www.sailing-dulce.nl

Logboek 2009/2 (Çanakkale> Odessa>Kreta)

Het Byzantijnse Rijk in 1143, tijdens de Kruistochten
Het Byzantijnse Rijk in 1143, tijdens de Kruistochten

Direct naar

het laatste

verslag

Çanakkale (2)

Op de kade in Çanakkale staat het houten Paard van Troje dat in de film Troy met Brad Pitt gebruikt werd
Op de kade in Çanakkale staat het houten Paard van Troje dat in de film Troy met Brad Pitt gebruikt werd

Woensdag 01-07-2009

Bij het ontwaken horen we de zangerige gebedsoproep uit een luidspreker op een minaret in de buurt. Vandaag waait het Noord 5. Hadden we vandaag de trip naar de Dardanellen gemaakt, dan hadden we er beduidend meer moeite voor moeten doen. De marina in Çanakkale is klein maar heel comfortabel (foto hier) Behalve water en electra is er zelfs diesel op de steiger. Inklaren hebben we nog niet gedaan. De meningen over de noodzaak ervan verschillen. Sommigen doen het helemaal niet, zoals bijvoorbeeld Leonard van Veldhoven (in deel 3 van zijn scheepsjournaal, "De Hellespont voorbij", Elmar 2007) en ondervonden geen problemen. In ons geval gaat het niet op. Ans moet immers over een paar weken naar Holland en Tsjechië en ze komt Turkije niet uit als ze er niet eens formeel ingekomen is. We lopen langs bij de vestigingen van Vodaphone en Turkcell voor een Turkse prepaid SIM-card ten behoeve van mobiel internet. Helaas blijkt dat een illusie, die heb je hier (nog) niet. De winkelbedienden staren bevreemd naar de dongle, die ik heb meegenomen. Een aardige Turk die Duits spreekt neemt ons mee naar de telefoonwinkel van zijn vriend. Die blijkt het fenomeen te kennen, hij heeft er zelfs een reclameposter van een dongle hangen. Maar hier in Çanakkale is het niet te koop. Misschien in Istanboel, zeggen ze. De draadloze netwerken in de omgeving oppikken, lukt ook al niet. Enfin, ik zie wel een oplossing te vinden, een Internet-café of iets anders. Çanakkale is overigens een aardige stad met mooie parken, waar de Turken graag vertoeven. Overal onder de bomen zitten of liggen groepjes mensen. Grappig is dat je in dit islamitische landen eigenlijk niet méér vrouwen met hoofddoek ziet als bij ons. Op de kade staat een groot houten Paard van Troje (foto hierboven) Het werd gebruikt in de film Troy over de Trojaanse oorlog met Brad Pitt, vermeldt een bord. Er is ook een mooie maquette van het Troje van de Ilias. Op een terras drinken we de verrukkelijk Turkse thee uit kleine glaasjes. Ik herken niets van de tijd dat ik, 41 jaar geleden, hierlangs gekomen ben. In mijn herinneringen staan beelden van een landelijk stadje, eigenlijk een groot dorp, met nauwelijks geplaveide wegen. De stad moet enorm gegroeid zijn. Ik vond toen een bus naar Troje, dat hier 30 kilometer vandaan ligt. De warrige mengeling van talloze bewoningslagen, ik geloof dat er tientallen Trojes bestaan hebben, maakte niet veel indruk op me. Een man probeerde me antieke munten te verkopen. Over de velden keek ik uit naar de zee, waar de Griekse strijdmacht destijds ontscheept werd en zijn kampement opsloeg. Mijn behoefte om nog een bezoek aan Troje te brengen is gering. Later lukt het toch met Internet: met een krachtiger antenne van Diana kan ik nét het draadloze netwerk van een nabijgelegen hotel oppikken.

Çanakkale (3)

De buste van de beroemde kartograaf Piri Reis op de boulevard van Çanakkale
De buste van de beroemde kartograaf Piri Reis op de boulevard van Çanakkale

Donderdag 02-07-2009

Gisteravond is er een grote menigte op de been op de boulevard. De mensen drentelen druk pratend en lachend op en neer in familiegroepjes of met zijn tweeën. De pantalonnade in de koele avondlucht is begonnen. Samen kuieren we mee. Overal staan kraampjes en karretjes waar zoetigheden, noten, gegrilde maïskolven, ringvormige zoete broodjes, ijs, limonade of gewoon koud water worden verkocht. We zien schoenpoetsers, gehurkt bij hun met glimmende knoppen en koperbeslag versierde kisten, ijverig in de weer de schoenen te poetsen van nonchalant rondkijkende mannen. Als het goed donker is, steekt men een mooi vuurwerk af. Kleurige fonteinen van licht bloeien op boven de boulevard en worden weerspiegeld in het water van de Dardanellen. Het is even wennen, alles is hier veel voller en volkser, zoveel mensen vlak bij elkaar, maar het voelt niet onaangenaam. Iedereen is vrolijk en aardig. We komen langs een standbeeld voor de befaamde Osmaanse kartograaf en admiraal Piri Reis. Piri Reis! Dat was een intrigerende man! Hij leefde rond de overgang van de 15e naar de 16e eeuw (foto hierboven) Hij is vlakbij geboren, in Gelibolu (Gallipoli) aan de Europese kant van de Dardanellen. In 1929 vond men in Istanboel in het voormalige paleizencomplex Topkapi van de Osmaanse sultans een curieuze wereldkaart, gemaakt door Reis, die aanleiding gaf tot veel speculaties en controverses. Niet alleen had hij al - nog geen twintig jaar na de tocht van Columbus - diens Amerikaanse ontdekkingen verwerkt, ook had hij tamelijk adequaat de contouren van het nog niet ontdekte Antartica erin aangegeven. Hoe dat kon is nogal raadselachtig. Toeval? Lees er hier meer over.

 

Gisteren hebben we toch maar een scheepsagent ingeschakeld, ondanks de kosten, om voor ons visa en een Transit Log te regelen. Voor het document moet je namelijk persoonlijk stempels gaan halen - in deze volgorde - bij de gezondheidsautoriteiten, de douane, de politie en de havenmeester. De eerste twee zijn aan de andere kant van de stad dus moet je een taxi nemen, op die manier kost het je uren. Onze scheepsagent Recep Demir van Falcon Shipping Agency, een nogal link ogende man van eind dertig met een beginnend buikje, wilde wel de kosten van zijn bemiddeling laten zakken omdat we met twee schepen waren. Hij heeft nodig ons eigendomsbewijs (ICP - International Certificate of Propriety), het vaarbewijs (ICC - International Certificate of Competence), het Internationaal Verzekeringsbewijs en de paspoorten. We geven hem echter onze ID-kaarten, omdat we liever geen visumstempel in onze paspoorten willen. Bij een ID-kaart stempelen ze het visum op een los velletje papier. Dat geeft straks  meer flexibiliteit bij de veelvuldige grenspassages tussen de Turkse kust en de Griekse eilanden in de Egeïsche Zee. Bij de Turken lever je bij vertrek het visumvelletje in (je kunt het ook laten) Bij de Griekse autoriteiten gebruik je je paspoort, waaruit niet blijkt dat je uit Turkije komt en je dus niet ieder keer hoeft in te klaren. Zo kun je al die overbodige en tijdrovende bureaucratie vermijden. Recep kijkt verbaasd naar de ID-kaarten maar na enige uitleg accepteert hij ze. Vanmorgen vroeg keert hij terug met het Transit Log en de visa, op losse velletjes.

 

"Na een tijdje gebeurde het dan dat de muziek waar ik naar luisterde, de Istanbulse beelden die aan de voorruit voorbijtrokken, de sfeer van sommige met straatkeien geplaveide stoepen en steegjes, waarvan mijn vader vroeg of we die in zouden slaan en er dan glimlachend de auto indraaide, zich in mijn hoofd samenvoegden en me lieten voelen dat we nooit een antwoord zullen krijgen op onze levensvragen, maar dat het goed is ze toch te stellen" (p. 355)

 

"Soms verandert de stad in een totaal andere plek. Plotseling trekken de kleuren waardoor je je thuis voelt uit de straten weg, en dan dringt het ineens tot me door dat de drommen mensen die ik er altijd zo geheimzinnig vind uitzien eigenlijk al honderden jaren doelloos over het trottoir voortsjokken" (p. 357)

 

Geboeid lees ik verder in Orhan Pamuk´s "Istanbul, herinneringen en de stad" (Ned. Vert. Arbeiderspers, 2005) Eigenlijk zijn het jeugdherinneringen van een melancholieke, eenzame jongen waarin de stad een grote rol speelt. De afgetakelde stad die tweemaal het centrum van een wereldrijk was. Niet alles is even boeiend, maar zulke passages als de bovenstaande maken het weer helemaal goed. Vandaag is er - als voorspeld - veel wind uit het noorden met uitlopers naar Bf 6. We slenteren wat door de stad en vanavond zijn we met Jaap & Diana te gast op de Souris Rose, waar Jill ons gegrilde inktvis gaat voorzetten. Terug naar boven

Kemer

Bij een boei op een nauw punt bij Nara in de Dardanellen staat bijna twee knopen tegenstroom
Bij een boei op een nauw punt bij Nara in de Dardanellen staat bijna twee knopen tegenstroom

Vrijdag 03-07-2009

Gisteren heeft Ans haar klerenkast uitgemest. Dingen die ze in de twee jaar dat we onderweg zijn niet heeft gedragen, gaan in een vuilniszak. Ik zet hem naast de vuilcontainer bij de haven. Na een paar uur is hij weg. We hadden een gezellige avond op de Souris Rose en de octopus van Jill smaakte heerlijk.

 

Vandaag vertrekken we om kwart voor acht. Zoals te verwachten staat de wind (NO 4) op kop. Dat soort wind staat hier meestentijds, in het lengte van de zeestraat die al een soort windtunnel fungeert. Even boven Çanakkale, bij Nara is het ook een smal gedeelte van iets meer dan een mijl breed. Een westkardinale boei markeert de ondiepte voor Nara. Aan de stroming rond de boei kun je zien hoe hard de tegenstroom is (foto hierbij) Uit het verschil tussen het log en de SOG (speed over ground) kan ik zien dat die bijna twee knopen bedraagt. Op de punt ligt een oud fort en daarachter een militaire kazerne. Een mijl verder verbreedt de zeestraat zich en neemt de tegenstroom steeds verder af. Vredig varen we naar het noordoosten, het lijkt wel of we op een grote, zacht vloeiende rivier varen, die door een golvend heuvellandschap loopt met velden en bossen. In werkelijkheid is dit een kloof tussen twee continenten, twee aardschollen die zachtjes langs elkaar schuren en geleidelijk aan hevige spanningen opbouwen die zich af en toe ontladen in forse aardbevingen. En het is een zeestraat die de hele geschiedenis door van grote betekenis is geweest. Xerxes stak hier met zijn Perzen over een schipbrug over en begon er zijn invasie. Alexander de Grote stak hem over in de andere richting. De Byzantijnen, de Osmanen, de Britten, wie hebben er niet gevochten om de beheersing van deze plek? Om 12.30 uur zijn we bij het dorpen Lapseki en Çardak aan stuurboord  met de stad Gelibolu (Gallipoli) op de Europese oever. Veerboten varen af en aan en wijken netjes uit voor de scheepvaart en ook voor ons (foto hier) We worden achterop gevaren door een sleepboot uit Holland, de Barracuda, met een grote bak achter zich. Hij zwaait. Een uur later passeren we een groot baken bij de Zincirbozan Bank, een grote zandbank aan de rechteroever die de noordelijke uitgang van de Dardanellen markeert. Aalscholvers zitten er op een rijtje naast elkaar als een groepje keuvelende oude mannetjes op een bank aan de haven (foto hier) Een nieuwe zee ligt voor ons open, de Zee van Marmara, in de Griekse tijd de  Propontis, de voorzee voor de Egeïsche Zee. Toch weer een groots moment. De wind zakt helemaal in naar NO 2. We verleggen de koers naar het oosten voor de laatste dertien mijl naar Kemer, een dorp op de zuidoever. Tussen kaap Bodrum en het haventje laten we om half vier het anker vallen, dat zich meteen ingraaft. Souris Rose ligt er al en Kiara ankert vijf minuten later. Het is hier heel vreedzaam. Op de kant liggen wat vakantiehuisjes van Turken (foto hier) Het water is stil en 23 graden, Ans gaat snorkelen. Ik bel mijn jongste zoon Bas om hem te feliciteren met zijn 19e verjaardag. Op de achtergrond hoor ik vrolijk gepraat en gelach. Het is er kennelijk gezellig. Soms mis ik ze, die levendige bijeenkomsten van vroeger met de kinderen en de familie op verjaardagen en feestdagen. Wie weggaat laat ook de goede dingen achter zich. Overigens is het plan dat mijn oudste zoon Rommert en zijn vriendin Esther over een paar weken in Istanboel bij ons langskomen en dat Bas in augustus een weekje in de Zwarte Zee komt meevaren. Internet is er niet op deze rustige ankerplek, het is sedert lang de eerste keer dat ik het dagelijks verslag niet op de website kan plaatsen.

 

De avond valt. De zon gaat bloedrood onder achter een purperen wolkenbank. De zee is volledig roerloos. Het is nog steeds 30° en het wemelt van de insecten. Ans spuit ze uit onze hut weg. Ik sluit de ventilator op de 12/220V-omvormer aan, dan is het minder benauwd. Vanaf het dorpje horen we de laatste gebedsoproep van de dag: "Allah-u-akbar!"  Terug naar boven

Pasjalimani

Dulce (l) en Kiara geankerd bij Pasjalimani. Rechts het overdekte vlondertje van het restaurant. Op de achtergond het eiland Koyun
Dulce (l) en Kiara geankerd bij Pasjalimani. Rechts het overdekte vlondertje van het restaurant. Op de achtergond het eiland Koyun

Zaterdag 04-07-2009

Om kwart voor acht lichten we het anker. De barometer is vannacht gedaald naar 1006 hP. De windmeter geeft WNW 1, motoren dus. We varen om kaap Bodrum heen en koersen naar het oosten langs de kust. Een groepje common dolphins komt even langs om ons te begroeten. We passeren de industriehaven Içdaş. Om half elf laten we kaap Karaburun achter ons, de zuidkust van de Zee van Marmara valt naar het zuiden weg. We zetten koers naar de Marmara eilanden, de eilanden die voor een groot deel bestaan uit marmer, waaraan de zee zijn naam ontleend. Aan de noordkant van Marmara Adasi, het grootste eiland, is een haventje waar de kade zelfs geheel van marmer is (Saraylar) Op de Navtex lezen we dat in de Egeïsche Zee de meltemi lijkt te gaan opsteken, hier komt het echter niet verder dan Oost 1. Op het middaguur zijn we bij de eilanden en varen tussen Ekinlik en het wat grotere Türkeli Adasi door (foto hier) Op het laatste zien we een langgerekt strand vol badgasten. Veerboten varen ook hier af en aan. Ekinlik is veel rustiger met een aardig dorpje met een slanke, spitse minaret. Daarachter Rijst het grote Marmara op met hoge bergen en ravijnen. Hier zijn een paar havens, maar we willen vandaag naar een mooie ankerplaats die Leonard van Veldhoven aanbeveelt in deel 3 van zijn boek over zijn zwerftocht door de Med. We varen door het smalste en ondiepste punt van de passage tussen de eilanden. Er ligt een YB zuidkardinale boei, (yellow-black) en aan de kant van Türkeli is een nieuwe haven gemaakt, nog volledig zonder voorzieningen. We varen door. We zien nu de twee eilanden voor ons waar we tussen willen ankeren, het kleine Koyun en het grotere Paşalimani ten oosten ervan. Om kwart voor twee valt na 27 mijl het anker in 5 meter diepte voor een slaperig dorpje met een curieus minaretje, dat de eerder genoemde Van Veldhoven het meest vond lijken op de raket waarmee de stripheld Kuifje naar de maan vloog. Tegenover ons is het enige restaurantje met een prieeltje op palen boven het water (foto hierbij en hier) en een strandje waar een Turkse familie met kinderen zich vermaakt. We laten onze bijbootjes te water en Ans gaat bij Diana op bezoek en Jaap en ik brengen een bezoek aan de wal. In het restaurantje reserveren voor vanavond. Er zit een oud-NAVO officier aan een tafeltje. Hij vertelt ons de herkomst van de naam van het eiland. Paşalimani betekent "Baai van de Pasja" Toen de Osmaanse sultan in 1577 terugkeerde van de verovering van Cyprus geraakte hij met zijn vloot in de Zee van Marmara in een hevig onweer en vluchtte naar deze baai. De vloot verbleef er vier maanden en de sultan liet er een kleine moskee bouwen met dat curieuze minaretje. We slenteren door het slaperige dorpje. Geloof het of niet, we zien hoe er in het noorden een onweersbui zich opbouwt (2 foto´s hier) In elk geval liggen we hier dus veilig, zou je zeggen. Bij het moskeetje fotograferen we het grappige minaretje (foto hier) We zien er een wasplaats voor de voeten van de gelovigen en een begraafplaats uit de Osmaanse tijd. De grafstenen dragen Arabische schrifttekens en iets als een tulband erbovenop (foto hier) Op de kade voor de vracht- en veerbootjes zijn mannen bezig vers gevangen mosselen schoon te maken (foto hier) Wie weet eten we die wel vanavond. Elders zitten vissers onder een boom hun netten te repareren (foto hier) De rust die dit alles hier uitademt is weldadig.

 

Om acht uur motoren we in onze bijbootjes naar het restaurantje. De eigenaar, een kleine vriendelijke  man met een peper-en-zout kleurige snor, neemt de touwtjes aan.  Onder het afdak staat onze tafel al gedekt. Een prinselijk gevoel. We eten gebakken dorade met salade en patat frites met een lichte rode wijn van het nabije eiland Türkeli. Aan het eind serveert de eigenaar een schaal met kleine friszure pruimen en ijsblokjes. "Kroosjes", zegt Ans, "vroeger noemden we die dingen kroosjes. Ik heb ze nooit meer gezien" Ik durf niet te zeggen hoe stuitend weinig het maal kost. Daarna kuieren we door de ongeplaveide straatjes van het dorp. De geuren van kamperfoelie en andere kruiden hangen zwaar tussen de huisjes en de oude muurtjes. Later hijsen Ans en ik het bijbootje weer op het voordek en zitten daarna in de avondwind op het dak van de kajuit na te praten. Dulce deint zachtjes achter het anker. We denken terug aan onze moeilijke beginjaren. We kregen het niet cadeau. Nog later zit ik alleen aan dek. De wolken zijn weggetrokken, overal pinkelen de sterren maar ze worden overstraald door het wasbleke licht van de bijna volle maan. Boven mijn hoofd ronkt een vliegtuig en aan de zuidelijke hemel trekt een licht voorbij. Een satelliet? Of misschien het International Space Station (ISS)? Dat zou in deze tijd zichtbaar kunnen zijn. Ik weet het niet. Vanaf het eiland klinken weer de zangerige oproepen voor het laatste gebed uit de minaretten. Ik kijk naar de lichten van een vuurtoren in het noorden, die over de baai zwiepen. Golfjes kabbelen om de boot. Is dit wat ik wilde? Ja, dit is wat ik wilde.  Terug naar boven

Karşikaya

Karsjikaya op zondag. Deze jongens hielpen ons aanleggen naast een trawler. Nu drinken ze er de wodka en het bier dat ze als dank van ons kregen
Karsjikaya op zondag. Deze jongens hielpen ons aanleggen naast een trawler. Nu drinken ze er de wodka en het bier dat ze als dank van ons kregen

Zondag 05-07-2009

Het ritueel als iedere ochtend. Ik check het oliepeil van de motor: in orde. Om half negen gaan we ankerop met Noordwest 1. We varen de baai van de Pasja uit en motoren langs de ruige noordkust van Paşalimani. Vandaag doen we het traject langs het steile, zwaar beboste en bergachtige schiereiland Kapidag Yarimadasi. Daarachter ligt de Bandirma Körfezi, de Golf van Bandirma. In het zuidwestelijk hoekje ligt de industriehaven Bandirma, maar wij hopen eerder een plekje te vinden in één van twee vissershaventjes na kaap Kapsül. We steken de zeestraat tussen Paşalimani en het schiereiland over. Noordelijk liggen de hellingen van het grote eiland Marmara. De bergtoppen op het schiereiland zijn verscholen in zware, donkere wolkenmassa´s. Overal waar land is, schiereiland of eiland, zien we hoe de cumuluswolken zich beginnen op te bouwen. De zee is kalm maar er komt iets meer wind, Noord 3. We rollen de genua uit en motorzeilend gaat het verder (foto hier) Ans ziet bij het schoonmaken van de kooi dat onze Lord Byron zowaar een staartveertje heeft verloren. Dat is het hele jaar nog niet gebeurd, zou zijn jaarlijkse rui-periode weer beginnen? In elk geval is His Lordship nog tierig genoeg en zingt hij uit alle macht.

 

Uren lang motorzeilen we langs de kust. Er zijn diverse baaien en baaitjes waar je met licht weer kunt ankeren, maar ze zijn onbeschut als de gebruikelijke noordoostenwind harder doorstaat. Na een goede twintig mijl zakt de wind helaas in. Radio Istanbul meldt over de Navtex dat er tegen het eind van de middag regen en onweer kan komen. Voor kaap Kapsül passeren we twee vissershaventjes, waarvan er slechts eentje in de pilot staat. We ronden kaap en laten rotseilandjes van Mola Adalari aan bakboord liggen. Opvallend is de smerige vuilstort die vlak voor de kaap over de klif ligt (foto hier) Dan varen we Çakilköy binnen, het eerste vissershaventje. Met recht een vissershaventje, het licht helemaal propvol met vissersboten. Ze liggen vijf- tot zesdik afgemeerd. We besluiten eerst maar eens in het tweede haventje te kijken, dat 2 mijl verder de baai in ligt en Karşikaya heet.  Ook dat is vol met twee coasters en een hoop trawlers. Besluiteloos dobberen we wat rond, op het traject van 35 mijl langs de Aziatische kust naar de eerstvolgende baai Gemlik Körfezi liggen alleen maar onbeschutte baaitjes. Dan roepen er twee jongens vanaf een trawler dat we langszij kunnen op een rij vissersboten die ook al vijfdik is. Zo gezegd, zo gedaan. Kiara meert af aan onze andere kant. Opeens zijn er veel meer jongemannen en jongens, die de lijnen aannemen. "Alcohol!", roepen ze vragend, "wodka!" Dat hebben we. Dankbaar voor de hulp geven we ze de driekwart volle fles wodka, waaruit Tessa graag een scheutje in haar frisdrank deed, en wat blikjes bier. Ze vragen ook sigaretten, maar die hebben we niet. Ze zijn overigens allervriendelijkst en de wat oudere jongeren houden de jongere keurig in bedwang, want die zijn nogal opdringerig en zouden het liefst bij ons aan boord willen rondneuzen. Als we liggen maak ik een foto van de situatie en van het groepje dat op de trawler van de alcoholische versnaperingen zit te genieten (foto hierboven en hier) Het is twee uur en we verdwijnen voor een middagdutje onderdeks. Even later wordt het ook naast ons stil. We hebben 26 mijl afgelegd. Internet is er ook hier helaas niet.

 

Jaap en ik klimmen over de trawlers naar de kant en lopen langs de haven. We zien dat men hier bij het vissen kleine bootjes lanceert vanaf de achterkant van de grotere schepen. Die zetten kennelijk de netten uit. We maken foto´s van onze boten, die aan de overkant liggen (foto hier) In een weitje met dor spichtig gras staat een ezel. We lopen het dorp binnen. Het is hier duidelijk Azië en er is niets toeristisch aan. Dit is een andere wereld. Deze stoffige straatjes met wrakke huisjes met meerdere houten bovenverdiepingen is hun alledaagse wereld. Het staat allemaal bovenop elkaar, bij een aardbeving stort het zo in elkaar. Vrouwen met hoofddoeken zitten naast hun deuren. Er zijn veel kinderen en tieners. We vinden de grote moskee met drie minaretten (foto hier) Het middaggebed is in gang, door de openstaande deuren zien we geknield biddende mannen, hun achterwerken omhoog. Dan horen we een trommel, we gaan op het geluid af en komen bij een straatje met een ophoping van mensen. Er wordt op straat een bruiloft gevierd. Op straat zitten rijen vrouwen in klederdracht in een kring om de dansende familie heen, de bruid en bruidegom in het midden (2 foto´s hier) Een trommel en twee klarinetachtige blaasinstrumenten spelen oosterse dansmuziek. Op de balkons hurken vrouwen en kinderen, ze gooien af en toe snoepgoed naar beneden. Het lijkt allemaal zeer authentiek maar er is ook iemand die het met een camera allemaal filmt. Later lopen we over de terrassen langs de haven (foto hier) Aan de tafeltjes zitten alleen mannen, ze spelen trik-trak en kaartspellen. Televisies in de openlucht tonen voetbalwedstrijden. Futbol, heet het hier. Galatasaray, de club waar Frank Rijkaard zojuist trainer schijnt te zijn geworden. Turken noemen die naam steeds tegen ons. Voortdurend proberen jongeren hun twee of drie woorden Engels op ons uit. Terug aan boord vervelen een paar rotjochies ons door met een speedbootje klierig achter ons te gaan hangen. Ans en ik krijgen er nota bene woorden over, omdat ik me dood erger en ze tenslotte wegstuur. De vooruitgang gaat met ergernissen gepaard maar, dág, ik ben Jezus niet. De visser naast ons komt zijn boot inspecteren. Hij geeft ons een prachtige, grote schelp, een stuk zeep gemaakt uit olijven en een flesje voortreffelijke, lokaal gemaakte olijfolie. Ans geeft hem een pak van de Arabische koffie die we in Malta bij de Lidl insloegen. Maar de stemming is eruit bij ons. We gaan zwijgend naar bed. Het voorspelde onweer is uitgebleven. Ik kan niet slapen. In het kleine toiletje vang ik een kakkerlak en spoel hem door. Daarna spuit ik de ruimte vol ZUM en ga in de kuip zitten. De maan is bijna vol. Uit het dorp komt muziek en feestgedruis, daarna een bescheiden vuurwerk. Een ezel balkt. Twee keer hoor ik een schot. Een paar vissers varen uit.

 

Morgen hebben we een langer traject voor de boeg naar het kleine eilandje Sivriada, het meest westelijke van de Prinseneilanden, vlak voor de ingang van de Bosporus. Terug naar boven

Sivriada

Zo ziet een nachtmerrie eruit, ware het niet dat het schip voor anker ligt
Zo ziet een nachtmerrie eruit, ware het niet dat het schip voor anker ligt

Maandag 06-07-2009

Even voor zes uur schrik ik wakker van een vreemd geluid. Als ik de kajuit inloop zie ik in mijn ooghoek een vaalgele cyperse kat via de kajuittafel door het luik naar buiten springen. De handdoek die ´s nachts over de kooi van Lord Byron hangt, is half weggetrokken. His Lordship kijkt wat verbaasd maar is gelukkig ongedeerd. Je leest en hoort wel eens dat ze van schrik dood kunnen blijven. Even later zien we kattenharen aan het klapraampje boven het fornuis. Daardoor is de onverlaat binnengekomen. Ala Ans even later in het achterste toilet ook nog een dode kakkerlak vindt, hebben we het wel gehad met onwelkome indringers. We vertrekken om 7 uur. Wind Noordwest 1. We motoren tussen kaap Kapsül en het eilandje Fener door naar zee en leggen de koers op 57°, ongeveer 49 mijl naar onze bestemming Sivriada. Onder de rotsen van Fener worden we op een dolfijnenshow getrakteerd. De zee is verder de hele dag een blanke, vlakke spiegel (foto hier) We leggen onze domme ruzie van gisteravond bij; we kunnen helemaal niet tegen ruzie met elkaar. Om half tien raken we opeens zomaar van onze koers af. Volgens de pilot komen er in dit gebied magnetische anomalieën voor. Juist. Ik stel hem weer in en dat is het dan. Tegen tien uur, de "wind" is nu Oost 1, passeren we een tanker die midden op zee voor anker ligt op 50 meter diep. Het schip heet Touraine en zal dus wel Frans zijn. Ik maak een foto als we vlak voor zijn boeg passeren. Zo ziet een nachtmerrie eruit met een zeeschip dat op het punt staat je te overvaren (foto hierboven) Een uur later passeren we op 5,5 mijl afstand noordelijk van Imrali Adasi, een eenzaam bergachtig eiland (foto hier) Daar is de  gevangenis waar ondermeer de Koerdenleider Öçalan zijn levenslange veroordeling uitzit. Eromheen is een veiligheidszône van drie mijl, waar je niet komen mag. De zee is groen, stil en vuil. Veel plastic zakken en flessen. De wind draait wat zonder in kracht toe te nemen. We zien oostelijk van ons de hoge bergen van het schiereiland Bozburun. Die richting op is een grote baai met de industriestad Izmit. Ik zit te lezen in de pilot "Cruising Bulgaria and Romania" van Nicky Allardice (Imray, 2007) Eergisteren hoorden we toevallig op de Wereldomroep een verhaal over corruptie bij de Bulgaarse douane. Ze vroegen veel geld voor een volstrekt onnodige gezondheidsverklaring. Een gewaarschuwd mens telt voor twee.

 

Op 14 mijl afstand zien we een groep eilandjes, de Prinseneilanden. Op een ervan heeft ooit Trotsky een tijd vertoeft na zijn verbanning uit de Sovjet-Unie door Stalin. Welke weet ik niet. We naderen een complex TSS bij de ingang van de Bosporus. De shipping lanes vanaf de Dardanellen en die vanaf de industriestad Izmit komen hier bij elkaar op een soort rotonde. Sivriada ligt eigenlijk op de "middenberm" van de laatste. Ik zet de radar en de MARPA aan, maar echt moeilijk wordt het niet. Op 8 mijl zien we dan eindelijk de miljoenenstad Istanboel (15 miljoen inwoners) Door de kijker zien we een haag van wolkenkrabbers. Die waren er in 1968 niet, toen ik er voor het eerst was. Ik tuur ingespannen naar de stad en na een tijd zoeken zie ik hem: de Haghia Sophia met zijn later door de Osmaanse veroveraars toegevoegde minaretten. We varen recht op het kale rotseilandje Sivriada af (foto hier) Aan de oostzijde is een soort vluchthaventje met voldoende diepte en zonder voorzieningen, op een paar mijl van de wereldstad. Als we binnenvaren liggen er drie bootjes, er plek genoeg. Het is vier uur als we afmeren (2 foto´s hier) op dit wonderlijk stille plekje. Tegen half zes zijn de bootjes weg en zijn we de enigen. We borrelen met Jaap & Diana. Later kijken we stil hoe de bijna volle maan opkomt boven zee en het buureilandje Yassiada (foto hier) Morgen de laatste paar mijlen naar Istanboel. Terug naar boven

Ataköy Marina, Istanboel (1)

In het TSS bij Istanboel wijken we uit voor een Grieks schip
In het TSS bij Istanboel wijken we uit voor een Grieks schip

Dinsdag 07-07-2009

De nacht is redelijk rustig hoewel er een lichte deining het haventje van Sivriada inloopt. We hebben de scheepjes niet te strak langszij aan de kade geknoopt, zodat ze los van de wal kunnen bewegen. ´s Ochtends maak ik een wandeling. Het eilandje is eigenlijk geheel bewoond door meeuwen en, op de rotsen langs de waterlijn, door aalscholvers. Helaas zie dat menselijke  bezoekers hier en daar hun vuil hebben achtergelaten en dat wordt hier niet opgehaald. Er is altijd het risico dat er ratten op af komen en als je er eentje aan boord krijgt ben je nog niet jarig. Ze geven veel overlast, het doorknagen van de isolatie van elektriciteitsdraden is er een van, en je bent er niet zomaar vanaf. Ik klim naar een plateau dat aan drie zijden door steile rotswanden wordt ingesloten. De meeuwen die hier overal nestelen, maken een enorm misbaar. Op de grond liggen talloze vogelbotjes, schelpen, veren en een paar dode meeuwen. In een van de wanden is een grot met een roestige metalen deur, afgesloten met een hangslot. Op de wand erboven staan twee zonnepanelen, de draden leiden de grot in. Vergeefs probeer ik door de kieren naar binnen te kijken, het is te donker. Ik loop verder en ineens suist er vlak boven mijn hoofd een meeuw over. Een aanval! Er komen er meer, ik raap een stok op en weer ze af en keer wijselijk terug. Ze kunnen gemeen in je kop pikken en per slot wonen zij hier en ik niet. Langs de kade heeft aan de zuidkant ooit iets als een fort gestaan. Ik zie resten van oude, ruw gemetselde muren, de contour van een ronde toren en even verder de resten van gewelven. Gaten aan de bovenkant duiden erop dat het cisternen zijn geweest waarin regenwater werd verzameld (foto hier) Je zou het verleden van dit eilandje willen weten, dat zo strategisch voor de ingang van de Bosporus ligt.

 

Om 10 uur varen we af. We motoren bij ZW 2 zuidelijk om de rotonde van het TSS heen en moeten uitwijken voor een Grieks zeeschip, dat op weg is naar de Bosporus (foto hierboven) Daarna zetten we koers naar Ataköy Marina aan de zuidwestkant van Istanboel. Het centrum van de oude stad is nu duidelijk te zien: de Haghia Sofia, het Topkapi Paleis en de Blauwe Moskee. Opnieuw een geweldig gezicht. We steken de zuidwestgaande shipping lane zonder problemen dwars over en motoren tussen vele tientallen geankerde zeeschepen door. Om 12 uur liggen we aan een ponton met vingersteigers naast elkaar afgemeerd.

 

In het kantoor besluiten we tot een contract voor een maand, nadat we telefonisch gecheckt hebben dat Rommert & Esther daadwerkelijk geboekt hebben. Dat is het geval, ze komen van 21 tot 28 juli op bezoek. Hoewel we de gecontracteerde maand niet helemaal willen volmaken is het aanzienlijk goedkoper dan per dag betalen. De marina is redelijk aan de prijs maar ligt niet ver van het oude centrum en heeft prima voorzieningen. Alleen is het gratis draadloze WiFi-netwerk net te ver af om aan boord op in te kunnen loggen. We mogen echter voor Internet een aparte kamer op het kantoor (met airco!) gebruiken. Ik koop een pilot over de Zwarte Zee: "Cruise The Black Sea. Turkey, Georgia, Russian Federation, Ukraine, Romania and Bulgaria" van Doreen & Archie Annan, uitgegeven door Ataköy Marina in 2001. Tamelijk bejaard maar er staan duidelijke havenkaartjes in en erg veel zal er niet veranderd zijn. De vorige editie was nog bij Imray en kennelijk is het overgenomen door Ataköy.

 

Terug aan boord drinken we met Jaap & Diana de fles champagne op, die we een halfjaar geleden in Malta van Gerda Bol van de Pegasus voor dat doel kregen. Proost, Bolletjes! We hebben Istanboel gehaald voordat de meltemi ging doorstaan. Terug naar boven

Ataköy Marina, Istanboel (2)

Istanboel. Samen op de Galata brug (foto Diana)
Istanboel. Samen op de Galata brug (foto Diana)

Woensdag 08-07-2009

Vanochtend klappen we de buiskap neer en spannen we het zonnezeil over de giek. Zo blakert de zon niet meer de ganse dag op het kajuitdak en trekt er een aangenaam windje onder het zeil door. Daarna  zijn we in het Internet-zaaltje van het havenkantoor uren in de weer met het boeken van het reistraject voor Ans: Istanboel>Praag>Amsterdam>Istanboel. Als we het uitgeplozen hebben voor redelijke tarieven en gaan boeken, accepteert het systeem van de vliegmaatschappij wél de boeking maar niet de betaling via onze credit-card. Omdat de website waarschuwt dat annuleren geld kost, klikken we de website gewoon weg. Benieuwd wat ervan komt. We hebben haast de neiging om het maar op te geven en naar een reisbureau te gaan, als we de site van Turkish Airlines in beeld krijgen. Het toeval helpt. Uiteindelijk krijgen we het voor elkaar voor een veel goedkoper tarief dan bij de eerste keer. Natuurlijk was Turkish Airlines de maatschappij met het vliegtuig dat enige maanden geleden bij Schiphol crashte, maar statistisch gesproken is een herhaling uiterst onwaarschijnlijk (dat is natuurlijk niet juist) Enfin, het reisschema van Ans ziet er nu als volgt uit:

 

11 juli: Istanboel>Amsterdam (Turkish Airlines)

13 juli: Amsterdam>Praag (Sky Europe)

15 juli: Praag>Amsterdam (Sky Europe)

20 juli: Amsterdam>Istanboel (Turkish Airlines)

 

Van 21 tot 28 juli zijn Rommert & Esther bij ons en daarna wil Bas ook een weekje komen. Dat moeten we nog regelen. Het idee is dat hij vanaf Istanboel meevaart de Zwarte Zee in dat hij vanaf het Bulgaarse Varna weer terugvliegt. Daarna varen wij verder naar Roemenië, bezoeken de Donau-delta en vervolgens Odessa en zo mogelijk de Krim.

 

In de kooi van Lord Byron ligt vanmorgen alweer een staartveertje op de bodem. De rui-periode lijkt nu echt te gaan beginnen, het is dezelfde tijd als vorig jaar toen hij in Rome bij de havenmeester logeerde. De lord zingt al minder vaak maar tegen de avond  concerteert hij nog graag. Met Jaap & Diana lopen we na het middaguur Bakirköy in, het stadsdeel naast de haven. Eigenlijk een soort bad in de menigte. Het is ontzettend druk in de winkelstraten maar het voelt niet vervelend, niemand is opdringerig, iedereen gaat zijn gang. Er zijn veel jongelui op straat. Turkije heeft een jonge bevolking: 60% van de Turken is jonger dan dertig jaar. Als de groei van economie en welvaart doorzet en het geboortecijfer daalt, zoals steeds geschiedt in rijkere samenlevingen, zal de bevolkingspiramide over veertig jaar dezelfde omgekeerde structuur vertonen als momenteel bij ons. Ook nu zien we weinig traditioneel gesluierde vrouwen in lange gewaden, meisjes en vrouwen gaan overheersend westers en modern gekleed. De talloze warenhuizen, winkels, winkeltjes en kiosken liggen vol koopwaar. We pinnen Turkse ponden,  drinken de lekkere Turkse thee in glaasjes in een beschaduwd tuinterras met een klaterende fontein (foto hier) en doen uitgebreid boodschappen in een supermarkt.

 

´s Avonds brengt een gele taxi ons voor nog geen tientje in twintig minuten naar de beroemde Galata-brug over de Gouden Hoorn, de natuurlijke haven van het oude Byzantium (foto hierboven) Hier heb je tegelijk de geschiedenis en het heden om je heen. Talloze volgeladen veerboten schieten met onwaarschijnlijke snelheden over en weer en onder de brug door. Op de brug staan tientallen mannen en een enkele vrouw te vissen (foto hier) Het wemelt van de straatverkopers met hun stalletjes met maïskolven, sesambroodjes, fruit, noten en snuisterijen. Ik zie geen bedelaars en ook de vroegere waterverkopers met hun versierde waterketels op de rug zijn er niet meer. Overbodig geworden omdat iedereen zijn drinkwater in plastic flesjes bij de kiosken koopt? Verderop is de Bosporus met zijn scheepvaart en de Aziatische oever. Dichterbij aan onze kant zien schittert het Topkapi paleizencomplex van de Osmaanse sultans te midden van zijn weelderige tuinen, met even rechts de Haghia Sofia met de vier toegevoegde minaretten en daar weer rechts van steken nog juist de zes slanke minaretten van de Sultanahmet Camii, de beroemde Blauwe Moskee die een wonder van Islamitische architectuur is, boven de oude huizen uit. In het oosten steken in het oranjerode licht van de ondergaande zon boven het water van de Gouden Hoorn de moskeeën en de minaretten donker af (foto hier) Ach, wat is dit prachtig en wat prijs ik mezelf gelukkig hier nog een keer terug te zijn! Ik krijg er tranen van in de ogen. Veertig jaar geleden was ik hier voor het eerst en daarna nog een keer in 1972 en er lijkt althans op deze plek niets veranderd. Alles was toen net zo druk en levendig als nu. Op een parkeerplaats aan de zuidkant van de brug probeerde ik mijn dollars te wisselen op de zwarte markt. Mannen om me heen sisten "Change money?" Ik koos een schoenpoetsertje, een oude man met een klein postuur. Hij noemde een prima tarief en jatte vervolgens al mijn dollars uit mijn portemonnee. Ik greep hem vast en na een korte worsteling waarbij ik hard "Politie!" riep, had ik alles weer terug. Een goede les.

 

Onder en naast de brug wemelt het van de visrestaurants. We kiezen er eentje uit en eten een smakelijke tarbot van de houtskoolgrill. Een taxi brengt ons terug naar de Ataköy Marina. Terug naar boven

Ataköy Marina, Istanboel (3)

In de Grote Bazaar van Istanboel drinken we glaasjes heerlijke Turkse thee
In de Grote Bazaar van Istanboel drinken we glaasjes heerlijke Turkse thee

Donderdag 09-07-2009

Vandaag bezoeken we de Kapali Çarşi, de Grote Bazaar van het oude Istanboel. Al gebouwd in 1461, een paar jaar na de verovering van de stad door de Osmanen en sedertdien uitgebreid tot een uitgestrekt, labyrintisch complex van 32.000 m² met zeventien toegangspoorten, gelegen tussen twee grote moskeeën. Het is een genot om urenlang langs de uitstallingen en de winkeltjes te lopen, te kijken en te keuren (3 foto´s hier) Natuurlijk vind je er veel kitscherige souvenirs en verder oneindige hoeveelheden koopwaar zoals tapijten, sieraden, lederen kleding, thee, gitaren, lampen en lampjes (foto hier) In het oudste gedeelte zitten de antiquairs en daar zie je soms erg mooie dingen, zoals oude ikonen en antieke nautische apparatuur (kijkers, sextanten) Alles fiks aan te de prijs. In veel zaken kun je dus heel modern on-line met de credit-card afrekenen. Ik herinner me dat ik hier in 1968 doorheen slenterde en me liet verleiden tot de aanschaf van een saz, een traditioneel Turks snaarinstrument. Niet een erg goede maar hij heeft jaren in mijn diverse behuizingen gestaan. Ik kon er niet opspelen en uiteindelijk is hij ergens, ik meen al in Deil, teloor gegaan. Wat ik me ook herinner dat veertig jaar geleden de vrouwen in mijn studentenhotel erover klaagden dat ze onophoudelijk door kerels in de billen werden geknepen. Ik zie nog die twee Zweedse meisjes voor me die te bloot en te blond door de bazaar liepen, angstig tegen elkaar gedrukt, op zoek naar een uitgang en met een drom Turkse mannen erachter. Dat is nu wel sterk veranderd. Niemand kijkt op van westerse toeristes in mini-rok en short en Ans en Diana melden geen één keer te zijn geknepen.

 

In een zaakje met schaak- en andere spellen zie ik een aardig kastje met handgesneden versieringen. Trouwe lezers weten dat ik een kastjesziekte heb. Voor een leuk kastje weet ik altijd wel een nuttige, ja, welhaast noodzakelijke en decoratieve functie aan boord te vinden. Het afdingen is succesvol. Je moet er de tijd voor nemen en bereid zijn om je af en toe af te wenden en met spijt op je gezicht weg te lopen. De handelaar kan dat niet aanzien, hij deelt je smart en roept je terug met een dramatische prijsverlaging. Dat leidt tot hervatting van de gedachtewisseling waarbij je niet alleen vertelt waarom je dat kastje graag wil hebben en wat je ermee voor hebt, maar ook feiten over elkaars levensgeschiedenis uitwisselt.  Zo krijg ik het kastje na een genoeglijk kwartiertje voor beduidend minder dan de helft van de aanvankelijke prijs en gaan de handelaar en ik als vrienden uiteen. Op dezelfde wijze schaf ik van een andere vriend ook nog een alleraardigst koperen lampje aan, dat zonder twijfel de knusheid en de gezelligheid in onze kajuit des winters belangrijk zal verhogen. Als ik ze beiden heb geïnstalleerd - daar moet nog goed over worden nagedacht - zal ik ze in het fotoalbum plaatsen.

 

Je kunt op een aantal plaatsen in de bazaar uitrusten en de heerlijke, sterke Turkse thee drinken, gezeten op krukjes aan een laag tafeltje (foto hierboven en hier) Als we tenslotte door een van de poorten naar buiten terugkeren, is het alsof we uit een onderaardse doolhof aan de oppervlakte komen. Daar regent het tot onze verbazing pijpenstelen. Een taxi voert ons terug langs uitvalsweg op de zuidelijke oever. We zien twee zware ongevallen en dat wekt geen verbazing, meer nog dan de Italianen, de Spanjaarden, de Grieken en zelfs de Maltezers, rijden de Turken als idioten en niemand draagt veiligheidsgordels. Dat is iets voor mietjes. In de haven is het droog gebleven. We installeren ons in de kuip en sukkelen in slaap tot de wind opsteekt uit het noordoosten en de lucht betrekt. Het lijkt alsof er onweer op komst is maar het blijft bij dreigen. Aan het  begin van de avond krijg ik een idee. Hoe ik erop kwam weet ik niet, maar in een plotselinge ingeving - waarvandaan? - zoek ik de WiFi-kabel op en sluit hem aan op de WiFi-antenne die ik dit voorjaar kocht - en die het niet deed. Het resultaat van enig gemanipuleer in de Geavanceerde Instellingen van de verbindingsmanager is dat hij het nu wél doet. Ik snap het niet goed, of liever helemaal niet, maar ik configureerde de verbinding kennelijk niet juist - en nu werkt het wel. Dat zou ook wel eens voor de (nog gevoeliger) Canopii kunnen gelden. Wat een weelde! Terug naar boven

Ataköy Marina, Istanboel (4)

Screendump van de nieuwe website van mijn zoon Bas
Screendump van de nieuwe website van mijn zoon Bas

Vrijdag 10-07-2009

Karweitjesdag. Ans maakt schoon schip, geeft me allerlei instructies en pakt haar koffer. Ik verricht de computerhygiène, nu we eindelijk weer redelijk snel Internet hebben. Dus updates downloaden en installeren. Verder kan ik de bankzaken bijwerken. Ook hang ik het gisteren in de Grote Bazaar verworven kastje op een mooi plaatsje op, met de replica van de Fat Lady van Malta luisterrijk er boven op. Daardoor kwam er een plaatsje vrij voor de replica van de Omphalos, de navel der aarde uit Delphi, op de weerkaartenprinter. Je moet woekeren met de beperkte ruimte aan boord. Foto volgt.

 

Vandaag regelen we de komst van Bas. Hij arriveert op 29 juli in Istanboel. Diezelfde dag moeten we ´s middags uitklaren om de dag erop te kunnen vertrekken en door de Bosporus naar de Zwarte Zee te varen. Bas vliegt terug op 11 augustus vanuit Varna in Bulgarije. Overigens heb ik nog niet verteld dat Bas onlangs op zijn verjaardag een website van zijn broer Rommert heeft gekregen. Voorwaar een eigentijds cadeau. De site heet Horsehead. Waarom? Dat vertelt hijzelf, "emerging from the armpit of Geldermalsen", en verder heeft hij het over de muziek die hij maakt. Hiernaast zie je een screendump van de homepage.

 

Vanmiddag zet ik één van de vouwfietsjes in elkaar en fiets naar het zwembad van de jachtclub op de havenpier. Het zwemt er lekker en het heeft een fraai uitzicht over de geankerde zeeschepen en de Zee van Maramara. De yachties mogen gratis van het zwembad gebruik maken. De rest van de middag lees ik weer een eind in "Ik ben een vreemde lus" van Douglas Hofstadter (Ned. vert. Contact, 2008) Ik wordt steeds enthousiaster over dat boek. Het "ik" is een illusie, het is maar dat je het weet. Morgenochtend om zes uur nemen we een taxi naar het vliegveld Istanbul Atatürk International Airport. Terug naar boven

Ataköy Marina, Istanboel (5)

Ans vanmorgen vroeg in de rij voor de douane op Istanbul Atatürk Airport
Ans vanmorgen vroeg in de rij voor de douane op Istanbul Atatürk Airport

Zaterdag 11-07-2009

Om kwart voor vijf gaat de wekker. Opstaan! Tegen zessen lopen we met Ans´ koffer over de steiger. Bij de slagboom en het hokje van de security - de haven wordt dag en nacht intensief bewaakt - treffen we een taxi. Op het vliegveld loopt alles soepel. Alleen is de veiligheidscontrôle niet ná het inchecken, maar direct als je het luchthavengebouw in komt. Daar had ik niet op gerekend en ik moet mijn Leatherman-tool inleveren. De beambten plakken er een briefje met mijn naam op en bewaren het voor me in een lade tot ik terugkom. En dan staat mijn liefste in de rij voor de douane (foto hierbij) en een kwartier later loopt ze zwaaiend de grote hal met de terminals in. Hoewel ze over negen dagen al terugkomt, valt het me even niet mee. Sinds de vorige keer, in april 2008 in Santa Pola, Spanje, zijn we nooit zonder elkaar geweest.

 

Een taxi brengt me terug en ik duik nog een uurtje in bed. Daarna zet ik thee, ontbijt en verzorg his Lordship. Ik doe wat boodschappen in de mini-markt op het haventerrein en daarna lees ik in één ruk "Ik ben een vreemde lus" van Douglas Hofstadter uit. Een geweldig goed en geestig boek, moet ik zeggen, met veel om over na te denken en redenen genoeg om het na een tijd nog eens ter hand te nemen. Aanvankelijk vreesde ik dat het zou afglijden in al teveel privé leedverwerking, toen hij het overlijden van zijn vrouw erin betrok. Maar dat gebeurde niet en de tweede helft was - tenminste voor mij - erg verhelderend over lastige onderwerpen als bewustzijn en ziel. "U en ik zijn hersenschimmen die zichzelf waarnemen" (p. 426) Prachtig! tegen twaalf uur belt Ans dat ze op Schiphol is aangekomen na een prima vlucht in een vliegtuig dat slechts voor 30% was gevuld. Turkish Airlines serveerde een smakelijke maaltijd.

 

Eind van de middag fiets ik naar het zwembad en trek een aantal baantjes. Jaap & Diana komen ook. Niet ver van de haveningang ligt Souris Rose van Dave & Jill voor anker. Ze waren een paar dagen in de marina van Güzelce, die erg duur was. Ik verbind de Canopii WiFi-antenne en verdraaaid, hij doet het - mits ik de verbinding goed (automatisch) laat configureren. Daar heb ik nou anderhalf jaar mee omgetobt! Ik ga zo thee zetten en daarna orgelmuziek van Bach draaien. Ans houdt er niet van maar nu ze weg is, heb ik de kans.

 

Na de borrel op de Kiara met Jill & Dave trek ik me terug aan boord. In de magnetron warm ik de prak op die mijn liefste zorgzaam voor me achterliet. Eigenlijk raak in geleidelijk aan steeds meer verbaasd over de lakonieke manier waarop Douglas Hofstadter zijn conclusies trekt over de volledig vluchtige en voorbijgaande aard van het menselijk bewustzijn. Eerlijk gezegd vind ik het nogal baanbrekend. Of is dat niet zo? Heel mooi en heel precies gezegd vind ik Hofstadters formulering "Wij mensen zijn macroscopische structuren in een universum met wetten op microscopisch niveau" Ons brein heeft de aard om patronen te ontwikkelen op basis van waarnemingen op macroscopisch niveau en één van die macroscopische patronen is ons "ik". Op het microscopisch niveau van de moleculen, de atomen en de quarks waaruit we - tijdelijk - zijn samengesteld, bestaat dat bewustzijn en dat "ik" helemaal niet. Als we sterven stopt ons brein met het onderhouden van de constructie van ons "ik" en leven we hooguit sterk afgeslankt en minder zuiver nog wat voort in de herinneringen van de hersenen van zij die ons kenden. Tot ook die breinen stoppen en dan is er niets meer van ons over. Bach en Mozart en Shakespeare houden het wat langer vol maar ook daar komt een eind aan. En dat alles speelt zich af als voortdurend wisselende resultante van een ongerichte chemisch-biologische evolutie die - waardoor? - ooit op gang is gekomen. Terug naar boven

Ataköy Marina, Istanboel (6)

De Theodisiaanse stadsmuren met in het midden van de foto de Gouden Poort
De Theodisiaanse stadsmuren met in het midden van de foto de Gouden Poort

Zondag 12-07-2009

De Byzantijnse keizer Theodosius II liet vanaf AD 412 de beroemde dubbele stadsmuur van Constantinopel bouwen. De keizer was toen 11 jaar, dus de eigenlijke opdrachtgever was de praetoriaanse prefect Anthemius die de werkelijke macht uitoefende tot hij in 413 op onduidelijke wijze van het toneel verdween, vermoedelijk als gevolg van de voortdurende paleisintriges rond de jeugdige vorst. De muur was nodig vanwege de sterke uitbreiding van de stad en werd aangesloten op de oorspronkelijke Constantijnse stadsmuren. Hij is bijna 7 kilometer lang en loopt in een flauwe boog naar het noorden, van de Zee van Marmara naar de Gouden Hoorn. Deze enorme stadsmuren, soms meer dan tien meter hoog, zijn eigenlijk nooit gevallen. In 1453, bij de uiteindelijke verovering van Constantinopel, wisten de Osmaanse veroveraars via een van de stadspoorten binnen te dringen, maar de muren hebben het altijd gehouden. Lees er hier meer over. Altijd gehouden, nou ja, nu liggen grote gedeeltes toch door verwaarlozing helaas in puin.

 

Ik heb altijd eens langs die muren willen lopen maar noch in 1968 noch in 1972 kwam het ervan. Nu gaan Jaap, Diana en ik het doen. Het is bewolkt en niet zo warm, geschikt weer dus. Een taxi brengt ons naar het zuidelijke begin, waar de Yedikule vesting ligt, het "kasteel van de zeven torens", dat tegen de stadsmuur aan werd gebouwd in 1457 - dus een paar jaar na de Osmaanse verovering van de stad - door Sultan Mehmed II de Veroveraar. Eerst bezoeken we de vesting, waar tegenwoordig regelmatig concerten plaatsvinden (zie hier) Er vallen me een paar dingen op. In de eerste plaats tel ik acht torens in plaats van zeven:

1. Arsenal Tower

2. Ahmed III Tower

3. Treasure Tower

4. Flag Tower

5. Dungeon Tower

6. Canon Tower

7. Guard Tower

8. Genc Osman Tower

Vreemd, want de Turkse folder noemt het "the castle of seven towers"

 

In de tweede plaats is de beroemde Gouden Poort erin opgenomen, de poort in de oorspronkelijke Theodosiaanse stadsmuur, waardoor de Byzantijnse keizers na een gewonnen slag in triomf de stad binnenreden. Maar de Golden Gate is van de binnenzijde een onooglijk poortje (foto hier) Pas als we de zuidtoren van de poort beklimmen en via donkere, in de muren gemetselde gangen (foto hier) en wankele zolders (foto hier) het dak boven de poort bereiken, kunnen we aan de andere zijde zien hoe vorstelijk en imponerend die doorgang ooit was. Hij bestond uit drie poorten, de middelste de hoogste, en ze zijn kennelijk door de Osmaanse sultans wat kleiner gemaakt, misschien omdat de flankerende torens later als gevangenis werden gebruikt voor afgezette sultans en buitenlandse gezanten van landen met wie de Ottomanen in oorlog waren. Zie foto hier en ook de bovenstaande foto toont van een afstand (er liggen allemaal volkstuinen voor) de allure van de Gouden Poort. het uitzicht vanaf Yedikule over de Zee van Marmara is natuurlijk fenomenaal, we zien de honderden schepen die langs de stad voor anker liggen en niet veraf het rotseilandje Sivriada, waar we nog geen week geleden overnachtten.

 

We lopen langs een drukke, dubbele straatweg langs de muren. Opnieuw op afstand want vóór, tussen en soms op de brokkelige muren zijn volkstuinen (2 foto´s hier) Op het trottoir onder een boom verkoopt een meisje curieuze vruchten. Ze zijn bleekgroen en erg zoet en lijken een beetje op frambozen maar dan met kleinere besjes, we hebben geen idee wat het is (2 foto´s hier) Hoe noordelijker we komen, hoe beroerder de conditie van de stadswallen wordt. Het lijkt alsof dt gedeelte door de Turken vooral als vuilnisbelt gebruikt wordt (zie 4 foto´s hier) en in donkere gaten en oude, deels ingestorte gewelven huizen mensen. Ik moet denken hoe na de val van het oude Rome arme mensen in de donkere middeleeuwen ook in de ruínes van de paleizen en de tempels van de ooit wondermooie stad leefden. Hier is dat nog steeds het geval. Op sommige stukken kan je desondanks over de muren lopen. Halverwege klauter ik over stukken muur terwijl Jaap & Diana beneden over het pad lopen. Er hangen allemaal smoezelige kerels rond. De plek waar ik ben is een ontmoetingsplaats voor homo´s, zoveel wordt me wel duidelijk. Ik loop wat sneller door en plotseling, om een hoekje, stuit ik op een vent die zich verdekt heeft opgesteld. Ook nu loop ik snel door maar na wat klauterwerk kan ik niet verder, beneden gaapt een straat. Ik keer terug en de vent, die me achterna is gelopen, wijst op een gat bovenin een gewelf. Daar kun je er kennelijk uit. De man, een jongen eigenlijk met een Pakistaans uiterlijk, vermoedelijk één van de honderduizenden illegalen in deze stad, vraagt om een sigaret. "I do not smoke" zeg ik. Dan komt hij dichterbij en vraagt "money" Ik schud mijn hoofd en zijn gezicht verstrakt, hij wil me vastgrijpen maar ik spring in één keer langs hem heen, verdwijn door het gat en kom op een brokkelig gedeelte van de muur waar helaas opnieuw een diepte gaapt. Ik zit in de val, ik hoor hoe hij achter me aan klimt en dan zie ik een schuine rand met uitstekende stenen, waar ik mijn voeten op kan zetten en waarlangs ik naar beneden kan klimmen. Het laatste stuk van ruim twee meter moet ik springen. Je zult toch nondeju hier je benen breken, flitst door me heen. Dan kan ik niets meer. In dergelijke gevallen kan je, geloof ik, alles of bijna alles. Ik land keurig op mijn voeten en veer door mijn knieën en zie dat ik op een omheind terrein ben. Geen opening. Maar nu laat ik me niet meer tegenhouden. Ik klim over twee, drie hekken met prikkeldraad heen zonder me te bezeren en dan scheidt nog één hek me van de straat waar ik gelukkig Jaap & Diana zie lopen. Ook dat hek neem ik soepel. De anderen waren ongerust, want een man had me op dat stuk muur zien klauteren en hen gewaarschuwd dat je hier risico op robbery loopt. Oef! Een goede les. We zoeken een terrasje op om bij een glas thee bij te komen.

 

De rest van de tocht levert geen moeilijkheden meer op. De conditie van de muur wordt geleidelijk beter. Hier en daar zijn halfslachtige en oppervlakkige restauratie-pogingen gedaan met geld van de UNESCO. In 1999 verwoestte een aardbeving echter vooral die gerestaureerde gedeelten, terwijl de oude stukken intact bleven. Niet ver van het noordelijk einde bij de Gouden Hoorn slaan we rechtsaf. Hier is de oude Joods-Griekse wijk. We belanden op een drukke sierduivenmarkt, die bij een bijzonder fraai stuk van de muur gehouden wordt (foto hier) Vanaf hier zijn er mooie uitzichten over de Gouden Hoorn (foto hier) We dalen af naar de waterkant door een levendige wijk met smalle straten (foto hier) naar de waterkant. Daar zitten de parken en plantsoenen langs de Gouden Hoorn vol met barbecuende en piknikkende groepen. Overal zijn vuurtjes en iedereen smijt zijn troep om zich heen. Het is een smerige bende. Sommigen hebben levende hanen en eenden meegebracht, die straks op de barbecue gaan (foto hier) maar nu nog in zalige onwetendheid aan een touwtje rondscharrelen. We lopen langs de waterkant en komen langs een orthodox-christelijke kerk, die geheel van gietijzer is (foto hier) Het roest al behoorlijk op veel plaatsen. Het is de Bulgaarse Sint Stefanuskerk, die in 1892 op last van de toenmalige Ottomaanse sultan in één maand moest worden gebouwd. Hij was dan wel tolerant maar pestte de ongelovigen kennelijk ook graag. De delen werden in 1871 in Wenen gegoten en per schip naar Istanboel gebracht en hier op de oever in elkaar gezet. In het stadsdeel Fener wachten we op de veerboot die ons over de Gouden Hoorn naar Eminönü zal brengen. In het wachtlokaal zitten een orthodoxe moslim, zijn vrouw, hun kinderen en twee andere moslima´s. De vrouwen zijn volledig in het zwart en zwaar gesluierd, je ziet alleen hun ogen en het puntje van hun neus (foto hier) De veerboot, afgeladen met mensen, brengt ons naar het grote busstation Eminönü bij de Galata Brug (foto hier) Voor één pond per persoon (50 eurocent) rijdt een snelbus ons helemaal naar "onze" wijk Bakirköy. Tamelijk moe na zeven uur lopen val ik aan boord al snel in slaap. ´s Avonds eet ik bij Jaap & Diana mee. Morgenochtend vliegt Ans van Nederland naar Praag. Terug naar boven

Ataköy Marina, Istanboel (7)

Vanmorgen kleurt de dageraad de hemel roserood
Vanmorgen kleurt de dageraad de hemel roserood

Maandag 13-07-2009

Vanochtend ben ik om zes uur even wakker. De opgaande zon kleurt de hemel zachtrose (foto hierboven) "Eos´ rose vingeren..." De rest van de dag is het echter wisselend bewolkt en af en toe vallen er zelfs wat regendruppels, maar dat mag geen regen heten. Ik vang drie kakkerlakken, dat wil zeggen: twee zijn dood en de derde is zo groggy dat hij zich gemakkelijk laat pakken. Om twaalf uur meldt Ans per SMS dat ze goed in Praag is aangekomen en tegen drie uur bericht ze dat ze in Liberec bij Kate, haar ouders, Liam en baby Caelan is.

 

Mijn dag bestaat uit het afmaken van het verslag van gisteren, het uploaden van veel foto´s van gisteren, het bijwerken van de website (o.a. het maken en plaatsen van een kaartje van de Zwarte Zee in de rubriek Kaarten en Routes) en het uitvoerig lezen van het nieuws. Wat valt op? De migrantenstroom naar Lampedusa en Malta is drastisch verminderd. Geen wonder, de Italianen gaven aan Khadaffi 5 miljard euro - zogenaamd om het leed van het koloniale verleden af te kopen - en nu mogen ze op zee de migrantenbootjes terugslepen naar Libië. Dat er behalve "gelukszoekers" ook echte vluchtelingen tussen kunnen zitten maakt ze niet uit en dat is een grove overtreding van het internationale asielrecht. Maar ach, onder Berlusconi is het land al volledig een bananenrepubliek geworden.

Verder betichtte nota bene de Turkse premier Erdogan de Chinezen van genocide tegen het opstandige broedervolk de Oeigoeren, in het westen van het land. Een gotspe! Sinds zijn ontkenning van de Turkse genocide in het christelijke Armenië in 1905 bestond al de indruk dat Erdogan niet goed weet wat het begrip betekent.

 

Met Jaap & Diana doe ik boodschappen in de grote Migros supermarkt die we op een halve kilometer afstand hebben ontdekt in het sousterrain van het Caroussel winkelcentrum van Kadiköy. Ik vind er een nieuw vruchtensap dat - vriendelijk voor diabetici - gemaakt is van kweeperen en uitstekend smaakt. Gelukkig hebben ze ook kakkerlakken-lokdoosjes. Ik koop een aantal dozen en zet ze - met viltstift voorzie ik ze van een datum, ze werken namelijk drie maanden - op de gevoelige plaatsen onderin de boot. Vaak vandaag peins ik na over het boek van Hofstadter. "Het ik is een hersenschim", die uitdrukking vind ik zó ongelooflijk op zijn plaats. Weg met alle egotripperij, je bent nergens meer als je hersenen achterui gaan, demeteren of sterven, waarvoor zoveel moeite doen? Ook op een website als deze, misschien nog in de lucht als ik er niet meer ben, overleef je nog een heel kort tijdje in een sterk afgeslankte wijze. Het digitale beeld en de waarheid verschillen hemelsbreed. J.S. Bach brengt het er uiteraard beter vanaf. Ik ben, nu ik ongelimiteerd orgelmuziek op kan zetten, verzot aan het raken op het Lento van de Triosonate BWV 530 waarin die bijna dissonante tegenstem vertelt dat je er ook anders over kunt denken. En daarna komt op de CD die ik heb met Ton Koopman op het orgel van de Grote Kerk in Leeuwarden met de prachtige koraal "Vater unser im Himmelreich" BWV 682 in een poging om me over te halen, maar er is geen God de Vader en geen Hemelrijk. Voor het avondeten bak ik een omelet met Turkse worstjes die mijn liefste ook wel zou lusten. Ze belt op uit Liberec om tien uur (daar negen uur) dat alle in orde is en dat Caelan en ook ouder broertje Liam erg lief zijn. Vanavond laat mijn jongste zoon Bas per SMS ook nog weten dat het hem gelukt is de vluchten Amsterdam > Istanbul (op 29/7) en Varna > Amsterdam (op 11/8) te boeken. Zoveel samenhang in een familie met zoveel afstanden.  Terug naar boven

Ataköy Marina, Istanboel (8)

Het pompje waarmee je de motorolie handig uit het carter van de generator in een plastic fles pompt
Het pompje waarmee je de motorolie handig uit het carter van de generator in een plastic fles pompt

Dinsdag 14-07-2009

Vanochtend op half zes wordt ik wakker van het roffelen van regen op het dak. Snel sluit ik alle luiken en raampjes. Na een uurtje is het over. Nu en dan waait het fors, Bf 5 - 6, uit het noorden. Toch is er ook zon. Lord Byron verliest weer een staartveer, de derde al. Hij zingt beduidend minder en hangt vanwege de harde wind een groot stuk van de dag binnen. Anders krijgt hij luchtpijpmijtHis Lordship begint er wat sjofel en verlopen uit te zien maar hij is wel actief. Jaap en ik geven de motor een servicebeurt. Olie verversen en het vervangen van de brandstof- en oliefilters. We deden het ook al een keer in Lagos en we beginnen er duidelijk handigheid in te krijgen. De juiste olie (15W/40) kan ik hier alleen in een 20 litervat krijgen, kleiner hebben ze niet en bij benzinepompen hebben ze hem al helemaal niet. Ook de olie van de generator verversen we, al heeft hij pas 42 uur gedraaid. Je moet het in elk geval één keer per jaar doen. Het is trouwens erg gemakkelijk, want een olie-extractor is niet eens nodig. Er zit een handig pompje op waarmee je de afgewerkte olie simpel in een plastic fles pompt, weer vullen met schone olie en Klaar is Kees (zie foto hierboven) Het lukt ook nog om het 20 litervat - nog lang niet leeg - onder de kajuitvloer te stouwen. De afgewerkte olie zetten we netjes naast de vuilcontainers, ze worden door havenpersoneel opgehaald.

 

De rest van de dag lees ik geboeid in "The Closing of the Western Mind. The Rise of Faith and the Fall of Reason" van de Britse historicus Charles Freeman (Vintage Books, 2002) Ik ben er eergisteren in begonnen en het is een prima boek om in deze omgeving te lezen, waar zich zoveel van de gebeurtenissen hebben afgespeeld die in het boek voorkomen. Het is fascinerend om te lezen hoe de Griekse intellectuele en wetenschappelijke traditie werd verlaten onder druk van het opkomend christelijk geloof, een verandering die de Westerse wereld in de  eeuwenlange achteruitgang en ellende van de Donkere Middeleeuwen dwong. "Sapientam sapientum perdam", zoals de apostel Paulus verordonneerde, "Ik zal de wijsheid van de wijzen vernietigen" (Brieven aan de Korinthiërs 1 : 19) want alleen in God is immers wijsheid. Het was het begin van een eeuwenlange, tragische en zinloze oorlog van de kerk tegen de wetenschap.

 

Vanavond eet ik mee bij Jaap & Diana. Tevoren was ik verloren in Passacaglia & Fuga in C-klein BWV 582 van Bach. Een werk dat ik nauwelijks eerder hoorde. Nu heb ik de kans en de tijd om dergelijke werken goed te exploreren. Het is een werk vol zegetonen hoewel het in mineur is. Ik geniet volop in de kuip met de speakers aan. De hele tijd hoor ik een thema dat in mijn oren alsmaar klinkt als een doodsontkenning, "Dood. Niet." (In het Duits - als dat helpt - "Tot! Nicht") Dus als twee aparte woorden en niet als een gebod of een bevel, maar als een soort vaststelling dat de dood er niet is en dat die is overwonnen. Elders in het stuk klinkt het meer als "Hij Is niet Dood!" ("Er ist nicht tot!") Dat hoor ik er onwillekeurig in, het slaat waarschijnlijk nergens op. Toch vreemd. Ik zou je haast willen vragen om dit stuk eens af te luisteren om na te gaan of je die ervaring ook hebt.  Terug naar boven

Ataköy Marina, Istanboel (9)

Een sprekend detail op een straathoek in de voormalige Griekse wijk van Istanboel
Een sprekend detail op een straathoek in de voormalige Griekse wijk van Istanboel

Woensdag 15-07-2009

Vandaag opnieuw veel bewolking en wind en af en toe regen het. Toch geen verkeerde dag voor een nieuwe tocht met Jaap & Diana de stad in. Maar eerst maak ik de kooi van Lord Byron goed schoon. De Lord volgt het met belangstelling en waardeert een schone kooi zeer, vooral als je ook een schijfje appel in een van zijn bakjes stopt.

 

We nemen dit keer de trein van het dichtbij gelegen station Bakirköy naar het kopstation Sirkeci bij de Galata Brug. Hier was vroeger de eindhalte van de Oriënt Express. Vanuit de trein zie je Istanboel niet op zijn voordeligst. Bouwvallen, krottenwijken, verlaten industrieterreinen en desolate fabriekshallen, parkeerterreinen, autodumps, alles vermengd met brokkelige fragmenten van de Byzantijnse stadsmuur. Buiten het station hangen drommen mannen rond in de plantsoenen. Wachten ze op werk? De werkloosheid in Turkije is hoog, meer dan 20% van de beroepsbevolking. Hier bij de Galata brug, het treinstation en de centrale busterminal en de plek waar talrijke veerponten en rondvaartboten vertrekken, is het gigantisch druk met toeristen, Turken, verkopers van sesambroodjes, ijs, maïskolven, snoepgoed, ansichtkaarten, loten voor één van de vele loterijen, wat niet al (foto hier) Op de kades zijn terrassen waar je vis kunt eten aan kleine tafeltjes, de vis wordt bereid op grote bakplaten in langs het terras gemeerde keukenbootjes, die sterk schommelen ja, meters omhoog en omlaag steigeren door de voortdurende deining die de af- en aanvarende boten en bootjes samen met de harde wind teweegbrengen. Dat de vis niet in het rond vliegt en de koks niet zeeziek zijn, mag een wonder heten (foto hier)

We nemen een veerboot over de Gouden Hoorn naar het stadsdeel Fener waar we nog meer willen zien van de oude Griekse en Joodse wijken. We lopen een straatje in dat omhoog leidt en om een hoek staan we meteen voor hoge muren en een poort met een wachthuisje. Erachter rijst een hoog gebouw op, geheel opgetrokken uit keurig glanzend gevernist hout. Het is de zetel van het Grieks-orthodoxe patriarchaat, de hoogste instantie van deze kerk en dus in feite vergelijkbaar met de de zetel van de katholieke paus in Rome, die nog steeds in Istanboel is gevestigd. Hardnekkigheid is een eigenschap die wel hoort bij geloof. Soepelheid trouwens ook. Een aantal brede treden leidt naar een drievoudige poort. Aan de zijkant mag je erdoor en het complex betreden. Er is veel bewaking van mannen in keurig gestreken overhemden en stemmige stropdassen. De hoofdpoort is echter potdicht. Die zou door de Ottomaanse sultan in 1821 voor eeuwig zijn gesloten vanwege de steun die de toenmalige patriarch Gregorius V gaf aan de opstand van de Grieken tegen het Turkse juk. Hij werd op deze zelfde plek aan de poort opgehangen (foto hier) Inderdaad is de hoofdpoort geblokkeerd door dikke stangen. We lopen verder en betreden de gewijde stilte van een prachtige orthodoxe kerk, vol goud en prachtige ikonen (foto hier)

 

De Griekse wijk in Istanboel verkeert in staat van verpaupering en verkrotting. Ooit was dit een vrolijke en levendige, multiculturele wijk. Er wonen nu alleen maar Turken, getuige de dikke gesluierde vrouwen die in de portieken zitten te praten (foto hier) Arme mensen, dat is duidelijk. Dat deze wijk ooit Grieks was (vóór de massale, gedwongen volksuitwisseling na de Accoorden van Lausanne in 1924) kun je soms zien aan een treffend detail als op de foto hierboven en hier. Islamieten beelden namelijk geen mensen af. We klimmen door de smalle en knobbelige keienstraatjes naar boven en passeren een enorm bakstenen gebouw (foto hier) Het is het vroegere gymnasium van de Grieken, althans de jongens, en nog steeds zou het open zijn en een handjevol leerlingen hebben. Maar we zien daar niets van, alles is afgesloten. Verderop zien we hier en daar de allerlaatste van de houten huizen, die ooit karakteristiek waren voor deze stad (foto hier) De huizen met de gaslantaarns waar Orhan Pamuk over schrijft. Hier huist nog iets van de melancholie van Istanboel, als je het weet. De meeste houten huizen werden prooi van de vlammen en de rest is volledig verkrot. Hier is ook nog ergens een eeuwenoude Byzantijnse kerk, die altijd orthodox is gebleven en de merkwaardige naam Maria van de Mongolen draagt. Na enig zoeken - het regent ondertussen pijpenstelen -  vinden we hem (foto hier) We bellen aan maar helaas wordt er niet open gedaan. De natte kasseienstraatjes en het grijze licht geven Istanboel een stille en sombere sfeer die misschien karakteristieker is dan als de zon schijnt. Op een pleintje vinden we een koffiehuisje waar we nescafe drinken (foto hier) De Turkse koffiedrab is namelijk niet te zuipen en het staat vast dat je er kanker van krijgt.

 

Ik denk dat er eigenlijk heel veel verloren is gegaan en gaat in Istanboel. De regering van Erdogan steekt nogal wat geld in de restauratie van oude moskeeen maar niet in het conserveren van de relikten van andere eeuwen en andere geloven dan die van de Ottomanen. Begrijpelijk, misschien, maar toch jammer. We lopen bij de Gouden Hoorn opnieuw langs resten van de muren die de Oost-Romeinse keizer Constantinus 2000 jaar geleden liet bouwen. De stenen werden hergebruikt en er zijn huizen op en voor gebouwd, zozeer dat redding en restauratie zijn uitgesloten (foto hier) Hier treffen we ook weer de "IJzeren Kerk", de Bulgaars-orthodoxe Sint Stephanuskerk die gebouwd is van gietijzer. We zien er een man in de tuin zitten en hij laat ons zowaar binnen. Natuurlijk is ook hier een koor vol mooie ikonen maar alles heeft een matte tint (foto hier) Het is een treurige ervaring. De kerk roest, lekt en verzakt. Binnen is alles afgedekt met plastic zeilen. Er staan plassen op de tegelvloeren. Het verhaal uit een toeristenboekje, de Marco Polo Gids voor Istanbul (Van Reemst, 12e druk, 2008) dat de toenmalige sultan eiste dat hij in een maand gebouwd werd (ik schreef dat onlangs) klopt niet. De bouw duurde eind 19e eeuw anderhalf jaar. Men koos voor gietijzer omdat het toen - eind 19e eeuw - in de mode was (vgl. de Eiffeltoren) en omdat de bodem slap was. Desondanks verzakt de kerk nu snel. In het ijzer zitten vele scheuren en dat komt nooit meer goed (2 foto's hier)

 

We lopen terug de hellende straatjes op naar het wijkje met de naam Balat. Vroeger woonden hier de joden van Istanboel. Nu niet meer. Ook hier verpaupering maar er zijn meer winkeltjes en restaurantjes en het lijkt wat op te bloeien. We zoeken de oude synagoge maar die vinden we niet. Aanwijzingen op de gevels van joodse bewoning zien we ook niet. Ineen restaurantje eten we voor 8 euro p.p. bonensoep en een heerlijke kebab-schotel. Verderop zien we een oude hamam, een Turks bad. Even onschuldig als onnozel loop ik binnen en als ik opeens dikke blote vrouwen in de stoomwolken zie, begrijp ik dat het een dames-sauna is en smeer ik hem snel (geen foto) In dezelfde straat zie ik een man met een curieuze rijdende zweefmolen (foto hier) Jaap wordt lastig gevallen door een opdringerige schoenpoetser en een Turkse jongeman die een woordje Hollands spreekt, schiet ons aan en neemt ons mee naar zijn huisje. Zijn vader heeft een winkel in Den Haag. Zijn huisje is een onooglijk optrekje bij een schaduwrijke boom in de modder en leunt tegen de brokkelige muur van een oude kerkruine aan. Hij staat erop ons thee te serveren en zijn vrouw brengt die even later. We hurken en nemen plaats op wat oeroude stenen, die misschien ooit deel waren van een altaar of een kerkmuur, onder de boom voor zijn huisje (foto hier) Ach, alleraardigst, hij heeft vijf kinderen en de jongste die SelimAchmed heet is twee jaar en zit op zijn knie en heeft een vervelend kuchje. Onze gastheer heeft geen werk en vraagt tenslotte of we misschien een donatie willen doen. Ik geef hem 20 Turkse ponden die hij terstond aan zijn vrouw doorgeeft. Dat valt me mee. Eigenlijk is het nieuw dat Turken - afgezien van bedelaars - om geld vragen. Het gaat toch slecht in Turkije, maar dat zie je niet in de moderne nieuwe wijken zoals die van ons, Bakirkoy. We zoeken nog een tijd naar de oude synagoge die hier ergens moet zijn. Opeens lopen we ertegenaan, althans tegen de poort met Hebreeuwse tekst erboven (foto hier) De poort is gesloten, de muur eromheen is hoog en er is niemand te zien. We varen terug naar de Galata Brug en nemen een overvolle bus terug, stampvol zwetende mensen die ook zo snel mogelijk naar huis willen. Ach, de huidige generatie leeft in de moderne buitenwijken en heeft geen boodschap aan het verleden, niet aan het Ottomaanse en nog minder aan het Romeinse verleden. Waarom zouden ze ook? In de buitenwijken gaat het veel beter. Dat zie je aan de goed voorziene winkels en de massa kooplustigen daar. In de oude stad blijven de armen, de werkelozen en de mislukkelingen achter. Zelfs de studenten van de universiteiten willen er niet wonen. En van een Turkse Jan Schaeffer heb ik niet gehoord.  

 

Ans vliegt vanavond van Praag naar Amsterdam. Ze logeert nu in Gorcum bij haar oudste dochter Barbara. Als ze om middernacht nog niet heeft gebeld, telefoneer ik ongerust. Ach, zoveel te vertellen, helemaal vergeten, nog geen tijd gehad. Ja, ja. Terug naar boven

Ataköy Marina, Istanboel (10)

Dit is de shunt van de accubewaker, die de laadstromen meet behalve die van de zonnepanelen. Verplaatsen van de mindraad van de zonnepanelen zoals de pijl aangeeft, lost het probleem op
Dit is de shunt van de accubewaker, die de laadstromen meet behalve die van de zonnepanelen. Verplaatsen van de mindraad van de zonnepanelen zoals de pijl aangeeft, lost het probleem op

Donderdag 16-07-2009

Vannacht en vanochtend opnieuw harde noordenwind. Vandaag is het bewolkt. Een lagedrukgebied boven de het oostelijk deel van de Zwarte Zee schuift maar langzaam op, maar er is beter weer op komst met temperaturen boven de 30°. In de Twentse media, toegankelijk nu ik weer snel Internet heb, lees ik dat de Onderzoekscommissie Lemstra die de affaire van de neuroloog JS in opdracht van MST onderzoekt, opnieuw de eindrapportage heeft uitgesteld. Vanwege de grote hoeveelheid materiaal wordt het nu mogelijk augustus of september. Nog even geduld.

 

Klustijd. Ik haal nieuwe brandstof- en oliefilters bij een zaakje op de haven. Belangrijk om in reserve te hebben. Daarna bestudeer ik uitvoerig de problematiek van de accubewaker en het feit dat hij de laadstroom van de nieuwe zonnepanelen niet meet. Fons stuurde me daar dit voorjaar een mailbericht over dat ik nog eens doorlees. Volgens hem is de mindraad van de panelen onjuist aangesloten, namelijk direct op de minpool van de accu´s zelf, in plaats van op de loading side van de shunt. Om dat te controleren moet ik het voeteneind van ons bed uit elkaar halen. Daarna wordt het me inderdaad snel duidelijk. Fons heeft volledig gelijk, de mindraad van ded zonnepanelen zit wel op de shunt maar precies aan de verkeerde kant. De laadstroom passeert dus de shunt niet en wordt niet gemeten. Nu heb ik een heilig ontzag voor electriciteit. Je zult toch een schok krijgen! Of kortsluiting veroorzaken! En moet ik de zonnepanelen niet eerst bedekken? Het is echter bewolkt, dus de panelen leveren niet veel en het omzetten is echt een fluitje van een cent (zie foto met pijl hierboven) Ik ben ervan overtuigd dat het probleem nu de wereld uit is. Morgen zal ik het controleren door de walstroom af te koppelen.

Want er is meer te doen, vandaag. Al een tijd wil ik gemakkelijker met mijn hekanker kunnen werken. Regelmatig vind je hier kades waar het door rotsen of onderwater ballast ondiep is. Aanleggen met de kont naar de wal is dan link. Om schade aan je roer te vermijden wil je dan graag met de boeg naar de kade op je achteranker aanleggen. Af en toe zag ik zo´n handig bandwiel op de hekstoel bij sommige jachten, met een platte band van 50 meter of meer. die gemakkelijk afwindt. Maar tot dusver vond ik ze nergens. Ook hier in de haven hebben de Turkse jachten er meestal een, ze moeten dus hier te vinden zijn. Enfin, het kost me een lange tocht die langs een aantal zaakjes voert die met van het lastje naar de muur sturen. Tenslotte neem ik de snelle seabus naar Kadiköy aan de Aziatische zijde van de Bosporus. Vandaar loop ik naar twee jachthavens in Fenerbahçe (inderdaad, niet ver van het gelijknamige voetbalstadion) en bij de vierde zaak - Kalamis Marin -  vind ik wat ik zoek. Een Quickline Flat Rope & Reel heet het en het product komt uit Amerika. Ze hebben ze niet op voorraad maar kunnen er wel snel aankomen. De prijs valt mee, ongeveer 300 euro all in. Ik had het hoger verwacht. Omdat Jaap er ook eentje wil en ik nog even goed over de maat wil nadenken, spreek ik af dat ik morgen bel. Tegen half zes kom ik ietwat versleten weer aan boord terug. Jaap & Diana hebben hun dochter Astrid - vannacht gearriveerd - veertien dagen te gast en zij gaat vanavond pasta maken. Ik mag meeëten. Terug naar boven

Ataköy Marina, Istanboel (11)

Het Haydarpasja Gari in Kadiköy, het beginstation van de Bagdadspoorlijn
Het Haydarpasja Gari in Kadiköy, het beginstation van de Bagdadspoorlijn

Vrijdag 17-07-2009

In het Gastenboek meldt collega en sitelezer Hartvelt dat er een goedkopere hekanker-oprolbandhaspel - dit woord heb ikzelf verzonnen, wie weet een korter? - bestaat, te weten de Ankarolina die in Duitsland wordt verkocht. Hij heeft gelijk, de zwaarste versie kost daar € 179,90. Je vindt hem ook bij de verzendwinkel van Compass ("Wij zijn Watersport") in Nederland, daar kost hij € 189,95. Beide excl. verzendkosten. Jaap en ik hebben ernaar gekeken maar kiezen toch voor de veel robuustere Quickline Flat Rope & Reel (hier vind je ook de gebruiksaanwijzing in PDF), ook al is die 100 euro duurder.

De zwaarste versie van de Ankarolina heeft een haspeldiameter van 43 cm, een bandlengte van 56 meter en een maximale belasting van 2500 kg. De Quickline heeft zwaardere versies, maar we hebben allereerst gekeken naar de maximale belastbaarheid van onze ankers. Het heeft geen zin om een zwaardere versie te nemen dan je anker aan kan. Mijn Fortress FX-23 anker op de hekstoel heeft 3500 kg als maximale belastbaarheid (in zandgrond, in modder is het beduidend minder) Daar past de Quickline QL3560 het best bij: breaking force = 3500 kg, haspeldiameter 47 cm, bandlengte 60 meter, bandbreedte 35 mm.

 

Dus nemen Jaap en ik de snelle seabus naar Kadiköy en een taxi naar Kalamis Marin en bestellen allebei zo´n haspel. Ze worden maandagavond bij ons gebracht. Later, als ik de gebruiksaanwijzing download en print, lees ik dat men een kettingvoorloop van een meter of vijf adviseert om slijtage door de zeebodem tegen te gaan. Dat moeten we dus niet vergeten. Op de terugweg kopen we in een andere watersportwinkel de gastenvlaggetjes van Roemenië en Oekraïne, die nog ontbraken. Die van Georgië - je weet maar nooit - hebben ze niet. We moeten een uurtje op de seabus wachten en eten bij een stalletje een smakelijk broodje Döner kebab. Aan de overkant ligt het fraaie stationsgebouw van wat ooit bedoeld was het beginpunt van de Bagdad-spoorlijn te worden, het Haydarpasja Gari, gebouwd in 1908 door Duitse architecten (foto hierboven) Het ontbrekende deel van de spoorlijn in Irak werd in 1940 inderdaad afgebouwd maar vanwege de voortdurende politieke spanningen tussen Turkije, Syrië en Irak zelden of nooit gebruikt.

 

De hele dag is de walstroomlader uitgeschakeld, maar de zonnepanelen houden - met de koelkast aan - de accu´s op 100%. Ik zal dat zo laten gedurende de nacht en zien of ze morgen in staat zijn ze weer geheel bij te laden. Terug naar boven

Ataköy Marina, Istanboel (12)

Vruchten van de Morus Alba, de witte moerbei
Vruchten van de Morus Alba, de witte moerbei

Zaterdag 18-07-2009

Gisteravond raken we - Jaap, Diana, Astrid en ik - in een bijzonder restaurant verzeild in de lange winkelstraat van Bakirköy, op een kwartier lopen van de haven. Niet alleen krijgen we allemaal lekkere hapjes voorgezet (hier ook mezes gaamd, net als in Griekenland) maar er is live muziek, vier musici en een zanger die traditionele Turkse muziek ten gehore brengen. Zee aanstekelijk! Eén van de muzikanten bespeelt op intrigerende wijze een citerachtig instrument met een trapeziumvormige klankkast, Kanun genaamd. Het zou afstammen van de Egyptische harp. Enfin, we hebben een vrolijke avond en het is laat als we bootwaarts gaan.

 

Vandaag wordt de moeder van Ans 90 jaar. Ze verkeert in goede gezondheid en heeft het prima naar haar zin in het verzorgingshuis. Natuurlijk bel ik om haar te feliciteren. Ans en haar broer Cees met zijn gezin zijn er juist op verjaardagsbezoek. De service-accu´s staan vanochtend op 96%, de zonnepanelen hebben vannacht uiteraard niets geleverd. Nu - om bijna zes uur in de middag - hebben de panelen ze opgetrokken naar 98%, met de koelkast aan. Niet slecht, temeer waar de dag nog niet om is en ze op dit moment nog 3 Ampère leveren. Ik vind op Internet de naam van de zoete bleekgele vruchten, die we een aantal dagen geleden van een meisje op straat kochten tijdens onze tocht langs de Byzantijnse stadsmuren (zie foto hier) Het is de witte moerbei (zie foto hierboven) Verder maak ik er een luie dag van. Het is warm en windstil, ruim 30°. Afwisselend lees ik verder in Freemans´"The Closing of the Western Mind" en in "The Haj" van Leon Uris, "The Mighty Saga of Arabs and Jews" (Bantam Edition, 1985) Terug naar boven

Ataköy Marina, Istanboel (13)

Dulce op zondag
Dulce op zondag

Zondag 19-07-2009

De hele godganse warme zondag lang heb ik lekker liggend in de kuip gelezen. Spannend boek, dat "The Haj" van Leon Uris. Wat ik niet meer goed wist is dat de Arabische landen destijds in 1949/1950 zelf actief de terugkeer van de ontheemde Palestijnen hebben tegengewerkt en verhinderd, met het doel de collectieve haat tegen de "Zionistische entiteit" in stand te houden. Israël was bereid ze weer op te nemen in het kader van een vredesaccoord. Verder legt Uris in het boek de eerste Israëlische premier David Ben-Gurion een visionaire uitspraak in de mond: "He fears Israël will end up as a Levantine nation doing things just as they (de Arabieren) do them" (p. 424) Nu, ruim vijftig jaar later, kun je vaststellen dat het inderdaad zo is gegaan.

 

De accubewaker laat zien dat de zonnepanelen rond het middaguur 7,7 Ampère laden. Om een of andere reden is er vandaag geen Internet. Verder geen nieuws. Morgenavond komt Ans terug. Terug naar boven

Ataköy Marina, Istanboel (14)

De familie- en ontvangstzaal van de sultan in de harem van het Topkapi Paleis
De familie- en ontvangstzaal van de sultan in de harem van het Topkapi Paleis

Maandag 20-07-2009

De foto hierboven toont de familie- en ontvangstruimte van de Osmaanse sultans in de harem van het Topkapi Sarayi, ofwel het Topkapi Paleis. Op de grote bank zat de vorst zelf en op de banken aan de zijkant, langs de vensters, zaten zijn echtgenotes en de favoriete concubines, onder leiding van de moeder van de sultan. Ik betwijfel of het altijd even gezellig was. Dit is ook de plek waar de bekende opera van Mozart, "Die Entführung aus dem Serail" geacht wordt zich af te spelen. Het paleis en zeker de harem, in strikte zin de privé-vertrekken van de vorstelijke familie, waren altijd vergeven van intriges, verplichtingen, ceremonies en tradities. De Ottomaanse sultans mochten volgens de Islamitische wet vier echtgenotes hebben en een niet-gelimiteerd aantal concubines, soms meer dan 300 maar die waren er niet allemaal tegelijk. Ook de prinsen, de zonen van de sultan, werden opgevoed in de harem. Aangezien de troonopvolger niet automatisch de oudste prins was, brak er vroeger bij de dood van een sultan een broederlijk bloedbad uit. In het geval van sultan Beyazit II begon dat bloedbad al voor hij stierf en de overwinnende zoon dwong hem vervolgens tot aftreden. Sommigen veronderstellen dat hij zelfs zijn vader ombracht. In elk geval bracht een nieuwe sultan uit voorzorg al zijn broers om. Andere sultans sloten hun broers in kooien op in de harem, waar ze werden bewaakt door de eunuchs die ook op de vrouwen pasten. In later eeuwen werden deze praktijken afgeschaft en viel de troon toe aan de oudste mannelijke prins.

 

Het is vandaag een bewolkte en winderige dag, zeer geschikt voor een bezoek aan het uitgebreide paleizencomplex. het werd bewoond tot de dood van Mahmut II in 1839. De latere sultans verkozen een moderner paleis in Europese stijl zoals het Dolmabahce aan de oever van de Bosporus. Het Topkapi ligt op de oostelijke punt van de oude stad, aan drie kanten omgeven door water: de Zee van Marmara, de Bosporus en de Gouden Hoorn. De uitzichten zijn fenomenaal (zie twee foto´s hier) Ook in de harem maakte ik wat foto´s, onder andere van het toilet van de sultan (3 foto´s hier) Het is niet erg druk in het complex, met uitzondering van het gedeelte dat is ondergebracht in moskee-achtige ruimtes en dat Mukaddes Emanetler Dairesi heet, de Heilige Bewaarplaatsen. Hier worden heilige relikwieën van de Islam bewaard, zoals een voetafdruk van Mohammed, gemaakt op de plek in Jeruzalem die nu de Dome of the Rocks heet en waar de profeet ten hemel voer voor een onderhoud met Allah. Maar ook de staf van Mozes, waarmee hij de wateren van de Rode Zee scheidde voor de doortocht van het volk Israël bij de vlucht uit Egypte, een gouden kist met een mantel van Mohammed en een stuk van de onderarm van Jozua. Drommen mensen vergapen zich eraan, er is haast niet bij te komen. De Islam heeft het in de gaten, net als de katholieken: hoe meer poppenkast, hoe beter voor het geloof. Foto´s maken mag natuurlijk niet.

 

Vanavond worden de hekankerbandrolhaspels voor Jaap en mij afgeleverd en om tien uur landt Ans op het vliegveld. (Zojuist meldt ze vanaf Schiphol dat ze een halfuur vertraging heeft) Morgen arriveren Rommert & Esther. Terug naar boven

Ataköy Marina, Istanboel (15)

Het vliegtuig van Ans is zojuist geland (zie onderaan de lijst)
Het vliegtuig van Ans is zojuist geland (zie onderaan de lijst)

Dinsdag 21-07-2009

Even voor tien uur gisteravond ben ik op Atatürk International Airport. Op het bord met het overzicht van aankomende vliegtuigen staat dat Ans´ vlucht een halfuur vertraagd is. Uiteindelijk landt het om 22.27 uur (zie bord hierboven) Daarna moet ik nog een uur wachten voordat ze verschijnt. Ze is moe en uitgedroogd, de Turkse douane doet alles uiterst kalm aan en ze heeft al die tijd in de rij moeten staan. We drinken aan een counter een Cola zero en zoeken vervolgens een taxi. Voor de eerste keer is het er een bij wie de meter het zogenaamd niet doet, maar omdat ik uit ervaring precies weet wat de rit kost levert het geen probleem op. Thuis - aan boord - begint ze meteen met uitpakken (foto hier), alles moet eerst op zijn plek voordat de verhalen verteld kunnen worden bij een glas wijn resp. cola.

 

Vanochtend waait het flink uit noordoostelijke richting. In de Egeïsche Zee waait de meltemi Noord tot Noordoost Bf 6 tot 7.  Jaap en ik schroeven allebei onze Quickline hekankerrolbandhaspels op de hekstoel (foto hier) Een maand of wat geleden vond Jaap ergens in een Italiaanse haven onderweg op de bodem een flink eind  ankerketting. Daaruit stellen we twee kettingvoorlopen van een meter of vier samen. Het ziet er allemaal prima uit.

 

Rommert & Esther laten even voor half elf Turkse tijd per SMS weten dat ze in het vliegtuig zitten. Om  kwart voor twee ben ik er en zie dat ze al geland zijn. Toch is er nog tijd genoeg, want ze moeten eerst een visum halen en daarna pas door de douane. Bij de balie van TurkCell informeer ik nog maar eens of ze prepaid SIM-kaarten verkopen voor mobiel internet. Tot dusver kregen we overal in Turkije nee op het rekest. Maar hier is het anders, ze hebben die kaarten voor een schappelijke prijs met een geldigheid voor zes maanden. Goed om te weten. Na 45 minuten sluit ik mijn oudste zoon en zijn vriendin in de armen. De middag gebruiken we om hen in te schepen en om bij te praten. Vanavond gaan we met zijn vieren uit eten. Terug naar boven

Ataköy Marina, Istanboel (16)

Rommert en Esther voor De Blauwe Moskee.
Rommert en Esther voor De Blauwe Moskee.

Woensdag 22-07-2009

Gisteravond eten we met Rommert & Esther in een restaurant in Bakirköy. Na het eten roken we er een waterpijp (zie foto hier) Ik neem ook een trek, maar het bevalt me matig. Ik heb 27 jaar gerookt, voornamelijk shag en ben in één dag gestopt in mei 1996. Ik denk niet dat ik snel zou bezwijken als ik na al die jaren nog eens op zou steken, het smaakt me echter niet meer.

 

De meltemi waait met onverminderde kracht Bf 6 tot 8 door uit het noordoosten. Vandaag maken we na de boodschappen een tocht naar de Blauwe Moskee en de Hagia Sofia (foto hierboven) Voor het betreden van dit meesterwerk van Islamitische architectuur, de zeventiende eeuwse moskee met zijn zes sierlijke minaretten, moeten de schoenen uit (neem je mee in een plastic zakje) en de pet af, terwijl bij de dames schouders en haren bedekt dienen te zijn (foto hier) Korte broeken zijn niet geoorloofd bij beide geslachten. De moskee werd gebouwd op last van de Ottomaanse Sultan Ahmed I als tegenwicht voor de Hagia Sofia. De sultan werd van hovaardij beticht door moslimleiders vanwege de zes minaretten, evenveel als de grote moskee bij de Ka´ba, de heiligste plaats van de Islam in Mekka. Daarom financierde de sultan snel de bouw van een zevende minaret in Mekka. Binnen heerst eigenlijk een gezellige, gemoedelijke sfeer. De ruimte is immens, weids en hoog, gestut door vier mammoetpilaren, maar op het enorme tapijt zitten her en der groepen mensen en rennen kinderen rond (2 foto´s hier) De helft van de ruimte is afgezet voor gelovigen die komen om te bidden. Er hangt een doordringende lucht van zweetvoeten. Daarna lopen we naar de Hagia Sofia (foto hier) Net als 40 jaar geleden maakt die een veel diepere indruk op me. De geschiedenis van millennia hangt er tussen de enorme muren (3 foto´s hier), de basiliek is bijna 11 eeuwen ouder dan de Blauwe Moskee. Tot de bouw van de kathedraal van Sevilla (die we in 2008 vanuit Lagos bezochten) was het de duizenden jaren lang de grootste kerk ter wereld, de tegenhanger van de Sint Pieter in Rome. Al vrij snel na de verovering van Constantinopel in 1453 maakten de Osmanen van de basiliek een moskee. Via een trappenhuis komen we op de gaanderij die hoefijzervormig langs de muren loopt en vanaf waar vroeger de Byzantijnse keizers de diensten volgden (als ze die niet zelf voorgingen) In de zuidelijke vleugel zijn mooie mozaïeken bewaard gebleven, zoals het Keizerin Zoë mozaïek (foto hier) waarop Christus Pantocrator, gekleed in een donkerblauw gewaad zetelt tussen Keizer Constantinus IX Monomachus en Keizerin Zoë. Laatstgenoemde zou een adembenemende schoonheid zijn geweest. Ze was driemaal getrouwd en uiterst bedreven in hofintriges en de moorden die ermee gepaard gingen. Door de militaire verzwakking waar hij verantwoordelijk voor was, wordt de regering van Constantinus IX een regelrechte ramp voor het Byzantijnse Rijk genoemd. Uiteindelijk leidde dat tot het verlies van Klein Azië. Toch zijn hun afbeeldingen tot de dag van vandaag op deze geduldige muren, die aardbevingen en oorlogen trotseerden, bewaard gebleven en men mag enige troost vinden in het gegeven dat het niet eens zeker is dat de afbeeldingen hen wel echt voorstellen.

  

In de oostelijke helft van de gaanderij stuit ik op een marmeren steen in de vloer, die de naam Henricus Dandolo draagt (foto hier) Ook hij was iemand met een dubieuze reputatie. Vrijwel blind maar ongelooflijk geslepen wist hij, als 39e Doge van Venetië, de leiding over de Vierde Kruistocht naar zich toe te trekken. Onderweg veroverde hij en passant hij de tegen Venetië rebellerende stad Zara (tegenwoordig Zadar) aan de Adriatische kust en vervolgens stuurde hij de krijgsmacht niet naar Het Heilige Land maar wist hij in 1204 ermee Constantinopel te veroveren, de Byzantijnse keizer af te zetten en een nieuw Latijns Rijk te stichten, genaamd Romania, dat voor 3/8e deel eigendom van zijn Republiek Venetië was. Hij brandschatte de stad en roofde talrijke relikwieën zoals het doodskleed van Jezus, en zond ze naar het westen waar ze tot op de dag van vandaag in kerken tentoon worden gesteld. De Paus in Rome gaf hem steun omdat hij hem voorspiegelde dat hij Byzantium en Rome weer wilde verenigen, maar dat kwam er niet van en de na enige tientallen jaren wisten de erfgenamen van de afgezette keizer met hulp van het Anatolische Niceae de stad weer in handen te krijgen. Maar nadien was het Byzantijnse Rijk nooit meer de formidabele macht die het voorheen was. En nu herinnert een steen in de Hagia Sofia aan deze aartsintrigant. Ook hier weer enige troost: toen de Ottomanen in 1453 uiteindelijk Constantinopel weer innamen, werd zijn graf leeggehaald en zouden zijn botten aan de honden zijn gevoerd. Het is niet eens zeker of zijn graf wel op deze plek was.

 

We drinken wat fris en thee in een theetuin en treinen weer terug naar Ataköy Marina. Rommert en ik blijven nog lang op, praten en draaien muziek. Terug naar boven

Ataköy Marina, Istanboel (17)

Ataköy Marina, Istanboel (17)

Donderdag 23-07-2009

Ook vandaag loeit de meltemi ons om de oren met Bf 6 tot 8. Rommert & Esther zijn samen naar de Grote Bazar. Aan het eind van de middag keren ze met een waterpijp terug, die ze voor een alleszins redelijke prijs kochten.

 

Wij blijven aan boord en lezen. Ik lees "The Haj" van Leon Uris uit (Bantam Books, 1985) Velen vonden het een vooringenomen boek, maar dat viel mij nog wel mee. Zijn eerdere boek "Exodus" (1958) was veel eenzijdiger; over Israël viel daarin geen enkel kritisch woord. Nu spreekt hij in elk geval afkeurend over de extremisten van organisaties als Irgun en de orthodoxe joodse groeperingen. Dat hij in wezen toch achter Israël staat verhindert niet dat hij over de Palestijnen en de regeringen van de omringende Arabische staten behartigingswaardige dingen zegt (in navolging van T.E. Lawrence, overigens):

 

"The Arabs have no halftones in their register of vision... They exclude compromise and pursue the logic of their ideas to its absurd ends, without seeing the incongruity of their opposed conclusions." (p. 507)

 

Ik denk dat dat ook voor de hardliners in Israël opgaat. Maar wat ik aan de andere kant aperte onzin vind, is dit: "Islam is unable to live at peace with anyone" (p. 506) Kom nou! Wie dat beweert kent de geschiedenis van de Islam niet en de lange eeuwen van tolerant en vreedzaam samenleven met andere religies. Die miskent ook wat er vanaf de jaren ´80 hier in het huidige Turkije gebeurt, een land waar ruim 90% van de bevolking moslim is en waar desondanks en soms met gebreken toch overheersend sprake is van een functionerende democratie. Ik denk verder ook dat de meeste religies hun meer of minder omvangrijke groepen van onverdraagzame fundamentalistische scherpslijpers kenden en kennen en dat de Islam daarop geen uitzondering vormt.  Terug naar boven

Ataköy Marina, Istanboel (18)

In de ondergrondse cysterne van Keizer Justinianus I
In de ondergrondse cysterne van Keizer Justinianus I

Vrijdag 24-07-2009

Vandaag bezoeken we de Yerebatan Sarniçi, de ondergrondse cysterne (foto hierboven en een andere hier) Die werd in het jaar 532 AD gebouwd door keizer Justinianus I voor de opslag van drinkwater (80.000 m³) dat werd aangevoerd met aquaducten uit bronnen op 19 kilometer afstand. Het is een van de honderden cysternen in Istanboel en deze werd in de jaren ´80 van de vorige eeuw gerestaureerd en voor het publiek opengesteld. Toen ik in 1968 en 1972 Istanboel bezocht was hij afgesloten. We stappen uit de tram bij de de Blauwe Moskee en lopen over het drukke trottoir naar de ingang van de cysterne. Veertig jaar geleden was het hier stil. Ik herinner me een grote, lege vlakte met aan de rand de weg waar we nu lopen. Tot mijn verrukking zie ik opeens, temidden van alle restaurantjes en cafeetjes, de Pudding Shop. Vroeger het enige etablissement in dit gebied, dé ontmoetingsplaats voor de hippie´s en de plaats om haschish en marihuana aan te schaffen. Het huidige tentje onderscheidt zich echter in niets van de tientallen ernaast en er wordt zonder twijfel niet meer gedealed in geestverruimende middelen.

 

De ondergrondse cysterne is erg mooi. Er staat kniediep water in, waarin de mooi aangelichte lange rijen pilaren zacht worden weerspiegeld. Je loopt over een plankier door het woud van pilaren heen. Er zwemmen vette karpers in het water rond en op de bodem liggen her en der langs het hele traject muntjes, die toeristen in het water wierpen. Keizer Justinianus haalde de pilaren uit talloze ruïnes in en rond de stad, zodat er veel verschillende staan om de gewelven te ondersteunen. Overal lekt en sijpelt water naar beneden en dat voortdurende onregelmatige druppen geeft onverwachte kringen in het stille water en een haast muzikale sfeer. Onwillekeurig krijg ik de associatie met de Mijnen van Moria uit Tolkien"In de ban van de ring"  Helemaal achterin, aan de noordwestzijde van de cysterne, vinden we twee pilaren die geplaatst zijn op twee grote Medusa-hoofden, uitgehouwen in steen. Vreemd, de ene Gorgo-kop staat op haar kop, de andere op haar zij (foto hier) De vraag rijst wat de betekenis daarvan is. Niets, vermoed ik. Justinianus was een steunpilaar voor het Christelijk geloof en vervolgde de heidenen waar hij kon. Het lijkt me dat de Gorgokoppen gewoon op voor de bouw bruikbare stenen stonden en dat je er verder niks achter moet zoeken.

 

Na de cysterne drinken we fris en thee in dezelfde theetuin als gisteren, onder schaduwrijk lover behaaglijk gezeten op een wijde bank met kussens (foto hier) Door een drukke straat  lopen we naar de Galata Brug. Onderweg passeren we een moskee waar de gebedsdienst juist aan de gang is. De moskee is kennelijk vol, tientallen moslims zitten richting Mekka gekeerd te bidden in rijen op het trottoir, kennelijk niet gestoord door het drukke stadsverkeer dat vlak langs hen heen raast (foto hier)

 

Vandaag is het ruim 30° De meltemi is sterk afgezwakt en dat merk je meteen aan de toegenomen hitte. Jaap, Diana & Astrid hebben een tocht op de Bosporus gemaakt met een rondvaartboot. Ze raakten onder de indruk van de sterkte van de tegenstroom en dat leidde tot hun besluit om straks niet verder met ons mee naar de Zwarte Zee te gaan. Terug naar boven

Ataköy Marina, Istanboel (19)

De ontvangst van Richard I Leeuwenhart in de Hagia Sofia, eind 12e eeuw
De ontvangst van Richard I Leeuwenhart in de Hagia Sofia, eind 12e eeuw

Zaterdag 25-07-2009

Gisteravond zaten Rommert en ik nog lang te praten over het verleden. Het is goed dat dat eindelijk eens kan. Vandaag is het ruim 30°, het is drukkend heet zonder wind. Rommert heeft last van zijn ingewanden. Niemand heeft lust om iets te ondernemen. Pas tegen de avond, als het koeler wordt, leven we wat op. Vanavond gaan we uit eten in Bakirköy. Ook in de haven gebeurt weinig. Passanten komen er niet veel, een Fransman en een Bulgaars waren de enigen die we zagen. Een enkele Duitse of Oostenrijkse charteraar wisselt van gasten. Aan onze steiger en de volgende liggen de zeiljachten bij elkaar. De andere pontoons zijn bezet met motorjachten, die zelden uitvaren en als ze het doen keren ze na een uurtje weer terug. Veel boten hebben Amerikaanse vlaggen achterop en tonen thuishavens in Delaware of Washington. Het zijn echter geen Amerikanen, maar Turken die op deze manier geen BTW hoeven te betalen. Voor boten is die hier 25% 

 

Ik heb de lectuur hervat van "The Closing of the Western Mind. The Rise of Faith and the Fall of Reason" van Charles Freeman (Vintage Books, 2002) Het inspireert me om op Internet eens op zoek te gaan naar een afbeelding van de Hagia Sofia in de tijd van het Byzantijnse Rijk. Dat viel nog niet mee, de meeste zijn uit de Ottomaanse periode, maar uiteindelijk vond ik de bijgaande tekening. Het is niet duidelijk van wie hij is, maar het zou een afbeelding zijn van de ontvangst van kruisridder en koning Richard I Leeuwenhart in Constantinopel in de 12e eeuw. Naar ik aanneem aan het begin van de Derde Kruistocht, waaraan hij deelnam.

 

De NRC meldt dat het hoofd van koning Badu Bonsu II in Ghana is aangekomen. Het hoofd heeft lang in het Volkenkundig Museum van Leiden gestaan, ik schreef er al eerder over. ,,Eindelijk kan de ziel van onze grote voorvader en krijger in vrede rusten, omdat hij nu thuis is'', aldus de leider van de delegatie die het hoofd donderdag in Nederland ophaalde, Nana Estin Kofi. Je gelooft toch niet wat je leest, soms, vooral dat volwassen politici van ons eigen CDA en wetenschapsminister Plasterk eraan hebben meegewerkt. Terug naar boven

Ataköy Marina, Istanboel (20)

De musici van Umit Coskun in restaurant Camelia Garden. Tweede van links is de Kanun
De musici van Umit Coskun in restaurant Camelia Garden. Tweede van links is de Kanun

Zondag 26-07-2009

In restaurant Camelia Garden speelt dezelfde Turkse muziekgroep als vorig weekend. De groep heet Ümit Çoşkun (foto hierboven) en heeft er vanavond goed de gang in. We zijn met zijn zevenen: Jaap, Diana, hun dochter Astrid en wij met zijn vieren. Aan het slot van de avond roken we opnieuw een waterpijp en vooral Diana legt zware rookgordijnen (foto hier) Op de terugweg zien we op een parkeerterrein hoe een poes een ringslangetje aanvalt (foto hier)

 

Vanochtend steekt om zeven uur zomaar opeens de meltemi weer op met Bf 7 uit het noorden. Het is bewolkt en fris. Een paar uur later loopt een Bavaria 42 uit de Oekraïne binnen met een gescheurde genua. Aanvankelijk wilden we vandaag een vaartocht over de Bosporus maken, maar met zoveel wind laat ik niet graag de boot in de steek. Als er iets losslaat heb je zomaar schade. Derhalve bestaat de dag uit spelletjes doen (Rommert & Esther) en lezen (Ans en ik) De Internetserver in het havenkantoor is weer een keer down. Er is niemand die hem kan resetten, geen Internet dus. Eind van de middag gaan Rommert & Esther winkelen. ´s Avonds spelen we Carcassonne, een taktiekspel dat Rommert en Esther hebben meegenomen (foto hier) De Oekraïners in de boot achter ons zijn de hele nacht erg luidruchtig, ze draaien in de kuip harde, brallerige popmuziek uit eigen land en voeren dronken gesprekken, tot half zeven in de ochtend toe. Dat kan wat worden in dat land. Terug naar boven

Ataköy Marina, Istanboel (21)

Vlnr. Ans, Esther en Rommert op de bank in het gangboord, bij het afvaren van de veerboot
Vlnr. Ans, Esther en Rommert op de bank in het gangboord, bij het afvaren van de veerboot

Maandag 27-07-2009

Het waait vanochtend beduidend minder hard dan gisteren. We besluiten daarom vandaag de tocht over de Bosporus te maken en treinen naar het kopstation van Sirkeci bij de Galata brug. Daar drinken we koffie onder de brug en schepen ons in op een grote veerboot (foto hierboven), die helemaal naar het noordelijk eind van de Bosporus vaart, onderweg aanleggend bij de kades van dorpen en stadjes - vroeger, voor de grote uitruil van Grieken en Turken in de jaren ´20 van de vorige eeuw allemaal onbetekenende Griekse vissersdorpjes. Na de drukte van de door elkaar wriemelende veerboten en bootjes bij de Gouden Hoorn is het tamelijk rustig op het water. Zeescheepvaart is er al helemaal niet. Duidelijk is dat er in het midden van het vaarwater een forse zuidstroom staat. We passeren het stijlvolle Dolmabahçe Sarayi op de Europese oever, het moderne paleis in westerse stijl dat de Osmaanse sultans rond 1860 lieten bouwen en waar Mustafa Kemal, ofwel Atatürk, de oprichter van de moderne staat Turkije, in 1938 stierf aan levercirrose als gevolg van de grote hoeveelheden wijn en raki die hij in zijn leven dagelijks innam. Dan naderen we de eerste verkeersbrug over de Bosporus, de Boğaziçi Bridge oftwel Bosporus Brug uit 1973, die 58 meter hoog is. Even ervoor, bijna eronder zou je zeggen, staat de sierlijke Ortaköy moskee (foto hier) De tweede verkeersbrug ligt drie mijl noordelijker, de Fatih Sultan Mehmet Bridge uit van 64 meter hoog uit 1988. De brug is genoemd naar Sultan Mehmet II de Veroveraar, die in 1453 het Constantinopel innam, de hoofdstad van het zieltogende restje van het ooit zo machtige Oost-Romeinse Rijk. Even zuidelijk van de tweede brug is het smalste deel van de Bosporus, ongeveer 600 meter, en hier ligt aan de Europese zijde een indrukwekkend kasteel, het Rumelihisari Fort, dat de eerder genoemde Sultan  Mehmet - nog geen tien kilometer van de Byzantijnse hoofdstad - een paar jaar voor de verovering liet bouwen. Nu volgen er beiderzijds prachtige oevers met bossen, tuinen, villa´s en paleisjes van vroegere Ottomaanse machthebbers, prinsen en prinsessen, minaressen en viziers. Aan het water grenzen talrijke mooie landhuizen met prieeltjes, die een lust voor het oog vormen (2 foto´s hier) Ook staan er dure,  moderne appartementengebouwen tussen. Het is natuurlijk een schitterende plek om te wonen, zo onmiddelijk aan de oevers van de Bosporus.

 

De boot volgt de kronkels van de Bosporus, legt aan Kanlica, Yeniköy en Sariyer, plaatsjes met veel drukbeklante terrassen en eethuizen. Ach, de Bosporus! In de verschillende eeuwen waren er verschillende verhalen over het ontstaan van deze strategische verbinding. Bosporus komt van de Griekse woorden bous (stier) en poros (rivier of fjord of voorde) Zo staat er eigenlijk in het Engels Ox-ford of in het Nederlands Coe-vorden. Dat is weer geassocieerd aan de beeldschone nymf Io die hierlangs vluchtte, achterna gezeten door de immer bronstige oppergod Zeus. Zij was door hem in een prachtige stier veranderd om zijn echtgenote Hera te misleiden. Moderner verhalen betreffen Noach en de zondvloed uit het bijbelboek Genesis en uit het Gilgamesh Epos. Een niet onomstreden theorie uit de jaren ´90 van Ryan & Pitman van de universiteit van Columbia stelt dat omstreeks 5600 jaar voor onze jaartelling de stijgende wateren van de Middellandse Zee en de Zee van Marmara zich door deze heuvels stortten in het laaggelegen zoetwatermeer en de omringende landen erachter en dat daardoor de Zwarte Zee ontstond.

 

Ondertussen rondt de boot een laatste bocht en daar ligt hij in de verte voor ons: de Zwarte Zee! (foto hier) Dit is wel een bijzonder moment. Nu zijn er wel zeeschepen, vooral tankers en wat kleinere vrachtschepen die bezig zijn met invaart van de Bosporus. Zijn ze eenmaal in de zeestraat, dan neemt hun snelheid fors toe door de zuidgaande stroom. Je moet hier goed uitkijken als je hier met je bootje vaart. De veerboot legt aan in Rumelikavaği en steekt dan over naar de Aziatische oever, naar het vroegere Griekse vissersdorpje Anadolukavaği. Daar hebben we anderhalf uur de tijd om rond te kijken. Het is een idyllisch oord met erboven ook al een Osmaanse kasteelruïne van Ceneviz, te ver om in die tijd heen te lopen. Wel is er een pleintje met de obligate buste van Atatürk (waarvoor Rommert en Esther poseren, foto hier, als bewijs dat ze in Azië zijn geweest) en zijn er fraaie terrassen en huisjes aan het hier rustig kabbelende, diepblauwe water van de Bosporus, waar je kunt zitten te kijken naar de langsvarende scheepvaart, maar helaas laten de vervelend opdringerige  klantenlokkers van de talrijke restaurantjes en souvernirwinkels je niet met rust. We lopen geërgerd door en vinden aan de rand van het dorp een rustiger plaats aan het water, waar we lekkere op houtskool gegrillde zeebaars eten (foto hier) Om zeven uur levert de boot ons temidden van de door elkaar heen jakkerende en jagende ferry´s weer af in Eminönü bij de Galata Brug (2 foto´s hier) Ieder keer vind ik die wirwar van schepen die zelden of nooit elkaar aanvaren, fascinerend om te zien. We treinen terug naar Bakirköy. In de haven vertelt Jaap dat het vanmiddag hier 40 knopen woei, dus Bf 8 - 9. Een jacht even verderop knalde hard tegen de steiger toen een landvast onder de spanning brak, het heeft schade aan de romp opgelopen. Esther & Rommert pakken hun koffers in. Vannacht om vier uur moet ik ze naar het vliegveld brengen. Terug naar boven

Ataköy Marina, Istanboel (22)

Ataköy Marina, Istanboel (22)

Dinsdag 28-07-2009

Een taxi brengt ons om vier uur naar Atatürk International Airport. Hoewel er geen wind meer staat, in de avond en nacht gaat de meltemi meestal liggen, is het koel. Rommert en Esther verdwijnen na het inchecken door de douanepoortjes. Ik kijk hoe ze weglopen. De week is omgevlogen. In de nachtkilte voert een taxi me terug naar de haven en ik duik naast Ans in het warme bed. Om kwart voor tien piept mijn telefoon: ze zijn geland op Schiphol. Het is daar nu kwart voor negen.

 

We wijden de dag aan een grote schoonmaak, het vullen van de tanks en boodschappen. Lord Byron verloor vannacht weer twee staartveren maar fluit nog iedere dag. Ook vandaag waait de meltemi flink door uit het noordoosten, maar daardoor is de temperatuur een aangename 26° Ik breng een hoognodig bezoek aan een Turkse kapper, mijn haar was zo lang dat zelfs de krullen eruit vielen, zei Ans. Ik ben geen enthousiast bezoeker van kapsalons, dat gedoe aan je hoofd vind ik eigenlijk maar vervelend. Niettemin voel ik me plezieriger en ja, luchtiger, als ik terugloop zonder dat warm sliertende haar in mijn nek. Gelukkig is er vandaag weer een WiFi draadloos netwerk in de haven, dus ik kan de website bijwerken en de foto´s van gisteren plaatsen in het nieuwe album (nummer 19)

 

Het verhaal van de enorme waterval - waarover ik het gisteren had - die ongeveer 7600 jaar geleden de Bosporus vorm gaf en die zich over de landengte stortte en de Zwarte Zee vormde met krachten, die tweehonderd keer zo sterk zouden zijn geweest als die van de Niagara waterval, blijft me intrigeren. Vandaar bovenstaand plaatje dat ik hier vond. De theorie heeft veel kritiek gekregen. Sommigen menen dat het eerder andersom was en dat de Zwarte Zee door de landengte van de Bosporus overliep in de Middellandse Zee (zie o.m. hier)  Zoals gebruikelijk weet je dan als leek iet meer wat je ervan moet denken. Het herinnert me aan die andere mega-waterval van miljoenen jaren eerder die via de Straat van Gibraltar veronderstelt wordt de Middellandse Zee te hebben gevuld, “one hundred times bigger than Victoria Falls and a thousand times grander than Niagara” (zie hier) Wat is er helaas en ondanks alles nog weinig bekend over die geocatastrophic (lelijk woord) gebeurtenissen. En wie weet wat ons nog te wachten staat want de aarde is in al zijn onvoorspelbare dynamiek nog nauwelijks tot rust gekomen. Je voelt je klein en betekenisloos op plaatsen als deze.

 

Vanavond bel ik mijn jongste zoon Bas. Morgen vliegt hij van Amsterdam naar Istanboel om met ons mee te varen naar Bulgarije. Het is afwachten of de harde meltemi tijdig gaat liggen. Terug naar boven

Ataköy Marina, Istanboel (23)

En daar verschijnt Bas met zijn gitaar op zijn rug
En daar verschijnt Bas met zijn gitaar op zijn rug

Woensdag 29-07-2009

Om tien voor zes piept mijn mobieltje. Een SMS van Bas op Schiphol, dat hij op het punt staat aan boord van zijn vliegtuig te gaan. De meltemi staat nog fiks door, vandaag. We gaan verder met fourageren voor het komende traject op de Zwarte Zee. Per slot kunnen we hier alles krijgen en straks moet je maar afwachten. De komende dagen lijkt de harde noordoostenwind geleidelijk af te gaan zwakken. Ik poog bij twee filialen van TurkCell opnieuw een pre-paid SIM-kaart te kopen voor mobiel internet. In tegenstelling tot eerdere pogingen hebben ze het nu wel. Het hele systeem is pas deze maand door TurkCell op de markt gebracht en er zijn veel kinderziekten. Dat blijkt wel als ze mijn aankoop willen registreren: hun hele systeem ligt eruit.

 

Om kwart over twaalf nemen we een taxi naar het vliegveld. Ik probeer het nog een keer bij het filiaal van TurkCell daar, maar nu blijkt dat ik mijn paspoort had moeten meenemen. Tja. Drie kwartier later komt Bas de poort uit, gitaar op zijn rug (foto hierboven) Heerlijk om hem weer te zien. ´s Middags loop ik met Bas voor nog wat inkopen naar de Migros supermarkt. We lopen toch nog even bij TurkCell langs en verdraaid, nu lukt het allemaal wel. Voor 83 Turkse ponden (± € 37) heb ik een maand mobiel internet met een maximum van 3G dat een halfjaar geldig is. Ongeveer hetzelfde tarief als op Malta. Mooi zo. Morgen gaan Bas en ik langs drie adressen (de kustwacht in Kadiköy bij de Galata brug, de douane in de zeehaven in Zeytinbürü, en havenmeester hier) om formeel uit te klaren. Dan kunnen we overmorgen op zijn vroegst weg. Uiteraard zullen we nog wel enige Turkse havens aandoen op onze tocht naar Bulgarije, maar daar kan je niet uitklaren. Je hebt de neiging om het er maar bij te laten zitten en te zijner tijd gewoon met het bestaande Transit Log naar Turkije terug te keren. Ze controleren het toch nooit. Maar de Bulgaarse havenautoriteiten schijnen een uitklaringsbewijs voor Turkije te willen zien, schrijft Leonard van Veldhoven in "De Hellespont voorbij" (Elmar, 2006), het derde deel van zijn "Het scheepsjournaal van de Existence". Dus wil je geen risico nemen en zit er niks anders op. Terug naar boven

Ataköy Marina, Istanboel (24)

Artists impression van Betelgeuze en zijn gaspluim. De schaal aan de rechterzijde geeft ons zonnestelsel op dezelfde schaal weer, vanaf de zon tot voorbij Neptunus
Artists impression van Betelgeuze en zijn gaspluim. De schaal aan de rechterzijde geeft ons zonnestelsel op dezelfde schaal weer, vanaf de zon tot voorbij Neptunus

Donderdag 30-07-2009

De website van Astronieuws meldt: "Twee teams van sterrenkundigen hebben, met behulp van de Europese Very Large Telescope (VLT), ontdekt dat de heldere ster Betelgeuze enorme hoeveelheden gas uitstoot. Op de tot nu toe scherpste opnamen van de ster is een gaspluim te zien die bijna zo groot is als ons zonnestelsel. De rode 'superreus' Betelgeuze is een van de grootste en helderste sterren die we kennen: hij is bijna duizend keer zo groot als de zon en straalt 100.000 keer zo veel licht uit. Deze cijfers wijzen erop dat de ster het einde van zijn bestaan nadert. Sterren als Betelgeuze 'leven' slechts enkele miljoenen jaren en exploderen dan als supernova"

 

Ik schreef al eerder over die komende explosie van Betelgeuze tot een enorme supernova die je te zijner tijd met het blote oog aan de hemel zult kunnen zien (klik hier) Bij het oorspronkelijk persbericht zit een prachtig plaatje, waaruit de gigantische schaalgrootte ervan mooi is weergegeven: inderdaad bijna zo groot als (de straal) van ons eigen zonnestelsel (zie hiernaast) Tot voor een aantal jaren vreesde men dat de intensieve gammastraling, die bij de supernova-explosie het heelal in geslingerd wordt, de aarde zou desinfecteren en alle leven vernietigen. Nu denkt men dat de gammabundels niet in onze richting zullen schieten, maar we moeten natuurlijk afwachten of dat klopt.

 

Het uitklaren uit Turkije kost aan halve dag. Bas gaat met me mee en krijgt zo en passant een heel stuk van Istanboel te zien. We treinen naar Sirkeci en lopen via de Galata brug naar Karaköy. Uiteindelijk moeten we voor het hele traject op vijf plaatsen zijn. Je kunt het hier ook door een agent laten doen, "softly speaking and very polite gentlemen", zegt Rod Heikell - die een gloeiende hekel aan ze heeft - van hen in zijn pilot. Ze vragen voor hun diensten  minstens 200 tot 300 euro en zelfs € 400 komt voor. We bezoeken de volgende burelen:

 

  • 1. De havenmeester van Istanboel in de Meclisi Mebusan Caddesi nr 73 in Karaköy. Dit is de belangrijkste autoriteit en ook de meest chaotische en onvriendelijke. Fotokopieën van je documenten zoals o.m. ICP, ICC en paspoorten of identiteitsbewijzen laten ze je zelf maken in een print-shop verderop.
  • 2. De Chamber of Shipping is 500 meter verderop. Hier zet een vriendelijk en goed Engels sprekend meisje onze gegevens op een computernetwerk. Kosten 30 Turkse ponden (± € 14) We krijgen onderwijl een glaasje thee. Daarna kunnen we weer terug voor het eerste stempel op ons uitklaringsbewijs bij de havenmeester, want die krijgt nu de gegevens van de Chamber op zijn PC.
  • 3. De Passaport Polisi in de zeehaven bij Zeytinbürü voor het tweede stempel. We komen er met tram, trein en taxi. Werkt snel en is vriendelijk en maakt zelf alle fotokopieën van exact dezelfde documenten als bij 1.
  • 4. De Gümrzir ofwel de Douane is op het terrein van Ataköy Marina gevestigd. Hier krijg je het derde en laatste stempel. Een vriendelijke dame zetelt achter een modern bureau vraagt helemaal niets, behalve fotokopieën van alle eerder genoemde documenten. Die maakt ze zelf niet maar de receptioniste van de Marina maakt ze voor je.
  • 5. Het bureau van de Marina om de gebruikte electriciteit en water af te rekenen: 15 Turkse pond voor drie weken.

 

Het is half zes als we dit alles achter de rug hebben. Alles bijeen zagen we vandaag een vijftiental mensen die volledig gesalarieerd niet-produktieve en feitelijk overbodige arbeid verrichten. Want wat doen ze met de gegevens? Die archiveren ze. Bas en ik nemen het zonnezeil weg van de giek en bergen het vouwfietsje op. Ans topt de watertanks af en dan hebben we een glas raki meer dan verdiend. Want de hele operatie kostte slechts 30 Turkse pond + reiskosten, zijnde 2 x 10 pond. Proost. Morgenochtend gaan we door de Bosporus naar de Zwarte Zee. Er zou daar een onvriendelijke zeegang kunnen staan met golven van 1,5 tot 2 meter. We zien wel. Mogelijk laten volgende verslagen wat op zich wachten; dan hebben we geen Internet. Terug naar boven

Türkeli Feneri

Invaart van de Bosporus. Links de Blauwe Moskee, rechts naast de vuurtoren de Hagia Sofia
Invaart van de Bosporus. Links de Blauwe Moskee, rechts naast de vuurtoren de Hagia Sofia

Vrijdag 31-07-2009

Om half zeven gaat de wekker en om half acht zeggen we "Goede reis en tot ziens"  tegen Jaap & Diana. Het afscheid valt zwaar, we trokken een hele tijd samen op. Steeds opnieuw komt het voor in dit soort leven, vaarwel zeggen tegen mensen die tijdens de reis je vrienden werden. Maar Jaap & Diana zullen we nog wel terug zien, verwachten we. We schuiven voorzichtig langs Kiara uit onze box. Er is geen wind. De hoezen van de stootwillen blijken bij het ophalen bedekt met een vieze aangroei van bleke blaasjes, waar de hoezen in het water hingen. Ook het logwieltje heeft aangroei, het draait niet. We varen langs de haag van tientallen geankerde zeeschepen naar de ingang van de Bosporus. Tussen de schepen ligt een boot van de kustwacht, ze groeten vriendelijk. In de nog wazige verte doemt de beroemde skyline van Istanboel op (foto hier) Met enige moeite weten we Bas wakker en aan dek te krijgen, per slot zul je toch niet al te vaak in je leven door de Bosporus varen. Als hij eindelijk op een kuipbank zit, blijft het opletten, hij valt zo weer in slaap. Twee dolfijnen komen ons begroeten bij de invaart van de zeeëngte. Het is half negen. Hier is een zandbank, begrensd met een zuidkardinale boei maar er staat voor ons ruim water boven dus we passeren tussen de wal en de boei. Het is een groots moment om op eigen kiel hier binnen te varen met op de wal boven ons al die beroemde gebouwen als de Blauwe Moskee, de Hagia Sofia en het Topkapi Paleis staan (foto hierboven en hier) Het water is woelig door de scheepvaart en de stroom, het slaat tussen de oevers heen en weer. Binnen een paar minuten hebben we drie knopen stroom tegen. De Bosporus heeft een zuidgaande stroom, de Zwarte Zee ontvangt immers water van een aantal grote rivieren zoals de Donau en stroomt uit door de Bosporus. Er zijn kolken en rafelingen, maar het is niet erger dan we eerder ontmoetten in de Pentland Firth (Schotland) of de Race of Alderney. De wind is ZZO 2. Langzaam naderen we de oversteek van de drukke ingang van de Gouden Hoorn (foto hier), die vroeger door een zware ketting werd afgesloten. De natuurlijke haven van het oude Constantinopel waar nu de Galata brug over ligt met zijn tientallen aanleg plaatsen voor veerboten. Ans telt er elf en een paar zeeschepen, de ferry´s vliegen aan alle kanten aan ons voorbij en het water klotst wild uit alle richtingen. Ze wijken allemaal uit al is het soms op het laatste moment. In al die klotsende boel ligt een piepkleine roeiboot, je ziet hem nauwelijks,  met een man erin die rustig zit te vissen.

 

Na de oversteek van de Gouden Hoorn varen we langs de Europese wal verder. Hier kunnen we het voordeel van een stroom mee verwachten en inderdaad, voor het Dolmabahce Paleis hebben we al een halve knoop mee. Het wordt geleidelijk rustiger al moet ik nog twee keer voor een ferry uitwijken, die van rechts komt. Het is kwart over negen als we onder de Bosporus Brug doorvaren (foto hier), de brug uit 1973 met vlak ervoor de beeldschone Ortaköy moskee. De wind blijft zuidelijk Bf 1 tot 2. Opvallend, volgens de voorspelling zouden we namelijk Noord 5 krijgen. We varen langs de haventjes van Bebek en Istinye, beide vol met lokale boten en bewonderen de mooie landhuizen, oude uit de Osmaanse tijd en nieuwe uit deze tijd. Schöner wohnen is van alle tijden en nimmer beschikbaar voor eenieder. Maar eerst varen we op het smalste stuk (600 meter) nog dicht langs de indrukwekkende Rumelihisari burcht, waar ik op onze eerdere tocht met de veerboot verzuimde een foto van te maken. Nu dus wel, met de tweede grote, Mehmet II hangbrug uit 1988 erachter (foto hier) In rustig water varen we verder. Steeds lopen zeeschepen ons op, ze maken ruime bochten op de slingerende zeeëngte maar komen nooit erg dichtbij. Regelmatig profiteren we van een meegaande tegenstroom. Om tien uur varen we langs het haventje van Tarabya, ook al vol met locals. Hoe noordelijker we komen, hoe rustieker het oeverlandschap, mooie strandjes en beboste, glooiende heuvels. De wind draait naar het oosten maar stelt nog steeds weinig voor. Bij Büyükdere steken we een grote baai recht over en nu zien we in de verte de Zwarte Zee (foto hier) Bij Dikilikaya is een goed gemarkeerde ondiepte met een wrak. We houden eerbiedig afstand. Steeds dichter naderen we de uitvaart. Aan de Aziatische zijde ligt het dorpje met de burcht waar we een paar dagen geleden lunchten met Rommert & Esther. Nu varen we verder. Om kwart over elf klettert na een onweersklap een regenbui op het dek. De Navtex waarschuwde al voor squalls, dat zijn korte hevige regenbuien met harde windvlagen. Maar dit keer is die windvlaag niet meer dan 20 knopen, daarna is het weer rustig en stopt de regen. Om half twaalf passeren we het haventje van de loodsboten en de kaap van Çali, gemarkeerd met een oostkardinale boei. En ja, dan gebeurt het, het tweede grote moment breekt aan, dan wijken de oevers en varen we - op eigen kiel! - geleidelijk de Zwarte Zee binnen. Een trots gevoel gloeit op in mijn borst. De zeegang is gematigd, de temperatuur van het water is 22° en de wind is noordwest 3. Op een mijl ligt al ons doel van vandaag, de vissershaven van Türkeli Feneri, ook wel Rümeli Feneri genoemd naar alweer een Osmaanse burcht die erboven ligt en deze westelijke kaap op de hoek van de Bosporus bewaakt.

 

We motoren binnen. De haven ligt vol met grote visserstrawlers. Besluiteloos dobberen we wat rond in het midden. Een man aan boord van een trawler waarschuwt ons voor een ondiepte en wenkt dat we bij hem langszij mogen. Mooi zo. We leggen aan (foto hier) Later geven we hem een pakje sigaretten en maken een moeizaam praatje, want hij spreekt slechts enkele woorden Engels. Varen ze nog uit? Nee, zegt hij, jullie kunnen rustig blijven vannacht want we vissen niet meer. Er is geen vis meer, niet in de Zwarte Zee en niet in de Middellandse Zee. Ze werken hun boten nog wat bij maar waarvoor eigenlijk? Het is afgelopen met de visserij. Hij moppert wat op Spaanse vissers, die alles leeg zouden hebben gevist.

 

Het dorpje heeft twee moskeeën. Vanaf de minaretten klinkt de gebedsoproep en op de achtergrond horen we mensen praten. Zich er niet van bewust dat de microfoon open staat en iedereen ze kan horen? ´s Middag dutten we wat. Het regent nog een keer, even. Squalls kan je dat niet noemen. Een man met een officiële armband komt langs en zegt dat hij van "het coöperatief" is, het Rumelifeneri Su Ürünleri Kooperatifi staat op zijn kaartje. Hij komt voor een nacht 20 TL afrekenen en geeft een keurige kwitantie. Mobiel internet hebben we via de TurkCell SIM-card in de dongel van Malta. Morgen willen we verder, ruim 70 mijl, naar Igneada, de laatste Turkse haven voor de Bulgaarse grens. Terug naar boven

Iğneada

We zijn behoorlijk katterig tijdens de oversteek
We zijn behoorlijk katterig tijdens de oversteek

Zaterdag 01-08-2009

Gisteravond genoten we (opnieuw) van de film Shakespeare in Love. Het doet me erg goed te merken dat mijn zoon Bas een liefhebber is van de toneelstukken van dit unieke en onvergetelijke genie. Als we - laat - in bed liggen komen er aantal felle regen- en onweersbuien over. Nog voor de wekker om zes uur gaat ben ik eruit en schroef het logwieltje uit de bodem en schrap het schoon. De zon is al op en de wind is Noord 3 tot 4. Dat belooft zeilen. Om kwart voor zeven motoren we de haven uit en ontmoeten een forse zeegang. Nog enigszins in de luwte zetten we zeil met een rif in het grootzeil en storten ons naar voren. De motor beukt ons de eerste noordgaande anderhalve mijl door, dan kunnen we afvallen. De haven lag dan wel vol met rond de vijftig afgelegde vistrawlers, hier moet je ontzettend uitkijken voor de tientallen onooglijke en nauwelijks zichtbare visbootjes van lokale vissers. Bij het ronden van de kaap zien we de donkere wallen van het Rumeli Hisari, de ruïne van het zoveelste fort dat de Osmanen bouwden in hun geduldige, jarenlange omsingeling van het zieltogende Oost-Romeinse Rijk in de vijftiende eeuw (foto hier) Daarna zetten we de koers op 300° en het is geen lolletje. We stampen als een gek op een felle, nijdige zeegang die aan de Noordzee doet denken, maar dan net iets korter maar wél hoog. Het probleem is dat er niet erg veel wind is, het zeil is juist vol, maar de golven slingeren en schudden ons door elkaar. Beneden rammelt en valt er van alles ondanks dat we de inventaris goed zeevast meenden te hebben gezet. We stampen - gelukkig klappen we niet - langs tientallen geankerde zeeschepen met quarantainevlag in het want. Zuidelijk is een hoge en knobbelige rotskust met diepe inhammen. Alles is ongemakkelijk, onderdeks moet je niet zijn. Je wordt tegen van alles aangesmeten. Het zeilt ook bijzonder ongemakkelijk, de wind is net te voorlijk maar afvallen kan niet, dit is volledig lage wal. En kruisen kost veel tijd. Motorzeilen dus. We worden voortdurend ruw heen en weer geschud, we zijn allebei katterig tot gewoon zeeziek. Zo gaan de uren voorbij, het is een kwestie van uitzitten. Ans moppert: "Waarom doen we ons dit aan?" Ja, dat weet ik ook niet. We passeren rond half elf een booreiland. Bas ligt al die uren voorin zijn hut. En vertoont zich niet. Hij moet daarin als in de trommel van een wasmachine liggen. Ik herinner me dat van vroeger, uit de tijd dat we eind jaren ´90 onze eerste schuchtere tocht naar Denemarken maakten. Dan lag hij uren in zijn hut en zodra de zeegang rustig werd of we een haven naderden, kwam hij tevoorschijn, vrolijk alsof er niets aan de hand was. Nu is dat ook zo, om kwart over elf nestelt hij zich op een kuipbank en valt weer in slaap, net als Ans die zich steeds knap beroerd voelt (foto hierboven)

 

Zo verstrijkt het ene uur na het andere. We suffen en slapen afwisselend. Ondergaan passief een onweersbui met plotselinge regen en stellen vast dat na een halfuur de wind verder krimpt en nog meer van voren komt. Wat een rottige lage walkust is dit! Het beeld verandert urenlang niet, het scheepje sukkelt dapper door, de mijlen rijgen zich aaneen. Nu zijn we in de veertigers, de dertigers, de twintigers, de tieners - qua mijlen afstand van de haven. Om vier uur duiken er opeen vier dolfijnen op, commons, zien we aan de zandlopertekening op hun huid.

 

Het is half zes als we tamelijk geradbraakt de haven van het grenshaventje Iğneada binnen varen. Vanaf de kade van de kustwacht wenkt men ons. We kunnen langszij aan een Bulgaars motorjacht. Dan ontwikkelt zich een Kafka´esk fenomeen. De kustwacht vraagt onze paspoorten en concludeert dat we niet aan wal mogen. Enige logica zie ik er nog wel in: we hebben immers in Istanboel uitgeklaard. Waarom? Omdat uitklaren hier in Iğneada niet kan. Dat klopt, zegt de luitenant van de kustwacht, opgetogen omdat ik het schijn te snappen, en daarom mag u hier niet aan de wal. Maar we hebben boodschappen nodig en willen vanavond in een restaurantje eten, zeg ik. Onmogelijk, beslist hij. Waarom dan? The Big Boss, is zijn antwoord en hij klopt op de plek op zijn schouders waar een hooggeplaatste de epaulletten heeft. We krijg ik een manschap mee bij het doen van boodschappen en het kopen van vis bij een restaurant. Maar die moeten we aan boord nuttigen. Eigenlijk wordt het nog raadselachtiger als naast ons een Duits jacht afmeert. Anders dan wij hebben zij in Istanboel niet uitgeklaard. Ze zijn dus nog gewoon in Turkije met geldige visa, maar ook zij mogen niet van boord. Overigens geldt dat ook voor de Bulgaren naast ons. Wie bedenkt zoiets? Van Ans mogen de Turken daarom niet in de Europese Unie, volgens mij moeten ze dat juist wél om een eind te maken aan dit soort dwaasheden. Morgen zien we wat we doen, afhankelijk van het weer. Terug naar boven

Tzarevo, Bulgarije

Afgemeerd aan de kade van Tzarevo
Afgemeerd aan de kade van Tzarevo

Zondag 02-08-2009

We vertrekken laat, pas omstreeks het middaguur. De ochtend is voor karweitjes: oliepeil checken (in orde), nogmaals de houder met het logwieltje uit de bodem trekken (draaide gisteren ondanks schoonkrabben niet) en het opstellen en printen van crewlists (met Bas en zonder Bas) en een General declaration fot arrival and departure, waarin we verklaren dat we geen wapens, smokkelwaar en verstekelingen aan boord hebben, voor de autoriteiten in de komende havens. Met genoegen plaats ik ons scheepsstempel op alle documenten. Verder bestudeer ik met de verrekijker de grootzeilval bovenin de mast. De laatste dagen hadden we moeite om het zeil naar beneden te krijgen. Ik zie meteen waardoor: de val zit om de kraanlijn geslagen. Dat is zó verholpen.

 

Buiten de haven hijsen we het grootzeil met een rif, als steunzeil. Nu is de wind nog Noord 2, maar als we kaap Iğneada ronden nemen zeegang en wind fors toe. We hebben het recht op de boeg en maken maar 4,5 knoop voortgang. We varen op een mijl afstand langs een rotsige kust met dichte bossen, zeg maar wouden, erachter. Het zou me niet verbazen als hier nog wolven en beren leven. Om 13.40 uur naderen we de Turks-Bulgaarse grens (foto hier) Aan Turkse zijde wappert aan een lange mast een enorme vlag en er staat een stenen wachttoren, zo te zien met niemand erin. De grens zelf wordt gevormd door de Rezovska, een ondiep riviertje tussen kiezelsteenbanken. Aan de Bulgaarse kant staat een stalen wachttoren, eveneens onbemand, en ligt op een hoge heuvel het eerste dorpje, dat Rezovo heet. Op beide rivieroevers staan grote borden, aan de Turkse kant toont het de Turkse vlag, aan de Bulgaarse kant is het bord vaalwit en onleesbaar. In de vorige eeuw was dit het IJzeren Gordijn tussen het Sovjet-blok en de NAVO. Nu is alles anders, Bulgarije is net als de andere Oostbloklanden lid van de NAVO geworden en nu ligt hier de grens van de Europese Unie. Verderop is het kustlandschap identiek aan dat voor de grens: een rotsige kust met dichte bossen erachter. Maar geleidelijk wordt het opener, we zien dorpjes en drukbezette stranden (het is zondag) en de eerste hotels. Ik wissel het Turkse voor het Bulgaarse gastenvlaggetje. De wind is afgenomen naar Noord 2 en de zee is geleidelijk wat rustiger geworden. Om 15.00 uur passeren we het stadje Sinemorets. Wat opvalt is dat er geen enkele minaret is te zien en dat de stranden vol bezet zijn. Hoewel de Bulgaarse bevolking nog 13% moslims telt, zijn we duidelijk in andere wereld gekomen.  "Sinemorets is a windswept hilltop settlement that was out of bounds to outsiders until 1989 due to its proximity to the Turkish border. Now it attracks the younger set and nude bathing would not raise an eyebrow", zegt Nicky Allardice in de pilot "Cruising Bulgaria and Romania" (Imray, 2007) Al een kwartier later, we lopen 6,5 knopen, varen we langs de stad Akhopol met zijn witte vuurtorentje op een gemene rotspunt in de haveningang en de berg Papiya van ruim 500 meter in de verte. Daarna volgen een aantal aardige ankerbaaien, die met de nog doorstaande swell echter ongemakkelijk tot onhoudbaar zijn. We zien boven de rotskliffen een naargeestig fenomeen dat we sinds de Spaanse costa´s niet meer zagen: de gapende skeletten van door de economische crisis niet-afgebouwde toeristencomplexen. De stranden zitten toch  ook hier vol. Om 16.00 uur lopen we de haven van Tzarevo binnen en laten het zeil - een stuk gemakkelijker dan eerder - zakken uit de swell achter de zeewering. Op de kade aan de noordwestzijde staat al een delegatie officials klaar om onze touwtjes aan te nemen en een lazy line aan te reiken. We meren af met de boeg naar de kade (foto hierboven) Een vrouw en een man - beiden in uniform - komen aan boord, ze zijn van de grenspolitie en de douane en het inklaren verloopt vlot en erg vriendelijk. Tot mijn grote verrassing én genoegen vragen ze me niet alleen de papieren te ondertekenen maar ze ook te voorzien van het scheepstempel. Dat doe ik met groot plezier en een fikse stamp. Na twee jaar varen is dit de allereerste keer! We ontvangen zonder ook maar iets te hoeven betalen een Control Form for Pleasure Boat dat we bij het verlaten van het land in de laatste haven weer moeten inleveren. Vanavond gaan we de wal verkennen en een restaurant opzoeken. Terug naar boven

Tzarevo (2)

De haven van Tzarevo. De jachten liggen links van het midden. Een Lada op de voorgrond
De haven van Tzarevo. De jachten liggen links van het midden. Een Lada op de voorgrond

Maandag 03-08-2009

Tzarevo heette tot voor kort Michurin. Zo staat het ook op onze zeekaart. Vroeger heette het ook Tzarevo. In september 1944 werd het door de communisten vernoemd naar een Russische bioloog. De Stalinistische malloot Lysenko baseerde destijds zijn even dialectisch-materialistische als verkeerde theorie over de erfelijkheid van verowrven eigenschappen op het onderzoek van deze Michurin naar het kruisen en veredelen van landbouwgewassen. Lenin was er erg van onder de indruk, maar in het lemma over hem op Wikipedia lijkt het niet alsof Michurin ooit een aanhanger van Lysenko en een stalinist is geworden. Hij stierf in 1935 op 80-jarige leeftijd, in 1944 werd Tzarevo naar hem vernoemd en al na 45 jaar verloor het die naam weer. Het kan verkeren.

 

Tzarevo is in elk geval een leuk haventje (zie foto hierboven) Er is walstroom, water en een gratis draadloos WiFi-netwerk. Op het stukje kade waar we liggen is plaats voor ongeveer vijf bezoekende jachten. Na ons arriveren de Duitsers van de Helios, die we al in Igneada ontmoetten. In het begin van de avond gaan we op de wal passagieren. Aardig om weer eens veel oude Oostblokauto´s te zien, zoals de vroeger alomtegenwoordige Lada´s (zie ook foto hierboven) Het stadje is werkelijk alleraardigst en de Bulgaren zijn zonder uitzondering vriendelijk. Onder de hoge kastanjebomen gonst de de hoofdstraat van het leven, flanerende mensen (de in de Balkanlanden gebruikelijke pantalonnade in de avonduren), verbazend mooie en tamelijk uitdagend geklede vrouwen en meisjes, terrassen, winkels, restaurants, stalletjes met etenswaar en ijs, enzovoorts (foto hier) We vinden een restaurant boven de haven waar een zangeres, begeleid door haar man op een keyboard veel Griekse muziek zingt en wat alltimers, zoals speciaal voor mij "Imagine" van John Lennon. Dat komt omdat ik een keer voor haar applaudiseerde (deed verder niemand) Bovendien mocht ik met haar dansen, waar ik niks van terecht bracht (foto hier) We eten smakelijke gebakken kippenlevers met ui, Griekse salade, aardappelschotel met bacon en Bulgaarse kaas en we drinken alleszins redelijk Bulgaars bier en Bulgaarse rode wijn. De rekening bedraagt (omgerekend) slechts een schamele 22 euro. 

 

Vanochtend ga ik in zijn kantoor op bezoek bij eng. Dacho Dachev, de directeur van de haven van Tzarevo. Hij is 67 jaar en vertelt met enthousiasme hoe de gemeente de haven heeft overgenomen van de staat en hem heeft gevraagd om een jachthaven te ontwikkelen. Ach, het geld, er is natuurlijk te weinig van en hij probeert er het beste van te maken. Allereerst heeft het terrein omheind en zijn eigen bureau ingericht, denk ik als ik om me heen kijk. Ook heeft hij alles van cameratoezicht en bewakers voorzien. Dat is hier wel nodig, kennelijk, maar dat was in Turkije ook al zo. Als ik later in het kantoortje moet afrekenen blijkt dat we voor twee nachten 120 leva betalen, dat is ongeveer € 30 per nacht. Tja, Dacho moet toch op een of andere manier aan kapitaal komen en - ach - deze haven is een perfecte stopplaats op weg naar het noorden. Vandaag is het warm en windstil, althans in de ochtend. Ik haal voor de derde keer deze week het logwieltje tevoorschijn en laat het spinnen. Op het display voor de bootsnelheid in de navigatiehoek zie ik getallen verschijnen, dus het zit hem niet in de verbinding. Ik plaats het zorgvuldig rechtop en met de pijl naar voren terug, benieuwd of het morgen werkt. De rest van de middag hebben we vrijaf en straks gaan we boodschappen doen. Morgen verder naar het noorden. Terug naar boven

Sozopol

We naderen kaap Karakya. Bas blijft wijselijk zoveel mogelijk in de schaduw
We naderen kaap Karakya. Bas blijft wijselijk zoveel mogelijk in de schaduw

Dinsdag 04-08-2009

Ons leven, toch al niet erg stressvol, krijgt in Bulgarije een karakter van aangename gemoedelijkheid. Gemoedelijk, dat is wat we ook van de Bulgaren vinden. Verkopers, obers op terrassen, niemand is opdringerig of wil snel wat aan je verdienen zoals steevast in Turkije of Griekenland. De mensen gaan kalm hun gang, zijn beleefd en gemoedelijk. Ze laten je rustig rondkijken en zien wel of je iets wil kopen of nuttigen. Gisteravond slenteren we door het hoofdstraatje van Tzarevo, doen wat inkopen bij een supermarktje, drinken een cocktail (Ans en Bas) en een glas ouzo (ik) langs de straat en kopen twee aan het spies gegrillde kippen voor het eten. Terug aan boord gaan Bas en ik zwemmen (foto hier) Het water in de haven is helder en schoon genoeg. Ik duik onder de boot om eens aan het logwieltje te draaien en zie dat ervóór een rand aangroei zit die de stroom van het wieltje afbuigt. Aha, dat is snel verwijderd. We hebben een vrolijke avond in de kuip en later in de kajuit. Bas en ik laten - net als vroeger - elkaar onze muziek horen en genieten daarvan.

 

Vandaag laat de Zwarte Zee zich van zijn vriendelijkste kant zien. Het is een zonovergoten ochtend, er is geen wolkje in de lucht. Om 10 uur maken we los en zeilen een aangenaam halfwinds rak van 20 mijl over een rustige zee naar de oude stad Sozopol, gelegen op een kaap aan de ingang van de grote baai van Burgas. Met voldoening stel ik vast dat het log weer draait. Er zijn tientallen piepkleine vissersbootjes op zee. We zeilen langs een groen heuvellandschap met lange zandstranden ervoor. Veel hotels, oude resorts en nieuwe complexen, vele nog in aanbouw. Om 11 uur passeren we de ruwe rotskliffen van kaap Maslen Nos en een uur later kaap Karakya (foto hierboven en eentje hier) Het scheepje zeilt heerlijk op dit windje, we genieten volop van de rust. Bas blijft met zijn lichte huid wijselijk zoveel mogelijk in de schaduw. Weer een uur later zijn we bij de voorlaatste kaap, Kolokita. De kaap wordt volgebouwd met een alles verpestende toeristenstad. Op de laatste kaap, Talasakra, staan de oude houten huizen van Sozopol vlak aan de rand en even oostelijk ervan, met een dam aan de stad verbonden, het eiland met de academie van de Bulgaarse marine. We draaien de genua in en varen op het grootzeil tussen het vasteland met erop het verveloze, schilferende betoncomplex van de academie en twee eilandjes door. Ze heten Sveti Ivan (met een vuurtoren) en het kleinere Sveti Petur (met wit uitgeslagen rotsen) Daarna maken we de gijp en zeilen naar de haveningang en strijken het zeil. Een verrassing: er liggen splinternieuwe pontoons en er is een splinternieuwe marina, Marina Sozopol. Er is genoeg plaats en we meren langszij af aan de binnenkant van de buitenste steiger. Die is voorzien van walstroom en water (foto hier) Gewapend met mijn tas met documenten ga ik naar het kantoor en tot mijn verbazing hoef ik niets te tonen, geen ICP, paspoorten of wat dan ook. Ze vragen alleen maar hoe lang de boot is om de prijs van een overnachting vast te stellen: 50 leva ofwel ongeveer 25 euro. En er is nog een WiFi draadloos netwerk ook in de haven, waar je de code van krijgt. De rest van de middag luieren we en straks gaan we de oude stad verkennen. Terug naar boven

Sozopol (2)

Bas en ik in de straatjes van Sozopol
Bas en ik in de straatjes van Sozopol

Woensdag 05-08-2009

Gisteravond bekijken we het oude stadje Sozopol. Straatjes met knobbelige steentjes geplaveid. Veel linden en kastanjebomen. Huizen, meestal vanaf de eerste verdieping van hout, staan kris kras door elkaar (foto hierboven) De ommuurde tuinen en plaatsjes zijn vaak veranderd in caféterrasjes. We bekijken resten van een oude basiliek en een orthodox kerkje, waarin zachte Byzantijnse koormuziek klinkt. En verder de gebruikelijke souvenirshops, winkels, koetsjes, kiosken en restaurants, waar kuddes van soms uiterst schaars geklede toeristen langzaam doorheen sjokken. Toch is de atmosfeer ontspannen, er zijn nauwelijks buitenlanders, de meeste toeristen zijn Bulgaars of afkomstig uit andere voormalige Oostblokstaten. Sozopol werd in 610 voor onze jaartelling gesticht door Grieken. Ze noemden het Appolonia naar Apollo en bouwden een tempel met een 13 meter hoog beeld voor de god. De stad floreerde tot de Romeinen onder Marcus Lucullus het in 72 vC innamen en de stadsmuren, de tempel en tal van gebouwen verwoestten. Het Apollo-beeld namen ze mee naar Rome. Misschien is het daar nog wel. Later onder het Oost-Romeinse Rijk werd het Sozopolis genoemd, dat volgens de pilot van Nicky Allardice "Stad der Redding" zou betekenen en volgens de Engelse Wikipedia de "preserve city", dat misschien ook zo vertaald moet worden. Het wisselde nog herhaalde malen tussen Byzantium en het opkomende Bulgarije en zakte naar onbetekenendheid in de Ottomaanse tijd. Nu ontwikkelt het zich snel tot een levendige toeristenplaats. We drinken wat op een terrasje. Bas koopt een zonnebril (foto hier) Aan boord eten we de rest van de beide grillkippen, die we gisteren in Tzarevo kochten. Bas laat ons ´s avonds meer van zijn muziek horen. Je vindt die op MySpace. De muziek is geïnspireerd op "Die Leiden des Jungen Werther" van Goethe. De muziek is van Bas en de rest op de site is van zijn vriend Bart. Luister vooral en vel je oordeel. Hij vindt het leuk om reacties te krijgen (dat kan aldaar of in ons Gastenboek) Daarna kijken we naar de schitterende Hamlet-film van Grigori Kozintsev uit 1964 met muziek van Dmitri Shostakovich. Het is immers zaak dat een vader zijn zoon in nauw contact brengt met de mooiste dingen die hij zelf kent. De tweede helft "trekken" we echter niet meer.

 

Vandaag houden we lees- en luierdag. Het is zonnig maar de noordenwind is aangenaam. Ik zoek op Imray de updates 2009 op van de Griekse, Turkse en Bulgarije/Roemenië pilotboeken en print ze. Hoe is het toch met Lord Byron?, vraagt een lezeres. Ja, prima eigenlijk. Hij kwinkeleert er nog dagelijks vrolijk op los. Van een periode van rui is (nog) niets te merken, behalve dan dat hij nu vier of vijf staartveren heeft verloren.

Vanavond gaan we in de stad eten. Morgen waarschijnlijk weer verder, het doel is de eveneens oude stad Nessebar aan de noordzijde van de baai van Burgas. Daarna is het nog 40 mijl naar Varna, waar vandaan Bas in de nacht van maandag op dinsdag terugvliegt naar Holland. Terug naar boven

Sozopol (3)

Bas en de Macedonische Manuela in het authentieke Bulgaarse restaurant
Bas en de Macedonische Manuela in het authentieke Bulgaarse restaurant

Donderdag 06-08-2009

Nee, vandaag zijn we toch niet naar Nessebar gevaren. Dat is niet zozeer vanwege het weer, hoewel de wind tegen zou staan en er een redelijk vervelende zeegang is, maar omdat - eh, nou ja - omdat we gisterenavond wel een heel erg vrolijke avond hadden. The day after is rather heavy...

 

Gisteravond lopen we naar de oude stad. Op het plein staat een bestelwagen waar men een gratis HIV-test kan doen. In alle openheid, desondanks wordt er wel gebruik van gemaakt. Opmerkelijk. Er staat ook een kapel van de Bulgaarse marine aanstekelijke blaasmuziek te spelen. We lopen tegen een meisje aan, dat voortreffelijk Engels spreekt, en dat kaartjes uitdeelt voor een restaurantje in een van de achterstraatjes. Authentic Bulgarian food, zegt het kaartje. Er zit een bon bij voor een gratis consumptie. Ach, waarom niet? Maar eerst drinken we een ouzo en Bas een biertje in de comfortabele leunstoelen van een terras in de hoofdstraat. Naar de voorbij slenterende mensen kijken en er commentaar op geven. Geleidelijk aan raken we met Bas in gesprek over vroeger, de jaren van voor en na mijn scheiding. Misverstanden worden uit de weg geruimd, het is een goed en verhelderend gesprek, beter laat dan nooit. Geweldig dat dat nu mogelijk is. Daarna zoeken we het meisje van het authentieke Bulgaarse restaurant op. Ze loopt met ons mee de wirwar van straatjes in. Van het binnenplaatsje van een achteraf gelegen huis klinkt vrolijke muziek. Er is een fraai etablissementje ingericht met kleurige doeken aan de wanden en wat eenvoudige tafeltjes, waarvan er precies nog één vrij is. Het meisje komt bij ons zitten (foto hierboven), ze heet Manuela, komt uit Macedonië en heeft in Antwerpen iets als politicologie en Europese studies gedaan. Wat doet ze hier in Sozopol? Geld verdienen tijdens het vakantieseizoen. Nou ja, ik zei het al, het wordt een lange, vrolijke avond en de Bulgaarse keuken is de moeite meer dan waard (nog 2 foto´s hier) Op de terug weg komen we langs het stalletje van een houtsnijder. Er staan mooie houtgesneden iconen van orthodoxe heiligen en na een succesvolle onderhandeling over de prijs met de kunstenaar, die Дimo Koshnicharov heet, nemen we een icoon mee, die de kerkvader Basileus van Caesarea uit de 4e eeuw voorstelt. Heilig verklaard binnen zowel de katholieke als de orthodoxe kerk. Hij is een belangrijke figuur in het boek "The Closing of the Western Mind" van Charles Freeman, dat ik bijna uit heb. Vanochtend krijgt Basileus, die hier overigens Vassili wordt genoemd, een mooie zeevaste plaats aan de wand onder de klokken en naast de oude weerkaartenprinter (foto hier) En Bas? Bas gaat met Manuela en haar vrienden het nachtleven van Sozopol verkennen. Om vier uur keert hij aan boord terug.

 

Vandaag recuperen we dus. Morgen zijn we er wel weer bovenop en zullen we waarschijnlijk verder varen. Terug naar boven

Nessebar

Dulce afgemeerd in Nessebar
Dulce afgemeerd in Nessebar

Vrijdag 07-08-2009

De avond is klam. De hemel is inmiddels zwaar bewolkt geraakt. Er zit veel vocht in de lucht en het lijkt alsof we onweer krijgen. Een enkele keer weerlicht het en daar blijft het verder bij. Vandaag schijnt de zon weer en de lucht is beduidend droger. We zitten wat te dubben: vertrekken of niet? Er is niet veel wind, N 3, precies op de kop als we de Baai van Burgas willen oversteken, maar er is wel een forse zeegang. Uiteindelijk hakken we tegen het middaguur de knoop door - het valt misschien intussen wel mee - en maken los. In de haven hijsen we het grootzeil met een rif, als steunzeil. Buitengaats staat NNO 3 en inderdaad toch een flinke swell uit het noordoosten, maar het steunzeil beperkt het slingeren van de boot voldoende. We passeren de kaap van Chernomorets, hier begint de Baai van Burgas. Middenin ligt een grote rotonde van het TSS (Traffic Separation Scheme) voor de zeehaven van de stad. Ik passer het aan de westkant zodat ik de traffic lane recht over kan steken. Scheepvaart is er overigens niet, verderop liggen drie zeeschepen achter hun anker. Daarna mik ik op de BYB (Black-Yellow-Black) oostkardinale boei die de Stavro Banka aangeeft, een ondiepte die je oostelijk moet passeren. Daar zijn we het TSS uit. Een hele tijd zie ik de boei niet, maar hij ligt er wel degelijk, blijkt als we dichterbij komen en de dieptemeter begint op te lopen. Daarna opletten voor de Krystova Banka en het Pomoriyski Rif. Daarachter ligt het schiereiland van Pomorie met allemaal hotels en stranden. Dat was al duizenden jaren een badplaats vanwege de geneeskrachtige modder, die men aantrof in het zoutmeer Pomoriysko Ezero. De oude Grieken noemden deze plaats Anhialo. Het rif steekt nauwelijks boven water uit, maar er staat een groot stenen baken op. De rit is verder weliswaar hobbelig maar niet spectaculair. Op anderhalve mijl van Nessebar passeren we zeilwedstrijden, een van Piraatjes en een van surfers. Op de Navtex waarschuwt Varna Radio voor squalls, korte heftige regen- en onweersbuien met harde windstoten. Inderdaad betrekt de hemel in het noordwesten snel maar we zijn een kwartier later in de haven en strijken het zeil achter de golfbreker, waar het water rustig is. Op een nieuwe steiger langs een restaurant in Main Harbour kunnen we langszij, gebaart een jongeman. Dat doen we. Een bijdehand ogend meisje komt vertellen dat het liggeld 40 euro per nacht is. Nou, dat is flink aan de prijs maar er is walstroom, electra en draadloos WiFi en het ziet er wel gezellig uit dus vooruit (foto hierboven) Nog geen uur later breekt het onweer los met regen en wat windstootjes; het valt allemaal erg mee en het is snel over.

 

Nessebar is een oude ommuurde stad, strategisch gelegen op een eilandje dat met een dam is verbonden aan het vasteland. De vestingmuren werden gebouwd en uitgebouwd door Grieken, Romeinen, Byzantijnen en Ottomanen. Het is altijd een belangrijke haven geweest en nu is het een populaire vakantiebestemming. In 1983 werd het geplaatst op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO. De haven zou vaak vol zijn. Dat valt dus wel mee. Vlakbij is Sunny Beach, het meest drukke toeristenstrand van de Bulgaarse kust. We blijven hier elk geval tot zondag.

 

Eind van de middag is het toch nog niet over met het mindere weer. Het regent en om ons heen hangen ettelijke onweersbuien. Hoeveel maanden hebben we nauwelijks of geen regen gehad? Op het havenkantoor vertelt hetzelfde bijdehande meisje dat er volgend jaar een marina met 400 ligplaatsen wordt gebouwd. Die heet dan (verrassend) Marina Nessebar, kijk maar naar de plaatjes. En verder zegt ze, terwijl ze me een hand geeft, is alles hier: supermarkets, banken, restaurants, bars en dancings,  wat je maar wil. Terug naar boven

Nessebar (2)

We zitten uren op een terras naar de voorbij drommende toeristen te kijken
We zitten uren op een terras naar de voorbij drommende toeristen te kijken

Zaterdag 08-08-2009

Gisteravond eten we uitstekend aan de haven met uitzicht op ons scheepje (foto hier) Vaak vind ik dat de leukste plek om te eten, als je de hele tijd lekker bewonderend naar je bootje kunt staren. Het is uiteindelijk weer droog geworden. We eten lekkere mosselen auf Nessebarischer Hausfrauenart (stond zo op de kaart), gebakken inktvisringen en een kipschotel met kaas auf Bulgarischen Art. Overigens prima rode wijn, helaas heb ik de naam niet genoteerd. Later lopen we door de straatjes van oud Nessebar en drinken nog wat op een druk bevolkt terras. Vroeger konden Bas en ik altijd gierend van de lach prachtige oneliners en gezegden bedenken. Dat lukt nu ook, tenminste als je deze leuk vindt, het geeft niet als je het niet snapt, maar wij liggen erom plat van het lachen:

 

"Een huis is de plek

waar je stofwisselt,

uit het raam kijkt en waar je

steeds weer naar terugkirrt"

 

Bij het verlaten van de stad staat er een doedelzakspeler op de oude muren. De man kan het erg goed en het is een genot naar hem te luisteren (foto hier) We slapen slecht door de zachte maar hardnekkige swell die de havcen inloopt. Niets aan te doen. Tegen de ochtend, als het haast niet meer hoeft, vallen we in een diepe slaap en we zijn laat op.

 

Vandaag nemen we het er maar weer van. Luieren en lezen. Eind van de middag bezoeken we de oude stad Nessebar. Ooit een ommuurde stad van een grote schoonheid met liefst 41 grote en kleine basilieken, die je er allemaal meer of minder als ruïnes terugvindt. Alles is echter volledig verpest door souvenirwinkels, luidruchtige bars en restaurants en wat dies meer zij. Er lopen duizenden toeristen rond. Dan is Tzarevo heel wat authentieker. We zitten een paar uur op zo´n terras naar de voorbij drommende menigten te kijken (foto hierboven, een andere hier) Zoveel mensen en er is er geen een die je kent. Afhankelijk van wind en zeegang gaan we morgen naar Varna (45 mijl) of blijven. In het laatste geval zullen we Bas maandagavond vanaf hier met een huurauto naar het vliegveld van Varna brengen. We eten aan boord een lekkere pasta die Ans klaarmaakte. Buiten is het luidruchtig. Zingende, schreeuwende en lallende mensen. Het is zaterdagavond. Niet erg dichtbij, gelukkig.  Terug naar boven

Varna

Knokken tegen de wind rond kaap Emine
Knokken tegen de wind rond kaap Emine

Zondag 09-08-2009

Wat een onrustige nacht! Op een groot motorjacht aan de andere steiger is een feestje. De polyester romp werkt als een enorme klankkast. Loeiharde BOENKE-BOENK muziek houdt ons uit de slaap tot vanochtend zeven uur. Om halfacht begint het personeel het restaaurant naast ons schoon te maken, met muziek erbij. Verrassend genoeg is dat de 5e Symfonie van Beethoven. De wind is Noord 4 en Radio Varna verwacht N tot NO 3 - 5, in de loop van de middag ruimend naar NO en O 2 - 4. We besluiten naar Varna te gaan, hopelijk kunnen we een deel van het traject zeilen. Echter, er is niemand op het havenkantoor, maar we kunnen afrekenen bij Krysztov, de bewaker. Hij is zó geroerd door dit evidente blijk van vertrouwen dat hij niet alleen een kwitantie maar ook een paar mooie zeeschelpen aan ons geeft.

 

Om half tien hijsen we in de haven het grootzeil met één rif en varen uit. Buitengaats stampt het aardig. We steken de baai van Nessebar schuin over. In de verte ligt het eindeloze strand van Sunny Beach, met een eveneens eindeloze rij hotels en vakantieresorts erlangs. Hoe dichter we tegen de zeegang in de hoge kaap Nos Emine naderen, hoe harder de zeegang en de wind. De kaap staat bekend als de meest winderige kaap van Bulgarije en we moeten hard knokken om erlangs te komen, want het waait er NNO 6 - 7 (zie foto hierboven) We krijgen veel buiswater over het dek, af en toe hele golven. Gelukkig zit alles goed vast. In de luwte van de kaap probeert een catamaran erlangs te komen, maar hij keert snel terug als hij in het wilde water komt. De kaap zelf is hoog en steil met een gelaagde structuur, het is het eindpunt van het Stara Planina gebergte. Op de top staat een vuurtorentje (foto hier) Na de ronding worden wind en zee geleidelijk rustiger. We varen net buiten de TSS shipping lane naar het noorden. Langs deze kust zijn geen havens tot Varna, met uitzondering van het dichtslibbende haventje van Byala. Om 12 uur kruipt Bas uit zijn kooi. De wind begint dan te ruimen naar Oost 4 en we rollen de genua uit, stoppen de motor en zeilen maar! Uur na uur verglijdt en we rijden vlot over de forse golven heen. De bergen zijn dicht bebost en ervoor liggen maagdelijk witte zandstranden. Slechts op een paar plaatsen is een inham met een hotel, daar is het strand flink bezet met badgasten. Bij Kamchiya is de kust over een aantal kilometers plat met donkergroene bossen. Hier mondt een riviertje uit en volgens onze pilot liggen hier banken voor de kust. Het is een oud moerasgebied dat ontstond toen het landijs zich na de laatste IJstijd terugtrok en waar dichte tropische wouden met steltwortelbomen alles overwoekerden. Het gebied is beschermd. De wind ruimt verder en neemt wat af, maar zolang we nog 4 tot 5 knopen varen is er niks aan de hand. Rond 16 uur naderen we kaap Galata. Ervoor liggen op de rede van Varna zes zeeschepen voor anker (foto hier) In de Varneska Zaliv zien we ettelijke marineschepen en een onderzeeër liggen. Omdat de zeegang recht naar binnen staat schuiven we voorzichtig achter de golfbreker om in de luwte het grootzeil te strijken. In het piepkleine haventje is geen plaats, maar we kunnen aan de zuidkant van de pier afmeren naast een Duits jacht van mensen, die ermee de Donau zijn afgezakt. Tja, dat kan ook, dan kom je van de andere kant. Terug naar boven

Varna (2)

Dulce bij de pijl op zijn nieuwe plek in het jachthaventje van Varna
Dulce bij de pijl op zijn nieuwe plek in het jachthaventje van Varna

Maandag 10-08-2009

We hebben een gezellige avond met andere boaters uit de VS en uit Honkong (!) bij onze Duitse buurman in de kuip. Vanochtend worden we ruw uit bed geschud. De boot gaat als en waanzinnige tekeer en rukt wild aan de lijnen. Het is duidelijk dat de werkdag in de zeehaven achter ons is aangebroken en dat dat veel golven veroorzaakt en het is ook duidelijk dat onze plek hier niet goed is. Een van de grote bolle stootwillen is zelfs losgerukt en drijft langzaam weg. Ik ga snel te water om hem op te halen en daarna verhalen we onze boot de kleine jachthaven in, naast een Bulgaarse Bavaria. Daar is het beduidend rustiger (foto hierboven en een hier)

 

Vandaag bezoeken we Varna. De derde stad van Bulgarije en de belangrijkste zeehaven. Een stad met duidelijke allure, vinden we, met mooie pleinen en fraaie parken. We bezoeken de grote kathedraal, die de merkwaardige naam Dormition of the Teotokus draagt (3 foto´s hier) en in 1884-6 gebouwd werd naar het model van de kathedraal van Sint Petersburg. We stuiten op oude Romeinse thermen (foto hier) uit de 2e eeuw, een van de grootste in Europa. De stad is levendig en vol jonge mensen. Twintig procent van de bevolking zou bestaan uit studenten. We zien ook een mooi concert- en theatergebouw, het Stoyan Bachvarov theater uit 1921 (foto hier) en een drukke markt met souvenirs, kitsch en andere meuk. We ergeren ons weer eens aan de erg opdringerige verkopers. Maar Bas vindt er toch maar een fraaie waterpijp voor een uiterst betaalbare prijs. Nu hebben allebei mijn zoons een waterpijp. Een ander opmerkelijk punt van Varna is dat de stad van 1949 tot 1956 Stalin heette, ter ere van de Russische dictator. Na de onthullende rede van Chroestjov op het 20e  congres van de Communistische Partij van de Sovjet-Unie heette het alweer snel Varna. Er zijn veel bedelaars, veel meer dan in Istanboel, blinden en mensen die een of meer ledematen missen en gewoon op straat liggen en trachten met het tonen van hun gebrek geld te maken. Vrouwtjes die langs de straat zitten naast een meegebrachte weegschaal, waar je je voor een kwartje kunt wegen (foto hier) We hebben er een tijd op een terras naar zitten kijken en zagen niemand die zich liet wegen. We passeren een enorme betonnen hotelkolos uit de communistische tijd, Hotel Black Sea, met casino en nachtclubs. Door een schitterend park langs het strand, de Sea Garden, lopen we terug. In het park is het legermuseum. Langs ons pad staat een antieke onderzeeër, de Draski, die in 1912 een Turkse kruiser tot zinken zou hebben gebracht.

 

Straks gaan we ergens bij het strand eten. Bas heeft zijn koffer al gepakt. Daarna zullen we een taxi naar het vliegveld nemen, waar hij om 01.40 uur lokale tijd vertrekt. Terug naar boven

Varna (3)

Jachthaventje van Varna. Rechts Dulce en daarnaast zie je de hoge zeewering. Het blauwe gebouw op de achtergond is het havenkantoor
Jachthaventje van Varna. Rechts Dulce en daarnaast zie je de hoge zeewering. Het blauwe gebouw op de achtergond is het havenkantoor

Dinsdag 11-08-2009

Vannacht hebben we Bas naar het vliegveld gebracht. Om 6 uur vanochtend piepte zijn SMS´je binnen; hij was goed op Schiphol aangekomen en wachtte op de trein naar Almelo, waar hij zou worden afgehaald (Bas woont bij zijn moeder, vlak over de grens in het Duitse Quendorf) Later vandaag meldt hij telefonisch dat hij ook daar goed is aangekomen. Het is opeens leeg zonder hem en ik kan mijn draai vandaag niet zo goed vinden. Er is ook weinig te melden. Schoonmaken, wassen, boodschappen, watertanks aftoppen, administratie en internetbankieren. Vandaag krijgen we walstroom, de security man heeft een sleutel van een kast met aansluitingen. We zijn eigenlijk, hoewel het erg gezellig was, wel vermoeid geraakt door al die weken bezoek. Ik slenter op mijn eentje door de stad, op zoek naar levensmiddelen, groente en fruit. Niet alles is voorhanden maar het is allemaal spotgoedkoop. De straten zijn stoffig en zijn net als de meeste huizen slecht onderhouden. De hele stad lijkt ook wel vermoeid. Enfin, de wind lijkt de komende dagen uit zuidelijker richtingen te gaan waaien. Morgen willen we naar Baltchik varen. Terug naar boven

Balchik

Dulce in de haven van Balchik. Boven het stadje de witte klifwanden van kalksteen
Dulce in de haven van Balchik. Boven het stadje de witte klifwanden van kalksteen

Woensdag 12-08-2009

Vroeg naar bed gegaan, gisteravond. Goed geslapen. We hadden allebei een dip, gister. Vanmorgen schijnt de zon uitbundig. Dat deed hij gister ook zo maar het is net alsof het ons toen niks deed. Vandaag wel. De wind is OZO 3. We zetten om half tien zeil in de haven en kruisen aan de wind de Golf van Varna uit. Na een slag naar zuidoost is kaap Sveti Georgi bezeild. Twee sleepboten slepen een grote tweemaster binnen. De wind "twirret" af en toe. Dat is Fries en betekent - meen ik - dat hij warrelig is. Om 11 uur passeren we de kaap en kunnen iets ruimer varen. Opnieuw bestaat de kust uit ellenlange zandstranden vol badgasten met een onafzienbare rij hotels erachter. Na een goede acht mijl is de wind helemaal weg en moet de motor aan. De koers is 30° en we moeten goed letten op een BYB oostkardinale boei, die bij een verzameling ondiepe rotspunten ligt. Het is geen probleem en de haven van Balchik - the city with the white cliffs -  is al goed te zien. Dit gebied was vroeger, voor 1940, in Roemeens bezit en heette toen Dobrudza. Iets naar het westen zien we ook Tenka Yava ("Rustig nestje") liggen, het mini-zomerpaleisje mét minaret liggen, dat de even aantrekkelijke als romantische koningin Marie van Roemenië hier in de jaren ´20 van de vorige eeuw liet bouwen voor haarzelf en haar Turkse minnaar. Zij was de kleindochter van de Britse koningin Victoria. Toen ze naar Roemenië kwam zou ze gezegd hebben "Romania needs a face and I will be that face" Haar liefdesnestje schijnt omringd te zijn met fraaie botanische tuinen, dus misschien brengen we er nog een bezoek aan. Grappig is dat de Engelstalige Wikipedia niets over de romantische achtergrond van het kasteeltje meldt, zulks in tegenstelling tot de Duitse (onder Baltschik) De naam van die Turkse minnaar wordt nergens vermeld.

 

Om twee uur meren we af in de knusse marina van Balchik, aan een nieuwe ponton met een luxe vingersteiger, walstroom en water (foto hierboven) Er is zelf een bruikbaar draadloos WiFi-netwerk, zij het niet erg snel. Een jongeman neemt hulpvaardig onze touwtjes aan. Hij heeft erg veel hoofdpijn, zegt hij, vanwege een gezellige avond. Zijn Engels is daardoor wat moeizaam, maar als we vandaag of morgen even langskomen op het havenkantoor... Overigens is dit de laatste haven voor de Roemeense grens, je moet hier dus uitklaren, d.w.z. bij de grenspolitie het certificaat dat we in Tzarevo ontvingen inleveren. Maar zoals ik zei, we gaan hier eerst eens wat rondkijken. Terug naar boven

Balchik (2)

Ans majesteitelijk op een marmeren troon van koningin Marie van Roemenië
Ans majesteitelijk op een marmeren troon van koningin Marie van Roemenië

Donderdag 13-08-2009

Gisteren tijdens de fraai invallende avond aan de havenrand lekker gegeten op een terras boven het water: vissoep, krabcocktail, gebakken paddestoelen en kippenlevers. Met een rode wijn van de Mavrud-druif, een lokale soort die we erg waarderen. De zon ging roserood onder over het roerloze water van de baai, de haven en de witte krijtrotsen, die direct achter de stad oprijzen. Ik snap wel dat koningin Marie van Roemenië in de twintiger jaren van de vorige eeuw op deze mooie omgeving viel. Zij was voor de geschiedenis van Roemenië overigens niet zonder betekenis, in tegenstelling tot haar man, koning Ferdinand I, die weinig achting genoot en aan wie ze een gloeiende hekel had. Tijdens de vredesonderhandelingen na de Eerste Wereldoorlog wist ze met list en charme te bereiken dat Roemenië een aantal belangrijkse gebiedsuitbreidingen verwierf, zoals Transsylvanië, de Banaat en Bessarabië.

 

Vanochtend zet ik de vouwfietsjes in elkaar en fietsen we langs het drukbezette strand naar haar kasteel. Ver is het niet, maar het kasteeltje met zijn typische minaret en de uitgestrekte botanische tuinen eromheen, zijn van een grote schoonheid. De foto hierboven toont Ans - tamelijk majesteitelijk zittend op een marmeren troon met leeuwenkoppen op de armleuningen, een troon die op het terras aan zee stond, waar de koningin graag op zat. Gisteren schreef ik dat de naam van de Turkse minnaar van de vorstin niet te vinden was. Maar misschien was het Prins Barbu Ştirbey, een Roemeense diplomaat en staatsman met wie ze een jarenlange liefdesrelatie had en die mogelijk de vader was van twee van haar dochters. Maar Ştirbey was géén Turk en hij werd door koning Carol II van Roemenië, de zoon van Marie, toen die in 1930 koning werd, het land uit gestuurd en verbleef tien jaar in Parijs. Daar overleefde hij een aantal aanslagen op zijn leven. De achtergrond daarvan ken ik niet. Marie overleed in 1938, dus het blijft raadselachtig wie die Turkse minnaar was. Twee jaar later, in 1940, voegde een bevooroordeeldDuits-Italiaans scheidsgerecht het gebied inclusief het kasteeltje toe aan het Nazi-gezinde Bulgarije. daarop volgde op de typische Balkanwijze van ethnic cleansing een gedwongen vertrek van de hele Roemeense bevolking en een intocht van Bulgaren van elders.

 

We dwalen uren door het complex rond. Steeds heb je prachtige uitzichten over zee. De tegen de helling liggende tuinen werden aangelegd door de tuinarchitect van de laatste Russische tsaar. Het is een merkwaardig allegaartje van vijvers, beekjes, waterlopen, bruggetjes (w.o. een Brug der Zuchten), een waterval, labyrinthjes, bloemperken, haagtunnels, gebouwtjes waar de prinsen en prinsessen met aanhang konden logeren, huisjes voor de hofhouding en de tuinman, prieeltjes, zitjes, enzovoorts. Het heeft een zeker Sprookjesbos-op-de-Efteling gehalte. Hier liep ze graag rond in de wijde, oosters aandoende kledij die ze bij voorkeur droeg, getuige de talrijke foto´s van haar die je overal tegenkomt. Ik maakte er veel foto´s, 7 daarvan vind je hier) In het paleisje zie ik een prent met een wolf in een winters landschap. Met felle ogen staart het dier je aan over een kille beek (foto hier) Merkwaardig, de prent hangt namelijk in de slaapkamer van de vorstin, aan een zijmuur in de ruime nis waar haar bed stond.

 

Verder is het hier leuk in Balchik. Het is weliswaar toeristisch maar lang niet zo druk en overstelpend als we elders langs de Bulgaarse kust tegenkwamen. We blijven nog een dag. En er liggen boeken die uit moeten. Terug naar boven

Balchik (3)

Detail van De Triomf van het Geloof van Filipinno Lippi, circa 1480. Thomas van Aquino houdt het ware geloof omhoog, een boek met de tekst SAPIENTIAM SAPIENTUM PERDAM (Ik zal de wijsheid van de wijzen vernietigen)
Detail van De Triomf van het Geloof van Filipinno Lippi, circa 1480. Thomas van Aquino houdt het ware geloof omhoog, een boek met de tekst SAPIENTIAM SAPIENTUM PERDAM (Ik zal de wijsheid van de wijzen vernietigen)

Vrijdag 14-08-2009

Vanochtend reken ik het liggeld af met de havenmeester. Omgerekend 30 euro per dag. Ik spreek af dat we morgenochtend eerst diesel komen tanken aan de bunkerkade. Daarna moeten we naar de overkant van de haven varen, naar de Port Police, om aldaar ons certificaat "Control Form for Pleasure Boat" in te leveren. Waarom eigenlijk, als we naar Roemenië varen blijven we toch in de Europese Unie?, vraag ik de havenmeester. Hij haalt zijn schouders op: "There is still not so much Europe in Bulgaria" En waarom moet ik speciaal naar de overkant varen en aanleggen bij hun bureau? Tja, dan kunnen ze zien dat u geen personen aan boord meesmokkelt. De volle omvang en betekenis van het Europese adagium van vrij verkeer van mensen, goederen en diensten is hier nog niet doorgedrongen. Overigens ligt er aan die kade al dagen een Nederlandse bulkcarrier te laden. Het is de IJsseldiep, onder de vlag van de Nederlandse Antillen.

 

Het is een windloze, warme dag (28°) Tijd om eindelijk eens wat boeken uit te lezen. Allereerst "The Closing of the Western Mind. The Rise of Faith and the Fall of Reason", een rijke monografie van de Britse historicus Charles Freeman (Vintage books, 2005) Op de omslag staat een detail uit het schilderij "De Triomf van het Geloof" van Filippino Lippi uit circa 1480 (zie hierboven), waar je ziet dat de Dominicaanse theoloog Thomas van Aquino het ware geloof omhoog houdt. Op het boek in zijn hand staat de tekst "SAPIENTIAM SAPIENTUM PERDAM" ofwel "Ik zal de wijsheid van de wijzen vernietigen" Uitvoerig beschrijft hij het ontstaan van het Christendom en de wijze waarop de staat, met name de Byzantijnse, en de kerk een alliantie aangingen in de verwachting er beiden kracht uit te putten. Daarvoor achtte men het nodig om zich af te zetten het heidendom en dwalingen binnen de kerk, en met name tegen de Griekse intellectuele traditie van filosofie en wetenschap. De kerkvaders en de Oost- en Westromeinse keizers eisten in de vroege eeuwen van het eerste millennium in navolging van de apostel Paulus niet minder dan een totaal afzien van onafhankelijk, intellectueel denken. Ook de heilige Basileus van Caesarea, wiens uit hout gesneden conterfeitsel sinds kort een wand in onze kajuit siert, schreef "Let us Christians prefer the simplicity of our faith to the demonstrations of human reason" Twee verbijsterende citaten:

 

"What purpose does knowledge serve - for as to knowledge of natural causes, what blessing is there for me if I should know where the Nile rises" (Lactantius, 4e eeuw. Hij was dan ook geen boer in het Nijldal)

 

"There is a certain heresy concerning eartquakes that they come not from God´s command but, it is thought, from the very nature of the elements... Paying no attention to God´s power, they (the heretics) presume to attribute the motions of force to elements of nature.........like certain foolish philosophers who, ascribing this to nature, know not the power of God" (Philastrius of Brescia, 4e eeuw)

 

Het gevolg was dat in Europa een eeuwenlange periode van intellectuele stagnatie en achteruitgang onderging, the Donkere Middeleeuwen, en dat de klassieke intellectuele traditie overleefde dankzij de Arabieren, die de werken van Aristoteles, Plato, Hippocrates, Galenus, Euclides en Ptolemaeus zorgvuldig bestudeerden en vertaalden - zonder dat dat als een bedreiging voor het Islamitisch geloof werd opgevat. Een aanrader, dit boek!

 

Ik heb ook nog verder gezocht naar de latere Turkse minnaar van koningin Marie van Roemenië en vond dat hij mogelijk Hasan heette, een scheepskapitein van 20 jaar oud. Marie was toen zelf zestig. Of die verhalen betrouwbaar zijn? Ik weet het niet. Ik vond ze hier.

Terug naar boven

Mangalia, Roemenië

We tanken bij de bunkerkade, omdat de slang niet erg lang is, liggen we wat vreemd afgemeerd
We tanken bij de bunkerkade, omdat de slang niet erg lang is, liggen we wat vreemd afgemeerd

Zaterdag 15-08-2009

We maken precies om half negen los en varen om de haven heen naar de bunkerkade. Geen havenmeester. Een jongen van de bewaking neemt de touwtjes aan. Hij zal hem bellen. Na een kwartier komt hij aanfietsen. Dat valt mee. De slang is niet erg lang, dus we moeten wat geïmproviseerd aanleggen. We tanken 194 liter voor omgerekend een euro per liter (foto hiernaast) Daarna varen we naar de hoge kade voor de zeeschepen om ons af te melden bij de port police. Ook daar wordt het snel geregeld. Een geuniformeerde dame neemt ons certificaat mee en knielt even later boven ons op de kaderand. Kunnen we beloven dat we geen verstekelingen, wapens en narcotica aan boord hebben? Dat kunnen we. Geen reden om langer te mopperen.

 

Om kwart voor tien hijsen we het grootzeil. Hoewel er slechts Oost 1 - 2 staat is er een redelijke zeegang uit het oosten, wat druk in het zeil is dus welkom. We motoren om een ondiepte heen - vroeger was dit een gebied waar veel Duitse zeemijnen lagen - en varen de 12 mijl naar de hoge kaap Kaliakra (foto hier) Er staan een aantal rijen windmolens. Volgens de overlevering zouden veertig Bulgaarse maagden hier vanaf zijn gesprongen om niet in handen van de Ottomaanse Turken te vallen. Een ander verhaal wil dat in de grotten onder de kaap de schatten van Lysimachus verstopt werden, een van de onderling vechtende opvolgers van Alexander de Grote. In dit gebied trof men tot voor een aantal jaren de zeer zeldzame Zwarte Zee zeehond aan (Monachus monachus) Sedert 2004 zou er geen meer zijn waargenomen en is hij - althans in de Zwarte Zee - waarschijnlijk uitgestorven. Na de kaap kan de genua erbij en kunnen we motorzeilen met ONO 2 - 3 net binnen de traffic lane. De kust bestaat uit hoge kliffen maar wordt geleidelijk lager. Om 14.00 uur passeren we kaap Shabla met een oude vuurtoren. Dit is de meest oostelijke punt van Bulgarije. Af en toe zijn er inhammen met witte stranden. We zien nogal veel kleine vissersbootjes en ook duikers. Die komen ondermeer voor de scheepswrakken die hier liggen, onder andere Russische onderzeeboten, waardoor een interessante zeeflora en -fauna is ontstaan. Tenslotte passeren we het dorpje Krapets, het laatste voor de grens, waar de oudste dodenstad (necropolis) van Europa te vinden zou zijn. (meer dan 7000 jaar oud) Je kunt er echter niet beschut ankeren. Om 15.30 uur zijn we bij de grens met Roemenië en wissel ik de gastenvlaggetjes. Er zou een YB boei moeten liggen, maar die is er niet. Wel volgt een drukbezet strand en een uurtje later laten we het zeil vallen in de ruime voorhaven van Mangalia. In de binnenhaven liggen een handjevol jachten aan splinternieuwe jachtsteigers langs de stadskade met vingerpontons, electra en water. Daarachter een rij van de typische vuilgrijze flats uit het tijdperk van het arbeidersparadijs van de voormalige conducator Ceauscescu. De havenmeester neemt de lijntjes aan en heet ons welkom. De grenspolitie is ook vlot. Trots plaats ik ons scheepsstempel op zijn document. Er lopen veel mensen langs de kant. Naast de haven klinkt vanaf een groot podium snoeiharde live-muziek, er is een dit weekend een muziekfestival, wordt ons vertelt. (Dat was iets voor Bas geweest!) Terug naar boven

Mangalia (2)

Dulce aan de jachtsteiger in Mangalia. Oostblokflats op de achtergrond
Dulce aan de jachtsteiger in Mangalia. Oostblokflats op de achtergrond

Zondag 16-08-2009

In het begin van de avond wordt het werkelijk erg druk op de wal. We blijken te zijn beland in het jaarlijkse Callatis Festival. We liggen een paar honderd meter van het drijvende podium. Er lopen en slenteren duizenden mensen rond, een deel bezoekt ook de steigers en loopt langs de boten. Het lijkt alsof op de Natte Hiswa hebben aangemeerd. Velen laten zich voor of naast onze en andere boten fotograferen. We zitten in de kuip met enige gène te kijken, maar iedereen is vriendelijk en vrolijk en het kan niet anders dan dat we straks met onze Dulce in tientallen Roemeense fotoalbums prijken. In de haven is een demonstratie van de (vrijwillige?) brandweer, die met tien dinghy´s snoeihard rondjes vaart zodat alle jachten liggen te steigeren aan de touwen. Gelukkig duurt de demonstratie niet lang. Na een paar uur komt er een man, kennelijk van de bewaking, die geleidelijk iedereen van de steiger weet te krijgen en daarna voor het hek gaat staan. Tegen elf uur is het festival nog in volle gang. Er wordt niet alleen populaire muziek gebracht. We horen ook wat opera-aria´s en er is een verkiezing - Miss Diaspora - van het mooiste Roemeense meisje dat in het buitenland woont. Ik weet het niet zeker maar ik geloof dat België won. Hier vind je meer over het festival en het programma. We slenteren door de enorme menigte over een kermis en langs de talloze terrassen en kramen. Hoewel we allebei geen liefhebber zijn van grote mensenmassa´s voelt het hier wel lekker om zo onbekend en anoniem in de menigte op te gaan. Ik herinner me datzelfde gevoel toen ik, een jaar of tien geleden, een afgeschreven maar nog goed functionele ambulance (het Beatrixziekenhuis had toen nog een eigen ambulancedienst) met een chauffeur en een tolk naar een ziekenhuis in de stad Iaşi in het oosten van Roemenië bracht. Ook toen liepen we in die stad en ook in de hoofdstad Boekarest, vanwaar we terugvlogen, in zulke menigten. Ik herinner me dat we na een nachtelijke treinreis op het centraal station van Boekarest aankwamen. Van mijn leven heb ik nog niet zo´n drukke mierenhoop gezien. Menigten horen bij dit land, geloof ik, en ik voelde me erin opgenomen alsof het zo hoorde. Nu weer, merkwaardig. In Turkije had je het ook wel, maar dat was anders, vreemder en minder vertrouwd. Als we eindelijk in bed liggen begint een groot knalfestijn. Vuurwerk. We komen er niet meer ons bed voor uit.

 

Ik heb nooit meer iets vernomen over die ambulance. Een Chevrolet, als ik me het goed herinner. We brachten hem naar een ziekenhuis voor traumatologie, op advies van een Nederlandse hulporganisatie. De rit zelf door Duitsland, Oostenrijk, dwars door de eindeloze steppes van Hongarije en over de Transsylvaanse bergen was schitterend. De ambulancechauffeur (heette ook Tom) en ik reden om beurten. Op de Duitse Autobahn kwamen we in een file terecht. Ik zat achter het stuur en ik kon die kans niet aan me voorbij laten gaan. Ik zette het zwaailicht aan (niet de sirene) en over de vluchtstrook reden we prinselijk langs de kilometerslange file tot aan de kop, waar een ongeval was en de politie vriendelijk wuifde dat we konden doorrijden. In Iaşi werden we ondergebracht in een zo´n naargeestig betonnen hotel die je overal in de oostblokstaten aantrof, even kolossaal als leeg. Om de ambulance ingevoerd en goedgekeurd te krijgen, moesten we steekpenningen betalen aan de douane. In het ziekenhuis zelf was het een grote, armoedige ellende. Op een of andere manier erger en meer ontluisterend eigenlijk dan ik jaren eerder in Afrika meemaakte. Een volstrekte afwezigheid van medijnen, hygiène en materiaal. Overvolle en vuile ziekenzalen. Zieken die met zijn tweeën in een bed lagen, of met zijn drieën in twee tegen elkaar geschoven bedden. De beelden staan me nog in de geest gegrift. Bij het schrijven van het bovenstaande herinner ik me ineens de naam van het ziekenhuis en ik google Spitalul Clinic de Urgente. Als ik de beelden zie, twijfel ik. Zo´n groot gebouw van staal, beton en glas als je op sommige foto´s ziet, was er toen niet. Maar ik twijfel niet meer als ik het adres zie: Str. General Berthelot 2. Dat klopt. Nu herinner ik me ook het oude gebouw dat je op de website ziet. En de onooglijke Eerste Hulp Post bij de ingang. Maar kennelijk is er nieuwbouw geweest. Ook de gruwelfoto´s die vrijelijk op de Internet-presentatie staan en moeten tonen wat ze allemaal niet kunnen, hebben iets vertrouwds. Zo zie voorlopig Nederlandse ziekenhuizen nog niet reclame maken. Een ambulance zie ik niet op de foto´s. Ach, tien jaar, hij zal wel uit roulatie zijn genomen. 

 

Vandaag kuieren we opnieuw door het stadje. Bij een ATM pinnen we Roemeens geld (1 euro = 4,20 lei) Voor het gemak delen we alle prijzen door 4. Alles is spotgoedkoop. De levensstandaard is hier zichtbaar lager dan in Bulgarije, we hadden het min of meer gelijk verwacht. De straten zijn echter schoner. De Roemenen zijn kleiner, volkser en talrijker dan de Bulgaren. De vrouwen zijn minder mooi. We zien veel oude Dacia´s, de auto die hier gemaakt werd in de dagen van Ceauscescu ondersteund door Renault. Eén van de voorbeelden van de Franse invloed die er altijd in Roemenië was. In het stadje zijn de straten recht, kaal en saai, omzoomd door haveloze flats (zie hier) De Conducator hield daarvan. Toch is het met planten en bloembakken wat vrolijker gemaakt. Verderop zien we, haast verstopt achter flatgebouwen, een opgeknapte orthodoxe kerk (foto hier) Via het lange zandstrand (foto hier) lopen we terug. Het is er druk en winderig, niet onprettig met de felle zonneschijn van vandaag. Er staat een forse zeegang uit het noordwesten. Enfin, we zien morgen wel. Terug naar boven

Mangalia (3)

Interieur van de gerestaureerde Esmahan Sultan moskee in Mangalia
Interieur van de gerestaureerde Esmahan Sultan moskee in Mangalia

Maandag 17-08-2009

Inderdaad, we zijn vandaag niet vertrokken. Niet alleen vanwege de wind, Noord 4 dus precies tegen, maar vooral vanwege de ongemakkelijke zeegang uit het noordwesten. Het zou een onaangenaam gestamp geweest zijn. Hopelijk is het morgen beter. Als je de weerkaartjes wil geloven, wordt het dat ook. Enfin, tijd om te klussen. Zoals de boot van buiten schrobben, het roet bij de uitlaat wegpoetsen, beginnende roestvlekken op de RVS-buizen wegpoetsen en de electrische lier uit elkaar halen en smeren met liervet. We gebruiken die lier vooral voor het hijsen van het grootzeil en de laatste keren kermde hij nogal. Ik gebruik voor het smeren een oude tandenborstel. Nu loopt hij weer lekker.

 

Daarna maken we een wandeling door de stad. In een schaduwrijk parkje ten zuiden van de binnenstad staat een gerestaureerde moskee, de Esmahan Sultan Moskee, gebouwd in 1753 door Esmahan, de dochter van de Ottomaanse sultan Selim II. Dankzij de omringende flatgebouwen is het windstil en warm in het parkje. Een verweerd mannetje zonder gebit maakt alsmaar zonderlinge buigingen voor ons. Hij verkoopt de toegangskaartjes à raison van 4 lei (1 euro), schuifelt voor ons uit het pad af en maakt met rammelende sleutels de deur open. Schoenen uit, gebaart hij, o ja, natuurlijk. Binnen hangt een stemmige, ingetogen atmosfeer. Een enorm rood kleed met abstracte patronen erin bedekt de hele ruimte. Er staat een mooie "preekstoel" voor de imam (foto hierboven) Boven ons is het balkon voor de vrouwen, afgeschermd door handgesneden, halfdoorzichtige houten panelen. Buiten lopen we langzaam door de tuin om de moskee heen. Er zijn talrijke oude islamitische graven, sommige met de typische tulbanden op de grafstenen (2 foto´s hier)

 

We lopen door het centrum met de rechte, brede avenueachtige straten naar het noorden. Onderweg ziet Ans een winkeltje met een heleboel leuke jurkjes. Ik zitten want dit kan wel even duren. Dat klopt, maar het resultaat is een vrolijk blauwgekleurd flodderjurkje dat ik nog wel eens voor de lens krijg. Zelf ontdek ik een mooie scanner voor weinig geld in een electronicazaak. Voor nog geen 60 euro koop ik een Epson Perfection V10. Een typisch instapmodel, meer heb ik niet nodig. Waarom? Af en toe wilde ik dat ik foto´s, folders en documenten kon scannen. Ons printertje is alleen maar een simpel printertje. Vandaar. (Zij een jurk en ik een scanner)

 

Verderop naar het noorden vinden we tussen de mega-hotels een veldje met de resten van de oude stad Kallatis, een Griekse kolonie uit de zesde eeuw voor onze jaartelling. Gesticht door mensen van de stad Herakleia Pontica (het tegenwoordige Ereğli aan de Turkse Zwarte Zee kust) Het enige dat er nog te zien is zijn wat rechthoekige resten van fortificaties tussen pijnbomen die zacht wiegen in de zeebries  Op en om deze muren is vaak zwaar gevochten. Hier waar ik nu sta stierven mensen in de vele belegeringen van deze stad. Of bij de verdediging van deze zelfde muren. En nu lispelt de wind door het dorre gras. Niemand komt kijken, de toeristen liggen op hun handdoeken aan het strand. Ach, destijds was dit een belangrijke handelsstad die zijn eigen munten maakte. In 72 vChr. veroverden de Romeinen de stad en ondanks herhaalde invasies van barbaarse volken bleef het een stad van betekenis. Het brengt me op de vraag hoe het toch ook weer kwam dat de Roemenen een latijnse taal zijn blijven spreken, temidden van al die Slavische volken als Bulgaren, Serviërs en Russen? De provincie Dacia was door zijn grote vruchtbaarheid een strategisch onderdeel van het Romeinse Rijk, maar barbaarse volken brandschatten de regio vele malen en de lokale stammen vormden geen betrouwbare bondgenoten. De Romeinen stimuleerden daarom hun soldaten om zich er te vestigen na de militaire dienst en schonken ze grote stukken land om te bebouwen. Velen gaven daaraan gehoor en zo werd dit een latijns sprekend land. En bleef het. Maar minder dan tweeduizend jaar geleden waren dit de wallen van een bedrijvige havenstad. Er is nauwelijks iets van over dan de brokkelige, verweerde en zielige fundamenten van wat stadswallen waar ik nu op sta (foto hier) Een plaats waar mensen vochten op leven en dood. Wat dachten ze toen ze voor deze muren stierven? Had het enige nut of zin? Niemand werd er beter van en de geschiedenis van de mensheid gaat toch nog steeds maar door en het sterven is steeds massaler. Duurt het nog tweeduizend jaar voor er van deze nieuwe stad Mangalia niets meer over is? Het komt me op deze door weer en wind verweerde muren voor of het wel eens veel korter kon duren.

 

Onderweg doen we nog wat boodschappen en aan boord installeer ik het stuurprogramma voor de scanner. En hup, hij werkt prima. We rekenen het liggeld af met de havenmeester. Omgerekend € 50 voor drie nachten. De wind is immers naar het oosten geruimd. Als dat morgen zo blijft, kunnen we zeilen naar Constanţa, onze volgende bestemming. Terug naar boven

Constanţa

Het futuristische restaurant aan de jachtenkade in Port Tomis, Constanţa
Het futuristische restaurant aan de jachtenkade in Port Tomis, Constanţa

Dinsdag 18-08-2009

Om half tien vertrekken we bij zonnig weer en noordenwind Bf 2 - 3. Niet de beloofde oostenwind, dus. We motoren langs een lange, lage strand- en hotelkust. Erachter, in het achterland, hangt een vuilbruine waas. Industriegebieden, vermoedelijk. Na een uur komt er een kaal stuk met bruinoranje kliffen en verlaten stranden. Er is alleen een vissersdorpje zonder haven. De bootjes zijn op de kant getrokken. Overigens zijn er heel wat vissersbootjes op zee, kleine scheepjes met 2 tot 3 man aan boord. Je ziet ze nauwelijks in de zeegang. We zien dat twee mensen met hanggliders van de zandsteenkliffen springen. Ze cirkelen rustig rond op de thermiek, die boven het warme strand ontstaat. Dan naderen we de badplaats Costineştu met alweer talrijke hotelcomplexen en een afgeladen strand. Er ligt een donker schip tegen het strand, een wrak. Er zitten grote gaten in de romp en het is zwart geblakerd, alsof het in brand heeft gestaan. Het lijkt wel op een oorlogsschip (foto hier) Verderop ligt kaap Tuzla, een lage kaap met een vuurtoren en een andere mast naast elkaar. Er is een helikopter bezig met oefeningen, ze laten iemand aan een lijn in zee zakken. Na een keer of drie vinden ze het genoeg en vliegen weg. We varen ruim om de ondiepten voor de kaap heen. De wind is ingezakt naar NNO 2. Op de wal zijn nu graanvelden. Een boer op een tractor maakt enorme stofwolken, het veld is kurkdroog. Op VHF kanaal 16 komt de kustwacht van Sebastopol op de Krim ineens in met een PAN PAN PAN bericht in het Russisch en in het Engels: de scheepvaart wordt verzocht uit te kijken naar een zoekgeraakte catamaran. Hoever is Sebastopol eigenlijk? Ik meet het uit op de zeekaart: 220 mijl.

 

We naderen inmiddels de grote commerciële zeehaven van Constanţa. De strekdammen stekenen kilometers ver uit in zee. Het doet aan Zeebrugge denken. Erachter een woud van kranen, silo´s, gashouders en schoorstenen. Constanţa is de grote zeehaven van Roemenië en een belangrijke overslaghaven tussen Rusland, Azië en Europa. Ruwe olie uit Rusland en de Kaukasus wordt vanaf hier in pijpleidingen naar West Europa getransporteerd. Het is er dus erg druk, ik tel zomaar acht zeeschepen die in de buurt manoeuvreren terwijl er nog twee de brede havenuitgang uitvaren. We moeten er voorbij, noordelijk van de zeehaven is Port Tomis, de jachthaven. Voorzichtig zoeken we onze weg en de medewerking van de enorme gevaartes is perfect: twee gaan voor ons langs de haven in en het schip erachter, een zeesleper, verlegt zijn koers voldoende om achter ons langs te varen. In beginsel moet je zo lang mogelijk je eigen koers en snelheid houden, zodat ze geen twijfel hoeven te hebben over je bedoelingen. Pas als er echt een aanvaringskoers dreigt, moet je een duidelijke koerswijziging maken.

 

Om kwart over twee naderen we Port Tomis. De haven ligt tegen het stadscentrum van Constanţa aan. We zien een mooie skyline met een moskee en een basiliek met goudkleurige koepeldaken. Er liggen weinig schepen afgemeerd. We dobberen wat rond, in de hoop dat iemand van de haven ons een plek aanwijst. Inderdaad, een jongen komt uit het futuristische restaurant op de kade (zie foto hierboven) aanlopen en gebaart dat we langszij aan de kant kunnen liggen, naast een grote tweemaster. Als we erachter aanmeren, zien we dat het schip uit Moldavië komt. Ze voeren in het want niet alleen de Roemeense gastenvlag maar ook die van de Europese Unie. Ja, daar wil dat straatarme land graag bijhoren. Ik vraag me af of je er met de boot kunt komen, voor zover ik weet is de rivier de Dnjestr die langs de hoofdstad Chisinau stroomt, verzandt vanaf de Oekraïnse stad Belgorod-Dnevstrovskiy aan de lange lagune - noordelijk van de Donau-delta - waar de rivier in uitstroomt. Ik zal het eens vragen. Op de kade verschijnen twee officials in uniform. De Port Police. Een slanke dame komt aan boord om onze gegevens te noteren: paspoorten en eigendomsbewijs. De crewlist die ik onlangs maakte (en stempelde met het scheepsstempel) doet wonderen. Tenslotte mag ik ons stempel ook nog op haar document plaatsen. Haar mannelijke collega helpt Ans ondertussen met het opbinden van het grootzeil. Iedereen tevreden. Het water in de haven is smerig, overal drijven stront, flessen en zakken. Toch staan er mensen doodgemoedereerd te vissen. Het stinkt eigenlijk ook niet. Hoewel er bij de ingang van de kade een slagboom is met een wachthuisje, kan iedereen onbelemmerd binnen. Kinderen proberen met ons te praten en aan boord te klimmen. Het is duidelijk dat we de boel goed moeten afsluiten. We maken een middagdutje. Daarna vang ik met onze 18dBi Canopii antenne, net als in de andere havens onderweg, een voldoende krachtig onbeschermd WiFi draadloos netwerk op om de website bij te werken. Terug naar boven

Constanţa (2)

Langs de boulevard staat een prachtig Casino in art nouveau stijl, leeg en verwaarloosd
Langs de boulevard staat een prachtig Casino in art nouveau stijl, leeg en verwaarloosd

Woensdag 19-08-2009

Vandaag wordt mijn oudste zoon Rommert 22 jaar. Vanavond zal ik hem bellen.

 

Na een laat ontbijt lopen we de haven uit en over een brede asfaltweg, die schuin omhoog leidt naar de stad Constanţa. Het is warm, boven de 30° Een ruime boulevard loopt vanaf hier terug naar de grote zeehaven, waar we gisteren langsvoeren. Langs de boulevard zijn parken met veel beelden in de beproefde sociaal-idealistische stijl en er zijn opmerkelijke bankjes. Opmerkelijk omdat sommige een eigen zonnescherm hebben (foto hier, waar je trouwens ook het alleraardigst flodderjurkje op ziet dat Ans eergisteren kocht) Op de mooiste plek op deze landtong boven zee staat een groot wit gebouw, het hoofdkwartier van de Roemeense marine. Ernaast rijst een kleine slanke vuurtoren op uit tijd dat de stadstaat Genua deze haven bezat (foto hier) Dacht ik, maar dat blijkt fout. De toren is pas gebouwd in 1860 in opdracht van een plaatselijke handelsfirma ter ere van de Genuese kooplieden, die de stad in de 13e eeuw frequenteerden. Kijk voor de rijke geschiedenis van deze stad op Constanţa. Verderop langs de kust stuiten we op een prachtig Casino in art nouveau stijl uit 1910. Het ziet uit over zee en over de haven verderop. Maar het is dicht en in slechte staat (zie foto hierboven) Daar zou toch een mooi hotel van te maken zijn! Dan komen we langs de Petrus en Paulus kathedraal, een orthodoxe basiliek. Ervoor liggen de resten van wat muren en straten, overblijfselen van het oude Romeinse Tomis. Erachter staat het paleis van de aartsbischop, de Roemeens-orthodoxe patriarch, uit 1925. De stad doet verder ontzettend verwaarloosd en afgeleefd aan. Veel mooie panden uit de 19e eeuw zien er haveloos en vervallen uit. Dichtgetimmerde ramen, ingetrapte deuren. Sommige zijn volledig in puin, alleen de muren staan nog overeind. Ooit was het een rijke, bloeiende handelsstad, maar na de WO II en de stagnatie van de tientallen jaren in het duivelsrijk van de conducator Nicolae Ceausescu is het een treurig zootje. De val van zijn bewind eind december 1989 en de daarop volgende executie van de Leeuw van de Karpaten en zijn echtgenote, het loeder Elena, herinner ik me nog van de onvergetelijke TV-beelden. En hoe een paar dagen eerder schrik en ongeloof op zijn gezicht verschenen toen hij opeens gewaar werd dat de menigte voor zijn paleis zich niet meer liet toespreken. De vele, vaak corrupte regeringen die erna kwamen, hebben nog weinig verbetering gebracht, lijkt het. We passeren een grote moskee, min of meer verstopt achter de karkassen van oude panden. Het is de grote Mahmudiye moskee uit 1910, gebouwd in opdracht van de Roemeense koning voor de vele Turkse moslims in deze streek. Vanaf de minaret zou je een schitterend uitzicht hebben over de stad en de haven, maar het is zo drukkend warm dat we van de beklimming af zien. Aan een stoffig plein vol geparkeerde auto´s en asfalt vol gaten, staat het Nationale Archeologisch Museum. Tussen de auto´s staat een standbeeld van de Roemeinse dichter Ovidius (Publius Ovidius Naso, foto hier) die door keizer Augustus in het jaar 8 van onze jaartelling naar Tomis werd verbannen. De reden van die verbanning is nooit opgehelderd. De inscriptie op de sokkel (foto hier) is de tekst van het grafschrift dat hij schreef (uit Tristia 3.3.73-76):

  

"Hic ego qui iaceo tenerorum lusor amorum                    

Ingenio perii, Naso poeta, meo.

At tibi qui transis, ne sit grave, quisquis amasti,

Dicere: Nasonis molliter ossa cubent"

 

 

Ofwel: "Hier lig ik, Naso, speelse dichter van de liefde

          door mijn eigen dichttalent ten val gebracht.

          O voorbijganger, hebt u ooit liefgehad, moge het dan niet teveel moeite zijn

          te zeggen: beenderen van Naso, rust zacht"

 

 

(vertaling TZ)

 

Hij woonde hier tot zijn dood tien jaar later, vereenzaamd aan de rand van het Romeinse rijk tussen wat hij barbaren noemde, weggekwijnd van heimwee. Machthebbers zouden voorzichtiger met hun dichters moeten zijn. Hij werd begraven in het stadje Poiana ten noorden van Constanţa, dat in 1930 te zijner ere in Ovidiu werd omgedoopt en nu nog zo heet. Dichter bij het stadscentrum wordt het allemaal iets beter en fleuriger, er is meer geïnvesteerd in restauratie en er zijn meer winkels. We zijn op zoek naar waterkaarten en/of een pilot voor de Donau-delta en daartoe bezoeken we wat boekhandels. Maar verder dan een redelijk gedetaileerde autokaart - ironisch, want er zijn in de delta zelf geen wegen - komen we niet. Op het kantoortje van de havenmeester adviseert men om morgen eens langs te gaan bij de Autoritatea Navală  in de zeehaven. Enfin, in elk geval staan er wat schetsen in "Cruise the Black Sea" van Doreen & Archie Annan (december 2001) die ik in Istanboel kocht. En natuurlijk kunnen we het ook nog in Sulina proberen, het haventje in de middelste arm van de Donau, die we willen opvaren. Het wachten is verder op gunstige wind voor de ruim 90 mijl naar Sulina. Terug naar boven

Constanţa (3)

De Donaudelta. De pijlen wijzen de drie hoofdtakken aan. De zuidelijke is bij zee dichtgeslibd. De middelste is de Sulina arm, die willen we invaren tot Tulcea en daarna via de noordelijke Chilia arm weer terug
De Donaudelta. De pijlen wijzen de drie hoofdtakken aan. De zuidelijke is bij zee dichtgeslibd. De middelste is de Sulina arm, die willen we invaren tot Tulcea en daarna via de noordelijke Chilia arm weer terug

Donderdag 20-08-2009

We eten gisteravond in een paleisachtig decor: Hotel Palace RRT op een balkon dat over de haven uitkijkt. De zon gaat onder en kleurt de hemel roserood en lichtblauw. Het is de meest romantische plaats waar we tot dusver aten op deze reis. Stom dat ik mijn fotocamera niet bij me had, maar op hun website kun je er iets van zien. We eten gebakken inktvis en verrukkelijke mosselen in witte wijnsaus en het is spotgoedkoop.

 

Vandaag loop ik langs de boulevard naar het gebouw van de Autoritatea Navală (foto hier) bij de zeehaven, op zoek naar kaarten of een pilot voor de Donaudelta. In de enorme hal zit een beveiligingsman achter een hoge balie, die geen Engels spreekt. Eerlijk gezegd kom je in deze landen zelden of nooit iemand van security tegen die een vreemde taal spreekt. Vroeger kon je altijd taxichauffeur worden, als niks lukte, tegenwoordig kan je de beveiliging in. Gelukkig helpt een bezoeker die wel Engelstalig is. Hij luistert en neemt me vervolgens mee naar de 10e verdieping, de hoogste van het gebouw. Daar is het secretariaat van de directie - er zijn 10 deuren waar directeur op staat - en na wat zoeken diept de secretaresse een kloeke klapper en een boek op uit een kantoorkast. De Rutiera Dunării en de Porturile Dunărene uit 2003, samengesteld door Gheorge Iuraşcu, Eugen Huhulescu en Ion Ţigaret. Voor slechts 105 lei, omgerekend nog geen dertig euro. De klapper bevat gedetaileerde kaarten van de loop van de Donau, voor het deel op Roemeens grondgebied, en het boek bevat informatie en kaartjes van alle havens. Alle drie de hoofdtakken van de Donau, die door de delta naar zee lopen, staan erin: de zuidelijke Sfîntu Gheorghe arm (bij zee dichtgeslibd), de Sulina arm en de noordelijke Chilia arm, die de grens met de Oekraïne vormt (zie de afbeelding hierboven) Het is de laatst bijgewerkte versie. Oh.

 

Tevreden loop ik door haveloze straten van de stad terug. Een ervan, met verkrotte en deels ingestorte panden, is de Ovidius straat (foto hier) De grote Romeinse dichter had wel een mooiere straat verdiend. Ik stuit bij het gebouw van het archeologisch museum op de resten van het oude forum van het Romeinse Tomis, dat in vier terrassen tegen de heuvel was opgebouwd. Er is een groot mozaiek van liefst 2000 m² bewaard gebleven, dat voor bescherming overkapt is (foto hier) Hier staan ook Romeinse grafmonumenten uit de 2e tot de 4e eeuw (foto hier) met aandoenlijke teksten als:

 

"Perinthos, mijn echtgenoot, richtte dit altaar en stele op. En als je wilt weten, voorbijganger, wie en ik was en bij wie ik hoorde (luister): toen ik 13 was hield een jongeman van me, die ons waardig was; toen trouwde ik hem en droeg drie kinderen; eerst een zoon en toen twee dochters, die sprekend op me leken; tenslotte werd ik een vierde maal zwanger, hoewel dat niet had moeten gebeuren. Omdat het kind stierf en vlak daarop, ik ook. Ik verliet het licht van de zon toen ik dertig was. Ik, Cecilia Artemisia, lig hier. Mijn huis en echtgenoot is Perinthos. De naam van mijn zoon is Priscus en mijn dochter´s Hieronis; wat betreft Theodora, zij was nog kind in huis toen ik stierf. Mijn echtgenoot Perinthos leeft en rouwt om me met zwakke stem. Ook mijn goede vader schreit omdat ik hier lig. Ik heb hier ook mijn moeder Flavia Theodora bij me. Hier ligt ook de vader van mijn man Caecilius Priscus. Ik kwam in deze familie, maar helaas, ik stierf (Gegroet!) Een groet voor u wie u ook bent, u die (?) voorbij ons graf komt"

(vertaling TZ uit het Engels)

 

Zo zijn er meerdere. Ik las ze een voor een en had ze hier wel allemaal willen afdrukken, het is alsof je die mensen kende en alsof ze nog niet lang geleden stierven, zo actueel zijn die teksten. Ik loop verder en besluit toch de Mahmudiye moskee binnen te gaan. Binnen geeft een imam uitleg over de Koran aan een aantal oude mannen (foto hier) Daarna gaat hij voor in gebed. Later vertelt Ans dat ze het op de boot via de luidspreker op de minaret kon horen. Ik bestijg de minaret via een lange wenteltrap. Boven heb je inderdaad een magistraal uitzicht over stad en haven (foto hier) Beneden terug haal ik wat boodschappen in een supermarkt. Aan het eind van de middag reken ik de derde nacht af op het havenkantooor. Iedere keer moet daar een uitvoerig bestempeld en ondertekend contract voor worden opgesteld. Mocht de wind morgenochtend gunstig zijn en we tussen 4 en 5 uur vertrekken, dan moeten we - legt de dame op het kantoor me uit - eerst de havenmeester van de grote zeehaven op VHF 67 oproepen en vragen of hij langskomt. Komt hij niet, dan kunnen we weg maar niet alvorens eerst nog de Border Police in hun container verderop te hebben verwittigd. Ik haal verbaasd mijn wenkbrauwen op. "Yes, this is Romania", zegt ze verontschuldigend. Ans krijgt het iedere keer behoorlijk op haar heupen van dit malle gedoe. Terug naar boven

Constanţa (4)

Dulce aan de kade in Constantsa
Dulce aan de kade in Constantsa

Vrijdag 21-08-2009

Een warme dag. De verhoopte en voorspelde weersverandering lijkt zich in de loop van de dag te voltrekken. Voor morgen en de komende dagen worden meer zuidoostelijke en zuidelijke winden verwacht op Passageweather. De tegenstaande, noordoostelijke zeegang is vandaag al aardig aan het afnemen. Op mijn electronische C-map kaartje van de Zwarte Zee zie ik dat in elk geval ook de noordelijke Chilia-arm van de Donau in detail is weergegeven. Ik zie ook dat het traditionele uitgang van deze arm bij het Oekraïense stadje Vylkova is verzandt en dat je een aftakking verder moet nemen om terug in de Zwarte Zee te geraken. Dat had ik gister ook al op Noonsite gelezen, in een bericht uit 2008 van zeiljacht Jack Tar. We toppen de watertanks af en slaan aan het eind van de middag nog wat voorraden in, ervan uitgaand dat er in de delta niet veel te krijgen is. Bovendien hopen we te kunnen ankeren op mooie, afgelegen plaatsen. Verder brengen we de dag luierend en lezend door. Morgen zullen we dus vroeg in de ochtend weggaan, tussen vier en vijf. Mogelijk laten verslagen van de komende dagen op zich wachten, ik reken er niet op dat we er Internetverbindingen vinden.

 

Na het eten hebben we een lang gesprek over heimwee. We hebben het allebei maar Ans heeft het erger dan ik. Hoe moeten we daarmee omgaan? Soms voelen we die verscheurende behoefte aan de mensen die je na staan, onze kinderen, die van haar en die van mij en haar moeder. Ik geloof niet dat we eruit kwamen en dat kan ook niet. Er bestaat geen straffeloos weggaan, net zo min als er ooit een straffeloos terugkeren bestaat. Het gaat er wel om dat we erover leren te praten, hoe moeilijk dat ook is. En dat we elkaar vasthouden en liefhebben. Na de afwas loop ik naar de container waar de Border Police in zit. Tegen een struise blonde stoot zeg ik dat we in de vroege ochtend zullen vertrekken, als de wind zo blijft. Ze zegt zometeen langs te komen en na tien minuten staat ze aan de boot met een formulier dat ik moet tekenen en stempelen met ons  bootstempel. "You are free to leave now to Sulina", zegt ze stralend. Terug naar boven

Sulina

Na de invaart van de Sulina arm van de Donau varen we tussen kilometerslange strekdammen door
Na de invaart van de Sulina arm van de Donau varen we tussen kilometerslange strekdammen door

Zaterdag 22-08-2009

Gisteravond keek ik op de site van NRC/Handelsblad nog even het nieuws door. Op open zee heeft de Italiaanse kunstwacht opnieuw een boot met Afrikaanse migranten aangetroffen, afkomstig uit Tripoli, Libië. Kennelijk door de Italiaans/Libische blokkade geglipt. Het is het gebied waar we bijna een jaar geleden zelf zo´n afgeladen boot met wanhopige vluchtelingen tegenkwamen (zie hier) Maar nu waren tientallen mensen gestorven vanwege dorst en honger, na drie dagen onder de verzengende zon. De doden werden door de anderen overboord gezet. De overlevenden werden naar een eilandje in de buurt gebracht, ik neem aan naar Lampedusa. Het ergste is dat ze onderweg een aantal schepen tegenkwamen. Die voeren allemaal door zonder hulp in te roepen. Ongelooflijk.

 

Om 4 uur gaat de wekker. Het is aardedonker. Op VHF 67 roepen we de havenmeester van de zeehaven op. Hij belooft snel langs te komen en inderdaad, 5 minuten komen er twee mannen in een auto aanrijden. Ze geven vlot een formulier af, een clearance, die we aan de havenmeester van Sulina moeten geven. Wat een overbodige onzin, we verlaten Roemenië niet eens en de Europese Unie ook niet. Om 4.45 uur varen we uit bij nauwelijks wind, WZW 2. Er is wel een stevige, tuitelige zeegang. Het wieltje van het log zit weer vast, zie ik op het tridata schermpje. Opnieuw aangroei. Als ik de koers van 54 mijlen naar kaap Sfîintu Gheorghu, de zuidoosthoek van de Donaudelta, wil instellen zie ik tot mijn stomme verbazing dat onze boot er precies 180° omgekeerd in geprojecteerd is. We varen dus achteruit op het scherm. Hoe kan dat nou? Onze koers instellen gaat ook niet, die zou 325° moeten zijn maar het wordt op de stuurautomaat omgezet in 045° Uiterst merkwaardig. Ik zit te peinzen terwijl de zee geleidelijk rustiger wordt en de dageraad de oostelijke horizon rose kleurt (foto hier) Ans ligt onder een plaid op een kuipbank te slapen (foto hier) RTFM, zoals mijn maat Fons altijd zei, read the fucking manual! Ik duik in de map met handleidingen en geleidelijk kom ik erachter dat er niks met de kaartplotter mis is en ook niet met de GPS, maar dat de stuurautomaat zélf van slag is geraakt. Hij stuurt inderdaad consequent 180° verkeerd. Dat moet een kwestie van een veranderde instelling zijn. Misschien veroorzaakt door de magnetische anomalieën die hier veel voorkomen. Om dat te herstellen moet ik een zogenaamde Seatrial calibratie uitvoeren, dat is een calibratie die je normaal gesproken uitvoert als je met een schip voor de eerste keer gaat varen. Er zijn twee onderdelen. Eerst moet je langzame rondjes varen van ieder meer dan twee minuten. Het electronisch kompas bepaalt dan de deviatie, de kompasafwijking. Daarna doe je de alignement, het aanpassen van de koers op het electronisch kompas aan die op de GPS (de COG ofwel de course over ground) Dat is in dit geval de belangrijkste handeling. En verdraaid, het lukt en het schip vaart weer vooruit op het scherm van de kaartplotter en ik kan de koers instellen. Ik oogst met plezier de bewonderende blikken van mijn geliefde. Dat geeft de stimulans om meteen ook maar het logwieltje uit de bodem van het schip te trekken en schoon te krabben. Ook dat werkt daarna weer.

 

Het is ondertussen allang licht geworden. Terwijl de kust langzaam uit zicht verdwijnt, verstrijken de uren. De motor ronkt regelmatig. Wind nog steeds WZW 2. Om half tien zien we voor ons in de verte een aantal booreilanden opdoemen. Er komen steeds meer vervelende vliegen aan boord, we naderen duidelijk het moerasgebied van de Donaudelta. Ze zijn erg traag en gemakkelijk dood te staan. De zee is nu helemaal gekalmeerd. Rond half twaalf passeren we het dichtstbijzijnde booreiland op 2 mijl, de vurige tong van de affakkelingsvlam is goed te zien. Om ons heen scharrelen veel kleine meeuwen rond op en vlak boven het water. De onderkant van hun vleugels is zwart en de bovenkant wit, het kopje is gespikkeld of donker. Ik zoek ze in de vogelgids op en vind dat het dwergmeeuwtjes zijn. Om kwart voor een zien we schuin over bakboord op 5 mijl een lage kuststrook. Anderhalf uur later varen we langs de langwerpige zandbanken van de Sakalin eilanden. Er staat lage begroeiing op. De wind is ZW 2 en trekt aan naar een zwakke 3. Snel rollen we de genua uit, dat scheelt toch weer een halve knoop extra. Kaap Sfîintu Gheorghu ronden we om half drie. Hier mondt de zuidelijke hoofdtak van de Donau in zee uit, maar voor de ingang ligt een zanddrempel waar we niet overheen kunnen. Een uur later zakt de wind in, we rollen de genua in. Nieuwsgierig spiedt ik door de kijker naar de kustlijn, groen met een witte strook strand ervoor en één huis met een rood dak. Details zijn moeilijk te zien, de afstand is meer dan drie mijl. In de verte ontwaar ik een witte vuurtoren, dat moet de monding van de Sulina arm zijn. De watertemperatuur is 23°, ik had dat lager verwacht maar kennelijk is het uitstromende water van de Donau niet koud. De rivier zet hier enorme hoeveelheden erosiemateriaal af en ieder jaar verschuift de kust liefst 40 meter naar het oosten. Merkwaardig, de laatste mijlen zit de wind opeens weer in de noordoost hoek. Ik stuur recht naar de roodwitte uiterton en vanaf daar tussen twee paren rode en groene boeien door naar de ingang tussen de strekdammen (foto hier) De lichtopstanden zijn kromgebogen en al jaren stuk. Ik roep op VHF 16 Port Control Sulina op die me in keurig Engels permissie geeft binnen te varen. Bij de haven van Sulina moet ik me opnieuw  melden. Het water golft behoorlijk, soms met draaikolken, de tegenstroom is 1,5 tot 2 knopen maar neemt af tot 1 knoop als we tussen de strekdammen zijn. Het is indrukwekkend; per slot varen we de langste rivier van Europa op (op de Wolga na) Vanaf hier zou je helemaal naar Rotterdam kunnen varen via het Rijn-Mail-Donau kanaal.

 

We motoren tussen de kilometerslange strekdammen door (foto hierboven) De diepte ligt tussen 10 en 12 meter. Deze invaart wordt immers ook door zeeschepen gebruikt. Ze kunnen een heel eind de Donau opvaren. Een uur later leggen we stroomopwaarts aan de kade van Sulina aan, voor een motorjacht uit Guernsey waar niemand aan boord is. Het is het enige jacht. De Donau afgezakt? Onder de hoge bomen op de kade heerst een gezellige drukte van slenterende toeristen. We zien zelfs een groep Japanners en ons schip wordt talloze malen gefotografeerd. Die komen hier met draagvleugelboten uit Tulcea, de eerste grotere Roemeense stad stroomopwaarts, want hier kun je alleen per boot komen. In de kruinen van de hoge acacia´s naast ons kwetteren honderden mussen. Onze Lord Byron staat inmiddels met zijn kooi onder de buiskap en kwinkeleert lustig met ze mee. Zijn ruiperiode is mild dit jaar, af en toe verliest hij een staartveer maar de lord blijft doorzingen, zij het iets minder luid. We drinken een glas wijn in de kuip, we hebben dertien uur gedaan over 92 mijl., een moyenne van 7 mijl per uur. Het verbaast me, kennelijk hebben we de hele dag toch ongeveer een halve knoop stroom mee gehad (met uitzondering van het laatste uur, uiteraard) De Border Police komt langs voor de paspoorten en een crew list en ik mag weer ons bootstempel plaatsen op een ondefineerbaar papier. Het zijn vriendelijke mannen net als de douane, die langskomt als we net willen gaan eten in het restaurant Marea Neagra tegenover de boot. Van hen krijgen we een document, Declaratia Provizilor de Bord/Captain´s declaration, waar ook ons bootstempel op moet, dat ik in Tulcea moet laten afstempelen als we de Chilia arm ingaan en dus naar de Oekraïne. Daar moet ik het aan de douane tonen. In het restaurant is een luidruchtige bruiloft aan de gang, het is eten ismatig maar spotgoedkoop. Alleen hebben ze geen rode wijn. Wel witte. Vooruit dan maar. Terug naar boven

Sulina (2)

Afgemeerd in Sulina. Stroomopwaarts vaart de Eemslift Christiaan uit Werkendam ons voorbij
Afgemeerd in Sulina. Stroomopwaarts vaart de Eemslift Christiaan uit Werkendam ons voorbij

Zondag 23-08-2009

De bruiloft van gisteravond werd binnen in het restaurant gevierd. Dat is maar goed ook, want om zes uur worden we wakker van getrommel, gezang en geschreeuw. Het feest is kennelijk afgelopen. We slapen weer in, we hebben besloten om een dagje in de plattelandelijke rust van dit aangename dorpje te blijven. Tijdens het ontbijt glijdt een schaduw buiten de ramen voorbij. Het is een groot zeeschip dat langzaam en majestueus de rivier op vaart. Hij maakt nauwelijks golven. Dat is met al die voortdurend langsgierende motorbootjes wel anders. Op de spiegel lees ik Eemslift Christiaan, Werkendam. Snel maak ik wat foto´s (foto hiernaast en hier) Wel heb je ooit, denk je ver van huis te zijn....

 

We slenteren door het dorp. Het heeft ongeveer 5000 inwoners en strekt zich uit langs de rivierarm. De straten zijn ongeplaveid en zanderig. De lage huizen zijn traditioneel van hout, dat door de zon grijs verweerd is. De binnenplaatsjes zijn omheind tegen nieuwsgierige blikken. Binnen verbouwen de bewoners wat groente en fruit. Hoewel het dorp niet over land bereikbaar is, staan er toch wat auto´s. De meeste zijn stokoude stoffige Dacia´s. Vervoer gaat echter ook per paard en wagen. (Zie hier drie foto´s van straatbeelden) Niet alles is ouderwets. Vanmorgen kon ik moeiteloos een onbeveiligd draadloos WiFi-netwerk oppikken. Er is ook een mooie, orthodoxe basiliek (foto hier) Volgens het pilotboek van Nicky Allardice "Cruising Bulgaria and Romania" (Imray, 2007) werd deze kerk "visited by the Queen of the Netherlands in 1977 and she was appalled by the dilapidated state it was in" Dat moet dus Juliana geweest zijn, die in 1980 aftrad. Als ik het me goed herinner onderhielden Juliana & Bernard een merkwaardige vriendschap met de kleine, gestoorde conducator Ceauscescu en zijn loeder van een echtgenote. In elk geval werd de kerk na het bezoek meteen opgeknapt, aldus onze pilot.

 

De hele dag varen er bootjes voorbij. De meesten varen snel en storen zich er niet aan dat hun kielzog alle afgemeerde boten bij het leven doet stampen. Wat is dat toch dat maakt veel motorbootvaarders zich dermate asociaal gedragen? Enfin, ik heb lange lijnen gelegd dus schade doet het niet, maar het is wel onrustig. Af en toe kruipt er een zeeschip voorbij. Daar merk je nauwelijks iets van. Verder zijn er snelle hydrofoils, die op sprinkhanen lijken en die de verbinding met de stad Tulcea - 40 mijl stroomopwaarts - onderhouden en toeristen aan- en afvoeren. Ook die maken weinig golven, pas buiten het dorp maken ze vaart. Achter ons meert een ambulanceboot af. Hij komt een hoogzwangere vrouw halen. Hier een foto van onze Dulce afgemeerd aan de kade.

 

Dit verder rustige en rustieke dorp heeft eigenlijk pech gehad. In het jaar 950 was het al een Byzantijnse haven onder de naam Sellina. In de middeleeuwen was het een handelspost van de stadstaat Genua en later, nadat de rivierarm was uitgebaggerd, werd het een bloeiende vrijhandelshaven. Toen de schepen steeds groter werden verloor het zijn betekenis ten opzichte van Constanţa, helemaal toen de opening van het Constanţa-Cernavoda kanaal de route naar het achterland sterk verkortte. Het was tot WO II nog de zetel van de Internationale Donau Commissie (de Donau is een internationale vaarweg) maar die verhuisde na de oorlog naar Boedapest. Er woonden hier altijd veel Grieken tot ze in 1951 door de communisten werden weggejaagd. Zo stapelde tegenspoed zich op. De enige hoop is nu het toenemende toerisme en daar zullen we vanavond weer onze bescheiden bijdrage aan leveren door te gaan eten in het restaurant dat onze pilot aanbeveelt, Casa Coral, even verderop aan de kade. "An oasis in a low yellow buiding, good food and the best toilets on the Romanian Danube" (p. 88) Dat wil je natuurlijk niet missen. Morgen willen we verder de delta invaren. Terug naar boven

Dunărea Veche (ankerplaats)

Dulce voor anker bij een rietkraag in een oude arm van de Donau
Dulce voor anker bij een rietkraag in een oude arm van de Donau

Maandag 24-08-2009

De toiletten van restaurant Casa Coral vinden we weliswaar schoon maar niet erg bijzonder (foto hier) Nicky Allardice was misschien niet veel gewend. De zeebaars die ze ons voorzetten was wél bijzonder. Zeer smakelijk.

 

Vanochtend vinden we twee veertjes in de kooi van Lord Byron. Er loopt een Duitse Jeanneau 54 DS binnen. Omdat ze aarzelen met aanmeren nodigen we ze naast ons uit, waar ze dankbaar gebruik van maken. Hans & Marion komen rechtstreeks uit Odessa, ze hebben vannacht doorgezeild. Later horen we hun verhalen over de onuitstaanbare, tijdrovende en kostbare bureaucratie in Oekraïne. Hoewel het land erg mooi is - ze waren ook op de Krim - konden ze op de duur niet meer tegen alle getraineer door de officials, die er vrijwel allemaal op uit zijn je zoveel mogelijk geld af te troggelen. Inderdaad, in een land met slecht bestuur probeert iedere karig betaalde functionaris een slaatje te slaan uit de rijke, westerse boaties. Hun verhalen maken dat we wel even aarzelen, zullen we er wel heengaan? Maar we moeten het toch zelf ondervinden, besluiten we. Hans & Marion geven ons reeksen waardevolle adviezen die we allemaal zorgvuldig noteren.

 

Om elf uur haal ik de clearance voor Sulina bij de havenmeester. Die vraagt er in elk geval geen geld voor en dat deden ze nergens in Roemenië. We varen om half twaalf stroomopwaarts de rivier op. De wind is NO 2 - 4. Even buiten Sulina zien we een bunkerboot aan de noordelijke wal, waar we de dieseltank aftoppen. In elk geval geen gebrek aan brandstof, voorlopig. We rollen de genua uit en met de motor zachtjes bij varen we het dorp uit. De oevers bestaan al gauw uit rietlanden en lage bosjes met hier en daar wat huisjes ertussen. Twee hydrofoils razen ons tegemoet uit de richting van Tulcea. Aan de oever staan om de zoveel meter de roerloze gestaltes van reigers, stemmig en mager als gereformeerde ouderlingen in het pak. Hier en daar foerageren groepjes dwergmeeuwtjes. Ook zijn er grote en kleine zilverreigers, smetteloos wit met geelgroene pooteinden. We speuren allebei met de kijkers onder de overhangende riethalmen. Ans ziet een tamelijk grote vuilbruine vogel langs de waterlijn scharrelen. In het vogelboek vinden we dat het een grauwe kiekendief moet zijn. In het water langs de kant zijn gele dotterbloemen met erachter ruisende treurwilgen. Zo glijden we langzaam voort. De rivier is duidelijk bebakend en doorgaans hebben we 9 tot 12 meter water onder de kiel. De tegenstroom is 0,5 tot 1 knoop. Van de andere kant nadert een grote zeesleper (foto hier), herkomst Split, staat achterop. Na ruim twee uur en 8,5 mijl komen we bij een aftakking naar het noorden. Het is de Dunărea Veche, een oude arm die door de kanalisatie van de Sulina arm niet meer gebruikt wordt door de scheepvaart. Hij slingert zich de rietvelden van de delta in. Het lijkt hier heel erg op de Biesbosch.

 

We draaien de genua weg en voorzichtig motoren we naar binnen. De eerste kwart mijl hebben we af en toe niet meer dan 40 cm onder de kiel, daarna wordt het dieper, 3 tot 6 meter. Onderweg zien we twee pelikanen, helaas vliegen ze op als we naderen, dus geen foto. Op een klein stukje hoger terrein grazen wat stiertjes, koeien en paarden. De stiertjes springen van schrik door elkaar als we langs varen. Na ruim twee mijl ankeren we in een bocht waar de rivier schuin naar het noordwesten buigt, naast een hoge rietkraag in de luwte van een groep treurwilgen in 4,5 meter water. Het anker houdt goed. Ik zet de motor uit en hijs de ankerbal. Wat een rust! (foto hierboven en hier)

 

De uren verglijden. De wind neemt af tot een zacht briesje. In de kuip, tegen de zon beschut door de bimini, genieten we van de rust om ons heen, slechts heel af en toe verstoord door een bootje. De wind ruist in de rietkraag en in de treurwilgen. Vlindertjes en witte zaadpluisjes dansen over het water. De bruine stroom murmelt zacht langs de boot. Soms klinkt het flopgeluid van een vis die opspringt uit het water om aan een roofvis te ontkomen. In een boomtop aan de overkant krast een roek. Langs de rietkraag zie ik opeens een helderblauw vogeltje in het water duiken. Een ijsvogeltje, warempel! Het is een klein paradijs, helemaal voor ons alleen. Als de avond langzaam valt scheurt er nog één ellendeling langs in een speedbootje, de hekgolven doen de rietkragen  zwaaien. Een bescheiden maansikkeltje verschijnt in het westen, de avondhemel kleurt in roerend bloedrode tinten (foto hier) Langzaam, met trage vleugelslag wiekt een eenzame reiger voorbij. We horen in de verte een krekelkoor, of zijn het kikkers? Het wordt allengs donker en er verschijnen honderden muggen, die ons gek maken en tenslotte naar binnen de kajuit in dwingen.

 

In de nacht kijk ik af en toe even aan dek of alles in orde is. Dat is het. We liggen keurig op een meter of tien afstand langs de rietkraag. Het is zo stil dat zelfs het riet niet ruist. De muggen zijn weg. Ik hoor wat knorgeluiden die ik niet thuis kan brengen. De maan is weg, er is alleen het licht van myriaden sterren. Boven me strekt het enorme wentelwiel van de Melkweg zich uit, een spiraalsterrenstelsel op zijn kant gezien. Globaal loopt het van noordoost naar zuidwest. Ik zie een ster verschieten. Ik doe automatisch de wens die ik bij zo´n gelegenheid pleeg te doen (en die geheim is en altijd uitkomt) Terug naar boven

Tulcea

In Tulcea helpt George (rechts) bij het aanmeren naast de radarboot Republica, waar hij vroeger kapitein op was
In Tulcea helpt George (rechts) bij het aanmeren naast de radarboot Republica, waar hij vroeger kapitein op was

Dinsdag 25-08-2009

Na een rustige nacht slapen hieuwen we om kwart over negen het anker voor een zonovergoten dag op de rivier.  We motoren de oude arm van de Donau uit. Nauwkeurig volg ik dezelfde route als op de heenweg. Op het Sulina kanaal is het Noord 3 en we zetten de genua erbij. Na een halfuur komt de Eemslift Christiaan ons tegemoet, weer onderweg naar zee. Op de zuidoever ligt Crişan, een langgerekt dorp met veel hotels, pensions, restaurants, een magazin mixt en twee bunkerboten. Verderop sluit de oude Donau-arm waar we in overnacht hebben, zich weer op het vaarwater aan. In de eerste helft van de vorige eeuw heeft men deze Donau-arm volledig gekanaliseerd en alle bochten van de meanderende rivierarm afgesneden. Het vaarwater is dus net zo saai als onze Maas, waar dat ook is gebeurd. Om 11.15 uur haalt ons een tanker in, de Gorgona uit Bridgetown (foto hier) De rivier wordt wat bochtiger. Soms zijn er diepe stroomgaten van meer dan 20 meter, waar het hard stroomt en kolkt. Op de oever liggen grote, bleke boomstronken. De begroeiing bestaat uit lage bosjes en hoge, wuivende populieren. Onder de bomen zien we veel kampeerders in kleine tenten langs de zandige oevers. Soms zien we steltwortelbomen, wondere groeisels die met grillig gevormde wortels in de stroom staan. Langs de oever zijn ook regelmatig kuddes paarden, koeien en varkens te zien. Op 22 mijl - vanaf zee staan de mijlen op bordjes langs de zuidwal aangegeven - is weer een dorp: Gorgova. Op een aantal electriciteitsmasten zijn ooievaarsnesten en warempel, aan de overkant zien we een ooievaar plechtig langs de waterlijn stappen (foto hier) Het wemelt sowieso van de vogels: talrijke roeken, eksters, witte ganzen met zwarte koppen, steltlopertjes, veel reigers en zilverreigers, diverse soorten meeuwen en veel zwaluwen. Vanaf Gorgova is men met subsidie van Europese Unie bezig met een langgerekt project om de noordoever te versterken, de rivier dreigt anders zijn koers te verleggen.

 

Zo motorzeilen we zachtjes uren door. In het zuidwesten worden we lage bergen gewaar. Later zien we ze ook voor ons en in het zuiden. We naderen het eind van de delta. Het is druk op het water met pleziervaart, sleepbootjes trekken drijvende hotels, speedbootjes, vissers, een paar duwbakken en regelmatig de snelle ferry´s. Mensen zwaaien naar ons en maken foto´s. Misschien komen hier niet vaak zeiljachten. De oevers raken steeds dichter bebost. Om 15.00 uur passeren we een dorp met de naam Partizani. Drie kwartier later komen we bij het bordje M34 bij de plek waar de brede Sfîntu Gheorghe arm afsplitst. De rivier is nu opeens enorm breed, het Sulina kanaal is eigenlijk erg smal. We naderen de grote stad Tulcea. Langs de zuidelijke oever lijkt een kilometerslang scheepskerkhof te liggen. Zoveel roest zie je zelden bij elkaar. Er is ook een post van de Politia de Frontiera. Ik zie mannen met kijkers, ze hebben ons al in de smiezen. Voor de stad langs maakt de rivier een scherpe bocht, hier ligt de stadskade vol met toeristenboten en drijvende restaurants. Langzaam motoren we erlangs, op zoek naar een plekje. Vanaf een radarboot die tot restaurant verbouwd is, wenkt een man. Een oudere man van onze leeftijd, schatten we. We kunnen aanmeren langs de grote omkasting van het schoepenrad (foto hierboven en een andere hier) Trots toont hij - hij stelt zich voor als George - het schip, waar hij ooit kapitein op was. Het is de Republica, gebouwd in 1882 in Linz (Oostenrijk) voor de marine van de Donau-monarchie. Ze zou in in 1916 veroverd zijn geweest, precies weet George het niet meer, en ze voer nog tot 2003 op de rivier. Vanzelfsprekend gaan we er vanavond eten. Terug naar boven

Malyi Daller eiland (ankerplaats)

Geankerd voor de nacht langs Malyi Daller eiland
Geankerd voor de nacht langs Malyi Daller eiland

Woensdag 26-08-2009

Lekkere bouillabaisse en daarna kip als hoofdschotel in restaurant "Republica", de verbouwde radarboot uit 1903, waaraan we liggen aangemeerd. En een smakelijke rode Roemeense wijn, samengesteld uit vrijwel alle Franse druivenrassen die ik ken. Na het eten checkten we in bij de havenmeester en zeggen dat we morgen om negen uur komen uitklaren om naar het Oekraïense Izmayil te vertrekken. Hij kijkt me meewarig aan.

 

De volgende ochtend ben ik om negen uur terug en krijg een clearance permit. Daarna moet ik naar de grenspolitie, 500 meter verderop, en de douane. Van eerstgenoemde krijg ik een uitreisstempel op mijn crew list en van de laatste, een dame die zo goed is om naar het gebouw van de grenspolitie te komen, een Protocol for departure, dat zegt: "In the presence of the captain, owner, agent and the Harbour master´s agent, we inspected the ship for the departure bound for Izmail. We found seals no" en dan door iedereen ondertekend. Dat ik mijn bootstempel niet bij me had, zien ze door de vingers. Alles bijeen ben ik om 10 uur terug aan boord om afscheid te nemen van George. We maken een afscheidsfoto, bij welke gelegenheid Ans zijn kapiteinsjas en pet aan mag (2 foto´s hier) Ach en hij zou....misschien.....een kleine donatie....for helping you? Nou ja, vooruit, ik schuif hem een briefje van 50 lei in handen en daar is hij heel blij mee (€ 12,50) We varen eerst even een mijl terug, waar we een bunkerboot zagen, om de dieseltanks opnieuw af te toppen en nog een resterend deel van ons Roemeens geld kwijt te raken.

 

Om 11 uur zijn we dan eindelijk op weg. De overvolle kade en de hijskranen van Tulcea verdwijnen  achter ons en al gauw varen we weer tussen dichtbeboste oevers. Na vier mijl stroomopwaarts komen we bij de splitsing, waar we stuurboord uit de grote Chilia arm van de Donau inslaan (foto hier) De oever aan de overkant is Oekraïne, deze tak vormt de grens. De Chilia arm voert ongeveer 60% van het water en de slib van de Donau af. Grote bruine wolken modder kolken door het water. Hij is niet gekanaliseerd zoals de Sulina arm en hij kronkelt met grote slingers door de delta. Aan de Oekraïnse zijde staan iedere paar kilometers verlaten wachttorens (foto hier) Dit was vroeger de grens van de Sovjet Unie. De oevers zijn zwaarbebost, aan de Roemeense kant liggen wat dorpjes verscholen achter dijken. Deze tak is ontegenzeggelijk veel mooier dan de Sulina arm. We hebben nu stroom mee, dus het gaat hard: af en toe klok ik 7,7 knopen over de grond. Een vrachtschip komt ons oplopen, het is de Dnepr 3 uit het Oekraïense Kherson dat inderdaad aan de rivier de Dnjepr ligt. Omdat ik niet precies weet hoe de vaargeul loopt - je vaart hier met een oog op de kaart en het andere op de dieptemeter - wacht ik hem op aan de buitenzijde van een rode boei (foto hier) Hij passeert en men zwaait naar ons vanaf de brug. Aan de Roemeense oever zien we kuddes schapen, bewaakt door jongetjes, op het smalle rivierstrand. Wat schapen daar moeten is ons niet duidelijk. Aan de dichtbegroeide Oekraïense zijde staat een dikke man te vissen. Verder is er daar niks te zien tot we achter de Dnepr 3 aan varend, in de verte de havenkranen en de vervallen industriecomplexen van de stad Izmayil zien. We zien een minaret (de stad ontleent zijn naam natuurlijk aan de Ottomaanse tijd) en diverse kerken met ieder een andere kleur koepels, groen, blauw  en goud. De schrikverhalen over de bureaucraten van Izmayil die we te horen kregen maken het weinig aantrekkelijk er in te klaren. Leonard van Veldhoven, de auteur van "De Hellespont voorbij" (deel 3 van het scheepsjournaal van de Existence), is hier een paar jaar geleden weggevlucht. De meewarige blikken van de officials in Tulcea spraken ook boekdelen. Maar ook over de andere havens in Oekraïne gaan dergelijke horrorstories. Waarom doen ze zo moeilijk, vroeg ik de grenspolitie in Tulcea, zo willen er geen yachties meer heen en dan verdienen ze helemaal niks? Ze maken gewoon veel omslag en misbaar om je zoveel mogelijk geld uit de zak te kloppen, was het antwoord, de rest kan ze niet schelen.

 

Een paar mijl voor de stad vervang ik de Roemeense gastenvlag door die van Oekraïne. Ik hijs ook meteen de (gele) Q-vlag. We varen langs een kale, onaantrekkelijke kade met een al even kaal, onaantrekkelijk gebouw erachter. Er staat een klein, proper ogend kerkje naast (foto hier) Ervoor liggen wat lage pontons te blakeren in de zon. Er kijkt iemand uit een raam. Niemand reageert verder of wenkt dat we hier moeten aanmeren. We overleggen, het is pas twee uur, waarom varen we niet gewoon verder de Chilia arm af? We kunnen vast wel ergens ankeren. We zijn uitgeklaard uit Roemenië en nog niet ingeklaard in Roemenië, de Donau is een internationale waterweg dus zolang we de Q-vlag voeren en niet ergens aan land gaan kan niemand ons wat maken. Zo gezegd, zo gedaan, het is een opluchting verder te varen. We passeren dikke rijen roestige duwbakken, die op de stroom liggen te wachten. Op de kade worden er kolen uit uitgeladen, zien we. Ook liggen er twee zeeschepen voor anker, die de Panamese vlag voeren. Na een paar mijl (de oeverborden vermelden de afstanden hier overigens in kilometers, we kwamen bij Km 115 op deze rivierarm) zijn de beide oevers weer dicht bebost. De uren gaan voorbij en we genieten van de prachtige oevers en de steeds nieuwe vergezichten na de bochten. Nog steeds liggen er af en toe dikke rijen roestige duwbakken, sommige zijn geheel bezet met kolonies meeuwen. Ze zitten op rijen als scholieren in de klas. We zien verder grote aantallen zwarte kraaien. In een breder stuk van de rivier liggen tientallen opgelegde zeeschepen en nog veel meer opgelegde rivieraken. Gevolg van de economische recessie? Er ligt een vrachtschip met de naam van een havenstad in het noorden van Portugal op de boeg, Viana do Castelo, in Latijns en in kyrillisch schrift. Vreemd, wat is de geschiedenis van dit schip? En waarom heet het zo? Dan naderen we de eerste splitsing, de rivier splitst zich hier in drie tallen die eilanden omsluiten die allemaal Oekraïens grondgebied zijn. De grens loopt namelijk steeds over de zuidelijkste afsplitsing. We kiezen echter de middelste omdat die het breedst oogt en we rode en groene boeien in de verte zien. Die is in elk geval beboeid. Het eiland aan bakboord doet als een onbewoonde wildernis aan, maar na een uur passeren we toch een nederzetting met wat huisjes en tenten. De bewoners hebben de naam ervan, Tatapy (?) gevormd met witgeschilderde en tegen elkaar getimmerde boomstammetjes, op een hek aangebracht. Verder is er niets, zelfs geen kade. Het moet hier erg eenzaam wonen zijn. Tenslotte komen twee riviertakken weer samen om meteen weer uiteen te wijken. Ze omsluiten het eiland dat in het Oekraïens Malyi Daller eiland heet. Opnieuw kies ik de breedste tak, de noordelijke. Ook hier liggen boeien. Het is half vijf en we vinden het mooi voor vandaag. Voorzichtig ankeren we langs de modderige en oever in de luwte van dichte wilgenbosjes met berken en populieren erachter (foto hierboven en hier) Er staat 5 meter water en het anker houdt direct. De stroom trekt ons parallel aan de kant. Ik reken uit: we hebben 34 mijl op het log maar legden over de grond 53 mijl af. Veel stroom mee gehad.

 

Wat een rust, opnieuw. Toch hoort Ans iets van getimmer in het bos en ook gescharrel. Ik spring in het modderige water en zwem schuin tegen de stroom in naar de oever. De wal rijst onder water scherp omhoog, pas een halve meter voor de waterlijn kan ik opeens staan. Ik zak tot mijn enkels in de blubber, wat overigens niet onaangenaam voelt. In mijn blootje verken ik het smalle strookje strand en stel vast dat het struikgewas zó dicht is, dat ongewenst bezoek langs die kant niet erg waarschijnlijk is. Ans maakt er natuurlijk een foto van (zie hier) waar je niks op ziet. Morgen willen we de Chilia arm verder afvaren naar zee en zien we of we in de Oekraïense haven van Ust-Dunaysk kunnen overnachten, voor de oversteek naar Odessa. Terug naar boven

Ust Dunaysk

De haven van Ust-Dunaysk is dichtgeslibt en afgesloten met een duwbak. We ankeren erbij voor de nacht
De haven van Ust-Dunaysk is dichtgeslibt en afgesloten met een duwbak. We ankeren erbij voor de nacht

Donderdag 27-08-2009

Om negen uur halen we het anker op. Aan dek is het vochtig en er liggen de lijkjes van tienduizenden muggen. Verdronken in de dauw? Of ééndags muggen? De ankerketting - niet het anker zelf - zit vol met dikke blauwe klei. Geen wind, ONO 1. We varen langs het volgende eiland Bols´shoy Daller. Wie was dat? En wie was Malyi Daller? Geen Internet dus geen zoekmogelijkheid. De takken die rond beide eilanden stromen komen verderop weer samen. De riviertak is een paar mijl zo breed als bij ons de Merwede, dan splitst hij zich weer en vormt nieuwe eilanden. De zuidelijke tak is steeds de grens van Roemenië en de Oekraïne. We zien veel vissersbootjes op de rivier, kleine roeibootjes met twee man die netten uitzetten. Misschien zijn het Lipovani, telgen van het merkwaardige volkje dat al eeuwenlang in deze delta woont. Ooit woonden ze in Rusland aan de Wolga toen tsaar Peter de Grote de orthodoxe rituelen wilde moderniseren. De gelovigen moesten ondermeer hun baarden afscheren en trouw zweren aan de tsaar. De Lipovani weigerden, vluchten door de Oekraïne en vestigden zich in de Donau delta. Hun leider heette Philippus en ze zwoeren de militaire dienstplicht af, het huwelijk en het priesterdom. Ze leven hier nog steeds, ongeveer 15.000 mensen. De vissers die wij zien hebben echter geen baarden. Aan de Roemeense oevers vissen ze trouwens met speedboten en met meerdere hengels. Aan de Oekraïense kant is helemaal niks te zien dan een dicht vlechtwerk van struiken en bomen. Uur na uur verstrijkt terwijl we door de beboste geulen varen (foto hier) We nemen bij Katen´ka eiland de brede, zuidelijke arm. Wederom, waarvandaan die naam? Erop volgt als ware het een tweeling  gescheiden door een geul, Mashen´ka eiland. In de verte zien we de havenkranen van de Oekraïnse stad Chilia. We passeren Stepovoy eiland, alles dicht begroeid, en varen langs de havenkranen, de onherbergzaam hoge kades en de grauwe betonnen flatgebouwen van de stad. Er is een kleine orthodoxe kerk met uivormige koepels te zien. We varen ook langs een kazerne van wat waarschijnlijk de grenstroepen zijn. Mannen in uniform met hoera-petten op kijken op, pakken hun verrekijkers en staren ons na. Aan de Roemeense kant ligt het dorp Chilia Veche, het oude Chilia. De imposante kerk staat in de steigers. Onze pilot vertelt dat hier in de 14e eeuw wijn, zout, tapijten en 12-jarige slaven werden verkocht en dat er in de 17e eeuw dagelijks 2000 steuren werden gevangen. Het dorp is ook grauw als dat aan de overkant en heeft toch iets vriendelijks. Welkom in Roemenië, staat op een bord aan de dorpssteiger, maar ook hier is een kazerne. Geuniformeerde Roemeense Politia de Frontiera houden ons met verrekijkers nauwlettend in de gaten. Aan beide zijden van de rivier barst het van die lelijke, verrotte fabriekscomplexen, vergane loodsen, panden met lege, holle ramen die voor Oosteuropa zo karakteristiek zijn. Waarom is er toch zoveel gebouwd aan lelijke, zinloze dingen? Er verschijnt een helikopter boven Roemenië. Hij vliegt drie rondjes over ons heen en verdwijnt dan in zuidoostelijke richting.

 

Na anderhalve mijl zijn de natuurlijke beboste oevers weer terug. We herademen. Om Km 32 is er weer een splitsing. Ik neem opnieuw de breedste, bebakende arm. We passeren Babina eiland langs de noordkant en Ermakov eiland aan de zuidkant. Voor ons uit scheren zwaluwen over de stroom. Het is nogal ondiep dus ik let scherp op de dieptemeter. Bij 2,2 meter onder de kiel stuur ik scherp naar het midden, bochten kan je hier beter niet afsnijden. Op de Navtex piept een SAR-bericht (search and rescue): Radio Sebastopol meldt alweer een verloren catamaran, net als een aantal dagen geleden. Ditmaal bij Odessa. Er waren een man van 21 jaar en een vrouw van 18 aan boord, maar een helikopter vond het schip verlaten ronddobberen.

 

In de verte schitteren de zilveren koepels van de kerken in het Oekraïense dorp Vylkova. Langs de oevers zijn een aantal riante villa´s in aanbouw, compleet met nieuwe steigers en prieeltjes. Kennelijk is er wel geld, zij het niet bij iedereen. Het is half een. Vroeger, tot voor een aantal jaren, kon je voorbij dit dorp bakboord uit een tak in die je via wat nauwe en ondiepe bochten direct naar de haven van Ust-Dunaysk bracht, onze bestemming voor vandaag. Ik aarzel, volgens diverse berichten is die route dichtgeslibd maar hij is wel veel korter. Zou ik het niet proberen? Nee, ik kies voor zekerheid. We nemen de omweg via het verderop gelegen Bystrava (Bystroye) kanaal, waar ook de zeeschepen gebruik van maken. Tien over één varen we binnen. Schuin aan de overkant is een provisorische post van de Roemeense grenspolitie. Opnieuw staren geüniformeerde mannen met kijkers naar ons. We motoren door het smalle kanaal dat tussen wuivende rietvelden en wilgenbosjes door naar het oosten slingert. Vlak voor de uitvaart naar zee loopt ons een snelle Oekraïense motorboot op. Er staat PILOT op en ze hebben een sirene aan. We minderen vaart en vier functionarissen in uniform verschijnen aan dek. Ze gebaren langszij te willen komen, maar dat wijs ik af. Ze hebben een hoger vrijboord en de golfslag uit zee zou mijn scepters schade doen. Dat snappen ze. We varen achter ze aan (fotograferen mag niet, toch een foto hier) naar een hijskraan op een langs de kant gelegen dekschuit. Daar meren we af en komen ze aan boord. Grenspolitie, douane en wat niet al. Ze gedragen zich uiterst correct en vriendelijk en dan komt de aap uit de mouw. We moeten niet alsnog inchecken maar ik krijg een bekeuring omdat ik mijn marifoon niet aan had staan. In Vylkova riepen ze ons op en kregen geen antwoord. Ze hebben gelijk, het is hier verplicht uit te luisteren op VHF 16 maar die hebben we afgezet vanwege al het drukke, onverstaanbare en opgewonden koeterwaals dat uit de speakers tetterde. De boete bedraagt zeggen en schrijve twee dollar. Die hebben we niet aan boord, we hebben echter wel een munt van twee euro. Dat is nog meer waard ook, leg ik uit. Dat weet de enigszins Engelssprekende, lichtogige, blonde jongedame van de politie ook wel, maar het protocol vereist nu eenmaal dollars. Oh. Ze willen dat we helemaal terugvaren naar Vylkova om bij de bank daar te wisselen. Dat kost teveel tijd, betoog ik, dan zijn we niet voor donker in Ust-Dunaysk. Er wordt druk getelefoneerd met hogergeplaatsten. Tenslotte komt de oplossing: als we in Odessa op de bank 11 dollar storten op hun rekening, dan is het goed. Okay, zeggen we opgelucht. Maar we zijn nog niet klaar. Met een snel motorbootje komen er nog twee jonge uniformen, die de leiding hebben. Eén van hen vult drie formulieren in, die ik op tientallen plaatsen moet tekenen. Hoewel ik geen idee heb wat ik teken, doe ik het braaf. De jongedame moet onderwijl naar het toilet, Ans wijst haar de weg. De werking van het pompmechanisme doorgrondt ze niet. Enfin, grappig genoeg is het wel een vrolijke boel en ze wuiven ons allemaal na een uur oponthoud uit. Ik moet eerlijk zeggen dat ze helemaal niet vervelend waren en ze hadden per slot gewoon gelijk.

 

We varen om het noordelijke uiteind van de Donau delta heen. Ver uit de kust omdat het erg ondiep is. Gelukkig kan de genua erbij zodat we goed opschieten. De zee is rustig, de wind OZO 2 - 3. We ronden een oude, dichtgeslibde uitgang van de Chilia arm en varen voorzichtig naar de haven van Ust-Dunaysk. Op VHF 16 vraag ik Port Control permissie om binnen  te lopen. Hij geeft die in keurig Engels. Na lang speuren zie ik de betonning, die ooit rood en groen van kleur waren. Aan het eind van de inloop wordt het snel ondiep. Een roestige duwbak verspert de doorvaart, de haven is afgesloten. Hij is helemaal verzandt. Had die havenmeester dat niet kunnen zeggen? We ankeren achter de duwbak (foto hierboven) en roepen weer op en krijgen toestemming om er vannacht te blijven, zonder te hoeven inklaren. We hebben 52 mijl afgelegd, op het log echter 42 mijl. Tien mijl cadeau gehad door stroom mee. De avond valt. Grote witte reigers schuifelen langs de oever. Een koppel zwanen zwemt innig verbonden voorbij. Zwaluwen scheren over het water. Verderop in de Zhebryianska baai meert een ouderwets ogend cruiseschip af naast een bunkerschip, niet om te tanken maar om water in te nemen. We eten en gaan naar bed. Morgen 80 mijl naar Odessa. Terug naar boven

Odessa

De witte vuurtoren bij de ingang van de haven van Odessa
De witte vuurtoren bij de ingang van de haven van Odessa

Vrijdag 28-08-2009

Na een rustige nacht achter het anker gaat om zes uur de wekker. Een kwartier later hieuwen we het anker, Donkerblauwe modder blijft aan de ketting hangen, we gooien er ettelijke putsen water over tijdens het ophalen om hem een beetje schoon in de ankerbun te krijgen. Wind WZW 1. Boven het lage duinlandschap hangen nevensluiers. De opgaande zon trekt een gouden spoor over het water. Voorzichtig motoren we weg van onze duwbak naar dieper water en naar de fairway, die ooit toegang gaf tot deze haven en tot de Donau delta. Nu is alles hier dichtgeslibd en gedoemd tot vergetelheid. Het einde van Ust-Dunaysk als havenstadje. De boeien van de invaart zijn al jaren niet meer geverfd, ze zijn door de zon uniform gebleekt tot een grijsachtig wit. Maar aan de vorm, spits of rond, kan je toch zien waar je tussendoor moet. Na een minimum van 1,4 meter wordt het geleidelijk dieper. Ik heb wel de neiging om die havenmeester nog eens op te roepen om te vragen waarom hij gisteren niet verteld dat de haven dichtgeslibd en afgesloten was. Of dacht hij dat ik dat wel zou weten? Enfin, ik doe het niet. Vragen stellen geeft al snel complicaties in dit soort land. Je past je snel aan, denk ik bij mezelf.

 

Om acht uur passeren we na ruim negen mijl een boei bij een zandbank ter hoogte van de Shakany vuurtoren. Die zagen we gisteravond over de nachthemel flitsen. Het zou volgens onze Admiralty kaart een oostkardinaal zijn maar het is een stompe rode boei. Voorbij de stranden en de lage duinen liggen hier grote ondiepe lagunes. Die stranden  zijn wit en maagdelijk, volledig verlaten en er is geen badgast te bekennen. Ze werden nooit ontwikkeld en nooit verpest. Ondertussen strijken wolken kleine muggen op de boot en op ons neer. Misschien komen ze uit die lagunes? Geen wonder dat hier geen strandgasten komen. Hoewel ze niet steken, kriebelen ze hinderlijk. We noemen ze knutjes, zoals de mugjes in Scandinavië. Lord Byron is er trouwens verzot op. Dit land heet Bessarabië en het was altijd een speelbal van vele mogendheden en tot op de dag van vandaag zo arm als een luis.

 

Rond half elf gaat het eindeloze strand over in een platte, bruingele klifkust die eruit ziet als een overlangs doormidden gesneden peperkoek. Op zee zien we geen vis en geen vissers. Hoelang al niet zagen we geen dolfijnen op onze tocht door de Zwarte Zee? We naderen kaap Burnas. Hier is nu wel wat strandleven. Ans zit boos op het voordek te kijken. Ze heeft onderhand genoeg van deze niet erg vriendelijke zee. Ik krijg dan de neiging om maar meteen om te keren, maar goeie genade, we zijn nu zó dichtbij ons einddoel Odessa! Later leggen we het gelukkig weer bij. De zandstenen klifwand is over een paar kilometer door shovels schuin afgeschoven en er zijn lange, diepe voren in gemaakt. Waar dienen die toe? Misschien om materiaal aan te leveren voor een steenfabriek? Soms wordt de klifwand onderbroken door een indeuking. Daar liggen kleine maar wel drukke badplaatsen zoals Budaki en (nomen est omen) Kurortne. Het barst er van de tenten, caravans, parasols, baders en een enkel hotel. Toch niet erg grootschalig.

 

Om 12 uur verschijnen in de verte de flatgebouwen en de contour van de beroemde hefbrug van Belgorod-Dnevstrovskiy. De wind is ZZO 2 - 3, juist genoeg om de genua vol te houden zodat we wat snelheid winnen. We hebben trouwens ook al een stroom mee van tussen de 0,5 en 1 knopen, dus meestal lopen we ruim 7 knopen. Schiet lekker op. Om kwart voor drie zijn we dan bij die beroemde hefbrug (foto hier), geopend 26 meter hoog, die toegang geeft tot de grote en ondiepe lagune waar de rivier de Dnjestr in uitmondt, die uit het straatarme staatje Moldavië komt. Een rivier die vanaf de stad Belgorod - the white city on the Dnjestr - niet meer bevaarbaar is. De hefbrug gaat vier keer per dag omhoog voor zeeschepen die veelal met hout geladen uit Belgorod komen. Voor jachten heffen ze niet, dus je kan er allen maar door als er een zeeschip in of uit moet. De oude stad ontleend zijn beroemdheid ondermeer aan het Fort Akkerman of Ak-Kerman in het Ottomaans, uit de 13e eeuw.  Een enorm fort met wallen van bijna 2 kilometer lang. Wat zou ik daar graag eens kijken! Maar motor, stroom en wind stuwen ons verder en de brug gaat toch niet voor ons open.

 

Vanaf nu zijn de stranden druk bezet. Er zijn veel dure huizen en hotels te zien, al of niet aanbouw. Een paraglider stijgt de lucht in achter een speedboot. We naderen de haven en de stad Illichivisk om kwart voor vier, een splinternieuwe stad die destijds - rond 1975 - uit het niets werd opgebouwd door de socialistische planners omdat de haven van Odessa te druk werd. Met zijn moderne gebouwen en flats heeft de stad allure, zo van zee gezien. Er is een kleine marina, maar je kunt er niet inklaren, dus we varen verder. Een uur later passeren we kaap Bol´shoy Fontan met niet alleen een vuurtoren erop maar ook een kerk en een toren, beiden getooid met een fraai oplichtende gouden koepel (foto hier) Om 17.00 uur meldt ik me, zoals in de pilot staat een uur voor aankomst, bij Port Control Odessa op VHF 14. De reactie en de vragen zijn adequaat en in goed Engels. We varen langs de stad en zijn skyline over de heuvels: mooie moderne gebouwen, fraaie architectuur, volle stranden, een vrolijke en levendige aanblik. In de baai zien we een tiental zeiljachten varen, sommige begroeten ons en we vatten dat op als een goed teken, ze zijn hier tenminste bekend met yachting.

 

Bij de haveningang roep ik opnieuw Port Control op VHF 14 en krijg toestemming de muur met het witte vuurtorentje te ronden en binnen te varen (foto hierboven) en naar de marina van de TCF Nautical Club te varen en voor het bezoek van de officials aan te meren aan de buitenkant van de steiger. Verdraaid, er staat al een delegatie van zes uniformen klaar plus een dikke dame zonder uniform. Ze vallen meteen aan als we liggen, maar ze doen het vriendelijk. Een aardige en piepjonge jongedame in strak uniform, in jaren veel jonger dan Ans´jongste dochter Tessa stapt op ons af en vraagt in redelijk Engels: wat is er toch mis geweest met uw jacht in de Donau delta? We hebben er allemaal over gehoord. Tja, ik leg uit dat we zo stom waren de marifoon uit te zetten wegens alle onverstaanbare ge-koeterwaals. Ze moet lachen. De dikke dame is de dokter en die wil alleen een handtekening (alleen van de captain) op een gezondheidsverklaring, die niet ingevuld hoeft te worden. Zo ben je snel klaar met je werk. De immigration neemt onze paspoorten mee en na een half uur melden ze dat ze in orde zijn en dat we mee kunnen lopen voor de volgend fase. Ik moet vooral mijn scheepsstempel niet vergeten, zeggen ze. Die volgende fase vindt plaats in een benauwde kamer in het gebouwencomplex van de passenger terminal bij de marina. We moeten beiden mee. Het humeur van Ans begint snel te dalen, zie ik, ze kan hier totaal niet tegen. Ik moet ongeveer tien formulieren invullen, de meeste in tweevoud, betreffende het tijdelijk toelaten van de boot tot Oekraïne, crewlist, geldmiddelen, verstekelingen, alcohol en sigaretten, wapens, electronica, brandstof, enzovoorts.... Er komt geen eind aan. Lijkt het, als ze opeens zeggen dat het in orde is. Dan gaat de mobiele telefoon van de jongedame die jonger is dan Tessa. Haar gezicht betrekt. Het is haar chef die haar vertelt - zo blijkt - dat we niet zomaar mogen inklaren zolang onze boete niet betaald is. Tja, we hebben geen Oekraïens geld en de banken zijn dicht en pinnen bij een ATM kan wél maar mag niet want dan is er geen overschrijvingsbewijs (want contant aan de aardige jongedame betalen, dat kan niet) - enfin en goeie genade, de aaridige jongedame wil wel en zou ons graag helpen maar het over en weer getelefoneer met een niet geïnteresseerde chef die het laatste woord heeft in deze hiërarchische, starre lijnorganisatie levert een situatie op die eigenlijk niet te beschrijven is: we zijn als personen ingeklaard maar niet als schip, eigenlijk moet ons schip aan de buitensteiger blijven maar daar protesteren we tegen. Dan doen we op de swell van de drukke haven geen oog dicht vannacht, zeggen we. Zonder dat haar baas het weet regelt de jongedame met de dienstdoende man van de jachthaven dat we een plek in de marina krijgen. En dan moeten we morgen (1) geld pinnen bij een ATM (2) dat geld storten bij een bank onder inlevering van het boeteformulier (3) met het stortingsbewijs naar Immigration gaan en het inleveren en dan (4) krijgen we de inklaringsformulieren van ons schip. Nou ja, het is tegen negen uur als we aan een vingersteiger liggen en kunnen gaan eten. Niettemin viel het me mee, gek genoeg, men was vriendelijk zij het omslachtig en niemand probeerde ons geld uit de zak te kloppen (dat hadden we trouwens ook niet) Terug naar boven

Odessa (2)

Dulce in de TCF Nautical Club Odessa. Midden achter het kerkje en het hoge Hotel Odessa
Dulce in de TCF Nautical Club Odessa. Midden achter het kerkje en het hoge Hotel Odessa

Zaterdag 29-08-2009

De TCF Nautical Club Marina van Odessa ligt midden in de drukke zeehaven aan een lange pier. Naast de marina staat een modern orthodox kerkje en erachter het enorme Hotel Odessa (foto hierboven en hier) De pier wordt verder gebruikt voor de ontscheping van cruiseschepen en veerboten. Daarom is er een grote passagiershal. Daar staat een PIN-automaat en er is een Internet-café. Ik pin mijn eerste Oekraïnse grivna´s. Waarde ongeveer 1 euro = 12 grivna. Om 10 uur gaat het loket van een bank in die hal open en ik overhandig het boeteformulier aan een moederlijke dame. Het gaat verrassend snel , ze tikt de gegevens op haat toetsenbord en ik moet de 119 grivna (+ 5 afhandelingskosten) betalen aan het volgende loket. Met het bewijsje ga ik een verdieping lager naar het bureau van Immigration, waar ik tot mijn genoegen de aardige jongedame van gisteren tref (ze heet trouwens Helena) Niet in uniform, maar in een smaakvolle vrijetijdsoutfit. De schat is speciaal om mij te helpen in haar vrije weekend langsgekomen. Ik vraag naar haar werkuren: 24 uur dienst en dan 48 uur vrij. Dat zou bij ons niet worden toegestaan. Ze helpt me snel en even later sta ik met de alle inklaringsdocumenten weer buiten. Ons schip is nu ook formeel in de Oekraïne.

 

Daarna lopen Ans en ik de lange havenpier af en over een spoorbrug naar de beroemde Potemkin trappen, die er direct achter liggen (foto hier) De Potemkin trappen! Wereldberoemd van de klassieke zwart-wit beelden uit de film "Pantserkruiser Potemkin" van de Russische cineast Sergei Eisenstein uit 1925 van de matrozenopstand in 1905. Iedereen herinnert zich de schokkende, indringende beelden van de vluchtende matrozen die op deze trappen in rijen neergemaaid en afgeslacht worden door de soldaten van de tsaar. De trappen tellen 192 treden die we op ons gemak beklimmen. Halverwege gaan we aan de kant zitten kijken. Er zijn veel bedelaars en mensen die op een of andere manier iets proberen te verdienen. Een oudere vrouw staat opera-aria´s te zingen en je kunt je voor  3 grivna laten fotograferen met een krokodil, een aapje, een witte grootogige uil, een roerloze kameleon of een groot, bruin konijn. Boven op het Ekaterininskaya plein staan diverse bruidsparen die zich laten filmen en fotograferen met de trappen en de zee als achtergrond. Hier zijn we al meteen op de mooie boulevard langs de rand van de lange rotsrichel, waar de stad op gebouwd is. Op het terras van Restaurant Boulevard drinken we een uitstekende koffie. Langs de terrasrand staan kooien met witte sierduiven en parkieten. De Frans aandoende gebouwen in zachte pasteltinten, de lantaarnpalen in Art Nouveau stijl, alles ademt hier een melancholieke fin-de-siècle sfeer (foto hier) Je kan je gemakkelijk voorstellen dat figuren als Anton Tsjechov, Yuri Olesha, Isaac Babel en Konstantin Paustovsky hier onder deze bomen rondwandelden. Er is een begin van herfstkleuren, de bladranden in de hoge kruinen van de kastanjes op de boulevard kleuren schuchter lichtbruin. De avenues zijn prachtig omzoomd met hoge platanen, acaccia´s, lindes en katalpa´s.  Op de brede trottoirs lopen modieus geklede mensen. Vooral de vrouwen zijn zeer uitdagend tot ronduit snollerig gekleed. Maar bij een drankzaak zitten haveloze, bleke kinderen en sjofele, vuile mannen te bedelen. De auto´s langs de straten variëren van aftandse Lada´s tot glanzende, peperdure Mercedessen, BMW´s en Audi´s. Er zijn prachtig aangelegde parken. Verrukt dwalen we door de straten en langs de terrassen en de winkels (foto hier) Deze levendige, gezellige en stijlvolle stad hoort tot de mooiste die we op onze reis bezochten.

 

In een grote supermarkt slaan we boodschappen in. Je kunt in feite alles vinden en het is erg goedkoop. Met het volle boodschappenkarretje komen we weer bij de Potemkin trappen uit. Moeten we het karretje al die 192 treden afslepen? We kijken rond en ontdekken een hellingbaantje langs de trappen, waar je gratis gebruik van kunt maken. ´s Avonds kuieren we weer richting stad, nemen het hellingbaantje naar boven en slaan linksaf de Primorsky boulevard in. De stammen en de onderste takken van de kastanjebomen zijn prachtig verlicht (foto hier) Verderop komen we langs het rose en wit gekleurde stadhuis, vroeger het beursgebouw (foto hier) Er is in de openlucht een rockconcert gaande. Dan zien we de adembenemend mooie Opera en Ballet Theater van Odessa, volledig gerestaureerd in al zijn barokke pracht. Ergens op een terras langs een avenue eten we ondermeer borsjt (rode bietensoep), een salade met gekookte tong en lekkere kippenlevers, met een aardige droge rode wijn uit de omgeving. Een groepje musici brengt traditionele Oekraïense volksmuziek, afwisselend vrolijk en dan weer uiterst weemoedig. De groep heet Palmira en we kopen voor 50 grivna een CD van ze. Tegen elven lopen we terug. Het is nog steeds erg druk in de straten. Natuurlijk, dit is een stad om uit te gaan. Er zijn talrijke bars, karaoke clubs, striptenten en nachtclubs, maar die trekken ons niet zo. We pikken precies op tijd de allerlaatste wagon terug van het hellingbaantje langs de Potemkin trappen. Terug naar boven

Odessa (3)

Beeld uit de film Pantserkruiser Potemkin van Sergei Eisenstein uit 1925. De soldaten van de tsaar richten een slachting aan onder de opstandige matrozen op de trappen die van de haven naar de stad voeren. Gisteren stonden we hier
Beeld uit de film Pantserkruiser Potemkin van Sergei Eisenstein uit 1925. De soldaten van de tsaar richten een slachting aan onder de opstandige matrozen op de trappen die van de haven naar de stad voeren. Gisteren stonden we hier

Zondag 30-08-2009

De foto hiernaast is afkomstig uit de film "Pantserkruiser Potemkin" van Sergei Eisenstein, waar ik gisteren over vertelde. Hij toont hoe de opstandige matrozen worden neergemaaid op de Boulvarnaya Trappen, die nadat de film in 1925 uitkwam de Potemkin Trappen werden genoemd.

 

Lord Byron raakt vandaag opeens helemaal in de rui. Hij zit af en toe ineengedoken op zijn stokje en trilt zachtjes. Op de bodem van de kooi liggen allemaal veertjes, staartveren en andere. Hij zingt nog wel, zachtjes en ingetogen. Natuurlijk vertroetelen we hem met lekkere stukjes fruit en sla. Zijn rui begint bijna anderhalve maand later dan vorig jaar, toen hij een dag of tien bij de havenmeester van Porta di Roma op het kantoor stond. Toen zong hij bijna vier maanden niet. Misschien duurt het dit keer niet zo lang.

 

Allereerst schrobben en spuiten we vandaag de boot van buiten goed schoon. Hij was zo vuil als wat. Ik controleer de railingdraden en span ze waar nodig aan. Per slot kan je leven ervan af hangen. Het is een warme dag. We lezen en luieren. Vrijwel alle boten in deze haven zijn motorboten. De eigenaars vertonen hetzelfde gedrag als hun soortgenoten in de Middellandse Zee. Ze spuiten en poetsen een paar uur lang zoals je vroeger zelf bij je nieuwe auto deed. Dan gaan ze een uurtje varen. Het schip neemt de gedaante aan van een varende apenrots. Op matrassen op het voordek liggen de vrouwtjes zich vrijwel naakt te koesteren in de zon. In plaats van te vlooien smeren ze elkaar in met zonnecrème. Op het achterdek zitten de mindere apen om een tafel, doorgaans met hun mobieltjes aan het oor. En bovenop? Bovenop prijkt de opperaap, de leider, hij heeft teveel lichaamsbeharing, een kaalgeschoren kop en vaak ook een mobiele telefoon aan het oor, en stuurt het schip met veel vertoon van brullende boegschroeven te snel en met veel hekgolven de haven uit. Als ze na een uur of twee terugkeren is er aan deze opstelling niets veranderd. Ze scheuren de haven in. Wij zeilers, een lagere diersoort immers, bekommeren ons snel om onze fenders die de klappen moeten opvangen, veroorzaakt door het heftig kielzog. Daarna spuiten ze weer een uur lang hun boot, met keiharde BOENKE BOENK muziek aan, zich er niet van bewust dat ze geluidsoverlast veroorzaken, en drinken bier met de andere apen. Op dit patroon is geen uitzondering, ze doen het allemaal en overal. Terug naar boven

Odessa (4)

Ans geniet van een traditioneel Oekraïense salade met zure paddestoelen en bessen
Ans geniet van een traditioneel Oekraïense salade met zure paddestoelen en bessen

Maandag 31-08-2009

Het is een verrassend kille, bewolkte dag. Twintig graden, dat zijn we niet meer gewend. We lopen langs het havenkantoor om te vragen of ze een adres weten om een van onze beide butagasflessen te laten vullen. Volgens het boek van Leonard van Veldhoven kon je dat hier laten doen. Helaas, dat is niet meer zo. We lopen naar de Potemkin Trappen en nemen het hellingbaantje naar boven en richten onze schreden naar het Opera en Ballet Theater (foto hier) We hebben geluk. We kunnen kaartjes kopen voor twee logeplaatsen voor morgenavond. De beste en duurste plaatsen die er zijn, voor nog geen tientje per persoon. Men brengt de zelden uitgevoerde laatste opera van Tsjaikovski "Iolanta" uit 1892, die hij elf maanden voor zijn - nog steeds met vragen omgeven - dood componeerde.  "Verbazend goede muziek" schreef Maarten ´t Hart er destijds over in "Du holde Kunst" (1994) We slenteren door de stad, die nu beduidend drukker is dan in het weekend en drinken koffie. Onderwijl gaat het regenen. Dat hebben we lang niet meegemaakt. We brengen een uurtje zoek in een van de vele warenhuizen en passages. Ans koopt een bakje met onbekende, gedroogde vruchten. Ze zijn langwerpig, ongeveer acht centimeter lang, bruin van kleur en gerimpeld (foto hier) en de smaak heeft iets van banaan, gedroogde appeltjes en vijgen. Kent iemand die vrucht?  We lunchen binnen in een traditioneel Oekraïens restaurant. Ans laat zich de salade met zure paddenstoelen en bessen goed smaken (foto hierboven) en ik verorber een huisgemaakte, uiterst vette worst met schijfjes aardappel en spekvet. Volledig verkeerd, maar voor een keertje....

 

De affaire van de disfunctionerende neuroloog Jansen-Steur in Medisch Spectrum Twente, die ik destijds dwong te vertrekken, is weer helemaal terug. De Onderzoekscommissie Lemstra zal morgen zijn rapport uitbrengen en de Raad van Commissarissen heeft de blunder begaan ze niet de juridische vrijwaring te geven, die ze al van de Raad van Bestuur hadden gekregen. Een zinloze actie die de geloofwaardigheid van MST geen goed deed. Gistermiddag moesten de commissarissen natuurlijk op hun schreden terugkeren. Vanmiddag belde TCTubantia met de vraag of ze me morgen om commentaar kunnen vragen. Zeker, als ik tenminste het rapport ontvangen en gelezen heb. Ik ben gespannen. Hoe zal mijn rol in de affaire worden weergegeven en beoordeeld? Zal erkend worden dat ik niet zélf betrokken was bij de afkoopregeling van die mevrouw Damink? Dat ik wél de Inspectie meteen heb ingelicht? Dat ik wél de Officier van Justitie heb gebeld? Dat ik tenminste de enige was die wél optrad tegen J-S en hem uit het ziekenhuis heb gegooid? Dat ik de opvang van de gedupeerde patiënten wél had geregeld, samen met een andere neuroloog? En zal men begrip ervoor hebben dat ik poogde om ook J-S zelf menselijk te behandelen, door hem een kans te geven in stilte en teruggetrokkenheid zijn leven voort te zetten? Afwachten zonder iets te kunnen doen, het gaat me niet goed af.

 

´s Avonds zitten we in de kajuit bij de warmte van onze olielampen, voor het eerst met truien en sokken aan. Regen en wind slaan tegen de ramen, het is alsof de herfst vroeg begint. We bezien onze situatie. Ons voornemen was om na Odessa ook het schiereiland van de Krim te bezoeken, de steden Sevastopol en Yalta. Misschien is dat niet verstandig. Het is al betrekkelijk laat in het seizoen en we moeten nog helemaal terug naar het zuiden, naar onze overwinteringsplek in Kreta. We besluiten over een paar dagen langs grotendeels dezelfde route terug te keren naar de Bosporus. Terug naar boven

Odessa (5)

TCF Nautical Club Marina in Odessa, met in de rode ovaal onze Dulce.
TCF Nautical Club Marina in Odessa, met in de rode ovaal onze Dulce.

Dinsdag 01-09-2009

Om één uur lokale tijd (in Nederland is het 12 uur) pluk ik in het Internet-café in de passagiersterminal van de haven het rapport van de Onderzoekscommissie Lemstra van de website van MST. Het heet "En waar was de patiënt....?" Goede titel. Je kunt het zelf ook downloaden, 62 pagina´s dik, op die website. Natuurlijk meteen lezen. De eerste vertegenwoordigers van de media bellen al, maar vanzelfsprekend wil ik het eerst uithebben. Ondertussen is in het Dish Hotel naast MST in Enschede de persconferentie van de commissie aan de gang. Zuchtend sla ik de bladzijden om. Het rapport liegt er niet om. Iedereen die betrokken was in die tijd krijgt een lading heftige kritiek over zich heen: uiteraard de toenmalige Raad van Bestuur, de toenmalige Inspectie (nog onder leiding van Kingma), het bestuur van de medische staf, de collegae van de vakgroep neurologie, diverse interne commissies van MST en ook de Raad van Commissarissen.

 

Na lezing vind ik het een grondig en indrukwekkend rapport. Ik deel de conclusies en aanbevelingen, met name waar het de gedeeltelijke opheffing van het individuele medisch beroepsgeheim betreft. Toch is het rapport voor mij persoonlijk teleurstellend. De commissie behandelt de opeenvolgende raden van bestuur en de individuele leden ervan als collectief. In bestuurlijk opzicht kan ik dat begrijpen. Door je lidmaatschap ben je immers volledig medeverantwoordelijk voor het doen (en het laten) van een Raad van Bestuur. (Overigens is het vreemd dat de commissie niet met alle bestuurders uit die tijd heeft gesproken, met name niet met Ramaker, die nogal wat uit te leggen had gehad. Maar dat terzijde) Toch is het jammer dat er geen enkele aandacht is gegeven aan ieders individuele rol. Je wilde vroeger ook altijd alles weten over de oorlog, maar je vroeg ook je vader: pa, wat deed jij in de oorlog? Dan was gebleken dat ik persoonlijk niets te maken had met de zwijggeld-affaire van mevrouw Damink. Dat mijn toenmalige collega dat op eigen initiatief zelf in elkaar had gezet. Dan was aan het licht gekomen dat er belangrijke verschillen in de raad van bestuur waren en met name dat ik de enige was van al die bestuurders die in die jaren iets deed aan de kwestie Jansen-Steur. Toen ik in de vergadering van de Raad van Bestuur in augustus 2001 vroeg of er een dossier over de man was en te horen kreeg dat het er niet was, ben ik samen met de clustermanager een dossier gaan ontwikkelen. Op basis daarvan hoopten we hem aan te kunnen pakken. En tenslotte kon ik hem eind december 2003 eruit werken.

 

De commissie vermeldt ook niet dat ik meteen de Inspectie daarover telefonisch inlichtte. Daar bestaat helaas geen bewijs van, maar ik weet dat zeker. Zo handelde ik als ervaren ziekenhuisdirecteur immers altijd. De commissie maakt ook geen melding van het feit dat we de Inspectie tijdens het formele overleg in februari 2004 op de hoogte stelden, dus ruim eerder dan eind maart 2004. Waarom vermeldt men dat niet? Die datum vond ik immers terug in mijn agenda. Evenmin wordt vermeld dat ik bij de toenmalige inspecteur Nugteren hemel en aarde moest bewegen om een formele melding over de casus Jansen-Steur op te stellen en dat ik begin april 2004 de Officier van Justitie in Almelo belde.

 

Meteen in december 2003 ben ik met de overige neurologen overeengekomen hoe de gedupeerde patiënten van Jansen-Steur op te vangen. Met name dokter Petra Poels, die als nieuwe dokter de meeste ervan overnam, sprak ik daarover herhaaldelijk. In het rapport van de commissie trekken de neurologen dat wel erg naar zich toe, misschien uit schuldbewustzijn over het eigen tekortschieten in het verleden jegens hun collega, maar de raad van bestuur heeft wel degelijk naar de opvang van de patiënten omgezien.

 

De commissie stelt dat de raad van bestuur zich eind 2003/begin 2004 nog instelde op een eventuele terugkeer van Jansen-Steur, die door de clustermanager en mij toen de ziektewet in was gestuurd. Niets is minder waar: van meet af aan was het mijn opzet om zijn terugkeer te verijdelen en hem uit het ziekenhuis te verwijderen. In januari 2004 kreeg ik een rapportage van een psychiater onder ogen, die Jansen-Steur onderzocht had en de onthutsende aanbeveling deed dat hij wel weer terug kon komen. Dat rapport heb ik in de wind geslagen en ik heb hem met een duivels dilemma tot vrijwillig vertrek gedwongen. Dat dilemma staat in het rapport en komt uit een brief van mij.  De ergste misvatting van het rapport is echter dat men de wijze waarop Jansen-Steur met stille trom kon vertrekken (NB: hij wilde eerst niet!) opvat als een doofpot-procedure om de reputatie van MST niet te schaden. Dat stond mij helemaal niet voor! Integendeel: het doet de reputatie van een ziekenhuis eerder goed als het openlijk disfunctionerende specialisten verwijdert. In mijn Gorcumse beginjaren heb ik dat ettelijke malen gedaan en in de jaren ´90 werd ons ziekenhuis mede daardoor op 4 na het beste van Nederland in de jaarlijkse Elsevier-enquête. Nee, wat me met dat vrijwillige, stille vertrek van Jansen-Steur voor ogen stond was: hem niet volledig en helemaal de grond in te stampen. Hij was een zielig, ziek mens en zijn val was peilloos en ik vind nu eenmaal dat iedereen nog een kans verdient op een leefbaar leven. In alle teruggetrokkenheid, maar toch. Dát is in het begin van 2004 mijn keus en mijn beslissing geweest, ieder mag het zijne ervan vinden, maar ik sta daar ondanks alles wat er sedertdien gebeurde nog steeds achter.

 

Tja, en wat nu? Het misbaar in de media zal een aantal dagen aanhouden en weer wegzakken. Misschien stelt Justitie een onderzoek in naar het handelen van de betrokkenen en misschien moet je dat willen. Dan is er wél aandacht voor de schuldvraag en voor de mate waarin individuele bestuurders schuldig waren. Dat is immers de functie van het recht. het zou me, geloof ik, zelfs opluchten. Ik wordt gebeld door het radioprogramma "De Praktijk" van de AVRO en hoor op de achtergrond Kingma nog net zeggen, dat meneer Zijlstra ooit een hele goede collega van hem was maar dat hij destijds wat eerlijker had moeten zijn. Kingma - zelf met boter op zijn hoofd - heeft het niet begrepen. Ik hoop vooral dat de aanbevelingen van de Commissie Lemstra niet vergeten worden en dat men de daadkracht zal betonen om ze ingevoerd te krijgen. Terug naar boven

Odessa (6)

Persconferentie van de Commissie Lemstra. Vlnr. de leden Hamel, Lemstra en Rijpma
Persconferentie van de Commissie Lemstra. Vlnr. de leden Hamel, Lemstra en Rijpma

Woensdag 02-09-2009

Om zes uur lopen Ans en ik, keurig uitgedost in jurk en colbert, naar de Opera. Op de spoorbrug tussen de haven en de Potemkin Trappen belt NCRV-radio voor een live interview. Hoewel er twee keer een lawaaiige locomotief onder me doorrijdt kan ik de vragen van de reporter nog juist verstaan. Ik zeg het rapport van Lemstra c.s. een goed rapport te vinden en de conclusies en aanbevelingen te onderschrijven. Maar ook dat de commissie alle bestuurders - minstens zes - in de 12 jaar dat Jansen-Steur disfunctioneerde over één kam heeft geschoren. Bestuurlijk gezien niet onjuist, maar ik voel me er geen recht door gedaan. Pas in de laatste 3 jaar was ik aan het bewind, ben al in mijn eerste jaar een dossier gaan samenstellen en heb hem in mijn derde jaar eruit gezet. Ik ben dus de enige die de zaak heeft aangepakt. Ook leg ik uit dat ik de Inspectie terstond informeerde en dat het geen doofpot was, dat er geen sprake was van ´zaken onder de pet houden' maar dat het een keus was - mijn keus! - om J-S te verwijderen uit het ziekenhuis en de zorg en hem niet publiekelijk af te laten slachten, enzovoorts. Ik verwacht dat het misschien iets helpt om het gewekte beeld van doofpot te corrigeren.

 

We lopen verder. In de straten van stad is een vrolijk muziekfestival gaande met massa´s mensen op de been. Overal staan grote podia waarop bands optreden. We wurmen ons door de drukte en zijn op tijd bij de Opera. Oude dames begeleiden de bezoekers naar hun plaatsen. Voor onze loge moeten we op de eerste verdieping zijn. Ook aan de binnenkant is het barokke muziekpaleis prachtig gerestaureerd. Maarten ´t Hart heeft gelijk, de muziek van Tsjaikovsky´s opera "Iolanta" is inderdaad verrassend goed en ik vergeet er - bijna - alle MST-trubbels door. Het verhaal speelt zich af in de Franse regio Provence en het libretto is nogal drakerig maar dat wordt vooral in de eerste acte ruimschoots goedgemaakt door een prachtige bas-aria van koning René en een hele mooie aria van de Islamitische dokter Ibn-Hakia, die de blindheid van prinses Iolanta zal genezen. In de pauze drinken we in de foyer een glas champagne van de Krim (zie hier voor vijf foto´s) Na afloop zijn we niet in de stemming om ons in het feestgedruis te mengen, we gaan rustig souperen in hetzelfde Oekraïense restaurant waar we eerder waren.

 

De affaire is voortdurend in mijn gedachten. Het blijft verbijsterend dat J-S zó lang heeft kunnen disfunctioneren en dat niemand iets deed. Hieronder in chronologische volgorde de feiten betreffende het gedwongen vertrek van Jansen-Steur zoals ik die ondermeer in mijn toenmalige agenda´s kon terugvinden (en aan Lemstra c.s. heb getoond):

  • Medio november 2003 krijgen de clustermanager en ik via het stafbestuur kopieën van door J-S vervalste recepten toegespeeld. In een gesprek met hem dwingen we J-S terstond de ziektewet in te gaan en zich te laten behandelen. Met de collega neurologen spreken we de opvang van de gedupeerde patiënten af. Ik informeer telefonisch de regionaal inspecteur en spreek af haar op de hoogte te zullen houden.
  • Op 10 december 2003 spreekt de clustermanager J-S nogmaals, omdat hij aangaf weer beter te zijn en aan het werk te kunnen. De clustermanager verbiedt dat en legt het op mijn verzoek schriftelijk vast in een brief aan J-S op 11 december 2003.
  • Op 12 december 2003 informeer ik Ramaker, de aankomend voorzitter van de Raad van Bestuur over de kwestie.
  • Tijdens de kerstdagen van 2003 belt J-S mij privé en zegt dat hij genezen is en weer aan het werk wil. Ik antwoord dat daar geen sprake van kan zijn.
  • In januari/februari 2004 raporteren de neurologen (vooral dokter Petra Poels nam veel patiënten over) ettelijke gevallen van volledig verkeerde en onbegrijpelijke diagnoses. De clustermanager en ik spreken met de vakgroep neurologie af dat ze alle patiënten van J-S zullen oproepen en een file-search naar andere gevallen zullen doen. De vakgroep legt op mijn verzoek alles vast in een brief aan de Raad van Bestuur op 26 februari 2004. Van een zwijgplicht die ik zou hebben opgelegd, was geen sprake.
  • Op 16 februari 2004 leg ik in de Raad van Bestuur ter goedkeuring de constructie voor van het (zogenaamde) vrijwillig vertrek van J-S.
  • Op 23 februari 2004 legt Ramaker (ik was ziek thuis wegens een kaakabces) de constructie voor in het regulier overleg met de Inspectie. Die gaat accoord. (Waarom de commissie dit gegeven en deze - eerdere - datum niet vermeldt in zijn rapport, is me een raadsel. Mogelijk hebben ze Ramaker niet gesproken en dat is dan een ernstige omissie. Of wilde hij niet?)
  • Op 26 februari 2004 werk ik de constructie uit in een direct overleg op mijn kamer met J-S, waarbij ook de clustermanager en een personeelsfunctionaris aanwezig zijn. J-S zegt toe zich erop te beraden.
  • Eind februari 2004 ontvang ik tot mijn verbijstering een brief van een psychiater, die verklaart dat hij J-S heeft onderzocht en dat hij genezen is en weer zijn werk kan hervatten.
  • Om hem definitief op de knieën te dwingen schrijf ik op 1 maart 2004 J-S een brief naar aanleiding van het rapport van de psychiater, waarin ik hem het dilemma voorleg: óf een openbaar onderzoek van Justitie en tuchtrechter óf een vrijwillig vertrek (Lemstra p. 28) Om de druk erop te houden bel ik de regionaal inspecteur Nugteren met het verzoek van de affaire nu eindelijk eens een formele melding te maken. Deze zegt dat toe maar doet niets.
  • Op 23 maart 2004 blijkt tijdens het regulier overleg met de Inspectie dat er nog steeds geen formele melding van gemaakt is. Ik ontplof zowat ter plekke. De inspecteur haast zich te zeggen dat hij het in orde zal maken.
  • (Daarna ga ik met een korte vakantie waarin Ans en ik in het huwelijk treden. We ontvangen een grote bos bloemen van het stafbestuur van MST. Na terugkeer op 5 april 2004 verneem ik van Ramaker dat het bestuur van de medische staf "je kop eist" Iedereen weet dat je dan - helaas - geen poot meer hebt om op te staan. Dat is een heel ander verhaal dat misschien ook maar eens verteld moet worden, maar nu niet. Vanaf die datum tot mijn formele afscheid op 15 juli 2004 heb ik in elk geval niet meer aan het roer gestaan, ook niet in de affaire J-S)

   

Ga niet naar MST, Tom! Dat is een ziek ziekenhuis! Vrienden waarschuwden me destijds voor Medisch Spectrum Twente. Ik sloeg hun raad in de wind en ben toch gegaan, heb er hard gewerkt en mag trots zijn op een aantal wapenfeiten, zoals het op poten helpen van de volledig gestagneerde ICT en de opzet van tal van zorgvernieuwingsprojecten. Ondermeer een CVA-zorgcircuit met de vakgroep neurologie. Het leek een tijd goed te gaan, na mijn succesjaren in Gorcum, totdat.... Tja, typisch een van die foute beslissingen in je leven.

 

Het doet me trouwens deugd dat Lemstra c.s. ook het falen van de Raad van Commissarissen aan de kaak stelt. Dat stelletje non-valeurs wist al die jaren blunder op blunder te stapelen. Ik heb het immers aan den lijve ondervonden. Ik herinner me dat mijn collega Henk Bijker en ik in 2003 negatief adviseerden over de aanstelling van Ramaker. De commissarissen snoerden ons nogal grof de mond. Bijker ging met pensioen en ik werd gedwongen de aanstelling te accepteren. Zoals voorspeld werd het een fiasco, al na een jaar moest Ramaker het veld ruimen. Hun laatste blunder was het ophouden van de juridische vrijwaring voor de leden van de Onderzoekscommissie Lemstra. De Raad heeft zijn geloofwaardigheid volledig verloren en rest alleen maar zo snel mogelijk af te treden en plaats te maken voor betere mensen. Ik geloof niet dat ze nog met een fatsoenlijk gezicht kunnen blijven zitten.

 

Vanochtend is het bewolkt, later klaart de lucht wat op en nog later betrekt het weer. We willen vandaag afrekenen bij de havenmeester en uitklaren bij de grenspolitie. Morgen willen we in één ruk naar het zuiden varen, naar Sulina in de Donau monding, hopend dat wind en weer gunstig zijn. Ik loop naar het Internet-café in de passagiersterminal bij de haven om de reacties van de media op het rapport te lezen. Als je denkt dat nu wel alles gehad hebt, heb je het mis. Op de website van RTVOost lees ik verbijsterd (verbijkerd, zou je moeten zeggen) het volgende bericht:

 

"Oud-topman Bijker van het MST in Enschede voelt zich slechts gedeeltelijk verantwoordelijk voor het zwijggeldcontract dat het ziekenhuis sloot met een voormalig patiënte van ex-neuroloog Jansen Steur.

De commissie Lemstra, die de handelswijze van onder meer het ziekenhuis onderzocht, noemt het zwijggeldcontract uiterst laakbaar. Bijker zegt vanaf zijn vakantieadres in Azië dat een ander lid van de Raad van Bestuur hoofdverantwoordelijke is voor het zwijggeldcontract. Dat is opvallend, omdat de handtekening van Bijker onder het contract staat." (Gedateerd 02-09-2009, rond 10 uur)

 

Dat Ome Henk (zoals ik hem altijd noemde) geen gemakkelijk heer is, was me bekend, maar tot regelrecht liegen had ik hem niet in staat geacht. Zo zie je maar weer. Wat een stomme, doorzichtige actie van hem! Dat gelooft toch niemand! Hij probeert doodeenvoudig mij verantwoordelijk te maken - en nog wel hoofdverantwoordelijk - voor dat zwijgcontract, dat hij volledig buiten me om met Herman ten Vergert, secretaris RvB, opstelde en tekende. Pas achteraf hoorde ik erover van Herman, die zei: "Bemoei je er niet mee, Henk wil het zo, je brandt je vingers eraan!" (Dat had ik natuurlijk wél moeten doen. Op dat punt was ik laf en liet het er maar bij zitten) Het contract is niet eens in de vergaderingen van de Raad van Bestuur geweest, zo vertelde de Commissie Lemstra me in april (ik wist dat niet meer zeker) Een kat in het nauw maakt zelfs in Azië rare sprongen. Tjonge, wat valt Ome Henk nu opeens een eind van zijn voetstuk! En wat bereikt hij ermee? Hooguit dat de media gaan schrijven dat de oud-bestuurders van MST vechtend over elkaar heen buitelen. Behalve een leugenaar is hij ook nog een sufferd.

Terug naar boven

Sulina

In de avond loopt het cruiseschip T.G.Shevchenko ons op
In de avond loopt het cruiseschip T.G.Shevchenko ons op

Donderdag 03-09-2009

Na het schrijven van het dagverslag met mijn tweede reactie op het rapport Lemstra bekijk ik gister rond het middaguur in het Internet-café de windkaartjes van Passageweather. Die zien er niet goed uit: in de loop van morgenmiddag gaat de wind draaien en zich voor een aantal dagen nestelen in het zuiden. Precies de kant die we op moeten. Aan boord overleggen we en we besluiten meteen te vertrekken. Nu de wind nog in de goede hoek zit en we vannacht doorvaren kunnen we een goede slag maken en morgenochtend in Sulina zijn. Daar zien we dan wel weer verder. Maar stante pede vertrekken uit de Oekraïne omdat de wind goed staat? Dat kun je vergeten. Toch lukt het me de hele uitklaringsprocedure in anderhalf uur te voltooien, dat is voor Oekraïne een record, ondanks het feit dat ons Ship Ecological Report (het zoveelste onzin-formulier dat gisteren werd opgesteld door een onduidelijk figuur, die niets bekeek of controleerde en alleen maar mijn handtekening en scheepsstempel erop wilde) op de burelen was zoekgeraakt. Aan het eind krijg ik een soldaat van de grenstroepen mee, die moet bewaken dat ik direct aan boord ga en meteen vertrek. Helaas, probleem, ik moet de havengelden nog voldoen en daarvoor moet ik helemaal naar de pin-automaat in de passagiersterminal. De soldaat, een wat stijve jongen die geen woord buitenlands spreekt, ziet het door de vingers en loopt als een schaduw achter me aan.

 

Om kwart over drie vragen en krijgen we toestemming uit te varen aan Port Control op VHF 14. We varen op de motor, de wind is NW 2 en er vallen wat regenspetters. In het noorden weerlicht het. Met een gevoel van weemoed laten we Odessa achter ons. We moeten hier beslist nog eens terugkomen. Na anderhalf uur zijn we bij kaap Velskyi Fontan en kan de genua bij met WZW 3. Drie uur later valt de avond. De ondergaande zon weet in de schemering een mooie regenboog aan de oostelijke hemel te toveren. Nog een uur later passeren we de beroemde hefbrug die naar de lagune van Belgorod-Dniestrovsky voert. De T.G.Shevchenko, het ouderwetse Oekraïense cruiseschip dat bij ons aan de kade lag, loopt ons in het donker op (foto hierboven) het is bewolkt en we zien nog steeds weerlichten in het noorden en het oosten. De wind neemt fors toe en de hele nacht waait het Bf 5 - 7 uit westelijke tot zuidwestelijke richtingen. Dat was bepaald niet voorspeld! We schieten in elk geval flink op, maar de groeiende zeegang - hoewel aflandig - wordt behoorlijk onaangenaam. Ans heeft een gloeiende hekel aan ´s nachts varen en helemaal als het hard waait, een angst die ze heeft overgehouden aan de keer in 2004 dat we op de Noordzee platsloegen door een monstergolf (zie hier) We wisselen elkaar om de twee uur af. Een halfuur lang voel ik me ook nog zeeziek worden, maar het gaat over. Een geluk is dat de wind de bewolking heeft gebroken en dat de bijna volle maan veel licht op de golven werpt. Zo zie je de grotere jongens tenminste aankomen. Om 21.45 uur hoor ik op VHF 16 een oproep voor "motor vessel Dulce". Op de vraag welk station me roept, hoor ik dat het de grenspolitie is. Verdraaid, ze willen gewoon weten of de boete die we in de Chilia-tak van de Donau opliepen, heeft geholpen en controleren of ik nu wél de marifoon standby op 16 heb.

 

Zo stampen we urenlang met gereefde zeilen aan de wind naar het zuiden. Er komt veel buiswater over en af en toe moeten we in de kajuit spullen opruimen, die niet zeevast stonden. De handdoek over de kooi van Lord Byron valt er ook ieder keer af, hij ziet het stoïcijns aan. Zin in eten hebben we niet, de toiletgang is ieder keer een bezoeking. Het ergste is de oversteek van de Zhebrianskyi baai, waar de zeegang zich flink kan opbouwen. In de verte moet de dichtgeslibde en gesloten haven van Ust-Dunaysk liggen, waar we op de heenweg een nacht ankerden bij een afgezonken duwbak. Het wordt allemaal wat draaglijker als we in de luwte van de Donau-delta raken. We  minderen meer zeil en vaart om niet in het donker bij de invaart van het kanaal naar Sulina te komen. Om half zes begint de dageraad te krieken. Ik wissel de gastenvlaggetjes en hijs de Q-vlag eronder. We komen immers de Europese Unie binnen.  Anderhalve mijl voor de invaart roep ik Port Control op VHF 16 en krijg toestemming binnen te varen. Ook nu is er een fikse tegenstroom van 2 - 3 knopen. We kruipen tegen stroom en wind naar binnen en herademen als we binnen de dammen zijn. Om kwart voor acht meren we af aan de dorpskade, bijna op dezelfde plek als tien dagen geleden. We hebben 95 mijl afgelegd.

 

Als alles in orde is duiken we in bed. Om negen uur wordt er geklopt. Vier uniformen van de grenspolitie, de douane en de havenmeester willen ons inklaren. In de kuip vullen ze de documenten vlot in, ik stempel en teken ze en na een kwartier is het in orde. Weer in bed kan ik de slaap niet echt vatten, dus maak ik dit verslagje. Het is zonnig en de wereld ziet er weer een stuk vriendelijker uit. Vanmiddag gaan we tanken bij de bunkerboot, vanavond gaan we uit eten in Casa Coral (met zijn weinig bijzondere toilet) en dan gaan we bezien of we morgen toch verder kunnen naar Constanţa. De Egeïsche Zee trekt. Terug naar boven

Constanţa

Ochtendmist in Sulina. Voor ons ligt een varend hotel aan de kade
Ochtendmist in Sulina. Voor ons ligt een varend hotel aan de kade

Vrijdag 04-09-2009

´s Middags doen we wat boodschappen in Sulina. Daarna gaat de telefoon. Met Dick Veltman, hoor ik, hoe gaat het met je? Ik knipper even met mijn ogen. Veltman - lid van de Raad van Commissarissen van MST en tegenwoordig voorzitter - sprak ik voor het laatst ergens in het vroege voorjaar van 2004, ruim vijf jaar geleden. Waar belt hij voor? Tja, zegt hij, we worden vanavond allebei allebei geïnterviewd door RTVOost, misschien moesten we even afstemmen. Wat willen ze je vragen, Dick?, vraag ik. Of ik destijds inderdaad niet op de hoogte was van de kwestie Jansen-Steur. Ik heb het nagekeken in de verslagen uit die tijd, maar het punt is nergens in de notulen terug te vinden. Dat zegt niks, antwoord ik, we waren altijd gewend om in de vergaderingen ook even stil te staan bij actuele zorgen en beslommeringen van de Raad van Bestuur, zonder dat die nu meteen genotuleerd werden. Ik kan het niet bewijzen, maar voor mijn gevoel heb ik jullie toen ook informeel ingelicht over de kwestie. Ik weet van niks, zegt Dick. Luister, zeg ik, nu ik je toch aan de lijn heb vind ik het fatsoenlijk om je te laten weten dat ik vind dat jullie na het rapport Lemstra moeten aftreden. Oh?, zegt hij. Ja, het staat al op mijn website en ik zal het vanavond ook zeggen, dan kun je je vast voorbereiden.

 

´s Avonds eten we in restaurant Casa Coral steur. Wat? Steur. Ja, die wordt in de Donau-delta gevangen. Een heerlijke vis, ik kon het niet laten. Vlak na de maaltijd belt RTVOost voor het interview. Op de achtergrond hoor ik Veltman die flink wordt aangepakt door de interviewer. Dan ben ik aan de beurt. Helaas is de interviewer Jan Medendorp niet erg goed ingevoerd in de materie, hij maakt er een warrige boel van. Dat maakt antwoorden lastig, want je moet eerst zijn fouten en verhaspelingen rechtzetten voor je je eigen punten kunt maken. Ik laat merken dat me dat ergert en steek gewoon mijn inmiddels bekende verhaal af en krijg daar alle gelegenheid voor. Dat de Commissie Lemstra in een soort Pavlov-reactie overal een doofpot in ziet, ook waar dat niet het geval was zoals bij de vertrekregeling van Jansen-Steur. De tijd is om voor ik er erg in heb en daardoor heb ik verdorie niet eens kunnen zeggen dat de Commissarissen in mijn ogen niets anders rest dan af te treden.

 

Gisteravond meert er een varend hotel voor ons af. Die zie je hier meer, ze worden door een sleepbootje getrokken, zijn erg ondiep en ze kunnen diep de delta in. 's Nachts hebben we last van steekmuggen.  Vanmorgen loop ik om half zeven naar de havenmeester voor een clearance permit. Als je in Holland van Amsterdam naar Rotterdam vaart, heb je zoiets helemaal niet nodig, zeg ik. Hij mompelt dat vroeger alles beter was. Onder Ceauscescu?, vraag ik. Hij knikt, "more order". Omdat ik haast heb ga ik er niet op in. Op de rivier hangt mist (foto hierboven) Ik roep Port Control op 16 voor toestemming uit te varen. We varen voorzichtig naar het kanaal dat naar zee voert. Daar klaart de mist op. Er is geen wind. De stroom voert ons snel de vijf mijl het kanaal af. Wind is er niet. Na de dammen is het water woelig met kolken en rafelingen. Naast ons zwemt een pelikaan. Te laat grijp ik de camera.

 

De zee, anders zo nijdig, is volledig kalm. Opeens zie ik dat een van de grote, bolle stootwillen die we aan de hekstoel hebben hangen, weg is. Oef, het gerafelde touw hangt er nog. Die hebben we afgelopen nacht tijdens de harde wind en zeegang verspeeld. Niks van gemerkt. Ik zit later voor me uit te peinzen, natuurlijk weer over de affaire Jansen-Steur. Gisteravond las ik op websites van bladen reacties van lezers. Veel mensen vinden het een schande dat we de man ook nog € 250.000 meegaven, dat wil zeggen zijn salaris doorbetaalden tot zijn vroegpensioen (OBU-regeling) Begrijpt dan niemand dat ik dat bedrag sowieso kwijt zou zijn? In zijn jaren bij MST had Jansen-Steur een dijk van wachtgeldverplichtingen opgebouwd, voldoende om hem volledig te blijven betalen tot aan zijn ouderdomspensioen. Die vijf jaar extra heb ik nog bespaard door de vertrekregeling met hem. Bovendien zou een ontslagprocedure veel tijd en geld gekost hebben: een onderzoekscommissie à la Lemstra, proces- en advocatenkosten. Je bent als werkgever niet zomaar van iemand af. Het wachtgeld had hij wel gekregen, met een beroep op ziekte die hem deed disfunctioneren. Hij kon psychiaters immers alles laten opschrijven wat hij wilde. Alles bijeen had het dan zeker driekwart miljoen euro gekost. Begrijpt men dat niet?

 

Om kwart voor tien loopt ons een snelle patrouilleboot van de grenspolitie op. Op 16 vragen ze onze bestemming en het aantal mensen aan boord. Dan kunnen we verder varen. Wind is Zuid 1. Ik zet de laptop aan. In Odessa hebben ze zoveel crewlists opgevraagd (alles bijeen 15!) dat ik er gisteren nog maar twee over had voor de officials in Sulina. Ik print een tiental nieuwe uit. Buiten zie ik dat we bij de Sfintu Gheorghe tak zijn, de zuidelijke arm van de Donau die dichtgeslibd is. We passeren na twaalf uur de lage Sakalin eilanden. Voor ons ligt zestig mijl open zee tot aan Constanţa. Er komt wat meer wind, ZZO 4, het is nét bezeild. En nog geen kwartier later waait het zomaar ZO 5 - 6. Met gereefd tuig lopen we een dikke 7 knopen. Om 14.00 uur passeren we de boorplatforms waar we op de heenreis ook langsvoeren. De zee bouwt opnieuw de vervelende, korte en nijdige swell op die we ondertussen goed kennen. Ans ziet tweemaal dolfijnen. De hele rest van de tocht is een oersaai en ongemakkelijk rak van vijftig mijl aan de wind. We maken goed vaart maar deze wind versterkt de tegenstroom die hier langs de kust naar het noorden loopt en ruim een knoop beloopt.

 

We liggen en zitten de ongerieflijke rit uit onder de buiskap, af en toe spuiten golven buiswater over. We lezen of dommelen op de kuipbanken. De zon gaat onder en in de verte fungeert op zeven mijl afstand het verlichte gebouw van het grote hotel  bij de haven, waar we veertien dagen geleden romantisch op het balkon aten, als een prima baken. Om half negen meren we af op exact dezelfde plek als toen. Op het log hebben we 95 mijl afgelegd, over de grond 85. Tien mijl verloren door tegenstroom. Ik drink een glas wijn in de kuip. De grenspolitie komt langs om onze gegevens te noteren onder verontschuldigingen voor de overlast. Terug naar boven

Constanţa (2)

Constanţa (2)

Zaterdag 05-09-2009

We draaien een goede nacht af. Geen steekmuggen. Het is hier trouwens een heel stuk warmer dan in de Donau delta, het scheelt zeker een graad of vijf. Het kantoor van de haven is gesloten, misschien vanwege het weekend of is het seizoen gesloten na 1 september? We nemen het ervan, vandaag.

 

Ik lees "Time Travel in Einstein´s Universe. The physical possibilities of Travel through Time" (Mariner Books, 2001) van J. Richard Gott uit. Een aardig boek zonder dat het veel nieuws biedt. Vooruit reizen in de tijd is sinds de speciale relativiteitstheorie van 1905 van Einstein een bekende mogelijkheid. Teruggaan in de tijd was altijd een probleem. Gott construeert er een paar ingewikkelde, weinig praktische mogelijkheden voor die, hoewel fysisch mogelijk, voor langere tijd onhaalbaar zullen blijven. Zo gebruikt hij hypothetische kosmische snaren om ermee terug in de tijd te reizen en zichzelf een hand te geven. Het tweede deel van zijn boek besteedt hij aan een verkenning van statistische toekomstvoorspellingen, zoals het fameuze Doomsday Argument van Brandon Carter (zie ook mijn "Werkprogramma" van 5 raadselachtige zaken) Een onderwerp waaraan hij in het verleden een belangrijke bijdrage leverde.

Wat me aansprak was zijn pleidooi om het ruimtevluchtprogramma te intensiveren en in de komende decennia een menselijke kolonie op de planeet Mars te stichten, die in staat is zichzelf in stand te houden met gebruik van bestaansmiddelen uit het planeetmateriaal. "The goal of the human spaceflight program should be to increase our survival prospects by colonizing space" (p. 229)  Hij haalt het voorbeeld aan van de oude Grieken. Die brachten al hun boeken onder in de grote bibliotheek van Alexandrië. Daar werden ze goed verzorgd en bewaakt maar toch brandde de bibiotheek op zeker moment tot de grond toe af. Alle 120 toneelstukken van Sophocles gingen verloren, op 7 na waarvan kopieën ook elders waren bewaard. Op grond van het Doomsday Argument en de vergelijking met het uitsterven van andere zoogdieren, is het uiterst waarschijnlijk (95%) dat de mensheid zal uitsterven, eerder vroeg dan laat. "Existence of even one self-supporting colony in space might as much double the long-term survival prospects of our species - by giving us two independent chances instead of one" (p.231) Is een onafhankelijke kolonie op Mars mogelijk? Velen zijn ervan overtuigd dat het met onze huidige technologie mogelijk is. Kijk maar op de website van de Mars Society. Een bekend tegenargument luidt: laten we eerst maar eens de noden van de mensheid op aarde oplossen. Dat snijdt geen hout, in mijn ogen. Het gaat er juist om de huidige, ultieme kwetsbaarheid van de menselijke soort voor uitroeiing - hetzij door eigen schuld of door kosmische rampen - te verminderen door meerdere, van elkaar onafhankelijke lokaties te creeëren. Als dat ook bij de toneelstukken van Sophocles was gedaan, dan hadden we ze alle 120 misschien nog gehad.

 

Ik begin aan de lectuur van een ander boeiend boek: "Gödel. A Life of Logic" (Basic Books, 2000) van John L. Casti en Werner De Pauli. Een nieuwe poging om die vermaledijd lastige onvolledigheids-theorema´s onder de knie te krijgen. Het boek "Ik ben een vreemde lus" (Contact, ned vert 2008) van Douglas R. Hofstadter hielp me al een eind op weg, maar ik wil er nog dichter op zitten.

 

Het is een zonnige en winderige dag. Dezelfde zuid- tot zuidoostenwind als gisteren, kracht 5 tot 6. We wachten rustig af tot hij gaat draaien, volgens de prognoses in de komende dagen. We doen wat boodschappen, spuiten het zout van de boot en drentelen wat over de boulevard. De branding slaat hard uiteen tegen de betonblokken beneden, schuimflarden vliegen ons om de oren. Ik houd mijn pet vast. Lord Byron heeft nauwelijks een staart meer maar toch pruttelt hij af en toe wat en soms fluit hij even - zo vals als een kwartel. Van Nanning & Miranda van de Famous Goose, die we tijdens onze winter op Malta leerden kennen, ontvingen we een verslag van hun terugreis naar Nederland. Het moet vreemd zijn om met je boot weer op de vaderlandse wateren te varen. Soms stel ik me voor dat wij ook terug zijn en aan het remmingwerk van de Volkeraksluis liggen, zoals we dat voorheen vaak in de weekenden deden. Niet verkeerd, weg en toch vlakbij. Heimwee? Terug naar boven

Constanţa (3)

Regen. Door het raam zie je links door het venster de minaret en de koepel van de Mahmudiye moskee
Regen. Door het raam zie je links door het venster de minaret en de koepel van de Mahmudiye moskee

Zondag 06-09-2009

Regen. In de loop van de nacht begint het en het regent door tot elf uur vanmorgen (foto hierboven en een andere hier) Af en toe is er zwak onweergerommel in het noorden. We slapen lekker uit, ontbijten lang en uitgebreid en maken het knus in de kajuit. Ik speel een paar keer achtereen het Celloconcert uit 1969 van de Finse componist Joonas Kokkonen (1921 - 1996) af. Hij was in Finland zo´n beetje de nationale opvolger van Jean Sibelius. Het celloconcert is erg bekend geworden. Het heeft vijf delen, waaronder twee mooie, sombere en melodieuze adagio´s (III en IV) die goed passen bij de donkere sfeer van deze dag. Het laatste is een cadenza - adagio, legatissimo possibile. Dat is: zo gebonden mogelijk. Moeilijk om te spelen. De cellist Thorleif Thedéen, maakt er een mooi uitgesponnen meditatie van die helaas al na een minuut of vier versneld en zonder pauze overgaat in een kort, pittig Allegro vivace.

 

Na het middaguur is het bewolkt maar droog. Op de wal lopen zondagse wandelaars voorbij. Onze Dulce gaat weer veelvuldig op de foto, vaak poseren mensen ervoor staand. Ans maakt de koelkast schoon en ik verzorg de motor, vul wat olie en koelvloeistof bij en maak de onderkant schoon. Dan Internetbankieren en computerhygiéne, dat wil zeggen virusscannen, updates ophalen, schijfdefragmentatie en fotobestanden overzetten op de externe harde schijf. De wind is ondertussen als voorspeld en we gehoopt hadden naar het noorden gedraaid en is nu Bf 4 - 5, maar het is te laat om verder te varen en zo´n rustig dagje laat je je ook niet afnemen.

 

Later op de middag zakt de temperatuur een graad of vier naar beneden tot 22°. Er is duidelijk een koufront over ons heen gekomen. De wind haalt aan naar NNO 6 en opnieuw dreigt regen. Ik lees verder in het boek over de wiskundige Kurt Gödel en probeer in dat verband het fenomeen Turing Machine onder de knie te krijgen. Terug naar boven

Constanţa (4)

Het is even wat lichter. Tussen twee buien in maak ik een foto van de boot.
Het is even wat lichter. Tussen twee buien in maak ik een foto van de boot.

Maandag 07-09-2009

Veel wind vannacht en vandaag gaat het onverdroten door met Noord 7 - 8 en voortdurende regenbuien en een temperatuur van slechts 19° Tussen de buien door maak ik een foto (zie hiernaast) maar verder blijven we net als gisteren binnen, met Bach in de CD-speler en mooie boeken bij de hand.

 

In "Godel. A Life of Logic" (Basic Books, 2000) schrijven Casti en De Pauli dat Gödel in de latere fase van zijn leven vanaf 1940, toen hij het nazistische Oostenrijk had verlaten en dus in de tijd dat hij voorgoed aan het beroemde Institute for Avanced Studies in Princeton, USA, was verbonden - waar hij iedere ochtend samen met Albert Einstein heen wandelde - zich ondermeer bezig hield met het de vraag of het bestaan van God bewezen kon worden en met fenomenen als zielsverhuizing en leven na de dood. Dat wist ik niet. "Essentially, Gödel held that an afterlife must exist because the universe basically has a meaning" (p. 87), schrijven ze. Anders dan zijn vriend Einstein geloofde Gödel in een persoonlijke God. Dus een God die zich bezig houdt met het lot van de mensen en met wie je een persoonlijke verstandhouding kunt hebben. Een God die daar niet toe in staat is, is geen almachtige God en hem ontbreekt de eigenschap van almachtigheid, die per definitie nu juist de goddelijkheid van God uitmaakt. Verder was Gödel van mening dat het potentieel van mensen niet volledig vervuld kan worden binnen de spanne van één enkel individueel leven. Daarom moet er een hiernamaals bestaan waarin dat potentieel wel vervuld kan worden, anders zou het menselijk leven zinloos zijn. "This is closely related to the causality principle that underlies all of science: Everything has cause and events don´t just ´happen´" Curieus, want dat is nu juist wat in de quantumfysica wél het geval is. Wat merkwaardig, eigenlijk, ik had dit soort opvattingen nooit bij zo´n strikte wiskundige logicus als Gödel verwacht. Maar ook Einstein, voor wie het goddelijke een in het universum belichaamde, onpersoonlijke instantie was, had moeite met de essentiële rol van toeval en waarschijnlijkheid in de quantumfysica: "God dobbelt niet" schreef hij in 1926 in een brief aan Niels Bohr. Die schreef terug: "Stop met God te vertellen wat hij moet doen!"

 

Het slechte weer houdt de hele dag aan en in de komende dagen wordt het niet minder. Er ligt een hardnekkig Laag boven West Turkije en vandaag trekt een trog over ons heen. We liggen dus simpelweg verwaaid in wat misschien de eerste herftstorm voor het Zwarte Zee-gebied is. Er zijn beroerder plekken. De haven van Constanţa krijgt nauwelijks swell binnen en achter de hoge buitenste kademuur liggen we goed beschermd. Zo houden we het wel uit tot het weer opknapt. Ans bakt net succes een appeltaart in de magnetron. Ze moet hem alleen opeten want als ouderdomsdiabeet mag ik alleen één klein hapje proeven. Terug naar boven

Constanţa (5)

Constanţa (5)

Dinsdag 08-09-2009

Het slechte weer neemt iets af. Vanochtend waait het nog NO 6 maar het is tenminste droog. Op zich is die wind geen reden om nog te blijven. Hij komt immers van schuin achter in als we verder naar het zuiden zouden zeilen. Maar de zeegang op de Zwarte Zee is dermate kort en ongerieflijk, dat we liever afwachten. Helaas laat het 24-uurs weerkaartje van Sembach (zie hiernaast) zien we dat we er nog niet vanaf zijn. Je ziet dat lagedrukgebied (1003 hPa) nog altijd bij West-Turkije liggen. Jaap & Diana zitten daar ergens en het zal ook bij hen slecht weer zijn, vrees ik.Onderwijl is het in Nederland een zomerse dag. Bij ons zie je een langgerekt frontensysteem hangen met neerslag. Noordwestelijk van ons is een hogedrukgebied van 1026 hPa en tussen dat Hoog en het Laag bij Turkije lopen de isobaren dicht bijeen. Dat is de harde noordoostelijke stroming waar we hier mee te maken hebben. De situatie verandert slechts heel geleidelijk.

 

Rond het middaguur begint het weer te miezeren. We maken een wandeling. Eerst kijken we naar de zee, die bulderend tegen de basaltblokken voor de boulevard beukt (foto hier) Wolken schuim spatten hoog op. We bezoeken het Muzeul de Istorie Nationala si Arheologie Constanta op het plein met het standbeeld van de de dichter Ovidius, die hier in ballinschap leefde en stierf. Ik schreef daar een aantal weken geleden al over, toen we hier voor het eerst waren. Het museum is sedert 1977 gevestigd in het voormalige stadhuis, een mooi gebouw in Art Nouveau stijl. Je kunt er prima een regenachtige middag doorbrengen. De voormalige raadszaal heeft mooie muur- en plafondschilderingen met zo te zien taferelen uit de geschiedenis van de stad (foto hier) Ik weet dat niet zeker, want er is in de zaal een fototentoonstelling van oude vestingen langs de Donau, die nogal in de weg staat. Het museum heeft een prachtige collectie van beelden, beeldjes en voorwerpen uit de prehistorie en de tijden van de Thraciërs, de Grieken, de Romeinen, de Byzantijnen, de Ottomanen - allen die hier woonden of langs kwamen. Er is ook een mooie, aangrijpende kop van een lijdende Ovidius, gemaakt door een Roemeense kunstenaar uit de vorige eeuw, Corneliu Medrea (1888 - 1964, foto hier) Er is ook een intrigerend beeld uit de oude Grieks-/Romeinse stad Tomis, die hier lag in 2e eeuw AD, van de mythische slang Glycon, met lang blond haar en trekken van een mannenhoofd, om wie een onduidelijke cultus bestaan zou hebben tot in de 4e eeuw AD en volgens sommigen zelfs tot in de vorige eeuw (foto hier) Volgens het bordje was Glycon de godheid van het goede en behoedster van huis en haard en van tempels. Ook intrigerend is een dubbelbeeld van de Griekse wraakgodin Nemesis (foto hier), ook uit de ruïnes van het Tomis uit de 2e eeuw AD, staande afgebeeld voor een tempel met de staf waarmee ze de goede en de slechte daden van de mensen kon bepalen en wegen. Is ze daarom dubbel afgebeeld? Dus één om het goede en één om het kwade te meten? Ja, en dan komen we in een zaal met vondsten uit veel vroeger tijden, van ongeveer 7000 jaar geleden uit de tijd van de Hamangia cultuur. Er zijn twee beeldjes van rode klei, zó mooi en zó subtiel en zó ontroerend dat ze meteen ons hart stelen (foto hier) "De denker en zijn vrouw" staat erbij. Dat slaat natuurlijk nergens op, ware het niet dat de figuur van "de denker" meteen doet denken aan het beroemde beeld van Auguste Rodin. Ze werden in 1956 gevonden in een dodenstad, een necropolis bij de stad Cernavoda, hier in de buurt. Er zijn daar meer van dergelijke beeldjes gevonden maar dit zijn de enige twee met een hoofd. Je kunt tijden naar zulke beeldjes staren en je verwonderen over het vermogen van de mens om zolang geleden al zoiets moois te maken. Tja, je kunt ze niet meenemen maar tot onze grote vreugde kan je bij de ingang van het museum heel redelijke replica´s kopen voor een prikje, omgerekend 7 euro per stuk. De vraag waar we ze aan boord (zeevast) moeten plaatsen is nog niet opgelost.

 

Als we weer buiten komen, schijnt de zon. De harde wind heeft de wolken verjaagd. We vinden een slagerij en doen verdere boodschappen in de kleine supermarkt boven de haven. Straks eens naar de weersverwachting kijken. Terug naar boven

Constanţa (6)

Ans bij een communistisch jubelbeeld in een park in Constantsa
Ans bij een communistisch jubelbeeld in een park in Constantsa

Woensdag 09-09-2009

Veel wind vannacht. Door het geklots tegen het achterschip slapen we onrustig. De branding dondert tegen de buitenkant van de havendam en schuim en water vliegen regelmatig over de zes meter hoge muur heen en slaan kletsend op de kade neer. Het is vermakelijk om te zien hoe langsdrentelende vakantiegangers, overigens steeds schaarser in aantal, plotseling een ongewenste douche over zich heen krijgen.

 

Vandaag maken we een lange wandeling door de stad. Ondermeer passeren we in een verwaarloosd park een groot monument uit de tijd van de kleine, gemene conducator Ceauscescu (foto hierboven) Men zag geen kennelijk geen reden dit jubelproduct van communistische hybris te slopen. Het zou ook een hele klus geweest zijn. Geleidelijk belanden we in de winkelstraten in het centrum. Er is zelfs een voetgangersgebied, maar het is schrikbarend hoe grauw, leeg en verwaarloosd alles is (foto hier) Talloze mooie panden, vaak in Jugendstil stijl, zijn verveloos en vervallen, met gebroken glas in de sponningen, haveloze deuren en vensterbanken, graffity en deels afgescheurde affiches op de bladderende muren, verroeste balkons met ooit prachtig smeedwerk. In de straten schuifelen slecht geklede mensen langs de winkels, ongewassen kinderen hangen rond op banken en stoepen. Je wordt er treurig van. Achter het voetgangersgebied treffen een iets vrolijker tafereel, een grote overdekte en goed voorziene groente- en fruitmarkt. We kopen er sla, aardbeien, radijs, druiven en - verrassend - pastinaken. De pastinaak is een grote witte wortel, bij ons is het een ouderwetse groente, maar in het Middellandse Zeegebied was hij al bekend bij de Grieken en de Romeinen en wordt hij nog steeds veel gegeten. In het begin van de jaren ´80 had ik in Deil aan de dijk met de buren een moestuin, waarin we naast schorseneren, bonen, snijbiet en dergelijke, ook pastinaken verbouwden.

 

Bij terugkeer zien we dat de zee nog steeds erg wild is. Ook voor vandaag was er weer een near-gale warning op de Navtex, howel de windmeter niet verder komt dan NO 5. De weerkaartjes tonen echter ook voor morgen nog harde wind. Maar tegen het weekend verbetert de situatie, lijkt het. Dan kunnen we verder naar het zuiden.

 

"In setting limits on the human fantasy of omnipotence, Gödel stands in the tradition of Copernicus, Darwin and Freud", schrijven Casti en DePauli aan het eind van hun boek over de wiskundige en filosoof Kurt Gödel. Als ik aan dat eind ben gekomen moet ik het boek - nog geen 200 bladzijden dik - suizebollend wegleggen. De moeilijke lectuur leerde me ondermeer de naam kennen van de Argentijns-Amerikaanse wiskundige en computerwetenschapper Gregory Chaitin die, voortbouwend op het incompleetheids-theorema van Gödel, in 1988 het bewijs leverde dat de structuur van de wiskunde zélf uit toeval bestaat en dat het toeval (randomness) net zo fundamenteel en allesdoordringend is in de zuivere wiskunde als in de theorethische fysica. Voortbordurend op Einsteins´ gezegde "God dobbelt niet" zou Chaitin gezegd hebben: "God not only plays dice in quantum mechanics, but even with the whole numbers" Dat betekent niet meer en niet minder dan dat onze intellectuele vermogens, hetzij van ons brein of van onze computers, duidelijk tekort schieten en te zwak zijn om - tenminste met de formele, deductieve middelen van de wetenschap - het hoogcomplexe systeem te doorgronden van onze wereld in zijn totaliteit. Kurt Gödel zelf was daarvan al overtuigd, alleen had hij nog niet bewezen dat het zelfs voor de wiskunde van getallen gold. Ik begrijp nu eigenlijk wat beter waarom hij zich in zijn latere leven steeds meer wendde tot obscure zaken als zielsverhuizing, hiernamaals en occultisme. Eigenlijk geloof ik ook wel dat kennis en wetenschap altijd tekort zullen schieten om de wereld te begrijpen, maar het is in al zijn beperktheid het enige werktuig tot werkelijk begrip dat we in onze duizenden jaren geschiedenis ontwikkeld hebben. Bij occultisme in zijn vele varianten voel ik me niet thuis. Terug naar boven

Constanţa (7)

Constanţa (7)

Donderdag 10-09-2009

Gisteravond lees ik bij de NRC over de overstromingen in Istanboel na de ergste regen in 80 jaar (zie hiernaast) Er zijn enige tientallen doden te betreuren. Op een filmpje op de website van Daily News, de Engelse uitgave van de Turkse krant Hurriyet, zie ik hoe een bulldozer in een wilde stroom op een ondergelopen snelweg iemand van het dak van zijn vrachtwagentje redt. De meeste slachtoffers vielen in een stadsdeel ten noorden van Atatürk International Airport, niet ver van Ataköy Marina waar we in augustus bijna een maand hebben gelegen. De hevige regenval, die gepaard ging met harde noordenwind, was een uitloper van de trog die in de afgelopen dagen ook over ons heentrok, maar die hier geen ernstige gevolgen had. We hebben dus geluk gehad. Het debat gaat nu over de oorzaak. Méér extreme storm en regen door global warming? Of is er sprake van een uit zijn voegen gegroeide wereldstad, waarbij de infrastructuur voor hemelwaterafvoer is achtergebleven? Of beide?

 

Merkwaardig is dat juist in deze tijd een aantal klimaatwetenschappers voor de komende tientallen jaren een periode van afkoeling voorspellen. Dat zou komen door een verwachte afname van ze zonne-activiteit, net als dat gedurende het zogenaamde Maunder Minimum het geval was, de periode in de 17e en 18e eeuw waarin het in Europa extreem koud was en in ons land bijvoorbeeld de grote rivieren ´s winters bevroren. De periode die ook wel de Kleine IJstijd wordt genoemd en waarin Pieter Breughel de Oude zijn bekende Hollandse winterlandschappen schilderde. Ik schreef daarover eerder, tweeëneenhalf jaar geleden, in de rubriek Beschouwingen onder de titel Abrupte Klimaatverandering. Zie ook hier bij het KNMI. Vreemd, ik dacht nou juist dat er onlangs een nieuwe 11-jarige periode van toegenomen zonnevlekken-activiteit was aangebroken, solar cycle nummer 24, een paar maanden geleden als zodanig uitgeroepen door de NASA. Op grond daarvan zou je eerder versterking van de opwarming verwachten. De start van de nieuwe zonnevlekken-cyclus was overigens veel later - ongeveer twee jaar - dan verwacht. Maar nu lees je berichten over vermindering van zonneactiviteit, zoals hier op het weblog van klimaatscepticus Hans Labohm. Anderzijds is deze zomer in de Stille Oceaan weer een El Niño begonnen, overigens ook beduidend later dan verwacht. Zie hier. Eerlijk gezegd vrees ik dat klimaat en weer nog steeds te ingewikkeld zijn om betrouwbare voorspellingen te doen. Klimaatmodellen schieten ook nog steeds tekort. Afwachten, je kunt alleen maar afwachten. Misschien is het dan te laat.

 

Vanochtend schijnt de zon door de raampjes van onze hut. De wind is sterk verminderd maar de vervelende zeegang is nog niet weg. We hebben geen haast. Ans zegt dat we ons weer eens moeten wegen. "Schoon aan de haak" blijk ik 4 tot 5 kilo te hebben verloren. Het is denk ik wel 25 jaar geleden dat ik 76 kilo woog. Ik voel me er prima bij. Ik ben begonnen in een uitstekend boek over de nieuwe fysica, "The Fabric of the Cosmos" (2004. ed. Penguin Books uit 2007) van Brian Greene van Columbia University. Hij is één van de coryfeeën van de snaartheorie. ´s Middags maak ik een grote wandeling door de stad. Ik keer terug langs de onderkant van de klifwand, waar het oude en vervallen stadsgedeelte op staat. Die klif vormt een hoogoprijzend schiereiland waar de havens tegenaan zijn gebouwd. Aan de andere kant liggen mooie stranden met vale, lege hotels erboven. Een fraai gelegen stad, maar alles is zo haveloos en verwaarloosd dat je overheersende indruk er vooral een van treurigheid is.  Terug naar boven

Constanţa (8)

De twee replica´s van  de 7000 jaar oude beeldjes uit de Hamangia cultuur op het kastje uit de Grote Bazar van Istanboel in onze kajuit
De twee replica´s van de 7000 jaar oude beeldjes uit de Hamangia cultuur op het kastje uit de Grote Bazar van Istanboel in onze kajuit

Vrijdag 11-09-2009

Niet zoveel wind meer, vandaag, Noordoost 4 - 5. Maar de zeegang is nog veel te beroerd. Wel reken ik alvast af bij het havenkantoor want dat is in het weekend gesloten. Tijd voor wat klusjes. Allereerst heb ik een plekje gevonden voor de twee replica´s van de 7000 jaar oude beeldjes uit de Hamangia cultuur, die we dezer dagen kochten in het archeologisch museum. Met tweezijdig plakband en stukjes klitteband heb ik ze zeevast op het kastje uit de Grote Bazar van Istanboel vastgemaakt (foto hierboven) Daar stond eerst de replica van de Fat Lady van Malta op, die staat nu op het kastje van de barograaf. De kajuit krijgt trekken van rariteitenkabinet en dat moet ook. We vouwen de bimini in een maken hem vast aan de spruit van het achterstag. Dan laat ik de generator een halfuur draaien. Per slot hebben we nog niks gedaan aan het feit dat hij de wasmachine niet trekt. Ik belast hem met achtereenvolgens de Senseo koffiemachine (max 1700W), de waterkoker (max 2400W), de magnetron (nom. vermogen 1750W) en de wasmachine (power input 2150W) - ieder apart uiteraard. Alles doet het behalve de wasmachine, zelfs als we op slechts 30° wassen. De andere apparaten vragen een constante inspanning, de wasmachine een wisselende. De generator geeft steeds problemen op het moment dat de trommel met was moet draaien, ook als er weinig in zit. Vraagt dat teveel energie? De spanning die de generator dan levert zakt in tot onder 210V - hij levert dan ongeveer 9,2A - en de motor stopt. Daar zou hij toch geen probleem mee mogen hebben en destijds, in het eerste jaar van onze reis, had hij die ook niet en kon de wasmachine er prima op draaien. Voor mijn gevoel heeft de generator problemen met het leveren van sterk wisselende prestaties, zoals bij een wasmachine die dan weer de trommel draait, dan weer stil staat, dan weer opwarmt, enzovoorts. Misschien toch een probleem met de condensator? Als Fons dit leest: wil je komende week eens informeren bij Mastervolt wat eraan gedaan kan worden?

 

Op de websites van diverse media lees ik dat een meerderheid in de Tweede Kamer een vervolgonderzoek wil in Medisch Spectrum Twente, naar de periode nadat Jansen Steur uit het ziekenhuis verwijderd was. Dus globaal vanaf 2003 tot heden. Het gaat om de vraag of de bestuurderen in die periode klachten van door de disfunctionerende neuroloog hebben genegeerd of onder de pet gehouden. Dan gaat het om mensen als Ramaker, de interimmers Overkamp en Keim, en Kingma zelf. Laatstgenoemde probeert het af te houden met de stelling dat nu voorrang gegeven moet worden aan het invoeren van de aanbevelingen van het rapport Lemstra.

 

´s Middags vertoeven we in de zonnige kuip in de luwte van de buiskap. Want het waait toch nog steeds Noordoost 4 - 5. Het is lekker nu de bimini weg is en de zon niet meer zo krachtig. "Meneer, spreekt u Nederlands? Mogen we u iets vragen?" klinkt het in sappig Vlaams. Ik schrik wakker uit mijn sluimer, het boek van Brian Greene is over mijn hoofd gezakt. Naast de boot staan drie jongeren, twee sprietige meisjes en een jongen begiftigd met rijk krullend haar, van scholierenleeftijd, naar schatting 17 jaar. Ze zijn op liftvakantie en hadden bedacht dat ze nog naar Istanboel wilden - "zo vlakbij!" - voor ze weer terug naar België gingen liften. Ze gingen maar eens in de haven kijken, misschien dat er een boot naar Istanboel gaat? Het zijn aardige jongelui maar gelukkig snappen ze dat we niet rechtsstreeks naar de Bosporus varen. Onze tocht langs de kust duurt te lang voor hen, de school begint over tien dagen. Ach, het doet denken aan mijn eigen liftersverleden, destijds in de jaren ´60 toen ik ook op de bonnefooi naar Istanboel liftte.

 

Ik schat dat er nog een dag nodig is om de vervelende swell tot rust te laten komen. Dan kunnen we zondag eindelijk verder. Terug naar boven

Constanţa (9)

God dobbelt wél. De uitvoering van het EPR-experiment in de jaren 80 bewijst de fundamentele rol van toeval en waarschijnlijkheid in het universum
God dobbelt wél. De uitvoering van het EPR-experiment in de jaren 80 bewijst de fundamentele rol van toeval en waarschijnlijkheid in het universum

Zaterdag 12-09-2009

Ik ben erg enthousiast over het boek van Brian Greene "The Fabric of the Cosmos" (2004, ed. Penguin Books 2007) Hij gaf de beste uitleg van speciale en algemene relativiteit die ik tot dusver las en zijn weergave van de beroemde Einstein Podolsky Rosen paradox uit 1935 - een gedachtenexperiment dat toen door de drie wetenschappers bedoeld was om de ontoereikendheid van de quantumtheorie aan te tonen, maar dat ironisch genoeg uiteindelijk het sterkste bewijs werd van de juistheid ervan - de weergave daarvan dus, is tegelijk helder én ontzettend spannend. Vooral in het begin van de jaren ´80 werd het gedachtenexperiment daadwerkelijk talloze malen in het laboratorium uitgevoerd door de Franse fysicus Alain Aspect. God dobbelt dus wél en het universum is een nog veel vreemdere plaats dan Einstein c.s. dachten.

 

Twee vragen staan centraal in het bijna 600 bladzijden tellende boek van Greene: Wat is ruimte? En: Wat is tijd? Dat zijn in feite de meest ingewikkelde vragen in de fysica en tot dusver - ik ben op pagina 175 - vormen ze de rode draad.

 

Het waait vandaag weer hard, Bf 6 uit het noordoosten. De zee is wild en de branding slaat regelmatig grote plenzen water over de zes meter hoge kademuur. Soms krijgen langsslenterende passanten een onverwachte douche. De voorspellingen zijn dat wind en zee vannacht kalmeren. Dan kunnen we morgen verder. Ik haal nog wat boodschappen bij ons treurig supermarktje, treurig omdat het er zo ongezellig en haveloos uitzit als alles in deze sombere stad (foto hier) Terug naar boven

Constanţa (10)

Dulce op zondagochtend aan de kade van Port Tomis, Constantsa. Rechts van de mast zie je de Mahmudiye moskee en zijn minaret
Dulce op zondagochtend aan de kade van Port Tomis, Constantsa. Rechts van de mast zie je de Mahmudiye moskee en zijn minaret

Zondag 13-09-2009

Het futuristische gebouw aan het begin van de havenkade blijkt op de bovenverdieping een uitstekend restaurant te herbergen, "On Plonge" genaamd. We eten er een schotel lekkere zeeslakken, welke soort weet men niet in het restaurant, en verder bieflapjes in cognac-/groene peper-/roomsaus (Ans) en dorade (ik) Een goede Roemeense droge rode wijn uitzoeken is moeilijker. In de eerste plaats zijn de meeste wijnen hier zoet tot erg zoet. In de  tweede plaats is men in de afgelopen jaren overgegaan op Franse druivenrassen, zoals Cabernet Sauvignon en Merlot. Want alles wat uit het rijke westen komt is beter. Helaas heeft men er nog weinig ervaring mee, dus die nieuwe wijnen zijn niet erg goed. En dat terwijl hier oorspronkelijk een krachtige, kruidige wijn met een mooie smaak van bosbessen en kersen gemaakt werd van de inheemse druivensoort Fetească neagră, die je in sommige supermarkets nog wel vindt. De serveerster haalt er laatdunkend haar schouders over op, als ik ernaar vraag. Helaas. Overigens vind je hem soms in een ook goed smakende combinatie met Merlot.

 

´s Avonds zit ik wat nostalgisch te googelen. Vraag wat aardige mensen van vroeger om een link op mijn profiel bij LinkedIn.com. Opvallend, het blijft me interesseren hoe het de mensen vergaat met wie ik te maken heb gehad tijdens mijn loopbaan. En waarom ook niet? Ik was nooit een kille kikker. 

 

Tegen de verwachting in blijft het vannacht flink doorwaaien. Pas rond het middaguur neemt de wind geleidelijk af. Ik nog even bij zee kijken maar eigenlijk weet ik het al: de zee is nog veel te onrustig en met weinig wind in het zeil - zeker als hij van achteren komt - is het ongemakkelijk en ongerieflijk varen. We besluiten daarom om morgenochtend in alle vroegte te vertrekken om dan de zuidelijke Roemeense haven Mangalia over te slaan en in één keer naar het Bulgaarse Balchik te varen, circa 80 mijl. Blijft het weer de rest van de week geschikt dan kunnen we dinsdag naar Nessebar, woensdag naar het Turkse Iğneada en donderdag naar de Bosporus varen. Voor komend weekend zouden we dan terug in Istanboel zijn. Maar het kan natuurlijk ook heel anders uitpakken.

 

De rest van de dag laat ik me volldig absorberen door Brian Greene. Zoals hij die uiterst moeilijke onderwerpen rond de quantumtheorie kan uitleggen! Grote klasse! Terug naar boven

Balchik

Vanachter een wolkenbank tovert de opgaande zon een fluwelig licht over de zee
Vanachter een wolkenbank tovert de opgaande zon een fluwelig licht over de zee

Maandag 14-09-2009

Om kwart voor zes varen we af. De Border Police had ik gisteravond al afgewerkt, na oproep op de VHF verschijnt de Port Control - ik houd ze niet meer uit elkaar - na een kwartier met drie man om uit te checken. Ze geven me een cleaeranceformulier waar niemand in Bulgarije interesse in heeft. Het is net licht geworden en fris, maar niet koud. De weinige wind is West 1 - 2 en er staat een trage, oude deining, nog van gisteren en met name van eergisteren. Voorzichtig manoeuvreren we langs de ondiepte voor de haveningang. Een vlucht eenden wrikt moeizaam voorbij. Dan varen we langs de vijf mijl lange dam van de zeehaven. De opgaande zon, nog achter een wolkenbank, tovert een fluwelig licht over de zee (foto hierboven) Op de rede liggen vijf schepen geankerd. Vanaf de zeehaven komt een vieze, dikke, chemische stank. Ik voel me blij en opgelucht, eindelijk weer varen, eindelijk weer de zee op. Even na half acht steken we de brede havenmond van de zeehaven van Constanţa over. No ships, niet invaren en niet uitvarend, geen problemen dus. De wind trekt wat aan, we draaien de genua uit en winnen daarmee gelijk ruim een knoop snelheid. Over de grond lopen we zelfs 7,4 knopen, we hebben dus ook stroom mee. Helaas, na een uurtje zakt de wind helemaal terug naar Noordwest 1. De zon staat laag, in Holland zou je van een mooie nazomer spreken.

 

We varen pal naar het zuiden langs dezelfde eindeloze hotelkust als een aantal weken terug, maar omdat we Mangalia niet zullen aanlopen varen we verder van de kust. De lange trage deining wiegt het bootje heen en weer. Nu en dan passeren we een vissersbootje. De gebruikelijke peinzerij vangt weer aan. Waar gaan we later wonen? Later, als we het varen eraan geven - iets waarvan ik hoop dat het nog lang duurt, het varen dus - waarschijnlijk in Gorcum of er in de buurt. Dat hebben we al een tijd geleden tegen elkaar gezegd. Ach, het mooie stadje is ook mij vertrouwd geworden en zeg nou zelf, er zijn slechter plaatsen. Eigenlijk zitten we nog altijd met honderd draden aan Holland vast. Emotioneel, vanwege de kinderen en de kleinkinderen, de moeder van Ans en de verdere familie en de vrienden. Qua verleden, zoals in het geval van de affaire Jansen-Steur in het MST. Zakelijk, zoals met onze inkomens, onze verzekeringen, de belastingen, en wat niet meer. Op zich is het allemaal niet erg, maar ik had toch verwacht dat de afstand groter zou zijn na ruim twee jaar.

 

We passeren Mangalia. Met de kijker zoek ik de jachtsteigers met de mastjes op en de orthodoxe kerk. Daar lagen we laatst een paar dagen. De moskee kan ik niet vinden. Om elf uur gaan we over de grens, ik verwissel de gastenvlaggetjes. Om half één zijn we bij kaap Shabla. Al een paar uur lang hebben we een gast aan boord, een vogeltje dat ik probeer voor mijn lens te krijgen. Lastig want hij zit stteds net in de richting van de zon, dus in tegenlicht. Hij heeft zwarte pootjes, een brutaal spits snaveltje, een geelwit buikje en zijn rug is bruin tot koperrood. We pluizen het vogelboek na maar komen er niet uit, een tapuit of een vinkje? Tenslotte lukt een foto in tegenlicht (foto hier) Hij is iets kleiner dan onze kanarie Lord Byron (nu trouwens dramatisch in de rui) Zijn er kenners die het weten?

 

We varen langs de krijtkust van Bulgarije. De wind is Zuid 2. Omdat de kust geleidelijk naar het zuidwesten loopt, kan toch de genua er weer bij. De hemel betrekt, het lijkt of er onweer komt. Om half drie ronden we eindelijk kaap Kaliakra, de beruchte stormkaap van deze kust. Wind - laat staan storm - is er niet, wel veel vissersbootjes en een schooltje dolfijnen, bezig aan een trage jacht op prooi onder water. Na de kaap hebben we de genua vol en hoewel het nauwelijks waait, maken we snel vaart langs de hoge witte krijtrotskust. Om vijf uur meren we af aan de grote kade bij de Port Police, checken er in en vinden daarna een plekje aan de jachtsteiger. Morgen verder naar Nessebar.

 

In de avond loop ik de wal op langs de meer dan halflege restaurants en terrassen. De zomer is op is allang op zijn retour. De obers en de diensters kijken zonder inzet, wat moeten we met zo´n eenzame heer? Ik zoek een PIN-automaat voor Bulgaarse levs om de marina te betalen, omgerekend 25 euro die ik voldoe aan een dikke wachtman in het kotje bij de slagboom voor de kade. In een supermarket koop ik eerst nog twee flessen Mavrud. Dat is het druivenras waar ze hier hun beste rode wijn van maken. The older you get & the more you travel, the better you learn to detect the good wines.  Terug naar boven

Nessebar

Dit bootje lag lang op onze koers. Tenslotte bleek het een gewoon visserstrawlertje
Dit bootje lag lang op onze koers. Tenslotte bleek het een gewoon visserstrawlertje

Dinsdag 15-09-2009

Om kwart voor acht vanochtend is het bewolkt en grijs als we afvaren. Vannacht viel er wat regen maar nu is het in elk geval droog. Geen wind, NW 1. We motoren pal naar het zuiden richting kaap Emine op bijna 45 mijl. Naast het stadje zien we links aan de kust het kasteeltje met de minaret, waar koningin Marie van Roemenië woonde. Vele weken geleden schreef ik daarover, toen we hier de eerste maal kwamen. Op de Navtex voorspelt Varna Radio Oost tot Noordoost Bf 2 - 4, maar het waait West 3 als we wat onder de kust uit zijn. We zetten de genua bij en alsof dat teveel provocatie is valt hij na tien minuten in elkaar bij Noord 1. Om kwart voor tien passeren we kaap Sveti Georgi op 4 mijl en steken we de baai van Varna over. Er ligt hier een TSS (Traffic Separation Scheme) waarvan we de noordoostgaande arm oversteken, oostelijk van de grote TSS-rotonde, een draaicirkel voor de zeeschepen met een gele boei in het middelpunt. Oostelijk van de noord-/zuidgaande arm varen we naar het zuiden over een spiegelgladde, zacht wiegende zee. Schepen zijn er niet in zicht.

 

Om half elf zien we een eenzaam stipje voor ons uit, precies op onze koerslijn. Er komen zoals vaker what, if-scenario´s in me op. Wat als ze ons willen beroven? Er is niemand in de wijde omtrek. Ik repeteer: noodoproep op VHF 16 met opgave van onze positie en het seinpistool pakken. In de eerste plaats om er een noodsein mee af te schieten, in de tweede plaats om mee te dreigen. En dan maar zien wat ervan komt. Als we dichterbij komen, is het stipje gewoon een kleine visserstrawler (foto hierboven) De windmeter geeft Oost 1, het is bladstil zou je zeggen als er hier bomen stonden. Er zwermt een grote libelle rond de boot. Die is ver uit de kust geraakt, denk ik bij mezelf, hij zal op zee omkomen. Geleidelijk lost de bewolking op, de lome ochtend gaat over in een lome, zonnige middag. We lezen (foto hier) Om half één passeert een schip op tegenkoers, de Chemstar Seven, geregistreerd in Panama (foto hier) Als er niks gebeurt is alles een gebeurtenis. Ik zit mijn hoofd te breken over het hoofdstuk over inflationary cosmology in Greene als we opeens weer een piepklein, bruingrijs vogeltje op de boot zien met hetzelfde brutale, spitse snaveltje als onze gast van gisteren. Zou het dezelfde zijn? Zou hij de nacht bij ons aan boord hebben doorgebracht en lift hij nu verder mee naar het zuiden? Gelukkig gaat hij anders dan gisteren vlakbij ons op een stang van de opbouw van de zonnepanelen zitten, zodat ik we hem goed kunnen bekijken en fotograferen (foto hier) We halen opnieuw het vogelboek erbij ("Vogels van Europa" van Rob Hume, Capitool Natuurgidsen, 5e druk 2006) Samen concluderen we dat het een Veldrietzanger moet zijn, een vogeltje dat bij ons (in Holland) een dwaalgast is en inderdaad bij de Zwarte Zee veel voorkomt (pagina 412)

 

Na tweeën komt de kust, die de hele dag ver van ons af was, geleidelijk dichterbij (wij blijven uiteraard recht op onze koers) Als de kajuittrap afga om beneden de positie in de kaart te zetten, zie ik opeens ons veldrietzangertje binnen op de kajuitbank zitten. Kennelijk is hij door het luik naar binnen gevlogen. Al eerder hoorden we Lord Byron in zijn kooi piepjes geven, maar we sloegen geen acht op zijn waarschuwingen. Snel maak ik wat foto´s van ons nieuwe vriendje (foto hier) waarna Ans hem onder een handdoek vangt. Buiten in de kuip blijft hij even op haar hand zitten, te kort voor een foto, tot hij kennelijk ziet dat we vlakbij land zijn. Hij fladdert met een soort stuiterende vlucht naar de wal, met de kijker zien we dat hij inderdaad de kust haalt. Tien over drie ronden we kaap Emine en een kleine anderhalf uur later varen we onder de oude wallen van de vesting Nessebar naar de haven en meren af aan de jachtsteiger op dezelfde plaats als vele weken terug. Toen was mijn zoon Bas nog bij ons. Iemand van de jachtclub komt vertellen dat we hier niet uit kunnen klaren, tenzij we 140 euro betalen want de border police moet per auto uit Burgas komen. Nou, dan klaren we toch niet uit, de Turken interesseert het toch niks. In Nessebar is het nog steeds druk met toeristen. Ik wissel ons Roemeense geld om voor Bulgaarse levs en vanavond gaan we lekker uit eten. Morgen naar het Turkse Iğneada. Overmorgen naar Istanboel.

 

Na het diner ontmoeten we op een terras bij een mojito de Zwitserse solo-zeiler, die vanavond zijn Dufour 36CC achter ons parkeerde. Voor het eerst sinds lang weer eens een collega-zeiler in deze wateren. Treurig verhaal, zijn vriendin is een paar maanden geleden in Montenegro afgehaakt. Een van die vele mannen die ondanks alles hardnekkig poogt de ooit gedroomde droom vol te houden terwijl de partner - natuurlijk ook eenzaam- thuis zit. Ik besef weer dat ik een geluksvogel ben. Terug naar boven

Iğneada

Onderweg naar Turkije doen we om de beurt tukjes
Onderweg naar Turkije doen we om de beurt tukjes

Woensdag 16-09-2009

Om 8 uur verlaten we Nessebar bij een onbewolkte hemel en WNW 1. Het belooft een warme dag te worden. We zetten de stuurautomaat op 161° voor de bijna 50 mijl naar kaap Koru Burnu. Daarachter ligt het Turkse haventje van Iğneada. We steken recht de Golf van Burgas over. In het midden is weer zo´n TSS, een verkeersscheidingsstelsel voor de zeescheepvaart met een rotonde in het midden. Die laten we opnieuw westelijk van ons. Er is overigens totaal geen scheepvaart. Als de westenwind wat aantrekt kan de genua erbij. Om 10 uur verlaten we het stelsel. Om de beurt doen we aangename tukjes (foto hierboven) Op wacht vangt de peinzerij weer aan. Over de vele verbluffende zaken in de fysica zoals het feit dat voor een foton, een lichtdeeltje, de tijd stil staat. Zonder ruimte en tijd zouden we niet bestaan. We zouden ook niet sterven. Het zichtbare deel van het universum is ongelooflijk veel kleiner dan het niet zichtbare deel. Het licht daarvan heeft ons nooit bereikt en zal dat ook niet doen. In verhouding tot het niet zichtbare deel is het (voor ons) zichtbare deel van het universum van de grootte van een zandkorrel in vergelijking met onze eigen aardbol. Enzovoorts. Zo verstrijken de uren.

 

De wind is weer ingezakt, net als gisteren. We naderen Tzarevo met de bedoeling er gewoon voorbij te varen en niet uit te klaren. Om kwart over twaalf horen we verbaasd hoe iemand ons oproept op VHF 16. Het is de Border Police. "What is your destination, sir?" Verdomd, ze hebben ons doorgegeven. Contrôle of wel uitklaren. "My destination is Tzarevo, to check-out of your country", antwoord ik schaapachtig. We wenden de steven, Tzarevo ligt nog geen 4 mijl naar zuidwest. We leggen aan bij de grenspolitie. Opvallend, in het kantoortje hangen affiches waarop staat: Don´t pay any money! Our service is free. Heel goed, dat was vroeger anders, hebben we gehoord. De formaliteiten kosten nog geen twintig minuten. Ik hoef maar drie keer ons bootstempel te plaatsen. Dan krijg ik mijn clearance. Wat een onzin niettemin, in Turkije zal niemand er naar vragen.

 

We hervatten onze reis. Om kwart over twee passeren we Akhtopol en om kwart over drie passeren we de grens. Op kaap Rezovo staat een oude wachttoren (foto hier) Ik hijs het Turkse gastenvlaggetje met de Q-vlag eronder (foto hier) Kaap Koru Burnu ronden we om half vijf. Erachter rijzen de Yildiz bergen op. Er zijn veel vissersboten. De bemanningen zwaaien enthousiast als we passeren. Wat een onthaal! Even later leggen we in Iğneada aan de kade van de kustwacht aan. Een jongen met een groot geweer op zijn rug neemt onze touwtjes aan. Verder is er niemand. De kustwacht is kennelijk weg, verhuisd of uitgerukt. Enfin, we hoeven niet aan wal. Morgen naar de Bosporus.

 

´s Avonds heb ik een telefoongesprek met een van de patiënten, die Jansen-Steur destijds abusievelijk heeft behandeld voor de ziekte van Alzheimer. Het is een van de mensen die in jongstleden januari in het programma van Pauw & Witteman was, dat ik toen toevallig zag toen we korte tijd in Nederland waren. Het is een lang en goed gesprek - vind ik -  waarin we over en weer naar begrip tasten over wat er destijds gebeurd is en wat ieders rol was. Terug naar boven

Ataköy Marina, Istanboel

Opnieuw passeren we die wereldberoemde skyline van Istanboel met het silhouet van de Haghia Sophia
Opnieuw passeren we die wereldberoemde skyline van Istanboel met het silhouet van de Haghia Sophia

Donderdag 17-09-2009

Een stille nacht aan de kade van de kustwacht in Iğneada, totdat hun patrouilleschip aanlegt. Er gaat liefst twintig man van boord. Daarna is het weer rustig tot we bij het krieken van de ochtend een onrustbarend loeiend gehuil horen. Wolven? De beide waakhonden van het kustwachtstation janken onrustig mee. We vertrekken uit de haven om tien over zeven. Vandaag zullen we de Zwarte Zee verlaten. Ik zet de koersautomaat op 126°, 65 mijl naar de ingang van de Bosporus. De wind is West 3. Alle vissersboten in de haven varen tegelijk met ons uit. De mannen zwaaien, ze hebben er zin in na maanden van kennelijk gedwongen inactiviteit. Verderop bij de kaap drentelen er al ettelijke rond, op zoek naar scholen vis. Ik neem aan dat ze nauwlettend op de schermpjes van hun fishfinders kijken. Ze wijken steeds keurig voor ons uit.

 

De kust verdwijnt geleidelijk uit het zicht. Er volgen lange uren waarin we af en toe de genua uitrollen en wegnemen als hij weer inzakt. Ik dommel op een bank beneden in de kajuit. Opeens hoor ik de pomp van het bilgeputje. Dat gebeurt vaker, doorgaans is het condenswater dat uit de koelkast loopt als de boot wat rolt op de deining. Meestal trek ik dan even het vlottertje omhoog om ook het laatste plasje  weg te pompen. Dat doe ik nu ook en, jakkes, wat een vettigheid! Ik haal het krat met allerhande spullen weg en zie een olieachtige vloeistof in het putje. Na enig zoeken zie ik de oorzaak, de grote drum met 50 liter motorolie ernaast is langs de schroefdraad van de sluitdop gaan lekken. Met stukken keukenrol deppen we de zaak droog en spoelen putje, leiding en pomp door met lauw zeepsop. De drum zet ik anders neer, met de dop vast aangedraaid aan de bovenkant. Nu kan het krat er niet meer bij, daar vinden we wel een andere plek voor. Na deze operatie zijn we beiden behoorlijk katterig, bijna is het nodig om "de vissen te voeren" maar het trekt over.

 

Een uur later roept Ans me wakker. Er zijn liefst drie veldrietzangertjes op de boot neergestreken. Even zitten ze op een rijtje op een railingdraad, te kort voor een foto. De uren rijgen zich aaneen. Weer genua uit en in. Af en toe zien we dolfijnen die van hun kant weinig interesse voor ons tonen. Dan strijkt er een kleine roofvogel op de giek neer. We zien een licht geelbruine staart met banden en donkere strepen op de zilvergrijze vleugels. Een kleine scherpe snavel. Zonder twijfel is hij op jacht naar onze kleine gasten, die overigens nergens te zien zijn. Of zou de roofvogel ook moe zijn? Ans is alert genoeg om de camera te pakken en in elk geval blijkt er later één foto te zijn waar de boef op staat (foto hier) In het vogelboek vinden we hem: een vrouwtjeskiekendief, een blauwe of een grauwe ("Vogels van Europa", Rob Hume, Capitool Natuurgidsen, pp. 101 - 102) Wat valt er soms een hoop te beleven midden op zee! Je komt helemaal niet aan de peinzerij toe. Een uur of wat later zien we één veldrietzangertje wegfladderen, richting kust. Geen idee waar de andere twee zijn gebleven.

 

Om kwart voor twee zien we aan bakboord, op 18 mijl van de Bosporus, de eerste zeeschepen naderen. Op VHF 11, het kanaal van het VTS Bosporus waar we nu voortdurend met een half oor naar luisteren, horen we hoe ze hun instructies ontvangen. Ze worden naar de wachtsector gedirigeerd om moeten daar ankeren tot middernacht op 11 respectievelijk 12 mijl van de invaart. Overigens lopen we ondertussen snoeihard op de genua, gemiddeld 7,5 knopen, want de wind is sinds een paar uur NO 3. We varen noordelijk langs de lange rij van zeeschepen die op hun beurt liggen te wachten, het zijn er ruim dertig. Af en toe braakt er een een rookwolk uit zijn schoorsteen en begint te varen, dan is hij aan de beurt. "Proceed at maximum speed towards the entrance", wordt hem gevraagd door Bosporus Control. Ach wat maken we nu toch weer mee, zomaar weer de Bosporus aan te varen? Één van de mooiste vaarwegen van de wereld. We razen op de genua met een rotgang op de invaart af. Langs het zeil zien we het witte vuurtorentje van Türkeli - de haven waar we weken terug een nacht hebben doorgebracht langszij een visser -  met ervoor het bruingrijze blok van de oude Ottomaanse vesting (foto hier) Maar pas op! Vlak voor ons vaart zomaar opeens, zonder waarschuwingsignaal, de Gelius 2 uit Charleston weg van zijn ankerplek. Dat is nog het minste probleem, want voor de rest zwermen er tientallen vissersboten overal in de ingang van deze internationale vaarweg rond alsof het hun eigen territoir is (dat is niet het goede woord) Samen met een ander zeeschip, de Chemstar Havel geregistreerd in Monrovia, lopen we de zeestraat binnen. Het is kwart voor vijf als we het haventje van Türkeli passeren en precies nu begint vanaf de lange. slanke minaret de gebedsoproep "Allahu-o-akbar!" Treffender kun je de Bosporus niet invaren. Snel draaien we de genua in, want die grote lap belemmert ons uitzicht. De stroom grijpt ons en we surfen de zeestraat in met snelheden (SOG - speed over ground) tussen 7 en 9 knopen, afhankelijk van de breedte van het vaarwater. We kijken terug naar de Zwarte Zee die we nu verlaten (foto hier) Een nukkige zee met mooie havens. We zagen nauwelijks andere jachten. We hadden er alleen eerder in het seizoen moeten zijn, dan hadden we ook nog de Krim kunnen aandoen en - wie weet - Georgië. Het kwam er niet van. Achteraf bezien bleven we te lang in Istanboel. Is dat erg? Nee, bovendien heeft mijn liefste een aversie ontwikkeld tegen deze zee, die ze terecht zwart vindt heten.

 

Aan beide zijden van het vaarwater staan vele forten en vestingen (eentje hier) Een groot containerschip loopt ons voorbij voor de noordelijke Bosporusbrug (foto hier) en daarna volgen twee Turkse marineschepen. Wat een prachtige waterweg is dit toch! Hoe zuidelijker we komen, hoe drukker het wordt. Bij de zuidelijke brug tussen Azië en Europa werpen nog een keer een blik op die mooie, kleine moskee bij Ortaköy (foto hier) Bij het naderen van de Gouden Hoorn breekt er een woelige heksenketel los. Veerboten en van alles en nog wat suist aan alle kanten ons voorbij en voor of achter ons langs, terwijl de avond begint te vallen (twee foto´s hier) Bij de kade naast de Galata Brug liggen drie enorme cruiseschepen. Eentje vaart net van de wal af en draait in onze richting. Het is de Costa Serena die onder Italiaanse vlag vaart. Hij kruipt langzaam op ons toe. Dan voel je je wel heel erg klein. Maar net als ik denk mijn koers maar drastisch te verleggen, zie ik hem inhouden en hij laat ons keurig passeren (twee foto´s hier) De stroom voert ons snel langs de oude stad met de beroemde skyline, de koepels en de minaretten van de Haghia Sophia en de Blauwe Moskee en het Topkapi Paleis (foto hierboven) Om kwart voor acht meren we af in Ataköy Marina. Het is donker en het voelt als thuiskomen. We willen hier even een paar dagen op verhaal komen en een nieuw Turks transit log zien te bemachtigen Terug naar boven

Ataköy Marina, Istanboel (2)

Het voorblad van ons nieuwe Turkse transit log. Dat niet geldig is doordat het stempel van de corrupte havenmeester van Istanboel ontbreekt
Het voorblad van ons nieuwe Turkse transit log. Dat niet geldig is doordat het stempel van de corrupte havenmeester van Istanboel ontbreekt

Vrijdag 18-09-2009

Zes uur lang, van 14.00 tot 20.00 uur, ben ik vandaag bezig met het verwerven van een Transit Log for Turkish Ports (zie hierboven) en nog is het niet voor elkaar. Het begint met een tocht naar het stadsdeel Tophane (trein, tram en een stuk lopen) Daar zit de Chamber of Shipping die de gegevens van schepen - en ook van jachten - bijhoudt. Onze gegevens hebben ze al maar ze moeten aangepast worden. Het zijn aardige mensen, die me een glas Turkse thee geven tijdens het wachten. Een aardig meisje zegt verontschuldigend dat al deze poespas voor jachten volgend jaar niet meer nodig is. Dat beurt me echt op. Voor 118 Turkse lire krijg ik het document, dat ik nog zelf moet invullen en waar vier stempels op moeten komen. Voor het eerste moet ik naar het Coastal Health Control Center in Karaköy (een half uur lopen) Een verveelde norse man in uniform laat me een half uur wachten, vraagt niets, maakt kopieën van het eigendomscertificaat van de boot (ICP) en begint te stempelen. Aha, dat is gelukt. Dan volgt een lange reis per tram en trein naar Zeytinburnu, waar ik een taxi naar de zeehaven neem. In het gebouw van de Passport Police is niemand. Alle loketten en kamertjes zijn verlaten. Na een kwartier wachten komt een zwijgzame jongen in uniform. Hij maakt de visa voor Turkije in orde (tweemaal 30 TL) en stempelt het document. Nummer twee! Ik neem een taxi naar Ataköy waar naast de marina het gebouw van de Customs Enforcement zetelt. Een overigens niet onvriendelijke dame vertelt me zuchtend dat ik terug moet naar de receptie van de marina, waar ik twee kopieën moet laten maken van het ICP en onze visa. Daarna stempelt ze (nummer drie!) het document. Het is nu zes uur en ik moet met trein en tram helemaal naar de andere kant van de Gouden Hoorn, naar het stadsdeel Findikli, waar in een sjofel blauw geverfd gebouw (foto hier) de Harbour Master van Istanboel zit. Direct links bij de ingang is een onooglijk bureautje waar je moet zijn. Hier gaat het mis. Een narrige man in uniform snauwt me toe in het Turks, hij spreekt geen Engels. Ik toon het Transit Log en maak een stempelgebaar. Hij pakt het aan en staart er laatdunkend naar. Dan wil hij de visa, een eigendomsbewijs en mijn kapiteinsdiploma (captains licence) Die laatste heb ik niet en ik probeer vergeefs uit te leggen dat ik een tourist ben en schipper van een pleasure boat, no cargo ship. Opeens gaat me een licht op en ik haal mijn ICC tevoorschijn, het International Certificate for Operators of Pleasure Craft, dat onze ANWB verstrekt als je je vaarbewijzen hebt. Hij kijkt er verachtelijk naar, haalt zijn wenkbrauwen op en zegt iets als "validation?" Ik wijs naar de datum tot wanneer het geldig is, 25 april 2037, en zeg dat ik dus heel oud zal worden. Geen lachje kan eraf, hij werpt me alle stukken in de schoot, schudt zijn hoofd mismoedig en begint te telefoneren, kennelijk met een hoger geplaatste. Die verschijnt even later, in burgertenue met een kind op zijn arm. Hij spreekt tenminste Engels, maar ook hij kijkt minachtend naar het ICC. "Captains licence?" vraagt hij op geërgerde toon. En waarom heb ik geen fotokopieën van mijn stukken bij me? "Nobody told me so", zeg ik. Mijn uitleg dat we toeristen zijn op een zeiljacht en dat een kapiteinslicentie niet nodig is, helpt niet. Ze smoezen met elkaar en kijken weer op het transit log en dan zien ze wat anders: de paspoortpolitie heeft wel een stempel gezet maar geen handtekening! Ik moest die eerst maar eens gaan ophalen. Ongelovig kijk ik ze aan. Dat kost me nog eens twee uur door de stad reizen! Nu word ik werkelijk kwaad en zeg dat het mijn fout niet is en dat ze me niet als een kleine jongen van hot naar her kunnen sturen. Dat ze geacht worden me te helpen en beter de paspoortpolitie kunnen bellen om hierheen te komen om hun fout te herstellen. Ze bijten me toe dat ze me niet zullen helpen. De chef zegt dat de andere man "zijn vriend is" en verlaat het bureau. Er hangt een sfeer van intimidatie en de onuitgesproken mogelijkheid van een bedrag aan steekgeld. In mijn kwaadheid pak ik een pen en zet zelf een paraaf op het verdomde stempel, maar dat helpt natuurlijk niet. Ik hark mijn spullen bij elkaar, zeg dat alles hier crazy is en dat ik zonder hun stempel de haven zal verlaten, en been het pand uit. Om 20.00 uur (tram en trein en een halfuur lopen) kom ik, nog steeds razend, bij Ans op de boot terug.

 

We zouden samen in de stad gaan eten, maar daar hebben we totaal geen zin in. We hebben het wel gehad met Turkije en we vrezen dat dit muisje nog best eens een staartje kan hebben. Terug naar boven

Ataköy Marina, Istanboel (3)

De haché pruttelt urenlang op ons nieuwe dubbele electrische kookplaatje
De haché pruttelt urenlang op ons nieuwe dubbele electrische kookplaatje

Zaterdag 19-09-2009

Er zijn dagen om je te ergeren en er zijn dagen om je van ergeren te onthouden (vrij naar het boek Prediker, geloof ik) Dit zijn duidelijk dagen om je te ergeren. In deze prijzige haven (€ 60 per dag) is het WiFi-netwerk uitgevallen. Ook de PC in de computerkamer op het havenkantoor doen het niet. Er wordt aan gewerkt, zegt de vriendelijke dame achter de balie. Ik vertel haar het verhaal van het onbeschofte optreden van de Harbour Master gisteren. Ze raad het meteen: bayram (ofwel bakshish ofwel steekgeld) Ze zucht. "Probably you could go again today, there will be other officials on duty" zegt ze. Ik vertik het, antwoord ik, ik ga er niet meer heen. Later ga ik nog een keer langs om te vragen of de computers het al weer doen. Nee, de technician is naar huis gegaan voor het weekend. Een mooie zaak, heel het weekend geen Internet.

 

Ik probeer de dongle met de prepaid kaart van Turkcell erin tevergeefs. No service. Ik wil langs hun  vestiging in het winkelcentrum gaan, maar eerst breng ik een lege gasfles naar een bedrijfje vlakbij waar ze hem kunnen vullen voor 40 TL (€ 20) Daarna doen we uitgebreid boodschappen in de grote Migros supermarkt, waar ze alles hebben - zelfs eindelijk weer eens oude Hollandse kaas - behalve koffiepadjes en aromat strooipoeder. In een megazaak met electronica vinden we een mooi, dubbel electrisch kookplaatje (foto hierboven, het plaatje dat we anderhalf jaar geleden in Lissabon kochten, heeft het een paar maanden geleden definitief begeven) Daarna breng ik het grootste deel van de middag door bij diverse filialen van Turkcell. Ik waardeer mijn prepaid kaart op, maar het werkt niet. Banu, een jongedame die enigszins Engels machtig is, helpt me en na lang zoeken en telefoneren komt ze er achter waarom: de dongle (die overigens SIM-lock vrij is) werkt niet in Turkije omdat dit type er niet geregistreerd is. Waarom deed hij het in juli en augustus dan wel? Omdat het even duurt voordat het Turkse telecombedrijf dat merkt. Is dat eenmaal het geval, dan wil het niet meer. Oh. Maar Banu kan wel een registratie voor me aanvragen. Dat duurt 2 tot 12 dagen en kost 10 TL en ik moet ervoor terug om op de boot mijn paspoort op te halen. Een halfuur later ben ik terug met paspoort. Gamze, een collegaatje van Banu, zal het voor me verzorgen. Ze heeft mijn visum nodig en dat ben ik dan minstens een week kwijt, want het telecombedrijf accepteert geen fotokopie. Verbouwereerd antwoord ik: maar dan kunnen we hier niet weg, noch het land uit! Inderdaad. Ik kies een andere koers: verkopen ze bij Turkcell niet eigen dongles? Die gewoon een Turkse registratie hebben? Jawel, maar die zijn niet op voorraad. Enfin, ik loop nog vier filialen af en pas bij de laatste verteld een goed Engels sprekend meisje me dat ze pas vanaf 1 oktober in de verkoop komen. Ik zie nog één mogelijkheid: een filiaal van Vodafone. Daar koop ik een K3520 USB Vodafone Mobile Connect Stick met 7,2 Mbps download capaciteit in een HSDPA netwerk en een maximum van 1G per maand en een prepaid Vodafone SIM-kaart. Niet erg veel maar meer hebben ze niet.

 

Terug op de boot mislukt het activeren van de SIM-kaart. Na telefonisch overleg met Fatih Alp, de lijvige verkoper van het Vodafone filiaal, blijkt de oorzaak: mijn mobiel telefoontje is niet in Turkije geregistreerd en om te registreren moet je het origineel van je visum.....je begrijpt het al. Maar als ik nou de SIM-kaart in een Turks mobieltje stop, dan gaat het activeren wel. Dat lukt me bij de jongens van de security in de haven eerst ook niet. Fatih gaat erachter heen en een halfuur later belt hij terug en zegt het nog eens te proberen en even later juichen de jongens van de beveiliging en als een van hun Turkse mobieltjes aanslaat met mijn SIM-kaartje erin. Fase 1 is achter de rug. Nu moet Hafid mijn account activeren. Terloops zegt hij dat mijn bankpas nog bij hem ligt. Shit! Al die drukte ook. Ik voel me een oude man. In sneltreinvaart niettemin loop ik de twee kilometer naar hun filiaal en weer terug. Onderweg krijgt mijn mobieltje een signaal. OK. Terug op de boot krijg ik er een Turks SMS-bericht erop dat m.i. betekent dat mijn account geactiveerd is. Is dit nou een interessant verhaal? Ik vrees van niet.

 

Ans heeft een heerlijke hachéschotel gemaakt op het nieuwe electrisch stelletje. Om half tien gaan we er lekker voor zitten. Daarna zal ik zien of de nieuwe dongle met het Vodafonekaartje het doen en als je dit op onze website leest, is het gelukt.

 

Later: mooi niet. De zoveelste oefening in frustratietolerantie. Wel verbinding maar geen Internet. Uiteindelijk maak ik verbinding met het betaalde netwerk van TTNet. Morgen moet ik dus weer naar Vodafone, als ze tenminste op zondag open zijn (waar hier wel enige kans op is) Het waait overigens behoorlijk en soms vallen er regenbuien. Terug naar boven

Ataköy Marina, Istanboel (4)

Met Fatih Alp in het filiaal van Vodafone
Met Fatih Alp in het filiaal van Vodafone

Zondag 20-09-2009

Vanochtend eten we bij het ontbijt één van de twee enorm grote radijzen, die we gisteren kochten (foto hier) Ze zijn fris en smakelijk maar niet zo scherp als de kleinere soort die we in Holland kennen. Het is wisselend bewolkt en af en toe vallen er pittige buien. Tussen twee buien door lopen we maar weer naar de vestiging van Vodafone in het winkelcentrum. Fatih (foto hierboven) duikt weer achter zijn computerscherm om uit te zoeken waarom ik wél verbinding heb met mijn dongle maar nog steeds geen websites op kan roepen. En jawel, mijn dongle is weliswaar geactiveerd en mijn credits staan er zelfs op, maar men heeft mijn account  niet geopend. Als je dan tóch verbinding maakt en het Web opgaat, gaat dat tegen het peperdure roamingtarief en ben je zo door je credits heen. Wat een gedonder! In ruim 24 uur tijd heeft het customer centre de zaak nog niet in orde. Geen reclame voor de mobiele Internetservice van Vodafone. Hij zucht en telefoneert maar weer. We spreken af dat ik hem eind van de middag zal bellen om te horen of het in orde is. Dat is het - om vijf uur - nog niet. Murphy reigns. Fatin put zich uit in verontschuldigingen en zal het blijven proberen. Vanavond zal hij ons weer bellen. Morgen willen we in elk geval - weather permitting - verder de Zee van Marmara in.

 

Ans bereidt een heerlijke maaltijd: kippenpoten met veel knoflook en eigengebakken patat frites. Ondertussen schrijf ik een somber gedicht. Zo voel ik me soms. Zie hier.

Terug naar boven

Silivri

In Silivri kunnen we tegen een visser aanmeren
In Silivri kunnen we tegen een visser aanmeren

Maandag 21-09-2009

Het begin van de herfst. Het regent vlagerig. Toch willen we wel weg. Ik bel medewerker Fatih Alp van Vodafone en helaas moet hij zeggen dat mijn account nog niet ingevoerd is. Daarom stelt hij voor dat hij zijn eigen  SIM-kaartje langs komt brengen, dat kan ik dan gebruiken totdat het mijne definitief geactiveerd is. Een halfuur later rijdt hij over de kade. Zijn SIM-kaartje heeft geen PIN-code en er is geen limiet op. Hij geeft me een kaartje met zijn adres, wil ik het kaartje opsturen zodra de mijne het doet? Vanzelfsprekend. Ik ben geroerd door het vertrouwen dat hij in me stelt.

 

Om 11 uur maken we los en toppen de dieseltanks af bij de bunkersteiger, 241 liter. Het is NO 2, bewolkt en nat. We motoren door het woud van geankerde zeeschepen. Vissersboten gooien ertussen hun netten uit. We passeren het Atatürk International Airport. Om de paar minuten landt er een vliegtuig, ze komen vlak over ons heen. Een halfuur later varen we langs de grote, moderne olie- en containerterminal van Ambarli. Daar wordt het droog en breekt de zon door, de regenpakken kunnen uit. Alles ziet er opeens veel vriendelijker en aangenamer uit. Om 13.00 passeren we kaap Değirmen en steken de diepe baai van Büyükçekmece over. Het voorval bij de havenmeester van Istanboel houdt me nog steeds bezig. De onbeschofte en respectloze manier van optreden, de ongehoorde intimidatie om me onder druk te zetten! In de verwarring heb ik ook nog vergeten voor vertrek ons douane-papier aan de receptie te geven, die het had moeten doorgeven aan de mevrouw van het Customs Office. Ik neem allerhande scenario´s door. Misschien zoekt men ons wel of staan ze ons straks op te wachten in Silivri, het haventje aan de noordkust van de Zee van Marmara waar we willen overnachten. Of houden ze ons over een paar dagen aan in de Dardanellen? Misschien is het wel goed als ik het verhaal alvast per e-mail meldt bij de Nederlandse ambassade in Ankara? Of is dat overdreven en gebeurt er helemaal niks?

 

In de laatste tien mijl haalt de wind opeens uit. Het is van het een op het andere moment NNO 5 - 6 met uithalen naar 28 tot 30 knopen. We zetten zeil en stoppen de motor en zeilen snel naar Silivri. De haven is vol vissersboten en op de kade is het druk met wandelende mensen. Zou dit het Suikerfeest al zijn, het einde van de Ramadan? Op een van de kleinere vissersboten staan twee mannen netten te repareren. We mogen langszij (foto hierboven) De jongere man aanvaardt een blikje bier, de oudere houdt de hand op zijn hart en weigert met een glimlach. De dongle met het SIM-kaartje van Fatih erin doet het. Het ziet er allemaal gezellig uit op de wal. We gaan vanavond aan wal maar eens op zoek naar een restaurantje. Morgen verder naar het eiland Marmara. Terug naar boven

Marmara

Een regen- en onweersbui zit ons naar Marmara op de hielen
Een regen- en onweersbui zit ons naar Marmara op de hielen

Dinsdag 22-09-2009

Gisteravond komt er nog een Turks motorjacht naast ons liggen. We spreken af dat wij om 8 uur morgenochtend vertrekken. No problem!, grijnst de man. Op de kade vinden we een puik restaurant waar we genieten van paddenstoelen in een soort zaziki, gegrillde octopus, zeer gepeperde garnalen en als hoofdgerecht een smakelijke Blue Fish bij een krachtige rode wijn van het prima Turkse huis Kavaklidere. Daarna maken we nog een lange slentertocht over de gezellige kade. Er zijn veel mensen op de been. Bij een man met een karretje kopen we gepofte kastanjes (foto hier) Later bedenk ik dat het gisteren drie jaar geleden was dat ik met deze website ben gestart. Helemaal niet aan gedacht.

 

Vanaf half vijf vaart de ene na de andere visser uit. Die van ons om half zes. Handig manoeuvreert hij tussen ons en de wal uit. We kruipen nog even terug in bed. Om 8 uur is de eigenaar van het motorjacht er niet. Er parkeert wel een politieauto naast ons op de kade, twee agenten stappen uit. We zijn de pineut, denken we, met ons onvolledig transit log. Het is vast doorgebeld. Maar de agenten lopen naar de zojuist afgemeerde vissersboot en kopen aan maaltje verse vis en rijden weer weg. Met hulp van een paar vissers wurmen we ons ertussen uit. Helaas vergeet ik de extra lijn terug te vragen die nodig was om zijn voortros achter ons om vast te maken. Je afspraak niet nakomen en er ook nog een mooie lijn aan overhouden. Het zij zo. Het is zonnig met N 2 - 3. Op zee wordt het N 4, de genua gaat uit. Ik zet een koers van 218° uit op de oostpunt van het eiland Marmara, 34 mijl dwars over de gelijknamige Zee. Na een halfuur kan de genua al weer weg, de wind zakt volledig in. Een grote, donkere  regen- en onweerswolk zit ons op de hielen (foto hierboven) Het lijkt een tijdlang of we eraan kunnen ontkomen maar allengs sluit een sombere donkergrijze wolk ons in. Op de VHF horen we het weerrapport van Istanbul Turk Radio: het "poeiert" op de Zwarte Zee en het "poeiert" op de Noord Egeïsche Zee, maar in de Zee van Marmara is alles rustig. Alleen begint het te miezeren. We trekken ons terug in de kajuit waar je immers een goed rondom uitzicht hebt door de grote ramen van de deksalon. Dat is de reden dat de keus destijds op deze boot viel. Ondertussen varen we over een diepe trog. Volgens de kaart - de dieptemeter laat het bij 180 meter afweten - is het hier ruim 1200 meter diep. De trog is onderdeel van de Noord-Atlantische Breuk, waar de continentale platen van Europa en Azië langs elkaar schuren. In 1999 werd de grote stad Izmit, aan de oostkant van de Zee van Marmara, door een zware aardbeving getroffen van 7,5 op de Schaal van Richter. Er vielen meer dan 17.000 doden. De breuk lijkt als een soort rits in schokken open te scheuren van oost naar west, elke schok is een zware aardbeving. Tussentijds is het rustig. De verwachting is dat de breuk steeds meer naar het westen zal openscheuren en dat volgende zware aardbeving hier ergens, ten zuidwesten van Istanboel, zal plaatsvinden. Er  hangt de stad dus een Zwaard van Damocles boven het hoofd, want het staat vast dat er zo´n aardbeving komt. Alleen weet niemand wanneer.

 

Het is weer droog en we naderen het TSS, de grote shipping lane tussen de Dardanellen en de Bosporus. We zien één oostwaarts varend schip en zeven westwaarts varende. Die leveren geen problemen op. Maar de nummers 9 en 10 wel. Ze naderen uit het westen op aanvaringskoers. We houden in de "middenberm" wat in en zetten de koers op het achterschip van nummer 9. Het is het containerschip MSC Bruxelles onder Liberiaanse vlag (foto hier) en erachteraan volgt nummer 10, de CMA CGM Beirut geregistreerd in St John´s. Daarna zijn we het TSS uit. Inmiddels is het eiland Marmara goed te zien. Op de hoge groene hellingen zitten grote bleke plekken, daar zijn de fameuze marmergroeven. Het is bijna twee uur als we tussen het eiland en het pukkeltje Asmaliada (foto hier) doorvaren. Bij de naam Marmara moet ik altijd denken aan een curieus boek dat ik vroeger las en dat indruk op me maakte door de sombere ondergangssfeer aan de vooravond van WO II, "Auf den Marmorklippen" heette het. Ik weet niet eens meer wie het schreef, ik meen Ernst Jünger. (Klopt, inmiddels nagekenen) Een vreemde auteur die het (Duitse) soldatenleven verheerlijkte. Ondertussen komt een grote, donkergrijze dolfijn ons begroeten. Hij zwemt een aantal keren om de boot. Op de steile berghellingen van het eiland zien we zwarte en witte geiten en koeien. De toppen van de kale bergen zijn in grauwe wolken gehuld. Opeens zijn we omringd door allemaal eilandjes, waaronder het mooie en vredige Paşalimani waar we op de heenweg met Jaap & Diana ankerden, en het hoge schiereiland Kapidağ. Het doet hier werkelijk denken aan de Ionische eilanden, temeer omdat inmiddels de zon weer is gaan schijnen. Al een tijdje vraag ik me af of ik af en toe een vreemde trilling onder de boot voel. Ook de snelheid is een halve knoop minder dan zou moeten bij het toerental van 2200 per minuut. Als ik weer zo´n trilling voel, rem ik af en sla langzaam achteruit. Ans is op het voordek gaan staan en ziet de boosdoener, een forse lap plastic zeil en waterplanten omhoog komen. Juist. Voorzichtig varen we eromheen, de boot heeft zijn normale snelheid weer terug. We varen verder langs idyllische dorpjes, ieder met een moskee en een slanke minaret, en langs mooie ankerbaaitjes. De hellingen zijn begroeid met laag struikgewas, afgewisseld door olijfbomen.

 

Om half vier naderen we de haven van Marmara, aan de zuidwestkant van het eiland. We laten een naderende veerboot voorgaan en varen nieuwsgierig binnen. De haven is vol vissersboten. Verrassend, er ligt naast een ijzeren bak die niet meer varen zal een Hollands jacht: een Beneteau 423 Clipper genaamd Lady M uit Amsterdam. Daar leggen we naast aan. Er is niemand aan boord maar later komt de schipper terug met boodschappen. Hij is met een paar opstappers onderweg van het Turkse Fethye naar Istanboel, om zijn boot er voor de winter weg te leggen. In de Egeïsche Zee hebben ze flink op hun donder gehad. Terug naar boven

Anit Limani

Een laatste blik op het mooie eiland Marmara
Een laatste blik op het mooie eiland Marmara

Woensdag 23-09-2009

Gisteravond maak ik nog een avondwandeling door het dorp. Het is er smerig en gezellig tegelijk. Vuilnisbakken puilen uit en in de hopen afval scharrelen honden en katten. De terrasjes zijn aan het sluiten. In een avondwinkel koop ik nog gauw twee flessen Boğazkere 2004, een van mijn favoriete Turkse wijnen, en een viertal reuzenradijzen. De avond is vredig. Ik drink een laatste glas in de kuip. Een enkele visser vaart uit.

 

Vanmorgen schijnt de zon uitbundig. Ik neem met buurman Jacques Schimberg, die in het dagelijks leven tandarts is in Amsterdam, de routes door. Hij geeft een aantal waardevolle adviezen over Turkse havens en ankerplaatsen langs de kusten die voor ons liggen. Hij zeilt al vijftien jaar in die gebieden. We varen weg om kwart over negen met NO 2 - 3, op de motor en draaien de genua bij. We werpen een laatste blik op Marmara, een eiland dat een uitgebreider bezoek verdient dan de ene nacht die we er doorbrachten. Buiten de luwte van het eiland is er een tuitelige zeegang uit het noordoosten. De golven rollen onder het scheepje door en geven het een nare cakewalk-gang. De wind is bakstag dus het grootzeil zou in de weg zitten. Het zij zo, we zitten het uit en het gaat wel snel. Om 11 uur passeren we kaap Karaburnu in de verte. We hebben nu al 1 tot 1,5 knoop stroom mee. De noord en zuidkust van de Zee van Marmara buigen zich geleidelijk naar elkaar toe. In het noorden komt het TSS steeds dichter bij,. We zien tientallen zeeschepen die zich bijna als een kudde olifanten slurf-aan-staart voortbewegen. Om half één zijn we al bij kaap Papaz. Daarachter ligt de ankerplaats bij de haven van Kemer, waar we op de heenreis ankerden. Ons plan was er te overnachten maar we zijn er nu halverwege de dag al. Beter gaan we verder. Geleidelijk neemt de stroom toe, nu al 2 tot 2,5 knopen. Het is alsof we een enorme trechter worden ingezogen. Wind en stroom werken mee, de wind is Oost 4. Om half drie ronden we de boei die bij de Zincirbozan zandbank ligt (foto hier) Hier begint de zeestraat van de Dardanellen. Nu moeten we volgens voorschrift naar de stuurboordwal. Ik mik tussen twee uitvarende zeeschepen door, die gaan tegenstrooms niet erg snel, dus dat lukt wel. Daarop moet ik voor een pak van vier invarende zeeschepen langs. Ik ben wel blij met de genua die maakt dat we goed zichtbaar zijn.  Nagelbijtend van de spanning kruip ik voor hun in de verte aanstromende boegen langs. Om die uur zijn we bij Gelibolu aan de overkant. De uitvarende veerboten negeren we gewoon, die houden dan ook keurig rekening met ons.

 

De volgende uren zijn  nogal saai. Met wind en stroom mee hebben we een goed voortgang. Om kwart over vijf zijn we niet ver van Çanakkale als we een snelle motorboot op ons af stormt. Een boot van de Turkse kustwacht. We denken dat we erbij zijn als hij een rondje om ons heen draait. We horen dat hij ons oproept op VHF 16. "Sail close!" roept hij. Hè? Opeens snap ik het: de genua moet weg. In geen enkel pilot-boek staat dat je - met de motor bij - hier geen zeil mag voeren. De waterweg is ruim genoeg en bovendien ben je onder zeil goed zichtbaar voor alle andere scheepvaart. Maar we gehoorzamen snel en draaien de genua in en zien opgelucht dat hij alweer verder scheurt. Niks geen trubbels met ons transit log, maar het scheelt verdorie toch bijna een knoop. Een halfuur later varen we aan de overkant van Çanakkale langs. We willen er niet overnachten om geen moeilijke vragen over ons onvolledig gestempelde transit log te krijgen. Een uur of wat later stuwt de stroom ons met een gang van 10,2 knopen de Dardanellen uit (foto hier), dat bijna 5 knopen stroom mee! We naderen snel onze ankerplaats in de kleine baai van Anit Limani, vlak achter het grote Turkse monument voor de slachtoffers de Slag van Galipoli in WO I (foto hier), bijna op de punt van het lange schiereiland van (op zijn Turks) Gelibolu bij de ingang van de Dardanellen. Een hele bijzondere plek. We schuiven voorzichtig de baai in tot een diepte van 4 meter. Ans roept dat de elektrische ankerlier niet werkt. Stekker en contactdoos blijken gecorrodeerd. Ik scharrel mijn spuitbis contactspray op, die leeg blijkt te zijn. Dus werkhandschoenen aan en op de hand ankeren. Gaat ook. Om acht uur puffen we uit in de kuip, ruim 70 mijl achter ons en vrede rond ons. In de verte blaffen honden en raspt en reutelt een krekelkoor en voor ons schijnt de maansikkel over de ingang van de zeestraat waar in het donker onophoudelijk verlichte zeeschepen langs schuiven. Krabt het anker niet? Nee het anker krabt niet. Terug naar boven

Míthimna, Lesbos

Ochtendgloren boven de monding van de Dardanellen. Wie goed kijkt ziet nog juist rechts een verlicht cruiseschip binnenvaren
Ochtendgloren boven de monding van de Dardanellen. Wie goed kijkt ziet nog juist rechts een verlicht cruiseschip binnenvaren

Donderdag 24-09-2009

Het is een wat onrustige nacht, daar onder het Turks monument voor de slachtoffers van de Slag bij Galipoli in WO I. Een zinloze slag, begonnen door de Engelsen, waarin meer dan honderdduizend soldaten sneuvelden en niets bereikt werd. Ik heb er al eens eerder over geschreven toen we hier de eerste keer langskwamen. Af en toe kijk ik even aan dek om te zien of het anker niet krabt. Daardoor zie ik om half zeven het aarzelende ochtendgloren achter het monument (foto hierboven) Wat is dat toch altijd mooi. Maar ik duik daarna snel weer in bed.

 

Om kwart voor negen haal ik met de hand het anker op. Het is NO 2 - 3. We steken eerst de monding van de Dardanellen over naar de Aziatische kant, gebruik makend van een uitvarend containerschip dat afremt om de loods van boord te laten. Daarna varen we pal zuid de Egeïsche Zee in, tussen het Turkse vasteland en het platte kale eilandje Tavşan. Er is niets te zien behoudens een wit vuurtorengebouw. Maar de wind trekt aan! Naar NO 5 en even later 6. De motor gaat uit en op de genua zeilen we vorstelijk verder. Het gevolg is dat we vergeten naar de ruïnes van het oude Troje te kijken, die nu achter het dorpje Yeniköy uit zicht zijn geraakt. Nou ja, ook al zo´n zinloze oorlog. Om elf uur passeren we het eiland Bozcaada, dat we aan stuurboord hebben. Het haventje ziet er vriendelijk uit met een groot, donker Genuees fort ernaast. Het lijkt een aantrekkelijke plek, dit vroegere Griekse Ténedos, volgens onze pilot de woonplaats van Apollo de Muisgod. Muisgod? Nooit van gehoord. De wind begint helaas weg te vallen en de motor moet weer aan. Er is zelfs helemaal geen wind meer als we de kleine 20 mijl langs de Turkse westkust varen naar kaap Baba (ja, die heet echt zo) In de verte zien we het Griekse eiland Lesbos al liggen. Het is war, de kleren gaan grotendeels uit, het is net alsof de zomer is teruggekomen. En zie, de laatste uren krijgen we en mooie bakstagwind en sjezen zo naar de kaap. Bij het ronden blijkt er een mooi dorpje achter te liggen, Babakale geheten, met een Ottomaanse burcht, een moskee met minaret en een haventje (foto hier) Het type afgelegen plek waar je zou willen blijven, op een korte landtong in zee, afgesneden van het land door een gebergte. We varen de Müsellim Gecidi in ofwel het Moslim Kanaal, de zeestraat tussen de Turkse kust en Lesbos. Het is een klassiek aandoend landschap, prachtig in al zijn naaktheid en kaalheid. Helaas aan Turkse zijde verknald door een paar foeilelijke complexen van vakantievillaatjes. De wind is half en we denken de hoofdstad van Lesbos, Mitilíni, op nog dertig mijl, wel te kunnen halen. Dan valt opeens alles stil, de vaart is er uit. In de lucht zitten rare vegen. We lijken op de kaart en ontdekken aan de overkant een kleine haven, Míthimna. Daar lopen we om vier uur binnen. Een visserstrawler wil net afvaren en de mannen gebaren dat we wel op hun plek kunnen. Mooi. Een Nederlands echtpaar, zeilers uit Wemeldinge maar nu zonder boot op vakantie op Lesbos, neemt onze touwtjes aan. Het is een fraai en schilderachtig haventje (2 foto´s hier) Na een uurtje komt de Port Police langs. Wat was onze laatste port of call? Marmara, zeggen we eerlijk. Dan moet u nu doorvaren naar Mitilíni, zegt hij, dat is een port of entry en daar moet u inklaren omdat u van buiten de Europese Unie komt. Wisten we wel maar we kijken er kennelijk zó sip bij dat hij zegt, oké, voor deze nacht mag u blijven maar vertel niet dat u hier geweest bent. Zo kan het dus ook. Terug naar boven

Mitilíni, Lesbos

Dulce aan de stadskade in Mitilíni, het hoofdstadje van Lesbos
Dulce aan de stadskade in Mitilíni, het hoofdstadje van Lesbos

Vrijdag 25-09-2009

´s Avonds lopen we langs de haven. De terrassen zijn nog goed bezet, de zomer heerst hier nog. Je hoort bijna alleen Nederlands spreken. Langs een weggetje stijgen we naar het eigenlijke dorpje, vol oude knobbelstraatjes. De uitzichten over de baai en de haven zijn spectaculair. Fototoestel vergeten. De lyrische dichter Arion (625 v Chr) is hier geboren, aldus onze pilot. Er is bij Herodotus een verhaal over hem. Hij werd ontvoerd door piraten die hem voor de keus stelden: als hij zelfmoord zou plegen, zouden ze hem netjes aan de wal begraven en anders werd hij in zee gegooid. Om tijd te winnen vroeg Arion een lied te mogen zingen, stemde zijn cither en zong een prachtig lied dat een school dolfijnen aantrok. Aan het eind van het lied sprong hij in zee en de dolfijnen brachten hem aan land in de buurt van Korinthe. Hij arriveerde er voor zijn ontvoerders. Bij hun aankomst vertelden ze de koning van Korinthe dat Arion in Italië was gebleven en toen Arion opeens tevoorschijn kwam, kwam alles uit. Dat lied, dat had je natuurlijk wel eens willen horen.

In het dorp vinden we een PIN-automaat om euro´s te pinnen. We lopen terug naar de haven en eten in de warme avond buiten op een terras aan de waterkant vers gevangen tsipoura (dorade) en gegrillde inktvis. En drinken ouzo, retsina en tot slot een Metaxa 5 sterren. ´s Nachts vaart de boot van de kustwacht, die achter ons ligt, weg. Wat gaan ze doen? Hebben ze hier ook te maken met illegale grensoverschrijders? Pas tegen zessen keert hij terug.

 

Vanochtend varen we om kwart voor negen we. Wind is er totaal niet. We motoren langs de noordkust van Lesbos. Een kust met hoge hellingen met enkele dorpjes en  veel olijfbomen. De olijven (en de olijfolie!) van Lesbos zijn beroemd. De hellingen worden diep doosneden door kloven en valleien, die onder water doorlopen. Het ene moment hebben we meer dan 80 meter onder de kiel en vlak erop opeens nog maar 15. Dit kanaal tussen het eiland en de Turkse kust, heet het Moslim Kanaal, schreef ik gisteren. In het Grieks heet het Díavlos Lámna, het Lámna Kanaal. Even na 10 uur ronden we kaap Skamniá, de noordelijkste punt van Lesbos (foto hier) Erachter rijst een van de hoogste toppen op, de berg Lebetimnos, 968 meter hoog. Geleidelijk buigt de kust naar het zuidoosten. We passeren de onbewoonde Tomária eilandjes. Om half drie varen we de grote haven van het hoofdstadje Mitilíni binnen. In de noordelijke havenkom vinden we een plaats aan de kade, eerst bij een bushalte, maar omdat het er erg druk is schuiven we een eind op. Ik loop naar de Port Authority met mijn Grieks transit log. Daar vertellen ze dat ik eerst naar Passport Control en Customs moet. Die zetelen in het gebouw van de ferry-terminal. Passport Control is dicht. Customs zegt dat ze niks kan, als niet eerst....enzovoorts. Ze zullen ze bij onze boot langssturen. In het begin van de avond is nog niemand geweest. Ze maken het je wel moeilijk om legaal de Europese Unie binnen te komen.

 

Ik heb nog gezocht naar die naam Apollo de Muisgod. Oftewel Apollo Smintheus, één van de vele namen van de god. Ik kom er niet goed uit, veel bronnen melden andere verhalen. Er wordt beweerd dat er op Ténedos, het huidige Bozcaada, een tempel aan hem gewijd was, dat de naam van Hittitische oorsprong zou zijn (Aplu), dat de god bescherming bood tegen veldmuizen, enzovoorts. Terug naar boven

Mitilíni (2)

We doen boodschappen in het alleraardigste stadje
We doen boodschappen in het alleraardigste stadje

Zaterdag 26-09-2009

Een dag om zaken in orde te maken. Allereerst het inklaren. Passport Control is nu wel aanwezig. Een potige dame verwijt, als ik vertel dat ze gisteren dicht waren, me nogal nors dat ik niet ieder uur ben komen kijken. Ze waren namelijk naar het vliegveld om paspoorten te controleren! Ze heeft er geen boodschap aan dat ik zeg dat de meneer van Customs me had beloofd ze bij terugkeer naar onze boot te sturen. Waarom zijn toch zoveel van die ambtenaren onvriendelijk? Enfin, ik slik mijn even onvriendelijke wederwoord maar in. De man van Customs wuift me vrolijk door en bij de Port Authority krijg ik eindelijk het vereiste inklaringsstempel op het traffic log. Ik haal vers brood en vind een spuitbus contactspray in een verfwinkel. Daarmee - met de spuitbus - spuit ik stekker en contactdoos van de ankerlier in. Het blokkeermechanisme krijg ik overigens niet los getikt. Daar zit dus ook zout tussen. Ik spuit er WD40 in, maar na een halfuur is er nog geen beweging in te krijgen, ook niet met een hamer die ik tegen de lierhendel sla. Er is duidelijk meer kracht nodig, misschien kan ik met iets de hendel langer maken zodat hij meer momentum heeft. Dat komt later wel, eerst doen we boodschappen in het alleraardigste stadje (foto hierboven en een andere hier) en drinken uitgebreid koffie op een groot terras bij de haven. Bij terugkeer staat er een tankauto bij de buren. Hij tankt meteen onze dieselhoofdtank ook weer vol. Dan ga ik op weg naar een filiaal van Wind Hellas, waar ik mijn Griekse SIM-kaart voor mobiel Internet activeer. Dan hebben we ook Internet op plaatsen waar je geen onbeschermd draadloos WiFi-netwerk kunt oppikken.

 

De hele dag rijden er geluidsauto´s van politieke partijen voorbij die luidkeels politieke propaganda maken. Zouden er binnenkort verkiezingen in Griekenland zijn? Lord Byron, onze kanarie in de rui, ziet er momenteel uit als een haveloze zwerver. Zijn staart- en vleugelpennen zijn al gewisseld maar nu verliest hij snel de veertjes op zijn lijfje en zijn kop. Soms heeft hij jeuk, denken we. Dan dompelt hij zich helemaal onder in zijn badje. Onze eigen gezondheid, nu we het toch over dergelijke zaken hebben, is goed. Mijn gewicht en bloeddruk zijn als die van een jonge man. In Istanboel vond ik in een apotheek een doos met nieuwe vingertoplancetjes (mooi scrabblewoord) zodat ik de nuchtere bloedsuikerwaarden weer kan bepalen. Die liggen steeds onder de 6,0 mmol/l. Eén keer zelfs op 4,7 mmol/l. Ik heb ontdekt wat de boosdoener was: ik at veel te veel fruit! Altijd gek op geweest. Nu beperk ik het tot twee stuks per dag, meestal zure appels en sinaasappels of rode grapefruits en dat heeft resultaat. 

 

Vanmiddag probeer ik de electrische ankerlier en zie: hij werkt weer. De contactspray heeft afdoende gewerkt. Vanavond gaan we ergens in de stad eten. Voor de komende dagen wordt harde wind verwacht. We wachten dat even af en waarschijnlijk gaan we aanstaande dinsdag weer verder naar het zuiden. Terug naar boven

Mitilíni (3)

Gezicht op de noordelijke haven van Mytilene. Gouffier 1782. Hier is de haven nog intact. Een Ottomaanse galei vaart binnen. Rechts de vuurtoren die er nu niet meer is, Op de achtergond de Genuees-Ottomaanse burcht. Zie de mooie spitse minaretten
Gezicht op de noordelijke haven van Mytilene. Gouffier 1782. Hier is de haven nog intact. Een Ottomaanse galei vaart binnen. Rechts de vuurtoren die er nu niet meer is, Op de achtergond de Genuees-Ottomaanse burcht. Zie de mooie spitse minaretten

Zondag 27-09-2009

Mitilíni heette in de Oudheid Mytilene. Een naam uit de tijd vóór de oude Grieken. Aanvankelijk lag de stad op een eilandje dat later een verbinding met de wal kreeg. Daardoor ontstonden er twee havens, een noord- en een zuidhaven. In de laatste liggen wij. Haar beroemdste inwoner was uiteraard de dichteres Sappho, die ooit gezegd zou hebben dat dichters een onsterfelijkheid kunnen verwerven die langer beklijft dan monumenten van steen. Dat gaat in elk geval op voor haar geboortestad, die op de vermaledijd slordige wijze die Grieken eigen is met zijn eigen stenen oudheden omgaat.

 

We maken vandaag een lange wandeling door de stad. Allereerst naar de grote burcht op de punt van wat nu een schiereiland is. Gebouwd door de stadstaat Genua die het eiland bezat van 1355 tot 1462. Het enorme complex is hopeloos vervallen tot ruïne (foto hier), die bovendien gesloten is hoewel een bordje zegt "Monday closed" Vanaf het pad langs de hoge brokkelige muren zien we dat het buitengaats knap hard waait. De zee is vol witgekuifde koppen. Wat het kasteel erg interessant maakt is het feit dat er een door hoge muren omgeven corridor was die de helling af naar een gedeelte van de burcht leidde dat aan zee lag, bij wat ooit de noordhaven was. Hier omsloten de muren ook het bloeiende havenstadje Melanoudi, waarvan nog wat resten van huizen te zien zijn. Die corridor, de resten van het stadje en de burcht aan de haven zijn door de Grieken op een even schadelijke als stupide wijze doorsneden door een volledig overbodige asfaltweg om de punt van het scheireiland. Toch maakt het indruk. De Ottomanen veroverden het stadje in 1462, door middel van een "stenengooiende machine", één van de eerst keren dat ze primitieve kanonnen gebruikten.

 

We dwalen door de resten van de lager gelegen burcht, die met zijn verzakte en omgevallen torens gedeeltelijk in zee ligt. Aansluitend aan de havendam staat een ronde toren, waar nog steeds de branding tegenaan slaat. Hij heette de Lorada Toren of ook "La Torre in Mare". De Ottomanen hebben de burcht en de noordelijke haven uitgebouwd en voorzien van een vuurtoren. Zo zag de Franse diplomaat en geleerde Gouffier, die een Voyage pittoresque de la Grèce schreef en net op tijd de Franse Revolutie ontvluchtte, het nog in 1782 (zie de prent hierboven, die ik fotografeerde op het informatiebord bij de ruïnes) En zo ziet het er nu uit (foto hier, let wel: de zichthoek is precies 180° anders dan die op de prent) Van de vuurtoren is niets meer over maar net op de waterlijn zie je nog de restanten van de havendam. Verder vinden we een nog redelijk intact maar schromelijk verwaarloosd Ottomaans badhuis en een half ingestort poortgebouw, waar de asfaltweg dwars doorheen loopt. Her en der staan plantjes met mooie gele bloemen met een bleek-oranje hart (foto hier) Later zoeken we in de Thieme Gids Middellandse Zeeflora, die we van Gerda Bol kregen, op dat het een Gele Hoornpapaver is (Glaucium flavum) Door de smalle straatjes van de stad lopen we terug naar de zuidhaven. De winkels zijn dicht, de Grieken zitten massaal op de terrassen. In de stad stoten we op een hele mooie, zeer vervallen moskee. Van de minaret staat nog slechts de onderste helft. Wel is er een tweede, groter Turks badhuis, nog redelijk intact. Ach, het is later met Mitilíni en met Lesbos beduidend minder goed gegaan. Sinds de gedwongen scheiding tussen de Grieken en de Turken, een vorm van ethnic cleansing van nog geen honderd jaar geleden die de latere gebeurtenissen in Bosnië in de schaduw stelt, lag het in een verre uithoek en was het gedaan met de eens bloeiende handelsstad. Totdat het toerisme op gang kwam. Het kan verkeren. Wat leert de geschiedenis? Dat dergelijke gemeenplaatsen opgaan. In de straten van de stad tetteren de geluidswagens van de politieke partijen luidkeels nieuwe beloften de wereld in. Er zijn inderdaad binnenkort verkiezingen. Terug naar boven

Mitilíni (4)

De nieuwe wijnrode kuipkussens
De nieuwe wijnrode kuipkussens

Maandag 28-09-2009

Vannacht harde wind. In de loop van de dag en komende nacht zal hij afnemen. Morgen gaan we verder. Met Ans´ jongste dochter Tessa hebben we afgesproken dat ze op 23 oktober a.s. voor een week naar Kreta komt. Daarna, begin november, willen we voor een paar weken een bezoek aan Holland brengen.

 

Weinig te melden dan wat klusjes. Internetbankieren en de Aangifte Inkomstenbelasting 2008 afgewikkeld met onze accountant. Onze kuipkussens zijn na tweeëneenhalf jaar volledig versleten. In een stoffenwinkel vinden we mooie donkerrode kussen voor € 3,50 per stuk. Rood als een mooie donkere rode wijn, een Pinot Noir, zou ik zeggen. Alleen zijn er maar zes, dus ik ga op jacht in de straatjes naar meer. Ik vind er nog zeven, het resultaat zie je hiernaast. Onderweg vraag ik in drie CD-zaakjes naar muziek van een van de grote bouzouki-spelers van Griekenland, Iordanis Tsomidis, de man met de stem als een roestige vlakschuurmachine, drie jaar geleden overleden. Zonder resultaat, in twee winkels kennen ze de naam niet eens. In Levkas vond ik dit voorjaar in elk geval wel twee CD´s van hem. Bij een kiosk aan de haven vind ik een Nederlandse krant van gisteren, helaas De Telegraaf, de krant der verongelijkten.

 

Verder stuur ik Fatih Alp, de dienstwillige medewerker van de Vodafone winkel in Bakirköy, Istanboel, het door hem aan ons uitgeleende SIM-kaartje terug. Op het postkantoor moet ik een halfuur wachten op mijn beurt. Er staan vier rijen stoelen om het wachten te veraangenamen. Je moet uiteraard eerst een nummertje trekken, er zijn ruim vijftig mensen voor me en er zijn vijf loketten. Achter vier ervan zitten zuurpruimerige dames met hondenhaar, achter loket 5 zit een héél erg mooi meisje. Ze heeft een mooi, zacht profiel, een intelligente oogopslag en lange halfblond lokken. Ik kan het niet laten, ik heb nummer 454, mijn kans is 1 : 5. De nummers van hen die aan de beurt zijn verschijnen met een zoemende klik op een display aan de wand. Verschillende mensen zijn er niet meer, ze hebben het niet afgewacht of wilden nog gauw even wat anders doen, het schiet daardoor redelijk op. Nummer 451 krijgt het loket met mijn schoonheid. Het wordt spannend. Haar klant is snel klaar, ze drukt opnieuw, nummer 452 - no show! - 453 - alweer no show! - 454 - dat ben ik! Met lichte tred loop ik naar haar balie toe. Ze is inderdaad heel mooi en ook nog aardig. Je begrijpt dat ik fluitend door de zonnige straatjes naar de haven terugloop. Zie je wel dat ik een geluksvogel ben!

Terug naar boven

Mandráki, Nísos Oinoussa

Op de genua zeilen we scherp en snel naar de doorgang tussen de eilanden Khíos en Oinoussa. Het scheepje legt zich heerlijk smeuïg in de golven
Op de genua zeilen we scherp en snel naar de doorgang tussen de eilanden Khíos en Oinoussa. Het scheepje legt zich heerlijk smeuïg in de golven

Dinsdag 29-09-2009

Om acht uur haal ik mijn uitcheck-stempel bij de Port Police, koop een vers brood en top de watertanks af. Even later varen we langs de groene bergkust van Lesbos naar het zuiden. Op de motor, er staat slechts NW 2. Het vliegveld ligt aan de kust, even zuidelijk van Mitilíni. We zien er een Boeing 737 van Transavia staan. Vreemd, zo dichtbij huis als je je dan opeens kunt voelen. Even later landt er een ander vliegtuig, een Fokker Friendship, dacht ik zo (foto hier). Om tien uur zijn we bij kaap Agrelíos, de zuidoostpunt van Lesbos. Hierachter ligt een baai, die zeer diep in het eiland snijdt, de baai van Yeras. Het is een van de twee natuurlijke havens van het eiland, helaas ontbreekt ons de tijd om er binnen te varen. Je schijnt er mooie ankerbaaitjes te kunnen vinden. Na de kaap lijkt er wat wind te komen, een paar keer draaien we de genua uit en in. Dan blijft het definitief Zuid Bf 1.

 

In de kajuit zoek ik een route uit naar Kreta. Het lijkt aantrekkelijk om via Rhodos en Karpathos naar Kreta te gaan, ware het niet dat de zeegaten tussen de eilanden op dat traject een slechte naam hebben. Je hebt er de meltemi, die daar uit noordwest tot west waait, te vaak tegen terwijl de stroom de andere kant op kan staan. Het gevolg: een hele beroerde zee. Ik zoek daarom een westelijker route waarop we de meltemi meer van achteren krijgen en waar we bovendien een aantal kleine en zelden bezochte eilandjes kunnen aandoen, zoals Levitha, Astipálaia, Ayos Ioannis en Sofrána. We zijn erg benieuwd.

 

Ondertussen varen we over een vlakke, spiegelende en blauwe zee (foto hier). In de verte ligt de hoge bergkust van het Turkse schiereiland Karaburun Yarimadasi. Er is wat scheepvaart. Om half twee loopt de veerboot Theofilos van de Nel Lines ons achterop. Hij vaart van Lesbos naar het andere grote eiland Khíos. Meer schepen zijn op weg naar het oosten, naar de grote Turkse havenstad Izmir (vroeger, voor de gedwongen scheiding en ethnic cleansing een bijna volledig Griekse stad, Smyrna) Een daarvan wijkt zelfs hoffelijk voor ons uit. Bij nadering blijkt het een containerschip onder Hollandse vlag, HMS Laurence van rederij Maas Holland Shipping BV (foto hier). Ik wil ze bedanken en roep ze op, maar op de brug wordt alleen slecht Engels gesproken.

 

Om half twee is het opeens raak: de wind is in een paar tellen aangewakkerd tot West 5 - 6 en de zee is bijna meteen woelig. Jammer dat we vanmorgen het grootzeil niet hebben gezet. Niettemin zeilen we op de genua snel en scherp met 6,5 knopen (foto hierboven) naar de smalle doorgang tussen Khíos en het kale eilandje Oinoussa. Het scheepje legt zich heerlijk smeuïg in de golven. Achter het laatste ligt het haventje Mandráki, onze bestemming. Vlak ervoor lopen we door mijn onoplettendheid bijna op een gevaarlijk onderwaterrif (foto hier). Weliswaar staat het duidelijk op de papieren kaart, maar niet op de elektronische kaart. Gelukkig zie ik het op tijd, de golven bruisen eroverheen en het water is er groen, lichtblauw en bruin van kleur. Ik stuur er geschrokken scherp vanaf en eromheen. Zo zie je maar weer, zonder papieren kaarten moet je niet op weg gaan maar je moet er wel op kijken! Het had verdraaid slecht kunnen aflopen, want we varen er voor de wind varend met een rotgang opgelopen. (Beschaaamd lees ik later in zijn pilot dat onze guru Rod Heikell nadrukkelijk waarschuwt voor dit rif) In het haventje van Mandráki komen we weer op verhaal. In het seizoen is hier vaak geen plaats maar nu kunnen we luxe langszij aan de kade (foto hier). Een curieus feit over dit eilandje, waar nauwelijks iets te beleven valt, is dat het verschillende schatrijke scheepsmagnaten heeft voortgebracht. Niet Onassis maar wél onder andere de allerrijkste, Costa Lemos. Van hem staat een beeld op de kade als oude man met een stok. De multimiljonnairs plegen hier geregeld te komen met hun megajachten, waardoor er niemand meer bij kan. Terug naar boven

Kirkdilim Limani, Turkije

Geankerd in de baai van Kirkdilim zien we de maan in conjunctie met welke planeet? (l)  Rechts het ankerlichtje van een ander jacht
Geankerd in de baai van Kirkdilim zien we de maan in conjunctie met welke planeet? (l) Rechts het ankerlichtje van een ander jacht

Woensdag 30-09-2009

Gisteravond klopt een dame van de Port Police aan: Gaan we morgen weg? Dan moeten we eerst bij haar langs om een stempeltje te halen. Het is vreedzaam op Oinoussa. Er is niets te beleven. Voor het slapen maak ik een kuier door het dorp. Op een hoek staan wat mannen te praten, de dorpswinkel is nog open, jongens op brommers rijden voorbij. Een drietal eilandjes schermen de haven aan de noordzijde af. Ze zijn door stenen dammetjes verbonden. Op twee ervan staan kloosters. Daar is ook niets te beleven.

 

´s Ochtends haal ik braaf mijn stempeltje. De wind is Noordwest 3 tot 4 maar hij zakt al snel weg. Aan stuurboord ligt het grote, nogal kale eiland Khíos. Aan bakboord ligt het schiereiland met het Turkse stadje Çesme. Mijn gedachten gaan terug naar meer dan veertig jaren geleden. Toen stak ik als eenzame rugzaktoerist hier over met een veerbootje, van Turkije naar Griekenland. Ik was 21 en voor het eerst vrij en op mijn eentje met vakantie. Liftend. Ik kwam uit Izmir, waar ik een goedkoop hotel met luizen en kakkerlakken verbleef. Ik nam er een bus naar de opgravingen van het oude Efeze, een prachtige tocht. Hier stak is dus een mensenleven geleden over. Hoe weinig kon ik toen weten dat ik hier ooit met mijn eigen boot...enzovoorts. In Khíos nam ik als dekpassagier een grote veerboot naar Athene. Daar vond ik een hotel waar je voor 8 drachmes op het platte dak kon slapen met gebruik van douche en toilet.

 

We varen tussen het Turkse vasteland en de puistjes Süngükaya en Bogaz door. Ik hijs het Turkse gastenvlaggetje. Om kwart voor twaalf ronden we de witte krijtrotswanden van kaap Karaabdullah en varen de zuidelijke Egeïsche Zee binnen. De kust is hier en daar alweer vergeven door complexen van honderden gelijkvormige en oerlelijke vakantiehuisjes. Maar er is wind, eerst Noord 3 - 4 en later draaiend naar Zuidwest 4. We zeilen rustig en dromerig langs de kronkelige kust, waar nu nauwelijks meer bebouwing is. Uren verstrijken, het water kabbelt zacht onder de boot door, wat een heerlijkheid. Om bijna halfvier draaien we diepe inham van Kirkdilim Limani binnen, tegelijk met een Amerikaans jacht met de naam Eirene, afkomstig uit Knoxville, Tennesee. De Amerikaan zet er de vaart in, kennelijk wil hij er graag als eerste zijn. Ik onderdruk de aanvechting om ook harder te gaan varen en laat het maar zo. Er is immers plek genoeg. We varen tot ver achterin op 6 meter bij een kiezelstrandje (foto hier). Het water is glashelder, je kunt plekken schoon zand en zeegras zien. Ans laat het anker precies op het zand vallen en trekken de ketting stak door langzaam achteruit te varen. Hij houdt meteen. De Amerikaan ligt er al en later komt er een Frans jacht bij (Amadeus uit Toulon). Dat zal vanaf nu wel vaker gebeuren. Per slot komen steeds zuidelijker in de bij watersporters populaire gebieden. Er is echter plaats genoeg.

 

Als de zon achter de bergen zakt, valt de avond snel. Even later zien we de maan opgaan in conjunctie met een heldere ster. In het donker kijk er met de verrekijker naar: het is een klein rondje, zonder twijfel een planeet, maar welke? Hij heeft een gelige kleur, mogelijk is het Mercurius of toch Mars? Ik heb in de handleiding van mijn camera gevonden hoe je nachtfoto´s kunt maken (RTFM, zou Fons zeggen, iedereen weet nu wel wat die afkorting betekent) De resultaten zijn niet onaardig, hoewel het nauwelijks mogelijk is het toestel op een zacht wiegend schip lang genoeg stil te houden. (De resultaten zie je hierboven en hier). Tot na enen blijft de conjunctie van maan en planeet intact. Onder begeleiding van een koor van krekels zakken ze daarna samen achter een bergrug weg. Terug naar boven

Áyios Kirikos, Nísos Ikaría

Borrelen met Gorcummers van zeiljacht Rubin (links) in het haventje van Áyios Kirikos
Borrelen met Gorcummers van zeiljacht Rubin (links) in het haventje van Áyios Kirikos

Donderdag 01-10-2009

We hebben een rustige ankernacht. Na zeven uur wordt het licht en breekt er een nieuwe stralende dag aan. Even na achten gaan we ankerop en varen de diepe inham van Kirkdilim Limani uit. Een prachtige plek! De wind is buiten NNW 1. Ik zet de koersautomaat op 198° voor de 28 mijl naar het Griekse eiland Ikaría. Even later draait de wind naar WZW 1, waar we niks mee opschieten. De zee is een zacht wiegelend spiegelend watervlak. Gisteren konden we in het zuiden de hoge bergen van de eilanden Samos en Ikaría zien, nu zijn ze onzichtbaar in de heiigheid. Dat vind ik altijd mooi: je bestemming weten maar niet zien. Achter ons verdwijnt langzaam de Turkse kust. Aan de einder in het westen zijn wat vaag zichtbare zeeschepen.

 

Vannacht heb ik veel nagedacht over het probleem van de vrije wil. In existentialistischer en marxistischer dagen geloofde ik daar nog wel in (Niet in de fameuze Wetten van de Geschiedenis, dus) Nu denk ik dat er bij mensen geen sprake is van een vrije wil. Niet dat hun handelen daarmee volledig vooraf bepaald en gedetermineerd is, nee, integendeel, precies het omgekeerde: het handelen van de mensen is vooral onderhevig aan toeval en hooguit onderworpen aan een zekere mate van waarschijnlijkheid. In zekere zin analoog aan hoe het in de quantumfysica toegaat. Dat ik daarover peins komt vooral omdat zowel Douglas Hofstadter als Brian Greene in hun boeken dat thema behandelen. Niet op dezelfde manier overigens.

 

De overtocht is verder niet bijzonder. Of worden we blasé? De zee is blauw, de zon schijnt en het scheepje sukkelt lekker voort met motor en genua net vol. Om kwart voor één zijn we bij de oostpunt van het lange Ikaría. Het is een grillig gevormd eiland met steile kale berghellingen. Zo zijn de Griekse eilanden kennelijk allemaal, behalve het groene Lesbos. Even na twee uur varen we voorzichtig het haventje van het hoofdstadje Kirikos binnen, voorzichtig omdat het erg ondiep is. Nergens is plaats, de locals hebben alle plekken ingenomen behalve langs een Belgisch motorjacht aan een piertje vanaf de stadskant. De Belgen zijn niet aan boord en we leggen aan en kijken rond naar een leuk havenfront met wat terrasjes en winkels en daarachter de kale en steil oprijzende helling van de 1037 meter hoge berg Korifi Efános. Twee uur later komt er een tweemaster binnenvaren. Hij voert een Hollandse vlag en heet de Rubin uit Leiden. Ze leggen langszij ons aan. Even later maken we kennis met Frans Roubos & Nel Meeder, die godbetert allebei van oorsprong afkomstig zijn uit Gorcum. Ans herkent Nel na veertig jaar. Ze hebben een vaste ligplaats in het Turkse Kuşadasi en zijn nu twee weken hier op vakantie. Enfin, er wordt kennisgemaakt, geborreld en verhalen worden uitgewisseld (foto hierboven en hier). Daardoor is het zomaar zeven uur voor we er erg in hebben. Vanavond gaan we met zijn vieren eten. En die Belgen? Die zijn ook erg aardig en heten Paula & Jan, hun boot heet Sea Wings en ze komen uit Willebroek tussen Antwerpen en Brussel. Daar hebben ze een (chocolade) truffelfabriek (!) Terug naar boven

Áyios Kirikos, Nísos Ikaría (2)

Frans Roubos in de keuken met Theodora en de rode snapper (?) die ze voor ons gaat grillen
Frans Roubos in de keuken met Theodora en de rode snapper (?) die ze voor ons gaat grillen

Vrijdag 02-10-2009

Met Frans & Nel van de tweemaster Rubin (een Wauquiez Amphitrite 43, gebouwd in 1986) hebben we een vrolijke avond op het terras van een restaurant op de kade. Frans onderhandelt met eigenares Theodora in de keuken over de prijs van een forse vis (foto hierboven), die ze Red Fish noemt. Wat daar precies mee bedoeld wordt is me niet duidelijk. Raadplegen van ons vissenboek "Vis & Zeevruchten" (De Lantaarn, 2003) en Wikipedia leidt in de richting van rode snapper, maar die lijkt niet in de Middellandse Zee voor te komen. Misschien kan iemand op de foto zien wat het voor vis is. Hij smaakt in elk geval heerlijk sappig. Op het terras naast ons houdt de KKE, de communistische partij van Griekenland een verkiezingsbijeenkomst. Veel oude mensen. Grappig om zoiets op een caféterras te doen.

 

Vanochtend vertrekken Frans & Nel naar Míkonos, het bekende toeristische eiland zo´n veertig mijl van hier naar het westen. Wij verkiezen een paar dagen te blijven op dit aardige eiland, dat niet door toeristen overlopen is. We brengen een rustige dag op de boot door. Het is af en toe bewolkt en daardoor niet zo heet als gisteren. Verder is er niets te melden. Terug naar boven

Áyios Kirikos, Nísos Ikaría (3)

De hele dag rolt er een vervelende zeegang het haventje binnen. In de verte liggen de Belgen en wij aan een piertje te dansen
De hele dag rolt er een vervelende zeegang het haventje binnen. In de verte liggen de Belgen en wij aan een piertje te dansen

Zaterdag 03-10-2009

De eerste stormwaarschuwingen komen gisteravond binnen. De stations Limnos en Iraklion voorspellen op de Navtex geen meltemi, maar "near gale 7 loc gale 8" in onze regio. Uit het zuiden tot zuidoosten. Tussen de laarshak van Italië en de Ionische eilanden ligt een lagedrukgebied en boven de oostelijke Med een Hoog, dat geeft harde zuidenwinden. Uitermate vervelend want precies in die richting ligt het haventje open. ´s Nachts begint het geklots en gestamp. De wind valt uiteindelijk nog wel mee, Zuidwest 5, maar omdat het elders harder waait loopt een misselijk makende swell de haven binnen (foto hierboven). De auto´s die langs de kade geparkeerd staan krijgen zeeën van schuim over zich heen. Op zee staan grote schuimkoppen. In de ochtend valt er een enkele regendruppel. Donkere wolkenpakken blijven rond de bergtoppen van het eiland hangen. De hele dag lang arriveert er geen enkele veerboot, de golven spoelen regelmatig de hele veerkade onder (2 foto´s hier). Het motorjacht van de Belgen en ons bootje stampen en zwaaien vervaarlijk langs elkaar heen. We leggen de lijnen wat losser om meer zwaairuimte te verkrijgen en een lange lijn van ons achterschip naar het tegenoverliggend piertje om de boten wat verder uit elkaar te trekken. Ans is de hele dag zeeziek. We waren van plan om scooters te huren om vandaag het eiland te verkennen, maar dat is niet verantwoord. Je kunt het schip niet alleen laten. Wat moeten we doen als het erger wordt en de situatie onhoudbaar? Natuurlijk denk je daarover na. De beste optie is om dan achter de hoge muur van de buitenste havendam te ankeren, dunkt me. Dat is ook niet comfortabel maar in elk geval loop je geen schade op. Voorlopig gaat het gelukkig nog wel.

 

Dus houden we wacht. Ik probeer me te concentreren op het boek "Investigations" van de Amerikaanse theorethisch bioloog Stuart Kauffman (Oxford University Press, 2000) dat handelt over de onvermijdelijkheid van het ontstaan van leven in het universum. Ik schreef er een paar jaar geleden al eens over in de rubriek Beschouwingen: Leven is onvermijdelijk. Dat was - naar me  nu blijkt - naar aanleiding van een artikel van medewerkers van Kauffman op het Santa Fé Instituut in New Mexico. Het boek valt me niet mee want ik vind Kauffman niet een erg gemakkelijk formulerend auteur. Voorbeeld:

 

"A molecular autonomous agent is a self-reproducing molecular system able to carry out one or more thermodynamic work cycles" (p. 8)

 

Niettemin:

 

"As the molecular diversity of a reaction system increases, a critical threshold is reached at which collectively autocatalytic, self-reproducing chemical reaction networks emerge spontaneously.

(....)

One way or another, we will discover a second life - crouched under a Mars rock, frozen in time; limpid in some pool on Titan, in some test tube in Nebraska in the next few decades" (p. 16)

 

Fascinerend, maar je begrijpt dat het niet mee valt als ondertussen je schip alle kanten op wordt gesmeten. Morgen zouden we verder naar het zuiden willen en er zijn voorspellingen dat de wind 180° gaat draaien - en dus de zeegang - , maar dat moeten we nog zien. In elk geval doen we tussendoor snel boodschappen, want op de eilandjes waar we langs willen hoppen is weinig tot niets te krijgen. Aan het eind van de middag houdt Ans het niet meer uit. Ze gaat op de wal op een bankje zitten om bij te komen en, ja hoor, gelijk komt er een vervelende vent naast haar zitten. Ze verkast naar een van de terrassen. Terug naar boven

Áyios Kirikos, Ikaría (4)

In de bergen van Ikaría
In de bergen van Ikaría

Zondag 04-10-2009

Tegen half acht gisteravond neemt de swell in de haven iets af. Ik zoek Ans op het terras op. Aan boord koken is met al dat geslinger geen optie. We komen in het enige restaurant dat open is onze Belgische buren tegen en beleven een plezante avond met ze, waarin we ondermeer de bijzondere problemen van het hebben van een familiebedrijf - hun truffelfabriek - leren kennen.

 

De aansluitingen voor water en elektriciteit op het piertje worden beheerd door een ontzettend domme en luie man. Een deuzige noemden we zo iemand vroeger in Breda. Natuurlijk spreekt hij geen woord Engels, je kunt hem nergens bereiken of bellen en hij wil voortdurend alles afsluiten. Waarom geven ze zo iemand in vredesnaam deze job? Gisteren verdomde hij het om vanochtend te komen (we wilden eerst vandaag weg, echter de zeegang..) en probeerde allemaal smoezen uit, zoals dat hij naar de kerk moest. Enfin, hij was er vanochtend en werd kwaad toen we zeiden nog een dag te willen blijven. Was hij voor niks gekomen. Toen we hem vroegen om morgenochtend om negen uur langs te komen om de meterstanden op te nemen en af te rekenen, zei hij dat hij naar het ziekenhuis moest. Hij kon wel om tien uur. Toen hij weg was bleek dat hij het water voor de buren en voor ons al had afgesloten, zodat we morgen als hij er eindelijk is pas de tanks kunnen aftoppen. Wat een eikel. 

 

Vanochtend is de rust grotendeels weergekeerd. We huren twee scooters (foto hierbij) om het eiland te verkennen. Ikaría is bergachtig, dramatisch mooi en nog nauwelijks door het toerisme ontdekt. We steken via een hoge pas de bergen over die de rugggengraat van het eiland vormen. Daarbij komen we ruim boven de 1000 meter in kou en wolken terecht (foto hier). Daarna dalen we af naar de zeer geaccidenteerde noordkust, diep doorsneden door valleien en vol groen en bloemen. We komen door bossen waar de bomen al hun herfstkleuren beginnen te krijgen. Een scooter is een leuk en praktisch vervoermiddel, je bent onder de blote hemel en een snelheid van hooguit 40 kilometer per uur is prima om het landschap goed in je op te nemen. In het dorp Evdhilos is met geld van de Europese Unie het haventje uitgebreid met een nieuwe pier, die meer beschutting biedt tegen de noordoostenwind, die een ongenadige swell de haven in kan sturen. Er ligt een Frans jacht. Op een terras drinken we koffie (foto hier). Een paar kilometer verder slaan we linksaf om opnieuw de bergrug over te gaan. Een geweldig mooi en ruig traject, opnieuw ruim boven de 1000 meter (foto hier). Op de meest onmogelijke plaatsen staan donkerbruine en zwarte berggeiten met klokjes om hun nek. Aan de zuidzijde van de bergrug genieten we van spectaculaire afdalingen met talloze haarspeldbochten en schitterende uitzichten.

 

Morgen willen we naar het piepkleine eilandje Lévitha, ongeveer 40 mijl naar het zuiden. Er is daar een beschutte ankerbaai en er woont één familie, die een restaurantje drijft. De volgende stop op weg naar Kreta is Astipálaia, een groter eiland en "an almost forgotten part of the Dodecanese" aldus de pilot van Rod Heikell. Dat klinkt natuurlijk uiterst interessant. Naar verwachting hebben we pas daar weer Internet via de dongle. Terug naar boven

Órmos Lévitha, Nísos Lévitha

Op weg naar het eilandje Lévitha koesteren we ons in de oktoberzon
Op weg naar het eilandje Lévitha koesteren we ons in de oktoberzon

Maandag 05-10-2009

Gisteravond lukt het om onze trip naar Nederland te boeken. Het duurt uren om met de langzame GPRS-verbinding een goede vlucht te zoeken, maar het lukt wél. Op 3 november vliegen we van Heraklion via Athene naar Amsterdam, op 24 november vliegen we terug. We zijn dus drie weken in Holland.

 

De deuzige verschijnt vanmorgen al om half tien. Hij heeft echter niet de sleutel van de waterkraan meegenomen. Die heeft hij thuis laten liggen. Hij wil hem wel gaan halen maar eerst wil hij de elektriciteit afrekenen. Enfin, uiteindelijk is het kwart over tien als we met volle watertanks vertrekken. We nemen roerend afscheid van Paula & Jan Mertens, onze uitnemende Belgische buren voor een paar dagen. Zij gaan op weg naar Léros en wij naar het kleine Lévitha, ongeveer 40 mijl naar het zuiden. De zee is gekalmeerd, de wind is OZO 2. Een grote zwarte dolfijn cirkelt bij wijze van vaarwel rond onze boot met het mooie steile Ikaría - omkransd door wolken - achter ons in het kielzog (foto hier). Ik zet de koersautomaat op 171° en daarna gebeurt er uren niks.

 

Om 12 uur is er nog steeds nauwelijks wind, maar hij is wel naar het noorden gedraaid. Uit die richting zal hij de komende dagen gaan aanwakkeren. Aan bakboord passeren we het eiland Fóurnoi en rond het middaguur Pátmos. Een paar uur lang is het zacht wiegende, diepblauwe zeeoppervlak bezaaid met vuilgele brokken piepschuim. Soms zitten er lichtblauwe, gescheurde panelen aan vast. Een uiteengeslagen bootje of strandhuisje? We koesteren ons in de warme oktoberzon (foto hierboven en hier). Op een afstand van 20 mijl zien we al het groepje eilandjes, waarvan Lévitha het grootste is.

 

Het loopt tegen vieren en we ronden de kaap Gouléta, de noordwestelijke punt van het barre, kale eiland. Twee jachten varen erachter de ankerbaai van Vathi binnen. Die geeft redelijke bescherming tegen de meltemi maar dan loopt er wel swell de baai in. Wij willen naar verder naar de diepe baai aan de zuidelijke oever, waar je een aantal vaste ankerboeien kunt vinden. De kust van het eiland bestaat deels uit donkere en lichtgrijze basaltrotsen. We varen de baai binnen. In de oostelijke uithoek liggen tot onze verrassing al vijf jachten, maar er zijn nog ruim voldoende ankerboeien over. Zo te zien is er een kleine chartervloot op bezoek, boten met Griekse vlag en Duitse en Zwitserse vlaggetjes in het linker zijwant en bleekhuidige mensen aan boord. Net dit weekend vertrokken, dus. We varen langs ze heen en vinden een laatste ankerboei achterin waar de baai eindigt. Er staat nog 1,3 meter onder de kiel. De charteraars staan allemaal te kijken of het ons lukt om in één keer het ankerboeitje aan te pikken. Ans doet dat echter fantastisch handig en binnen een halve minuut liggen we (foto hier).

 

We laten het zwemtrapje zakken en zwemmen lang en lekker in water van 23° Ik inspecteer het onderwaterschip: weinig tot geen aangroei, niets om de schroef of de schroefas, de anodes zijn nog voldoende intact en ik hoef alleen uit de huiddoorvoeren van de toiletten wat schelpjes weg te schrapen. Dat valt niet tegen. Na een uurtje komt een telg van de familie Kambassos langs, de familie die op het eilandje woont en er een aardige taveerne drijft volgens de "Vaarwijzer Griekenland" van Ben Brunet de Rochebrune (Hollandia, 2006) Hij int 7 euro voor het ankerboeitje, als we morgen blijven dan zijn de volgende nachten gratis. Later komen er nog twee charterboten bij. We kunnen het niet helpen en hebben stiekem veel plezier om de vele mislukte pogingen een ankerboeitje op te pikken. De zon gaat onder en doet de hemel vlammen (foto hier). Onderwijl haalt de noordenwind aan. Er is uiteraard geen mobiel netwerk. We wachten maar eens af hoe het er morgenochtend uitziet. Terug naar boven

Órmos Lévitha, Nísos Lévitha (2)

Vanaf een heuvel zien we dat er alweer nieuwe jachten in de ankerbaai van Lévitha zijn bijgekomen
Vanaf een heuvel zien we dat er alweer nieuwe jachten in de ankerbaai van Lévitha zijn bijgekomen

Dinsdag 06-10-2009

Ik zit nog uren in de kuip te genieten van de serene stilte op deze ankerplek. De mensen op de huurboten zijn gelukkig rustige mensen, ze richten geen luidruchtig bacchanaal aan zoals we dat wel eerder meemaakten. Alleen de dinghy van de Duitsers naast ons gaat er op eigen houtje vandoor. We maken ze erop attent, maar ze maken zich er niet druk over, hij waait verderop aan het eind van de baai tegen de kant. Komt morgen wel als het licht is.

 

Om acht uur is het aardedonker als boven de kale heuvels de vrijwel volle maan op komt en alles met een zilveren licht overstroomd. Er valt me uit lang vervlogen tijden een regel in de zin uit een gedicht van Anna Blaman, een regel die ik destijds intrigerend maar niet erg mooi vond. Hij luidt ongeveer zo:

 

"De nacht ligt in maanlichtwakken uitgevloerd"

 

Gevloerd, of uitgevloerd, is voorzover ik weet een term uit de bokssport. Je vloert je tegenstander (uit) Of was dat haar bedoeling? Moet je lezen: de nacht is door de maan neergeslagen en ligt uitgevloerd? Wat zijn trouwens maanlichtwakken? Het gedicht heet geloof ik "Androgyne", de volgende regels zouden natuurlijk uitkomst kunnen bieden. Jammer dat je het nu niet kunt nakijken. Mijmeren tot ik bijna in slaap val.

 

Vandaag klussen we heel wat af. De stations Iraklion en Limnos voorspellen N to NW 5 to 6, occ 7 voor ons gebied. Niet veel zin, al zouden we hem in de rug hebben. De charterboten vertrekken wel, de een na de ander. Zij moeten immers op tijd hun route afmaken. We mesten de voorhut uit, want binnenkort krijgen we er weer een gast. Het is er vochtig, we laten de hut de hele dag goed doorwaaien. Ans vindt de twee vergrotingen van foto´s die een fotografe van ons maakte toen we vele maanden geleden de haven van het eiland Aegina binnen voeren. Ze zijn al aangetast door vocht, maar ik kan ze nog met ons Epson scannertje digitaliseren zodat ze niet verloren gaan. Ook laten we het vaste bijbootje te water en proberen het buitenboordmotortje uit. Dat werkt naar genoegen. Ans wrijft al het houtwerk binnen in met boenwas. Ik haal de loopplank weg uit de doorstapopening naar het zwemplatform en bevestig hem aan bakboord-railing.

 

´s Middags varen we met het bijbootje naar de wal (foto hier) en maken een forse wandeling. Het eiland is vergeven van rotsen en stenen. Over een stoppelig veld lopend zien we af en toe kleine vogeltjes springerig wegfladderen onder het uiten van een melodieuze roep. Ze zijn lichtbruin gestreept en hebben een kuifje op de kop. Later op de boot terug vinden we in de vogelgids dat het kuifleeuweriken moeten zijn, Galerida cristata. Ik dacht dat je leeuweriken altijd alleen maar hoog in de lucht hoorde zingen, zonder dat je ze ooit zag, maar deze zitten gewoon in het veld op de grond. Ik had ze trouwens ook niet op een Egeïsch eiland verwacht. Vanaf de top van een lage heuvel maak ik foto´s van de idyllische baai. We zien dat er inmiddels alweer nieuwe boten zijn aangekomen (zie foto hierboven en een andere hier) Bij het nederzettinkje van de familie Kambassos is het stil, ze houden hun siësta, nemen we aan. Voor hun energievoorziening hebben ze twee flinke windmolens en talrijke zonnepanelen. Er staan reusachtige cactusvijgen en vijgenbomen. Het kleine complex grenst aan een het dal, dat een kom vormt die vrij van stenen is gemaakt. Hier bedrijven ze wat landbouw en verder houden ze geiten en schapen. Er is ook een kleine orthodoxe kapel (2 foto´s hier) Hoe zou het zijn om zo afgelegen hier te wonen? In elk geval kunnen we vaststellen dat er zelfs nu, begin oktober, voldoende klandizie is van aanlopende jachten. Bijna alle ankerboeien zijn vandaag immers weer bezet en de meeste zeilers gaan in de taverna van de familie eten.

Stil om niemand wakker te maken lopen we langs het erf. Toch begint helaas een hond te blaffen en boven ons de helling komt een ezel uit een stenen hut en begint aandoenlijk te balken. We lopen snel verder langs de stenen muur naar de noordelijke kuststrook. Daar zien we een wilde, witgekuifde zee (foto hier) We lopen moeizaam door over de stenige bodem, begroeid met heide en laag stekelig struikgewas. Overal staan de lange toortsen van zeeajuin (Urginea maritima), een giftige plant uit de leliefamilie met witte bloempjes waarin geelgroene hartjes (2 foto´s hier) Soms vliegen er bij onze nadering vanonder de struiken ineens een aantal donker- en lichtbruin gestreepte vogels op, met verschrikte pierierp-geluiden, vrij forse vogels met tamelijk lange gele poten, een bruine staart en duidelijk gele ogen. We denken aan patrijzen of vrouwelijke fazanten, maar de vogelgids houdt het erop dat het om een Griel gaat (Burhinus oedicnemus) Een vogelsoort die het moeilijk heeft, "zich slecht verhoudt met de moderne ontwikkeling" en die moeizaam probeert te overleven op heide en duinen. Verderop komen we tenslotte terug bij onze ankerbaai en bij de stenen geitenhut, waar we een twintigtal grotere en kleinere tamelijk schuwe geiten vinden (foto hier). Als we terug motoren varen, zien we dat er vier charterboten en twee Nederlandse jachten zijn bijgekomen. We varen er even langs om goeiendag te zeggen, het zijn de Aquadraat uit Kralendijk en Pied à Mer uit IJmuiden. Sinds de ontmoeting met Frans & Nel Roubos in Ikaría denkt Ans dat alle Hollanders bekenden uit Gorcum zijn.

 

Terug aan boord geeft de windmeter NW 5. We leggen we ons te rusten. "Heb je het bootje goed vastgemaakt?" vraagt Ans. "Ja" Ik val op een kuipbank in slaap en als ik na een halfuur wakker wordt, is het bootje verdwenen. Het ligt 150 meter verder tegen de kant. Beschaamd ga ik te water. Onderweg passeer ik een plaats waar de bodem bezaaid is met lege bierblikjes. Dichter bij de kant steken er mooie, bleekbruine Middellandse Zee-koralen omhoog. Tenminste: ik denk dat die bleke bloemkoolachtige groeisels koralen zijn. Voorzichtig manoeuvrerend om de talrijke puntige, zwarte zee-eegels te vermijden vat ik het touwtje dat ik zo beschamend slecht had vastgeknoopt en sleep het bootje terug. Vanavond gaan we in de taverna bij de familie Kambassos eten. Terug naar boven

Órmos Lévitha, Nísos Lévitha (3)

Lévitha. Samen in de taverna van de familie Kambassos
Lévitha. Samen in de taverna van de familie Kambassos

Woensdag 07-10-2009

Gisteravond strompelen we in het donker, de maan is nog niet op, het stenige pad op naar taverna van de familie Kambassos. Ongeveer een kilometer. De taverna zit al vol met de mensen van de charterboten. We eten gestoofd lamsvlees (stifado) met aubergines vooraf (foto hierboven). Hoe komen jullie aan water?, vragen we aan zoon Manolis Kambassos, de enige die Engels spreekt. Geen probleem, zegt hij, op 2,5 meter onder de grond zit zoet water. Na de maaltijd drink ik een Metaxa 3 sterren. Aanbevolen! We strompelen door het maanlicht en met de zaklamp terug naar de kade waar het bijbootje ligt. Daarna zit ik nog uren in de kuip te genieten van de stilte en van de maan.

 

Vanochtend krijgen we bezoek van Wim & Monique van de Pied à Mer. Ze hebben een vaste ligplaats in het Turkse Marmaris en wisselen een halfjaar varen af met een halfjaar Holland. Daarna volgt een dag waarin we gewoon wat klussen. Het vrijboord schoon maken vanuit het bijbootje (foto hier) en de waterlijn, het roer, de tunnels van de boegschroeven en de huiddoorvoeren pokvrij maken. In het glasheldere water duik onder het schip en schrap ook de aangroei van het venstertje van de dieptemeter. Er zit zóveel op dat je je verwondert dat hij iets kan meten. Enfin, alles weg geschrapt, we lopen vast een halve knoop harder. Verder is het een dag van luieren, zwemmen, snorkelen en van geluk. Het is bekend, geluk is wat je wil beleven en zijn, maar het is saai voor een verslag omdat er niets over te vertellen is. We hebben wel besloten dat we deze plek zullen toevoegen aan de rubriek Mooie plekken, zodra we weer ergens Internet hebben. Het is overigens raar om al dagen volledig onbereikbaar te zijn. Mocht het zo zijn dat we morgen nog steeds te harde wind hebben, dan zal ik proberen om via Sailmail - dus via de kortegolfradio - berichten te versturen. Terug naar boven

Skála Astipálaia, Nísos Astipálaia

Met windkracht 6 op de poepert ronden we kaap Exopétra, de oostkaap van het eiland Astipálaia
Met windkracht 6 op de poepert ronden we kaap Exopétra, de oostkaap van het eiland Astipálaia

Donderdag 08-10-2009

To go or not to go, that is the question. We willen graag door naar het zuiden, hoewel er nog ruim tijd is voor Ans´dochter Tessa naar Kreta komt. Ans vindt het echter erg vervelend dat we hier voor niemand bereikbaar zijn en dat begrijp ik als je een moeder van in de 90 hebt. Op de Navtex waarschuwt Izmir Turk Radio vanmorgen voor "near gale 7, sea state high and very rough" De wind is niet zo erg, hij komt van achteren, maar die zeegang... We besluiten om om 9 uur naar het weerbericht van Olympia Radio te luisteren op VHF 23. Dat luidt: Noord 5 tot 6, locally 7 boven 37° NB, afnemend. Dat moet te doen zijn. We hakken de knoop door en varen de baai van Lévitha uit om half tien. Eerst valt het mee, we zijn nog in de wind- en zeeschaduw van het eiland. Maar allengs krijgen we meer voor ons donder. Wind, woelige zeegang en een zuidelijke stroom stuwen ons naar het zuiden. De stuurautomaat staat op 179° voor de 28 mijl naar de oostkaap van het wat grotere eiland Astipálaia. Alleen op de geheel uitgedraaide genua lopen we tegen 6 knopen, de golfhoogte schatten we op een goede twee 2 meter. Af en toe rijzen ze boven de hekstoel uit (foto hier). In de verte zien we op 20 mijl Astipália al liggen, in het westen rijst het hoge eiland Amorgós uit zee op.

 

Urenlang gooit de achteroplopende zeegang bruisend onder het schip door en gooit ons heen en weer. Steeds rijst er achter de hekstoel een sissende hoge golf op, soms met een witte kop, de kont van het schip gaat omhoog en als de golf onder ons doorrolt zakt het achterschip een meter of wat terug in het golfdal. We liggen het wat katterig uit te rijden, ieder op een kuipbank. Beneden slaat een kastdeurtje heen en weer.  Zuchtend klim ik, me met beide handen vasthoudend, de kajuittrap af om het te sluiten. Wat is er toch zo leuk aan zeilen, dat je jezelf deze ellende aandoet? We hebben ook nog eens voortdurend last van stekende vliegen, die zich moeilijk laten doodslaan. Waar komen die in vredesnaam vandaan? Niettemin, alles functioneert uitstekend, met genoegen hoor ik ons windmolentje spinnen en beneden zie ik dat het samen met de zonnepanelen de service-accu´s met gemiddeld 10A oplaadt, terwijl de koelkast en de navigatie-instrumenten aanstaan en de koersautomaat ons keurig op koers houdt ondanks de zware zeegang. Wat een geweldige machine is ons schip toch!, denk ik vol trots. Ver voor ons kruist een containerschip onze koers.

 

Onverbiddelijk komt Astipálaia dichterbij. Om tien over twee naderen we kaap Exópetra, de oostelijke punt van het eiland (foto hier). Met windkracht zes op de poepert stuiven we rond de rotsige kaap (foto hierboven en hier). We dachten dat het onder de zuidkust van het eiland minder hard zou waaien, maar dat is niet zo. Weliswaar is de zee rustig maar met harde wind zeilen we snel de resterende vijf mijlen tussen de rotseilandjes door, die overal verspreid in de baai liggen en die gemene ondieptes kennen. Dan varen we het haventje van Skála Astipálaia aan, het hoofdstadje dat spectaculair langs de hellingen van de beschutte havenkom oprijst, allemaal witte kubusvormige huizen met blauwe vensters en deuren, het geheel bekroond met de ruïne van een Venetiaans kasteel op de zuidelijke rotstop (foto hier). We varen voorzichtig binnen en zien een nieuwe kade, dwars op de kade die op het kaartje in de pilot staat. Er is niemand en we parkeren keurig langs die nieuwe kade. Er is walstroom en het ziet er allemaal keurig uit. Later lopen er steeds meer charterboten van Kiriacoulis Yachting, de grootste botenverhuurder in de Middellandse Zee, met Russen erop de haven binnen. Een enorm gestunt doordat de meeste schippers veel te veel gas geven en dan hebben ze de boot niet meer onder kontrôle. Ik dacht dat dit eiland een eind buiten de gebruikelijke routes van charteraars lag, maar dat gold ook al niet voor het mooie Lévitha. Enfin, ik neem de tijd om de website bij te werken en vanavond gaan we voor de verandering samen uit eten. Terug naar boven

Skála Astipálaia, Nísos Astipálaia (2)

Dulce eenzaam aan de kade in Skála Astipálaia
Dulce eenzaam aan de kade in Skála Astipálaia

Vrijdag 09-10-2009

Gisteravond eten we aan de haven in een restaurant boven het strandje gebakken groene pepers gevuld met fèta en aubergines uit de oven met fèta gevuld, gekookte octopus en garnalen in een scherpe  tomatensaus. Heerlijk! Metaxa 3 sterren hebben ze ook.

 

Vandaag een heerlijk rustige dag. Alle charterboten vertrekken voor tien uur, we liggen hier helemaal alleen (foto hierboven). Op een meterkast bij het begin van de kade staat een telefoonnummer voor als je water wil. We bellen en even later komt Lefteris Angelis op zijn brommertje aanrijden om de zaak aan te sluiten. We maken een praatje, hij is zestig net als wij en heeft zijn hele leven op dit eiland gewoond, kreeg twee dochters en vier kleinkinderen. Zijn ene dochter woont in Athene, de ander hier. Het water is drinkwater maar hij knijpt even zijn ogen toe als ik na het aftoppen van de tanks de zoutkristallen van de kajuitramen spuit en de kuip schoonspoel. We doen boodschappen. In de drie kleine supermarktjes langs de haven sprokkelen we alles wat we nodig hebben bijeen. Wat een heerlijk rustig plaatsje! Eind van de middag rijdt het tankautootje langs van Gabor, een tot Griek genaturaliseerde Hongaar die verderop een pompstation runt. Hebben we diesel nodig? Vooruit, we bunkeren 97 liter. Je zou van al die mensen de geschiedenis willen kennen. Er meert een grote en spiksplinternieuwe Contest 60CS naast ons af. Behulpzaam vat ik de lijntjes aan. Later leren we de situatie kennen. Het schip is inderdaad splinternieuw en op weg met zijn Turkse eigenaar en diens jonge vrouw van Medemblik naar Bodrum. De jonge  Nederlandse Yachtmaster Casijn Koller zeilt het schip voor hen, vertelt hij als hij later een biertje komt drinken bij ons in de kuip. Tja. Dat zijn nog eens andere kringen!

 

Nu we weer Internet hebben haal ik ook het nieuws van dagen in. De verse Amerikaanse president Barack Obama heeft de Nobelprijs voor de Vrede 2009 gekregen. Merkwaardige keuze. Zijn presidentschap is nog geen tien maanden oud, er is nog geen ernstig conflict in de wereld beëindigd noch ook maar één ernstig probleem opgelost, zowel intern (bijvoorbeeld de gezondheidszorg in de VS) als extern (bijvoorbeeld een nieuw klimaatverdrag), en hij moet het nog helemaal bewijzen, zou ik zeggen. Ik leer uit de Twentse media ook dat het Openbaar Ministerie in Almelo heeft besloten om de disfunctionerende neuroloog Jansen Steur daadwerkelijk te gaan vervolgen en wel voor mishandeling en valsheid in geschrifte (de vervalste recepten op grond waarvan ik hem destijds eindelijk kon ontslaan) Opnieuw bedenk ik me dat ik er destijds vooral op uit was om Ernst de totale vernietiging te besparen die zich nu toch voltrekt. Waarom nam hij in godsnaam geen genoegen met zijn stille, vrijwillige vertrek - met behoud van zijn prépensioen - en moest hij zo nodig opnieuw in Duitsland voor neuroloog spelen? Wat een sufferd. Het ging me er totaal niet om de zaak in een doofpot te stoppen, maar om hem acuut te verwijderen, de gedupeerde patiënten op te vangen en een mens - Ernst -  te redden van een zekere ondergang. Ik dacht toen dat ik hem kende en begreep. Zo zie je maar. Ik lees ook dat de Officier van Justitie aan de rechter-commissaris de vraag heeft voorgelegd om het ziekenhuis te vervolgen. De rechtspersoon Medisch Spectrum Twente dus. Een dame van het Openbaar Ministerie zegt in een uitzending van RTVOost, die ik in brokken en stukken kon downloaden, dat ze van het ziekenhuis een hoge geldboete willen eisen. Merkwaardig. Waarom vervolgen ze de ex-bestuurders niet en wel de rechtspersoon? In wezen vind ik dat jammer. Het zou een hoop lastige kopzorgen opleveren maar toch had ik me wel graag persoonlijk willen verantwoorden over wat er gebeurd is en over mijn aandeel daarin. Waarom? Omdat ik - ondanks alles - nog steeds sta achter de keuzes die ik toen maakte. En om - jazeker! - mijn straatje schoon te vegen. Wat erop ligt, dat hoort er niet. In elk geval stuur ik de griffier van het OM in Almelo een email dat we van 3 tot 24 november aanstaande in Nederland zullen zijn, zodat ik dan gehoord kan worden in de strafzaak tegen Ernst, op verzoek van zijn advokaat. Terug naar boven

Nísos Sofráno

Geankerd met voor- en achteranker in het kommetje aan de zuidoostkant van het eilandje Sofráno. De foto toont de uitgang die naar het noordoosten open ligt
Geankerd met voor- en achteranker in het kommetje aan de zuidoostkant van het eilandje Sofráno. De foto toont de uitgang die naar het noordoosten open ligt

Zaterdag 10-10-2009

Gisteravond controleer ik het motoroliepeil en de bouten van de schroefaskoppeling. Dat laatste heb ik al lange tijd niet meer gedaan. Misschien moeten ze wat nagetrokken worden? Ze zitten echter muurvast. Vanochtend bekijken we de weerkaartjes en de voorspellingen. De wind lijkt naar het zuiden te verhuizen, zeker na het weekend. Dat is voor de bijna honderd mijlen naar Kreta niet echt handig.  Hoewel de ochtend al gevorderd is besluiten we daarom toch te vertrekken. Om 11 uur varen we, de wind is Noord 3, de van zonlicht glinsterende zee op recht naar het zuiden. Het logwieltje zit weer eens vast, maar het uit de bodem loshalen en gangbaar maken ervan is een routinehandeling geworden. We zeilen rustig over een tamelijk gladde zee. In de wijde omtrek is geen schip te bekennen. Op 20 mijl afstand is het eilandje Sofráno te zien, onze bestemming voor vandaag, een vaaggrijze rots boven het zilverig schitteren van de zee. Het ligt op ruwweg 1/3 van de afstand naar Kreta.

 

Peinzen. Natuurlijk over de affaire Jansen Steur. Als het Openbaar Ministerie destijds in augustus 2004 formeel ermee heeft ingestemd hem niet strafrechtelijk te vervolgen, dan is het nu misschien niet eens ontvankelijk. Of zou er een uitzondering zijn gemaakt voor het geval er meer strafbare zaken aan het licht komen? Ik besluit het na te kijken en start de computer. In het rapport van de IGZ van dit voorjaar is inderdaad sprake van zo´n bepaling. Een lastiger klip voor het OM is een mogelijk beroep van J St op ontoerekeningsvatbaarheid wegens ziekte.

 

Om half vier naderen we Sofráno, een kale ongenaakbare rotsklomp, vrijwel zonder begroeiing en onbewoond, midden in de Zuid-Egeïsche Zee (2 foto´s hier). We varen eromheen, aan de zuidoostkant vinden we achter een rotseilandje inderdaad een beschut kommetje waar je achterin kunt ankeren. Er ligt al een vissersbootje aan een lijn naar een rots. Drie vissers zijn bezig hun netten te herstellen, ze groeten, "Kalispera"  We ankeren aan de rand in 5 meter water, Ans laat het anker tussen grote rotsblokken vallen. Het zit als een huis. Dan vieren we de ketting uit tot ruim 40 meter terwijl we achteruit varen en laten - voor het eerst - het achterplecht anker vallen. De nieuwe Quickline ankerbandroller die we in Istanboel kochten rolt soepel af, we nemen voor weer twintig meter ketting in en trekken voor en achter de ketting resp. de band aan. Het is vlot gegaan, we liggen prima (foto hierboven) en kunnen niet tegen de rotsen aan drijven. Er is verder aan het kleine kommetje niks te zien dan kale rotsen met soms wat laag struikgewas en niks te horen dan het zuchtende klotsen van de golfslag tegen de hoog oprijzende rotsen om ons heen.

 

Tegen de avond tuft het vissersbootje weg. Ans is opgelucht, je weet maar nooit op zo´n eenzame plek. Samen hebben we wel een scenario doorgepraat voor het geval de drie mannen vervelend waren gaan doen. Ze zou zich meteen in de kajuit hebben opgesloten en als de mannen daadwerkelijk aan boord zouden komen, op de VHF een noodoproep hebben gedaan. En ik zou ze opwachten met een zware lierhendel in mijn vuist. Of het afdoende zou zijn, is natuurlijk de vraag, misschien zou je ze afschrikken. Gelukkig is het niet nodig. Ondertussen is het aardedonker, de maan is er nog niet. In de kajuit draaien we Franse chansons en hebben een vrolijke avond. Later zitten we samen in de kuip en zien een lichtje aankomen. Het is weer een visser. Hij legt achterin aan de rotslijn vast, het zijn opnieuw drie mannen. Ze doen de lichten uit, kennelijk komen ze om te slapen. We staren de verrekijker naar het rijk besterde firmament. De Melkweg welft zich in de lengterichting boven het kommetje. We zien twee keer een vallende ster en doen ieder een wens, die we niet aan elkaar vertellen. Anders komen ze niet uit. Terug naar boven

Áyios Nikólaos, Kreta

Nog een keer omkijken naar het kommetje op Sofrána waar we de nacht doorbrachten
Nog een keer omkijken naar het kommetje op Sofrána waar we de nacht doorbrachten

Zondag 11-10-2009

Om kwart over vijf worden we wakker van motorgeluid. De vissersboot vertrekt. We dommelen weer in, maar om zeven uur gaat de wekker. Het hieuwen van beide ankers gaat gemakkelijk en om half acht varen we het kommetje uit voor de ruim 60 mijl naar Kreta. Nog een blik achterom in het kommetje, dit unieke eenzame plekje op een rotseilandje midden in zee (foto hierboven en hier). Een uitstekende pleisterplaats, maar niet bij winden uit noordoostelijke richtingen. Het kommetje is precies in die richting open. Er is nauwelijks wind, WZW 1. Inderdaad naar zuidelijker richtingen gedraaid. Het wordt vandaag dus een engine jump, zoals de Engelsen zeggen. We varen tussen twee rotsscherven van eilandjes door en zetten de koers op 214° direct naar Áyios Nikólaos op Kreta. Na een kwartier komt een bruingrijs vogeltje met een stuiterende vlucht aanvliegen en zet zich neer op de giek (foto hier). Alweer een passagier. Hij is wat groter dan de Veldrietzangertjes, die in de Zwarte Zee af en toe meeliftten, maar we kunnen hem in de Vogelgids niet  goed terugvinden. Uiteindelijk houden we het op een (gewone) Rietzanger (Acrocephalus schoenobaenus, pagina 290, "Vogels van Europa", Capitool Natuurgidsen, 2006)

 

Om tien uur passeren we het kleine, platte en barre eilandje Kamilonisi. Waar het kleine Sofráno toch liefst 227 meter hoog is, reikt dit niet verder dan 36 meter. Aan de oostzijde heet je te kunnen schuilen voor harde wind en zee uit het westen en noorden. Het is zo´n plek, net als Sofráno, waarvan je weet dat weinig mensen hem hebben gezien en die je zelf waarschijnlijk ook nooit meer zult zien (foto hier). Er ligt een motorjacht voor anker en even later passeren we twee RIB´s met zondagse sportvissers. Die zijn een fors eind van huis. Aan bakboord in de verte steken twee topjes van Ounianisia, nog een klein eilandje boven de horizon uit. Hierna is er nog alleen maar zee, een zee die allengs vlakker wordt en de gedaante van een zacht wiegende blauwe spiegel aanneemt. Op 45 mijl afstand zien we héél vaag aan de einder het hooggebergte van Kreta met toppen ruim boven de 2000 meter. ´s Winters ligt er sneeuw op.

 

Even na vieren zijn we op de hoogte van kaap Áyios Ioánnis en varen de grote baai van Mirambéllou in. Het rietzangertje zit nog steeds op zijn plekje op de giek. Het heeft al die uren wat zitten suffen maar nu kijkt hij of zij nieuwsgierig rond naar de kusten voor en naast ons. Aan stuurboord varen we langs het vroegere melaatseneiland Spinalonga, een eilandje met een indrukwekkende geschiedenis. Ooit, ruim twintig jaar geleden, bezocht ik het voor het eerst en het maakte een onuitwisbare indruk op me. Ik ben blij dat ik het nu nogmaals bezoeken kan.

 

Het is even na zessen als we aanmeren in de marina van Áyios Nikólaos. Een aardige man met het postuur van de stripfiguur Jerommeke zegt waar we vannacht kunnen liggen. Hij is de wachtman. Morgen moeten we op het kantoor maar zien te regelen dat we hier een wintercontract kunnen afsluiten. Het ziet er hier in elk geval leuk uit, terrassen en een strandje en winkels en hoge bergen rondom en een prachtig ondergaande zon. We puffen uit in de kuip met een glas ouzo. Einde van de reis, voorlopig voor een winterseizoen. Als het tenminste morgen lukt om een wintercontract af te spreken. Dan zullen we een halfjaar in deze stad wonen. Ans schenkt nog een ouzo in. Ze zegt dat ze nu eindelijk "ganz ungenervd" is. Terug naar boven

Áyios Nikólaos (2)

Luchtfoto (van de website van de marina) in noordelijke richting van de marina. Wij liggen links aan de binnenkant van de betonnen kade, met de kont naar de kant bij het rode kruisje. Links een zwemstrandje
Luchtfoto (van de website van de marina) in noordelijke richting van de marina. Wij liggen links aan de binnenkant van de betonnen kade, met de kont naar de kant bij het rode kruisje. Links een zwemstrandje

Maandag 12-10-2009

We hebben een rustige nacht. Toch word ik om drie uur wakker en kan daarna de slaap niet vatten. Beelden volgen elkaar voortdurend op voor mijn geestesoog, een caleidoscoop van beelden van havens en ankerplaatsen waar we waren, straten waar we liepen, de Potemkintrappen in Odessa, de Donaudelta, de radarboot in Tulcea waar we aan afmeerden, de kade van Sulina, de Galata brug in Istanboel, het is niet tegen te houden, de beelden verdringen elkaar de een na de ander. Niet onaangenaam maar slapen ho maar. Pas als het licht wordt val ik in een slaap vol dromen die ik me niet meer herinner.

 

Vanochtend ga ik met mijn papieren en een bonzend hart naar het kantoortje van de marina. Zouden ze een winterplek voor ons hebben? De Marina of Aghios Nikolaos is niet erg groot, ze telt formeel 255 plaatsen maar voor overwinterende jachten zijn er eigelijk maar twee pontoons. De plek waar we liggen is een tijdelijke aan de binnenkant van de betonnen kade (op de bovenstaande luchtfoto is dat aan de linkerkant). Op het kantoortje kijken ze me inderdaad twijfelend aan. Maar als ik het niet erg vind om een paar keer te moeten verhuizen, dan gaat het wellicht wel lukken. Natuurlijk vind ik dat prima, op Malta waren we dat immers ook gewend. Voorlopig kunnen we blijven liggen op onze huidige plek. We krijgen walstroom en een wateraansluiting en de code van het gratis draadloos WiFi-netwerk. ik krijg nog meer vertrouwen als ze ermee instemmen dat ik vast voor de hele winter afreken. Een prima prijs overigens: slechts € 1411 voor zes maanden.

 

We geven de buitenkant van de boot een fikse schoonmaakbeurt. Daarna kuieren we het stadje in. Naast de haven is een strandje met parasols en ligstoelen, Ammos Beach. De haven ligt direct tegen het gezellige stadscentrum aan, leuke winkelstraten en veel terrassen, restaurants en café´s, nog vol toeristen. Het seizoen is duidelijk nog niet voorbij. Het is hier trouwens vandaag 28° Celsius. We drinken koffie op een terras aan het beroemde binnenmeer van de stad, een kom in het centrum, omzoomd door caféterrassen, die liefst 67 meter diep is. Ans is opgetogen over het stadje. Ze ziet zichzelf al genoeglijk winkelen straks met haar dochter Tessa over een dag of tien. Bovendien is er veel te zien op Kreta. En wat dacht je, vanavond gaan we samen gezellig uit eten. Terug naar boven

Áyios Nikólaos (3)

Konstantínos Kaváfis rond 1900, Alexandrië. Hij leefde van 1863 - 1933 en stierf precies op zijn 70e verjaardag, 29 april in Alexandrië
Konstantínos Kaváfis rond 1900, Alexandrië. Hij leefde van 1863 - 1933 en stierf precies op zijn 70e verjaardag, 29 april in Alexandrië

Dinsdag 13-10-2009

Gezellig op de terrasjes rond het binnenmeer gezeten, gisteravond. Twee mojíto´s gedronken, de laatste zonder suiker maar rum bevat ook suiker voorzover ik weet. Ik kon het vanmorgen merken aan mijn nuchter bloedsuiker: 7,8 mmol/l. Dat moet ik dus niet meer doen. We eten gegrillde octopus en stifado op een terras. Onze ober, Panayotis (achternaam Papadopoulos naar de vroegere dictator, maar dat kan hij niet helpen, het is zoiets als "Jansen" - zonder Steur - in het Nederlands), onze ober dus is 41 jaar oud en heeft vroeger in een Grieks restaurant in het Zeeuwse Middelburg gewerkt. Hij vertelt dat na 1 november veel restaurants en café´s de deuren zullen sluiten. Het is nu nog redelijk druk vanwege de herfstvakanties in West-Europa. Panayotis ontpopt zich later als kenner en liefhebber van de Griekse geschiedenis en van een van mijn lievelingsdichters, Konstantínos Kaváfis, de melancholieke poeet uit het Alexandrië van de voorlaatste eeuwwisseling. Ik las hem vaak in de mooie Nederlandse vertalingen door wijlen Hans Warren en zijn partner Mario Molegraaf. Onvergetelijke gedichten. Helaas, niet mee op reis genomen!

 

"Hij is een oude man. Uitgeput en gebogen,
 afgetakeld door de jaren en door onmatigheid
 loopt hij met trage pas door de steeg.
 Toch, wanneer hij zijn woning binnengaat
 om zijn verval en ouderdom te verbergen,
 denkt hij aan het deel dat hij nog heeft aan de jeugd.

 Jonge mannen zeggen nu zijn verzen op.
 Zijn droombeelden trekken voorbij aan hun levendige ogen.
 Hun gezonde, wellustige geest,
 hun welgevormde, strakke lichamen
 worden ontroerd door zijn onthulling van de schoonheid"

 

 

Ach, als we toch Internet niet hadden!

  

Vanochtend verschijnt de ene na de andere stormwaarschuwing op de Navtex. Er ligt een (voor de Med) diep Laag van 993 hPa over het zuiden van de Adriatische Zee dat een langgerekt koufront met zich meesleept en dat zwiert noordelijk van ons langs. Je kunt wel stellen dat we hier geen dag te vroeg gearriveerd zijn! Ik leg achter de boot kruislijnen aan om het schip beter te fixeren. Om 11 uur waait het zomaar ZZW 6 en tien minuten later 7 en zelfs 8. We waaien teveel tegen onze buurman aan, een probleem dat gemakkelijk op te lossen is met extra schuine lijn aan loef, van de middenbolder naar de kade. We trekken de loopplank omhoog zodat hij nergens tegenaan kan slaan en blijven de hele dag aan boord om de zaak in de gaten te houden. Ik begin aan een mooi boek: het veelgeprezen "The Classical World. An Epic History of Greece and Rome" van de Britse historicus Robin Lane Fox (Penguin Books, 2006) Het behandelt de periode die ligt tussen Homerus (circa 750 vC) tot en met het bewind van de Romeinse keizer Hadrianus (AD 138) "Ik ben de eerste die de Griekse en de Romeinse geschiedenis in één boek behandelt", zegt hij in een interview met NRC/Handelsblad in januari 2007, dat ik destijds als knipsel voorin het boek stopte.

 

Zo verstrijken de uren. De wind vlaagt en jankt door de wanten van de schepen. Af en toe worden we flink heen en weer geschud. Op de windmeter zien we geregeld 40 knopen, uitlopers tot Bf 9 dus. Buitengaats staat een heftig schuimende zee, maar de haven is goed ontworpen, de zeegang loopt nauwelijks binnen. Eind van de middag luwt de wind. We lopen de stad in en ontdekken in een zijstraatje bij de haven een grote supermarkt, waar we flink inslaan. Het komend halfjaar zullen we hier waarschijnlijk vaste klanten worden. Op de terug weg ziet Ans opeens een felblauwe schicht, het is een ijsvogeltje (Alcedo atthis) dat op één van onze landvasten neeerstrijkt. Snel pak ik de camera en, hoewel niet mooi scherp, lukt het me om hem vast te leggen voor hij weer weg vliegt (foto hier) In Nederland zijn ze schaars. Ik heb er deze reis eerder eentje gezien, toen we deze zomer ankerden in een rivierarm in de Donau-delta. Terug naar boven

Áyios Nikólaos (4)

Dulce aan de kade in Áyios Nikólaos
Dulce aan de kade in Áyios Nikólaos

Woensdag 14-10-2009

Het is vandaag bewolkt. Ik installeer de loopplank wat hoger, zodat hij minder gemakkelijk tegen de elektriciteitskast slaat (foto hierboven). Geleidelijk maken we ons vertrouwd met dit stadje, dat een halfjaar ons domicilie zal zijn. Ik moet bekennen dat ik nog niet de rust gevonden heb, die bij zo´n lang verblijf hoort. Het zwervende leven van het achterliggende halfjaar beviel me zó goed! Ans minder, daarom is het een eerlijke verdeling: zes maanden zwerven en zes maanden een vaste plek. Ik heb een van de fietsjes in elkaar gezet. We wandelen vanochtend langs een pad boven de haven en langs de rotsige kustlijn naar een tweede stadsstrandje, Kitroplatia Beach. Het is nog druk bezet met badgasten en ook de terrassen zitten aardig vol. Aan de haven drinken we koffie aan een tafeltje langs de muur van een traditioneel koffiehuis, waar oudere Grieken een groot deel van de dag vertoeven. We kijken naar de langsdrentelende toeristen. Je hoort veel Duits. Misschien is dat volgende week anders, als in ons land de herfstvakantie begint. Na een uurtje lopen we langs het beroemde binnenmeertje omhoog. De noordzijde van het meer wordt gevormd door een hoge rots en vandaar heb je een mooi uitzicht over het meer, de stad, de haven en de eilanden en bergen in de verte (foto hier). Als we ons omdraaien zien we een restaurant met erboven warempel de tekst: Hollands Restaurant "De Molen". (foto hier). Ach, als we heimwee krijgen kunnen we hier kroketten en frikandellen eten. En loempia´s.

Verderop proberen we tevergeefs bij een aantal banken onze resterende Turkse lira´s om te wisselen. Nee, dat kan hier niet, daarvoor moet u naar de Nationale Bank in Heraklion, is overal het antwoord. Welaan, het geeft niet, we wisselen ze over drie weken wel op Schiphol om in euro´s.

 

´s Middags doen we een ware siësta, zie je wel, het lukt ons wel om ons aan te passen. Daarna beoefen ik de vereiste computerhygiëne (updates downloaden, virusscanner laten lopen) Alles in orde. Lezen in Robin Lane Fox. Ik draai eindelijk weer eens klassieke muziek: Mozarts Symfonia concertante KV 364 en de aan hem toegeschreven K.App. C 14.01 (297b) met blazers, in de versie met klarinet. Terug naar boven

Áyios Nikólaos (5)

We drinken onze ochtendkoffie aan de veerhaven op de stoep van koffiehuis Asteria
We drinken onze ochtendkoffie aan de veerhaven op de stoep van koffiehuis Asteria

Donderdag 15-10-2009

Geen nieuws. We zijn begonnen met het maken van afspraken voor de drie weken in november als we in Nederland zijn. Onder andere voor het getuigenverhoor in Almelo in de zaak tegen de ex-neuroloog Jansen Steur. Met de kinderen, hun aanhang en de kleinkinderen beleggen we een partijtje op een zondagmiddag in Fort Vuren bij Gorcum. Het lijkt erop dat ze ditmaal allemaal van de partij zullen zijn. Daarna lopen we naar de veerhaven en drinken onze ochtendkoffie op de stoep van het koffiehuis Asteria (foto hierboven), terwijl het drukke verkeer langs ons heenraast. Een lange wandeling voert ons vervolgens langs de kust naar het strand van Ammoudi Beach. Onderweg is een tijdschriftenrek waar Ans de nieuwe Libelle en de Privé koopt. We klimmen langs een steile trap omhoog en vinden er het ziekenhuis en komen langs een omweg weer terug naar de boot.

 

Het is halfbewolkt met een temperatuur van 27° In de kuip is het niet goed uit te houden, daarom zetten we de bimini maar weer op. Nadat ik de nieuwe Privé heb doorgekeken lees ik in Robin Lane Fox met interesse hoe in de stadstaat Athene in de 6e eeuw vC de eerste demokratie in de geschiedenis zich ontwikkelt. (Tenminste, voor alle mannelijke burgers boven de dertig jaar oud, dus niet voor vrouwen, jonge mannen, immigranten en slaven) Ik heb me vroeger veel te weinig verdiept in dit onderwerp, vind ik. Lane Fox beschrijft het met de nodige plechtigheid:

 

"Cleisthenes proposed from the floor of a public meeting that the constitution should be changed and that, in all things, the sovereign power should rest with the entire adult male citizenry. It was a spectacular moment, the first known proposal of democracy, the lasting example of the Athenians to the world" (p. 92)

 

Een opmerkelijk aspect aan die eerste demokratie was het ostracisme ofwel het zogenaamde schervengericht, een methode om van te machtig geworden leiders af te komen. Iedere stemgerechtigde burger kon eenmaal per jaar de naam van zo´n potentiële potentaat op een potscherf schrijven en als er 6000 van die scherven met iemands naam bijeen waren verzameld, dan moest de betrokkene aftreden - met behoud van zijn rechten en zijn bezit - en voor tien jaar de stad verlaten. Een methode om de opkomst van nieuwe tyrannen te verijdelen. Zou er wel eens over gedacht zijn om in onze Westerse demokratieën opnieuw iets dergelijks in te voeren? Geen idee, maar de gevaren voor de demokratie lijken me zelden van één persoon te komen. Eerder van groeperingen en machtscentra. Niettemin: de Atheners hielden voor meer dan 180 jaar hun eerste demokratie in stand. Het gaf ze in de succesvolle verdedigingsoorlogen tegen de numeriek sterkere Perzische invasielegers beduidend meer om voor te vechten dan alleen de oorlogsbuit, waarom het hun vijanden ging.

 

In het begin van de avond steekt er een harde, warme zuidenwind op. Boven de hoge bergen in het westen bouwen vervaarlijke onweerswolken zich op. Terug naar boven

Áyios Nikólaos (6)

Een niet volledig geslaagde poging om het weerlichten in de wolken in het zuiden vast te leggen
Een niet volledig geslaagde poging om het weerlichten in de wolken in het zuiden vast te leggen

Vrijdag 16-10-2009

Het dreigende onweer van gisteravond blijft beperkt tot urenlang weerlichten in de wolken boven de bergen in het zuiden (zie de tamelijk onscherpe foto hierboven). Het waait flink door, pas in de ochtend neemt de warme zuidenwind wat af - om tegen het eind van de middag weer aan te wakkeren tot Bf 6 - 7. Het gevolg van die warme wind is warmte, het is vandaag bijna 30°  In tegenstelling tot de zuidenwinden op Malta afgelopen winter voert deze wind geen plakkerig rood Sahara-zand mee. Misschien kan het niet over de hoge bergketens van Kreta heen? Af en toe vallen er wat druppels, het mag echter geen naam hebben. Volgens de weerkaartjes klaart het weer na het weekend op. Dat zou mooi zijn want dan komt Ans´dochter Tessa logeren.

 

Weinig te melden. Vanmorgen heb ik gezwommen vanaf het strandje naast de haven. Vroeger toen we in Deil woonden deed ik dat iedere ochtend en voelde me er wél bij. Het water was erg woelig maar niettemin aangenaam. Ik zal proberen het´´s ochtends vol te houden. We drinken onze ochtendkoffie bij koffiehuis Asteria. Daarna fiets ik een eind rond de stad zonder veel bijzonders te zien. De voornaamste vondst is een groot filiaal van de Lidl op de uitvalsweg naar het dorp Kritsa. Ik keer terug met een 1,5 literfles Retsina voor € 1,99 en een punt Franse Brie. Als ik terugkom is Ans juist bezig kastanjes te poffen.

 

Verder lezen in Robin Lane Fox. De rijke cultuur in het Athene van Pericles. "The Periclean age was not an age of general Greek enlightenment, but it was an age when intellectuals and their enlightened thinking first flourished around a like-minded political leader" (p. 158) Hij werd veel en weinig zachtzinnig op de korrel genomen door satirici en komedieschrijvers tijdens zijn bewind. Die vrijheid bestond toen, waarschijnlijk voor het eerst was er sprake van vrijheid van meningsuiting in de menselijke geschiedenis. Ach, het jammerlijke verloren gaan van vrijwel het volledige werk van de waarschijnlijk briljante komedie-schrijver Cratinus, rivaal van Aristophanes. Van diens 40 stukken zijn er tenminste 11 bewaard gebleven. Ik begin nu aan het hoofdstuk over de Peloponnesische Oorlogen. Al deze dingen heb ik vroeger op de HBS ook geleerd - en voor een aanzienljk deel vergeten. Ik herinner me wel de gedreven liefde waarmee de heer Baas, onze geschiedenisleraar, erover placht te vertellen en zich soms liet meeslepen door de tragiek en de schoonheid van al die verhalen. Dat heeft hij toen in elk geval op me weten over te dragen. Overigens had ik in mijn HBS-tijd het geluk dat er meerdere van die inspirerende docenten waren, zoals bij natuurkunde (Vrolijk) en scheikunde (ScherpenzeelTerug naar boven

Áyios Nikólaos (6)

De 28e oktoberstraat in het centrum van Áyios Nikólaos
De 28e oktoberstraat in het centrum van Áyios Nikólaos

Zaterdag 17-10-2009

Soms worden beweringen en veronderstellingen snel gelogenstraft. Vannacht valt de nodige regen bij opnieuw zuidenwind en zie: de boot is bedekt met een vlekkerig bruinrood laagje Sahara-zand. Ik volvoer mijn zelfopgelegde ochtendlijke zwemplicht en na het ontbijt spuiten we de boot schoon. Ik smeer het slot van de kajuitdeurtjes met witte vaseline ("bijzonder geschikt voor de zuurvrije smering van raam- en deurbeslag"), gisteren kreeg ik het met moeite open. Koffie bij Café Astería aan de haven. We lopen door de 28e oktoberstraat terug, één van de drukste winkelstraatjes in het stadje (foto hierboven). Terzijde: wat gebeurde er op 28 oktober? Op 28 oktober 1940 viel Mussolini, jaloers op de militaire successen van zijn bondgenoot Hitler, met zijn legers vanuit het eerder door hem bezette Albanië de Grieken aan. Die joegen hem in nog geen twee maanden volledig terug en hielden maandenlang een half miljoen Italiaanse troepen in bedwang. Totdat de Duitsers in april 1941 te hulp schoten en de Grieken op de knieën dwongen.

Het is druk in de winkelstraat. Vergissen we ons of horen we inderdaad vaker Nederlands spreken om ons heen? De herfstvakanties in de regio´s Noord en Midden zijn begonnen. We hebben tot dusver weinig van het eiland gezien, het maken van trips bewaren we voor als Tessa er is.

 

Nu er weer regulier Internet is, volg ik het nieuws weer. Het merkwaardige debâcle van de DSB-bank, de ophoging van de AOW- en pensioenleeftijd naar 67 jaar. De laatstgenoemde ontwikkeling zal ons niet treffen, als het tenminste hierbij blijft. De invoeringstermijn is lang genoeg, in 2020 en verder, zodat de generatie onder de 55 jaar de gelegenheid heeft om er zich op in te stellen en maatregelen te nemen. Ik heb ook wel enig begrip voor de maatregel, maar ik moet nog zien dat werkgevers voldoende emplooi zien voor oudere werknemers.

We krijgen bericht van Ellen Versteegt dat we op de website van haar (weer)man Jan Versteegt zijn uitgeroepen tot Pionier van de Week. Welk een eer! Op de kade help ik de opladers op gang van een Nederlandse Amel 2000, de Razor´s Edge uit Rotterdam. Hoe? Door op de goede knopjes te drukken - after RTFM - kenners weten wat ik met die afkorting bedoel. Het oudere echtpaar, ongeveer van onze eigen leeftijd dus, kent het schip niet goed. Ze zaten zonder stroom, de accu´s waren leeg getrokken, te wachten op de komst van hun kinderen die eigenaren van het schip zijn en die vanavond arriveren. Dan zijn de accu´s in elk geval weer vol.

 

De Peloponnesische Oorlog. Robin Lane Fox vindt dat het oppervlakkig gezien om een machtsstrijd ging tussen Athene en Sparta, maar dat erachter iets fundamentelers lag, namelijk "the complete difference of lifestyle, culture and mentality between Pericles´Athenians and the Spartans" (p. 161) Dat geloof ik nou helemaal niet. Er is op zich geen reden dat beide - inderdaad zeer uiteenlopende - levenstijlen etc. niet gewoon naast elkaar hadden kunnen blijven bestaan en dat de eventuele rivaliteit niet beperkt had kunnen blijven tot sportieve ontmoetingen op de Olympische Spelen. Natuurlijk zaten de beide stadstaten elkaar juist wél in de weg bij het realiseren van hun expansieve behoeften. De Atheners bedreigden bijvoorbeeld de Spartaanse kolonie in Korfu, die op de handelssroute naar de Atheense kolonies in Zuid- Sicilië lag, enzovoorts. Opnieuw raak je onder de indruk van de rol van het toeval in de geschiedenis. Athene had weliswaar de meest doordachte strategie onder de sluwe Pericles en had moeten winnen, ware het niet dat er in de stad een epidemie (tyfus?) uitbrak en dat onder de vele slachtoffers ook de visionaire leider zélf was. Zijn opvolgers gingen de directe, uitputtende confrontaties met de Spartanen op het land aan die de listige Pericles juist voortdurend uit de weg was gegaan.

 

Vanmiddag opnieuw wat regen en nu, om half zeven, regent het nog zachtjes. We hadden in de stad zullen gaan eten, het is zaterdagavond, maar we stellen het maar uit tot morgenavond. Voor de komende week zien de weerberichten er nog steeds goed uit. Terug naar boven

Áyios Nikólaos (7)

Op de kronkelige dam die de lagune van Elounda afsluit
Op de kronkelige dam die de lagune van Elounda afsluit

Zondag 18-10-2009

Gisteravond kijken we op DVD naar "War of the Worlds", de film van Steven Spielberg (2005) gebaseerd op de klassieke SF-roman van H.G. Wells uit 1898. Bij ons vertrek in de zomer van 2007 hadden we hem al meegenomen maar om onbekende redenen hebben we de DVD al die tijd over het hoofd gezien. Prima film. Ruim zeventig jaar geleden zond de Amerikaanse radio met Halloween het beroemde hoorspel van Orson Welles uit, dat gebaseerd was op hetzelfde boek en dat paniek in de VS veroorzaakte omdat veel mensen dachten er echt een invasie van Marsbewoners gaande was. Sedertdien zijn we ervan overtuigd geraakt dat we voor een invasie van kwaadaardige Marsbewoners niet hoeven te vrezen, misschien met uitzondering van mogelijk microbiologische levensvormen, hoewel daar tot dusver geen enkele aanwijzing voor werd gevonden. Maar de film drukt je wel op de vraag of het verstandig is dat we voortdurend op zo grote schaal in het nabije heelal onze aanwezigheid kenbaar maken, doordat we al anderhalve eeuw elektromagnetische straling ("radio leakage", etcetera) met de snelheid van het licht de ruimte inzenden. Wie weet welke buitenaardse luisteraars we op die manier ongewild attenderen op ons bestaan? Ik wil de komende tijd op dit punt terugkomen.

 

Vandaag een stralend zonnige dag. Ik zwem mijn circuit. Bij de ingang van de marina staan iedere dag een vijftien- tot twintigtal jongemannen met een Pakistaans uiterlijk. Ook vanmorgen. Ik vermoed dat het, net als op Malta, om migranten gaat die staan te wachten tot een restaurant- of café-eigenaar ze oppikt om in de keuken te werken. Na de ochtendkoffie bij Café Astería (= Ster) huren we voor drie dagen twee knalgele scooters om de omgeving te kunnen verkennen. We rijden langs de kust naar het noorden, naar de badplaats Elounda. Vroeger een slaperig vissersdorpje, nu volledig overgeleverd aan de toeristen-industrie. Het is er dan ook behoorlijk druk. Een lage kronkelige dam sluit de lagune af, en over die dam bereiken we het dorre eiland Kolokitha. Langs de dam waren vroeger grote zoutpannen. Die zijn niet meer in gebruik. Wel staan er nog enkele oude windmolens (foto hierboven). Hier in de buurt moeten onder water de resten liggen van de oude stad Olous, die vergaan zou zijn als gevolg van een vulkaanuitbarsting in 200 vChr. op Santorini, 75 kilometer naar het noorden. Een eind verderop loopt de weg dood, we keren terug en rijden verder naar het noorden naar het dorpje Plaka. Dat ligt recht tegenover Spinalonga, een rotseiland dat in de 16e en 17e eeuw één van de belangrijkste vestingen was van de Venetianen, veroverd werd na een bleodig beleg door de Ottomaanse Turken en vele jaren daarna, van 1903 tot 1953, fungeerde als melaatseneiland (foto hier). Dit merkwaardige vesting-eiland vormt een belangrijke reden waarom ik graag in Áyios Nikólaos op Kreta wilde overwinteren. Ik schreef al eerder dat ik het meer dan twintig jaar geleden bezocht en dat het toen een grote indruk op me maakte. Vanuit Plaka kun je met een bootje oversteken naar het eiland (vanuit Áyios N en Elounda overigens ook), maar dat doen we nog niet. Dat bewaren voor als Tessa er is. In plaats daarvan eten we een smakelijk gegrillde octopus in een restaurantje met uitzicht op het eilandje en kijken ernaar. De goede dingen moet je omzichtig benaderen. Waarom Spinalonga me zo lang bleef fascineren dat ik er persé nog een keer heen wilde, weet ik eigenlijk niet. Het gevoel dat het me iets te zeggen had. Misschien kom ik er achter. Terug naar boven

Áyios Nikólaos (8)

Vanaf de bergpas kijken we neer op de hoogvlakte van Lassithi
Vanaf de bergpas kijken we neer op de hoogvlakte van Lassithi

Maandag 19-10-2009

Gisteravond eten we gezellig in de stad en ontmoeten een jong Fins meisje dat er als serveerster werkt. Ze weet nog niet wat ze gaat doen als de restaurants over twee weken sluiten. De Minoïsche schotel die ik koos, een varkenslapje met ham, tomaat en kaas, was geen succes. Niet bijzonder. De wijn was dat wel: een Ramnista 2005 van het huis Kir-Yianni, voor honderd procent gemaakt van de mij volledig onbekende Xinomavro druiven. Wat een geur! Altijd lastig om te benoemen. Hooi? Ik probeer het maar. In elk geval erg kruidig.

 

Vandaag de verjaardag van mijn dochter Floor. Ze wordt vandaag 31. Toevallig hebben zij en haar vriend Pijke dit weekend een reis geboekt naar Kreta; ze komen de jaarwisseling bij ons doorbrengen. Zelf maken we nog meer afspraken voor de periode dat we straks in Nederland zijn, behalve met familie en vrienden ook met de tandarts (4 vullingen voor mij) en mijn controlerend interniste (mijn bloeddruk en bloedsuiker) Vanochtend gaat Ans mee naar het strandje om mee te zwemmen.

 

Vanmiddag maken we een fikse tocht met de scooters. We maken twee fouten. Ik - die altijd zorg voor goede zeekaarten - verzuim een autokaart te kopen. Gevolg: we maken een veel te verre tocht, naar het beroemde Lassithi Plateau, en moeten langs dezelfde weg terug. Het plateau ligt op 840 meter hoogte en is aan alle kanten ingesloten door hoge bergen. Er is maar één weg over een hoge pas, die je terug naar Áyios Nikólaos voert. Dat is op zich niet zo erg, ware het niet dat het in die bergen behoorlijk koud is en daar hebben geen rekening mee gehouden. En dan is er ook nog de windchill factor! Op scooters en motoren iets om terdege rekening mee te houden. De heenweg gaat nog wel. Het landschap is ruig en indrukwekkend. Onderweg komen we door een paar armoedige bergdorpjes. Zwart geklede oude vrouwtjes met kromme benen kijken ons meewarig na. Soms moeten we halt houden voor overstekende kuddes schapen (foto hier). Bovenaan de bergpas hebben we een spectaculair uitzicht over de zeer vruchtbare, groene vallei met zijn honderden oude windmolentjes voor de irrigatie (foto hierbij) Het schijnt dat de hoogvlakte in oude tijden regelmatig in een meer veranderde door het aflopende smeltwater van de besneeuwde bergen. De Venetianen die Kreta beheersten zouden in de vijftiende eeuw erin geslaagd zijn om met die watermolentjes de vlakte droog te leggen. Het water werd naar een soort zinkgat gepompt dat vast nog ergens moet zijn. Een geduchte prestatie. Zouden er Hollanders bij betrokken geweest zijn? We ontdekken dat het echter al half vijf is en met schrik zien we op een bord met een landkaart dat we dezelfde weg terug moeten nemen, willen we nog voor donker bij de boot zijn. Het is nog liefst 50 kilometer over kronkelend afdalende weggetjes met talrijke haarspeldbochten. Verstijfd van kou en met gevoelloze, stijve vingers klimmen we eerst de vallei weer uit naar de bergpas. Daar zien we dat er bewolking is gekomen boven het dal, waarin we moeten afdalen (foto hier). Stom, stom , stom, om geen trui en geen handschoenen mee te nemen! Uiteindelijk geraken we beneden, bibberend van de kou. Gelukkig is het daar gewoon weer 30° zodat we tijdens de laatste kilometers geleidelijk weer opwarmen. Een goede les. Natuurlijk gaan we nog een keertje terug om Lassithi beter te bekijken. En dan ook de Dikti Grot (waar de god Zeus heet te zijn geboren) te bezoeken. Zou die grot misschien ooit het zinkgat van de Venetiaanse afwatering geweest zijn? Logische vraag toch? Maar dat tweede bezoek doen we dan wel met een huurauto. Terug naar boven

Áyios Nikólaos (9)

Ik zit te peinzen op de altaarstenen van een tempel in het oude Lato
Ik zit te peinzen op de altaarstenen van een tempel in het oude Lato

Dinsdag 20-10-2009

Na het zwemmen lopen we de stad in voor onze ochtendkoffie bij Café Astería. Onderweg vinden we een boekhandel. Het meisje achter de toonbank heeft een donkere snor. Ze wijst naar een kast met Engelse. Franse en Duitse boeken. Na wat grasduinen vind ik een interessant boek, "Paradise Lost. Smyrna 1922. The Destruction of Islam´s City of Tolerance" van de Britse journalist Giles Milton (Sceptre, 2008), dat de bloedige geschiedenis vertelt van de stad Smyrna, gelegen aan de westkust van Klein-Azië en tegenwoordig het Turkse Izmir, waar in het begin van de vorige eeuw twee maal zoveel Grieken woonden dan in Athene. Een oorlogsmisdaad van Atatürks troepen waar je tegenwoordig weinig meer over hoort.

 

Gewapend met een gedetailleerde wegenkaart van Oost-Kreta, handschoenen en fleece jacks bestijgen we onze scooters voor een nieuwe tocht. Moeten we niet even tanken?, vraagt Ans. Neu, hoeft nog niet, we zijn nog halfvol, zeg ik. We rijden naar Kritsa, een dorp dat tegen de berghellingen ligt en waar het bewolkt is. We bezoeken de nabijgelegen resten van de oude Dorische stad Lato uit de vijfde tot vierde eeuw voor het begin van onze jaartelling. Het is er stil en stenig. De stad lag strategisch in een zadelvormige verbinding tussen twee lage bergtoppen. De uitzichten over Áyios Nikólaos en de Baai van Mirabello, waar de zon schijnt, zijn schitterend. We scharrelen tussen de millennia-oude muren. In de rotsen uitgehouwen traptreden leidden ooit naar de kleine huisjes, die de agora omzoomden. Er zijn resten van een heiligdom, een centrale cysterne voor drinkwater en er zijn resten van een tempel. Ik zit een tijd op wat altaarstenen rond te kijken (foto hierboven). Er staan knoestige olijfbomen en verdroogde distels bij een stenen deurpost, ooit een toegang tot...ja, tot wat? (2 foto´s hier). De stad zou in de tweede eeuw voor Christus vernietigd zijn. Waardoor weet men niet, een oorlog, barbaren of een natuurramp? Alleen de haven, beneden aan de baai, bleef in gebruik tot in de Romeinse tijd. Ieder keer bekruipt me een gevoel van de uiteindelijke vergeefsheid van alle streven, als ik door die oude, vergane steden loop.

 

We raadplegen de wegenkaart en zien dat Lassithi niet het enige, door hoge bergen omringde plateau is. Met 25 vierkante kilometer wél het grootste, maar niet ver weg is een kleinere hoogvlakte: het Katharo Plateau. Om dat te bereiken kruipt een spectaculair slingerweggetje steil naar boven naar een hoge bergpas op ongeveer 1300 meter. Het plateau is zelf vier bij anderhalve kilometer groot en ligt op 1150 meter hoogte. Dat is 300 meter hoger dan de hoogvlakte van Lassithi, waarop het afwatert via een nauwe kloof, die Havgas heet. Enthousiast rijden we het slingerende weggetje op, dat inderdaad met spectaculaire haarspeldbochten door een weerbarstig en stenig gebergte naar de pas voert. Onderweg stoppen we een paar keer om ingespannen te turen naar de grote roofvogels, die drijvend op de thermiek in trage kringen hoog boven de stenige hellingen cirkelen. Het lijf en de vleugels tonen een geelbruine tekening met de voor roofvogels karakteristieke zwarte slagpennen aan het eind van de vleugels en de staart. De spanwijdte daarvan is bepaald indrukwekkend. We weten dat er gieren in deze bergen zijn. In de Vogelgids zoeken we ze later aan boord op: we denken dat het gaat om de bij ons zeldzame Vale Gier (Gyps fulvus) Voor twee foto´s, van grote afstand, klik hier. Tien kilometer later arriveren we op de bergpas. Hier zijn een paar kleine huizen met bewerkte landjes en omheiningen met geiten erachter. Alsof we in een andere wereld raken, zo plotseling breekt de zon door. Vanaf de bergpas dalen we een paar honderd meter af naar de vlakte. Hier komen weinig mensen. De paar dorpjes zijn stoffig en vreedzaam met hier en daar een kleine taverna. Aan een paar gevels hangt wat lokale huisvlijt, geborduurde tafelkleden en kleren. Het doet erg vriendelijk en basaal aan: graslandjes, boomgaarden, moestuintjes, heggen, veel kastanjebomen in herfstkleuren die het lage zonlicht filteren tot een melancholiek zacht schijnsel. Maar...ik heb opnieuw een beginnersfout gemaakt. Niet op de waarschuwing van Ans gelet. Stom! De tank van Ans´scooter is bijna leeg. Navraag in een dorpje leert dat er hier geen enkele benzinepomp is. Het heeft geen zin verder te gaan. Voor de zoveelste keer zegt Ans dat ze zich voortaan niks van mijn oordelen zal aantrekken. We besluiten rechtsomkeert te maken, de paar honderd meter naar de pas halen we immers nog wel. Daarna gaat het bergafwaarts. We duiken een kille loodgrijze wolkenlaag in. Ik suis met uitgeschakelde motor op Ans´scooter naar beneden en rol 16 kilometer later voorzichtig door het dorp Kritsa, waar ook al geen pompstation is. Wel op de weg naar Áyios N. die gelukkig ook licht hellend naar beneden loopt. Pff.. Wat een stommiteiten bega ik toch aan de wal! Terug naar boven 

Áyios Nikólaos (10)

Ammos Beach, het strandje direct naast onze kade waar we sinds kort iedere ochtend zwemmen
Ammos Beach, het strandje direct naast onze kade waar we sinds kort iedere ochtend zwemmen

Woensdag 21-10-2009

Op de website van NRC/Handelsblad lees ik gisteravond dat Ernst Jansen Steur zijn spijt betuigt aan de patiënten die hij verkeerd heeft behandeld. Daar is hij niet vroeg mee. Waarom nu pas? Zou hij pas nu beseffen wat hij aangericht heeft? Of adviseerde zijn advokaat het?

 

Ik betreur dat meer dan mijn persoonlijke neergang. Het is afschuwelijk wat mij is overkomen, ellendig, maar het is niets vergeleken met wat ik patiënten heb aangedaan",

 

zegt hij. Natuurlijk. Keurig. Maar die persoonlijke neergang, die hij zich na zijn gedwongen vertrek uit MST had kunnen besparen, hoe gaat hij daarmee om? Zijn leven valt nu samen te vatten als een volledige mislukking. Een reddeloze, niet meer uit te vlakken mislukking. Een schlemiel. Het minste is nog dat hij niet eens meer neuroloog is, zelfs geen arts meer. Een titel waar je jaren voor gestudeerd hebt, waarmee je je leven inhoud en betekenis gaf, nu gedwongen om schaamtelijk af te leggen. Wie kan je nog in de ogen kijken? Je voormalige collega´s? Je medestudenten van tijdens je studie? De mensen bij je in de straat? Je vrouw? Je kinderen? Hoe gaat hij daarmee om? Zelfs zijn (late) spijtbetuiging wordt niet geloofd. "Krokodillentranen!", sneert letselschadeadvokaat Yme Drost vanochtend al in Tubantia. En dat is nog niet eens het ergste. Hoe kijk je jezelf in de ogen? Zou hij zichzelf nog steeds een genie vinden? Je weet het maar nooit.

 

Vandaag een zonnige en nogal winderige dag (NW 6) Na het dagelijkse zwemmen op het naastgelegen Ammos Beach (foto hierboven) rijden we op de scooter naar de Carrefour supermarkt in de A. Papandreou straat, de uitvalsweg naar de hoofdstad Iraklion (63 kilometer hiervandaan) Daarna leveren we de scooters in bij Manolis in de Martiou straat ("We rent bikes") We hebben hem verteld dat we hier overwinteren en daarom rekende hij een schappelijke prijs; nu versiert hij voor ons een goedkope huurauto om a.s. vrijdagavond Ans´dochter Tessa van het vliegveld in Iraklion te halen. Manolis´zoon heeft een traditioneel Kretenzisch restaurant vlakbij de haven aan de boulevard, Mouragio geheten. In tegenstelling tot veel andere etablissementen in de stad zijn ze niet gesloten na 1 november. Integendeel, vanaf die datum is er iedere zaterdagavond live bouzouki muziek. Goed om te weten! We drinken koffie bij Café Astería en zitten een uurtje op ons gemak te kijken naar alle mensen die voorbij komen. Dat verveelt niet gauw.

 

Vanmiddag vraag ik per e-mail onze huisarts in Gorcum of we in november de jaarlijkse griepvaccinatie kunnen halen én eentje tegen de Mexicaanse griep. Tussen beide moeten drie weken zitten en dat zou nét kunnen. Terug naar boven

Áyios Nikólaos (11)

De Sembach satellietanalyse van vanmiddag. Let op de heftige regen ten westen van Kreta en het Laag bij Barcelona. Dat is de boosdoener en hij schuift de komende dagen naar het oosten en lijkt snel op te vullen
De Sembach satellietanalyse van vanmiddag. Let op de heftige regen ten westen van Kreta en het Laag bij Barcelona. Dat is de boosdoener en hij schuift de komende dagen naar het oosten en lijkt snel op te vullen

Donderdag 22-10-2009

Ook vandaag is het zonnig en winderig. Opnieuw NW 5 - 6. Tot dusver had Ans´dochter Tessa iedere keer pech als ze bij ons aan boord kwam logeren. Ze is een zonaanbidster maar zowel op Menorca als in de Ionische eilanden werkte het weer niet erg mee, toen ze een weekje meevoer. aarom volgen we nauwlettend de weerkaartjes - en die tonen een zorgelijk beeld. Hiernaast de Satelliet Analyse van Sembach/Wetterzentrale waarop je ziet dat er ten westen van ons zeer veel regen valt. Een depressie trekt vanaf de Atlantische Oceaan steeds verder de Middellandse Zee in met de bijbehroende fronten en enorme buien. Op de website www.meteoalarm.eu, het platform voor weerwaarschuwingen in Europa kleurde Kroatië zelfs rood vanwege de regen, de hoogste alarmfase. Waar gaat de depressie heen? Naar het oosten, maar vanmiddag lijkt het erop dat hij toch snel opvult en dat we er op Kreta goeddeels aan zullen ontkomen.

Niettemin halen we alvast de bimini weg en zetten ervoor in de plaats de kuiptent op. Dat kan je beter niet in de regen doen. We zoeken ons rot naar de twee zijpanelen, totdat we ons realiseren dat we die een halfjaar geleden op Malta aan de tent hebben laten zitten omdat de ritsen zo beroerd werken. Verder trekken we de mooring-lijnen op het voorschip een stuk strakker aan.

 

Ons Pensioenfonds Zorg & Welzijn bericht vandaag dat het alweer uit de problemen is. De dekkingsgraad was eind september 2009 107%. Twee procent boven het wettelijk vereiste minimum en 15% boven het laagste niveau in december vorig jaar. Dat hebben ze snel voor elkaar. Moeten we terugkijkend niet vaststellen dat het om een storm in een glas water ging? En krijgen we nu onze indexatie 2009 alsnog? Nee, zo snel gaat dat niet. Volgende maand zal men besluiten "of gedeeltelijke indexatie in 2010 tot de mogelijkheden behoort" aldus de website. Let op: "gedeeltelijke" en op "2010", over 2009 gaat het dus al niet meer. Terug naar boven

Áyios Nikólaos (12)

Lassithi Plateau. De druipsteengrot van Dikti, waar volgens de mythen Zeus geboren werd. Ans herkent een gezicht in een stalagmiet (gele cirkel)
Lassithi Plateau. De druipsteengrot van Dikti, waar volgens de mythen Zeus geboren werd. Ans herkent een gezicht in een stalagmiet (gele cirkel)

Vrijdag 23-10-2009

Onze huurauto wordt om één uur, stipt op tijd, bij de boot afgeleverd (foto hierTessa zal vanavond om 21.40 uur in Iraklion arriveren. De weerprognoses zijn intussen ten opzichte van gisteren niet echt verbeterd: de depressie met de fronten en de regenbuien trekt snel verder in onze richting. Aan het weer kan je echter niks doen. Ik heb iemand gekend die om die reden altijd vond dat het prima weer was. Omdat het nu nog overdadig zonnig is besluiten we om vanmiddag alsnog de Dikti-grot op het Lassithi Plateau te bezoeken. De vorige keer toen we op de scooters waren, kwamen we er niet aan toe. Opnieuw raak ik onder de indruk van de intens herfstige sfeer op de hoogvlakte, de bomen met hun verkleurde bladeren, de wormstekige appelbomen vol kleine, zoete appeltjes, de karren met hooi die naar de schuren gebracht wordt. Geloof maar dat het hier, op deze hoogte, ´s winters ongenadig koud kan zijn. Vaak ligt er sneeuw tot halverwege het voorjaar. Onderweg eten we in een rustiek dorpje, Psychro genaamd op een terrasje langs de weg onder de oude platanen (foto hier). Ik veronderstelde vorige keer dat de grot misschien het zinkputje was, waardoor de Venetianen ongeveer zeshonderd jaar geleden de hoogvlakte ontwaterden, als de smeltende sneeuw van de bergketens de vlakte onder water zetten. Nou, dat kan je vergeten, we moeten ettelijke honderden meters de berghelling omhoog klimmen voor je bij het gat komt. Langs betonnen trappen dalen we af in een mooie druipsteengrot (foto hier). Ans meent in duizenden jaren oude stalagmiet een gezicht te herkennen (foto hierboven) De overlevering wil dat de oppergod Zeus hier geboren werd, een andere overlevering dat hij hier de Phoenisische schone Europa poogde te verstoppen, die hij zwanger gemaakt had. Niet zo gek dat je dan allerlei gezichten gaat zien in die grot.

 

Als we weer buiten staan vernemen we dat de vlucht van Tessa flinke vertraging heeft. Naar verwachting zal ze pas rond twee uur vannacht in Iraklion aankomen. We besluiten terug naar de boot te rijden voor een paar uur slaap. Terug naar boven

Áyios Nikólaos (13)

Moeder en dochter hebben heel wat om bij te praten
Moeder en dochter hebben heel wat om bij te praten

Zaterdag 24-10-2009

Veel slapen doen we niet, gisteravond. Om half twaalf gaat de wekker. Twintig minuten later rijden we Áyios N. uit. Over de nieuwe autoweg is het 63 kilometer naar Iraklion. Het vliegveld ligt ten oosten van de stad en is goed aangegeven. We zijn er om één uur. Het is een beroerd slecht vliegveld. In de aankomsthal is niets te krijgen, er zijn zelfs geen zitplaatsen. Merkwaardig, want afhalers moeten nogal eens lang wachten op vertraagde vluchten. Buiten waait het fors en iedere keer als de automatische deuren opnglijden, soms uit zichzelf, loeit de wind naargeestig huielnd door de kale ruimte. In de vertrekhal zitten en hangen passagiers op vertraagde vluchten te wachten, er zijn te weinig stoelen maar er is in elk geval een koffiecorner open waar een verveeld kijkend meisje slechte koffie en oudbakken sandwiches verkoopt. En er staan vier Internet-PC´s die je gratis kunt gebruiken.

Om 1.55 uur landt het vliegtuig van Transavia, viereneenhalf uur te laat. Na een kwartier vallen moeder en dochter elkaar in de armen.

Het is drie uur als we weer bij de boot zijn. Nog geen zin om te slapen, we nemen een ouzo resp. (Tessa) een Gordon´s Space ("A crisp blend of Gordon´s gin, lemon juice and ginseng"), door Ans met vooruitziende blik voor haar dochter aan boord gehaald. Ik had er nog nooit van gehoord. Ze hebben veel bij te praten, die twee (foto hierboven) Om half vijf nok ik af en bij het zachte geroezemoes van hun gesprek val ik snel in slaap.

 

Vanochtend steekt om half negen opeens de wind op. Het is meteen Zuid Bf 6 - 7. Hij staat recht op de stuurboordkant. Ik zet een extra lijn aan loef van de middenbolder naar de kade. Dan zie ik dat de Nederlandse Amel 2000 "Razor´s Edge" in moeilijkheden is geraakt. Ze moesten vandaag uit het water worden gekraand. Bij het uitvaren kregen ze een touw in de schroef en bij zoveel zijwind ben je dan tamelijk hulpeloos, maar de schipper had de tegenwoordigheid van geest om snel zijn anker uit te gooien en voorkwam daarmee dat hij verder afdreef. Zijn achterschip raakte wel verward in de mooringlijnen van de schepen aan de steiger tegenover ons. In dergelijke situaties komt iedereen helpen. Met een paar lijnen fixeren we het schip en een halfuur later haalt een duiker het touw los uit de schroef en vervolgens het anker los van de grote ketting voor de mooringlijnen, waar het achter is gehaakt. Daarna gaat ook onze Italiaanse buurman weg met zijn Hallberg Rassy 53. Waar hij zin in heeft?, vraag ik. Ik moet naar Chania, antwoordt hij. Oh. Voor de tocht heeft hij twee opstappers gehuurd. Met veel geweld van de boegschroef lukt het ze nét om vrij te varen van onze boot en onze mooringlijnen.

 

Het is weer rustig (niet qua wind) Ans en Tessa zijn de stad in en schuimen door de winkelstraten. Ik blijf op de boot en zit vergenoegd te bladeren in de boeken die ik besteld had en die Tessa voor me meenam. Ik begin meteen te lezen in "De Grote Recessie. Het Centraal Planbureau over de kredietcrisis" van Casper van Ewijk en Coen Teulings (Balans, 2009) van datzelfde Planbureau. De actualiteit heeft even voorrang boven de klassieke wereld van de Grieken en de Romeinen. Wat heeft Tessa nog meer meegenomen? Thrillers voor Ans, Senseo koffiepadjes, post en drop. Terug naar boven

Áyios Nikólaos (14)

Meteen ´s ochtends valt de eerste bui. Er volgen vele
Meteen ´s ochtends valt de eerste bui. Er volgen vele

Zondag 25-10-2009

Begin van de wintertijd, een dag die 25 uur duurt. Hier een dag met weinig wind uit het oosten, fikse onweders en zware regenbuien. Vanmorgen begint het al (foto hierboven). We zitten niet bij de pakken neer en besluiten Cretaquarium, het Middellandse zeeaquarium van Kreta, te bezoeken. Het ligt ongeveer 20 kilometer oostelijk van Iraklion op het terrein van een vroegere Amerikaanse marinebasis. Een aardig en leerzaam aquarium. Hier twee foto´s van vreemde vissen. Ik herinner me het mooie aquarium van een amateur-vereniging, dat destijds was ondergebracht in de kelders van het Rivas verpleeghuis Lingesteijn in Leerdam. Ik kwam er wel eens een stiekem herdersuurtje pikken. Ooit in 2000, schat ik, bracht ik er met mijn moeder een keer heen toen ze in het verpleeghuis haar laatste twee moeizame jaren sleet. Het leek of de nevels in haar brein even opklaarden toen ze tamelijk opgetogen met me langs de grote verlichte bakken dwaalde. Op de trap terug naar boven was ze het alweer vergeten. Zou die aquariumvereniging er nog altijd zitten?

Op hetzelfde terrein van de voormalige basis is een expositieruimte waar een mooie tentoonstelling is over Leonardo da Vinci, Scientist & Inventor. Het is werkelijk een indrukwekkende expositie die al in veel steden in Europa te zien was en terecht enige miljoenen bezoekers trof. Een unieke en wonderlijke figuur, die Leonardo! Een zeer aantrekkelijk onderdeel van de tentoonstelling zijn de tientallen nagebouwde modellen van vooruitziende ontwerpen van Da Vinci, zoals bruggen, vliegmachines, een helikopter, chronometers, en militaire ontwerpen, bijvoorbeeld de eerste tank (zie foto hier). Ik vind alleen geen luik of venstertje waardoor de bemanning van 20 personen kan zien waar hun voertuig, dat door 8 man in beweging gebracht wordt, heen rijdt.

 

Op de terug weg krijgen we ettelijke hoosbuien over ons heen (foto hier). Je ziet af en toe geen hand voor ogen en de auto´s voor ons spuiten hele sluiers van spatwater op. Op sommige plaatsen dreigt de weg compleet onder water te komen staan. Als we nu maar niet stranden en Áyios Nikólaos niet kunnen bereiken! Maar dat lukt uiteindelijk wel. Het is door de wintertijd vroeg donker, om half zes al. Daarna krijgen we een knetterend onweer over ons heen met felle hagelbuien. Het blijft hangen; het lijkt een paar keer weg te trekken en barst toch opnieuw los boven ons hoofd. In de kajuit is het knus, we doen we spelletjes. Ans houdt er niet erg van, maar Tessa gelukkig wel. Terug naar boven

Áyios Nikólaos (15)

In de regen struinen moeder en dochter de winkelstraten af
In de regen struinen moeder en dochter de winkelstraten af

Maandag 26-10-2009

De hele nacht regen en onweer. ´s Ochtends bij het zwemmen is het water melkachtig bruin van de meegespoelde grond. De gronderosie is enorm met zoveel regen. De bovenste 40 centimeter van het zeewater is koud, daaronder is het een stuk warmer. Een paar uur lang klaart het weer op. Ans en Tessa gaan de stad in. Een uur later ontmoet ik ze aan de haven op het terras van Café Astería. Dan regent het alweer pijpenstelen (foto hierboven). Verregende toeristen slenteren in druipende regenjassen en met de capuchons op door de straten. Hun zonvakantie valt in het water. Het blijft onafgebroken regenen tot de avond valt. ´s Middags doen we met ons huurautootje boodschappen bij de Carrefour supermarkt. Ook haal ik 20 liter diesel in de jerrycans. Als het dezer dagen droog is zal ik de dieselhoofdtank aftoppen om mogelijke condensatie van water in de tank te voorkomen.

 

Ik zit te broeden op een artikel voor het maandblad Zeilen over onze tocht door de Donau Delta. De redactie liet weten dat ze daar wel belangstelling voor hebben. Terug naar boven

Áyios Nikólaos (16)

Eindelijk schijnt de zon. Ans en Tessa op het strandje naast de kade
Eindelijk schijnt de zon. Ans en Tessa op het strandje naast de kade

Dinsdag 27-10-2009

Eindelijk zon. Al in de vroege ochtend prikt de zon zo fel op de boot dat we het vanwege de warmte niet lang in bed uithouden. Met het huurautootje haal ik meerdere keren de jerrytanks vol. Uiteindelijk zit er na drie keer 60 liter bij in de tank. Verder haal ik met de buren Ine & Geert Beernink uit Boskoop van de Hollandse catamaran verderop voorraden in de Lidl. De dames Ans en Tessa genieten een zonnebad aan het strandje (foto hiernaast) De Internetverbinding is vandaag nogal labiel. Ik schrijf voor het maandblad Zeilen een artikel over onze tocht van eind augustus door de Donau Delta en mail het aan de redactie. ´s Middags ontvang ik een lange brief via e-mail van een dochter van een man die door de voormalige MST-neuroloog Jansen Steur werd behandeld voor Parkinson en Alzheimer. Later kwam uit dat hij beide ziektes niet had. Ze beschrijft de trieste ellende die ze hebben doorgemaakt. "De reden dat ik dit aan uw schrijf is omdat u eigenlijk de enige persoon bent van het MST van toen die ik denk ik kan vertrouwen. Mijn bedoeling is integer en geenszins om u lastig te vallen. Ik doe dit ook maar eenmalig. Ik zou gewoon heel graag 1x persoonlijk uw mening en uw kant van het verhaal vernemen" Zo iemand heeft recht op een antwoord. Ik besteed er uren aan in het besef dat het nooit afdoende zal zijn. Ten opzichte van zulk massaal verdriet lijken al mijn verklaringen op muizenissen, ik kan er niks aan doen.

 

Aan het eind van de middag halen we een borrel bij Inge & Geert. Zoals gebruikelijk in zeilerskringen wordt het gezellig en laat. Na die ellende uit Twente durf je dat nauwelijks te vertellen. Terug naar boven

Áyios Nikólaos (17)

NB: Vergelijking van deze grafiek met die hieronder in de tekst, die alleen de UAH-reeks weergeeft, is wat lastig omdat de zero line anders is gekozen. Maar het klopt wél
NB: Vergelijking van deze grafiek met die hieronder in de tekst, die alleen de UAH-reeks weergeeft, is wat lastig omdat de zero line anders is gekozen. Maar het klopt wél

Woensdag 28-10-2009

Op zijn weblog op de site van De Volkskrant presenteert klimaatscepticus Hans Erren de bovenstaande grafiek. Hij toont de waargenomen gemiddelde wereldtemperaturen over de periode 1989 - 2004 van een vijftal meetreeksen. (Waarom het plaatje bij 2004 ophoudt, is me niet duidelijk) Die laten allemaal zien hoe de wereldtemperaturen na 1989 dalen. Zie je wel, zegt Erren, er is helemaal geen klimaatprobleem. Dat is maar de vraag. Erren weet waarschijnlijk best wel dat de periode veel te kort is om een dergelijke uitspraak te kunnen doen. Waarom laat hij zich dan toch - net als andere klimaatsceptische bloggers, zoals Hans Labohm - er steeds toe verleiden? Cherry picking, heet dat, ik schreef er al eens eerder over (zie hier) Een term waarmee men elkaar in het klimaatdebat regelmatig om de oren slaat.

Onlangs bleek te gemiddelde wereldtemperatuur (13-maands gemiddelde in de lagere lagen van de atmosfeer) overigens weer te stijgen, namelijk in de maand september 2009 en wel met 0,42° Celsius. Zie het plaatje hieronder:

  

Het is afkomstig van het weblog van een andere klimaatscepticus, Roy Spencer, en het zegt natuurlijk evenzeer niks.  Ook deze grafiek toont een veel te korte periode - de jaren 1979 tot nu - om conclusies aan te verbinden. In de hierboven genoemde verwijzing naar het stukje op mijn eigen site zie je een grafiek over een veel langere periode, AD 700 - 2006, en dat toont een heel ander beeld: dat van toenemende opwarming. Overigens vond ik ook een site waar je de ontwikkeling van de wereldtemperatuur dag voor dag kan volgen: Daily Earth Temperatures from Satellites. Het zijn de metingen van de Advanced Microwave Sounding Unit (AMSU in de NOAA-15 satelliet. Overigens: van de tien heetste jaren, gemeten door NOAA, waren er acht na het jaar 2000. En na het lopende jaar zijn het er negen want 2009 is hard op weg om het op 5 na warmste jaar te worden sinds het begin van de meetreeks.

 

Vandaag wisselen zon en regen elkaar af. We wilden met een rondvaartboot naar het voormalige melaatseneiland Spinalonga gaan, maar ze varen niet. Vandaag is het een vrije dag voor de Grieken en dat hadden we kunnen weten. Het is de dag van de Italiaanse inval in Griekenland in 1940, waarover ik een dag of tien geleden schreef. Vergeten. De meeste winkels zijn ook dicht en de Grieken zitten massaal op de terrassen. We drinken koffie bij Astería en lezen veel. Vanavond eten we buiten de deur. Tessa´s afscheidsdiner (hoewel ze pas overmorgen vertrekt) Morgen proberen we alsnog naar Spinalonga te gaan Terug naar boven

Áyios Nikólaos (18)

Een karakteristiek beeld van Spinalonga, een Venetiaans bastion achter een woud van cactusvijgen
Een karakteristiek beeld van Spinalonga, een Venetiaans bastion achter een woud van cactusvijgen

Donderdag 29-10-2009

Gezellig en uiterst smakelijk gegeten gisteravond in het Grieks-Italiaanse Restaurant La Strada in N. Plastira nr. 5. Misschien niet zo respectvol dacht ik nog even, om uitgerekend op de avond van de herdenking van de Italiaanse inval in 1940 in een Italiaans restaurant te gaan eten. Maar toen zaten we al aan tafel en het eten was er heerlijk. Zoals mosselen in pesto saus, krabsalade, chamignons in knoflook gebakken, een dorade van de grill en zalm met een honingmosterdsaus. We zouden geen eetfoto´s meer plaatsen, maar voor deze keer maken we een uitzondering (foto hier).

 

Vandaag is het winderig maar volop zonnig. Aan de haven ontdekken we dat de rondvaartboten naar Spinalonga al voor het winterseizoen uit de vaart zijn genomen. Eergisteren. Maar we staan bij een bushalte en de bus naar Elounda arriveert na een kwartier. In Elounda varen ze nog volop in kleine bootjes naar het eiland. Er zijn niet veel toeristen en het voormalige Venetiaanse eilandfort c.q. Griekse melaatsenkolonie is indrukwekkend en mooi. Ik vertelde er al eerder over hoe ik hier 22 jaar geleden voor het eerst was en over de diepe indruk die het op me maakte. Klik op Spinalonga voor de geschiedenis van deze merkwaardige plek. (Wat hieronder verder volgt vind je daar overigens niet of nauwelijks). Door zijn ligging midden in de tamelijk smalle doorvaart beheerst het eiland de toegang tot de beschutte baai van Elounda. De Venetianen schijnen in 1526 een landverbinding met het veel grotere schiereiland Kolokitha te hebben afgebroken, zodat het pas toen een eilandfort werd. De Ottomanen veroverden Kreta in 1669, op een drietal versterkingen na die in Venetiaanse handen bleven. De voornaamste ervan was Spinalonga. Veel christenen vonden er hun toevlucht voor de overheersing door de moslims. Wat destijds zo´n grote indruk op me maakte was dat het eilandfort bijna 50 jaar lang door de Ottomanen werd belegerd. Ongelooflijk, als je je dat vooorstelt terwijl je over de vestingmuren en bastions loopt en ziet hoe vlakbij het eiland bij de kust ligt, op de smalste plek nauwelijks een op een steenworp. Ze konden elkaar zowat in de ogen kijken. Er waren waterputten, vruchtbomen en cactusvijgen binnen de vesting en men verbouwde voedsel en hield schapen en geiten. Uiteindelijk gaven de Venetianen zich in 1715 over na een geïntensiveerd beleg van drie maanden. Mijn Griekse gids in 1987 vertelde in geuren en kleuren hoe de Turken de hele bevolking uitmoordden, maar tot dusver vond ik op Internet geen aanwijzingen daarvoor. Integendeel: een poster in één van de gerestaureerde Ottomaanse huisjes vertelt dat de christelijke bewoners konden kiezen voor een vrije aftocht of als onderdanen van de Ottomaanse Sultan op het eiland blijven wonen. Ze mochten hun eigen orthodoxe kerkje behouden "so as to worship their faith", staat in de overeenkomst van overgave. Toen echter de laatste Venetiaanse troepen de aftocht hadden geblazen, werden de resterende christelijke bewoners gevangen genomen, 120 mannen werden als roeiers op de galeien van de Sultan geplaatst en de anderen, 230 mannen "unfit for rowing" en 243 vrouwen en kinderen werden als slaven verkocht. Weliswaar geen slachting maar zeker niet volgens de afspraken bij overgave.

 

Wat ik niet wist is dat het eiland in de Ottomaanse periode (1715 - 1898) bepaald heeft gefloreerd. Het werd een dichtbevolkte, bloeiende handelspost. In 1881 had het liefst 1112 inwoners. In 1879 werd het belegerd en gebombardeerd door Griekse rebellen. Niet lang daarna kwam het onder bestuur van de Grote Mogendheden (Engeland, Frankrijk, Italië en Rusland) Er werden Franse troepen op het eiland gestationeerd en een groot deel van de moslimbevolking emigreerde (vermoedelijk gedwongen) naar de kust van Klein Azië, als onderdeel van de etnische zuivering die cynische Turkse en Griekse leiders in die jaren uitvoerden.

 

Tenslotte maakten de Grieken er in 1903 een melaatsenkolonie van en dat bleef het tot 1957, pas tien jaar nadat de moderne behandeling van lepra (Ziekte van Hansen) ontwikkeld was. Over die periode zal ik een andere keer schrijven. Op het bastion tegenover het schiereiland Kolokitha liggen de doden begraven, zij die op het eiland bezweken aan de ziekte,. In 1987 zag ik hoe de sluitstenen van de graven schots en scheef lagen. Sommige waren gebroken of afwezig. Je kon de botten zien liggen. Ik heb daar toen nog foto´s van gemaakt. Dat is nu wel verbeterd, de lange rijen graven zijn allemaal netjes dicht en je mag er niet meer overheen lopen (zie foto hier) De Britse schrijfster Victoria Hislop is de auteur van een recente bestseller over die periode, "The Island" (2005); een boek dat hier zonder twijfel wel in de boekhandel zal liggen.

 

Met dit alles in het achterhoofd lopen we binnen een uur het eiland rond. Door de straatjes met de ingevallen huisjes van de melaatsen, langs de rijtjes gerestaureerde huisjes uit de Ottomaanse tijd, de kleine half overkapte markt, over de bastions en de wallen. Op veel plaatsen zijn de ruïnes overwoekerd door dichte bossen cactusvijgen, distels en dor gras. Het is een plek van grote schoonheid. Soms treft je een detail, zoals een bloemfiguurtje dat is uitgehouwen in een traptree in een nauw, kronkelig steegje. Wie heeft dat gemaakt? Het is er maar één. Als ik niet toevallig naar beneden had gekeken, had ik het niet gezien. Waarschijnlijk is de steen van de trede afkomstig van een ingestort gebouw uit de Venetiaanse periode en opnieuw gebruikt. Waarom maakt het allemaal zo´n diepe indruk? Omdat het een overzichtelijke tragiek is? Omdat het een eiland is? Omdat de eenzaamheid van "het eilandgevoel" zich naadloos voegt bij de desolaatheid van deze plek? Kijk hier voor 12 foto´s en oordeel zelf. Nog beter: ga er een keer heen. Buiten het toeristenseizoen. Terug naar boven

Áyios Nikólaos (19)

Onze huurauto. Hier aan de zuidkust van Kreta in het dorp Arvi spoelde tijdens de wolkbreuk een woeste waterstroom over de weg en door de bananenkassen. De oogst is verloren
Onze huurauto. Hier aan de zuidkust van Kreta in het dorp Arvi spoelde tijdens de wolkbreuk een woeste waterstroom over de weg en door de bananenkassen. De oogst is verloren

Vrijdag 30-10-2009

Om half acht gaat de wekker. Zwemmen, ontbijten en een auto huren. We huren hem tot aanstaande dinsdag, als we zelf naar het vliegveld moeten. De verhuurder zal die ochtend een mannetje met ons mee sturen om de auto terug te rijden. Het is een bewolkte dag. Om kwart over tien zijn we er. Ik zei al eerder dat de luchthaven van Iraklion slecht georganiseerd is. Dat blijkt ook nu weer. Het is erg druk en voor de incheckbalies staan lange rijen (foto hier). Het schiet niet op want de bottleneck is de afhandeling van de bagage. Kennelijk hebben ze onvoldoende capaciteit. De band die de bagage afvoert stagneert voortdurend en dan kan er niet meer ingecheckt worden. Tot de band weer loopt. Het gevolg is dat er steeds meer mensen te laat bij hun vertrek-gate arriveren en dat er steeds meer reizigers worden omgeroepen om zich snel te melden voordat hun vliegtuig vertrekt. Zenuwengedoe. In elk geval zijn Tessa en haar koffer net op tijd ingecheckt. Om half vier krijgen we via de SMS bericht dat ze in Rotterdam is geland.

 

Wij rijden van het vliegveld naar het centrum van Iraklion. Geen aantrekkelijke, drukke stad die volledig is vergeven van auto´s. Overal in de smalle kronkelstraatjes staat blik, je kunt er nauwelijks lopen behalve in de paar winkelstraten die wel autovrij zijn. We lopen langs de oude Venetiaanse haven, die aan de stadszijde geflankeerd wordt door grote arsenalen uit de Venetiaanse periode (foto hier). Er liggen een aantal jachtsteigers in de haven maar overwinteraars zien we niet.

We besluiten de stad uit te gaan en gewoon zomaar een eind rond te rijden over het eiland. Langs Knossos rijden we naar het zuiden, richting Pyrgos. Olijfgaarden, wijngaarden in een sterk glooiend landschap. We passeren diverse oudheden uit de Minoïsche tijd. Vandaag geen zin in oude stenen. Vanaf Pyrgos zoeken we de zuidkust op via een spectaculaire afdaling en bereiken het dorp Tsoutsouros aan zee. De Libische Zee, heet deze zee. Op 165 mijl ligt recht naar het zuiden de Afrikaanse kust, ongeveer ter hoogte van de grens van Libië en Egypte. Kriebels voel ik, kriebels om over te steken. Van Tsoutsouros rijden we echter langs de kust naar het oosten. Er is hier nauwelijks toerisme, ook niet in het seizoen, krijgen we de indruk. Onderweg kopen we in een supermarktje wat te eten, we lunchen aan zee op een langgestrekt en verlaten kiezelstrand. We rijden door. De schaarse vlakke terreintjes langs de kuststrook zijn overdekt met lelijke grote kassen van plastic zeil en staken, waarin men op grote schaal bananen teelt. Borden melden de subsidies van de Europese Unie daarvoor verstrekte; die zal hier wel populair zijn. Het is er een ravage van modder en troep. Zo te zien is hier in de afgelopen dagen - toen het bij ons ook hard regende - een ware wolkbreuk geweest en hebben wilde waterstromen zich een weg gebaand dwars door de kassen heen (foto hierboven) De hele oogst is vernield. De toch al slechte weggetjes zijn voor hele gedeelten vernield, soms is de complete asfaltlaag weggespoeld. Hier en daar moeten we door beekjes rijden, die nog over de weg stromen. Met man en macht probeert men de schade te herstellen. Natuurlijk, allemaal erosie, er is boven en tussen die bananenkassen niks aan beplanting overgelaten die zand, klei en rotsen op de hellingen vast kon houden. Afwatering werd ook niet aangelegd. De Europese Unie moest eens weten. Met moeite en af en toe een stuk terugrijden en een andere route proberen, bereiken we het kustdorp Arvi waar we een weg omhoog vinden. Halverwege de bestijging van de steile berghellingen passeren we een dorp van naar schatting honderd huizen, die vrijwel allemaal leeg en verlaten zijn (foto hier). De holle vensters en deuren, toch nog voorzien van roestende hangsloten, grijnzen ons aan. Alleen de orthodoxe kerk staat nog fris in de verf. Via de grote stad Ierapetra aan de zuidkust keren we terug naar Áyios N. Terug naar boven

Áyios Nikólaos (20)

Een hilarisch bewijs van opwarming in de achterliggende eeuw, dat her en der op Internet zwerft. Misschien is het al een oud plaatje met een lange baard, maar ik zag het voor het eerst
Een hilarisch bewijs van opwarming in de achterliggende eeuw, dat her en der op Internet zwerft. Misschien is het al een oud plaatje met een lange baard, maar ik zag het voor het eerst

Zaterdag 31-10-2009

Het KNMI meldde gisteren op zijn website dat de maand oktober 2009 vrij zacht was, 0,4° Celsius boven het langjarig gemiddelde. Vandaag meldt het KNMI in zijn rubriek Nader Verklaard:

 

"Wijnmaand oktober is in de loop van de twintigste eeuw bijna een graad warmer geworden. Over het tijdvak 1901-1930 bedroeg de gemiddelde temperatuur 9,6 graden, over 1931-1960 (10,0) en over 1961-1990 (10,5). Over de laatste dertig jaar was het gemiddelde 10,3 graden. Oktober 1992 was de laatste koude wijnmaand, zoals deze maand wordt genoemd, met een gemiddelde van 8,0 graden, maar meestal was het de laatste jaren veel warmer"

 

Als wijnliefhebber spreekt me dat natuurlijk aan. Per slot werd er gedurende de zogenaamde Warme Middeleeuwen op grote schaal wijn verbouwd in Nederland en Engeland (en was Groenland groen)

 

Ik zei eerder deze week dat ik niet erg enthousiast was over de manier waarop veel klimaatalarmisten en klimaatsceptici op hun websites debatteren. Er zijn gelukkig uitzonderingen en één daarvan is Kees le Pair, vroeger directeur van het FOM in Utrecht (waar ik hem in de kringen van linkse rakkers wel eens ontmoet heb). Onlangs - op 29-09-2009 - hield hij een voordracht voor de Ladies Association van Basildon, UK (hoe hij daar terecht komt, vertelt hij helaas niet) onder de titel "Climate Change & Other Superstitions" waarin hij op een rustige, intelligente en gedocumenteerde wijze zijn scepsis over AGW uiteen zet (= anthropogenic global warming, door de mens veroorzaakte opwarming ten gevolge van het verstoken van fossiele brandstoffen en de daardoor veroorzaakte versterking van het broeikaseffect in de atmosfeer) Het gaat me er nu niet om om zijn betoog meteen te weerleggen. Daarvoor bezit ik niet de vereiste feitenkennis. Maar wel om wat opvalt in zijn verhaal. Dat is bijvoorbeeld het kennelijk zeer geringe jaarlijkse aandeel van CO2 afkomstig van fossiele brandstoffen in de totale hoeveelheid kooldioxide in de atmosfeer. Dat is maar liefst 750 Gigaton. Wij voegen jaarlijks 6 Gigaton toe en dat is slechts 4% van de jaarlijkse 150 Gigaton die er door natuurlijke factoren bijkomt. Eenzelfde hoeveelheid wordt ieder jaar opgenomen door oceanen en planten. Een evenwicht, dus. Dus van de 6 Gigaton die wij toevoegen, wordt jaarlijks 3 Gigaton opgenomen. Hoe kan zo´n gering aandeel dat evenwicht op grote schaal verstoren? Dat lijkt nauwelijks mogelijk.

 

Andere boeiende punten uit het betoog van Kees le Pair:

- De stelling dat de bekende hockeystickgrafiek van Mann een miskleun was: '12 ill chosen trees that shock the world!' De discussie daarover begon al in 2003 en duurt nog steeds voort.

-De optie dat toename van kooldioxide in de atmosfeer niet opwarming veroorzaakt maar omgekeerd, dat de opwarming een verhoging van CO2 veroorzaakt.

Het zijn dus allebei punten die al wat langer spelen, maar waar ik tot dusver onvoldoende aandacht aan gaf. Je bent en blijft een bezorgde leek die bij het superspecialistisch gehakketak

al gauw moet afhaken. Overigens is Le Pair natuurlijk zelf ook een leek. Hij was altijd een wetenschapsbestuurder, geen meteoroloog.

Het knellende is dat de wereld op het punt staat, in Kopenhagen of elders als het daar mislukt, om grootscheeps te investeren in technologie en een circuit van kostbare emissierechten om de uitstoot van CO2 te beperken. Misschien is dat volledig overbodig. Weggegooid geld. Of misschien niet. Je weet het niet. Dus zou je geneigd zijn om niet aan geldverslindende reducties te doen. Het voorzorgbeginsel heeft immers al genoeg ellende en stagnatie veroorzaakt (gentechnologie, stamcellen, e.d.) Wat een dilemma!

 

Vannacht regen, vandaag wisselend bewolkt. We bereiden ons voor op de reis naar Nederland. Mijn bijdrage daaraan is ondermeer een bezoek aan een Griekse kapper. Aan het eind van de middag komen Geert & Ine Beernink van de Anégada borrelen. Zij zullen op onze Lord Byron - nog steeds in de rui - passen en een oogje op onze boot houden. Terug naar boven

Áyios Nikólaos (21)

De zondagmiddagse zeilersbarbecue in de haven. Op de voorgrond Allen, de Britse bewoner van een Turkse gulet die de Zweedse vlag voert. Links van hem in regenjas staat Ans met Geert
De zondagmiddagse zeilersbarbecue in de haven. Op de voorgrond Allen, de Britse bewoner van een Turkse gulet die de Zweedse vlag voert. Links van hem in regenjas staat Ans met Geert

Zondag 01-11-2009

Vandaag veel wind, noordwestenwind, bewolkt en regenachtig. Zulk weer maakt me dwars en ik zwem daarom toch mijn halve kilometer. Kleumend kom ik terug aan boord. Er staat een vervelende, rukkerige deining in de haven. Met buurman Geert trek ik met een touw op de elektrische lier onze bakboord mooringlijn een eind aan. De boot schuift en rukt heen en weer en dreigt anders te dicht bij de betonnen kade te komen. Geert is wat bezorgd. Vanochtend ontdekte hij een teek op zijn bovenbeen. Vermoedelijk opgedaan tijdens een wandeling drie dagen geleden. Nog in de korte broek. Hij verwijderde het ongedierte mét kop. Maar kan hij nu de Ziekte van Lyme krijgen? Dat risico is er inderdaad. We zoeken het op op Internet en hij zal in de gaten houden of hij symptomen ervan krijgt.

 

We hebben onze koffer zowat ingepakt en er is nog anderhalve dag te gaan. De lijst met zaken die we moeten meenemen, mee terugnemen uit Holland en de bezoeken die we moeten afleggen nemen we nog een keer door. Verder lezen we en om half drie stiefelen we met een fles ouzo en een fles aanlengwater naar de zondagse barbeque op de wal. Die wordt als overal in de Med georganiseerd door de Engelsen en heeft overal dus ook overal hetzelfde stramien. Wij hebben eerlijk gezegd nooit zin om zo vroeg al te BBQ´en maar - alà - een glas ouzo gaat er wel in. Terwijl het af en toe flink regent en stormt is het eigenlijk best gezellig (foto hierboven). We leren een aantal mede-overwinteraars kennen. Bijzondere figuren zoals de Britse Allen die prominent op de foto staat. Hij woont op zijn eentje op een grote houten Turkse gulet die een Zweedse vlag voert. Dat komt omdat Allen ooit getrouwd was met een Zweedse, die hem na een paar jaar verliet. Inderdaad, bij zeilers haken meestal de vrouwen af, andersom zie je zelden. De vlag heeft hij nog niet verwisseld. Waarom ook, eigenlijk? De gulet is nog geen tien jaar oud, maar hij ziet eruit alsof hij vijftig is. Dat komt, vertelt Allen, omdat de eerste (Turkse) eigenaar op zwart zaad raakte. Om de verzekeringspenningen te innen, liet hij het schip zinken, een bij verzekeraars bekende truc die zelden lukt. Ook nu niet. Het schip was uitermate luxe uitgerust, met airco en elektrische lieren en wat niet al. Voor een prik kocht Allen het wrak en liet het lichten - niets deed het meer -  en knapte het gedeeltelijk op. Typisch een klus zonder eind. Een houten schip lekt altijd zegt hij. De andere BBQ´ers zijn voornamelijk Britten, wat Duitsers, een Deens echtpaar en een stel uit Slovenië, waarvan de vrouwelijke helft dierenarts is.

 

Terug aan boord is het maar 16° We zetten voor het eerst dit seizoen de Webasto kachel aan. Terwijl regenbuien onophoudelijk het dek striemen maakt hij het snel behaaglijk warm in de kajuit. Er wordt vanavond en vannacht nog veel meer wind verwacht tot en met een storm uit het noordwesten. Je mag dan nog meer swell verwachten. Ik zet de kruislijnen op het achterschip verder uit elkaar. Dat maakt de ligging wat rustiger. Terug naar boven

Áyios Nikólaos (22)

Ik bevestig een stukje slang om een kruislijn om het schavielen tegen te gaan
Ik bevestig een stukje slang om een kruislijn om het schavielen tegen te gaan

Maandag 02-11-2009

We doen vannacht geen oog dicht. Er vallen fikse buien en het waait hard uit het noordwesten terwijl de boot danst en schokt op de swell die de haven inloopt. Zo hard schokt dat we soms schudden in bed en terwijl de landvasten erbarmelijk kraken vrezen we soms dat een van de klampen uit het dek gescheurd wordt. Hoe zoveel deining vanaf zee om de hoek van het schiereiland van Áyios N. én om de havenpier heen kan komen, is een raadsel. Waarschijnlijk staat er verder naar het noorden een noordoostenwind, die de golven in onze richting zendt. Of de deining wordt vanaf de kust teruggekaatst de haven in. Of beide. Een keer of tien ga ik aan dek kijken of we de kade niet raken. De wind heeft de loopplank naar lij weggedraaid, waar hij tegen de hekstoel leunt. Een touwtje is losgeraakt, maar hij zit daar wel goed vast.

 

Al vroeg ben ik in de weer om aan loef een extra lijn vanaf de middenbolder op de wal te zetten. Ook kort ik de kruislijnen wat verder in, zodat het achterschip minder heen en weer schuift. Van Geert krijg ik een stukje slang waarmee ik de stuurboord kruislijn bescherm tegen schavielen op de voetrail en de hekstoelstang (foto hierboven). Bij de bakboordlijn had ik dat gisteren al gedaan. Een tijd lang zit ik de zaak in de gaten te houden, terwijl de wind de felle regen tegen de kuiptent smijt. Het ziet er allemaal goed uit, maar de loopplank kunnen we niet gebruiken. Die beweegt door de ruwe bootbewegingen teveel heen en weer en dreigt dan tegen het kastje van de walstroom aan te slaan. Vanaf het zwemplatform kunnen we echter zó de wal opstrappen, als de boot juist ernaartoe beweegt. Mijn dagelijks zwemmen boet er vanmorgen bij in. Hm, het bevalt me niks, ik hecht aan een vast patroon. Ans brengt Lord Byron naar Ine & Geert en geeft instructie. His Lordship krijgt een voorname plek met uitzicht onder de ruime kuiptent van de catamaran. Terwijl Ans verder de koffer inpakt halen Geert en ik met onze huurauto een nieuwe startaccu voor de Anégada en bezoeken de Lidl, niet voor ons - we gaan immers weg - maar voor hen. Waarom ga ik altijd zo graag naar de Lidl? Omdat je er vaak van die leuke, praktische gereedschappen en hebbedingetjes vindt. Geert bezwijkt bijna voor een elektrische gitaar mét versterker voor € 199. Hij weet zich te beheersen. Ik schaf echter een alleraardigst Philips SpotOn LED-armatuurtje mét bewegingssensor (wit, niet zilver) aan voor slechts € 8,99. Heb ik dat nodig? Neu...maar het is wel handig in het donkere gangetje naar onze voorhut. Daar zit weliswaar al een lampje dat je kunt aanknippen, maar..uhm...dat hoeft dan niet meer. Het wordt nog erger. Geert en ik kopen ieder een leuk mondharmonikaatje en een blokfluit. Je moet van het winter toch iets, nietwaar?

 

´s Middags laat ik de generator een halfuurtje lopen. Hadden we al te lang niet gedaan. Ik bevestig het SpotOn lampje aan het plafond in het gangetje en werkelijk, het werkt prima. Daarna zet ik op tientallen plaatsen RAID kakkerlakkendoosjes neer. Om vijf uur gaan we naar de Anégada, Ine zou de laatste avond voor ons koken. De wind gaat liggen en de zon knipoogt uit het westen onder de wolken door. Bij het verlaten van onze boot valt Ans bijna in het water en verzwikt haar linkerpols. Terug naar boven

Gorinchem

Na een halfjaar weer een HEMA-rookworst op Schiphol
Na een halfjaar weer een HEMA-rookworst op Schiphol

Dinsdag 03-11-2009

´s Ochtends zwem je nog naast de haven in Áyios N. je halve kilometer terwijl de zon op je hoofd schijnt. ´s Avonds zit je in Gorcum aan de keukentafel bij Ans´dochter Barbara je website bij te werken terwijl moeder en (oudste) dochter uren naast je zitten te kwekken en te ratelen om drie maanden bij te praten. Terwijl ze elkaar minstens eenmaal in de week aan de telefoon hebben.

 

Om 10 uur geven we de laatste aanwijzingen omtrent ons schip aan Geert. We zijn wel erg blij dat hij en Ine ons bootje wat in de gaten houden en voor Lord Byron zorgen. Overigens liet his Lordship sedert gisteren geen veertjes meer vallen, de rui lijkt over. Hij gaf al enige piepgeluidjes, vertelt Ine. Ze zullen in de komende drie weken misschien meemaken dat de Lord weer begint te zingen, eerste aarzelend en aartsvals, maar allengs zekerder en mooier. Een leuke periode die we missen, maar voilá, als we terugkomen zingt ons vogeltje misschien weer het hoogste lied. We sluiten de afsluiters, plaatsen de laatste kakkerlakkendoosjes, sluiten de gasfles enzovoorts. Altijd even moeilijk om je schip achter te laten. De swell in de haven is eindelijk afgenomen. Dat is wel zo makkelijk om onze koffer van boord te tillen. We nemen afscheid van Geert & Ine, hijsen de loopplank op, werpen een laatste blik op ons scheepje - het valt ons opeens moeilijk om weg te gaan. Ik meld op het havenkantoor dat we weg zijn tot 24 november en dat de sleutel bij Anégada is. Onze autoverhuurder is op tijd. Hij rijdt ons naar de luchthaven van Iraklion en kan onderweg niet ophouden met - sorry - met lullen. Hij heeft overal in de wereld charmante lady-friends, de boeren in de bergen op Kreta hebben geen schapen meer maar telen wiet, en zo meer. We zijn blij dat we in Iraklion zijn.

 

Onze vlucht naar Athene duurt een half uur. Boven het eiland Milos is er niks meer te zien, alles is bewolkt. In Athene regent het pijpenstelen. Voor de tweede keer moeten we door de veiligheidscontrôle. Raar, die hadden we al in Iraklion doorstaan. In de drukte dondert de bak met mijn laptop van de band. De vrouwelijke beambte kijkt hulpeloos. Shit! Zou hij stuk zijn? Enfin, we moeten door naar de gate. De regen is overgegaan in een heuse wolkbreuk. Een bus brengt ons door torrential rain naar de KLM Boeing 373. Als we bij het vliegtuig uit de bus stappen staan we op het platform in tien centimeter water. Er is veel turbulentie bij het opstijgen, onderweg is niks te zien behalve een volle maan als we eenmaal boven de wolken zijn. Ik lees de International Herald Tribune en de New Scientist, die ik in Athene kocht. Turbulentie bij het landen en regen bij de landing op Schiphol. Daar check ik in Café Rembrandt of mijn laptop nog werkt. Pfff..dat is goddank het geval. Bij de kraam van de HEMA bij de uitgang nuttigen we - het is traditie geworden - een HEMA-rookworst (foto hierboven). Schoonzoon Michel haalt ons op. Over de allengs opdrogende snelwegen rijden we naar Gorcum. De A2 is nog altijd in verbouwing. Vreemd gevoel om Gorcum binnen te rijden. Over de Banneweg, langs mijn vroegere ziekenhuis. Toch mijn stadje geworden. Hoe bekend allemaal. Niets veranderd. Alsof je nooit weg was. Alsof er niks gebeurd is. Terug naar boven

Gorinchem (2)

Kermis in Gorinchem
Kermis in Gorinchem

Woensdag 04-11-2009

Een regenachtige herfstdag. Beetje uitgeslapen, want we hebben gisteravond tot bij tweeën zitten kletsen met Barbara & Michel. Eerst halen we een vaccinatie tegen influenza (de "gewone griepprik") bij onze huisarts. Op de dag voor ons vertrek zal hij ons ook inenten tegen de Mexicaanse griep, als we die dan nog niet gehad hebben. Daarna dirigeert Ans me naar de herenkledingzaak van Van Rijswijk in het Piazza winkelcentrum. Ik heb namelijk geen fatsoenlijke lange broek meer. Ik koop er meteen drie, dan ben ik er voorlopig weer vanaf. Ondertussen regent het maar door. We bezoeken Oma Steers, de moeder van Ans, in het verzorgingshuis. Ze is 90 en heeft het er gelukkig goed naar haar zin.

 

´s Middags slenter ik door het oude centrum van Gorcum. De straten zijn nat en glibberig van de herfstbladeren. Het is druk want op de Markt is het kermis (foto hierboven). De terrassen op de Varkensmarkt zijn leeg, tafels en stoelen druipen van het vocht (foto hier). Er hangt een melancholieke herfstsfeer in de stad. Ik neus wat rond in boekhandel De Wingerd in de Arkelstraat. Wat een hoop boeken zijn er weer verschenen, je zou zo de hele zaak willen opkopen! Het lukt me de aanschaffingen beperkt te houden tot een goedkope uitgave van Oliver Sacks´ "Musicofilia. Verhalen over muziek en het brein" (Meulenhoff, 9e herziene druk, 2009), "Het grootste spektakel ter wereld. Bewijs voor evolutie", het nieuwe boek van Richard Dawkins (Nw Amsterdam, 2009) en de Nederlandstalige uitgave van de Scientific American (nummer 6, 2009). Daar staat een stukje in over een nieuwe analyse van het omstreden hockeystickmodel van Michael Mann, een model dat erop wijst dat de aarde snel in de twintigste eeuw versneld opwarmt (althans het noordelijk halfrond) Ik schreef er een paar dagen gelden in Kreta nog over. Martin Tingley van Harvard University heeft een nieuwe methode gebruikt, waarin hij de proxygegevens van de afgelopen zeshonderd jaar tussen 45° N en 85° N heeft verwerkt. Dat levert ook een grafiek op met de bekende hockeystick-vorm. Het is een voorlopig resultaat, want in vervolganalyses zullen de proxygegevens van de afgelopen 2000 jaar worden verwerkt. Ik ben benieuwd, ook naar de commentaren van de klimaatsceptici.

 

Vanavond eten we boerenkool met worst en spekjes bij Barbara. Terug naar boven

Gorinchem (3)

De Nieuwe Hoven in Gorinchem. Links nummer 99, het geboortehuis van Ans
De Nieuwe Hoven in Gorinchem. Links nummer 99, het geboortehuis van Ans

Donderdag 05-11-2009

Moe en wat koortsig voelen we ons gisteravond, duidelijk een gevolg van de griepvaccinatie. Vandaag ook nog, pijnlijke spieren en lichte, schrijnende hoofdpijn. Vanochtend regent het weer pijpenstelen. Geloofwaardig herfstweer. Ik loop via de Nieuwe Hoven, de straat waar het ouderlijk huis van Ans staat (foto hierboven) naar het ziekenhuis. Op het priklaboratorium nemen ze bloed af en lever ik een potje urine in; testen voor de contrôleafspraak met mijn interniste volgende week. Een paar mensen herkennen me verrast en vragen hoe het ermee gaat. Een paar anderen kijken aan me voorbij. Niet vreemd, ik ben al tien jaar weg en ze verwachten ook helemaal niet me hier tegen te komen. Er werken natuurlijk steeds minder mensen die me nog kennen. Van 1999 tot nu is alweer tien jaar. Wat is er niet allemaal gebeurd in die tijd! Mijn vertrek uit Gorcum na bijna dertien jaar en het snelle échec bij Prismant, de dood van mijn moeder, de slopende jaren in Twente in het MST, de periode van interimklussen en advieswerk, mijn scheiding en de verwijdering tussen mijn beide jongens en mij, het huwelijk met Ans, ons vertrek uit Deil naar het flatje in Andel en tenslotte ons vertrek met de boot - nu alweer meer dan twee jaar geleden. Ups en downs. Ongeveer fifty-fifty, zou ik zeggen. Het kon beroerder. Tien jaar van een leven zoals er zoveel van zijn, in elk geval altijd goed gezond geweest en grotendeels gedaan wat ik wou. Waarom dan toch steeds weer die voortdurende melancholie? Het J.C. Bloem-gevoel, zoals ik het noem:

 

"Het regent en het is november
Weer keert het najaar en belaagt
Het hart, dat droef, maar steeds gewender,
Zijn heimelijke pijnen draagt"

                                   (Uit: November, in de bundel Het Verlangen, 1921)
  

Is het erg? Ja, of eigenlijk nee.

 

´s Middags kikker ik wat op. Ik rijd met ons Fiatje (dat Barbara gebruikt als we er niet zijn) langs een aantal vroegere plekken. Onderweg zie ik in Het Land van Heusden en Altena een grauwgeel gespikkelde buizerd op een paal in de regen zitten. Een hoge regenboog welft zich over de akkers, waar de vers omgeploegde klei nat schittert in het harde licht van een schrale zon. In de verte is de scheve toren van Gorcum te zien. Ons flatje in Andel en dat van onze buurvrouw, wijlen mevrouw Cornet, staan te koop. In Geldermalsen koop ik Aromat en scheercrème van De Vergulde Hand, zaken die je in Kreta niet kunt krijgen. In Deil rijd ik langs de twee huizen waar ik gewoond heb, de Deilsedijk 45 (van 1979 tot 1995) en Bulckesteynstraat 3 (van 1995 tot 2005) Alles druipt van de regen. Wat doe je bij die huizen? Je kijkt, maar nooit lang genoeg. Soms was ik er gelukkig, soms niet en meestal leefde in een onbestemde tussenstaat in de dagelijkse tredmolen van werken-eten-slapen waarin je af en toe verbaasd constateerde dat er alweer een jaar voorbij was. Mijn drie kinderen groeiden hier op, of wacht nee, Floor, de oudste niet, die kwam in Utrecht ter wereld en beleefde haar eerste jaar aan de Oudegracht. Op de terugweg rijd ik over de Diefdijk, waar het beneden langs de dijk barst van de fazanten.

Ach, nog een keer Bloem, het slot van hetzelfde gedicht:

 

"Verloren zijn de prille wegen
Om te ontkomen aan den tijd;
Altijd November, altijd regen,
Altijd dit leege hart, altijd"

 

Terug naar boven

Gorinchem (4)

Dit is een voorbeeld van een opdracht in het programma van Galaxy Zoo voor het classificeren van sterrenstelsels.
Dit is een voorbeeld van een opdracht in het programma van Galaxy Zoo voor het classificeren van sterrenstelsels.

Vrijdag 06-11-2009

Sinds een paar dagen neem ik deel aan een project om sterrenstelsels te classificeren bij Galaxy Zoo. Dat klinkt goed, nietwaar? Ik vond het via de website van Astronieuws. Het is een aardig tijdverdrijf en kennelijk erg nuttig. Op de website van het project wordt uitgelegd dat je kunt deelnemen aan het classificeren van stelsels die getografeerd zijn door de Sloan Digital Sky Survey, een ambitieus programma dat is begonnen in 2000 om miljoenen galaxies vast te leggen met behulp van de telescoop van Apache Point Observatory in New Mexico. Het programma loopt nog tot 2014. Het is gebleken dat het menselijk brein beter dan een computer in staat is snel en zeker sterrenstelsels te classificeren in b.v. spiraalstelsels of bolvormige stelsels, enzovoorts. Het project is begonnen in juli 2007 en iedereen met een Internetverbinding kan eraan deelnemen. Het classificeren heb je inderdaad zo onder de knie. De resultaten zijn spectaculair, lees het na op The Story So Far. En soms worden er door de amateur-classificeerders opmerkelijke zaken ontdekt:

 

"One of the most exciting discoveries from the original Galaxy Zoo was something we never expected. Hanny Van Arkel, a Dutch schoolteacher and Galaxy Zoo volunteer, posted an image to the Galaxy Zoo forum and asked "What's the blue stuff below?" No one knew. The object became known as the "Voorwerp" — Dutch for "object". The original images from the Sloan Digital Sky Survey couldn't tell us what it was, so we took follow-up telescope observations, in optical and ultra-violet light, as well as measurements from the Swift satellite"

 

Probeer het ook eens, zou ik zeggen. Het is bovendien een goede manier om meer gevoel te krijgen voor de enorme dimensies van het heelal.

 

Vanochtend is er eindelijk wat zon. Bij de beide pensioenfondsen waar mee te maken hebben, actualiseer ik onze gegevens. Ze hadden hun online toegankelijkheid veranderd waardoor we onze financiële situatie in de toekomst niet meer op het scherm konden krijgen. Uit Kreta krijgen we een geruststellend bericht van Geert & Ine van de Anégada dat het goed gaat met onze Lord Byron, hij gaf reeds één tsjilpje. Ze stoten nog regelmatig hun kop tegen de kooi, die bij hen onder de kuiptent hangt. Met ons scheepje is ook alles in orde. De rest van de middag lees ik en doe een tukje. Vanavond gaan we naar een optreden van Ans´oudste dochter Barbara. Die is namelijk behalve huisvrouw en moeder van Jordin, Nikita en Esri ook zangeres in de band van haar vader. Terug naar boven

Gorinchem (5)

Barbara zingt in café ´t Hoekje in Gorcum
Barbara zingt in café ´t Hoekje in Gorcum

Zaterdag 07-11-2009

Ouderwets naar de kroeg zoals je vele jaren geleden deed. Ik zou oeverloze verhalen kunnen schrijven over vele oeverloze nachten in de oeverloze kroegen aan de oeverloze grachten van het Utrecht uit mijn studententijd en ook nog van de jaren erna. Heel die oeverloosheid komt in mijn herinnering terug als we gisteravond laat om 11 uur naar Café ´t Hoekje aan de Langendijk in Gorcum rijden. Daar treedt Ans´ oudste dochter Barbara op met de band "Pleasure" van haar vader (foto hierboven en hier) We voelen ons heel erg trots op haar en genieten van het optreden met veel nummers uit de jaren dat wij jong waren. Barbara heeft een verrassend mooie, volumineuze en donkere stem die je niet direct verwacht bij haar tenger figuur. Een stem die eigenlijk niet zo geschikt is voor de meer schreeuwerige nummers als van Tina Turner, maar het vooral goed doet in mooie ingetogen ballads. Dan draagt die stem je een eind weg. Maar ja, het publiek in de kroeg wil swingen en Barbara en de band spelen aanstekelijk, we swingen met genoegen een uurtje mee. We dachten overigens wel dat er in Nederland niet meer mocht worden gerookt in de kroegen. Daaraan waren we in de landen rond de Middellandse Zee, waar men aan het rookverbod in café´s strikt de hand houdt, gewend geraakt. Helaas, aan deze kroeg is de beschaving voorbij gegaan. Het lokaal staat blauw van de rook en na de zoveelste kriebelhoestbui nokken we af. Onze kleren stinken een uur in de wind. Vreemd. Vroeger - tot voor ruim 13 jaar - rookte ik zelf nog en had er totaal geen last van. Nu snap ik niet meer dat mensen in zoveel stank en viezigheid willen zitten. Ooit had ik een vriendinnetje dat niet rookte en die nadat ze me zoende zei, het is alsof je een asbak kust. Ze had gelijk.

 

Vroeger - in mijn studentenjaren en ook daarna - beleefde ik de essentie van een avond in de kroeg werkelijk als het beleven van oeverloosheid. Het was een aangenaam gevoel. Je ging erop uit en het was de oeverloosheid van de avond en de nacht die voor je lag die je aantrok en verleidde in het besef van de ontelbare mogelijkheden die het leven voor je in petto had en die misschien vanavond op je af zouden komen. Zo ervoer ik dat vroeger echt. Een avond in de Utrechtse kroegen was altijd vol beloften ook al ontmoette je er doorgaans louter eenzaamheid. Per slot kon het op een avond anders zijn! Misschien kwam je wel een hele mooie meid tegen die de liefde van je leven zou worden. Maar eenzame mannen zijn niet erg in trek en naar gelang je oeverlozer werd, werd je eenzamer. Dat is - heb ik ervaren - de leerzame wet van het kroegbezoek. En als je dan toch eindelijk nog een belangstellende vrouw tegenkwam, dan deed je er beslist niet goed aan om met haar mee te gaan. Het leidde strijk en zet tot vreugdeloze exercities in een bed in een vreemd huis, waaruit je bij het krieken van het genadeloze ochtendlicht zo snel mogelijk probeerde te ontsnappen. Ach, en hoe moest je zulke escapades uitleggen aan de ware liefde als je die ooit tegenkwam? Er is een bundel gedichten van de Chileense dichter Pablo Neruda uit 1952, waar ik dan altijd aan moest denken. Die bundel - Los versos del capitán - gaat over een grote, geheime liefde van hem. (Neruda was natuurlijk het toonbeeld van een gedreven versierder) Maar daar ging het me niet om, het ging me om een - in mijn ogen ogen kardinale - regel, een regel die ik had willen zeggen tegen mijn eigen grote liefde als ik die in die tijd vond, uiteraard een onnodige verontschuldiging maar toch, een regel die ik uit mijn hoofd kende en die ik nu bijna vergeten was en nergens op Internet kan vinden maar die ongeveer zegt dat hij anderen voor haar had liefgehad, want "liefste, ik ben in de wei geweest" Dát zou ik dan ook tegen haar zeggen en mijn best doen om niet in lachen uit te barsten.

 

Vanochtend wisselen zon en buien elkaar af. We ontbijten laat. Vanmiddag zullen we wat boodschappen doen en daarna ga ik langs bij Wijnhuis Heukelum van mijn vriend en vroeger buurjongen Inge Hogerdijk. Ik heb twee verrassingen op wijngebied voor hem meegenomen. Vanavond vieren we de verjaardag van Ans´jongste dochter Tessa.

 

"Wie is uitgenodigd voor griepprikken, maar de prik tegen de gewone wintergriep nog niet heeft gehad, kan hem beter even overslaan en wachten tot de huisarts het vaccin tegen de Mexicaanse griep gaat prikken. De gewone wintergriep is namelijk nergens te bekennen, maar het Mexicaanse griepvirus waart wel rond in het land", lees ik vanmorgen bij de NRC. Dat had ik liever eerder geweten! Nu moeten we wachten tot de gewone griepvaccinatie is aangeslagen. De wachtperiode is echter geen drie weken, maar veertien dagen. Per e-mail vraag ik onze huisarts of we de vaccinatie voor de Mex griep al op 18/11 kunnen halen in plaats van op 23/11. Men verwacht dat de Mex griep over drie tot vier weken op zijn top is, misschien zijn we net op tijd. Of niet. Terug naar boven

Gorinchem (6)

In Wijnhuis Heukelum hangt een portret van Inge, dat een jaar of tien geleden werd geschilderd
In Wijnhuis Heukelum hangt een portret van Inge, dat een jaar of tien geleden werd geschilderd

Zondag 08-11-2009

Gisteren rijd ik aan het eind van de middag naar Wijnhuis Heukelum van Inge Hogerdijk (foto hierboven). Meermalen heb ik op deze site melding gemaakt van de betreurenswaardige ontwikkeling dat wijnboeren in veel landen aan de Middellandse Zee en de Zwarte Zee overgaan op het maken van wijnen van bekende Franse druivenrassen, meestal Cabernet Sauvignon en Merlot, omdat ze denken dat de markt daarom vraagt. Terwijl ze traditioneel uitstekende wijnen maken met hun eigen inheemse rassen, zoals de Mavrud in Bulgarije en de Bogazkere in Turkije. Ze hebben onvoldoende ervaring met de teelt en de vinificatie van de Franse rassen en de resultaten zijn doorgaans niet beter en soms ronduit slecht. Daarom heb ik voor Inge een fles meegebracht met de meest beroerde wijn die ik in die regio dronk, een blend van Cabernet Sauvignon en Merlot uit Albanië. En als voorbeeld hoe het ook kan, een fles mooie Bogazkere 2004 uit Turkije. Met de Albanese wijn zijn we snel klaar, hij is vlak en zuur, een mislukking. Maar dan de Turk! Hij moet even aan de lucht bloot staan maar dan heeft hij al snel een mooie geur en een rijke, volle smaak. Eigenlijk moet je hem vooraf decanteren, zegt Inge, in een karaf overschenken. De bezoekers, vaak bekenden die regelmatig in het Heukelums wijnhuis terugkeren, waarderen hem ook zeer. Maar ik moet eerlijk zijn, in Turkije proefden we ook wel eens wijn gemaakt van de bekende Franse rassen en die was niet bijzonder.

 

Terug in Gorcum tref ik een hevig verontwaardigde Ans. In beruchte steden als Lissabon, Rome en Istanboel hebben we nooit zakkenrollers te maken gehad, maar dat ze notabene in haar eigen stad bestolen wordt! In een winkel hurkten er twee vrouwen naast haar, die beweerden naar een vergeten paraplu te zoeken. Even later waren ze plotseling weg en kort daarop ontdekte Ans dat ze een tas met een duur parfum, verjaardagscadeau voor dochter Tessa, kwijt was.

 

De verjaardag ´s avonds is er niet minder gezellig om. Vandaag is het een mooie, zonnige herfstdag. We vieren de verjaardag van Jordin, het oudste kleinkind, zoon van Barbara & Michel. Hij wordt aanstaande dinsdag dertien, maar we vieren het vandaag. Eerst gaan we met de laptop langs bij Oma Steers, om haar foto´s van onze tocht te tonen. Ze geniet er geweldig ondanks dat we niet helemaal zeker zijn of ze alles wel goed gezien heeft. Bij de foto´s van onze scootertocht over het eiland Ikaría vraagt ze namelijk "Heb jij daar rood haar, Ans?" "Nee ma, dat is mijn helm" Terug naar boven

Gorinchem (7)

Jordin met zijn nieuwe gitaar
Jordin met zijn nieuwe gitaar

Maandag 09-11-2009

Gisteravond krijgt kleinzoon Jordin voor zijn 13e verjaardag een akoestische gitaar van zijn ouders (foto hierboven). Muzikaliteit is een trefwoord voor de familie. Hier poseert hij met zijn zusjes. Het wordt helemaal gezellig als Ans´zoon Derrick en zijn (Tsjechische) vrouw Kate arriveren met de kleinkinderen Liam en Caelan. De laatste kwam afgelopen ter wereld.

 

Na de prachtige herfstzondag is het vandaag grijs, koud en klam. De assistente van de huisarts mailt dat we inderdaad al op 18/11 de vaccinatie tegen de Mexicaanse griep kunnen halen. Als we nu maar niet ziek worden. Ans gaat vandaag met Derrick en zijn gezin naar Oma Steers en daarna de stad in. Ik maak een grote wandeling. Bij de apotheek haal ik twee nieuwe busjes teststrips voor de bepaling van bloedsuiker. Kosten liefst € 81. De zorgverzekeraars vergoeden die niet, alleen bij diabeten die zich moeten injecteren met insuline. Eigenlijk vreemd want je bespaart hen immers kosten door zelf je glucosespiegel te leren reguleren zonder injecties. Statistisch gesproken verleng je je leven daarmee. Maar misschien luidt de redenering bij hen anders: hoe langer de verzekerde leeft, hoe meer onkosten hij maakt?

Verder koop ik in het Piazza Center een nieuwe wetenschappelijke scheurkalender 2010 van het blad Natuurwetenschap & Techniek, een goedkoop horloge (€ 19,50 bij Blokker) en bij Dixons een mini-statief voor mijn camera, omdat ik toch wat meer met nachtopnames wil experimenteren. Ik loop langs het stadhuis naar de stad. In de sluis tussen de Korte en de Hoge Brug wordt eens lang motorschip geschut (foto hier). Bij de Hoge Brug stuit ik op de caponnière, een onderdeel van de vesting Gorinchem waarin tegenwoordig wijnproeverijen worden gehouden door wijnhandelaar Jaap van Ouwerkerk - de man die in 1992 de zogenaamde breinwijn leverde voor de kunstmanifestatie BRAIN/Internal affairs in de oudbouw van het ziekenhuis. Ik drentel wat rond bij het curieuze vestingwerk, dat niet eens erg oud is. Het werd eind 19e gebouwd toen men het Merwedekanaal groef en daarvoor een bastion moest verdwijnen (foto hier). Opeens zie ik op de muur een gedicht van Ida Gerhardt.  Hier ook al! Ik schreef al bij eerdere bezoeken aan Gorcum over de stenen tafelen op de kop van het gebied Buiten de Waterpoort aan de rivier. Daar staan ook dichtregels van de in Gorcum geboren dichteres op. Hier staat het gedicht "Het Schip" op de muur, heel toepasselijk voor deze plek naast een sluis.

 

HET SCHIP

 

Er kwam een schip gevaren;

Het kwam van Lobith terug,

Met grint en rivierzand geladen.

Het richtte zijn boeg naar de brug.

 

De scheepsbel was duidelijk te horen,

De brugwachter kwam al in zicht;

Een halfuurslag viel van de toren.

Het schip voer door schaduw en licht.

 

Met boegbeeld en naam kwam het nader,

De ophaalbrug ging omhoog;

Een deining liep door het water

Dat tegen de schoeiing bewoog.

 

Er stond een kind op de kade

-ik was het, ik was nog klein-

Het had niets meer nodig op aarde

Om volkomen gelukkig te zijn.

 

Ik herinner me nog dat Ans het me jaren geleden voorlas, we woonden toen in Andel aan het water, en bij de laatste regels in snikken uitbarstte. Als poëzie dat kan bewerkstelligen...dan moet ze wel goed zijn. Over Ans gesproken: ze keert terug uit de stad met het tasje met de dure fles parfum die gisteren gestolen zou zijn. Het winkelpersoneel vond hem bij sluitingstijd op het eind van de toonbank, waar Ans hem

Beslist niet had neergezet. Enige gratis proefflesjes ontbraken, maar niet de parfum. Raadselachtig.

 

Vanavond gaan we op bezoek bij onze vrienden Herman & Marjan Ursinus. Iedereen herinnert zich natuurlijk dat Herman de schuld van alles is. Lees het anders hier.

Terug naar boven

Gorinchem (8)

De beroemde luchtbrug tussen de beide lokaties van MST in Enschede
De beroemde luchtbrug tussen de beide lokaties van MST in Enschede

Dinsdag 10-11-2009

In Wijk en Aalburg hebben we bij Herman & Marjan Ursinus een lange, gezellige avond met oerhollandse snert met rookworst, spek en roggebrood - en vrolijke gesprekken.

 

Vanmorgen rijd ik om kwart voor acht weg richting Twente. De route van bijna tweehonderd kilometer over de A15, de A50, een stukje A12, de A1 en het laatste stukje A35 naar Enschede kan ik wel dromen. Ik reed hem vroeger dagelijks. Vroeger werd me wel eens verweten dat ik niet in Enschede wilde komen wonen. Natuurlijk wilde ik dat niet, mijn perspectief lag er immers niet, ik zou maximaal zes jaar in Medisch Spectrum Twente komen werken (uiteindelijk werden het er drie) en daarna de zeiltocht door de wereld aanvangen, zoals we nu doen. De Raad van Commissarissen accepteerde het maar was not amused. De toenmalige voorzitter van de RvC begon er steeds weer over. Twente was toch de mooiste plek ter wereld om te wonen? Na zijn aftreden verhuisde hij zelf spoorslags naar de Randstad.

 

Bij Deventer begint het te regenen. Precies twee uur later rijd ik de nieuwe parkeergarage van MST binnen. Als ik de centrale hal aan de Haaksbergerstraat inloop is het een feest der herkenning. Uit de receptiebalie klinkt "Meneer Zijlstra! Dat is lang geleden!" Het is me hier allemaal meteen weer vertrouwd alsof ik niet al 5,5 jaar weg ben. Herinneringen bestormen me. Vroeger zat de Raad van Bestuur in een vleugel naast deze hal. Ik bedenk me dat het vroeger per slot niet alleen kommer en kwel was in MST en dat ik er heel wat fijne dingen heb beleefd. Op weg naar de fameuze luchtbrug van bijna een kilometer tussen de beide lokaties van MST kom ik diverse bekenden tegen. Enige dokters, mensen van de apotheek en van het lab. Iedereen is verrast en hartelijk. Velen blijken af en toe onze reis te volgen via deze website. Natuurlijk zijn ze ook nieuwsgierig naar wat ik over de affaire Jansen Steur schrijf. Ik loop naar de lokatie Ariënsplein, waar de Raad van Bestuur tegenwoordig zetelt. Aan beide uiteinden van de brug staan nog altijd de kleine fietsen die personeelsleden gebruiken om snel van de ene naar de andere kant te komen (foto hierboven). Halverwege ontmoet ik Evert die destijds bij het patiëntentransport werkte. Ik liep vroeger graag door het ziekenhuis en regelmatig liepen we samen op over de brug. Ik maak een foto van hem op zijn fiets, maar die blijkt later helaas onscherp anders had je hem hiernaast gezien. Evert is nu in uniform, hij werkt tegenwoordig bij de beveiligingsdienst en wijst me de burelen van de Raad van Bestuur in het voormalige OK-complex. Voorzitter Kingma en stafmedewerkster Mariska de Groot ontvangen me. Ik ontmoet ook hier bekenden, bestuurders van andere ziekenhuizen, toevallig aanwezig voor een vergadering. Lex Hilbers, destijds collega bij de concurrerende ziekenhuisgroep in Hengelo en Almelo en nu bestuurder in MST, komt me even de hand schudden.

 

Het is de bedoeling dat ik informatie krijg over de gang van zaken bij een getuigenverhoor. Dat heb ik immers in mijn leven nog nooit meegemaakt. Later deze week zal de rechter-commissaris me horen op verzoek van de advokaat van Jansen Steur. De advokaat van het ziekenhuis legt me uit hoe een en ander in zijn werk gaat, wie erbij aanwezig zijn, enzovoorts. Denk niet dat ze me vertellen wat ik wel en niet moet zeggen. Dat bepaal ik zelf wel. Maar het is goed dat ze me de gang van zaken bij zo´n verhoor uit de doeken doen, dan hoef ik me daar in elk geval niet door te laten verrassen. We verkennen mogelijke interferentie met het vooronderzoek tegen de rechtspersson MST. Een lastig onderwerp. Je getuigenis in de zaak tegen Jansen Steur kan ook aangewend worden in een mogelijke vervolging van MST.

 

In de plenzende regen rijd ik terug, nu via Utrecht. Daar is het droog. De files van vanmorgen zijn weg. Vanavond krijgt kleinzoon Jordin, die officieel vandaag pas jarig, opnieuw verjaardagsbezoek. Ditmaal van Lida & Sjacco, zijn opa en oma van vaderskant. Terug naar boven

Gorinchem (9)

Sterk uiteenlopende projecties van toekomstige klimaatverandering. Zwarte lijn is de temperatuurcurve 1900-2009, rode lijn is IPCC 2000, blauwe lijnen zijn projecties op basis van afkoelingsperiodes (1945-1977, 1880-1915, 1790-1820)
Sterk uiteenlopende projecties van toekomstige klimaatverandering. Zwarte lijn is de temperatuurcurve 1900-2009, rode lijn is IPCC 2000, blauwe lijnen zijn projecties op basis van afkoelingsperiodes (1945-1977, 1880-1915, 1790-1820)

Woensdag 11-11-2009

De grafiek hierboven is typerend voor de stand van zaken in het klimaatdebat. Hij komt van een recent paper dat de geoloog Don J. Easterbrook op 19 oktober jl. presenteerde bij de Geological Society of America. Je ziet aan de bovenkant een prognose van het IPCC uit 2000 (hoewel er recentere zijn, uit 2007), die verdergaande opwarming voorspellen. Aan de onderkant zie je de prognoses van Easterbrook, die duiden op spoedige afkoeling. De stelling is zelfs dat het gebrek aan zonnevlekken tijdens de afgelopen zonnecyclus alle eerdere records heeft gebroken en dat we afstevenen op een nieuw Maunder Minimum, de zogenaamde Kleine IJstijd. De prognoses van het IPCC zijn voor het overgrote deel gebaseerd op klimaatmodellen. Die kennen hun beperkingen. De prognoses in kringen van sceptici zijn meer gebaseerd op fysisch onderzoek, zoals dat van geologen. Elders (bij Astromedia) las ik vandaag dat de NASA had vastgesteld dat in de 20e eeuw ook de planeet Mars opgewarmd zou zijn. Die simultane opwarming zou ook zijn geconstateerd op Jupiter, de Neptunusmaan Triton, Pluto en andere planeten. Daar kan in elk geval niet veroorzaakt door mensen die fossiele brandstoffen verstoken (AGW, anthropogenic global warming) "These warmings can only be consequence of the same and only factor ― a prolonged and unusually high value of the TSI during almost whole XX century. The simultaneous global warmings on the Earth, Mars and in virtually whole solar system are the phenomena of the natural solar origin and are caused by natural ― astronomic reasons and not by industrial activity of the humans", zegt het artikel. Een sterk punt, zo lijkt het! Als op diverse planeten en manen in ons zonnestelsel in hetzelfde recente tijdsbestek in dezelfde mate opwarming plaatsvindt, dan kunnen mensen (of Marsbewoners) er onmogelijk de oorzaak van zijn. Ik wil nog zorgvuldig nakijken of het klopt. Bovendien lijkt het gebaseerd te zijn op slechts zes jaar van waarnemingen (1999 - 2005) En dat is wel heel erg kort.

 

Vanochtend rijdt ik naar mijn tandarts Anja Brinkman in Bilthoven. Zij vult drie gaatjes, het vierde hoeft bij nader inzien niet, en verwijdert mijn tandsteen. "Je hebt ze weer aardig aan elkaar gemetseld", zegt Anja. De middag daarna slenter ik vergenoegd door mijn oude Utrecht. Bezoek uiteraard de boekhandels en CD-zaken, koop nieuwe petten bij mijn vertrouwde Hoedenzaak Jos van Dijck in de Bakkerstraat en drink koffie bij Graaf Floris op de Vismarkt. Op de Vismarkt staatsinds jaar en dag een beeld van de Utrechtse beeldhouwer Theo van de Vathorst, genaamd Marktvrouw (1976, foto hier). De marktvrouw van Vathorst is echter geen vissersvrouw, zoals je mocht verwachten, want ze draagt een aantal hanen onder haar armen. Het steegje waar het beeld voor staat heet Hanengeschrei. Dat kan geen toeval zijn! Al halverwege de middag begint het in de straten te somberen, de straatverlichting gaat aan en ik bedenk dat ik beter doe om voor de avondfiles terug te rijden naar Gorcum. Vanavond eten we met Ad & Inge Hogerdijk (vader en zoon, beiden wijnhandelaar en vroeger mijn buren in Deil) en Inge´s vriendin Jacqueline. Waar we gaan eten? In Gasterij "De Os & Het Paard natuurlijk. Terug naar boven

Gorinchem (10)

In de serre van Gasterij De Os en Het Paard. Vlnr. Jacqueline, Tom, Ad, Inge en Ans
In de serre van Gasterij De Os en Het Paard. Vlnr. Jacqueline, Tom, Ad, Inge en Ans

Donderdag 12-11-2009

Opnieuw breek ik met de regel om niet alsmaar foto´s van diners op te nemen. Het was gisteravond in Deil zó gezellig met Ad, Inge & Jacqueline in Gasterij "De Os & Het Paard" dat ik een uitzondering maak. We kregen van eigenaar Wouter (de zoon van de enkele jaren geleden overleden oprichters Kees & Lyda Klein) een mooie plaatsje in de serre, die vader Kees eind jaren ´80 liet maken voor de ingang (foto hierboven). We kregen ook een prima 4-gangenmenu voorgezet waarin het hoofdgerecht de beroemde "biefstuk van Kees" was, een tournedos van het blonde aquitaanse rund. En verder haalden we zóveel oude herinneringen en verhalen op dat het half twaalf was voor we er erg in hadden.

 

Vandaag haal ik voor de zekerheid bij een computerwinkel in de stad voor 8 euro een nieuw USB-kabeltje voor mijn WiFi-antenneadapter. Het oude is óf in Kreta aan boord blijven liggen óf het is uit mijn laptop-tas gevallen bij de chaotisch verlopen veiligheidscontrôle op het vliegveld van Athene. ´s Middags bezoek ik mijn interniste in het Beatrixziekenhuis. Mijn bloeddruk is goed, de uitslagen van bloed (o.a. glucose, cholesterol - LDL én HDL - en nierfuncties) en urine zijn goed en een ter plekke geregeld ECG ziet er in mijn ongeoefende ogen ook goed uit. In de apotheek haal ik een nieuwe voorraad anti-hypertensiva.

 

Morgen rijd ik opnieuw naar Twente. Dit keer naar Almelo voor het getuigenverhoor in de strafzaak tegen Jansen Steur. Ik zie verbaasd op de website van RTVOost dat er nu al een interview met me wordt aangekondigd voor het programma "In de Wandelgangen" van morgenavond:

 

Nieuws- en actualiteitenprogramma

Uitgerekend op vrijdag de 13e wordt hij gehoord in de strafzaak tegen oud-neuroloog Jansen Steur. Voormalig topman Tom Zijlstra van het Medisch Spectrum Twente wil zelfs een strafproces tegen zichzelf om voor eens en altijd duidelijk te hebben dat hem destijds geen blaam trof met deze verslaafde en disfunctionerende specialist. Het programma 'In de Wandelgangen ' heeft vanavond een exclusief gesprek met Zijlstra die de wereld rond zeilt, maar voor even terug is in Nederland.

Bij TV Oost: vanavond om 21.15, 22.15 en 23.15 uur

 

Toe maar, een exclusief gesprek! Het komt me nogal prematuur voor. Eerst maar eens zien hoe het verhoor loopt. Ze laten er geen gras over groeien, die Tukkers. Het klopt wél dat ik onlangs in mijn weblog schreef dat ik het betreurde dat het Openbaar Ministerie overweegt om ook de rechtspersoon MST te vervolgen en niet de individuele bestuurders. In het laatste geval zou namelijk het doen (en vooral het laten) van iedere bestuurder in de zaak gewogen worden. Zie ook hier in TC/Tubantia.  Terug naar boven

Gorinchem (11)

Het gerechtsgebouw in Almelo
Het gerechtsgebouw in Almelo

Vrijdag 13(!)-11-2009

Om half zeven loopt de wekker af. Ik moet om 10 uur in het gerechtsgebouw van Almelo zijn om te verschijnen in het kabinet van de rechter-commissaris voor het getuigenverhoor in strafzaak tegen Jansen Steur. Omdat er geen files gemeld worden, neem ik de wat snellere route langs Utrecht en Amersfoort. Om half tien ben ik bij het gerechtsgebouw (foto hierboven). Na het passeren van de veiligheidscontrôle heb ik nog 20 minuten. In een rek vind ik een folder met de titel "U bent getuige in een strafproces", die ik plichtsgetrouw doorlees. Geen nieuws ten opzichte van de dingen die ik eerder deze week van de advocaat van MST hoorde. Ik kijk rond. Diverse groepjes formeren zich rond advocaten in toga. In de hal hangt een intrigerend schilderij met een tamelijk clownesk tafereel met twee mannen en een nogal blote vrouw (foto hier). Het doet denken aan sommig werk van de Belgische schilder James Ensor en draagt de titel "Regelrecht" en is gesigneerd Gierveld & Gierveld, 1999. Ik maak er een foto van in het voornemen later eens uit te zoeken wat de achtergrond van dit schilderij is. Dan word ik opgehaald door de griffier, die in contrast met zijn (voor mij) toch wat deftige functie een trui en een spijkerbroek draagt. Hij ontsluit een deur van een afgesloten gang en brengt me naar de zittingzaal. Ik zit op enige afstand van de tafel van de rechter-commissaris die de zitting opent en enige vragen stelt, bijvoorbeeld om mijn identiteit vast te stellen - hoewel ik me niet verder hoef te identificeren. De advocaat en de officier van justitie zitten ieder aan een tafeltje ter weerszijden van me, ik heb geen tafeltje. Tja, hoe verliep het verhoor? De advocaat is meestal bezig me te bevragen. Hij heeft een Brabantse tongval en lijkt me wel een aardige jongeman. De officier is gereserveerd en daar kan ik me wel iets bij voorstellen, want natuurlijk vertel ik ook over de regeling die ik destijds - begin 2004 - met een van zijn collega´s overeenkwam rond het vertrek van Jansen Steur. Een contact waarvan het Openbaar Ministerie nu zegt dat het nooit heeft plaatsgevonden. Het hele verhoor duurt maar liefst drie uur. Ik heb me echter geen moment in het nauw gebracht gevoeld. De rechter-commissaris vraagt me zorgvuldig het door de griffier opgetekende relaas door te lezen. Ik breng enige minimale wijzigingen aan, onderteken het en dat is dan dat.

 

Terug in de hal tref ik Patrick Edgar, ten tijde van de affaire hoofdinspecteur bij de IGZ en tot voor kort bestuurder in het Westfries Gasthuis te Hoorn. Ik ken hem al veel langer, toen hij nog in het Hofpoort Ziekenhuis in Woerden werkte. Hij wordt na mij verhoord. Verder tref ik er Rob Vorkink van RTVOost en Lucien Baard van TC/Tubantia. In de affaire Jansen Steur trekken zij gezamenlijk op en zij ontdekten in januari jl. de omstreden neuroloog in een Duits ziekenhuis. Voor het "exclusieve gesprek" nemen ze me mee naar het Theaterhotel, waar de cameraploeg een opzet heeft gemaakt in het restaurant, waar ik rustiek gezeten in een stoel voor een brandend haardvuur geïnterviewd wordt. Het gaat vlot, we hebben zomaar 22 minuten vol. Dat is teveel, dus er moet in geknipt worden. Vanavond is het resultaat te zien in "In de Wandelgangen" op RTVOost. Daarna stelt Lucien Baard nog wat aanvullende vragen. Ik rijd naar huis terug via de A50, om de files te vermijden, die eind van de middag rond Utrecht verwacht mogen worden. Maar ook op de A50 staat een file voor de Waalbrug bij Ewijk. Om vijf uur ben ik in Gorcum terug. Hoe ik het eraf bracht zal ik pas morgen zien via "Uitzending gemist", want vanavond eten we in de binnenstad van Gorcum met zwager Cees en schoonzusje Mieke. Zij behartigen onze post op hun adres in het onzalige Papendrecht. Onzalige Papendrecht? Wie dat niet snapt leze onze geschiedenis met het verkrijgen van een zogenaamd briefadres aldaar. Terug naar boven

Gorinchem (12)

Bij het gerechtsgebouw in Almelo. Foto in Tubantia van Lenneke Verbeek
Bij het gerechtsgebouw in Almelo. Foto in Tubantia van Lenneke Verbeek

Zaterdag 14-11-2009

Het eten is uitstekend in Bistro "De Poort" op de Lingesluis in het hartje van Gorcum. Het is vertrouwd gezellig met schoonzusje Mieke en Ans´broer Cees, vroeger regelmatig opstapper aan boord op onze voorjaarstochten. Daarna kijken we tot laat met Barbara & Michel naar ettelijke afleveringen op DVD van de vermakelijke TV-serie "Gooise vrouwen".

 

Vanochtend zie ik op Uitzending gemist van RTVOost het interview met Rob Vorkink voor het brandend haardvuur. Hij heeft het inderdaad nogal ingekort en daardoor gaan helaas een aantal nuances verloren die ik had aangebracht. Het is jammer dat in de media altijd alles zo kort mogelijk moet. Het maakt het voor lezers moeilijk om vast te stellen hoe zaken zich nu werkelijk afgespeeld hebben. Enfin, ik ben anderszijds ook niet echt ontevreden over het interview.

Daarna kijk op de website van TCTubantia. Mijn interview met Lucien Baard staat er nog niet op. In mijn mailbox vind ik echter het concept. Ik had Lucien Baard namelijk gevraagd om het eerst aan me te mailen, zodat ik nog correcties kon aanbrengen. Ik bel hem op maar hij neemt niet op. Daarom neem ik de tekst over in Word, verbeter en nuanceer een paar dingen en mail het terug. Het is tien uur. Een halfuur later staat het interview op de site, met als tijdstip van plaatsing 10.19 uur. Zonder mijn verbeteringen en nuances. Dat vind ik jammer, ik had dat niet van Lucien Baard verwacht. Nu verwart hij bijvoorbeeld Kerst 2003 (toen Jansen Steur me zélf belde - we lagen met onze boot in Antwerpen - om te melden dat weer beter was en weer wou werken) met eind februari 2004 (toen ik een rapport van zijn psychiater ontving, die meldde dat JS genezen was) Voor wie het wil weten plaats ik onder de knop beneden aan dit verslag de door mij gecorrigeerde tekst, de tekst dus zoals ik hem had willen zien afgedrukt.

 

Lucien Baard schrijft onderaan zijn artikel: "Tot nu toe is echter nergens naar voren gekomen dat het MST destijds inderdaad alle dossiers heeft gelicht. Ook Lemstra zegt daar niets over" In mijn gesprek eerder deze week in het MST zei Kingma ook dat hij nooit eerder van die file-search door de neurologen in 2004 hoorde. Ik heb het vanochtend eens nagezocht op mijn weblog. Wat blijkt? Op 24-01-2009 schreef ik er dit over:

 

"Ik neem opnieuw contact op met de inspecteur en overleg met hem over de aanpak. We zijn het eens: de neuroloog kan niet in het ziekenhuis terugkeren. De patiënten moeten allemaal geïnformeerd worden, een adequate behandeling krijgen en zo nodig geholpen worden als ze naar andere ziekenhuizen verwezen willen worden en bij het opstellen van schadeclaims. De neurologen zullen een intensieve file-search instellen om mogelijke andere gevallen op te sporen. Ook het stafbestuur stemt in met deze lijn"

 

Waarvan acte. Het had dus bij MST, justitie en pers al bijna 10 maanden lang bekend kunnen zijn. Ik heb het bovendien in april bij de Commissie Lemstra herhaald:

 

"In januari/februari (2004 - TZ) informeerde Petra Poels hem (TZ) over een aantal verkeerde diagnoses. Het waren er nog geen tientallen, maar iedere week kwamen er enkele bij. Besloten is toen een file search te doen om ook alle door Jansen afgesloten patientendossiers tegen het licht te houden" (citaat uit het geautoriseerde verslag van mijn getuigenis d.d. 9 april 2009 voor de Commissie Lemstra).

 

De commissie deed er echter inderdaad niets mee. Waarom eigenlijk niet?

 

´s Middags rijden we langs Inge Hogerdijk. In Wijnhuis Heukelum halen we een doos Malbec uit Argentinië. Daarna rijden we via Leerdam naar de A2. We zijn op weg naar mijn broer Wiebe en zijn vrouw Marina in Vijfhuizen bij Haarlem. Op de Vijfhuizerdijk eten we met zijn vieren in Restaurant "De Ouwe Meerpaal" en praten een halfjaar bij. Daar doen we de hele genoeglijke avond lang over. Terug naar boven

gecorrigeerd_interview_met_lucien_baard_13_nov.htm

Gorinchem (13)

Buffet in Fort Vuren. Vlnr. Tessa, Rommert, Barbara, Michel, Jeffrey, Bas en Ans
Buffet in Fort Vuren. Vlnr. Tessa, Rommert, Barbara, Michel, Jeffrey, Bas en Ans

Zondag 15-11-2009

Vandaag ontmoeten we de kinderen met aanhang in de De Herberg van Fort Vuren bij Gorcum. We hadden hoop dat ze er dit keer - en dat zou voor het eerst zijn - allemaal zouden zijn. Helaas, een dag of tien geleden liet Ans´zoon Derrick tot zijn (en onze) spijt weten dat zijn werkschema veranderd was en dat hij precies dit weekend weer met een Rijncruise mee moest (Derrick is hotelmanager op een cruiseschip). Vanochtend meldt mijn dochter Floor dat ze zich ziek en moe voelt en niet in staat van de partij te zijn. Ze zal toch niet de Mexicaanse griep hebben? Maar er is ook iets anders met haar aan de hand. We weten het al veel langer maar het moet nu maar eens verteld worden: Floor (31) is zwanger! Ze is nu in het begin van het tweede trimester (16e week) en is uitgerekend voor medio april volgend jaar. Dan word ik dus voor het eerst grootvader. 

 

Met een afgeslankt gezelschap hebben we toch een erg leuke middag op het fort. Als we aankomen zitten mijn zonen Rommert en Bas er al. Er wordt een uitgebreid buffet voor ons neergezet. Ondanks het kille, regenachtige weer is het knus in de kelderachtige ruimte (foto hiernaast en drie andere hier), die door een houtkachel goed warm wordt gestookt. Bas vertelt dat de oude auto van Tessa, die we destijds voor hem kochten, stuk is. Hij had er al eerder forse onkosten aan. Het lijkt er nu op dat de accu het begeven heeft. Hij overweegt de auto via Marktplaats te verkopen. Misschien is dat wel verstandig. Je kunt hem nog wel een keer extra geld voor die auto geven maar eigenlijk is een auto te duur voor hem. Of hij stelt zijn prioriteiten verkeerd. Rommert heeft met oude Ford K´tje van Ans meer geluk, dat rijdt nog steeds prima.

Tegen het vallen van de avond lopen we over de Waaldijk naar de parkeerplaats. Boven kasteel Loevestein aan de overkant en Gorcum in het westen breekt de bewolking open. De stralen van de ondergaande zon flitsen fel over de rivier en zetten alles in een laatste, dramatisch licht.

 

Bij Barbara thuis kijken we ´s avonds nog een seizoen van hilarische afleveringen van de TV-serie "Gooise Vrouwen"

 

Website-lezer Gerard Eling meldt per e-mail dat het laden van dit Reislogboek momenteel erg veel tijd kost. De site is ineens bijzonder traag geworden, zegt hij, en blijft bij het laden soms hangen. Terwijl ik niets veranderd heb aan de opzet, de instellingen en e.d. Dat is vervelend. Tot dusver kwam die klacht - als de Logboekpagina tegen het eind van ieder halfjaar erg lang werd - wel eens van gebruikers van de browsers van FirefoxSafari en Google Chrome, maar nooit van gebruikers van Windows Explorer (behalve als ze een slechte Internetverbinding hadden) Het vermoeden was dat de oorzaak ligt in het feit dat het sitebeheersprogramma van de firma Maakum exclusief rond Explorer is gebouwd. Maar Gerard gebruikt zelf Explorer. Overigens heb ik hier in Nederland tot dusver geen enkel probleem om de langere pagina´s op het scherm te krijgen. Misschien ligt het dus aan de kwaliteit van de Internetverbinding van Gerard (snelheid en stabiliteit, draadloos of vast) Ik zou graag willen horen of anderen er ook problemen mee hebben. Ook als het bij hen wél goed gaat. Bij voorbaat dank! Overigens heb ik ook wel eens overwogen om de Logboekpagina´s in te korten door niet ieder halfjaar maar ieder kwartaal een nieuwe pagina te beginnen. Dat zou mogelijk helpen. Het bezwaar is dan echter weer dat het linker keuzemenu erg lang gaat worden. Terug naar boven

Gorinchem (14)

Henkjan van Vliet
Henkjan van Vliet

Maandag 16-11-2009

Even voor het middaguur begeef ik me op weg naar Amsterdam voor een ontmoeting met iemand die ik bijna dertig jaar niet meer gezien heb: Henkjan van Vliet, eind jaren ´70 coördinator van het toenmalige Consultatiebureau voor Alcohol en Drugs (CAD) in Utrecht. In september 1976 keerde ik na mijn Afrikaanse avontuur bij de MPLA in Angola weer terug naar Utrecht en werd (weer) huisarts bij het Jongeren Advies Centrum (JAC) aan de Oudegracht. Ik leidde vanuit het JAC ondermeer een succesvolle reddingspoging van een collega-instelling, Het Slaaphuis, een opvanghuis voor dakloze jongeren, toen Henkjan me benaderde om mee te werken aan de opzet van een methadonproject voor heroïneverslaafden. Aldus geschiedde en later, in de zomer van 1979, maakte ik de overstap naar het CAD en werd coördinator/arts van het Drugteam. Het CAD bestond in die tijd uit drie eenheden: Alcoholteam, Drugteam en Methadonteam en gistte van voortdurende conflicten waar het werk in de hulpverlening behoorlijk onder leed. Het Alcoholteam werd gedomineerd door een brigade van oudere lesbiennes die geloofden in een mix van persoonlijke groei en emancipatie, binnen het Drugteam heerste een anarchistische sfeer waarin men alle ellende toeschreef aan het kapitalisme dat eerst overwonnen moest worden en bij het Methadonteam wilde men op pragmatische wijze zoveel mogelijk methadon verstrekken. Op een klein centraal CAD-bureau aan de Wittevrouwensingel probeerde Henkjan vergeefs de boel een beetje bij elkaar te houden. In 1981 beet hij in het zand en werd opgevolgd door een interim-manager (Paul Turken). Weliswaar werd ikzelf ook op een zijspoor gemanoeuvreerd maar van de kloeke aanpak van laatstgenoemde heb ik veel geleerd. In die tijd hield ik me bezig met de het behandelen van alcoholisten, met de eventuele deelname van het CAD aan de RIAGG-vorming (quod non) en met de aanvraag bij het ministerie voor een crisis-/detoxificatiekliniek in Utrecht. Veel later kwam die er ook, aan de Maliebaan in Utrecht - een instelling waarin lang na mij tijd ook het hele ruziënde CAD opging en die vandaag de dag Centrum Maliebaan heet. In 1982 werd Turken opgevolgd door een veel minder getalenteerde interimmer, Herman van der Ploeg, die mij eruit werkte. Dat was maar goed ook want uit mismaakte trouw was ik er al veel te lang gebleven. In februari 1983 werd ik adjunct-directeur medische zaken in het toenmalige Ziekenhuis Oudenrijn in Utrecht.

 

Wilde jaren waren het, vol met stress en dwaze conflicten, vol mannetjesmakerij en zinloze vergaderingen waar ik driftig aan mee deed. Ook daar zou je een vermakelijk, boeiend boek over kunnen vullen. In mijn persoonlijk leven ging het ook wild toe. In 1977 eindigde de tanende relatie met mijn vriendin Marijke omdat ik verliefd was geworden op Liesje, een mooie meid die mijn eerste echtgenote werd. We kregen een dochter in 1978, Floor, en verhuisden naar Deil. Binnen twee jaar scheidden we weer. Er volgden vijf vrijgezellenjaren waarin ik diverse kortstondige relaties had, ondermeer met Margot Hulst (die nu in Frankrijk woont en die eind augustus 2007 nog met ons meezeilde van Arcachon naar Bilbao). Ach, ook over die jaren - niet allemaal even vreugdevol - valt een boek te schrijven. "Gooise vrouwen" zou er saai bij afsteken.

 

Henkjan kwam me in begin van dit jaar op het spoor door de publiciteit rond de affaire Jansen Steur. Hij woont tegenwoordig in een fraai appartement op een vijfde verdieping in het centrum van Amsterdam, vlakbij het Waterlooplein. Het weerzien is hartelijk en voor we het weten praten we honderduit. Wat is er veel gebeurd in onze levens! Opvallend hoe de CAD-jaren voor ons allebei een cruciale episode vormde, zij in tegengestelde richting. Voor HJ (zoals we hem toen noemden en waar ik nu maar mee doorga) was het aanleiding om het management definitief vaarwel te zeggen, voor mij om er juist definitief in door te gaan. Het is verleidelijk om nog veel meer te vertellen over vroeger en nu, maar dit stukje wordt ook alweer te lang. Om drie uur rijd ik net vóór de files uit terug naar Gorcum. Ans heeft een verrukkelijke andijviestampot met spekjes en rookwordt gemaakt. ´s Avonds verhuizen we naar haar jongste dochter Tessa, waar we zullen logeren tot we volgende week weer naar Kreta terugvliegen. Terug naar boven

Gorinchem (15)

In restaurant De Middenhof. Vlnr. Ans, Tine, Tom en Paul
In restaurant De Middenhof. Vlnr. Ans, Tine, Tom en Paul

Dinsdag 17-11-2009

Vandaag koop ik sedert lang weer eens een computerspel, met het oog op de komende winter: Assassin´s Creed. Een spel dat zich afspeelt in het Jeruzalem van 1191 AD, ten tijde van de Derde Kruistocht. Toepasselijk, gelet op onze reisdoelen in het komende jaar. Maar na installatie werkt het niet, de processor van mijn laptop kan het niet aan. Ik heb niet op de system requirements gelet. Nogal stom.

Overigens hebben Geert & Ine, die voor Lord Byron zorgen en op ons bootje letten, aangegeven dat komend seizoen ze wel met ons en Kiara mee willen naar Cyprus, Syrië, Libanon, Israël en Egypte. Waarschijnlijk gaan we dus met drie schepen. Ze mailen ook dat onze Lord nog steeds niet wil zingen.

 

´s Avonds dineren we met mijn oude vrienden Paul & Tine Andela in Restaurant De Middenhof in Nieuwegein (foto hierboven, toch weer een eetfoto). Een lange, vrolijke avond. Terug naar boven

Gorinchem (16)

Ans krijgt de vaccinatie tegen de Mexicaanse griep
Ans krijgt de vaccinatie tegen de Mexicaanse griep

Woensdag 18-11-2009

Een aantal lezers heeft per e-mail of in het Gastenboek gereageerd op de klacht van Gerard Elings over stagnaties bij het laden van de website. Geen van hen meldt dergelijke problemen en een aantal geeft de tip om de URL van het laatste verslag op te nemen bij je Favorieten. Dat is dit halfjaar https://www.sailing-dulce.nl/home/12#onderlog92 Het laden gaat dan beduidend sneller en in hezelfde Gastenboek meldt Gerard de verbetering ook. Vergeet alleen niet om het adres ieder halfjaar te actualiseren (na Oud & Nieuw wordt de extensie bijvoorbeeld /13#onderlog101)/

 

Het is vandaag een stormachtige dag. Aan de kust staat vanmidddag een zuidwesterstorm Bf 9 maar het is tegelijkertijd met 14 - 18° Celsius opmerkelijk zacht. Het einde van het uitzonderlijk zachte weer is nog niet in zicht, meldt het KNMI. Men verwacht dat de temperaturen tot zeker het einde van deze maand ruim boven normaal blijven. Daarmee staat nu al vast dat november een van de zachtste wordt sinds het begin van de metingen.

 

We rijden naar onze huisarts voor de vaccinatie tegen de Mexicaanse griep (foto hierboven). We zijn er in elk geval op tijd mee. Tot dusver zijn er weinig bijwerkingen gemeld. De tweede vaccinatie na drie weken zal erbij in schieten. Dat is niet erg, in veel landen wordt ook slechts eenmalig gevaccineerd.

 

´s Middags rijd ik naar Utrecht. Harde windvlagen trekken aan het auto´tje. Ik parkeer in de garage aan de Springweg. Bij Free Record Shop op de Oudegracht hebben ze de nieuwe Harry Potterfilm op DVD: Harry Potter and the Half-blood Prince. Ik koop er een, we hebben de eerdere films aan boord. Aan de leestafel van Graaf Floris op de Vismarkt lees ik de krant bij een kop thee. Buiten wordt het donker. Als ik het etablissement verlaat striemt de regen in mijn gezicht. Windvlagen jakkeren om de straathoeken en jagen natte bladeren bijeen op een hoop. Mijn paraplu klapt om als ik de Lijnmarkt op loop. Mensen haasten zich met gebogen schouders naar huis. De kletsnatte klinkers glinsteren in het licht van de Sinterklaasetalages. Vele novembers woonde ik in deze stad. Opeens voel ik een kleine paniek in me om het onstuitbaar voortjagen van de tijd, altijd in dezelfde richting, altijd vooruit naar wat nooit bereikt lijkt te mogen worden. Terug naar boven

Gorinchem (17)

De scheidingsmuur in het Gorcums Paardenwater
De scheidingsmuur in het Gorcums Paardenwater

Donderdag 19-11-2009

We ondervinden geen bijverschijnselen van de vaccinatie voor de Mexicaanse griep. Alleen is Ans is afgelopen nacht wat koortsig. Vanochtend is dat voorbij. Het is een mooie herfstdag, nog wat winderig maar vol van het zachte licht van een zonnige dag in november. Ik loop naar de binnenstad, naar boekhandel "De Wingerd" in de Arkelstraat. Dat is niet zonder risico. Ik koop "Verlovingstijd", de nieuwe roman van Maarten ´t Hart (Arbeiderspers, 2009), "Het meisje uit Buenos Aires", de nieuwe thriller van Tomas Ross (Bezige Bij, 2009) en "Die stad, dat jaar" van Koos van Zomeren, een roman over de oertijd van de Socialistische Partij (Arbeiderspers, 2009). Pfff...we hebben nu aardig wat boeken om mee te nemen naar Kreta, ik hoop dat we ze allemaal in de koffer krijgen.

 

Via het Paardenwater loop ik terug naar de Nieuwe Hoven. De waterplas wordt door een muur uit 1772 gescheiden van het riviertje de Linge. Natuurlijk een zwakke plek in de vesting Gorinchem. Daarom heeft de muur een scherpe bovenkant en werden er destijds twee ronde pilonen op de muur geplaatst, die moeten verhinderen dat vijandelijke soldaten zo de vesting binnen lopen. Die pilonen heetten vroeger monniken, geloof ik. Ze hebben een ronde stenen afdekking met een bal erop, een soort "muts". Naast de muur liggen er nog twee op de grond (foto hierboven en hier). Hoe komen die daar? Waren er ooit meer van?

 

De rest van de middag herlees ik "Mannen die vrouwen haten", het eerste deel van de Millennium Trilogie van de jong overleden Zweedse misdaadauteur Stieg Larsson. Dat deel had ik al eerder gelezen, maar ik wil het ophalen want Tessa heeft nu ook de beide andere delen in huis. Ons bezoek aan Holland nadert nu ras zijn eind. Terug naar boven

Gorinchem (18)

Dit plaatje laat zien hoe gemakkelijk je met gemiddelden van meetreeksen kunt manipuleren
Dit plaatje laat zien hoe gemakkelijk je met gemiddelden van meetreeksen kunt manipuleren

Vrijdag 20-11-2009

Het plaatje hierboven geeft aardig aan hoe misleidend men soms in het klimaatdebat met gemiddelden omgaat. De gebruikte meetreeks is steeds dezelfde, de HadCRUT3 (blauwe lijn). Het gemiddelde over de meetreeks (de groene lijn) toont voortgaande opwarming. Als je begint met middelen op het topjaar 1998 krijg je afkoeling (rode lijn), als je weer later begint krijg je weer opwarming. Zo kun je mensen gemakkelijk misleiden. Eigenlijk is geen van de drie perioden lang genoeg om een duidelijke trend te bewijzen, maar hier geldt wel: hoe langer, hoe beter. Voorals nog houdt ik het op opwarming. De gelijktijdige opwarming van sommige andere planeten en manen in het zonnestelsel, die vastgesteld zou zijn en waarover ik onlangs schreef, heb ik nog niet kunnen checken. 

 

Gisteravond kijken we met Tessa & Jeff naar het derde seizoen van uiterst komische afleveringen van de TV-serie "Gooische Vrouwen"  Pas tegen enen stoppen we ermee. Vandaag gaat Ans met haar dochters winkelen in Breda. Ik lees een groot deel van de dag door in Stieg Larsson 1. Halverwege de middag betrekt de hemel en het begint het te regenen als ik naar Wijnhuis Heukelum rijd om dag te zeggen tegen Inge & Jacqueline. Aan de proeftafel is het vanouds gezellig. We eten bij Tessa en vermaken ons met een volgend seizoen uit de serie "Gooische Vrouwen"

Terug naar boven

Gorinchem (19)

De hoofdingang van MST aan de Haaksbergerstraat, gefotografeerd toen ik er tien dagen geleden was
De hoofdingang van MST aan de Haaksbergerstraat, gefotografeerd toen ik er tien dagen geleden was

Zaterdag 21-11-2009

Op de website van Medisch Spectrum Twente lees ik het persbericht, waarin de instelling van de 2e onderzoekscommissie Lemstra (Lemstra II) bekend wordt gemaakt. "Centraal staat de vraag welke kennis de professionals, de Raad van Bestuur, de Raad van Commissarissen en andere betrokkenen droegen van de gevolgen van disfunctioneren van dr. E. Jansen voor zijn patiënten en na te gaan of en zo ja wat met die wetenschap is gedaan en of en zo ja tot welke acties dat heeft geleid" Dit tweede onderzoek werd vooral door de Tweede Kamer afgedwongen. Het is goed dat het er komt. Tegelijkertijd moet er een separaat dossieronderzoek naar de dossiers van de ex-neuroloog Jansen Steur plaatsvinden. Daarvoor is vijf maanden uitgetrokken. De commissie heeft een halfjaar om te rapporteren. Daarnaast komt er nog een extern onderzoek op last van minister Klink naar het optreden van de Inspectie in de zaak.

Een verwarrend geheel. De onderzoeken tuimelen over elkaar. De onderzoekers misschien ook. Dan is er nog de lopende strafzaak tegen JS en een mogelijke zaak tegen het MST. Ik vermoed dat ik nog wel enige malen zal moeten opdraven om gehoord te worden. Ik hoop dat men dit keer ook de andere bestuurders van MST gaat horen, die Lemstra I verzuimde op te roepen.

 

In de loop van de middag rijden we naar het (onzalige) Papendrecht voor de verjaardag van schoonzusje Mieke. Ik neem er tevens de map met onze post door die zwager Cees (ons postadres, niet ons briefadres) heeft verzameld. Geen bijzonderheden. Er komt trouwens steeds minder. Terug naar boven

Gorinchem (20)

De WSV Deil bijeen in Grand-Café ´t Gelach in Gorcum. Vlnr. Esther, Thea, Ans, Tom, Erik en Pieter
De WSV Deil bijeen in Grand-Café ´t Gelach in Gorcum. Vlnr. Esther, Thea, Ans, Tom, Erik en Pieter

Zondag 22-11-2009

De Watersportvereniging Deil is al lang niet meer bijeen geweest. Maar vanmiddag is er eindelijk weer een bijeenkomst, en wel in Grand-Café ´t Gelach op de Varkenmarkt in Gorcum (foto hierboven en een andere hier). Ik probeer al jaren van het voorzitterschap van de WSV Deil af te komen, maar ook ditmaal lukt het niet. Het is zó gezellig dat er niet eens een vergadering plaatsvindt. Overigens geweldig om de leden weer te zien. Ook stellen we verbaasd vast hoe enorm verschillend onze levens zijn geworden. Esther, Pieter en Thea (parttime) werken nog, Erik soms, en wij zwerven eigenlijk alleen maar.

 

´s Avonds kijken we samen naar het 4e seizoen van de TV-serie "Gooische Vrouwen". Tessa & Jeffrey zijn naar een optreden van laatstgenoemde. (Jeff is drummer). Terug naar boven

Gorinchem (21)

Een bloeiende Weigelia aan de Schuttersgracht in Gorcum
Een bloeiende Weigelia aan de Schuttersgracht in Gorcum

Maandag 23-11-2009

Maandagochtend. Op onze laatste dag in Holland. Grijze wolkenflarden jagen langs de hemel en laten malse buien los boven de straten waar mensen en kinderen zich naar hun werk of hun school haasten. Wij daarentegen slapen wat uit. Ik neem een aangenaam en langdurig ligbad, een luxe die we aan boord uiteraard niet bezitten. Daarna rijden we langs Barbara en ik breng haar en Ans bij Oma Steers en rijd nog één keer naar de binnenstad.

 

De buien zijn overgegaan in een mistroostige miezerende regen. Op de Schuttersgracht achter het pand van V&D staat een struik in bloei (foto hierboven). Het lijkt op een witte Weigelia. Vroeger in Deil stond er eentje bij onze achterdeur. Je denkt misschien wel dat hij voor de tweede keer bloeit vanwege de ongewoon warme novembermaand. Het komt echter vaker voor dat ze in de nazomer nog een keer bloeien. Bij V&D koop ik voor 29 euro een kleine koffer met wieltjes en een trekstang, die voldoet aan de voorgeschreven afmetingen voor handbagage (55 x 35 x 25 cm) De dameshandtas van Ans kan er gemakkelijk in en we hebben immers nogal wat boeken bij ons. Met Barbara haal ik Nikita en Esri uit school en breng de hele schare nog een keer naar Oma Steers. Vanavond zullen we onze koffers inpakken en proberen nog wat afleveringen van "Gooische Vrouwen" te zien. Die DVD´s hoeven dan niet meer mee.

 

Vanavond kookt Ans voor ons haar fameuze Indische schotel. Morgenochtend om vijf uur gaat de wekker. Morgenavond zijn we weer terug aan boord. Op de weerkaartjes zie ik dat er sprake is van hoge drukken in de buurt van Kreta. Het is er de komende week zonnig, 25° Celsius met een lichte noordwestenwind. Terug naar boven

Ayíos Nikoláos (23)

De koperkleurige zee onder de wolken tussen Athene en Kreta
De koperkleurige zee onder de wolken tussen Athene en Kreta

Dinsdag 24-11-2009

Stipt om zes uur staat schoonzoon Michel voor de deur. Tess & Jeff zijn vroeg opgestaan om ons uit te zwaaien. Nét voor de files uit rijdt Michel ons naar Schiphol. Het is opnieuw een grijze dag en soms miezert het. Ik praat met Michel over de files. Hij ziet ze tevoren op zijn navigatiecomputer. Die geeft alternatieve (sluip)routes aan. Sedert echter iedereen die apparatuur bezit zijn de sluiproutes ook vol en "zit" hij de opstoppingen liever gewoon uit op de snelweg. Ooit waren dergelijke files ook dagelijks mijn deel. Curieus dat die wereld nu niet meer de mijne is. Straks moet Michel ook nog weer helemaal terug, zijn eerste afspraak van vandaag is in Raamsdonksveer. Op Schiphol moeten we even wennen aan het elektronisch inchecken op een terminal, maar het werkt eigenlijk heel gemakkelijk. Onze bagage weegt ondanks alle nieuwe boeken slechts 37,7 kilo. De meeste boeken zitten echter in de nieuwe cabine-bag. Die wegen ze niet. Na de veiligheidscontrôle kopen we oude kaas, parfum voor Ans ("Paris" van Yves Saint-Laurent) en nog wat thrillers. Dat mag allemaal separaat in een gele Fly-Buy tas mee. We drinken koffie bij Starbucks, waar Floor en Rommerts´vriendin Esther bij zweren. In Istanboel viel het ons tegen maar ditmaal is de koffie inderdaad lekker.

 

De vlucht met een Boeing 737 van de KLM naar Athene vertrekt op tijd en verloopt rustig. Vlak voor we door de wolken gaan zie ik nog net de Loosdrechtse Plassen. Boven de Alpen is de bewolking kort weg maar vlak erop val ik in slaap en daardoor mis ik het uitzicht op Venetië. We vliegen over de Adriatische Zee langs de Italiaanse oostrand, die ook al snel verdwijnt onder bewolking. In Athene brengen we tweeëneenhalf uur door op de luchthaven. Een Airbus 320 van Aegean zet ons in 40 minuten over naar Iraklion. Ook nu bewolking maar het is windstil en tussen de wolkenwatten door zie je een merkwaardige koperkleurige zee (foto hierboven) Even na vijf uur lokale tijd zijn we op Kreta en huren voor 45 euro bij Hertz een Fiat Panda (een taxi naar Ayíos N. kost ruim 70 tot 100 euro). Het is al donker en de 63 kilometer leggen we in een rustig tempo in een uur af. Prettig is dat we de huurauto morgen ook nog de hele dag hebben. Kunnen we lekker boodschappen halen. Onze Dulce ligt prinsheerlijk aan de kade en er is niks mis met haar. Buurman Geert van de Anégada helpt ons de koffers binnen sjouwen. Het ruikt naar boot, zegt Ans. Alles is verrassend fris en droog en er zijn geen kakkerlakken. De walstroom is aan, de koelkast is aan en stinkt niet. Ik zet de afsluiters open en pomp de toiletten door terwijl Ans kritisch alle ruimtes inspecteert. Geen vocht, geen nattigheid, niks. Geert & Ine vangen ons vanavond op en ze serveren een lekkere pasta met gehaktballetjes en gezelligheid. Lord Byron - op wie ze pasten - maakt het goed maar kwam nog steeds niet uit zijn rui-periode. Dat hadden we eigenlijk onderhand wel verwacht. Terug aan boord kunnen we het niet laten en ruimen alle koffers en tassen leeg. Om half elf storten we vermoeid en dankbaar in bed. Terug naar boven

Ayíos Nikoláos (24)

Met het huurautootje halen we boodschappen
Met het huurautootje halen we boodschappen

Woensdag 25-11-2009

Het was een fijn bezoek aan Holland maar we zijn ook weer blij om weer aan boord te zijn. Een krakende landvast maakt dat we niet optimaal slapen vannacht. Vanochtend hervat ik het zwemmen. Het water is een graad of 17 en het regent licht. Het was hier notabene drie weken lang zonnig en nu regent het! Ik haal brood, melk en beleg. Ans laat de wasmachine draaien en we maken schoon schip. De krakende landvast wordt verlegd en Ans spuit er wasmiddel op. Dat helpt.

 

Vanmiddag komt de zon door. Met het huurautootje halen we boodschappen bij de Carrefour (foto hierboven). Voor ik de tank volgooi rijd ik nog snel langs de Lidl om te kijken of ze nog leuke of nuttige hebbedingetjes hebben. Jawel hoor! Behalve een lekkere Hausmacher leverworst koop ik een krimpkousjeset en striptang en een soldeerset. Solderen deed ik nog nooit, maar het is leuk om uit te zoeken hoe het moet. Ik lever de auto af bij Hertz aan de haven en loop met een gelukkig gevoel door de straatjes van het stadje terug. De zon is al onder maar met 18° Celsius is het een mooie zachte avond. Er zijn meer restaurants en café´s open dan ik had verwacht. Vanavond willen we de laatste DVD van "Gooische Vrouwen" zien. Terug naar boven

Ayíos Nikoláos (25)

De kloof waardoor het Katharo Plateau afwatert naar Lassithi. Hier moeten we 330 meter klimmen
De kloof waardoor het Katharo Plateau afwatert naar Lassithi. Hier moeten we 330 meter klimmen

Donderdag 26-11-2009

Een zonnige en sportieve dag. Het begint met om acht uur te zwemmen. In veel overwinterhavens in de Middellandse Zee organiseren de boaties een wekelijkse wandeltocht. Meestal doen de Britten dat, zo ook hier (op Malta deed Diana het trouwens). Het is je misschien nooit opgevallen maar veel zeilers - althans degenen die het volle jaar aan boord leven - hebben erg dunne benen. Spillebenen. Mannen én vrouwen. Ze zitten immers het grootste deel van hun tijd in de kuip. Is het niet om te sturen en de zeilen te trimmen dan is het wel om er in een haven of een ankerplaats te borrelen. Veel beweging krijgen ze niet. Vandaar die winterse Wanderlust, een patente methode om de hamstrings en de kuiten te sterken. Ans gaat niet mee. Zij bezit de mooiste en meest elegante kuiten die ik ken en ze wil het dek en de kuip schoonmaken en bovendien valt de tocht van vandaag in de categorie middelzwaar tot zwaar (goede redenen maar welke is de echte?).

 

Om half tien verzamelen zich een twintigtal mensen, boaties en mensen die in de stad wonen, zich bij steiger B. Met een vijftal auto´s rijden we omhoog via het dorp Kritsa naar het Plateau van Katharo op ruim 1100 meter. Het is de bedoeling dat we via een bergrug naar het Lassithi Plateau (± 800 meter) afdalen en dan door de kloof teruglopen, die dient voor de afwatering van het Katharo Plateau. Voor ons bezoek aan Holland schreef ik al over beide plateaus, toen we die een paar keer bezochten per scooter en auto. Kreta ontstond door opschuivend materiaal van een oeroude zeebodem, die honderden miljoenen jaar geleden werd opgestuwd als gevolg van de platentectoniek. De Afrikaanse plaat schoof onder de Euro-Aziatische plaat en stuwde het eiland omhoog. De kalksteen van de zeebodem - resultaat van eveneens honderden miljoenen jaren bezinking van schelpdiertjes - werd keihard door de wrijvingswarmte en versplinterde in de stenige rotsbodem van nu. Dat vertelt Tony Cross, geoloog en een van de organisatoren van de tocht. Door de opstuwing werd Kreta uitgerekt en op sommige plekken zakte de bodem honderen meters omlaag en vormde ondermeer de plateaus van Lassithi en Katharo.

 

Ik moet bekennen dat het me niet meeviel. Pff. De tocht over de eerste bergrug en de afdaling naar Lassithi gaat nog wel. De afdaling is over een steile helling met losse steenslag. Onderaan houden we een rustpauze bij een kapelletje (volgens de kaart de kapel van St. Pelaghia, whoever that might be). Aan een boom ervoor hangt een klok in de vorm van een geitenbel met een koord, waar sommigen natuurlijk even aan trekken. Gelukkig zachtjes, het zijn beschaafde mensen. Het geluid is welluidend. Onder de boom liggen eikeltjes maar de bladeren zijn volstrekt niet die van een eik zoals wij die kennen. Het lijken wel miniatuur hulstblaadjes. Later vind ik op Internet uit dat het een steeneik is, "een prachtige groenblijvende boom met hulstachtige blaadjes" We lopen langs een recent aangelegd spaarbekken met water naar de kloof die ons weer omhoog naar Katharo zal voeren. In de bedding houden we gelukkig een lunchpauze. Daar ben ik wel aan toe (2 foto´s hier). Daarna strompelen we verder over de stenige bedding tot we rechtsaf omhoog moeten. Liefst wel 300 meter langs een stenig geitenpaadje vol met struikelstenen. Ik doen mijn best en probeer gestaag en rustig te klimmen, via mijn neus te blijven ademen en goed op te letten waar ik mijn voet op zet. Soms moet ik me aan een rots vastgrijpen en soms grijp ik in midden in sterk ruikende geitenpoep. Het uitzicht terug in de kloof is spectaculair. Een een grote steenval loopt van de overkant recht naar beneden (foto hierboven en hier). Erosie. Wet van de zwaartekracht. Die het universum regeert. En waar ik tegenin worstel "met het snot voor de ogen" zoals mijn vroegere collega Bijker dat placht te zeggen (maar dat ging over fietsen, geloof ik, of over ziekenhuismanagement). Mijn zakdoek is een natte lap, mijn rug is nat van het zweten. Op zeker moment denk ik dat ik er ben, flauw zeg ik tegen de verzamelde Britten "Don´t tell me I am first" en zak tegen een rotsblok in elkaar. "No, you´re third", zeggen ze even flauw. De Engelse humor vind ik vandaag toch al helemaal niks. Er volgt nog zeker honderd meter te stijgen via een klein dal, zó mooi, zó eenzaam en groen, dat je er je definitieve huis zou willen bouwen. Om er lang te wonen en er door iedereen vergeten te sterven. Bovengekomen ben ik blij de auto´s te zien. De volgende tocht is gelukkig pas volgende week vrijdag. Minder zwaar dan middelzwaar.

 

Terug aan boord. Lord Byron murmelt zachtjes als de wasmachine loopt, vertelt Ans. Ik douche het zweet van mijn lijf en val op de kuipbank in slaap. Daarna werk ik de website bij. Dat duurt lang. Het WiFi draadloos netwerk van de haven is zo beroerd traag dat het uren duurt. We eten laat, het is dan al lang donker. Ik speel wat van de CD´s af van de zangeres Anouk, die ik uit Holland meenam. Ach, zo rauw en eerlijk en soms zo subtiel. Neem het me niet kwalijk maar ik val al jaren voor die stem. Sedert de song "Michel" van ik weet niet meer wanneer. Niemand, ook bijvoorbeeld Wende Snijders niet, brengt de indringende kreun van frustratie en verdriet van een geprangde en verloren ziel voort, zoals zij dat kan. Haar huidige laatste CD heet "For bitter or worse" Het titelnummer is het beste:

 

"What do you say when it´s all over?

 Where do you go when love is gone?

 Why do you say nothing at all?"

 

Helaas is de begeleiding veel te luid en te uitbundig. Zoveel geweld hebben het lied noch Anouk nodig.

Terug naar boven

Ayíos Nikoláos (26)

Koffie op het terras van Café Astería aan de haven
Koffie op het terras van Café Astería aan de haven

Vrijdag 27-11-2009

Er valt weinig te rapporteren over vandaag. Het is zowaar warm, 25° Celsius met een verkoelend windje uit het noordwesten. Met de zon op mijn gezicht zwem ik mijn kilometer. In de loop van de ochtend drinken we koffie in de zon op het terras van Café Astería aan de haven (foto hierboven). De kellner herkent ons nog. Het is niet druk op straat. De meeste winkels hebben kerstetalages. Lord Byron put zich uit in zachte trillertjes en oefeningen in bescheiden loopjes, soms vals en soms zuiver. We lezen de godganse dag in het zonnetje in de kuip. Ik heb deel 2 van Stieg Larssons "Millenniumtrilogie" uit en begin aan deel 3. Zalig. Terug naar boven

Ayíos Nikoláos (27)

Ayíos Nikoláos (27)

Zaterdag 28-11-2009

De waarschijnlijkheid dat er ooit leven op de planeet Mars was, is dezer dagen beduidend toegenomen. In een persbericht van Northern Illinois University wordt op basis van recent onderzoek een gedetailleerde kaart van Mars gepubliceerd, waarop is aangegeven dat de planeet ooit een uitgebreid netwerk van rivieren had en waarschijnlijk ook een grote oceaan op het noordelijk halfrond (zie afbeelding hiernaast) Het netwerk van door rivieren uitgesleten valleien lijkt op dat van de aarde. Het wijst erop dat de planeet ooit een warmer klimaat had met regenval. Omstandigheden waaronder 3,8 miljard jaar geleden op de vroege aarde leven ontstond en mogelijk in dezelfde periode ook op Mars. Mogelijk zelfs eerder op Mars en werd het primitieve microbieel leven via meteorieten vervolgens op aarde uitgezaaid.

 

Het tweede bericht komt van Spaceflight Now en betreft de Allan Hills Mars meteoriet die in 1984 door de NASA werd gevonden in Antarctica en die veel opzien baarde, omdat in 1996 in dit van Mars afkomstige brok steen structuren werden gevonden die leken op fossiele resten van microbiotisch leven. Over deze ontdekking ontstonden echter al spoedig twijfels en eigenlijk geloofde uiteindelijk niemand er meer in. Maar nu ligt dat mogelijk toch anders. Nieuw onderzoek met een gevoeliger electronenmicroscoop dan destijds werd gebruikt, laat kleine magnetietkristalletjes in de meteoriet zien die toch van biologische oorsprong lijken te zijn.

 

Het is alweer zo´n uitbundig zonnige dag als de vorige dagen. Zwemmen, lezen en luieren en even koffie drinken bij Café Astería. Bij de visboer op het Eleutherio Venizelou plein kopen we drie rode snappers voor morgen (foto hier). Lord Byron oefent urenlang zacht zijn loopjes. Zijn karakteristieke zang heeft hij nog niet onder de knie maar hij vordert snel. Vanavond gaan we met Geert & Ine van de Anégada uit eten in een restaurantje aan zee, waar ze in het weekend live bouzouki muziek hebben. Terug naar boven

Ayíos Nikoláos (28)

Geert (l) kijkt in Restaurnat Mouragio de kunst van de bouzouki af
Geert (l) kijkt in Restaurnat Mouragio de kunst van de bouzouki af

Zondag 29-11-2009

Dat was gezellig, gisteravond - zaterdagavond - in Restaurant Mouragio aan de zeekant! Het restaurant was volop bezet, alleen maar Grieken, goed dat we gereserveerd hadden! Het driekoppig ensemble, met een redelijk goede bouzouki-speler en een tamelijk gezet meisje als zangeres, presteert geloofwaardig. Een deel van de avond zit Geert ernaast om de kunst af te kijken (foto hiernaast en een andere hier). Laat in de nacht lopen we langs het kustpad naar de haven (naar huis, wou ik zeggen) De maan is bijna vol, de avond is zacht, we zijn vrolijk en het leven is mooi.

 

Vandaag - zondag - is geen dag van ledigheid. Om twaalf uur rijden we met Geert & Ine in hun huurauto naar een bosgebied boven het dorp Kroustas, flink hoog in de bergen zuidwestelijk van Ayíos N. De Grieken zitten met grote gezelschappen buiten voor hun huizen of voor de taveernes. Zondag is de dag voor familiebezoek. We parkeren de auto bij een picnic plaats en lopen verder de berg op naar een uitstekende rots. Een bosbrand heeft hier alles platgebrand maar zoals het hoort groeit er weer van alles. Er ligt veel gesteente bloot en ik zoek een tijd vergeefs naar fossielen door de gelaagde zandsteenklompen  - resten van een miljoenen jaren oude zeebodem - stuk te slaan. Er is een mooi uitzicht over zee (foto hier). Het lager liggende bos zelf bestaat grotendeels uit pijnbomen met steeneiken ertussen. Hier een foto van een (steen)eikeltje.

 

Om drie uur zijn we in het toeristendorp Elounda, ten noorden van Ayíos N. Bijna alle restauranten en café´s zijn gesloten. Maar vandaag komt hier onze eigen Goedheiligman Sinterklaas aan, een evenement dat is georganiseerd voor de kinderen van kleine Hollandse gemeenschap. Die zitten op een Griekse school maar krijgen daarenboven twee dagdelen in de week les in Nederlandse taal en geschiedenis. Sinterklaas komt aan op een bootje uit de richting van het vroegere melaatseneiland Spinalonga, maar hij komt natuurlijk in het echt uit Spanje (foto hier). Het is een vrolijke Sint die zijn schimmel heeft thuisgelaten en die als hij aan wal komt meteen informeert waar de Raki is. Daarna gaat iedereen naar een restaurant voor de Sinterklaasviering. De kinderen zitten om de beurt bij de Sint op schoot. Die wordt steeds vrolijker:

"Hé, Simon, wat ben jij groot geworden, godverdorie!----oh, pardon"

Daarna moeten de kleine meisjes vaders uitzoeken voor een dansje. Er zijn weinig vaders, dus komen de overige mannen zoals Geert en ik aan de beurt. Ik dans met een vreselijk lief kindje van vier die zich onder het oog van haar moeder volledig lijdzaam en passief laat leiden (foto hier). Die van Geert gaat er helaas vandoor en laat hem ontroostbaar achter. Sinterklaas zet ondertussen steeds lolliger zijn kindergesprekjes voort. Hij heeft na de dans een dikke meid uit groep 6 op schoot:

"Jezus, Constantina! Wat ben jij een stuk geworden, zeg"

De priesters in de katholieke kerk waren nooit te vertrouwen, leert de ervaring. Nog pas in Ierland. Het vervolg maken we niet mee. We rijden in de vallende avond terug naar Ayíos N. en naar de boot. Het is nog een paar dagen mooi weer, zeggen de weerkaartjes, daarna komt er regen en wind. Terug naar boven

Ayíos Nikoláos (29)

Echografie van Ans. Knap als je de drie steentjes in het nierbekken ziet
Echografie van Ans. Knap als je de drie steentjes in het nierbekken ziet

Maandag 30-11-2009

Een medische dag. Ans heeft al een paar dagen pijn in de linker nierstreek. Ze had vroeger wel eens last van nierstenen. Daarom gaan we vanochtend voor de zekerheid naar het ziekenhuis aan de Knossos straat, vlak buiten het centrum (foto hier). Eerst moet je je inschrijven bij een loket met volgnummertjes (foto hier), waar je je moet legitimeren en je verzekeringspasje moet tonen. Nu komt de European Health Insurance Card (EHIC) goed van pas. Die kennen ze en hij wordt meteen verwerkt en we hoeven niks te betalen. Het is druk en rommelig in het ziekenhuis maar niet inefficiënt, is onze indruk. We worden naar de polikliniek gedirigeerd en na een tijdje wachten doorgestuurd naar een verpleegafdeling, waar de uroloog ergens rondloopt. Die treffen we er inderdaad aan, een vriendelijke man die ons meeneemt naar zijn spreekkamer en Ans onderzoekt. Inderdaad, de typische slagpijn in de nierloge. Er wordt op de Radiologie een buik-echo gemaakt (zie hierboven) en inderdaad vinden ze drie kleine stenen in het linker nierbekken. Er wordt een gewassen urinekweek ingezet. Ans moet echter alvast beginnen met een antibiotisch kuurtje. De uitslag is over twee dagen.

Nu we toch bij een uroloog zijn vraag ik of hij voor me een PSA-bepaling wil doen. Per slot moet je op mijn leeftijd op je prostaat letten en prostaatcarcinoom komt (nog heel recent) in onze familie voor. Niet dat ik duidelijke klachten heb, behoudens soms met dóórplassen. Dan moet ik wel eens opnieuw aanvangen omdat ik niet alles uit mijn blaas geloosd heb. De uroloog spreekt een echografie van mijn buik af voor aanstaande vrijdag en dan wordt ook de PSA geprikt.

 

Tja, onze medische wederwaardigheden zullen niet ieders belangstelling wekken. Maar ze horen ook bij de realiteit van ons zwerversbestaan en ik heb afgesproken dat ik van alles zo eerlijk mogelijk verslag zou doen. Van Lucien Baard van Tubantia ontvang ik een e-mailtje waarin hij zich verontschuldigd voor het niet opnemen van de gecorrigeerde versie van het interview op 13 november jl. Dat was onbedoeld; een dom technisch misverstand op de krant. OK, het zij zo. Het is vandaag een betrokken dag maar toch liefst 24°. ´s Middags rijden we met Geert & Ine in hun (met anderen gedeelde) huurauto naar de Lidl en slaan voor minstens een week victualiën in. Voor 25 euro vind ik er een paar stevige wandelschoenen. Overigens is het LED-ganglampje van Philips dat er voor ons bezoek aan Holland kocht, nu al stuk. De bewegingssensor werkt niet meer zodat het lampje nu permanent brandt. Ik haal er dus als we gaan slapen een van de  batterijtjes uit en stop het er ´s avonds weer in. Nu is het een gewoon ganglampje maar dat was niet de bedoeling. Maar ja, moet je voor 8 euro gaan zeuren bij de Lidl? Daar heb ik geen zin in. Het bonnetje zijn we trouwens ook kwijt.  Terug naar boven

Ayíos Nikoláos (30)

Marina Ayíos N. De ondergaande zon kleurt de hemel zacht rose en paars
Marina Ayíos N. De ondergaande zon kleurt de hemel zacht rose en paars

Dinsdag 01-12-2009

Inderdaad is de maand november (in Nederland) bijna een recordwarme maand geworden. "November uitzonderlijk zacht en nat" berichtte het KNMI gisteren gisteren. "In de meetreeks sinds 1706 was alleen november 1994 met gemiddeld 10,2 graden nog zachter en die maand was zelfs de warmste in ruim drie eeuwen", staat in het persbericht.

 

Zeiler en site-lezer Gerard de Bree (Hallberg Rassy 352) is vandaag zo aardig me een interview (d.d. 27-11-2009, blad onbekend) te mailen met Kees de Jager, emiritus-hoogleraar sterrenkunde. "De zon is dood", zegt de Jager, "mogelijk is er een nieuwe kleine ijstijd op komst" Die mogelijkheid wordt vaker geopperd en De Jager zei het ondermeer ook in mei 2009 op de Klimatosoof in een YouTube-filmpje. Wat is de gedachtengang? Gemiddeld om de elf jaar, het laatst rond 2001, maakt de zon een periode van heftige activiteit door. Dat geeft een stimulans aan de opwarming van de aarde. Voor 2007 was een minimum aan zonneactiviteit verwacht, maar inmiddels is er al bijna drie jaar achtereen vrijwel geen zonnevlek te zien geweest. Dat is in zeker honderd jaar niet voorgekomen, wat op zijn minst opmerkelijk te noemen is. De laatste vrijwel vlekkenloze periode beleefde de zon tussen 1645 en 1720, het Maunder minimum of de Kleine IJstijd genaamd. Ik schreef er eerder over, zie hier. Vandaar dat De Jager denkt dat er weer zo´n koude episode aankomt. Die kan wel vijftig jaar duren, zegt hij in het interview. Nogal speculatief.

Maar men zit al een jaar te wachten op het begin van zonnecyclus 24. Er is zelfs een website Solarcycle 24 van een radio-amateur (zonnevlekken beïnvloeden de kortegolf-uitzendingen) waar je het per dag (zelfs per 2 minuten!) kunt volgen. "Welcome to december. The sun remains blank of sunspots. Solar activity will continue at very low levels", schrijft hij vandaag. Tja, wat moet je ervan denken? Dat weet je toch niet?

 

Vandaag wisselen zon en wolken elkaar af. Het waait stevig uit het zuiden. Mijn dagelijkse zwemrondje is lastig door de aanrollende golven, het is ook een stuk kouder. Voor de komende dagen wordt slecht weer verwacht. We lezen veel, ik lees geboeid het laatste - 3e - deel van LarssonMillenniumtrilogie uit. Wat een opzienbarend goed geconstrueerde cyclus! Natuurlijk verklap ik er niks over, je moet het zeker zelf lezen. Ans is er nu mee bezig. Sedert gisteren voelt ze zich een stuk beter, het antibiotisch kuurtje met Ciprofloxacine 500 mg (hier Ufexil geheten) slaat kennelijk aan. Uiteraard zoek ik op Internet veel info op over prostaat en PSA. Er is weinig nieuws. Tegen de avond verdonkert de hemel. Even breken de wolken, de ondergaande zon kiert er doorheen en kleurt zomaar in één keer de hemel zacht rose en paars (foto hierboven). De maan is vanavond vol. Terug naar boven

Ayíos Nikoláos (31)

Gravure uit het boek  Ongeluckige voyagie van
Gravure uit het boek Ongeluckige voyagie van't schip Batavia, uit 1647. De slachting van de opvarenden door de muiters is in volle gang. Linksonder het wrak van de Batavia op het koraalrif

Woensdag 02-12-2009

Vannacht regen. In de ochtenduren steekt er een fikse storm uit het zuiden op. De barometer is vannacht fors gezakt, de temperatuur is met 17° ook een stuk lager. In de haven waait het B 7 - 8, de wind fluit en loeit naargeestig door de wanten van de jachten in de haven. Het gaat gepaard met fikse buien en soms met onweer. Het is koud bij het zwemmen in de baai, schuim vliegt in mijn gezicht. Ik weet niet of ik er nog lang mee doorga. Terwijl Ans naar het ziekenhuis loopt voor de uitslag van haar urinekweek blijf ik aan boord om de zaak in de gaten te houden. Voortdurend trekken donkere wolkenluchten over ons heen (foto hier). Lord Byron vindt in alle stormgeloei de inspiratie om vandaag zijn volledige zangrepertoire ten gehore te brengen, zonder ook maar één hapering of valse noot. Ans komt na een uurtje terug, de urinekweek is positief en ze moet dus doorgaan met het kuurtje.

 

De rest van de dag lezen we. Met gevoelens van afgrijzen lees ik het relaas van de schipbreuk in 1629 van het VOC-schip Batavia op een rif voor de westkust van Australië en de erop volgende slachting door muiters van een groot deel van de opvarenden, die zich aanvankelijk wisten te redden op een paar onherbergzame eilandjes van de Houtman Abrolhos, tegenwoordig de Wallabi Group van koraalriffen geheten (Mike Dash, "De Ondergang van de Batavia", Ned. vert 2002, Arbeiderspers). Hierboven een anonieme gravure van de slachting, afkomstig uit het verslag uit 1647 van één der overlevenden. We vonden het boek op de plank in het toiletgebouw van de haven, waar de live-aboards hun uitgelezen boeken plaatsen.

 

Na vieren nemen wind en regen af. Tijdelijk. Na zessen is het aardedonker en waait het opnieuw Bf 6 uit zuidwest. Het lijkt nog wel even zo te blijven. In de kajuit is het knus, de olielampen branden, MozartHobokwartet in F KV 370 staat op - oh, dat goddelijk serene adagio! - en het electrisch kacheltje, dat ik deze winter voor het eerst tevoorschijn haalde, slaat af en toe aan. Ans zit te lezen op de plek waar ze altijd zit, met de benen behaaglijk opgetrokken op het lekkerste leesplekje aan boord (foto hier). Dat is vanzelfsprekend haar plek. Na een uur zakt de wind weer in, de wolken trekken weg en het gezicht van de volle Sinterklaasmaan staart ons aan door de bomen, pardon, door de masten en de scheepswanten.  Terug naar boven

Ayíos Nikoláos (32)

Bron University of Alabama
Bron University of Alabama

Donderdag 03-12-2009

November was niet alleen in Nederland een ongewoon warme maand. Ook op wereldschaal was dat het geval, zoals je in bijgaand staatje ziet. De maand was 0,5° Celsius warmer dan het gemiddelde van 1979 tot nu en het 13-maands gemiddelde stijgt incl. november naar 0,23° boven 1979-nu. Laat het echter duidelijk zijn: dat zegt allemaal niets over de langere termijn trend.

 

Onlangs - op 11-11-2009 - schreef ik over simultane opwarming van de Aarde, Mars, Jupiter, de Neptunusmaan Tritin en Pluto. Die zou vastgesteld zijn door Khabibullo Abdussamatov, de directeur van het Pulkovo Observatorium in St. Petersburg. Ik las het in een artikel over het project Astrometria: "The simultaneous global warmings on the Earth, Mars and in virtually whole solar system are the phenomena of the natural solar origin and are caused by natural ― astronomic reasons and not by industrial activity of the humans", lees je daar. Vandaag neem ik de tijd om op Internet ernaar op zoek te gaan. Ik stuit allereerst op een artikel "Buitenaardse opwarming" van Marcel Krok in Natuurwetenschap & Techniek nr. 4, jrg. 2007, waarin de beweerde simultane opwarming aan het toeval wordt toegeschreven. Voor iedere opwarmende planeet of maan zijn er individuele, specifieke mechanismen werkzaam zoals baansituatie, variaties in afstand van de zon, naijleffecten, regionale factoren, inwendige warmteproductie, en dergelijke. Ook op Skepticalscience.com ("Examining the Science of Global Warming Skepticism") worden dergelijke argumenten aangevoerd in een artikel uit 2007: Global Warming on Other Planets in the Solar System en op Climateprogress in "The Other Planets Are Warming Myth", eveneens uit 2007. Misschien mocht je dat verwachten. Je krijgt echter wat je steeds krijgt als je in de klimaatdiscussies op Internet duikt: de al of niet wetenschappelijk geschoolde specialisten bezigen een jargon dat niet het jouwe is en hanteren argumenten die vaak zo specialistisch of onhelder geformuleerd worden dat je er niks van snapt en teleurgesteld afhaakt. In elk geval vond ik tot dusver weinig recent materiaal, dus van na 2007. En in de tweede plaats lijkt het me dat de veronderstelling van simultane opwarming van planeten in het zonnestelsel onvoldoende onderbouwd is om de menselijke invloed op de aardse opwarming te ontkrachten.

 

Geleidelijk komt de atmosfeer vandaag tot rust. Het is een frisse dag. Afgezien van mijn ochtendlijke zwemtocht brengen we de hele dag lezend aan boord door. Ans leest het relaas van de schipbreuk en de muiterij van het VOC-schip Batavia ("Wat een wreed verhaal!") en ik de aandoenlijke roman van Margriet de Moor over de Zeeuwse watersnoodramp in 1953: "De Verdronkene" (2005, Contact). Aandoenlijk is ondermeer het verhaal over de meteoroloog die in de rampnacht dienst deed op het KNMI. Hij zag de storm aankomen. In die tijd hielden de Hilversumse radiouitzendingen na middernacht op (na het Wilhelmus, ik weet het nog goed) De verontruste weerkundige belde de studio met de vraag of het niet beter was om de zender in de ether te houden voor het uitzenden van waarschuwingen, berichten, oproepen, e.d. "Hoe komt u erbij!", zei de programmaleider, "bovendien ben ik ziek" Ik vermoed dat dit verhaal op waarheid berust. "Op een gevaarlijke plek wonen gaat onafscheidelijk samen met doof- en blindheid voor de eigenschappen van dat gevaar", schrijft De Moor op p. 145. Soms denk ik dat dat voor de hele mensheid op aarde geldt. Terug naar boven

Ayíos Nikoláos (33)

Dit is hem dus. Mijn prostaat. Links dwars en rechts in vooraanzicht. Het is het rondje onder het donkere gebied (dat is de blaas) Linksonder in een tabel de afmetingen
Dit is hem dus. Mijn prostaat. Links dwars en rechts in vooraanzicht. Het is het rondje onder het donkere gebied (dat is de blaas) Linksonder in een tabel de afmetingen

Vrijdag 04-12-2009

Opnieuw de aarzeling om ook verslag te doen van de nare en vervelende zaken die we meemaken. Toch: ik zou zo eerlijk mogelijk zijn. Dat was mijn bedoeling. Maar soms komen de zaken in je leven ineens wel helemaal anders te liggen. Binnen een uur kan dat gebeuren, zo merken we. Vandaag blijkt in het ziekenhuis mijn PSA veel te hoog te zijn: 15,2 ng/ml (normaal is dat tussen 0 - 4 ng/ml). De zogenaamde Free ratio, dat is het vrije PSA gedeeld op het totaal PSA, is slechts 0,04 (moet boven 0,25 zijn). Bij rectaal toucher (op zich geen pretje) voelt dr. Ioannis, de uroloog, een klein nodulair, hard gezwel aan de linkerzijde van mijn prostaat. Op de buikecho ( zie hiernaast) is de prostaat niet duidelijk vergroot (410 x 374 x 382 mm) en toont wat dichtere, stenige structuren. De nieren, blaas en urinewegen zijn niet gestuwd en de blaasontlediging is goed.

 

Dokter Ioannis bespreekt de situatie met ons. Verdere diagnostiek is nodig, allereerst een biopsie om vast te stellen of er sprake is van carcinoom - en zo ja, welk soort - of van iets anders. Dat onderzoek kan hier niet gebeuren. Eventueel in Iraklion of Athene, maar ik kan het ook in Holland laten doen. Ans en ik zijn het er snel over eens. We gaan zo snel mogelijk terug in de hoop dat men in Gorcum nog voor de kerstdagen de biopsie kan verrichten. Aanvallen is mijn devies, zeg ik tegen de uroloog. Zo voel ik het ook. Moeilijkheden bood ik altijd liefst meteen het hoofd. We lopen wat onwezenlijk de hellende straat af naar de haven en terug naar de boot. De zon schijnt lekker, het is een licht bewolkte dag. Geleidelijk aan wordt het me vreemd te moede. Ziekte overkomt iedereen een keer maar ik ben pas 62. Tja, zo werkt dat natuurlijk niet, geluk en ongeluk worden niet gelijkelijk verdeeld. Ook voel ik iets van opluchting, vreemd genoeg, er is tenminste een identificeerbaar probleem. Ans overigens, moet nog met haar antibiotisch kuurtje doorgaan.

 

Aan boord bel ik een van de urologen in Gorcum. Het is vrijdagmiddag, omdat het er een uur vroeger is, is de lunchpauze nog bezig. Maar ik krijg hem aan de lijn. Even schiet mijn gemoed vol en kan ik niet uit mijn woorden komen. Gelukkig is hij vol begrip en denkt dat het wel lukt om de biopsie snel te doen. Het gesprek lucht me op. Je hebt het waarschijnlijk al heel lang, zegt hij, er is geen reden om nu halsoverkop dingen te doen. Tja, dat snap ik wel, maar we proberen toch voor medio volgende week een vlucht naar Holland te boeken. Gelukkig lukt dat. Op dinsdag a.s. vliegen we met Olympic Airways via Athene naar Amsterdam.

 

Vanavond komen Geert & Ine van Anégada bij ons eten. Behoefte aan wat vrolijkheid. Terug naar boven

Ayíos Nikoláos (34)

Dulce (midden van de foto) onder de regenluchten boven de westelijke bergen
Dulce (midden van de foto) onder de regenluchten boven de westelijke bergen

Zaterdag 05-12-2009

Ieder van zijn kant heeft de eigen kinderen ingelicht waarom we opeens naar Holland terugkomen. Geert & Ine zijn bij het diner natuurlijk aangedaan door het nieuws van mijn prostationaire tegenslag. Ans heeft een lekkere hachee gekookt en de avond is jong, mooi en vrolijk zoals het hoort. Toch gaat iets aan me voorbij, merk ik. Je bent stil, zegt Geert. Maar ik geniet als altijd van muziek, een mooie wijn en gezelschap. Kan iemand zien dat er misschien iets mis met me is? Natuurlijk niet. Er is niks te zien. Het merkwaardige is dat ik me gewoon kerngezond voel, niet anders dan gisteren en eergisteren. Morgenochtend zwem ik weer mijn dagelijkse kilometer, zo neem ik me voor. Tenzij het te koud is.

 

Later op de avond, ons bezoek is naar huis (hun boot) en Ans slaapt, bel ik mijn broertje Wiebe. Iedereen mag nu wel weten dat hij me vorige week belde met het bericht dat bij hem een adenocarcinoom van de prostaat was gevonden. Dat zette bij mij alles in actie, gelet op de grote familiaire factor, met het resultaat dat ik het waarschijnlijk ook heb (de bevestiging moet nog komen) Hij is geschokt en - ik snap dat wel - op een zekere manier ook opgelucht. Het geeft hem het gevoel dat hij er niet meer helemaal alleen tegenover staat. "Brothers in arms", zeg ik. Als we hebben opgehangen begint het te regenen. Ik kijk een tijd naar de ramen, naar hoe de regen op de ramen slaat. Daar valt niets uit af te leiden. Regen is niks anders als regen. De volle maan is achter de wolken schuil gegaan en de wereld is onveranderd de wereld gebleven. Soms denk ik: waren we misschien wel gewoon te gelukkig op onze tocht? Mocht dat niet duren? Ik weet dat dergelijke gedachten nergens op slaan maar je krijgt ze ongewild. Nergens, helemaal nergens kun je protest aantekenen. Ik kijk wat rond vanuit de kuip. De haven is stil, het regent niet meer, het water wiegelt en spiegelt zoals het water altijd doet als het niet waait, ik ga naar bed.

 

De dag van vandaag is er een van zon en regen. Te koud om te zwemmen. Ik heb een fikse kater die helpt om alles somber in te zien. Katers bestaan bij mij nooit uit hoofdpijn of misselijkheid, maar zonder uitzondering uit ernstige gevoelens van vertwijfeling, domhoofdigheid en minkukeligheid. Vandaag is dat niet anders. Eind van de middag is er een borrel van de Britten op de Flapjack, een paar boten verderop. We gaan er met enige tegenzin toch maar heen en uiteindeljk wordt het ook nog wel gezellig (foto hier), als je maar genoeg glaasjes op hebt. Terug aan boord - hik! (ik) - vallen we elkaar in de armen en gaan vroeg naar bed. Geborgen bij het mooiste, liefste en warmste lijf dat ik ken. Terug naar boven

Ayíos Nikoláos (35)

De hele dag regent het pijpenstelen. Lord Byron is zelfs wat in mineur
De hele dag regent het pijpenstelen. Lord Byron is zelfs wat in mineur

Zondag 06-12-2009

Vannacht en vanochtend regent het pijpenstelen (zie hierboven). We blijven wat langer in bed liggen. Het is een sombere en kille dag. Ik denk terug aan de gezellige borrel van gistermiddag op de Flapjack. Ik sprak er een uurlang met Sigmund, een tot Belg genaturaliseerde Pool. Hij is net zo oud als ik. Samen komen we tot de ontdekking dat we in het jaar 1973 precies in tegenovergestelde richting door Europa reisden. Hij wist die zomer uit de stagnerende samenleving in Polen te ontsnappen naar het Westen terwijl ik, linkse idealist, met mijn vriendinnetje Marijke in ons 2CV´tje in de omgekeerde richting reed om eens te kijken hoe het reeël bestaande socialisme er nou eigenlijk uitzag (foto hier). Ach, al die duizelingwekkende beelden uit het verleden die dan op je afkomen! Herinneringen zijn bedoeld om de tijd vast te houden. Om als het ware in het beeld te kruipen, of erdoorheen zoals door de kast van de kinderen van Narnia en en terug te gaan naar die tijd. Maar dat kan in een filmtrucage maar helaas nooit in het echt en je verdrinkt vervolgens in die beelden en ze zijn noch volledig noch betrouwbaar. Toch zijn ze wel je eigen herinneringen, vervormd, versleten en soms te vaak afgedraaid. Sigmund ondertussen spreekt dat aangename sappige Vlaams charmant en vloeiend. Wist je niet beter, je versleet hem voor een Vlaming. We nemen ze allemaal door, de minder of meer tragische figuren uit onze tijd zoals van Gierek, Walesa en Jaruzelski. Hij ging studeren aan de Universiteit van Leuven en werd geograaf. Ach, als Ans me niet had gemaand dan was ik op zijn Pools nog urenlang met hem doorgezakt.

 

Het electrisch kacheltje blaast nijver vanonder de tafel warme lucht de kajuit in. Ik verzamel alle ziektekostennota´s om de straks in Holland naar onze verzekeraar op te sturen. We beginnen vast met het inpakken van de koffer, overmorgen vroeg vliegen we om half negen vanaf Iraklion. Geert & Ine brengen ons met hun (gedeelde) huurauto naar het vliegveld. Bovendien zullen ze weer voor Lord Byron zorgen. Verder lezen we en dat verzet de gedachten. In één ruk lees ik de nieuwe thriller "Het meisje uit Buenos Aires" van Tomas Ross uit (De Bezige Bij, 2009) en begin in "Verlovingstijd", de nieuwe roman van Maarten ´t Hart (Arbeiderspers, 2009)

 

Van allerlei kanten ontvang ik per e-mail, SMS, telefoon en het Gastenboek bemoedigingen en steunbetuigingen. Dat is hartverwarmend en soms erg verrassend. Allen heel erg bedankt, ik waardeer dat enorm! Sommigen vertellen van eigen prostaatkwalen, wijzen erop dat je zelfs met een langzaam groeiend adenocarcinoom nog erg oud kunt worden of vertellen over ondergane biopsieën waarin helemaal geen afwijkingen werden gevonden. Tja. Van mijn uroloog begreep ik overigens dat je volgens het protocol van de urologenvereniging een tweede biopsie moet ondergaan, als in de eerste niets wordt gevonden. Pas als die ook negatief is kun je je helemaal gerust voelen. We zullen zien. De avond valt vroeg. Nog steeds vallen er buien. Ik speel "Bist du bei mir" af, een prachtige oude opname van Aafje Heynis. Een opname uit 1956 met de legendarische Pierre Palla op het orgel. Ooit in kopie cadeau gekregen van Wim Akkerman,  een lang verloren oude vriend. Een aria die in staat is je zowat met alles te verzoenen. Volgens mij is de zij de heimelijke beschermengel van alle mannen met prostaatproblemen ("Ach, de verkoelende kus van haar kommervolle lippen op mijn arme, verhitte en op hol geslagen prostaat"). De aria is niet van Bach, zoals velen denken, maar van een meneer Stölzel. Maakt vanavond niet uit. Terug naar boven

Ayíos Nikoláos (36)

Echografie van de prostaat met biopsie. Folder MST
Echografie van de prostaat met biopsie. Folder MST

Maandag 07-12-2009

Wind Noordwest Bf 4 - 5, zonnig, licht bewolkt. De wereld ziet er gelijk een stuk aangenamer uit. Het eerste wat ik doe, rekening houdend met een uur tijdverschil, is de polikliniek urologie van mijn oude ziekenhuis bellen. De secretaresse is al op de hoogte. Even is enige twijfel of ik eerst op de ziekenhuisbacterie MRSA gescreend moet worden, omdat ik in een buitenlands ziekenhuis geprikt ben. Dat blijkt echter pas nodig als je er een infuus kreeg, niet bij een venapunctie. Mooi. De secretaresse meldt dat ik overmorgen, woensdag, al in de ochtend de biopsie kan ondergaan. Héél mooi, dat schiet op! "Wie appelen vaart, die appelen eet", denk ik onwillekeurig maar ik ben er toch wel heel blij mee. Op de website van de poli urologie van MST vind ik een duidelijk plaatje van een transrectale echografie met biopsie zoals ik die moet ondergaan (zie hierboven). De poli urologie van het Batrixziekenhuis zélf heeft trouwens ook een duidelijke folder, maar dan zonder plaatje.

 

Ik loop met een stapeltje uitgelezen boeken naar het toiletgebouwtje, om ze op de bookswap plank te zetten. Van de straat komen spreekkoren en kreten. Nieuwsgierig ga ik erheen en zie dat er een soort scholierendemonstratie langskomt, te oordelen naar de leeftijd van de deelnemers. Voorop rijdt een motoragent. Er zijn geen spandoeken, geen idee waar het over gaat. Later lees ik bij de NRC dat er vandaag in Athene en Thessaloniki rellen zijn uitgebroken. De demonstraties hebben te maken met de herdenking van de gewelddadige dood van een scholier vorig jaar. Het gaat hier in Ayíos N. echter heel vreedzaam toe. Achterin lopen meisjes, sommigen met beugels van de tandarts in hun mond, gearmd te kletsen en te giechelen, een schuin oog gericht op de jongens voor hen.

 

´s Middags maak ik een wandeling langs de stranden aan de zuidwestkant van de haven. Er is een smalle strook kiezelstrand tussen het sportstadion en de zee. Dan steek ik de droge bedding van een riviertje over en passeer onderlangs de muur van een groot kerkhof. Daarna komen er verlaten stranden met gesloten bars en terrassen. Paul Theroux schreef ergens dat hij toeristencentra buiten het seizoen de meest deprimerende plaatsen op aarde vond. Ik vind dat het wel meevalt. Lekker rustig, eigenlijk. Maar ik heb momenteel niet zoveel noten meer op mijn zang. Ik wou enkel dat ik gewoon niks aan mijn prostaat had. In de verte zie ik de stad en de jachthaven (foto hier). Er staat meer branding dan ik had verwacht, af en toe spat het schuim hoog op over de rotsen. Wanneer zal ik hier weer een keer langs lopen? Een vissersbootje komt aanvaren en werpt dicht bij de rotskliffen zijn netten uit, meeuwen cirkelen er dicht overheen (foto hier). Ik zag ze hier vlak onder de kust vaker vissen, kennelijk een goede plek. Ik staar over zee. Het is lang geleden dat ik me zo onzeker heb gevoeld en dat ik in verste verte geen idee heb waar het allemaal toe zal leiden. Tja, het kan mee- en tegenvallen. "Kanker is geen gevecht", schreef iemand me, "het is gewoon een kwestie van wel of geen geluk hebben" Kan zijn. Is dat alles wat je ervan kunt zeggen?

Langs de andere kant van het kerkhof loop ik terug naar de stad. Alle graven zijn afgedekt met grote marmeren sluitstenen. Overal staan fleurige bossen bloemen. Naast de ingang is een groot en voornaam familiegraf. Op de bovenrand staan de borstbeelden van de belangrijke familieleden. Alleen maar mannen (foto hier). Vast een vooraanstaand geslacht in deze stad. Zou dat nog zo zijn?

 

Terug aan boord bel ik een paar keer naar het nummer van dokter Ioannis, de uroloog. Ik wil hem vertellen dat we naar Holland gaan, maar hij neemt niet op. Zometeen om vijf uur gaan we naar de Anégada, Ine kookt vanavond voor ons. Daarna pakken we de koffers. Om vijf uur gaat morgenochtend de wekker af. Terug naar boven

Gorinchem (1)

De besneeuwde bergtoppen van Kreta steken boven de wolken uit
De besneeuwde bergtoppen van Kreta steken boven de wolken uit

Dinsdag 08-12-2009

Als de wekker om vijf uur afgaat is het nog stikdonker. Gister brachten we Lord Byron al bij Geert & Ine en aten er een lekkere pasta met gerookte zalm. We maken ons snel klaar en sjouwen de koffers aan wal. Ik sluit de afsluiters, de gasfles was nog niet eens open sedert ons vorig bezoek aan Holland (we koken electrisch met walstroom), sluit de 220 Volt voor de stopcontacten af, enzovoorts. De acculaders blijven aan, evenals de koelkast en de bilgepomp. We zijn hier precies veertien dagen geweest. Hoe haat ik het om het schip nu alweer te verlaten! Enfin, het is niet anders.

 

Geert & Ine rijden ons vlot naar Iraklion terwijl het geleidelijk licht wordt. De vlucht van Olympic Airways naar Athene vertrekt exact op tijd. Snel stijgen we door de wolkenlaag. De besneeuwde bergtoppen van Kreta steken er bovenuit (foto hierboven). Veertig minuten later landen we in Athene. Na anderhalf uur vertrekken we - alweer exact op tijd - met een Airbus van Olympic Airways naar Amsterdam. Onderweg is er weinig te zien. We dommelen wat. Ik probeer met weinig succes wat te lezen in een boek over quantumcomputers. Boven Nederland klaart het op. Verbaasd stellen we vast hoe in-en-in groen het land eigenlijk is. Het vliegtuig maakt een grote bocht over het IJsselmeer. We zien Lelystad, de dijk naar Enkhuizen en Hoorn liggen. Precies om half twee landen we op Schiphol waar Ans´ jongste dochter Tessa ons afhaalt.

 

Vreemd gevoel om weer over de A2 terug naar Gorcum te rijden. Over de Banneweg rijden we de stad binnen, alsof we niet zijn weggeweest. We passeren het ziekenhuis, waar ik me morgen zal vervoegen. Bij Tessa thuis licht ik per e-mail onze huisarts in over alle perikelen. Okay, aanvallen, morgenochtend de biopsie. Terug naar boven

Gorinchem (2)

Het glaspaneel Post Nubila Lux in de hal van de polikliniek van het Beatrixziekenhuis in Gorinchem. Voor mijn gevoel is er rechts achter het paneel een lamp stuk
Het glaspaneel Post Nubila Lux in de hal van de polikliniek van het Beatrixziekenhuis in Gorinchem. Voor mijn gevoel is er rechts achter het paneel een lamp stuk

Woensdag 09-12-2009

Samen onder de paraplu lopen we door een miezerend regentje over de Nieuwe Hoven naar het ziekenhuis. Binnen, links naast de polikliniekingang, ontwaar ik een oud glaspaneel dat de tekst "Post Nubila Lux" draagt (foto hierboven). "Na Duisternis Licht" ofwel achter de wolken schijnt de zon. Hoe toepasselijk. Het is afkomstig uit de hal - of was het het trappenhuis? - van het toenmalige Streekziekenhuis Prinses Beatrix. De rechterzijde is licht, de linkerzijde donker. Hoort dat zo? ("Na Duisternis wordt het halflicht"?) Of is er gewoon een lamp achter het paneel stuk? Ik herinner me dat we het paneel destijds in 1992 zorgvuldig overhuisden naar de nieuwbouw, samen met een groot muurmozaïek, een plattegrond van Gorcum en omstreken. Dat laatste lieten we op de muur aanbrengen op West 1 tegen de muur van de sterilisatieafdeling. Waar het Post Nubila Lux paneel vandaan komt, weet ik niet. Mogelijk was het een geschenk bij de ingebruikname van het streekziekenhuis in (circa 1954) Curieus is dat het ook de naam is van een bekende vrijmetselaarsloge in Amsterdam, zo ontdek ik als de tekst voor de zekerheid even google. Zouden die ooit iets met de stichting van het ziekenhuis te maken hebben gehad? Wie weet. Het streekziekenhuis werd ooit gesticht door de gemeenten en de kerken in de regio. Leuk toch dat je via Internet vaak van die toevallige vondsten doet. De loge werd als zesde Amsterdamse loge in 1850 opgericht en had misschien wel contacten met de loge "Orde en Vlijt" in Gorcum. Maar die zou dan wel eerder het eigen logo hebben aangeboden, zou je zeggen. Ach, het slaat mogelijk nergens op en die vrijmetselarij is in mijn ogen eigenlijk een obscuur soort jongensclub. Pas op de foto zie ik aan de rechter onderkant van het glaspaneel een bordje. Volgende keer eens kijken, misschien geeft het opheldering.

 

Bij de poli urologie nemen we plaats in de wachtruimte (foto hier). Natuurlijk zien we een aantal oude bekenden voorbij komen. Hoe goed ken ik dit gebouw! De bouw van dit gedeelte kwam gereed in 1988. Urologie was toen een van de nieuwe specialismen en René Gilhuis was de eerste uroloog die ik aanstelde. Nu komt hij me ophalen voor de biopsie. Hij is grijs geworden, net als ik. We nemen mijn prostaatverhaal door en de bevindingen van de Griekse uroloog. Daarna toucheert hij me (het is geen liefhebberij van me) en stelt vast dat mijn prostaat tamelijk hard en niet groot is. Dan volgt de transrectale echo en neemt hij verspreid over het orgaan liefst 9 biopten. De handeling is niet echt pijnlijk maar die biopsienaald schiet hij er - tsjak! - iedere keer met zo´n nare rotklap in dat je het tot bovenin het puntje van je snikkel voelt. Oef, ik ben blij als dat over is.

 

We bespreken de stand van zaken. Het volume van mijn prostaat is op de echografie 18,8 cc. Kleiner dan de ruim 30 cc op de Griekse buikecho, maar vanuit die hoek is het volume vertekend. Het biopsiemateriaal moet uitwijzen wat er aan de hand is: carcinoom, hypertrofie of ontsteking. (Gelet op de diagnose van adenocarcinoom bij mijn broertje, lijkt me de kans op het eerste het grootst) Als er van kanker sprake is, schat hij het stadium op T2 (tumor tot de prostaat beperkt) Behandelbaar dus. Voor brachytherapie (inwendige radiotherapie) is mijn PSA te hoog (moet 10 ng/ml of lager zijn) Over blijven dan een radicale prostatectomie, al dan niet met de zogenaamde Da Vinci robot, of uitwendige bestraling. Qua overlevingskansen zou er nauwelijks verschil zijn. Maar het is te vroeg om daar over te beslissen. Eerst moet de uitslag van de biopsie afgewacht worden. We maken een afspraak voor volgende week donderdag 17/12, dan moet de uitslag er zijn. In elk geval kunnen we direct daarna terug naar Kreta voor de feestdagen. Als er nóg een tweede biopsie nodig is (indien deze eerste geen kanker toont) of in het andere geval een behandeling moet gedaan worden, dan kom ik begin volgend jaar daarvoor terug. Mijn broer is overigens vandaag voor een intake naar de kliniek in Gronau, net over de Duitse grens bij Enschede, waar ze met de bovenstaande robottechniek werken.

 

We drinken koffie bij mijn Gorcumse opvolger en zeilvriend Pieter de Kort in het managementcentrum van Rivas, op de bovenste etage van de voormalige zusterflat. Ruim veertien dagen gelden zagen we elkaar nog bij de vrolijke bijeenkomst van de Watersportvereniging Deil e.o. in Café "´t Gelach" op de Varkenmarkt. Grappig, Pieter gebruikt op zijn kamer nog steeds mijn vroegere meubilair, het bureau en de vergaderset. We ontmoeten nog tal van oude bekenden waaronder Diny de Haas, sinds 1983 aan het ziekenhuis verbonden en een van mijn vroegere directiesecretaresses, nu weer secretaresse bij Pieter, en haar collega Nelleke, die ik alleen van de telefoon kende (foto hier). We blijven niet lang, de mensen moeten aan het werk en helemaal lekker voel ik me niet. Het is geen pijn maar een merkwaardig, ongemakkelijk gevoel, daar ergens beneden. Ans gaat naar haar moeder in het verzorgingshuis achter het ziekenhuis en ik loop terug naar het huisje van Tessa & Jeff, waar we logeren. Daar boek ik een terugvlucht op vrijdag 18/12 via Athene naar Iraklion bij Cheaptickets.  

Terug naar boven

Gorinchem (3)

Het decennium 2000-2009 is het warmste sedert het begin van de metingen in 1850
Het decennium 2000-2009 is het warmste sedert het begin van de metingen in 1850

Donderdag 10-12-2009

Het KNMI maakte eergisteren bekend dat 2000 - 2009 wereldwijd het warmste decennium lijkt te gaan worden in de meetreeks vanaf 1850 (zie grafiek hierboven). Het bericht is afkomstig van de WMO (World Meteorologic Organisation) Het bijna afgelopen jaar 2009 staat op de vijfde plaats van alle warmste jaren. Negen plaatsen uit de top tien worden bezet door jaren uit deze eeuw: 2005 (+0,48), 2003 (+0,46), 2002 (+0,46), 2009 (+0,44), 2004 (+0,43), 2006 (+0,42), 2007 (+0,41), 2001 (+0,40) en 2008 (+0,31) (Tussen haakjes de afwijking van het langjarig gemiddelde over 1961 - 1990) Het jaar 1998 springt er nog steeds uit als warmste jaar (+0,52) onder de invloed van de sterke El Niño dat jaar. De wereldgemiddelde temperatuur is nu al drie decennia hoger dan normaal (het gemiddelde over 1961-1990 dat 14,0 graden bedraagt). Ik heb eens gecheckt of een paar bekende klimaatsceptici zoals Hans Labohm en Hans Erren er al op hebben gereageerd. Helaas nog niet, terwijl ze anders toch altijd heel snel zijn. De Amerikaanse klimatoloog Roy Spencer, die ik doorgaans liever lees, ging er gisteren wel op in:

 

"We just had the warmest decade in recorded history! Well, if thermometer measurements had started in, say 200, AD (rather than in the 1800’s), and it was now 850 AD, the same thing might well have been said back then. The climate system is always warming or cooling, and the Industrial Revolution (and thus our carbon dioxide emissions) just happened to occur while we were still emerging from the Little Ice Age…a warming period"

 

Ja, dat is natuurlijk zo. In de MWP, de Middeleeuwse Warme Periode die aan de Kleine IJstijd vooraf ging, was het volgens sommigen gemiddeld zelfs warmer dan nu. Tja, het wordt vervelend maar je kunt het alleen maar afwachten. Gaat de opwarming door of zijn we inderdaad aan een periode van afkoeling begonnen, zoals veel sceptici geloven? Ik vrees voor het eerste. Als er intussen niets is gedaan (als b.v. Kopenhagen deze maand mislukt) kan het te laat zijn.

Later vandaag reageert dan toch Hans Erren met een even merkwaardige als summiere blogpost die slechts de grafieken - incl. 2009 - bevat van de meetstations van zijn voorkeur, onder de typerende titel "Nog steeds geen temperatuurstijging in Europa" Ik begin geen herhaling van de discussie van vorig jaar met hem. Laat anderen dat maar doen.

 

Gisteravond laat belde mijn broer Wiebe en deed verslag van zijn bezoek aan het prostaatcentrum in het St. Antonius Krankenhaus in Gronau, waarvoor je vanuit Nederland een afspraak kunt maken via een bedrijf dat Top Medical Care heet. Hij vond de kliniek deskundig en efficiënt. Hoewel het in Nederland nog geen standaard is werd er ook een MRI verricht om een idee te krijgen over de uitbreiding van de tumor in de prostaat en bovendien nog een CT-scan van de buik worden om lymfklier uitzaaiingen uit te sluiten. Zijn verzekeraar Zilveren Kruis Achmea vergoedt de behandeling in Gronau, maar als hij geopereerd wilde worden door de uroloog met de meeste ervaring in de robottechniek, Dr. med. Jörn H. Witt, dan moest hij uit eigen zak nog 2.400 euro bijbetalen. De werkneemster van de kliniek vertelde hem vervolgens ongevraagd dat als hij overstapte naar zorgverzekeraar Menzis, hij die € 2.400 niet hoefde te betalen. Je fronst je wenkbrauwen even, wat een merkwaardige koppelverkoop! Dergelijke snaakse methoden had ik niet van Menzis-chef Roger van Boxtel verwacht. Enfin, mijn broer heeft een optie vastgelegd voor operatie in de loop van januari.

 

Op de fiets doen we vandaag wat boodschappen, ondermeer in de Turkse supermarkt niet ver hiervandaan. Ans gaat het eten voor vanavond koken, bij Barbara thuis. Terug naar boven

Gorinchem (4)

Achter de schil van hemelse sferen is het oneindige digitale Multiversum
Achter de schil van hemelse sferen is het oneindige digitale Multiversum

Vrijdag 11-12-2009

Gisteravond gegeten bij Barbara. Ans kookte een pittige Turkse schotel. Ik ben altijd weer verbaasd over de vanzelfsprekendheid waarmee de tegenwoordig opgroeiende generatie digitaal is. Wat wij pas vijftien jaar geleden met de nodige moeite leerden kennen, Internet en e-mail etcetera, is voor hen een dagelijkse routine. Hier een foto van kleinkind digi-Nikita, 10 jaar oud, de middelste van de drie van Barbara. Hetgeen me brengt op het fascinerende onderwerp van quantumcomputers. Die komen aan de orde in "In Search of the Multiverse", het nieuwste boek van astrofysicus en sciencewriter John Gribbin (Allen Lane, 2009) Ik ga hier niet uitleggen hoe die werken, al is dat boeiend genoeg. De essentie is voor mij dat - in de woorden van Gribbin:

 

"The fact that quantum computation works proves the existence of the Multiverse"

(p. 77)

 

Simpel gezegd: zo had ik daar nog nooit tegenaan gekeken. De Many Worlds Interpretation van de quantumtheorie en het concept van het Multiversum was ik natuurlijk al herhaaldelijk tegengekomen in de boeken van diverse auteurs in de afgelopen jaren, zoals recent nog bij Süsskind en Greene. Maar nog nooit was het me geworden dat je de enorme simultane rekencapaciteit van quantumcomputers, vele honderdduizenden keren groter dan die van conventionele computers, kunt begrijpen als operaties die tegelijkertijd plaatsvinden in parallelle werelden. Eerlijk gezegd ben ik er nogal ondersteboven van. Vandaar het mooie plaatje hierboven, dat ik vond op de prachtige website Woest & Vredig. Vrije geluiden in de wwwoestijn. Iemand, waarschijnlijk een filosoof of een wetenschapper, steekt zijn hoofd door de schil van hemelse sferen die de alledaagse werkelijkheid omgeeft en ontdekt dat de wereld erachter een oneindig en volledig digitaal quantum-multiversum is waarin iedere tijd en iedere plaats, alle verledens en alle toekomsten op alle mogelijke manieren allang bestaan. Daar heb je toch even niet van terug!

 

Midden in de nacht wordt ik wakker. Flarden van een droom drijven nog in mijn hoofd rond. Ans en ik zwerven in een camper door de wereld. We komen bij een hotel. In de bar staan hoge witte party-tafeltjes. Mijn moeder (overleden in 2001) en mijn vader zijn er ook. Ik heb al jaren niet meer over mijn vader gedroomd. Hij kwam op 10 juni 1965 ´s nachts om bij een auto-ongeluk op de A16. De ruimte wordt verwarmd door een ouderwetse plattebuiskachel. Vroeger aan de Deilsedijk 45 in Deil had ik er zo eentje in de keuken. Deze kachel doet het echter niet maar een kachelmonteur kruipt erachter en krijgt hem op een of andere manier aan de gang. Hij komt echter met zijn hoofd klem te zitten achter de gloeiend hete vuurkorf. Het hoofd van de man zwelt op en wordt bleekrood en verandert in een....prostaat! Jazeker! Met moeite weten we de kachel terug te trekken en de arme man uit zijn benarde positie te bevrijden. Bezorgd kijken we naar zijn vervormde hoofd. In het midden zit een roze gat, dat is zijn mond die begint te bewegen en langzaam weer normaal wordt. Zo krijgt het hele hoofd allengs zijn normale vorm weer terug.

Welk een aardig oplossingsscenario weet mijn hulpvaardige brein zelfs in droomtoestand uit allerlei voorhanden herinneringsmateriaal samen te stellen!

 

Vanochtend halen we, nu we toch in Nederland zijn, de tweede vaccinatie tegen de Mexicaanse griep bij onze huisarts. Daarna gaan we bij Ans´moeder langs. ´s Middags lees ik verder in Gribbin. Straks ga ik even langs bij mijn vriend Inge in Heukelum. Vanavond kookt Ans bij Tessa andijviestampot met spekjes. Terug naar boven

Gorinchem (5)

De beste wensen van de Japanse kunstenaar Shuzo Azuchi Gulliver, die al 17 jaar op mijn hypofyse wacht. (Is het trouwens niet Merry Christmas?)
De beste wensen van de Japanse kunstenaar Shuzo Azuchi Gulliver, die al 17 jaar op mijn hypofyse wacht. (Is het trouwens niet Merry Christmas?)

Zaterdag 12-12-2009

Per e-mail krijg ik mijn jaarlijkse nieuwjaarswens - zie hiernaast - van de Japanse kunstenaar Shuzo Azuchi Gulliver, die al 17 jaar op mijn hypofyse wacht. Dat hij nog lang moge wachten! Zie voor de achtergronden het stukje "Een bijzondere wijze van begraven"

 

Over zeilersleed. Zomaar een persberichtje:

 

"De Regiopolitie Gelderland-Zuid, team Groesbeek heeft woensdagmorgen een hennepkwekerij ontmanteld in Beek. De woning, deel uitmakend van een twee onder één kapwoning was tijdelijk verhuurd aan een jong stel, omdat de eigenlijke bewoners ergens anders waren. In de woning waren diverse kamers en de zolder ingericht als kwekerij. Met alle aanpassingen in de woning vandien. De enkele honderden planten, die klaar waren om te oogsten, zijn, samen met de apparatuur vernietigd. De koffie voor de politie werd door een buurtbewoonster verzorgd. Het huis is behoorlijk "beschadigd" door de huidige huurders"

 

Die eigenlijke bewoners kennen we heel goed, het is een bevriend stel dat net als wij met hun boot door de Middellandse Zee zwerft en nu in Turkije overwintert. Hun huis hadden ze tijdelijk verhuurd. Het is nu zwaar beschadigd, kijk voor de foto´s op de site van freelance fotograaf Henk Baron. Ze zijn naar Nederland gekomen voor de feestdagen. Nu moeten ze de zooi opruimen, het huis weer opknappen en hopen alles vergoed te krijgen door de verzekering. Een bevriende makelaar vertelde ons dat de kans daarop klein is. Als je je huis direct verhuurt of via een makelaar, ben je niet verzekerd voor de schade die huurders aanrichten. Verzekerd ben je alleen als je met de makelaar een beheerscontract hebt afgesloten. Natuurlijk, dat kost geld maar de verhuur is dan wel de verantwoordelijkheid van de makelaar. Dubieuze huurders zijn doorgaans minkukels die fungeren als stromannen voor de criminelen die de hennepplantages organiseren. Als de politie ze al vindt. Mogelijkheden genoeg! Vandaag de dag met de dalende huizenprijzen staan veel huizen leeg van eigenaars die een ander huis kochten en hun eigen pand alsmaar niet kwijt raken. Gladde stromannen van de hennepjongens bieden keurig in het pak verrassend hoge huurprijzen voor die tweede huizen. Een leuke Kerst voor onze vrienden!

 

Vanmiddag lunchen we met mij dochter Floor en haar vriend Pijke in Restaurant De Rotonde in Enspijk. Floor is nu ruim 20 weken zwanger en ziet er prachtig drachtig uit. Flinke buik. We hebben voor haar een geinig positie-Tshirt (uit Istanboel) bij ons en wat onzijdige babykleertjes (neutraal m/v). Floor pakt ze hier uit. Na de lunch rijden we naar Inge in het Wijnhuis Heukelum en schaffen o.m. voor de crew van Ignéada, die op Lord Byron en een oogje op ons bootje houdt, een Zeer Fraaie En Bijzondere Whiskey aan. De komende dagen gaan de temperaturen hier omlaag. ´s Nachts gaat het vriezen. In de heldere avond- en nachthemel kunnen we veel vallende sterren zien uit de hoek van het sterrenbeeld de Tweelingen. Het zijn restanten van de uitgedoofde komeet Phaethon, die verbranden in onze dampkring. Het loont de moeite om de komende avonden en nachten omhoog te kijken, het is waarschijnlijk helder vriesweer en je kunt honderden meteoren per uur zien.  Terug naar boven

Gorinchem (6)

Op bezoek bij Jaap en Diana op hun flat in Spijkenisse
Op bezoek bij Jaap en Diana op hun flat in Spijkenisse

Zondag 13-12-2009

Het is een heldere, zonnige zondag, temperatuur net iets boven het vriespunt. Voor het eerst moeten we de autoruiten schoon krabben. We rijden naar Jaap & Diana in Spijkenisse, waar ze een flat hebben. Eind november zijn ze voor een paar maanden naar Nederland gekomen; hun Kiara ligt in Fineke in het zuiden van Turkije. We zagen ze voor het laatst in Istanboel in augustus. Toen wij naar de Zwarte Zee vertrokken zakten zij langzaam af naar het zuiden. Het weerzien is warm, hartelijk en vertrouwd, net alsof we elkaar gisteren nog zagen. We wisselen de verhalen uit. Diana heeft een lunch met lekkere tapas-hapjes gemaakt. De uren vliegen voorbij. Natuurlijk bespreken we ook de plannen om het komend seizoen met Kiara (en Anégada van Geert & Ine) naar de Levant te gaan, en ondermeer Cyprus, Syrië, Libanon, Israël en Egypte te bezoeken. Ik ga er vanuit dat ik dan al lang weer op de been ben na een eventuele operatie aan mijn prostaat. Jaap & Diana hebben goede berichten gehoord over de marina in Hurghada aan de Rode Zee. Je zou er prima kunnen overwinteren, schijnt het, en uitgebreid de tijd nemen om in Egypte rond te reizen. Dan moeten we wel door het Suezkanaal. Boeiend! Wie weet?

 

Eind van de middag rijden we via zwager Cees en schoonzusje Mieke in het onzalige Papendrecht langs om ondermeer de laatste post op te pikken. Op de A15 richting Gorcum is Discotabel op Radio 4, vroeger een van mijn favoriete programma´s. Er is een vergelijking van drie uitvoeringen van het aangrijpende laatste strijkkwartet  (nummer 15 in G D.887 (op.161)) van Franz Schubert. Ademloos luisteren we. De A-uitvoering herken ik meteen als die van mij, het Alban Berg Kwartet. Niet de mooiste uitvoering van de drie, niet vanwege het spel - dat is indrukwekkend - maar door de mindere kwaliteit van de CD-registratie. Gelukkig is er een remastering uitgegeven en die heb ik. Als we in Gorcum zijn , beluister ik de vergelijking van het krankzinnig ritmische scherzo bij Tessa thuis. Terecht vindt het panel de 3e (nieuwste) uitvoering door het Belcea Kwartet de beste. Zó mooi van klank en zo voortreffelijk van interpretatie.

 

Vanavond nemen we Jeff & Tessa mee uit eten in de stad, als dank voor hun gastvrijheid. De hemel is helder. Vriesweer. Let vanavond en vannacht op de Geminiden-zwerm van meteoren! Terug naar boven

Gorinchem (7)

De lokatie van de uitgedoofde komeet Phaethon in het sterrenbeeld Tweelingen (Castor en Pollux) Vanuit dit punt  schieten de Gemini-meteoren over de nachthemel. Merk rechts de potentiële nova Betelgeuze op en de drie sterren van de riem van Orion
De lokatie van de uitgedoofde komeet Phaethon in het sterrenbeeld Tweelingen (Castor en Pollux) Vanuit dit punt schieten de Gemini-meteoren over de nachthemel. Merk rechts de potentiële nova Betelgeuze op en de drie sterren van de riem van Orion

Maandag 14-12-2009

Lekker gegeten met Jeff & Tessa in Brasserie ZiltenZoet op het hoekje van de Arkelstraat en de Varkenmarkt. Na thuiskomst posteren we ons onder het grote kantel-dakraam op onze logeerkamer om naar de Geminiden meteorenzwerm te kijken. Dat wil zeggen, we hebben ons bed zo opgemaakt dat we liggend kunnen kijken. Dom. Uiteraard vallen we meteen in slaap en zien van de zwerm vallende sterren helemaal geen een. Ook geen wens gedaan, dus. Hiernaast toch maar een plaatje.

 

Eigenlijk zijn we enthousiast over de gedachte die Jaap & Diana gisteren opperden om dit seizoen misschien ook naar de Rode Zee te gaan. Je merkt dat ervan uit ga dat we na een eventuele ingreep in mijn prostaat gewoon onze zwerftocht kunnen hervatten. Morgen wil ik langs Vrolijk Watersport in Scheveningen rijden om er de Red Sea Pilot van Elaine Morgan en Steven Davies (Imray, 2nd ed. 2002) op te halen. Weinig is immers leuker dan het bestuderen van pilotbooks over mogelijke bestemmingen.

 

Halverwege de middag rijd ik naar het universiteitscentrum De Uithof aan de oostkant van Utrecht. Daar staat de futuristische studentencomplex Cambridgelaan (foto hier), waar mijn beide jongens een kamer hebben. Dat wil zeggen: Rommert woont er vast en Bas woont tijdelijk op de kamer van Rommerts´ vriendin Esther, die voor haar studie een halfjaar in Edingburgh is. Maar Bas verhuist dezer dagen. Hij heeft een kamer in De Meern gevonden, aan de westkant van Utrecht. Hier 2 foto´s van hun kamers. Ach, het doet allemaal zo terugdenken aan mijn eigen studententijd. In De Uithof stonden nog vrijwel geen gebouwen. College en practica kregen we in de stad of in Transitorium 1 of een laag gebouw, Provisorium geheten. Het was een heel heen en weer gefiets in lange slierten tussen de stad en De Uithof.

We rijden naar de stad langs een paar van de plaatsen waar ik destijds zelf woonde: de laagbouw van het studentencomplex aan de Ina Boudier Bakkerlaan (IBB) en later in de oude binnenstad op Oude Kamp 17. We hebben een uiterst genoeglijke avond in Grieks Restaurant Sirtaki in de Servetstraat, vlak onder de Domtoren (foto hier). Het restaurant van Dmitri & Sofia Lois waar ik al vanaf eind jaren ´70 vaak kwam. Met zijn drieën praten we honderduit over de levens en de plannen van de jongens, hun relaties en hun muziek, mijn prostaat en wat niet al. We liggen dubbel van het lachen om een aantal historische oneliners die we vroeger graag bedachten, zoals deze:

 

"Een huis is de plek

waar je stofwisselt,

uit het raam kijkt en waar je

steeds weer naar terugkirrt"

 

(Het laatste kirrt is wezenlijk, dat laat zich niet gemakkelijk begrijpen). Bas slaagt erin om een nieuwe aan onze collectie toe te voegen: "Ritme is slaaf van de melodie".

Juist. Na uren lopen we door de winkelstraten van Utrechtse binnenstad terug naar de parkeergarage. De straatlantaarns spiegelen zich als altijd in het stille water van de Oudegracht. Het vriest behoorlijk. Vol gedachten rijd ik terug naar Gorcum. Terug naar boven

Gorinchem (8)

De reisboekhandel Interglobe in de Vinkenburgstraat in het centrum van Utrecht
De reisboekhandel Interglobe in de Vinkenburgstraat in het centrum van Utrecht

Dinsdag 15-12-2009

De temperatuur schommelt vandaag om het vriespunt. Ik maak een lekker lange rit door het land. Eerst naar Scheveningen om bij Vrolijk Watersport de Red Sea Pilot (Imray, 2nd ed. 2002) van Elaine Morgan & Stephen Davies op te halen. Waarom liet ik hem niet opsturen? Ik was bang dat hij niet op tijd in de bus zou liggen vanwege de drukke kerstperiode bij de posterijen. Handig is dat ook de Israelische havens aan de Middellandse Zeekust erin staan. Daarna rijd ik over de A12 naar Utrecht. De weilanden zien wit van rijp en de sloten zijn al bedekt met een ijslaagje. In Friesland schaatsen ze vandaag al op natuurijs, maar de schaatsers moeten wel in beweging blijven. Als ze stilstaan zakken ze door het ijs, zegt de nieuwslezer op de autoradio.

 

In Utrecht parkeer ik de auto in de parkeergarage aan de Springweg en loop naar de Vinkenburgstraat tussen de Oudegracht en het Neude. Daar is reisboekhandel Interglobe gevestigd (foto hierboven). Ik schaf er de Lonely Planet gidsen aan over Syrië & Lebanon (2008), Israël & The Palestinian Territories (2007) en Egypt (2008) alsmede de Rough Guide to Jordan (sept. 2009) Op de brug over de Oudegracht bij de twee bioscopen Camera en Studio eet ik een vietnamese loempia met kip.

 

Terug in Gorcum zoek ik op de website van Imray naar de supplementen op de Rode Zee pilot. Er zouden er zeven moeten zijn, maar ik vind alleen maar nummer 7 van januari 2009. Dus vraag ik de uitgeverij in een e-mail hoe ik aan de nadere zes kan komen. Mijn dochter Floor moest vandaag voor contrôle naar de gynecoloog. Alles is in orde, SMS´t ze opgetogen. Op de ECHO heeft ze waarschijnlijk het geslacht van haar kind gezien zien, maar we hebben afgesproken dat wij het niet te horen krijgen. We eten vanavond vroeg omdat we naar een zanguitvoering van Ans´ kleindochter Nikita (10) gaan. Nou, ik verzeker je, die kleine die kan er wat van! Ze moet zelfs een paar keer een solo zingen (foto hier). Ach, ze is zenuwachtig omdat wij erbij zijn. Maar toch, ze zingt in tegenstelling tot anderen haarzuiver en met een verrassend vol geluid. Mooi is dat. Oma Ans (en mijn geliefde) krijgt er de tranen van in de ogen.  Terug naar boven

Gorinchem (9)

De omslag van het boek van Bert de Haan
De omslag van het boek van Bert de Haan

Woensdag 16-12-2009

De dag vangt aan met een aarzelend zonnetje dat zacht licht door een dunne wolkenlucht zendt. Het blijft overdag vriezen. Vandaag lees ik het boekje van Bert de Haan, ex-patiënt van de voormalige MST-neuroloog Jansen Steur, onlangs besteld bij bol.com en een dag later keurig afgeleverd. De veelzeggende titel is "Ik ben bevoorrecht" (AFdH Uitgevers, 2009) met daarachter als ondertitel "Bespiegelingen over mijn ziekte van Parkinson, over het werk van mijn neuroloog Ernst Jansen Steur en over de rol van het Medisch Spectrum Twente" Anders dan veel oud-patiënten van de neuroloog werd bij De Haan geen verkeerde diagnose gesteld en werd hij sedert 1999 voor zijn Parkinson adequaat behandeld. Hij is dan ook nog altijd vol lof over hem: 

"...het feit blijft overeind staan dat Jansen Steur mij uitstekend heeft behandeld en dat ik sympathie voor hem voelde" (p. 91)

In dit opzicht verschilt hij hemelsbreed van al die patiënten die door Jansen Steur voor verkeerde diagnoses werden behandeld.

 

Indringend en met veel humor beschrijft De Haan zijn ziekte en de vele ongemakken die hij ondervindt. Nu ikzelf aan de andere kant sta en klant van dokters en ziekenhuizen ben geworden, vol angstige spanning wachtend op de uitslag van mijn prostaatbiopsie, is het van waarde om te lezen hoe De Haan zich redt. Op één van de eerste bladzijden is een intrigerende foto afgedrukt. De Haan, een duizendpoot die niet alleen reclameman, poëzieliefhebber en organisator van evenementen is maar ook schildert, staat erop bij de opening van een tentoonstelling van zijn werk in een Almelose fabriekshal. Naast hem staat Jansen Steur. Het is op een zondag. Ze grijnzen allebei. De neuroloog ruikt naar jenever, aldus De Haan, en wil een schilderij van hem kopen. Het moet niet lang voor zijn gedwongen vertrek uit MST geweest zijn, schat ik, dus medio 2003.

 

De Haan vertelt over het ontzag dat velen in en buiten MST voor de neuroloog hebben, iets dat ik ook zelf destijds kon vaststellen: "En natuurlijk is er op de achtergrond de allesomvattende kennis van de neuroloog. In mijn geval Ernst Jansen Steur, waar iedereen met ontzag over praat. Ik ben onder behandeling bij de beste" (p. 15). Het kenmerkt de sfeer die er hing, waarin het primadonna-gedrag van de rare dokter aanvaard werd als onvermijdelijke bijverschijnselen van diens genie. Het kenmerkt ook de tomeloze diepte van zijn latere val.

 

De Haan is één van de patiënten die in 2004 werden overgenomen door de neurologe Petra Poels. De Haan plaatst in zijn boek ondermeer een drietal brieven, zoals hij ze in 2004 van de vertrokken neuroloog zélf, de Raad van Bestuur en het secretariaat Neurologie had willen ontvangen (maar niet gekregen heeft) Tja. De brieven laten de werkelijke reden van vertrek van Jansen Steur onvermeld ("wegens persoonlijke omstandigheden", e.d.). Op zich was er niks tegen geweest als ik destijds dergelijke brieven had doen uitgaan. We kozen er echter voor om de over te nemen patiënten rechtstreeks door hun nieuwe neurologen mondeling te laten informeren bij hun eerstvolgende afspraak. Een keus, niet noodzakelijk de slechtste in mijn ogen maar misschien ook niet de beste. In een andere (open) brief op pp. 85 en 86 aan de huidige voorzitter van de RvB Kingma is De Haan minder terughoudend, "want ik ben woedend omdat je nooit klare wijn hebt geschonken (...) over de redenen voor het vertrek van Jansen Steur" Curieus, want de eerdere drie brieven die De Haan had willen ontvangen deden dat immers ook niet. Daarmee blijft zijn kritiek op "de volstrekte stilte die het MST betrachtte" wat in de lucht hangen. Bert de Haan komt in zijn boek over als een aardig, Bourgondisch en beminnelijk mens. Ik geloof er niks van dat hij had willen zien dat we destijds - begin 2004 - Jansen Steur in het openbaar aan de schandpaal hadden genageld en hem publiekelijk hadden afgemaakt. Ik kan me daarentegen wél voorstellen dat De Haan toen de beslissing zou hebben gebillijkt, als hij de werkelijke vertrekreden had geweten, om de neuroloog stante pede en met stille trom te laten vertrekken en een terugkeer in de patiëntzorg voor hem onmogelijk te maken. (Dat hij twee jaar later toch weer aan het werk ging in Duitsland, is een zaak van JS zelf en van de Inspectie die het goed vond)

 

Het boekje van De Haan is geen analyse van de affaire Jansen Steur. Het pretendeert dat ook niet. Het is eerst en vooral een beschrijving van het leven onder "het Bewind van Parkinson" Het echte boek over de affaire moet nog geschreven worden.

 

Eind november nam Kingma het eerste exemplaar van De Haans boek in ontvangst. In zijn reactie roert de MST-voorzitter ook even zijn eigen ervaring als patiënt aan en zegt hij niet met De Haan in discussie te gaan over de vraag of deze de werkelijkheid of de wenselijkheid heeft beschreven in de open brieven. "In ieder geval is uw boek, geen brief, noch is het een klacht of een aanklacht. Ik zie uw open brieven meer als een oproep aan het ziekenhuis en aan mijzelf om toch vooral goed te communiceren met de patiënten. Wie kan het daarmee oneens zijn? Ik in ieder geval niet" Volkomen juist, die dingen zeg je dan al bestuurder. Of De Haan er tevreden mee was, vermeldt het persbericht niet. Misschien was dat wel zo. TCTubantia schrijft er namelijk later over: "De Haan zei tevreden te zijn met de woorden. "Menselijk - en dat is wat patiënten verwachten en nodig hebben"" Natuurlijk, hem past immers enige distantie, want in tegenstelling tot vele andere patiënten leed hij - zoals gezegd -  aan een ziekte die door JS wél correct gediagnosticeerd en behandeld werd.

 

Halverwege de middag voegen we ons na een bezoek aan Ans haar moeder in de beginnende file voor de Merwedebrug. Tweeëneenhalf jaar geleden voeren we hierlangs naar het westen, naar de kust, om  onze zwerftocht te beginnen. De hemel is nog steeds helder en de ondergaande zon hult zich in een dramatisch rode gloed boven de rivier. We rijden even langs ons vroegere flatje in De Oude Silo aan de Andelse Maas. De plek waar we kort woonden en waarvandaan we onze zwerftocht eind juni 2007 aanvingen. Er zit een aanplakbiljet van een makelaar op het balkon en ook bij het appartement van wijlen onze oude buurvrouw. Langzaam rijden we langs het gebouw, ach, en even hebben we het allebei. Zullen we  een van beide kopen? Maar nee, zover is het niet, we overwinnen de aanvechting en rijden door naar onze vrienden Marian & Herman Ursinus in Wijk en Aalburg (Juist, die Herman die de schuld van alles is). Onderweg staat Radio 4 op. Ze draaien een vondst, een schitterende uitvoering van "O misericordissime Jesu" uit de Kleine Geistliche Konzerte Teil II, opus 9 van Heinrich Schütz. Men heeft een uitvoering ontdekt en op CD gezet uit 1959 met mijn aloude favoriete bariton Dietrich Fisher Dieskau. De verdere uitvoerenden zijn volstrekt onbekend. Ongelooflijk, zó verschrikkelijk mooi. Op de weg naar Almkerk schieten mijn ogen vol. Die CD moet ik absoluut hebben! Tegen vijf uur zijn we bij Herman & Marian en we hebben er een genoeglijke borrel. Buiten vriest het een graad of zeven als we terugrijden. Morgenochtend krijg ik de uitslag van de biopsie. Terug naar boven

Gorinchem (9)

De Banneweg in Gorinchem. Op de achtergrond het Beatrixziekenhuis
De Banneweg in Gorinchem. Op de achtergrond het Beatrixziekenhuis

Donderdag 17-12-2009

Vannacht is er sneeuw gevallen. We worden wakker van joelende schoolkinderen die elkaar met sneeuwballen bekogelen. Er zweven flarden van dichtregels van Gerrit Achterberg in mijn hoofd. Ongeveer: "Sneeuw in de nacht gevallen (...) Krachten waarmee ik opstaan moet"

 

 

Na het ontbijt lopen we over de Nieuwe Hoven naar het ziekenhuis (foto hierboven). In de polikliniekhal werp ik een snelle blik op het bordje onder het glaspaneel Post Nubila Lux, waar ik laatst over schreef. Wie is de maker ervan? Behalve de titel van het werk staat er alleen maar "n.n." Onbekend dus.

Als het onze beurt is lopen we achter René Gilhuis, de uroloog, aan naar zijn kamer. "Wil je dat ik er een verpleegkundige bij roep?", vraagt hij. Ik kijk verbaasd. Niet nodig, zeg ik. Dan vertelt hij zakelijk de uitslag van de biopsie - een uitslag waar ik al de hele tijd rekening mee had gehouden. Prostaatkanker. Ik vat het hieronder samen:

Carcinoom van de prostaat. Aan beide zijden. Gleasonscore 3 + 3 (6) Indolentie van de tumor: slechts 7% (dus 93% kans op een agressieve tumor) Kans op ingroei in de lymfeklieren: 1% Kans dat de tumor beperkt is tot de prostaat: 41%

René zegt dat er in elk geval voor alle zekerheid nog een botscintigrafie (botscan) moet komen om mogelijke uitzaaiingen in het skelet op het spoor te komen. Verder is mijn tumor in beginsel behandelbaar en mogelijk geheel te genezen. Er zijn twee methoden, radicale prostatectomie of bestraling, die tegenwoordig gelijkwaardig zijn qua resultaat. Hij heeft voorkeur voor bestraling omdat dan tumorcellen die in de omgeving van de prostaat zijn ingegroeid, ook worden gedood. Ik ben geneigd om het met hem eens te zijn.

 

Ans en ik kijken elkaar aan. Zij is meer aangedaan dan ik, ze had op een gunstiger uitslag gehoopt. We slaan aan het organiseren. De botscan kan op 11 januari plaatsvinden, de uitslag is op 21 januari bekend. Dan kan Ans tevens onderzocht worden betreffende de steentjes in haar linker nierkelk. Misschien kunnen ze vergruisd worden. Mijn bestraling in het Bernard Verbeeten Instituut in Tilburg duurt 7 weken (5 dagen per week) en zou van februari tot begin april lopen. Morgen vliegen we terug naar Kreta. Daar willen we na Oud & Nieuw regelen dat de boot de wal opgaat voor een maand of drie. Dat is safer dan hem al die tijd in het water te laten liggen. We moeten zien Lord Byron ergens onder te brengen. Misschien kunnen we hem wel meenemen. Rond 8 januari vliegen we terug naar Holland. Voor drie maanden willen we ergens in of rond Gorcum een gemeubileerd appartementje of huis huren. Als half april alles achter de rug is, gaan we terug naar Kreta om onze reis voort te zetten. Zo zou het eruit moeten zien.

 

Aan het eind van de middag hebben we het meeste geregeld. Voor vrijdag 8 januari a.s. hebben we een vlucht geboekt naar Holland en een appartementje verworven van 8/1 tot 25/3. Waar? In Andel, nota bene! In het gebouw De Oude Silo aan de Oude Maas waar we vóór ons vertrek twee jaar met veel plezier gewoond hebben (zie o.a. Logboek vooraf 2006). Niet op nummer 13 maar ernaast op nummer 14, de flat van onze buurvrouw mevrouw Cornet, die een jaar gelden is overleden. Haar appartement is nog gemeubileerd en weliswaar verkocht per 1 april a.s. maar tot vlak voor die tijd kunnen we het gebruiken. Vanmiddag rijden we erlangs om alles te regelen met haar dochter en schoondochter. Op de terugweg begint het opnieuw te sneeuwen. Op de radio horen we hoe in delen van het land het verkeer ontregeld is door zware sneeuwval. Vanavond kookt Jeffrey Indisch. Morgen vliegen we terug naar Kreta. Het is me vreemd te moede. In nog geen twee weken staat je leven op zijn kop. Ik heb ineens een ernstige ziekte onder de leden terwijl ik me tegelijkertijd volkomen fit en kiplekker voel (afgezien van een restgevoeligheid diep onder in mijn bekken na de biopsie van vorige week). Merkwaardig, heel merkwaardig. De hele dag door voelt het alsof ik in een droom loop, traag en ongewoon, als het ware in een vertraagde film. Niettemin lukt het om adequaat te handelen. Auto te rijden. Mensen te spreken, familie die aangedaan is tegemoet te treden. Buiten ons om breekt als het ware een witte Kerst uit alsof die niet bij ons hoort. Morgen in Kreta is het 20 graden.

 

Wat is belangrijk? Eerder vandaag, voor ik de uitslag kreeg van de biopsie, kwam ik erachter dat er eindelijk een nieuwe zonnevlek was. Een flink grote. Zie hier. Of daarmee de 24e cyclus van zonnevlekken eindelijk, na een vertraging van vele jaren - begonnen is zullen we volgend jaar leren. If so, dan zet de opwarming van de aarde versterkt door. Wat is belangrijk? Valt alles tegen dan...wat dan nog?  Dan ben ik er niet meer bij. Kloten, niet te weten hoe het afloopt. Maar zo´n tijdstip komt er altijd hoe oud je ook wordt. Terug naar boven

Gorinchem (10)

De nieuwe groep zonnevlekken met nummer 1035
De nieuwe groep zonnevlekken met nummer 1035

Vrijdag 18-12-2009

Er is nog meer sneeuw gevallen vannacht. Ik neem vanochtend de kans waar en geniet nog een keer van Tessa´s lekkere ligbad. We pakken onze koffers in. Straks komt Michel ons halen. Hij zal ons naar Schiphol brengen. Om 14.20 uur vertrekken we naar Athene, waar we een paar uur moeten wachten op de korte vlucht naar Iraklion. Tegen tien uur Griekse tijd vanavond komen Geert & Ine van de Anégada ons afhalen.

 

Hiernaast een opname van de grote zonnevlekkengroep die opeens is verschenen en nummer 1035 kreeg. Het duidt op een toename van de zonneactiviteit na een ongewoon lange periode van rust. Het gevolg ervan kan bestaan uit een versnelling van de opwarming op aarde. Daarmee zou de speculatie van de emeritus hoogleraar Cees de Jager over de komst van een nieuw Maunder Minimum geloochenstraft worden. Maar of de opleving doorzet moeten we afwachten.

 

Talrijke vrienden, bekenden en lezers van de website bellen me of sturen me bemoedigende berichten per e-mail, SMS of via het Gastenboek. Allen veel dank daarvoor!

Terug naar boven

Ayíos Nikoláos (37)

Dulce met kerstverlichting rond de giek en in de kajuit
Dulce met kerstverlichting rond de giek en in de kajuit

Zaterdag 19-12-2009

Schoonzoon Michel rijdt ons door een besneeuwd Nederland naar Schiphol. De Airbus van Olympic Airways vertrekt op tijd en ook de vervolgvlucht naar Kreta is al even stipt. De vlucht naar Athene is helemaal vol, naar Kreta zijn er veel lege stoelen. Even voor tienen staan we bij de band in Iraklion op onze bagage te wachten. Blij begroeten we Geert van de Anégada. In de donkere avond rijdt hij ons vlot naar Ayíos Nikoláos. We hebben het gevoel dat we weer thuiskomen. Het temperatuurverschil met Holland is overigens dramatisch. Hier is het nog 18° en loop je in je overhemd buiten. We ruimen nog voor het slapen onze koffers leeg en brengen de boot op orde. Om één uur Griekse tijd (de klok moet een uur vooruit) drinken we een glas wijn en gaan naar bed.

 

Vandaag is het warm, ruim 20° Ik controleer de landvasten op doorschavielen. We brengen de boot verder op orde, laten de wasmachine volop draaien, halen Lord Byron op van zijn logeeradres bij Geert & Ine en sjouwen een kar vol boodschappen aan boord van de Spar supermarkt. Dan spitten we onder de kajuitvloer de kerstverlichting op en versieren de boot (foto hierboven). Het oude kunstkerstboompje van mijn moeder gaat voor de negende kerst na haar dood in gebruik. Halverwege de middag haalt de wind opeens hard aan. In no time waait het Bf 7 tot 8 uit het zuiden. De was klappert aan de genuaschoten, die als waslijnen fungeren, en is in een mum droog. Het is heerlijk om weer in Kreta en aan boord te zijn.

 

Ook krijg ik de draadloze WiFi Internetverbinding weer voor elkaar. Niet erg snel, helaas, en om de haverklap is hij uit de lucht hetgeen veel ergernis geeft. Opnieuw veel lieve berichten en wensen voor beterschap en een voorspoedig en gezond 2010. Veel dank! De traditioneel door hemzelf vervaardigde nieuwjaarskaart van Wim van Heel zit er ook bij. Je ziet hem hierVan Herman & Marian Ursinus is er per e-mail een aardige foto van ons toen we dezer dagen bij hen op bezoek waren. Ik heb de hoed van Herman op mijn kop (foto hier).

 

Ondertussen jankt en jaagt de wind door de wanten en de masten. Af en toe schudden we hevig. Lord Byron zit dik ineen gedoken op zijn slaapstokje. Overal thuis als hij maar in zijn eigen kooi zit. Eigenlijk net als wij: als we maar op ons eigen scheepje zitten. In de buurt van mijn bekkenbodem is het warm en voel ik af en toe steken. Ik was nooit kleinzerig en schrijf het maar toe aan de inwendige verwondingen die de biopsie heeft veroorzaakt. Na zevenen neemt de wind een beetje af. We draaien de vioolconcerten van Bach, de enkele en de dubbele, op de CD-speler. Daarna de Engelse suites met Pogorelich op de piano. Tegen zevenen neemt de wind af. We eten een lekkere pasta met zalm, recept van Ine. Voor één keer mag ik van mijn geliefde een orgelstuk opzetten, "Liebster Jesu, wir sind hier" BWV 633 & 706, met Wim van Beek in 1987 op het orgel van de Martinikerk in Groningen.   Terug naar boven

Ayíos Nikoláos (37)

De borrel na de zondagse barbecue. Op de voorgrond Ans en Ine
De borrel na de zondagse barbecue. Op de voorgrond Ans en Ine

Zondag 20-12-2009

We slapen uit. Zondag. Gisteravond keken we naar de eerste DVD van de serie "Heimat. Eine Deutsche Chronik" Geleend van onze vrienden Paul & Tine in Nieuwegein. Meest in zwart/wit. Mooi. Een verloren wereld, prachtig verbeeld en verfilmd.

 

Vannacht nog steeds veel wind. Vandaag harde wind uit zuidoost. De hemel is steeds heiig, net alsof het zometeen gaat regenen. Dat gebeurt echter niet. De zon schijnt door de heiigheid als een zilveren schijf. Ik lees de hele dag de nieuwe thriller "Het Verloren Symbool" van Dan Brown uit (Ned. vert. Luitingh, 2009) Nog even snel op Schiphol gekocht. Ik ben er niet kapot van. Spannend genoeg hoor, dat is het probleem niet. Maar wat een gekwezel over de mystieke geheimen van de vrijmetselaardij! En vooral dat al die zogenaamde ma¢onieke geheimen al die eeuwen verborgen moeten blijven omdat het gewone volk er niet aan toe zou zijn. Wie bepaalt dat eigenlijk? Ik herinner me dat niet zo van zijn vorige boeken, maar nu lijkt het alsof hij zelf ook een gelovige is geworden in al die dubieuze zaken als handoplegging, mentale verplaatsing van objecten (psychokinetica), gebedsgenezers en wat dies meer zij. Hij doet het voorkomen dat natuurwetenschap en mystiek heel dicht bij elkaar staan. Hetzelfde doel hebben maar een andere benadering. Wat een gezwam! De vrouwelijke hoofdpersoon, nota bene een wetenschapper, zegt ergens: ""Mijn CCD-camera heeft duidelijk in beeld gebracht dat er een enorm energieveld uit de vingers van deze man (de genezer - TZ) kwam, dat letterlijk de cellen van zijn patiënt beinvloedde. Als dat geen goddelijke macht is dan weet ik het niet meer" (p. 317). Ik erger me al lezend steeds meer aan het boek.

 

De wind is naar het oosten gedraaid en blijft fors doorstaan. Ik zoek op Internet naar de technieken van radiotherapie van de prostaat en de bij-effecten ervan. Daar word ik niet vrolijk van. Het ziet er echter zo uit dat ook de operatieve methode die mijn broertje kiest, hetzelfde soort malheur oplevert. Ach, moet dat mij nou treffen! Ik die er altijd zo´n levendig en vrolijk sexleven op na hield! Maar er is geen ontsnappen aan. Niet ingrijpen is geen optie. Maar hoe moet je ermee omgaan? Soms schijnt het overigens mee te vallen. Hoop doet leven (stroop doet kleven) In de middag gaan we met een fles wijn naar de zondagse barbecue van de overwinteraars in het "sociale gebouwtje" bij de haven (zie hierboven). We praten wat met sommigen. De overwinterende vrouwelijke dierenarts uit Slovenië (naam vergeten) zegt dat we onze kanarie best aan als handbagage boord van ons vliegtuig mee kunnen nemen naar Holland. Als hij - Lord Byron - in een dicht kooidoosje zit, dan slaapt hij en raakt niet in stress. Ik voel me niet gedeprimeerd maar ook niet erg vrolijk. Je babbelt zo wat weg met deze of gene, je neemt wat wijn, de aardige Duitse zeilster Gudrun valt op je en we blijken allebei Portugees te spreken en voor je het weet is de middag weer om. Aan boord van de Anégada oefenen we na de borrel wat kerstliederen, want Geert vindt dat het gelegenheidskoor voor Christmas Day mijn stem nodig heeft. Zo gaat deze zondag zijn onvermijdelijke zondagavond in. No escape. De liefste van mijn leven heeft rundvlees gebraden en serveert het met aardappels en witlof.  Terug naar boven

Ayíos Nikoláos (38)

Buiten en binnen kerstverlichting op de Dulce
Buiten en binnen kerstverlichting op de Dulce

Maandag 21-12-2009

Weinig te melden. Het is vanmorgen opnieuw winderig, zij het uit het noordwesten, diametraal de andere richting als gisteren. Af en toe vallen er buien maar er is soms ook zon. Bij George, de manager van de marina, vragen we of onze boot na de feestdagen voor een aantal maanden de kant op kan. Hij begrijpt dat er sprake is van een emergency. Het komt in orde, verzekert hij ons.

 

Ik begin te lezen in "The Island" (Headline, 2005), de roman van Victoria Hislop over het nabijgelegen vroegere melaatseneiland Spinalonga. Op een of andere manier kan ik er mijn hoofd niet goed bijhouden.

 

Terug naar boven

Ayíos Nikoláos (39)

De filmset in het dorp Plaka voor de verfilming van The Island, de roman over Spinalonga van Victoria Hislop
De filmset in het dorp Plaka voor de verfilming van The Island, de roman over Spinalonga van Victoria Hislop

Dinsdag 22-12-2009

IJs en sneeuwoverlast in Holland en in een groot deel van Europa. Vannacht is het hier een heldere nacht, dus veel afkoeling. Was het eerdere nachten nog 15° tegen de ochtend, vanochtend is het slechts 8°. Laag voor onze begrippen hier in Kreta; een halfuur voor het opstaan zet ik het electrisch kacheltje aan.

 

Vandaag neem ik deel aan een fikse wandeling. Die wordt wekelijks uitgezet door één van de Britten in de haven. Ans heeft er geen zin en blijft aan boord. Drie auto´s vervoeren ons langs de kust via de badplaats Elounda naar het dorpje Plaka, tegenover het vroegere melaatseneiland, het intrigerende Spinalonga. Daar rijden we over haarspeldbochten de bergen in langs plaatsjes als Vrouchas en Seles naar de buurt van Pano Louma. In een vallei ten noorden van de berg Kadisto parkeren we de auto´s. Hier vangt een tocht aan die uiteindelijk zo´n 12 kilometer bedraagt. Dat lijkt niet zoveel maar de paadjes zijn smal en stenig, soms met losliggende stenen en vooral als je moet klauteren of afdalen is dat lastig (foto hier). We klimmen over de bergrug heen en dalen af. We lopen langs olijfgaarden waarin men bezig is met de oogst. Met grote electrische "kammen" harkt men de olijven uit de boomkruinen. Op één plaats hangen drie geslachte schapen aan een boom (foto hier). De mensen beduiden dat we door moeten lopen. Kennelijk illegaal geslacht, vermoeden we. In het dal bereiken we een klein klooster waar we uitrusten. Een orthodoxe priester komt kijken en schenkt ieder een kopje vol eigengestookte raki (foto hier). Ik heb later het gevoel dat de sterke drank me in de benen is gaan zitten, zo niet in de testikels ("heavy testicles!") Het geklauter en gestruikel over de stenige ezelpaadjes valt me niet mee. Onderweg zijn er af en toe bloeiende plantjes, waaronder een broos bleekblauw bloemetje in een rozet van ruwe lichtbehaarde bladeren met een purperkleurig steeltje. Later vind ik in de Thieme "Gids Middellandse Zeeflora" die we destijds op Malta van Gerda Bol kregen, dat het om een Herfst-aluin of alruinwortel gaat (Mandragora autumnalis - naam die aan Harry Potter doet denken, foto hier). Het is inderdaad een plantje dat met veel verhalen is omgeven, want met name de grote vlezige wortel bevat tal van alkaloïden, werkzame stoffen die vaak giftig zijn. Men noemt het ook wel heksenkruid en de oude Grieken dachten dat de vlezige wortel een miniatuurmensje was. Ik blijf er dus maar met mijn vingers van af.

 

Na een uur komen we bij een groter klooster omringd door pijnbomen en cypressen, het Areti klooster ofwel het klooster van de heilige drieëenheid (foto hier). We rusten uit op de mooie binnenplaats, waar tal van citrusvruchtbomen schaduw geven. Het werd gebouwd in de 16e eeuw en niet lang geleden gerestaureerd. Er zijn twee kerken, de grotere is aan de Holy Trinity gewijd en de kleine aan Sint Lazarus. Nooit geweten dat Lazarus na zijn opwekking heilig werd verklaard. Met enig zoeken blijkt me later dat Lazarus al vroeg in het christendom, ongveer in de 4e eeuw, heilig was verklaard. Het klooster werd tweemaal geplunderd en verwoest, in 1821 (door wie?) en in 1940 (door de Duitsers?) Na weer drie kwartier lopen over struikelige paadjes bereiken we een verlaten dorpje. Het ligt op een moeilijk bereikbare helling. De huisjes lijken nog niet eens zo lang geleden verlaten te zijn. Waarom eigenlijk? Nergens vind ik de naam van het dorpje. Soms staan er nog wat oude meubelstukken in een huiskamer, een verroest frame van een bed, een rieten stoel, gebroken amforen waar olijfolie in zat (foto hier).

De kilometers hierna vallen zwaar. Ik ben er na aan toe om op te geven. Eén van de Britten haakt in een dorp af om de bus terug te nemen. Ik zet echter door en ben niet weinig trots als ik het eindpunt haal, waar de auto´s staan. Je kunt ver uitkijken over de zee ten noorden van Kreta. Hiervandaan kwamen me maanden geleden aanvaren.

 

Op de terugweg stoppen we in Plaka, tegenover Spinalonga. De plek waar ik 22 jaar geleden al eens was. Hier wordt nu een filmset opgebouwd voor het verfilmen van het boek dat ik dezer dagen lees, "The Island" (2005) van Victoria Hislop. Het grootste deel van de decors bestaat uit gevels, erachter zijn staketsels om ze te schragen (foto´s hierboven en 4 hier). Alles wordt neergezet voor de huizen die het eigenlijke seafront van Plaka vormen. Door het filmstraatje scharrelen een haan en twee kippen, verbaasd pikkend in dit plotseling nieuwe stukje van hun dorp. Ertegenover het intrigerende eiland waar het allemaal over gaat: ooit een zwaar belegerde Venetiaanse vestig en in de eerste helft van de vorige eeuw een melaatsenkolonie. Over die periode handelt het boek.

 

Om vier uur zijn we terug. Ik val in een welverdiende sluimer. Vanavond gaan we met Geert & Ine uit eten. Terug naar boven

Ayíos Nikoláos (40)

Schattige schoolkinderen met kerstmutsen op lopen aan een touw door de stad
Schattige schoolkinderen met kerstmutsen op lopen aan een touw door de stad

Woensdag 23-12-2009

Gisteravond gezellig en smakelijk gegeten met Geert & Ine in "Portes", een kleine taverna niet ver van de haven (foto hier). Mezes, dat zijn kleine schoteltjes met lekkernijen die achtereenvolgens vanuit de keuken worden aangedragen. Verrassend. Eigenlijk net zoiets als tapas in Spanje.

 

Vanochtend is het windstil en warm. We slenteren naar de stadshaven en drinken in de zon weer eens koffie op het terras van Café Astería. Het is redelijk druk in de stad. De Grieken zijn over het algemeen al vrij. Slierten kinderen van de basisschool lopen achter de juffen aan door de binnenstad, ze houden zich vast aan touwen en dragen allemaal kerstmutsen (foto hiernaast) Hun kerstvakantie gaat vandaag in.

 

In de zon in de kuip lees ik de roman "The Island" (Headline, 2005) van Victoria Hislop uit. Een aanrader zou ik het niet willen noemen, het boek kent een nogal trage en voorspelbare ontwikkeling, meer een eh....ahum....damesroman. Toch is het in ons geval interessant omdat het meer inzicht geeft in het dagelijks leven op dat merkwaardige melaatseneiland Spinalonga. Meestal verbleven er 200 tot 300 mensen, die veroordeeld waren er ook te sterven. Toch was het er zeker de laatste vijftien jaar niet eens zo beroerd, toen de Griekse regering meer geld voor voorzieningen verstrekte. De melaatsen vormden een hechte gemeenschap en velen hadden in 1957, toen de moderne therapie met dapson invoering vond, zelfs moeite om het eiland te verlaten.

 

´s Middags steekt de wind weer op, dit keer uit het zuiden. In het najaar is er hier toch wel vaak veel wind. Inmiddels is de winter begonnen. Op de website van het KNMI staat een persbericht "2009 was warm en zeer zonnig" dat het jaar de trend heeft voortgezet van de laatste jaren. Sinds 1997 waren alle dertien jaren te warm of veel te warm. Waarvan acte.

 

Op de planken met wisselboeken in het toiletgebouw vind ik een potentieel interessant boek: "The Shield of Achilles. War, Peace and the Course of History" van historicus Philip Bobbitt (Allen Lane, 2002) Een vreemde dikke pil tussen al die in zeilerskringen gangbare thrillers en - ja - romantische damesromans. Het handelt over het ontstaan van natie-staten en het constitutioneel en internationaal recht en wat erna zou kunnen volgen. "This book is about the modern state - how it came into being, how it has developed and in what directions we can expect it to change", zegt hij in de inleiding. Bobbitt was een neefje van de Amerikaanse oud-president Lyndon Johnson en ondermeer medewerker van oud-presidenten Jimmy Carter, Georg Bush Sr en Bill Clinton. Hoe lang staat dat boek hier al op de plank? Wie zou dat boek hier achtergelaten hebben? En waarom? Het is het type boek waar ik niet snel van zou scheiden. Er staan zoveel zaken in waar je na een paar bladzijden gelezen te hebben, al uren over kunt mijmeren. Niets echter, geen bootstempel noch een naam, verraadt de herkomst. Ik ga er straks eens lekker voor zitten. Maar eerst moet ik onder leiding van Geert oefenen met het zeilers-kerstkoor. Terug naar boven

Ayíos Nikoláos (41)

Kerstavond aan boord. Ans belt haar moeder
Kerstavond aan boord. Ans belt haar moeder

Donderdag 24-12-2009

Een heerlijk zachte dag, 24° grotendeels zonnig en nauwelijks wind. We doen de laatste boodschappen, de winkels zijn tot a.s. maandag dicht. In de stad drinken we koffie in de zon op een terrasje. Veel Grieken zijn al vrij maar de winkels zijn nog open. Bij de kassa´s in de Spar Supermarkt staat een tafel waar je jezelf een gratis Metaxa of whisky kunt inschenken. Er staan ook flessen water en een bak nootjes. Een aardig gebruik, maar we vinden het nog te vroeg voor borrels.

 

Verder lekker grasduinen in de dikke geschiedenispil van Bobbitt (923 blz) gezeten in de zonovergoten kuip. Het boek werd vlak voor de aanslagen van Nine/eleven 2001 geschreven. In een nawoord gaat Bobbit daar nog wel op in. Er valt alleen al veel te peinzen over de eerste thesis die ik tegen kom: de oorlog die in 1914 begon zal worden beschouwd te hebben geduurd tot 1990. Die oorlog omvat verschillende oorlogen zoals ondermeer WO I en WO II, de bolsjevistische revolutie in Rusland, de Spaanse burgeroorlog en de oorlogen in Korea en Vietnam. En de Koude Oorlog. Bobbitt noemt hem The Long War. Dat past in zijn concept van de epochal war, langdurige en samengestelde oorlogen die, al worden ze onderbroken door perioden van vrede, worden uitgevochten over fundamentele constitutionele kwesties. In het geval van de Long War ging het om de kwestie welk soort van natie-staat - communistisch, fascistisch of parlementair - met succes de legitimiteit kon opeisen die voorheen bij de wereldimperiale staten van de 19e eeuw hoorde. Een legitimiteit die sedert 1990 steeds meer gaat toevallen aan de opvolger van de natie-staat: de market-state. Opvallend is ook de stelling dat oorlogen in wezen onvermijdelijk zijn als vormgevers van het constitutionele en het internationale recht.

Dat is nogal wat, nietwaar? En dat met Kerstmis. Vrede op aarde, kennelijk teveel gevraagd.

 

´s Middags gaat Ans naar Anégada om mee te helpen met het schoonmaken van 7 kilo spruiten voor het communale zeilerskerstdiner, morgenmiddag. Een rustige en heldere kerstavond valt vroeg in. Heiligenabend, zeggen de Duitsers. We blijven lekker samen. Ik draai de Rosenkranz-sonates van de Boheemse barokcomponist Heinrich Ignaz Franz Biber (1644 - 1704), die ik op een dubbel-CD heb. Prachtige muziek!

Terug naar boven

Ayíos Nikoláos (42)

Artists´ impression van Voyager 1 die door de uitsterste grens van het zonnestelsel (blauwe bol) vliegt op weg naar de interstellaire ruimte. Het sterke magnetische veld dat  de Voyagers ontdekten, is weergegeven in geel.
Artists´ impression van Voyager 1 die door de uitsterste grens van het zonnestelsel (blauwe bol) vliegt op weg naar de interstellaire ruimte. Het sterke magnetische veld dat de Voyagers ontdekten, is weergegeven in geel.

Vrijdag 25-12-2009, 1e Kerstdag

Het plaatje hierboven is ondanks de Kerst geen kerstbal. In de jaren ´70 van de vorige eeuw werden de beide Voyager ruimtesondes kort na elkaar gelanceerd. In 1977 om precies te zijn. Er is nog steeds contact met deze sondes, die de verst verwijderde door de mens vervaardigde objecten in het heelal zijn. Nu zijn ze voorbij de baan van Pluto en op weg door de heliosfeer om de grenzen van het zonnestelsel (de heliopauze) te passeren. Ze zenden nog steeds - na meer dan 30 jaar! - gegevens door. En onlangs gaven ze een bijzondere ontdekking door, die vlak voor de kerst werd gepubliceerd in het decembernummer van Nature. Wat is het geval? Lees het hier in de rubriek Beschouwingen

 

Vandaag, 1e kerstdag, is het opnieuw zacht weer met een ietwat gesluierde hemel. Om 10 uur gaan we naar de christmas bubbly, georganiseerd door de Engelsen op het terras voor het gebouwtje van de jachtclub. Wel wat vroeg voor bubbels maar wat geeft het? Er wordt gezoend en happy X-mas gewenst. Om twee uur begint het kerstdiner op de eerste etage. Er zijn drie tafels en volgens de tafelschikking die Tony, de Britse ceremoniemeester, heeft gemaakt zitten wij straks aan de eerste tafel, bij de deur.

Terug naar boven

Ayíos Nikoláos (43)

Onze tafel bij het kerstmaal op de bovenverdieping van de jachtclub
Onze tafel bij het kerstmaal op de bovenverdieping van de jachtclub

Zaterdag 26-12-2009, 2e Kerstdag

Een bijzonder vrolijke kerstviering met alle overwinteraars, gisteravond op de bovenverdieping van het gebouwtje van de jachtclub. Met drie lange tafels is de ruimte meer dan vol (foto hierboven). Het kerstmaal omvat ondermeer gevulde kalkoenen, diverse groenten en zelfs gebakken pastinaken. Er verschijnt halverwege een kerstman ("ho ho ho!") met een zak vol cadeautjes (iedereen heeft voor ongeveer 5 euro iets gekocht voor een ander, weken eerder blind getrokken uit een schaal met namenbriefjes) Zo krijgt Ans een map om CD´s in op te bergen en ik een warme muts. En er wordt gezongen! Door ons koortje, dat bestaat uit de dames Sissi (Duits, gitaar en accordeon) en Malan (een Sloveense dierenarts, zang) en de heren Richard (Brit, gitaar), Geert (van de Anégada, gitaar) en ik (zang) Wat vind ik zingen leuk! Stom dat ik er nooit iets aan deed. Kan het mij schelen dat we overbekende kerstliedjes zingen. Bij het in verschillende talen zingen van "Stille Nacht" voel ik zelfs enige ontroering.

 

De bijeenkomst is verder uitsterst vrolijk en duurt van ´s middags twee uur tot voorbij middernacht. Er wordt nog meer gemusiceerd, gezongen en gedanst en heel wat afgekletst. Thuis neem ik met enige moeite de loopplank. Tja, en vandaag ben ik natuurlijk een beetje brak. We verwijlen in de zon in de kuip, het is liefst 25 tot 28°! Het dragen van de gisteravond gekregen muts is niet nodig. 

Hier wat foto´s van het kerstfeest. Terug naar boven

Ayíos Nikoláos (44)

In de middag waait het Bf 8 uit het zuiden met uithalen naar 9. Rechtsboven zie je nét een stukje van dat stomme kaartleeslampje. Het witte toestelletje is ons reserve GPSje
In de middag waait het Bf 8 uit het zuiden met uithalen naar 9. Rechtsboven zie je nét een stukje van dat stomme kaartleeslampje. Het witte toestelletje is ons reserve GPSje

Zondag 27-12-2009

De kerstdagen zijn voorbij, het jaar spoedt zich naar zijn eind. Rare, overbodige dagen zijn dit altijd, voor mijn part komt oudejaarsavond gelijk achter de kerst aan. Dan kunnen we de boot op de wal zetten, naar Holland vliegen, de botscan laten doen en met de bestralingen beginnen. Ik ben ongeduldig. Opschieten, s.v.p. De laatste dagen voel ik af en toe pijnlijke steken in het gebied waar ik mijn prostaat situeer. Nog steeds restpijnen van de biopsie? Ik herinner me wel eens te hebben gehoord dat een biopsie kankercellen kan verslepen en zo onbedoeld de oorzaak is van uitzaaiingen. Kan dat eigenlijk? Sommige mensen raden me af om maar bezig te blijven met zoektochten op Internet over mijn ziekte. Ze hebben gelijk, geloof ik, of je nou wel of niet iets nuttigs vindt, je wordt er toch moedeloos van.

 

De dag begint zonnig en warm maar geleidelijk trekken wolkensluiers binnen. We verlaten de boot de hele dag niet. Het enige dat ik doe is het wegbrengen van een volle vuilniszak. We lezen. Wat treffen we het eigenlijk dat we dat allebei graag doen! Ik lees beurtelings in Bobbit en in een aardig spannende thriller, "Shiver" van bestseller-auteur Lisa Jackson. Op de weerkaartjes zie ik dat er een wolkengebied nadert met een trog erin - kans op veel wind. Het komt sneller naderbij dan voorspeld, lijkt het, als in de loop van de middag de wind flink aantrekt uit het zuiden. Na vieren waait het een tijd Bf 8 (foto hierboven) met uithalen naar Bf 9, stormkracht.

 

Het kaartleeslampje boven de kaartentafel scheidt ermee uit. Daar moet zo´n lastig plat 5V-lampje in met twee van die oenige staafjes die je in het fittinkje moet prikken, terwijl je tegelijk moet verhinderen het lampje met je vingers aan te raken - je wikkelt het dus bijvoorbeeld in een schone zakdoek - omdat het altijd aanwezige vocht op je huid de levensduur van het lampje drastisch beperkt. Welke masochist heeft dit stomme systeempje uitgevonden? Nadat het lampje talloze malen uit de fitting is gevallen en ik het per ongeluk tóch een aantal keren in mijn vingers heb gehad, is een van de beide staafjes krom gebogen en breekt even later af. Morgen nieuwe kopen.

 

De avond valt vroeg. De wind jankt in het want en rukt aan de boot. Weg is het mooie weer. Binnen in de kajuit is het warm en knus. Terug naar boven

Ayíos Nikoláos (45)

De Spar supermarkt waar we meestal onze boodschappen doen
De Spar supermarkt waar we meestal onze boodschappen doen

Maandag 28-12-2009

Gisteravond kijken we geboeid naar een aantal afleveringen van de fraaie serie "Heimat" van Edgar Reitz. Vannacht blijft het stevig doorwaaien. Het weerpatroon van gisteren herhaalt zich vandaag: ´s ochtends overdadig zonnig en windstil. ´s middags bewolking en harde wind. Ditmaal diametraal uit de andere richting: noordwest Bf 6. We doen wat boodschappen bij de Spar supermarkt (foto hierboven).

 

In het winkeltje voor scheepsartikelen bij de haven hebben ze niet de 5V halogeen lampjes die ik nodig heb. Ze hebben echter wel een diesel fuel water absorber van Star brite ("removes free water from diesel fuel to prevent corrosion of injectors, degradation of fuel delivery system and growth of microbes"), die ik wil gebruiken als ik de motor een tijdje laat draaien voor we de wal opgaan. En ze hebben vochtvreters. Hoewel het hier niet erg vochtig is, willen we er toch een paar aan boord plaatsen voor we weggaan. Op de werf zoeken we de werfmeester Roussos op om zeker te stellen dat we op 7 januari op de wal gekraand worden. Het is maar goed dat we dat doen, want Roussos zegt namelijk dat er geen plek meer is. Er komt een andere Griek bij staan die tenminste Engels spreekt en even later is het in orde. Volgende week gaat er een boot te water en op die plek kunnen we staan. En anders zet hij ons tijdelijk op de weg die over de werf loopt. Mooi zo. Nu alleen nog uitvinden of we Lord Byron mee kunnen nemen naar Nederland. Helaas is er bij Olympic Airways niemand te bereiken.

 

De rest van de dag ben ik verdiept in Bobbitt´s "The Shield of Achilles" (Allen Lane, 2002) Wat een ontzettend veelzijdig boek is dat! Om vijf uur gaan we voor een glas wijn naar Geert & Ine.

Terug naar boven

Ayíos Nikoláos (46)

Ayíos Nikoláos (46)

Dinsdag 29-12-2009

De pensioencrisis blijkt mee te vallen (zie plaatje hiernaast). De helft van de pensioenen wordt in 2010 weer verhoogd, aldus NRC/Handelsblad In ons geval met 0,72% (dat is de helft van 1,4% die we anders zouden hebben gekregen) Ik herinner me dat er een jaar geleden sprake van was dat de pensioenen misschien wel 5 jaar lang niet verhoogd zouden worden. De krant spreekt van "een overrompelend herstel van de beleggingsrendementen van de fondsen" Je mag je als pensionado natuurlijk tevreden voelen dat de voorspelde crisis van zo´n korte duur was. Maar toch geeft het te denken. Een andere dreiging, die van de Mexicaanse griep, blijkt uiteindelijk ook veel minder ernstig. "De griepepidemie lijkt voorbij", meldt het RIVM. Spreken de beleidsmakers en de media misschien veel te snel van een crisis? Epidemiologen beweren nu dat het misschien wel de lichtste influenza-epidemie van de geschiedenis was. "Na de angstgolf kwam de griepgolf en nu de kritiekgolf", schrijft de infectioloog Michiel van Agtmael snedig in het griepblog van de NRC. "Er is nu drie keer een vals alarm geweest, SARS in 2003, H5N1 in 2005 en nu H1N1. Het gevaar bestaat dat men bij de volgende – wel resistente en virulente – influenza epidemie zal zeggen: „het zal wel weer meevallen …” Dezelfde soort kritiekgolf kwam er een aantal keren toen de door het KNMI uitgegeven weeralarmen achteraf bleken mee te vallen. Laten we niet zeuren. De mensen willen graag zekerheden ook als die er niet zijn. Niets is immers moelijker te voorspellen dan de toekomst. Maar men is nota bene boos als het meevalt, terwijl je toch zou zeggen dat het maar gelukkig is als een gevreesde crisis niet doorgaat? Laat het bij mijn persoonlijke prostaatcrisis alsjeblieft ook zo gaan! Ik zal er geen enkele kritiek op hebben.

 

Vandaag is het rustig, met wolken omfloerst weer. Ans is begonnen met het uitzoeken van de kleren die we mee naar Holland moeten nemen. Olympic Airways blijkt geen huisdieren te vervoeren, meldt een medewerkster van CheapTickets ons. We zijn dus ook op zoek naar een tijdelijk gastverblijf voor onze Lord Byron in de Nederlandse residentiële gemeenschap. De overwinteraars in de haven komen niet in aanmerking. De meesten gaan zelf voor korter of langere tijd weg en wij weten natuurlijk ook niet precies wanneer we terug zullen keren naar Kreta. In een electra-zaak aan de westelijke uitvalsweg van het stadje vind ik 5W halogeenlampjes, zodat ik het kaartleeslampje bij het instrumentenpaneel weer kan maken. Ik check mijn electronische C-map NT+ kaarten. Ik heb er eentje van het oostelijke Middellandse Zeebekken, waarop Cyprus, Syrië, Libanon, Israël en Egypte staan en zelfs het Suezkanaal en de noordelijke helft van de Rode Zee. Mogelijk dat ik in Holland ook nog eentje van het zuidelijke deel aan ga schaffen. Verder noteer ik de codes van de brandstof- en oliefilters van de motor. Straks heb ik alle tijd om een keer in Numansdorp bij Fons langs te gaan om een set op te halen. Geert is bezig met zijn ramen te kitten en komt langs met een putty, waarmee hij enkele scheurtjes en plekjes in ons polyester repareert.

 

De rest van de dag ben ik weer bezig in Bobbitt. Nu een wat taaier en saaier deel waarin hij het theoretisch concept van de market-state uit de doeken doet. Dat is na het einde van de Koude Oorlog volgens hem de opvolger van de nation-state. Ik verheug me op de hoofdstukken die erna komen, waar hij dat concept gaat toetsen aan de werkelijke geschiedenis. Ook bestel ik bij Bol.com zijn nieuwste boek "Terror and Consent. The Wars of the Twenty-first Century" (Knopf, 2008, Om spannende titels zit hij niet verlegen!) Dan ligt het alvast voor me klaar als we in Holland zijn.   Terug naar boven

Ayíos Nikoláos (47)

Een van de drie bloeiende irissen langs het pad. Eind december! Welke soort is het toch?
Een van de drie bloeiende irissen langs het pad. Eind december! Welke soort is het toch?

Woensdag 30-12-2009

Vandaag maak ik met de wandelgroep onder Britse leiding een fikse tocht in de bergen achter het dorp Kroustas. Het is halfbewolkt. We vangen aan op ruim 800 meter hoogte en daar is het beduidend kouder dan in Ayíos N. We zien op alle mogelijke en onmogelijke plaatsen een groen bolgewas opgroeien, het lijkt het meest op een hyacintensoort (foto hier). Het stenige pad leidt langs een stroompje over hellingen en door bossen van steeneiken. Op zeker moment moeten we een flink steile klim maken langs een bergbeek. We kunnen het beekdal oversteken over een oude waterloop (foto hier). Er is een bocht in het paadje waar we een drietal zeer tere en beeldschone blauwviolette bloempjes zien staan, duidelijk een wilde iris-soort (foto hierboven en een andere hier). Later lukt het me niet om de soort te determineren, zelfs niet met de flora van Gerda Bol en ook niet op Internet. Er zijn zoveel soorten! Bijzonder dat het eind december bloeit.

 

Bovenaan het bergdal gekomen zien we hoe flarden koude mist door de kloof opwolken en de omringende hellingen en bergen verhullen. Onderweg ben ik stil en loop meestal alleen. Het is soms of ik met nieuwe ogen naar het landschap kijk. Of met andere ogen, sinds ik weet dat ik kanker heb. Onwillekeurig krijg ik de regels in mijn hoofd van een nogal truttige dichteres van vroeger, Jacqueline van der Waals. Alleen de beginregels. Regels die heel precies zeggen wat ik voel, tenminste in het begin, want de rest van het gedicht is nogal christelijk. Ik heb ze opgezocht en gevonden op Internet:

 

"Sinds ik het weet - ik weet het wel, ofschoon
Nog onder ons angstvallig wordt ontweken,
(...)
Sinds ik het weet, werd mij de overvloed,
De schoonheid en de zoetheid aller dingen,
Die mij alom omgeuren en omringen,
Nog wèl zoo liefelijk en wèl zoo zoet"

 

Van der Waals had maagkanker toen ze dit schreef. Sinds die tijd is kanker lang niet altijd meer het doodvonnis dat het toen was. Zeker niet in mijn geval van prostaatkanker. Wat ik niet wist is dat ze dochter was van de natuurkundige en Nobelprijswinnaar (1910) Van der Waals, de man van de Vanderwaalskrachten. De tamelijk zwakke krachten die atomen en moleculen onderling aantrekken of afstoten. Zijn dochter hoorde in 1921 dat ze kanker had. Een jaar later stierf ze en Van der Waals zelf stierf weer een jaar later, in 1923. De jongere broer van Jacqueline werd ook hoogleraar theoretische fysica (in Groningen) en stierf in 1971, 97 jaar oud. Van hem had ik nog nooit gehoord, van zijn vroeg gestorven zusje wel. Tegen drieën zijn we terug in de haven. Ik val in de kuip in een genadige slaap.

 

Zaken van nu. De Griekse regering heeft maatregelen afgekondigd om het enorme financieringstekort in 2010 een eind terug te brengen. Het land heeft de andere landen van de EU grotelijks belazerd en zich in 2002 de euro binnen gesjoemeld. Dat wreekt zich nu. Het voldoet volstrekt niet aan de Europese norm van 3%; het tekort bedraagt dit jaar ruim 13% Dat tast de hardheid van de euromunt aan. De set van maatregelen moet het tekort terugbrengen naar 9%; nog veel te hoog. Het land daalt in de internationale ratings van kredietwaardigheid en staatsleningen worden duurder of dreigen zelfs niet eens meer verstrekt te worden. Zie IJsland. Het zal niet meteen bankroet worden, maar die set van maatregelen....ik moet nog zien of dat werkt. De Grieken hebben een enorme zwarte sector en ontduiken massaal de belastingen, zeker in de toeristische sector. De socialistische regering in Athene wil het tekort terugbrengen, niet door de belasting te verhogen, maar door de incasso te verbeteren. Logisch. Maar de mensen die ik erover spreek, halen hun schouders erover op. Ze zien wel en denken hun leventje gewoon door te kunnen zetten. De communisten en de vakbonden beleggen protestdemonstraties.

 

Morgen is de laatste dag van 2009. Het jaar eindigt met een totaal ander uitzicht dan waar het mee begon. Onze jaren op deze aarde zijn zo kort.

 

"Such is our illusory journey

at the edge of nothingness"

 

Wie dat schreef? Zbigniew Herbert, een andere dichter, een grote favoriet van me. Zijn illusievolle of denkbeeldige reis eindigde in 1998.  Terug naar boven

Ayíos Nikoláos (48)

Een zonovergoten oudjaarsdag. Gezicht op het westelijk deel van de marina, vanaf de stad
Een zonovergoten oudjaarsdag. Gezicht op het westelijk deel van de marina, vanaf de stad

Donderdag 31-12-2009, Oudjaarsdag

Er is een oplossing voor Lord Byron! Gisteravond kwam Lydia Tzortis langs met haar dochter Mathilda. Lydia is afkomstig uit Maassluis en trouwde hier met een Griek (Georgos) Samen hebben ze een bedrijf, GTCruises, dat boottrips met toeristen maakt. Lydia heeft zichzelf bovendien tenten-maken geleerd. Zo maakte ze laatst voor ons een mooie hoes voor het buitenboordmotortje. We hadden haar op de Sinterklaasviering eerder deze maand in Elounda ontmoet. Ans zocht van de week contact met haar in een poging een logeeradres voor His Lordship te vinden. Lydia wilde het wel doen maar gisteravond had ze opeens een heel andere oplossing. Bij de ingang van de marina trof ze Charley, een van de bewakers. Charley houdt zelf vogels en had al een aantal keren staan luisteren naar de fraaie zang van de Lord. Hij wil dolgraag op ons vogeltje passen en misschien, wie weet, wordt de Lord (nu hij zo keurig uit zijn rui gekomen is) wel vader! Dan is al dat gekweel en gekwinkeleer niet voor niets geweest. Charley kwam gisteren meteen aan boord kijken en was helemaal verliefd. Mooi zo, een zorg minder.

 

Gisteravond postte ik ook nog een kritische reactie op een blogpost van klimaatscepticus Hans Labohm, getiteld "KNMI: eerste decennium 21ste eeuw erg warm. Of toch niet?" Uiteindelijk heeft hij dus toch gereageerd op dat nieuwsbericht, maar in mijn ogen niet erg geloofwaardig. Zijn repliek is overigens tamelijk genuanceerd maar hij gaat helaas niet in op mijn kritiekpunt: zijn voortdurende stelling dat er de laatste tien jaar geen sprake meer is van opwarming wordt weerlegd door de feiten, niet alleen die van het KNMI maar ook die worden geaggregeerd op wereldniveau.

 

Alsof het weer mijn punt wil onderstrepen is het vandaag stralend zonnig, 22 tot 26° op Oudjaarsdag! Met Geert & Ine doen we boodschappen bij de Lidl. Daarna schuur ik de polyesterreparaties van eergisteren glad met zacht schuurpapier. We lezen in het zonnetje in de kuip (foto hier). Vanavond vieren we Oud & Nieuw bij Geert & Ine aan boord. Curieus dat als bij ons het nieuwe jaar ingaat, het in Holland nog een uur duurt. Gelijktijdigheid bestaat niet in het universum van Einstein, hoewel ik geloof dat het bestaan van tijdzônes eerder Newtoniaans van aard is.

Terug naar boven

Lees vanaf hier verder in het Reislogboek 2010/1e helft