helemaal niet koud. Terug naar boven
Galaxidhi
Donderdag 11-06-2009
Om 10 uur verlaten we het mooie Trizónia. Kerkyra Radio voorspelt op de Navtex westenwind Bf 4 tot 6. Mooi zo. Als we tussen de eilandjes uitschuiven hebben we ruime wind, NW 4. We draaien de genua helemaal uit en de boot begint te lopen: 4,5 tot 5,5 knopen. Aan de overkant, in de Peloponnesos, zien we een hoge bergtop, nog met sneeuwvelden erop. We zeilen gelijk op met de Kiara. Even later komt de beloofde 6 Bf, we lopen heerlijk vlot met 6,5 tot soms 7 knopen. Zo ronden we de kaap Psaromíta. Vanaf de Kiara maken ze er een foto van (zie hier) Maar precies om 12 uur valt de wind ineens weg, draait en staat licht uit het oosten. Op het ijzeren zeil verder dus. We ronden kaap Andromákhi en varen de Krissaios Kólpos binnen. Hier ligt op de westoever een aardig stadje, Galadixhi, dat naar de mening van Ben Brunet de Rochebrune in zijn "Vaarwijzer Griekenland" (Hollandia, 2006) "het mooiste haventje is op de verbinding tussen de Ionische en de Egeïsche Zee" We varen voorzichtig tussen wat eilandjes en riffen door en zien inderdaad een pittoresk haventje met de noodzakelijke terrasjes en taverna´s. De kade is vernieuwd en het is er nu diep genoeg om achteruit tegen de kade te gaan met het anker vooruit, zonder je roer te beschadigen aan rotsblokken. Tot onze vreugde zijn er zelfs water en walstroom op de kade, ieder voor 5 euro per dag.
Als we goed liggen is het fors heet: ruim 35° C. We spannen het zonnezeil over de giek (zie foto hierboven) dat we in Malta lieten maken. Als het zit, beginnen er valwinden dwars op de boten te waaien. We worden tegen onze buurman gedrukt, een Oostenrijkse catamaran. Die wordt er ongerust van, dus we trekken de ankerketting wat strakker en hangen wat extra stootwillen. Maar de Oostenrijker blijkt een zeurpiet. Hij vindt dat ik een extra anker over stuurboord moet zetten. Dat lijkt me zwaar overdreven, ik span met hulp van Jaap een extra lijn van de boeg op de kade, om de boten verder van elkaar af te trekken en - omdat de Oostenrijker blijft zeuren - een directe kruislijn achter om de kont verder van hem af te trekken. Als de man nóg steeds zeurt zeg ik hem dat hij zijn eigen boot ook maar een eind van ons af moet verleggen, hetgeen hij doet, maar ach, hij heeft zo´n een klein anker zegt hij en volgens hem houdt dat het niet als een vlaag ons af en toe even tegen hem aanwaait. Ik ben het zat en adviseer hem om een groter anker te kopen. Ondertussen zien we niet dat door alle manoeuvres de walstroom stekker strak is gaan staan en het complete walstopcontact los heeft getrokken, los is geraakt en in het water is gevallen met kortsluiting als gevolg. Gvd! Enfin, een en ander is na een kwartiertje drogen en frutselen weer in elkaar geimproviseerd. Dan wil de Oostenrijkse zeurkous opnieuw dat ik een extra anker zet, maar ik negeer hem volledig. De havenmeester komt vertellen dat we naar de Port Police moeten. Die zit een kotje verderop en daar moeten we ons Traffic Document laten stempelen voor € 20,77. Het schijnt dat ze één keer in de week langskomen en dat is vandaag. Het zij zo. Ans laat de wasmachine draaien. Voorin de haven ligt een soort theaterschip. Vanavond geven ze een voorstelling. We zijn benieuwd. Morgen willen we met Jaap & Diana in een huurauto naar Delphi. Terug naar boven
Galaxidhi (2)
Vrijdag 12-06-2009
Gisteravond laat bij het verlaten van de boot plotseling één van de touwen los, die de loopplank op zijn plek houden. Ik heb de fotocamera in mijn hand en zwaai met plank en al opzij. Het loopt nét goed af, ik kan me vastgrijpen aan de railing zonder dat ik, de camera of beiden in het water vallen, maar een andere lijn rukt de solar lamp van een van de kabouters af. Die valt op een kuipkussen en blijft heel. Pfff... Een narrow escape. We eten met Jaap & Diana op de kade in het restaurant "Skeletovraxos" van Andreas Katsaitis (staat op de rekening) We hebben uitzicht op een theateruitvoering op een heus theaterschip dat tegenover ons ligt afgemeerd. Het is de Amara Zee, een verbouwde Thames Barge van het zwervende theatergezelschap Caravan Stage. Vanavond is nota bene de openingsavond van hun Tour 2009, die hen langs de westkust van Griekenland, Albanië en Kroatië zal voeren met een stuk over global warming en het einde van de wereld. Geen gering onderwerp en het is goed te merken dat het vandaag om de première gaat, want alles hapert en soms zijn er lange pauzes om de nodige reparaties te verrichten. Acteurs slingeren in het want, zingen vanaf platformpjes in de masten, enzovoorts, het ziet er allemaal mooi uit. Ze vertillen zich geloof ik aan het thema, maar ach, wat geeft het, het is een mooi avontuur. Hier een foto van het schip die ik vandaag maakte.
Vandaag rijden we met zijn vieren in een huurauto langs prachtige wegen, omzoomd door bloeiende oleanders, de bergen in naar het hooggelegen heiligdom van Apollo in Delphi, op de hellingen van de berg Parnassos. Een spectaculair mooie plek die eeuwenlang gold als het centrum van de Oude Wereld. Hier stond een merkwaardige steen, de omphalos, ofwel de navel van de wereld. Er waren van dergelijke stenen in de antieke wereld, lees er meer over op de website van Livius. Ik heb er op mijn website al eens eerder over geschreven, meen ik. Ach, wat moet ik van Delphi vertellen? Het is zo allemachtig mooi, je moet er zelf ooit heengaan als je de kans krijgt. Ga dan vroeg in de ochtend en niet in het hoogseizoen, anders verdrink je in de toeristendrommen. Hier 4 foto´s van deze prachtplek. Ans maakt een foto van mij bij het schathuis van de stad Athene (iedere belangrijke stad had dergelijke schathuizen in Delphi, het garandeerde voorrang bij het raadplegen van de priesters en de zieneres) op de plaats waar de omphalos stond. Nu staat er een soort half ei (foto hier), de eigenaardige steen staat nu opgesteld in het mooie museum naast de archeologische site (foto hierboven) De foto is wat onscherp omdat Ans door een suppoost werd gestoord, die zei dat je niet naast de beelden mag poseren. Wat? Waarom niet? We moeten respect tonen voor de oude beelden, is het onbegrijpelijke antwoord. Wat een ongelooflijke onzin! Opeens herinner ik me dat Paul Theroux daarover ook al moppert. De Grieken hebben immers nooit veel respect getoond voor hun verleden, voordat de Europeanen zich ontwikkelden tot enthousiaste ontdekkers en opgravers van hun ruïnes, schrijft hij in "De Zuilen van Hercules" (ned. vert 1996) "Het is precies wat je zou verwachten als je een stelletje domoren de contrôle gaf over een warboel van marmeren resten waarvoor ze geen enkel begrip kunnen opbrengen" "Die lachwekkende plechtstatigheid vond je overal in Griekenland". Helemaal mee eens. Enfin, de vele beelden, friezen en voorwerpen in dat museum zijn overweldigend van schoonheid. Wat ben ik blij dat ik dit in mijn leven heb mogen zien! De omphalos intrigeert me dermate, dat ik in een winkel in het dorp Delphi een replica koop voor 14 euro, die ergens aan boord een plaatsje gaat krijgen. Dan gaat de navel van de wereld in zekere zin met ons mee op reis. Later rijden we verder door het spectaculaire landschap, waar ´s winters geskied kan worden, en lunchen in een bergdorpje dat Anahora heet. Een onvergetelijke dag! Op de terugweg zien we dat de zon gedeeltelijk verduisterd wordt achter hoge rookwolken. Er woedt ergens in de buurt een flinke bosbrand. Later zien we uit de kuip dat vijf blusvliegtuigen bezig zijn met blussen. Terug naar boven
Galaxidhi (3)
Zaterdag 13-06-2009
Ondanks de moeheid van een intensieve dag in Delphi - Ans was al naar bed gegaan - ging ik gisteravond toch nog naar de voorstelling van het theaterschip Amara Zee. Alles verliep al een stuk beter dan bij de premièrevoorstelling van eergisteren. De voorstelling heet "Utopian Floes" en werd geschreven door een van de oprichters van het gezelschap, Paul Kirby. Het publiek zit op de kade en het schip vormt het toneel. Zwervende acteursgezelschappen! Ze vormen een fascinerend thema dat vaak in literatuur en kunst terugkeert. Ik herinner het me uit een film van Ingmar Bergmann, welke weet ik niet meer, en vooral natuurlijk bij Shakespeare´s "Hamlet". Hoe een gezelschap zwervende acteurs op het toneel de waarheid moet laten zien, die de mensen zelf niet onder ogen willen zien:
"I´ll have these players
Play something like the murder of my father"
Ik vond het een nogal kinderachtig, idealistisch verhaal over de manier waarop De Mens steeds opnieuw zijn wereld vernield door Vervuiling en Opwarming, het soort zwart/wit denken of beter goed/kwaad denken dat je er in je jeugd graag op nahoudt - maar wat geeft het? Veertig jaar geleden had ik er graag aan meegedaan. De vormgeving was trouwens erg mooi, de wijze waarop ze delen van het schip en de wanten gebruikten voor diverse scènes en ook de muziek was goed: keyboard, viool en accordeon. Het deed me vaak aan een mengeling van Keltische en Indiase muziek denken, zoals bijvoorbeeld de Third Ear Band die vroeger speelde. Na afloop liep ik in gedachten terug naar de boot.
Vandaag waait het ´s ochtends hard uit het noordoosten. Er komt een vervelende swell de haven binnen. De boten dansen heen en weer en ik moet alweer een extra lijn op de kant zetten, nu aan bakboord. De havenmeester ziet het glimlachend aan. Over een halfuur is het windstil, zegt hij. Dat blijkt exact te kloppen. Verder luieren we de hele dag door. In een van de supermarkets verkopen ze warempel de De Volkskrant van gisteren. Wat een zalige dag van nietsdoen! Morgen willen we verder naar Korinthe en maandag door het kanaal naar de Saronische Golf. Het Kanaal kost op zondagen twee keer zoveel en is op dinsdagen gesloten voor onderhoud. Terug naar boven
Korinthe
Zondag 14-06-2009
De windverwachting voor vandaag is NoordOost 4 - 5, waarmee Korinthe geheel bezeild is. Maar helaas, het draait heel anders uit. We hebben een lichte zuidoostenwind op de kop. In de Egeïsche Zee schijnt het wel hard te waaien, voor het zuidelijk deel geeft de Navtex voortdurend stormwaarschuwingen. Voor ons is het een saai motortraject. Alleen een aantal mijlen voor kaap Melangávi, waar de Baai van Korinthe begint, is er opeens wél een NO-wind en een halfuur lang kunnen we zeilen. Dan zakt de wind weer weg. Enfin, het geeft me de kans om een eind op te schieten in "Ik ben een vreemde lus" van Douglas Hofstadter (ned. vert 2008, Contact) De wiskundige Kurt Gödel speelt er een prominente rol in (het doorgronden van zijn onvolledigheidsstellingen is één van de onderwerpen in mijn werkprogramma van 5 raadselachtige zaken) Het is een vermakelijk boek maar je moet je verdraaid goed je kop bijhouden. Af en toe moet ik sommige stukken meerdere keren met grote aandacht herlezen. Opeens worden we begroet door drie dolfijnen die kort om de boeg spelen. De eerste keer sinds Italië dat we ze zien. Later komt er nog een jong langs, een kalf (zeg je dat zo?) dat na een paar dartele sprongen weer verder zwemt. Hoewel we nu het wereldberoemde Kanaal van Korinthe naderen is er niet veel scheepvaart. Een coaster die er juist uit vaart en één die er heenvaart en achter ons langs gaat. De kleine jachthaven van Korinthe is vol, maar we kunnen langszij aan de kade van de commerciële haven. Nu zijn we blij dat de NO-wind niet gekomen is, want dan lig je hier uiterst ongerieflijk. Na een uurtje meert Kiara achter ons af. Morgen dus door het Kanaal van Korinthe, met zijn steile kalksteenwanden van bijna 80 meter hoog. Overigens meldde Gerda Bol van de Pegasus per SMS dat het dubbel tarief voor passage op zondagen niet meer geldt.
Onze touwtjes werden aangenomen door twee jongens. Later praten we met ze. Het zijn Tunesiërs die hier proberen iets te verdienen. Ze hebben geen paspoort, illegalen dus. Ze roken hashish, ze maken een jointje met halfzware Drum-shag zoals we dat veertig jaar geleden ook deden. Holland, ja dat is het paradijs, vinden ze. Daar mag je gewoon hashish gebruiken, hier mag dat niet. Wat is hun doel? Dat wordt niet duidelijk. In Tunesië is geen werk en ook geen opleiding voor ze. Hier ook niet, vrees ik. het zijn aardige jongens, maar wat een verspilling van talenten. Aan de kade parkeren een drietal campers, een Fransman en twee Slovenen. Iets verder staan vijf pick-up trucks, afgeladen met handel: tuinstoelen en -tafels en ander plastic. Het zijn zigeuners die zich al handelend door de streek verplaatsen. Voor de zekerheid leg ik het kettingslot op ons bijbootje aan. Jaap en ik halen in de stad - we liggen tegen het centrum aan - in een fast food restaurant veel te vette schotels voor het avondeten. Het is warm, we gaan vroeg naar bed. Terug naar boven
Aegina, Nísos Aegina
Maandag 15-06-2009
Een bijzondere dag, we gaan door een wereldberoemd kanaal varen: het Kanaal van Korinthe. We hebben al wat andere van die bijzondere kanalen gevaren, zoals het Nord-Ostsee Kanal ("Kieler Kanaal"), het Caledonisch Kanaal door Schotland en het Götakanaal door Zweden. (Nu nog het Panama- en het Suezkanaal) Dit kanaal is met zijn 3,2 mijl de kortste van allemaal en tevens - per kilometer - de duurste. Betalen doe je aan de oostzijden en voor ons was het € 195,40. Maar het is zó uniek, dat moet je er minstens één keer in je leven voor over hebben. Het werd in 1893 door een Franse maatschappij gebouwd (vanwege hun ervaring met de bouw van het Suezkanaal?) In de Oudheid werden de schepen hier over land getrokken over ronde palen. De Romeinse Keizer Nero was de eerste die poogde hier een kanaal te graven en hij gebruikte daarvoor 6000 gevangen joden. Maar de opstand in Gallië leidde zijn aandacht af en het project versukkelde.
Om half negen zijn we bij de westelijke invaart en melden ons op VHF 11. Corinth Traffic meldt dat we ongeveer 50 minuten moeten wachten op een vrachtschip dat nadert. Ondertussen komen er een vrachtschip en een jacht uitvaren. Dan wordt ons verteld wat de volgorde is, dat het vrachtschip eerst gaat, dan twee grote motorjachten en dan de vijf wachtende zeiljachten. Rustig varen we binnen. Het kanaal is maar ongeveer 25 meter breed. Geleidelijk worden de kalksteenwanden hoger en halverwege rijzen ze bijna 80 meter omhoog. Het water is overal ongeveer 7 meter diep, het heeft een rustieke blauwe kleur. We motoren rustig met een gangetje van 3,5 knopen. Het is werkelijk erg indrukwekkend! Zie foto hierboven en hier nog twee. Af en toe kun je zien dat de kalksteen verzakt door sijpelend vocht. Dan zakken hele schijven naar beneden (zie foto hier), die moeten worden opgeruimd.
Aan de oostzijde, waar het Isthmía heet, meren we af om te betalen. Jaap en ik lopen naar de toren waar de kanaalwacht in zetelt en verdraaid - hij zit er, achter zijn bureau: Giorgos Christopoulos. Zijn foto staat in de Nederlandse "Vaarwijzer Griekenland" (Hollandia, 2006) van Ben Brunet de Rochebrune. Als we hem dat vertellen, haalt hij grijnzend een fotokopie uit een la van zijn bureau.
Nu zijn we dus in een nieuwe zee, de Egeïsche Zee. "Achter iedere zee ligt weer een andere zee", schreef Sebastian Smith immers in zijn "Southern Winds" (Penguin, 2004) Maar deze zee is een aparte. Niet alleen is ze het hart van de Oude Wereld maar ze is ook winderig, woelig en warrig. Dat krijgen we goe ingepeperd vandaag. Het grootste deel van het traject naar onze bestemming, het eiland Aegina in de Saronische Golf, kunnen we zeilen. Maar zelden moesten we zó vaak de zeilen verzetten en wisselen. Eerst waait het uit het noordoosten. Er is echter ruimte genoeg om te kruisen en zie, geleidelijk ruimt de wind naar zuidoost en zelfs tot zuid. Mooi! Met Bf 4 - 5 zeilen we goddelijk en we kunnen de draaiing van de wind prima aan-de-wind varend volgen. Aegina is zelfs bezeild geworden. Maar niet lang. Binnen twee minuten valt de wind totaal weg, we gaan verder op de motor. Totdat het opeens 5 Bf uit het noordoosten waait. Hup, de boel er weer op, motor uit en zeilen. Dit curieuze patroon herhaalt zich een paar keer. Tussen de kale eilandjes Ipsilí aan stuurboord en Stakhtorroi en Platia aan bakboord door varen we Aegina aan. Het waait dan alweer Noordoost 6. We strijken de zeilen in de luwte van een veerboot en varen binnen. Er moet volgens de pilot een nieuwe jachthaven zijn. Die is er ook maar op een groot bord staat dat "mooring is reserved for holders of permits" Juist, gereserveerd voor flottieljes en charterboten. Zeezigeuners als wij moeten het maar in de oude haven proberen. Terecht heeft iemand onder de tekst "Fuck you!" op het bord geschreven. De oude haven is knap vol. Met moeite vinden we een plekje aan de binnenzijde van de golfbreker, op afstand vanwege de geringe diepte. Het is duidelijk: in de maanden juli en augustus moet je hier niet wezen. Terug naar boven
Aegina, Nísos Aegina (2)
Dinsdag 16-06-2009
Aegina is vandaag heet: 33° Celsius, een temperatuur die ons sloom maakt. Maar het is een aardig stadje dat ondanks de vele toeristen en de ligging vlakbij de metropool Athene toch nog veel van zijn charme bewaard heeft. De hele dag door leggen veerboten en snelle draagvleugelboten aan. Het is een levendig tafereel. Ik klus een beetje, maak bijvoorbeeld een mooi, praktisch bakje voor de WC-rollen in het kleine toiletje. Een mens moet wat met zijn tijd. Eerder op de dag schrik ik me wild want ik mis mijn portemonnaie met pasjes en credit-card. Die blijkt aan dek te liggen, uit mijn zak gevallen toen we vanmorgen de zeilhuik over het grootzeil trokken. Oef!
Wat kuieren, wat klussen, wat lezen. Geen beroerd leven. Het komt me desondanks soms voor alsof ik vroeger beter kon luieren. Misschien omdat ik het minder deed. Of omdat me toen meer tijd van leven restte?
We bestuderen de weerkaartjes. Eigenlijk willen we met veertien dagen in de Zee van Marmara of in Istanboel zijn. Dan hebben we geen last meer van de meltemi, de beruchte noordenwind (met de Turkse naam!) die vooral in de zomermaanden de Egeïsche Zee teistert. De wind ontstaat door de luchtdrukgradiënt tussen het gebruikelijke hogedrukgebied boven het westelijk deel van de Middellandse Zee en het lagedrukgebied boven de warme landmassa van Klein-Azië. Voorbij de Zee van Marmara ben je dat systeem grotendeels kwijt. Ook nu waait de meltemi iedere dag fors uit het noorden voorbij kaap Soúnio, de zuidoostpunt van het Griekse vasteland. Vanaf daar zouden we ertegenin moeten boksen naar de beschutting onder het langwerpige eiland Evia. We besluiten de ontwikkeling even aan te zien. Tegen het weekend lijkt de meltemi er af te gaan nemen. Terug naar boven
Aegina, Nísos Aegina (3)
Woensdag 17-06-2009
Vanochtend maken we onze bootjes los en gaan aan de overkant aan de stadskade liggen. De reden is dat het toch wel erg ondiep is op de plek waar we lagen, niet meer dan 10 centimeter onder de kiel en het roer te dicht boven de grond. Een doodenkele keer raakte het roer even de bodem (modder) als er een veerbootje arriveerde of vertrok. Dan lig je niet rustig en iedere keer dat zo´n draagvleugelboot aankomt en vertrekt lig je met gespitste oren te luisteren of het roer de bodem niet raakt. Buitengaats gaan ze overigens pas op volle snelheid met een lawaai of er een vliegtuig opstijgt. Aan de overkant is het een meter dieper en nu daar bijna geen jachten meer liggen, zien we onze kans schoon. Als we liggen en de loopplank willen installeren, laat Ans hem aan haar kant los waardoor hij met een klap op de kuipvloer dondert. Ze dacht namelijk dat Jaap met zijn Kiara tegen ons aanvoer, wat niet het geval was. Gevolg: deuk in de toch al kwetsbare teakvloer. Gevolg: woedende woorden van mijn kant. Gevolg: verwijdering tussen ons gedurende enige tijd. Het is niet zo erg en het duurt gelukkig niet zo lang, maar toch moet ik ermee uitkijken. Ik maak haar zenuwachtig en Ans zou per slot van rekening dit zwerversleven nooit zelf gekozen hebben. Ze doet het omdat ze van me houdt en ik het zo graag wil. We zijn allebei wat beschaamd als de goede Jaap met een schuurpapiertje aankomt en voorzichtig de deuk eruit schuurt. Daarna ga ik te water en breng met een karabijnhaak over de ankerketting een ankerboeitje bij het anker aan (foto hier) De dag leert later dat arriverende jachten dat boeitje prima zien en er voorzichtig langsheen ankeren.
Het is erg warm, 37° Celsius. Ans en Diana gaan de winkeltjes langs en brengen de middag door op het strandje naast de haven onder een parasol. En ik? Ik maak in het kleine toiletje nog een tweede bakje voor WC-rollen. In totaal kunnen er wel 25 rollen in. Eenieder heeft zo zijn eigenaardigheden. Ans is altijd bang dat we te weinig water hebben of diesel en ik ben bang dat we zonder WC-papier zitten. Wat is het ergste?
Het redactiesecretariaat van Zeilen mailt me in PDF-format het artikel over onze ontmoeting in september vorig jaar met het migrantenschip tussen Lampedusa en Malta. Bij het herlezen beleven we weer de emoties van toen we dat schip vol radeloze mensen tegenkwamen. Het stuk beslaat inclusief foto´s zes bladzijden en ik ben tevreden dat de redactie nauwelijks iets heeft weggelaten of ingekort. Als je wilt kun je het hier lezen.
Eind van de middag arriveert er een mooi schip, een getrouwe replica van een oud-Griekse trireme of iets dergelijks. Alles is van hout inclusief het anker, de planken zijn dichtgebreeuwd met touw, op de banken zitten echte roeiers. Het zijn Turkse studenten die ermee een historische reis overdoen, van wie weet ik niet, van Turkije naar Marseille (foto hierboven)
Ik lees een boek uit dat volstrekt niet bij deze mediterrane, warme toeristenwereld past: "Alles Stroomt" van de Rus Vasili Grossman (Ned. vert. De Geus, 2009) Op de valreep gekocht bij ons laatste bezoek aan Holland. Ooit las ik ademloos zijn magnum opus "Life and Fate" Ik ben er erg van onder de indruk. Al die pijn en ellende onder het regime van Stalin en dan die verbazingwekkende, bittere humor. De titel komt van Panta Rhei, het dictum van de dialectische filosoof Heraclitus dat mede ten grondslag lag aan de filosofie van het dialectisch- en historisch-materialisme van Marx, Engels en Lenin. "Je kunt niet tweemaal in dezelfde rivier stappen", dat soort platitudes. Managers gebruiken die ook graag. Grossman gelooft niet meer in ontwikkeling en bij hem wordt het dictum in de ellende van de kampenwereld waarin miljoenen verdwenen tot bijtende spot:
"Ja, alles stroomt, alles verandert,
je kunt niet tweemaal in dezelfde transporttrein stappen"
Aegina, Nísos Aegina (4)
Donderdag 18-06-2009
Nu we weer walstroom hebben kunnen we ´s nachts de ventilator in onze achterhut laten draaien. We slapen er uitstekend door. Vandaag is het opnieuw warm maar ook winderig. De Griekse en Turkse Navtex-stations geven stormwaarschuwingen met noordenwinden voor de Egeïsche Zee door. Nog steeds ziet het ernaar uit dat dit weekend het huidig weersysteem oplost en we geschikt weer krijgen om door te stoten naar het noorden. Tegen de hitte spannen we opnieuw het witte zonnezeil over de giek en vragen we één van de drie tankautootjes, die altijd op de kade circuleren, onze dieseltank af te toppen (foto hier) We huren een scooter (foto hierboven) en maken samen een tocht over het eiland. Ans rijdt graag scooter en ik zit graag achterop. Het is een kaal en toch mooi eiland, dit Aegina, dat behalve van het toerisme leeft van de teelt van olijven en vooral pistachenoten (foto hier) Op een paar plaatsen doorkruisen we dennenbossen. Als de meeste andere eilanden die we tot dusver in de Middellandse Zee bezochten werd ook Aegina al in de Steentijd bewoond. Eeuwen daarna kwam de bekende opeenvolging van bezetters: Grieken (Aegina koos tot haar ongeluk de kant van Sparta tegen Athene, in de Peloponnesische Oorlog), Romeinen, Byzantijnen, Saracenen, Venetianen en Osmaanse Turken. In 1826 werd het kortdurend de hoofdstad van het bevrijde Griekenland, een status die het na twee jaar weer verloor - aan Athene.
In de noordoosthoek rijden we langs een slingerende weg een berg op. Op de top staan de resten van een prachtige tempel, de Tempel van Aphaia (foto hier) Er is een schitterend uitzicht over de zeestraat tussen Aegina en het eiland Salamis en Athene en Piraeus aan de overkant. Hier is een drukbevaren Traffic Separation System, dat we moeten oversteken als we dezer dagen naar het noorden varen. Maar op deze plek heerst stilte. Er zijn hier achtereenvolgens drie tempels gebouwd, vanaf de 5e en 6e eeuw voor onze jaartelling. Aanvankelijk dacht men dat ze aan de godin Athene waren gewijd, maar in elk geval bleek uit opgravingen dat de grootste ervan gewijd was aan Aphaia, een dochter van Zeus, die werd bemind door Minos (de Minos die koning van Kreta was?), vertelt het foldertje dat we bij de kassa krijgen. Ze ontvluchtte zijn attenties door zich in zee te werpen en hier op Aegina kwam ze weer boven en ze woonde sedertdien "onzichtbaar" (in het Grieks "Aphaia") in een grot. Die grot werd nooit gevonden, dus het hielp wel. Ruïnes, vaker net zo mooi als hier en ik krijg er maar geen contact mee. De mensen sterven en ze laten hun rommel en hun ruïnes na en wij lopen erin rond als nadenkende dwazen die niet weten wat ze ermee aan moeten.
Als we naar het stadje Aegina terugkeren vertelt Jaap dat een brute onverlaat met een motorjacht ons kersverse ankerboeitje aan barrels heeft gevaren. Tja, leg je een mooi, knalgeel boeitje neer om de mensen behulpzaam te zijn, varen ze het meteen aan gort. Vanavond gaan we uit eten in een restaurantje dat ons werd aanbevolen door mijn oude maat en opstapper Freek, die hier jaren geleden al rondzeilde. Terug naar boven
Aegina, Nísos Aegina (5)
Vrijdag 19-06-2009
Gisteravond was de haven propvol. Het weekend nadert. Veel jachten moesten rechtsomkeert maken en hun heil elders zoeken. We vonden inderdaad de plek van het door oud-opstapper Freek aangeraden restaurant. Helaas was het veranderd in een soort grand café. Maar er zijn hier immers restaurants genoeg. Op straat in een steeg aten we ondermeer heerlijke gegrillde makreel.
Vandaag is het opnieuw warm. Nog steeds spuwt de Navtex waarschuwingen uit voor harde noordelijke wind op de Egeïsche Zee. De weerkaarten tonen echter nog steeds dat de situatie morgen omkeert en dat er zuidelijke stromingen komen te staan (zie hierbij de prognose van Poseidon) Dat duurt in de laatste prognoses wel een week. We bereiden ons voor op vertrek en slaan voorraden in. Benieuwd of er morgen sprake is van een uittocht. Het is goed dat we verder gaan, het begint hier geleidelijk steeds drukker te worden. Meer naar het noorden zal het, zo verwachten we, beduidend minder druk zijn.
Eind van de middag is het opnieuw bal. Een Griek met een groot motorjacht wil zich met geweld in een te kleine opening tussen twee jachten wringen en maakt schade. Iemand valt in het water bij pogingen om de zaak te keren. Geschreeuw en gescheld. Wat is er toch mis met dat volk dat op die te grote motorjachten vaart? Terug naar boven
Lávrion
Zaterdag 20-06-2009
Om 8 uur vertrekken we uit Aegina. Geen wind (NW 1) maar in elk geval conform de prognose. We varen noordelijk van het eiland Aegina naar het oosten. De wind staat ieder uur anders, wordt Zuid en later Zuidwest maar nog steeds Bf 1. In het noorden zien we de stad Athene liggen met zijn haven Piraeus. Er hangt een dikke bruingele smog boven, de beruchte en voor de gezondheid zeer schadelijke nephos (foto hier) Met de verrekijker proberen we de Akropolis te onderscheiden. Pas na ingespannen turen kunnen we er iets van zien. Links van de stad ligt het eiland Salamís. Aan de noordoostkant ervan vond in het nauwe kanaal in 480 v.C. de fameuze Slag van Salamis plaats, waar de Griekse vloot door een list van Themistocles de vloot van de Perziërs wist te verslaan. De Perzische vorst Xerxes zag van de wal toe, gezeten op een troon van zilver, hoe zijn vloot vernietigd werd. Het was het einde van de Perzische dreiging in de Egeïsche Zee. Verderop kruist een groep dolfijnen ons pad. Ze begroeten ons even met wat capriolen om de boeg, dan zijn ze weer weg. Ik ben te laat om ze te fotograferen maar ik kreeg wel iets anders in beeld (foto hier) Om 10 uur varen we het Traffic Separation Scheme (TSS) binnen, het geleidingsstelsel voor de zeevaart naar en van Piraeus. Het is echter niet druk. Achter ons passeren een fregat van de Griekse marine (F 451) en twee vrachtvaarders. Dan zijn we in de "middenberm" Van zee nadert een grote veerboot van Grimaldi Lines. Ik zet me aan het rekenen. Er is nog één mijl te gaan, dan zijn we uit het stelsel, dat is over tien minuten. Geen probleem. Tien minuten later schuift hij inderdaad achter ons langs. Grande Anversa uit Palermo, staat achterop. Om 12 uur komt er opeens wind, ZZW 3, we kunnen zeilen. Kiara zeilt verderop (foto hier) Een uur later naderen we de zuidoosthoek van het Griekse vasteland, Kaap Sounion. Het is een indrukwekkende plek. Op de top staan de resten van een prachtige tempel voor Poseidon, de god van de zee (foto hier en dichterbij hierboven) Tussen de kaap en het eilandje Gaidhouroniso kun je met enige voorzichtigheid doorvaren. De wind valt er helemaal weg dus moet de motor aan, anders verzanden we in de ondiepten. Na de kaap wenden we de steven naar het noorden. Het barst hiet trouwens letterlijk van de eilanden. In het zuiden rijst donker in het tegenlicht van de zon het beschermde eilandje Yeóryios op ("anchoring and landing prohibited") In het oosten ligt de hoge rug van het smalle Makronisi en daar ver achter het hoge Kea, het westelijkste eiland van de Cycladen. In het noorden zien we de grijsblauwe contour van het langgerekte Evia. Tussen het vasteland en Evia willen we de komende dagen naar het noorden varen. Niet de snelste route, wel de meest beschutte. Aan bakboord zien we de Olympic Marine, een grote, drukke en dure jachthaven. Daarna volgt de haven van het stadje Lávrion, ook een drukke haven omdat er nogal wat jachten van chartermaatschappijen liggen. Het is hun wisselplaats en ze wisselen meestal op zaterdagen, vandaag dus. Maar we vinden rond drie uur toch nog ieder een plekje aan de stadskade, tussen de charterboten waarop de nieuwe huurders druk bezig zijn met inschepen en zich vertrouwd maken met hun schip. Morgen dus verder naar het noorden. We hopen dat er veel minder druk zal zijn. Terug naar boven
Aliverion/Karavos, Evia
Zondag 21-06-2009
Gisteravond, liggend tussen de charterboten, hebben we veel plezier om een groep Oostenrijkers die met twee accordeons, een tuba, twee gitaren en een trommel hun aanstekelijke Tiroler dijenkletsermuziek vertolken. Ons plezier is wat afgenomen als ze om vier uur vannacht nog steeds bezig zijn. Grappig, er zijn twee soorten huurders. De ene soort vertrekt zo gauw ze ingescheept zijn, geeft niet hoe laat het is ook al is het nacht. De andere soort zet het meteen op een zuipen - de Oostenrijkers bijvoorbeeld - en zal morgen zonder twijfel niet vroeg vertrekken. We kijken uit op de boulevard waar steeds meer kooplieden op wrakke tafeltjes of op een kleed op de grond hun waren uitstallen. Er zijn mensen met nep-horloges, Afrikanen met nep-Afrikaanse kunst en illegale DVD`s, Albanezen met kleding, een sneltekenaar en zelfs de obligate Panfluitblazer uit het Zuidamerikaanse Andesgebergte die zijn CD`s tracht te verkopen. De mensen uit het stadje slenteren de mensen langs in vrolijke groepjes, de mannen nonchalant, de vrouwen in lichte jurkjes, de kinderen met suikerspinnen. De pantalonnade gaat door tot voorbij middernacht. Ik zit innig tevreden op een bankje bij ons schip te kijken, deels naar de boot en deels naar de mensen. Naast me zit een oude man met een wit petje en een sik. Het is een Albanees. Hij verkoopt korte en lange broeken en shirts in ouderwetse kleuren, voor hem op de grond uitgespreid op een kleed, alles voor 4 euro per stuk. Niemand koopt iets van hem.
Vandaag is het de langste dag van het jaar. We zijn bijna twee jaar onderweg. Als we uitvaren is er zoals steeds geen wind, ONO 1. Na een halfuur mindert Kiara, die voor ons vaart, snelheid. Ze liggen stil. Als we naderen zien we dat Jaap aan een lijn te water gaat (foto hier) Hij duikt onder het schip en komt even later boven met een stukgescheurde vuilniszak die in zijn schroef zat. Opgelost. We passeren het noordelijk uiteinde van het smalle lange eiland Makronisi en varen de spiegelgladde Golf van Petalion binnen. We motoren langs de kust van het vasteland, die bezaaid is met omheinde villa's van mensen uit Athene. Zomerresidenties. Een paar keer zien we borden staand, die aangeven dat je in de mooie baaitjes niet mag ankeren. Verderop dunnen de villa's uit en maken plaats voor ongenaakbare rotskliffen, zoals kaap Mavroneri. Dan volgt de baai van Porto Rafti waarin een hoog rotseiland ligt, genaamd Raftis. Er staat een vreemd rechthoekig beeld op de top, volgens de pilot van Rod Heikell stamt het beeld uit de Romeinse tijd. Volgens hem staat het lokaal bekend onder de naam "De Kleermaker" vanwege de huidige naam van de haven (rafti = kleermaker) Wij vinden het echter meer lijken op Sponge Bob. Er komen voortdurend vliegtuigen over, iedere paar minuten wel een. Ze landen op Spata International Airport, de nieuwe luchthaven van Athene die in het dal achter de eerste bergrug ligt. Ans zit lekker in de zon (foto hierboven) als om kwart voor elf er opeens een mooie bakstag zeilwind opsteekt! Zuidoost 3 en even later 4. De motor gaat uit en we zeilen prinsheerlijk naar het noorden. Een veerboot op weg naar het langgerekte eiland Evia lijkt op ons af te stuiven maar even later ontwijkt hij ons keurig en vaart achterlangs (foto hier) Artemis heet ze, lezen we onder de boeg. Voor de goede orde: een zeilschip is voor zo'n snelle veerboot een sitting duck, hij moet je ontwijken want jij kunt veel moeilijker manoeuvreren en je weet immers ook zijn bedoeling niet. Verderop zien we dat Jaap hem wel ontwijkt, zijn genua inrolt en stil gaat liggen. Dat is volgens mij niet nodig.
We zeilen door en passeren aan bakaboord een lang, dun schiereiland dat bestaat uit een enkele smalle bergrug. Hier staat geen enkele villa. Het heet Marathon en het hangt als een wormvormig aanhangseltje, een appendix, aan het vasteland. Niet ver hiervandaan werden in 490 v.Chr. de Perzische veroveraars vernietigend verslagen door een veel kleiner leger van de Atheners in de slag met de bekende naam. De boodschapper liep 42 kilometer hard naar de stad om het nieuws te brengen en liep de eerste marathon. Nu komen we voorbij kaap Drakhonera en bij een smalle, ondiepe isthmus met een aantal kleine eilandjes erin. Op de grootste staat een huisje. De wind valt weg, tijdelijk gelukkig, als we de binnenzee tussen Evia en het vasteland binnenvaren keert de bakstagwind weer terug. Even verderop weer een kaal eilandje met een kaap die Paliofanaro heet. Mensen van mijn leeftijd die Toon Hermans kennen, willen nu "KROET!" roepen. Fout, dat was de polifinario.
De rest van het traject naar de noordoostelijke hoek in de kustlijn van Evia zeilen we perfect en snel voor het lapje op een steeds meer aanwakkerende zuidenwind. We suizen rond kaap Aliveri en met een kwartier zijn we bij de havenhoofden van Aliveri. Eigenlijk heet het haventje Karavos, het stadje Aliveri ligt een kilometer verder het binnenland in. Maar het ligt wel volledig aan lagerwal en dat is lastig. We kennen de situatie niet goed en hoe zit het me dieptes? Het zeil gaat eraf en we varen voorzichtig, terwijl golven en wind ons voortstuwen, de haven in. Aan de golbrekerdam liggen lokale boten en slechts twee jachten. Lange lijnen liggen in de weg. We motoren wat rond om de zaak te verkennen. Kiara kan langs het grootste zeiljacht achteruit op anker afmeren. Als wij dat voorzichtig ook proberen, raakt ons roer de bodem. Snel terug, hier kan het niet zo, misschien wel met de boeg en op achteranker. Ik kijk nog eens goed op de kaart. Bij het begin van de golfbreker ligt een klein jacht, het lijkt er dieper en er ligt ook een vissersboot. Ondertussen zie ik Bf 6 op de windmeter. Voorzichtig manoeuvreer ik er achteruit naartoe, een schuin oog op de dieptemeter. Ans staat voor klaar bij de ankerlier. De diepte loopt terug naar 1,2 meter en dan opeens wordt het weer dieper. Bij het afgemeerde jachtje roept iemand dat er drie meter diepte bij de kade is. OK! Ans laat het anker vallen en ik motor zacht tegen de heftige wind in naar de kade, de touwtjes gegooid naar de zeiler op de wal en naar Jaap die ook gekomen is, het anker houdt godzijdank en we liggen. Pfff...het adrenerge systeem moest even zijn best doen. Op de foto hier zie je er - zoals altijd - niks van dat het zo hard waait. We roepen een Frans jacht dat inmiddels zoekend rondvaart dat ze het naast ons kunnen proberen en even later liggen ze ook te plek. Anderhalf uur later helpen we een Hollands jacht, Maia uit Medemblik, op dezelfde wijze. Om zeven uur waait het nog altijd Zuid 5 / 6. Niettemin, het ziet er hier aardig uit. Aan de andere kant van de havenmuur is, vlakbij, een strandje waar de branding tegenaan rolt en langs de kade aan de overkant zien we wat taverna's. Terug naar boven
Aliverion/Karavos, Evia (2)
Maandag 22-06-2009
Gisteravond met zijn vieren gegeten bij een taverna. Vanochtend zit ik lekker om me heen te kijken in de kuip. Soms valt je oog op een treffend detail (zie foto hierboven) Ans en Diana gaan naar het strandje achter de boot voor een ochtendbad in zee (2 foto´s hier) Daarna gaan ze winkelen in het stadje Aliverion, dat op twintig minuten lopen ligt. Jaap en ik blijven bij de boten vanwege de harde zuidenwind. Die wordt veroorzaakt door een hardnekkig lagedrukgebied boven de Balkan, dat nauwelijks van zijn plaats komt. De Navtex waarschuwt voor Bf 7 in de loop van de dag. We hebben besloten hier te blijven en de weersontwikkeling even af te wachten, het is per slot een goed beschutte haven en nog een leuke ook. In de loop van de middag waait het inderdaad Bf 7. De branding slaat af en toe schuimwolken over de havenmuur. Ons windmolentje houdt moeiteloos de accu´s voor 100% gevuld. Toch zet ik het uit als het wel erg wild spint bij Bf 7. De zonnepanelen nemen het laden na een tijdje over. De dames keren halverwege de middag terug van hun expeditie. Ans heeft voor een prikje wat van die niemandalletjes gekocht waar ik haar altijd graag in zie. Die krijgen jullie nog wel te zien.
Vanavond bekijk ik de weerkaartjes en de prognoses. Het lijkt erop dat we morgen ZW 4 - 5 krijgen. Dat is prima om de 25 mijl verder te zeilen naar de brug van Khalkis. Die gaat iedere nacht kort open voor de scheepvaart, afhankelijk van de tijstroom die er staat, tussen 22.00 en 04.00 uur. Vreemde tijden, maar in dit land is de autolobby erg machtig. Het is temeer vreemd vanwege de enorm hoge verkeersbrug die inmiddels even zuidelijk van Khalkis gebouwd werd en die Evia met het vasteland verbindt. Later vanavond beginnen de vissers aan de kade extra lijnen op hun boten te zetten. Waarom?, vragen we. Ze verwachten in de ochtenduren NW 7 tot 8, zeggen ze. Dat zie ik niet op de weerkaartjes, maar het lijkt niet verstandig om lokale wijsheid in de wind te slaan. Jaap en ik zetten dus voor alle zekerheid ook wat extra lijnen op de wal. Terug naar boven
Khalkís
Dinsdag 23-06-2009
Vanaochtend horen we hoe twee geüniformeerden onze Franse buren vragen om zich straks bij het kantoor van de Port Police te melden. We doen of we nog slapen en dat doen Jaap & Diana ook. Ze verdwijnen weer, mooi zo. Al die zinloze formaliteiten in het Europa zonder binnengrenzen. De Fransen negeren het verzoek ook, ze vertrekken vlak na ons. Waar de lokale vissers hun weerspoorspelling vandaan hebben, is niet duidelijk. In elk geval gaat het vandaag helemaal niet 7 tot 8 Bf uit het noordwesten waaien. Integendeel, de Navtex meldt voor vandaag "SW 4 loc 5 very soon S 5 loc 6 later W 4" in ons vaargebied. Ook dat klopt niet. Het eerste uur motoren we bij een vederlichte zuidenwind, maar dan komt een prachtig bakstagwindje uit - nota bene - het oosten Bf 4. Het kan niet beter! We varen vandaag pal naar het westen en de 25 mijl naar de smalle doorvaart en de brug bij Khalkis leggen we op ons dooie gemak geheel zeilend af. Juist als we peinzen of we niet toch de halfwinder erop zullen zetten, zien we dat Kiara het al gedaan heeft. Ze lopen op ons in en komen op dezelfde hoogte, maar dan trekt de wind opeens aan tot kracht 5 en halen ze hem snel weer binnen. Opgelucht strekken we ons weer op de kuipbanken uit en met ruim 5 knopen op de genua vinden we het mooi genoeg gaan (foto hier) Tegen twee uur zeilen we in een geul tussen de zandbanken door het kanaal binnen, dat kronkelend langs zoutpannen en scheepswerven naar Khalkis leidt (foto hier) Goed op de boeien letten! Verderop liggen zeeschepen geankerd, kennelijk wachtend op reparaties en onderhoud. We varen er vlak langs (foto hier), ondertussen is de wind weggevallen en hebben we de genua ingerold. Achter een cementindustrie om gaan we bakboord uit en daar is de nieuwe verkeersbrug tussen het vasteland en Evia met een doorvaarthoogte van 36 meter (foto hier) Een bocht naar stuurboord brengt ons in de Notios Limín, de kom ten zuiden van Khalkis. In de verte zien we de brug waar we vanavond of vannacht pas door kunnen. Rechts ervan is een kade en nog iets verder rechts van die kade is een baaitje (Ormiskos Vourkári). Volgens kaart en pilot is het daar te ondiep, nog geen meter, maar verbaasd zien we al dichterbij varend dat er heuse pontons liggen met jachten. Kennelijk is het uitgediept. Een jachthaven in aanbouw met geld van de EU, meldt een bord. Waar de EU niet allemaal goed voor is! We meren af aan en Kiara volgt achter ons.
tegen half vijf lopen Jaap en ik naar het kantoor van de kustwacht. Die zetelt in een nieuw glazen gebouwtje niet ver van de brug. We zien hoezeer het water stroomt en kolkt door de nauwe opening. Met de openingstijden wacht men niet alleen op de nachtelijke uren, maar ook op dood tij. We hebben echter geluk: vanaf 21.30 uur moeten we op VHF 12 uitluisteren, tegen 22.00 uur worden we opgeroepen en moeten we aan bakboord naast de brug wachten want er moet eerst een vrachtschip door. En dat voor 18 euro en 16 cent. Aan de noordkant van de brug kunnen we overnachten aan de stadskade aan de stuurboordwal. Het is ondertussen broeierig en benauwd warm, de bewolking ziet er een tijdje dreigend uit maar het trekt weer weg. Terug naar boven
Pyrgos, Evia
Woensdag 24-06-2009
Waarom de brug van Khalkis niet vaker opengaat wordt ons pas goed duidelijk als we om zeven uur gisteravond een glas ouzo gaan drinken op het terras naast de brug. Goeie genade, wat een tijstroom spoelt eronderdoor! Tij is in de Middellandse Zee een verwaarloosbaar fenomeen met uitzondering op die lokaties waar er een smalle verbinding is tussen twee grote wateroppervlakken met een tijverschil. Zoals de Straat van Messina en straks de Dardanellen, maar dus ook dit gaatje tussen de noordelijke en de zuidelijke binnenzee van Evia. Het tijverschil is nu maximaal en de stroom onder de brug door, van noord naar zuid, gorgelt, kronkelt en kolkt wild. We schatten de stroomsnelheid op wel 20 knopen. Niettemin wagen mensen het erop. Een groepje wildwaterkano´ers oefent onder de brug, snelle motorboten en enkele vissers trotseren de wilde stroom en knokken zich erdoor, slim gebruik maken van kolken en tegenstroompjes langs de zijkant. Fascinerend om naar te kijken.
Om 21.30 uur zetten we de marifoon op kanaal 12. Het is inmiddels donker geworden. Enkele jachten kunnen het niet afwachten en motoren vast naar de aangewezen wachtplek, links van de brug. Ik zet de navigatieverlichting en het stoomlicht aan en ontdek dat mijn witte achterlicht niet brandt. Mogelijk corrosie of een kapot lampje, binnenkort even repareren. We voegen ons bij het gezelschap ronddobberende jachten. De brugwachter maant ons over de VHF om vooral te wachten op het vrachtschip en het motorjacht, die als eersten mogen. In de verte zien we het vrachtschip traag bewegen, over de brug dendert nog druk verkeer. Wat een bijzondere plek is dit eigenlijk! Er was hier al een dam in de vierde eeuw voor onze jaartelling. De Romeinse keizer Justinianus verving de dam door een houten brug en later bouwden de Venetiërs er een donkerzwarte brug. Dat zou de reden zijn van de naam Negroponte, zoals de Venetiërs het eiland Evia noemden. Ondertussen maakt het vrachtschip snelheid en zie, de beide helften van de brug zakken een stukje naar beneden en rijden dan uit elkaar in holtes onder het wegdek aan beide oevers. Met een verbluffende snelheid dendert het vrachtschip door de smalle opening, wat bedaagder gevolgd door het motorjacht, een houten tweemastbark van Turkse origine. En zie, daar volgen de zeiljachten in een zich als vanzelf formerende, statige kiellinie. Op beide oevers staan veel mensen te kijken en te zwaaien. Wonderlijk, de wilde stroming van een paar uur eerder is geheel verdwenen. Aan de andere kant leggen we langszij aan in het stadscentrum langs de kade, voorzichtig omdat het niet overal even diep is. Wij gaan langszij bij de Hollandse Contest 50 CS Maia, die we eerder zagen in Aliverion. Jaap & Diana liggen even verderop. In de kuip drinken we om elf uur een glas wijn, verbaasd om ons heen kijkend. Het is vreemd om na al die landelijke haventjes opeens midden in een drukke stad te liggen, vol winkels, terrassen en flanerende mensen. Het water begint alweer te stromen, in de weerspiegeling van de lichten op de andere oever zien we stroomrafelingen ontstaan. Het is net of je aan een rivieroever zit maar het is de zee.
Vanochtend vertrekken we om 8 uur met Oost 1 - 2, maar binnen een uurtje is het ZZW 5 tot 6. We zeilen op genua de noordelijke binnenzee van Evia in (foto hierbij), naar kaap Stalamáta. Jaap, die een mijl of wat verder vaart, waarschuwt over de VHF voor valwinden bij die kaap. Voor de zekerheid rollen we de genua een eind in. Inderdaad komen er flinke poeiers wind van de bergen af, we nemen het zeil helemaal weg. Het raakt steeds meer bewolkt, de Navtex waarschuwt voor onweer en harde windstoten. Aan de overzijden rijzen de steile, ongenaakbare berghellingen van Evia donker en dreigend op. We overleggen en besluiten een beschutte ankerplek aan de zuidoever, de hoge wal, te zoeken en knokken ons tegen de steeds hardere wind de grote baai van Atalántis in. Maar de ankerplek is omringd door kale bergwanden waar de valwinden loeiend vanaf suizen. Dan maar beter rechtsomkeert en verder varen. Met de wind achter rollen we de genua weer deels uit, het waait ZW 6 - 7 met uitschieters naar 8. Allen op dat stukje zeil lopen we ruim 7,5 knopen, maar zodra nog hardere valwinden met knallen in het zeil vallen en Ans zich misselijk voelt worden, houden we het voor gezien. Het zeil zou zomaar uit de lijken kunnen scheuren en de liefste wil misschien helemaal niet verder meer mee... We ronden kaap Arkítsa. De wind valt zomaar weg alsof iemand ergens een knop omdraait. We varen langs lege en volledig verlaten stranden. De Grieken vinden het vandaag geen strandweer. Opeens zie ik de lazy jacks los bungelen. De harde wind heeft de knopen eruit gewaaid, waarmee ik ze laatst verlengde om ze verder weg te kunnen nemen voor het plaatsen van het zonnezeil. Mooie knopen gelegd, zeg!, smaalt Ans. De losse eindjes dreigen beiderzijds door de katrolletjes onder de tweede zaling te schieten. Dan moet je de mast in gehesen om de zaak in orde te maken. Liever voorkom ik dat en ik klim bij de mast op de giek. Met wat acrobatiek weet ik de loshangende eindjes te grijpen, waarmee ik toch weer wat aanzien terugwin bij mijn gade.
De rest van de tocht is chaotisch. Steeds wisselen wind en zeegang, je wordt er tureluurs van. Eerst is het met NW 1 motoren in de richting van de westelijke kaap van Evia, Litháda. Daar kun je tussen de kaap en de kleine eilandjes ervoor varen, als je goed op de diepgang let. Ook hier stroomrafelingen en kolken. We scharrelen langs de zandbanken en de ondieptes om de kaap heen. Aan het strand staan caravans, strandstoelen en parasols. Er is niemand te zien. Om de kaap kunnen we eindelijk weer naar het noorden, of beter, noordoosten varen. Dit is het Stenón Oréon, het kanaal van Oréon dat ons terug naar de Egeïsche Zee zal voeren. En warempel, de wind wakkert aan tot West 5. Hup, de genua uitgerold en zeilen. Deze westkust van Evia is dichtbebost, de andere oever bestaat uit kale bergen en een industriehaven. Als het niet opschiet, het loopt al tegen vijf uur, kom ik erachter dat we ruim een knoop stroom tegen hebben. Tenslotte arriveren we om zeven uur in de haven van Oréon. Die is vol met ondermeer charterjachten en de schepen liggen er te stampen op de hier weinig gebruikelijke zeegang uit het westen. Even aarzelen we, er is plek langszij een visserschip maar een laatdunkend gebaar van afwijzing van de luierende jonge kerels aan boord doet ons omkeren. Eerder kwamen we in deze baai langs het mini-haventje van Pyrgos. Volgens de pilot te ondiep maar we nemen een kijkje en verdraaid, de Maia uit Medemblik ligt er en er is nét plek voor ons. Kiara binnen de pier en wij op de buitenkant aan de kop. Dit zijn de mooie momenten van het zwerven: ergens een mooi plekje vinden waar je het niet had verwacht. De crew van Maia heeft zowaar het juni-nummer van Zeilen bij zich met mijn artikel over het migrantenschip. Opnieuw erger ik me aan de koptekst, die " Aqua" als " Acqua" spelt, hoe verzint zo´n koppensneller het. De avond valt met prachtige kleuren (foto hierboven en 2 hier) Een lichte swell doet ons scheepje wiegen, niet verontrustend. Dit haventje ligt geheel open voor de meltemi en daarom kun je hier zelden terecht, maar van de meltemi lijkt voorlopig nog geen sprake. Misschien blijven we een dagje, daarna varen we naar de Sporaden. Terug naar boven
Pyrgos, Evia (2)
Donderdag 25-06-2009
Pyrgos is een leuk, gemoedelijk plaatsje. Er zijn een supermarktje, wat kleine familiehotels en een paar taverna´s. Gasten zijn er nauwelijks, de taverna´s zijn nog dicht. Leuk om hier terecht te zijn gekomen (zie foto hierboven en nog twee hier) Gelet op de korte beschrijving in de pilot zou je hier niet eens heengaan, er is maar plaats voor een paar diepstekende jachten direct aan het uiteinde van de havendam, maar naar het grotere Oréon waar meer plaats en diepgang is. De vraag is natuurlijk hoe het hier is als de meltemi hard blaast. Na het vertrek vanochtend van de Maia verkassen we van de buitenkant van het havenhoofd naar de lege plek achter de havendam. Er wordt noordelijke tot noordoostelijke wind Bf 4 voorspeld en die zou ons minder comfortabel tegen het nogal slechte, ruwe beton van de pier aan duwen. Het is aantrekkelijk om hier een dagje te blijven. We kuieren, lezen en doen wat boodschappen. Het achterlicht is niet stuk, ik haal het lampje eruit en krab wat aan de contactschoentjes, plaats het weer terug en het brandt weer. Een beetje corrosie, dus. Tijdens het snorkelen check ik het onderwaterschip, het roer, de anodes en de schroef. Alles in orde. Het water is opvallend helder.
Ik ben begonnen (tussendoor, je kunt niet iedere dag Hofstadter lezen) in "Istanbul. Herinneringen en de stad" van de Turkse schrijver en Nobelprijswinnaar 2006 Orhan Pamuk (2003, ned.vert. 2005, Arbeiderspers) om me voor te bereiden op ons bezoek aan die oude stad. Een prachtig boek.
"Toen ik geboren werd was Istanbul een afgelegen plek, die vergeleken met de rest van de wereld zwakker, armoediger en geïsoleerder was dan ze ooit in haar tweeduizendjarige geschiedenis was geweest. Het gevoel van verval dat het Osmaanse rijk heeft achtergelaten, de armoede en de weelde van de ruïnes, waarvan het in de hele stad wemelt, zijn mijn hele leven de dingen geweest die die Istanbul bepalen. Mijn leven lang ben ik bezig geweest te strijden tegen deze weemoed, die ik uiteindelijk, zoals alle Istanbulers, heb aanvaard" (p. 15)
"De weemoed van een hele stad, van Istanbul, is waar ik het hier over wil hebben" (p 110)
Patitíri, Nisos Alonnisos
Vrijdag 26-06-2009
Er staat bij de NO-wind een aardige zeegang op de plek voorop het havenhoofd, waar we vanmorgen nog lagen. De golven slaan af en toe over de kade heen en laten kleine, zilverige visjes op het beton achter. Goed dat we eerder op de dag verkast zijn, nu hebben we er geen last van. Gisteravond trekken uit het noorden wolken binnen. Er vallen welgeteld twee druppels en in het oosten zien we zelfs een regenboog. Met een spelt peuter ik een splinter uit Ans haar linkervoet. We hebben een rustige nacht.. Om half vier varen er twee vissersbootjes uit.
Om acht uur varen we af en hijsen het grootzeil. Het varen zonder grootzeil beviel me de afgelopen dagen helemaal niet. Het grootzeil is een fijn zeil en geschikt voor bijna alle omstandigheden en gemakkelijk te reven. Een uur lang zeilen we genoeglijk op ZW 3 de baai van Oréon uit. Dan is het over en moet de motor aan. We zetten een rif in het grootzeil, dan klapt het minder. We passeren kaap Stavrós met zijn witte kalkhellingen en om half elf varen we de Noordelijke Egeïsche Zee binnen langs het kleine eilandje Pondikonísion. Voor ons liggen de eerste eilanden van de Noordelijke Sporaden, Skíathos en daarachter Skópelos. Geliefd bij toeristen en charteraars, het zal nu wel weer een stuk drukker worden dan we de afgelopen dagen gewend waren. Na een uur melden zich twee dolfijnen. het zijn vrij grote dieren met een vrijwel egaal grijze kleur. Geen common dolphins dus, met hun beken de zandlopertekening. Even spelen ze om de boeg en dan zetten ze hun reis voort. We zoeken ze op in de gids "Whales, Dolphins and Porpoises" (Dorling Kindersley, 2000) van Mark Cawardine. Het blijken Bottle-nose Dolphins (Tursiops truncatus) te zijn, een over de hele wereld algemeen voorkomende soort.
De uren verstrijken, de motor ronkt vredig en we dommelen en lezen. De wind draait geleidelijk van W 1 - 2 via WZW 1 - 2 naar ONO 1. We passeren kaap Velóna, de zuidelijke kaap van het bergachtige en dicht beboste Skopélos. Er zijn twee aardige strandjes waarvoor drie jachten geankerd liggen. Achter de kaap schuift het derde Sporaden-eiland tevoorschijn, Nísos Alónissos, onze bestemming voor vandaag. Twee mijl voor het haventje van het dorp Patitíri strijken we het grootzeil en motoren de bijna rondom door hoge wanden beschutte havenkom binnen. Er blijkt ruim plaats te zijn, we leggen op het anker aan met de achterkant naar de noordelijke kade. Altijd weer spannend of het diep genoeg is, maar dat is het (hier 2 foto´s) Als we goed en wel liggen komt er een veerboot de havenkom binnen. Door zijn waterverplaatsing in de kleine kom is er een fikse zuiging die ons met de kont - en de kwetsbare windvaanstuurinrichting - tegen de kade dreigt te slaan. Het gaat met houden en keren nét goed maar voor de zekerheid hang ik de twee grote fenders erbij. Het geheel doet ergens aan denken (zie foto hierboven) Boven op de berg ligt het oude hoofdstadje van het eiland. Het werd verwoest door een zware aardbeving in 1965 maar schijnt inmiddels weer te zijn opgebouwd. Dit gebied ligt op dezelfde breuklijn die ook door de Dardanellen en de Zee van Marmara loopt. Terug naar boven
Nísos Áyios Evstrátios
Zaterdag 27-06-2009
Onrustige nacht met wind en swell recht de haven in. Vandaag hebben we een tamelijk lang traject voor de boeg, de overtocht over grotendeels open zee naar het eilandje Áyios Evstrátios. Een handige tussenstop op weg naar de Dardanellen. Om 7.15 uur lichten we het anker. Buiten de haven hijsen we het grootzeil met één rif. 'Wind' is oost 1. Er hangt een donkere onweerswolk boven Alonnisos. We motoren zuidelijk langs het buureiland Peristéra en leggen de koers op 65°, rechtstreeks naar onze bestemming, 56 mijl. De onweersbui8 lijkt nu recht op ons af te komen. Bliksem en donder komen snel dichterbij (foto hiernaast) Bij de kust van Peristéra hangt een grijs, ondoorzichtig regengordijn. De wind trekt wat aan tot NNO 4. We sluiten de luiken en de ramen en ik stop het handheld reserve-GPS´je in de oven (die fungeert als Kooi van Faraday bij een blikseminslag) Het is wat overbodig want met al die eilanden om ons heen weet je immers prima waar je bent, maar alla... Even later vallen er dikke druppels op het dek. De bui lijkt echter een andere, zuidelijker koers te nemen. Peristéra verdwijnt in de bui en is niet meer te zien. In de haven waaruit we een uurtje eerder vertrokken was men net bezig de tafeltjes en stoelen van de terrassen neer te zetten en te dekken. Kunnen ze weer binnenhalen. Het zal hier in de zomer weinig regenen. Nu komt het onweer recht op ons toe. Felle bliksems slaan vlak in de buurt in met enorm geknetter. "Voeten bij elkaar!", zei mijn zeilvriend Erik de Haan dan altijd. Wat ben ik blij met de bliksemafleiding die ik destijds heb laten aanleggen van mast en wantputtings naar de kiel. Je moet trouwens maar afwachten of het voldoende werkt bij een inslag. Eerlijk gezegd zijn we toch wel bang. Overigens hoor je verrassend zelden van blikseminslagen in zeiljachten op zee. Ik herinner me hoe het Henk de Velde eens overkwam op de Pacific ver boven Hawaii. Alle apparatuur was stuk. Opeens zie ik hoe op nog geen twee à drie mijl afstand een felverlichte schicht in zee inslaat. Oef! Dat heb ik nog nooit zo goed en duidelijk gezien. Onmiddellijk volgt een helse knetterslag. Lord Byron, wiens kooi onder de buiskap staat, zie ik stil en ineengedoken op een stokje zitten. Ik kijk op de instrumenten: alles is in orde alleen staat - vreemd genoeg - het log (de afgelegde afstand) opeens op nul. Kennelijk van slag geraakt. Gek genoeg lijkt de bui daarna snel weg te trekken, de bui splitst in tweeën. De grootste helft trekt naar het zuiden weg, de andere helft blijft hangen bij de eilandjes in het noorden en wij varen ertussen door. Het blijft wel lekker regenen. Om half tien breekt de zon door en klaart het op. De wind is noord/noordwest 2 - 3. Om 11 uur komt het onherbergzame eilandje Pipéri ("peperpot") in zicht. Volgens de pilot is daar niets, geen strandjes, geen ankerplaatsen, alleen steil uit zee oprijzende hellingen. Er hangt een eenzame wolk boven (foto hier) Nu volgen tientallen mijlen open zee, de eilandjes van de Noordelijke Sporaden blijven nog lang te zien.
Om half twaalf passeren twee Deense jachten op tegenkoers. Het is kouder dan we gewend waren geraakt: 25° C. Urenlang motoren we voort zonder dat er iets gebeurd. Ik lees met grote aandacht het boek van Pamuk over zijn stad Istanbul. Ook denk ik nog terug aan die blikseminslag van vanmorgen, vlakbij de boot. De inslag had een gemeen, fel groengeel licht. De bliksemschicht, de ontladingsbundel dus, was erg kort en dik. Veel dikker dan ik verwachtte en heel kort, de wolk en het wateroppervlak waren elkaar heel dicht genaderd. Het gemene licht ontstaat doordat de elektronen in de ontladingsstroom fotonen losslaan uit de atomen van de luchtdeeltjes (de eigen elektronen van die atomen worden geëxciteerd en vallen terug onder uitzending van een foton) Gelet op de geschatte afstand, ongeveer twee tot drie mijl, denk ik dat de doorsnede van de ontladingsstroom wel eens meerdere meters zou kunnen bedragen hebben. Of kan dat niet? Je kunt je nauwelijks een voorstelling maken van de enorme energieën die met een blikseminslag gepaard gaan.
Om half vier doemt er aan de horizon een kaal, bergachtig eiland op. Áyios Evstrátios. In de tijd van het Griekse kolonelsbewind werden hier de politieke tegenstanders van de dictatuur gevangen gehouden. Ergens in de Egeïsche Zee moet ook nog een eilandje zijn waar men psychiatrische patiënten op isoleerde onder erbarmelijke omstandigheden. Het was destijds een groot schandaal. De naam herinner ik me niet meer. Als we bij het haventje arriveren zien we een veerboot aankomen. We wachten met invaren tot hij heeft aangelegd. Dan blijkt dat we met het achterschip aan de kade naast de veerboot kunnen aanleggen. De kapitein groet ons met een vriendelijk "goedemiddag". Het is een Griek die vroeger in Vlaardingen heeft gewerkt. Een halfuur later vertrekt de veerboot weer, hij doet het zeer voorzichtig. Morgen om half elf komt hij weer terug, maar dan zijn we al weg. Als ik loopplank uitzet, laat ik het platformpje waar hij op steunt overboord donderen. Dus moet ik het water in om het op te duiken. We zijn met een motorjachtje de enige jachten in dit haventje (foto hier) De huisjes in het dorpje zijn vrij nieuw, ook hier heeft een aardbeving (in 1968) alles verwoest. (Ook die gevangenis voor politieke tegenstanders?) Er wonen slechts 300 mensen op het eiland. Zoals bijna overal in Griekenland lig je hier gratis en er is zelfs gratis water en walstroom. Dat waarderen we zodanig dat we besluiten vanavond met zijn vieren in de enige taverna van het dorpje te gaan eten. Morgen varen we naar Limnos, vooralsnog onze laatste bestemming in Griekenland. Terug naar boven
Moudhros, Nísos Limnos
Zondag 28-06-2009
Zo´n stil eilandje, dat Evstrátios, je denkt dat er niks te beleven zal zijn. Maar gisteravond - zaterdagavond - zit de enige taverna gezellig helemaal vol met lokale Grieken. We eten er lekkere dingen zoals gezouten sardines en gestoofd kalfsvlees, we drinken er rode wijn uit Limnos bij. Ik zou wel willen vragen over hoe ze het destijds beleefd hebben om detentie-eiland voor politieke gevangenen te zijn, maar niemand spreekt Engels behalve de dienster en die heeft het al zo druk.
Even na tien uur varen we af, hijsen het grootzeil met een rif. De wind is aanvankelijk NO 3, op de kop derhalve. We ronden de woeste noordkaap, op een bergrichel staat een eenzame boom. Na de kaap zakt de wind in naar Oost 1, voor ons ligt een spiegelende zee en in de verte zien we het eiland Limnos al. Het is bewolkt en aan drie kanten hangen buien. De Navtex waarschuwt opnieuw voor onweersbuien. Aan stuurboord hangt een grijs gordijn van regen onder een wazig donkergrijze wolk (foto hierbij) Aan bakboord hangt nog zo´n bui en boven Limnos zelf schieten bliksemschichten door een blauwgrijze lucht. Vreemd is de totale afwezigheid van wind. De zee blakt af tot een bijna roerloze spiegel, het zicht is matig en het de lucht is klam en benauwd. Ieder moment verwacht je de uitbarsting maar na een uur is alles uiteen gedreven en komt de zon weer door. Om half twaalf zijn we bij Limnos en varen om de beide eilandjes heen die aan bakboord de invaart van de grote baai van Moudhrou markeren. Het eerste heet Kastri maar er staat geen kasteel op. Op een rotsrichel vlak boven water zitten tientallen aalscholvers. het tweede eilandje heet Kómbi en daar staat een vuurtoren op. Het grote eiland Limnos strekt zich rond ons uit, boomloos, dor en kaal. Ooit moet het zwaar bebost zijn geweest en in de Bronstijd al bewoond. Zouden die mensen in al die eeuwen alle bomen omgehakt hebben voor vuur en bouwmateriaal? Bosbranden veroorzaakt? We motoren vier mijl de diepe baai in. Hier lag in het jaar 1915, tijdens WO 1, de grote invasiemacht van Britten, Fransen, Nieuw-Zeelanders en Australiërs voor de mislukte campagne op het schiereiland Gallipoli tegen de Turken. We zullen er nog langs varen, binnenkort. De slag hoorde tot de bloedigste van die toch al zo bloeddorstige oorlog. Meer dan 130.000 soldaten sneuvelden aan beide kanten. Dat lees ik later op een grote gedenkplaquette aan de haven. De Turken wisten de invasie na vele maanden te verhinderen maar ze verloren de oorlog. Het luidde het einde in van het sultanaat en het al sterk ingekrompen Osmaanse Rijk. Tijdens de slag wist de officier Mustafa Kemal zich te onderscheiden. Hij leidde later de oprichting van de Turkse Republiek en de verwestering, de nog steeds in gang zijnde inspanning om een islamitisch land te verbinden aan het democratische Europa. Iedere Turk kent en vereert hem als Atatürk, de vader der Turken. Nergens wordt de strijd voor scheiding van kerk en staat feller gevoerd dan in Turkije (of het moest in Israël zijn) en het zou dan ook goed zijn als het zich, met zijn krachtige economie en jonge bevolking, kan aansluiten bij de Europese Unie.
Bij de nadering van de haven van Moudhros moet je goed op de betonning letten. Het is er ondiep. De haven biedt een goede bescherming tegen de meltemi. Er liggen geen andere jachten, ligplaats, water en walstroom zijn ook hier gratis. In Limnos is het toerisme nog weinig ontwikkeld, het ligt buiten de voor charteraars gebruikelijke vaargebieden. We zijn zelf ook dankbaar dat we die konden verlaten voordat het vakantieseizoen losbreekt. Ben Brunet de Rochebrune zegt er in zijn "Vaarwijzer Griekenland" (Hollandia, 2006) - een vaarwijzer die overigens hele delen van Griekenland niet behandelt - van dat het eiland "door gelukkige zeilers vaak als laatste halte wordt gebruikt om uit te klaren voor vertrek naar exotische bestemmingen buiten Griekenland" Wij horen tot die gelukkige categorie! Bij de Port Police laten we ons Cruising Permit afstempelen à raison van € 13,40 en daarmee zijn we uitgeklaard. Overmorgen vertrekken we - weather permitting - naar Turkije. Terug naar boven
Moudhros, Nísos Limnos (2)
Maandag 29-06-2009
Er hangt een vreedzame sfeer in dit dorpje waar we aan een brede kade liggen (foto hier) Gisteravond dronken we een ouzo op het terras van het kleine hotel, Kyma genaamd, en vanochtend worden we gewekt door het landelijke geluis van kraaiende hanen. Aan alle kanten is land in deze beschutte baai. Dan wordt de stilte aan stukken gescheurd door twee straaljagers, die met loeiende motoren opstijgen van het vliegveld aan de noordoever van de baai. Er komt steeds meer bewolking en op zeker moment kunnen we - net als gisteren - drie onweersbuien onderscheiden. Op de westelijke oever valt een fikse bui, maar behoudens enkele klappen blijft het bij dreigen. Na een uur drijven de complexen uiteen en lossen op, de zon schijnt stralend alsof er niets aan de hand is. Dat is er ook niet. Ik kijk naar de weerkaartjes, want morgen willen we naar de Dardanellen. Het ziet er goed uit, geen sprake van meltemi, wel van lichte wind uit het westen. Over een dag of vier lijkt de situatie echter te veranderen en ontstaat het klassieke noordenwindpatroon: hoge druk in de westelijke Med, een Laag boven Anatolië. We moeten dus nu gaan.
Ans doet met Diana boodschappen in het dorp. Ze is al dagen onafscheidelijk van haar telefoon, want iedere kan haar vijfde kleinkind geboren worden. In Tsjechië bij haar zoon Derrick en schoondochter Kate. Als ze terugkomt zie ik het al aan haar gezicht: er is een gezond kind geboren. Een jongetje en zijn naam is Caelan, jonger broertje van Liam. In de loop van de dag krijgen we per e-mail de eerste foto´s (zie hiernaast) Ze hebben een zwak voor Ierse namen.
Ik las in toeristengidsen en op websites dat er in Moudhros een bezienswaardigheid is, een versteend bos ("fossil forest") dat de moeite waard is om te bezoeken. Met de radioactieve koolstofmethode is de ouderdom bepaald op 20 - 22 miljoen jaar. Dat wil ik wel eens zien. Maar de manager van Hotel Kyma zegt dat je het niet kunt zien. Hoezo? "There is no road", zegt hij, "it is underground" Oh. Vreemd dat het toch in alle toeristenfolders voorkomt. We besluiten om met zijn vieren een taxi te nemen naar Mírina, het hoofdstadje van Limnos aan de westkust. Terwijl de dames gaan winkelen beklimmen Jaap en ik de hoge rots naar de ruïnes van een prachtig Venetiaans kasteel. Het beheerst de baai van het stadje volkomen (foto hier) Onderweg schrikken we nota bene een ree op. Jawel, een hert! (foto hier) En op de terugweg zien we nog wat herten en merkwaardige langharige geiten met spitse, gedraaide horens (foto hier) We komen oude bekenden van Jaap & Diana tegen die met hun motorjacht in de baai voor anker liggen. Ze heten Dave & Jill en we drinken een glas bij hen aan boord. Vroeger zeilden ze maar Dave loopt tegen de tachtig en kon het zeilen niet meer opbrengen. Dat staat ons ook een keer te wachten. Nu zwerven ze in hun fraaie motorjacht door de Med. Zeilers willen hen niet meer kennen, zegt Dave, je krijgt er moeilijk contact mee als je een motorjacht hebt. Om zeven uur brengt de taxi ons terug naar Moudhros. Straks gaan we in Hotel Kyma eten. Per slot hebben we iets te vieren. Als we in Istanboel zijn, vliegt Ans naar Holland en Tsjechië om Caelan te zien. Terug naar boven
Çanakkale, Turkije
Om kwart over zes vertrekken we voor het traject naar de Dardanellen. De zon straalt aan de hemel en er is geen zuchtje wind. Over het roerloos spiegelende water van de baai van Moudhros zoeken we de uitweg naar zee op. Die is al even glad. Een vrachtschip vaart juist de baai binnen. We motoren langs de barre zuidoostkust van Limnos. Kale, vaalgroene en vaalgrijze heuvels met een enkele schuur en verder niets. Het land is zo ruig en woest dat het onwillekeurig aan de Hebriden doet denken, waar we in 2003 waren. Aan de waterlijn zijn de rotsen kaal en donkergrijs, de zee breekt ze in blokken uit elkaar. Ik vermoed dat het basaltrotsen zijn, want Limnos is van vulkanische oorsprong en het zou me niet verbazen als de diepe baai van Moudhros, met de bergketen eromheen in de vorm van een croissant, niets anders is dan de plaats waar ooit een vulkaankrater was. We ronden kaap Àyios Írini, de zuidoostpunt. Als altijd bij een kaap is er zowaar wat wind, op de kop natuurlijk. We zetten de koers op 70° voor de 40 mijl naar de ingang van de Dardanellen. De kaap is een kale, vuile basalttong, op het uiterste puntje staat een witgeverfde schuur (foto hier) Ik zie dat we nu al stroom tegen hebben, een halve knoop. De Zwarte Zee wordt gevoed door een aantal grote rivieren zoals de Donau en de Dnjepr en is daardoor beduidend minder zout dan de Middellandse Zee. Het zeeniveau is hoger en dat geeft een uitgaande stroom door de Bosporus en de Dardanellen naar de Med.
Op VHF 16 meldt de Turkse Kustwacht een scheepsbotsing. Er is een hulpoperatie in gang en de scheepvaart moet op 5 mijl afstand blijven. Ik kijk op de kaart, de lokatie is niet ver zuidoostelijk van ons maar onze koerslijn blijft op voldoende afstand. De tegenstroom en de wind zijn na een aantal mijlen weer weg. Kennelijk een effect van de kaap die we passeerden. In de verte komt ons een motorjacht achterop. Door de kijker zien we dat het de Souris Rose is van Dave & Jill, ook onderweg naar Turkije. Na een uurtje halen ze ons in (foto hier) Later ontvangen we de foto die zij bij het passeren van ons maakten (foto hier) Het zicht is verder matig, de einder is heiig. Om 10 uur onderscheiden we opeens drie zuidgaande zeeschepen en op hetzelfde moment spartelen er dolfijnen om de boot. Het is een grote kudde van tientallen bottle-nose dolphins met hun grijs egale huid. Ik ren met de camera naar het voordek en probeer ze vast te leggen. Twee grote exemplaren draaien zich voor de boeg om en door het heldere water zie ik hoe ze naar me lijken te kijken. Prachtig! (foto hier) Om 11 uur tel ik zomaar negen zeeschepen om ons heen. De Dardanellen vormen één van de drukste vaarwegen van de wereld, wekelijks passeren er honderden schepen. Ik zet de radar aan en schakel de MARPA-functie in. Daarmee kun je radar-echo´s aanmerken en kun je koers en snelheid van de betreffende schepen zien. Eigenlijk een soort voorganger van het tegenwoordige AIS, maar dan zonder de naam van de schepen. Met veel scheepvaart om je heen is het een prettige functie. Een voorbeeld: op 10 mijl afstand vaart een schip de Dardanellen uit en MARPA vertelt je dat het over 23 minuten op 1,5 mijl voor je langs passeert. Let echter wel op! Je krijgt namelijk de neiging om alleen naar het scherm te gaan kijken en niet meer naar de zee om je heen. En daar zien we opeens grote kringen in het water; opnieuw dolfijnen. Dit keer zijn het common dolphins, zie ik aan de karakteristieke zandloperfiguur op hun huid. Ze zijn veel speelser dan de bottle-noses en springen fraai. Wat word je daar ieder keer vrolijk van! Om 13.30 uur moeten we voor het eerst uitwijken voor een tanker op collision course. Het is de Prisco Mizar uit Limassol (foto hier) We hebben nu een knoop stroom tegen.
Een uur later zijn we tussen de Turkse eilanden Gökceada en Bozcaada, die ter weerszijden van de zeestraat liggen. Vroeger waren het Griekse eilanden. Ze heetten toen Imbros en Ténedos. Na de Eerste Wereldoorlog hebben de Turkse en Griekse regeringen een cynisch-wrede vorm van ethnic cleansing bedreven, op dezelfde wijze als dat eind vorige eeuw opnieuw op de Balkan plaatsvond bij het uiteenvallen van het voormalige Joegoslavië. De Griekse bevolking die al eeuwen op deze eilanden en op de rest van de Aziatische kust woonden werd ruw van huis en haard verdreven en de Grieken zelf dwongen alle Turken hun land uit. Inmiddels heb ik het Griekse gastenvlaggetje verwisseld voor het Turkse met daaronder de gele Q-vlag.
Even na half drie bereiken we het TSS, het Traffic Separation Scheme, ongeveer ter hoogte van wat je de middenberm zou kunnen noemen. In de verte is het eilandengroepje Karayer Adalari zichtbaar. Nu krijgen we de scheepvaart van achteren langs. Voorzichtig manoeuvreren we door de shipping lane en af en toe is dat wel spectaculair (foto´s hier) Om half vier zijn we eruit en varen we even buiten het stelsel naar de ingang van de Dardanellen. De tegenstroom neemt toe tot 1,6 knopen. Aan onze rechterkant ligt de kust met het oude Troje, de stad uit de Ilias van Homerus. Vreemd om hier langs te varen. In de zomer van 1968 bezocht ik als liftende, langharige hippie de opgravingen. Een verwarrend geheel van 42 lagen van een stad die eeuwen heeft bestaan en waarvan je nauwelijks iets herkenbaars zag tussen alle sleuven die de archeologen gegraven hadden om alles in kaart te kunnen brengen. Op vijf mijl afstand zijn de Britse en Turkse gedenktekens voor de gesneuvelden in de slag van Gallipoli al te zien. Om kwart over vijf motoren we de Straat binnen met anderhalve knoop stroom tegen. Wat een bijzonder moment! (foto hierboven en eentje hier) We buffelen tegen de stroom in met scheepvaart aan bakboord en bereiken tenslotte kaap Kumkale, de stuurboordkaap. Overal staan observatietorens, schotels en weet ik wat voor observatie-apparatuur. We varen binnen, De Aziatische oever is een zacht golvend landschap van vriendelijke heuvels, dorpjes en graanvelden. De Europese oever is dichtbebost en grauw. Ik bedenk dat je geen schijn van kans hebt hier binnen te varen als de meltemi waait en de tegenstroom extra versterkt. Dan kan er wel 6 knopen tegen staan. We passeren wachtende loodsboten, boten van de kustwacht en vissers. Zeeschepen varen ons op en tegen. Op de oostelijke oever passeren we stadjes en dorpjes met drukbevolkte stranden en we zien de eerste minaretten en moskeeën. We naderen de nauwte bij de stad Çanakkala, onze bestemming. De tegenstroom loopt op tot 2,5 -3,0 knopen. De zeeschepen varen vlak langs ons heen. Aan de Europese kant ligt een prachtig kasteel met curieuze ronde muren uit de Osmaanse tijd. Ooit in 1968 ben ik hier overgestoken naar Azië, op weg naar Troje. In elk geval is de stad in de veertig jaar sedertdien enorm aangegroeid met wijken met lelijke flatcomplexen. We ronden een punt met een oud fort en daarachter liggen de havens voor de veerboten, de vissers en de jachten. Op de wal is het enorm druk. Zoveel mensen zijn we niet meer gewend. Om half negen meren we af met de kont tegen de kade na 68 mijl over de grond en 77 mijl op het log. Morgen zien we wel hoe we moeten inklaren. Terug naar boven
Lees vanaf hier verder in het Reislogboek 2009/2e helft